Naast „rechten van kind"
ook minimale eisen
$jie ene awti..
De toekomst van
het volk Israël
Een woord voor vandaag
Kanttekening
Paus Johannes schrapt
beledigende volzinnen
2
V isie van een gerefor
meerd (vrijgemaakt)
predikant
In zijn „Kamper Kerkbode"
heeft ds. G. Visee, gerefor
meerd predikant vrijgemaakt
geschreven over de toekomst
uan Israël in verband met de
vragen die opgeroepen worden
döor het ontstaan van de nieu
we staat. Na er op gewezen te
hebben dat vele profetieën een
dubbele vervulling hebben ver
volgt hij:
REEDS Moses heeft van zulk
een herstel van Israël na
voorafgaande ballingschap ge
sproken. Ka do dreiging voor het
fieval Israël de Here modit ver
aten, waarvan Mozes in zijn af
scheidsrede sprak, liet hij ook
een en ander horen van een mo
gelijk herstel. In Deuteronomium
30. Als Israël zich onder Gods
oordelen tot de Here bekeren zal
„dan zal de Here, uw God, in
uw lot een keer brengen en Zich
over u erbarmen. Hij zal u weer
bijeenbrengen uit al de volkeren
naar wier gebied de Here uw
God u verstrooid heeft. Al waren
uw verdrevenen aan het einde
des hemels, de Here, uw God, zal
u brengen naar het land, dat
uw vaderen bezeten hebben, gij
zult het bezitten en Hij zal u wel
doen en u talrijker maken dan
uw vaderen. En de Here, uw
God. zal uw hart en het hart van
uw nakroost bevrijden, zodat gij
de Here, uw God, liefhebt met
geheel uw hart en met geheel
uw ziel, opdat gij leeft.
Nu heeft prof. Aalders in zijn
„Het herstel van Israël volgens
het oude Testament" erop gewe
zen dat deze toezegging van Is
raels herstel na mogelijk gericht
geheel een voorwaardelijk karak
ter draagt: zo zal de Here doen.
indien Israël zich onder Gods
oordeel bekeert.
TSAT is wel juist, maar toch
U al echts ten dele. Want er is
in deze voorwaardelijke toezeg
ging toch ook nog sprake
de volkeren verstrooid is, éérst
bekeren, d&n zal de Here het te
rugbrengen naar het land der va
deren (vs 1—3). Maar óók staat
er, dat de Here, nadat Hij hen
paar het oude land heeft terug
gebracht, besnijden zal van hart.
hen en hun kinderen (vs 6). En
wanneer de Here aan de mogelij
ke terugkeer naar het oude land
de voorwaarde verbindt dat Is
raël zich in zijn ballingschap
éérst moet bekeren, dan moet
men toch bedenken dat het stellen
van deze voorwaarde een heils-
paedagogisch karakter draagt, en
een opvoedende strekking heeft.
Men zou toch moeilijk kunnen
verwachten, dat de Here zou zeg
gen: „En ook indien ge u onder
die vreemde volkeren onder het
oordeel verhardt, dan zal Ik u
desondanks weldoen".
prof. Aalders
van Israël uit de babylonische
ballingschap raakt. Dat ont
kennen we niet. Maar de vraag
is of met de wederkeer uit Ba-
bel deze heilsbelofte (met-een-
eis!) is uitgeput En nu raken
we een punt, waarbij we even
willen stilstaan.
WANT juist die terugkeer uit de
babylonische gevangenschap
toont zo duidelijk dat de Here
het volk naar zijn land terug
bracht zonder dat aan de door
Mozes genoemde voorwaarde van
bekering was voldaan. Men leze
daarvan maar eens Ezechiël 36.
De Here spreekt daar van het
op handen zijnde herstel van Is
raël en zijn wederkeer naar zijn
land. Maar de Here doet dat
niet omdat Israël zich zou hebben
bekeerd, verre van dat! Israël
had juist de Naam des Heren on
der de volken ontheiligd. De Here
zegt dan ook: „Niet om uwentwil
doe Ik het", vs. 32. Maar nadat
de Here zijn volk weer naar het
land der vaderen heeft terugge
bracht, zal Hij het tot zich be
keren. „Ik zal u weghalen uit
de volkeren en u bijeenvergade
ren uit alle landen en Ik zal u
brengen naar uw eigen land." vs.
24. Èn dan volgt: „Ik zal rein
water over u sprengen en gij
zult rein worden, van al uw on
reinheden en van al uw afgoden
zal Ik u reinigen, een nieuw hart
zal Ik u geven en een nieuwe
geest in uw binnenste: het hart
van steen zal ik uit uw lichaam
verwijderen. Ik zal u een hart
van vlees geven. vs. 25. Een en
ander geheel zoals ook staat in
Deut. 30:6.
We zullen toch bij de verkla
ring van Deut. 30 ook Ezec*.i. 36
in rekening moeten brengen. In
Deut. 30 is de orde :1. Bekering
tot de Here. 2. Dan: wederkeer
naar Kanaan. 3. De besnijdenis
van het hart.
In Ezech. 36: a. Wederkeer
naar Kanaan. b. Daarnaast: be
snijdenis van het hart.
In Deut. 30 wordt dat is
echt pedagogisch eerst ge
steld dat aan de eis der bekering
moet zijn voldaan. Maar in
Ezech. 36 komt de terugkeer
naar Kanaan in zicht zonder dat
aan die eis voldaan is. En wel
omdat God de Here andere re
denen blijkt te hebben om Israël
terug te brengen naar zijn land:
namelijk dat Hij het niet langer
verdraagt dat Israël gesmaad
tvordt door de volkeren cn dat
daardoor zijn naam werd onthei
ligd.
][NDIEN dus iemand zou willen
>- zeggen: „de huidige terug
keer der Joden naar het oude
land heeft niets te maken met
Deut. 30, want Israël heeft aan
de daar genoemde voorwaarde
van bekering niet voldaan", dan
antwoorden we: Dat laatste is
juist. Israël heeft zich niet tot
zijn God bekeerd. Nog ligt er.
een sluier over hun tiart, wan
neer zij Mozes lezen. Maar we
voegen er aan toe: Toch zou
desondanks de huidige terugkeer
van Israël weieens naar Deut.
30 kunnen zijn. Want al heeft
het zich (nog) niet tot de Here
bekeerd, uit Ezech. 36 blijkt dat
de Here ook om andere redenen
dan Israëls bekering het volk
kan terugbrangen naar Jeruza
lem. En wel: om zijn eigen
Na gewezen te hebben op de
vervolgingen in de afgelopen ja
ren besluit ds. Visee dit arti
kel met de woorden: De vraag
rijst: zou de geboorte van de
staat Israël drie jaren nadat
deze anti-joodse godslasteraars
hun einde vonden, niet mede
in verband staan met Deut. 30
en Ezech. 36? En met het
woord van de Here Jezus in
Lucas 21 dat Jeruzalem door
de heidenen zal vertrapt zijn
totdat de tijden der heidenen
zullen vervuld zijn? En met
Romeinen 11 dat geheel Israël
zal zalig worden, wanneer de
volheid der heidenen zal inge
gaan zijn? Indien dat het geval
mocht zijn dan is de situatie die
van Ezech. 36; onbekeerd terug
naar Jeruzalem om daar te ont
vangen een nieuw hart en een
WÊKÊKSt
Onderwijzers in Amsterdam vragen:
VIJFTIENDE LUSTRUM S.S.R.
Prijsvraag over functie
clirist. dagbladpers
De landelijke unie van de So-
cietas Studiosorum Reformato-
rum, de vereniging van gerefor
meerde studenten aan openbare
universiteiten en hogescholen in
Nederland, zal van 14 tot en met
17 februari 1961 in Utrecht haar
vijftiende lustrum vieren. De
kern van deze lustrumviering
wordt gevormd door een congres
van drie dagen, waarvan het
thema is: „Europa, hart der
wereld?"
Tijdens dit congres zullen de histori
sche ontwikkeling, de huidige situatie
en de mogelijkheden voor de toekomst
van Europa op cultureel-filosofisch, po-
litiek-economisch en religieus terrein
behandeld worden. In het kader van dit
congres zullen verder een filmvoorstel
ling en een tentoonstelling worden ge
houden. In het lustrumprogramma zijn
verder opgenomen een concert en een
ontvangst van reünisten, terwijl het be
sloten zal worden met een galavoorstel
ling in de Stadsschouwburg te Utrecht.
Het speciaal voor dit lustrum
uitgegeven gedenkboek wordt tij
dens dc officiële herdenking b(j de
opening van het lustrum aangebo-
Tijdens de lustrumviering zullen ook
de uitslagen van de ter gelegenheid van
het 75-jarig bestaan uitgeschreven
prijsvragen bekend worden gemaakt.
Een literaire prijsvraag betreft gedich-
Hct kind is de vader van de mensheid cn daarom dient men te
beseffen, welke belangrijke rol de school en ook de onderwijzers
spelen by de gezondmaking van het kind. Met deze woorden vatte
gistermiddag de Zwitser Robert Michel op het congres van de
World Confederation of Organizations of the Teaching Profession,
dat deze week in Amsterdam wordt gehouden, het thema van dit
negende wereldcongres samen: De gezondheid van het kind en de
school.
Tevoren hadden de vierhonderd congressisten reeds kennis
kunnen nemen van de uitvoerige rapporten die 42 onderwijzers-
organisaties uit 29 landen over dit onderwerp hebben opgesteld.
In de grote steden laat de schoolge-
zondheidszorg meestal niet te wensen
over, maar gebrekkig of onvoldoende
is de situatie juist op het platteland.
De onderwijzersorganisaties in de hele
wereld moeten voor verwezenlijking
een vast omlijnd programma ijve-
daarbij rekening houdend met de
mogelijkheden van het land.
Hij achtte een goede coördinatie
gewenst. In vele landen zijn teveel
ministeries bij de gezondheidszorg
betrokken. Daarenboven is het te
betreuren, dat de onderwijzers en
leraren niet worden geraadpleegd
bij allerlei onderwerpen die de
school en het schoolleven betreffen.
Spreker zei dat in het complex van
problemen op dit terrein dat van de
scholenbouw waarschijnlijk wel het
meest universeel en belangrijk is. Van
de overige punten, die de aandacht
vragen noemde de heer Michel o.m.: de
geestelijke gezondheid van het school
kind (meer evenwicht tot stand bren
gen tussen leerplan en vrije tijd), de
gezondheidszorg tijdens de schoolvakan
ties (in sommige landen hebben de kin
deren jaarlijks 22 weken vakantie,
waardoor ze medische controle mis
sen) de schooltijden (in sommige
landen nog 38 uur per week met 3
huiswerk per avona en dat terwijl
werkweek overal wordt verkort) en
schoolmaaltijden. Van groot belang
achtte de heer Michel het houden van
zomerkampen en de vorming van open
luchtklassen in die gebieden van de
wereld waar zulks mogelijk is.
DISCUSSIE
Tijdens de discussie vroegen de af
gevaardigden van India en Engeland
zich af of het thema niet te veelom
vattend is. „De verschillen in de we
reld zijn nog veel te groot om een uni
versele leidraad voor het gezond hou
den van het kind te kunnen opstellen",
zei de Engelse afgevaardigde. De
vertegenwoordiger van India voegde
daaraan toe. dat voorlopig de gezond
heidstoestand van de kinderen veel be
langrijker is dan de gezondheidszorg
op de scholen.
Andere discussianten achtten de be
volkte heterogeen samengestelde klas
sen een hinderpaal op de weg naar
grotere hygiëne en betere gezondheid.
Weer een ander vroeg zich af of het
wel raadzaam is te spreken over de
noodzaak van gymnastiekzalen als er
nog duizenden kinderen in de wereld
verhongeren. Unaniem was evenwel
Naar aanleiding van dit uitgebreide
onderzoek merkte de heer Michel op,
dat er op het terrein van de schoolge-
zondheidszorg in de wereld nog grote
verschillen bestaan. „Het recht om te
leven, om gezond te leven, wordt in de
hele wereld steeds meer erkend", zo
zei hij, doch uit zijn voordracht bleek
dat in sommige gebieden nog alles te
wensen overblijft.
„Er zijn landen waar een kind maar
vijftig procent kans heeft om een paar
Jaar oud te worden, zo zei de heer Mi
chel en hij voegde daaraan toe, dat
van de wereldkinderbevolking van 5
tot 14 jaar slechts 55 procent de gele
genheid heeft een school te bezoeken.
Deze ongelijkheid in de ontwikkelings
kansen achtte spreker een ontstellend
feit.
In dit verband herinnerde de heer
Michel aan de rechten van het kind,
die in 1950 werden geformuleerd. Elk
kind heeft het recht zich op gezonde
wijze lichamelijk en geestelijk te ont
wikkelen, het heeft recht op vrije
tijd, goed voedsel, behoorlijke kleding
en ontspanning, terwijl ook lichame
lijk of geestelijk gebrekkige kinderen
recht hebben op een gezond leven en
ontplooiingskansen.
MINIMALE EISEN
Hoewel de heer Michel van me
ning was, dat deze rechten van het
kind nog steeds als leidraad voor een
internationale actie zouden kunnen
dienen, meende hij toch dat een
tal minimale eisen moet worden
geformuleerd. Minimale eisen,
dat naar zijn mening de gezondheid
van het kind een probleem is met
vele facetten, dat in elk land een an
dere oplossing eist.
ten. verhalen en een-acters. „Students
Responsibility" (studentenverantwoorde
lijkheid) is het motto van een prijs
vraag voor foto's en cartoons.
Dagbladpers
De vraag: „Hoe dient de christe
lijke dagbladpers in ons land te func
tioneren?" is het onderwerp van een
essayprijsvraag. Alle Nederlandse
studenten kunnen aan deze prijs
vraag deelnemen.
Bij de beantwoording van deze vraag
zal men onder meer hebben na te gaan
in hoeverre de christelijke dagbladpers
een eigen stijl behoort te ontwikkelen.
Dit onderzoek zal zich uit kunnen strek
ken naar de verschillende onderdelen
van het dagblad, bijvoorbeeld ten aan
zien van de berichtgeving over de bui
tenlandse cn binnenlandse politiek, de
sociaal-economische sector, de kunst, de
sport en de kerken.
De jury voor deze prijsvraag bestaat
uit de heren dr. E. Diemer te Rotter
dam, prof. mr, W. F. de Gaay Fort
man in Den Haag en G. Puchinger te
Utrecht.
Prijzen
Er zijn twee hoofdprijzen, waarvan
er een ter beschikking is gesteld door
de Vereniging Nederlandse Christe
lijke Dagbladpers. Een prijs is uitge
loofd voor de theoretisch best door
dachte inzending. De andere voor de
inzending die praktisch gezien de
beste ideeën geeft. Voorts is er een
Russell-prijs
voor onderwijzer
uit Hongkong
De W.C.O.T.P. heeft de William F.
Russell-prijs voor de eerste maal toe
gekend aan de onderwijzer Vincent
J. Jasper uit Hongkong, die onder
uiterst moeilijke omstandigheden (tij
dens bombardementen door Japan
ners e.n communisten) zijn werk
heeft verricht.
Deze prijs zal voortaan jaarlijks wor
den toegekend aan een onderwijzer of
leraar die zich bij de uitoefening van
zijn functie bijzonder verdienstelijk
heeft gemaakt of een betere internatio
nale verstandhouding heeft helpen be
vorderen. Zij draagt de naam van de
Amerikaanse onderwijsspeciaüst Russell
deration of organisations of the Teaching
Profession". Bij loting wordt elk jaar
een van de 106 aangesloten organisaties
uitgenodigd een kandidaat voor de prijs
voor te dragen.
De heer Jasper, die afkomstig Is uit
Zuid-Wales, is sinds 1936 in China en
Hongkong werkzaam. Hij is thans vi-
ce-voorzitter van de Britse sectie dezer
vereniging. Zijn prijs bestaat uit een
vliegreis naar Amsterdam, waar de heer
Jasper thans het negende congres van
de Wereldfederatie van Onderwijzersor
ganisaties bijwoont.
Van de hoge toon, die de tong pleegt te voeren, heeft iedereen
wèl weet! En het maakt in de meeste gevallen nog grote
indruk ook. Als iedereen zijn tong een toontje lager zou
laten zingen er ivas stukken minder ellende in de wereld!
Wat kunnen we toch stuk maken met onze tong. Twee
woorden zijn soms genoeg om een vriendschap in een felle
afkeer of een nooit meer bij te leggen vijandschap te doen
veranderen. En diezelfde tong gebruiken we dan weer om
iedereen te laten wetendat wij het recht aan onze kant
hebben en dat we nooit en te nimmer de minste zullen zijn!
Kunt u begrijpen: onze tong mag verdorren, als wij bakzeil
zullen halen! En zo ligt er een grauwe sluier van haat en
nijd over de wereld. Alleen maar omdat we onze tong niet
in bedwang kunnen houden en er zelfs geen wroeging van
hebben, dat wij met die tong de naaste hebben gegriefd, heb
ben gewond en gekwetst. „Zie, hoe weinig vuur een groot
bos in brand steekt. Ook de tong is een vuur, zij is de wereld
der ongerechtigheid", schrijft de apostel Jacobus in zijn
brief. En dan denken wij onmiddellijk aan dat woord van
de dichter David in een van zijn Psalmen: „Heer, stel een
wacht voor mijn mond, waak over de deuren van mijn lippen".
Wie iets heeft gezien en begrepen van het kwaad, dat de
menselijke tong aanricht, die zal dit woord niet langer ge
dachteloos lezen of citeren. En denkt u er wèl om, dat het
voor iedereen, onverschillig wie, geldt!
FISCUS STRIJKT PLOOIEN GLAD
Ten slotte ging het congres van
daag nog akkoord met de toelating
van veertien onderwijzers- en leraren
organisaties met te zamen 460.000 le
den uit Bermuda, Malakka, Colum
bia, Costa Rica, Rhodesia en Nyas-
saland, Panama. Congo, Somaliland,
Zuid-Rhodesia, Peru en de Verenigde
Staten.
Advertentie
Maagklachten?
CHEFAROX
Vormt «en genezende lug op de mug wand
O
Protestantse kerken
zijn niet langer
„goddeloze sekten"
Paus Johannes heeft een nieu
we stap gedaan om uit het rooms-
katholiek ritueel zinsneden te
verwijderen, die beledigend zou
den kunnen worden geacht voor
prijs voor de beste inzending met
betrekking tot.de sociaal-economische
sector en een prijs voor de beste in
zending met betrekking tot de sport.
Publikatie van de bekroonde in
zendingen wordt nog overwogen.
personen van andere godsdien
sten en kerkgenootschappen.
Gezaghebbende Vaticaanse zegslieden
11
„Kom, kom juffrouw De Jong, u hebt een slechte
bui meegebracht. Gaat het soms niet goed op het
landgoed van de jonker? Anders had u misschien
beter daar kunnen blijven."
Halzen was me hier even een slag voor en lach
te in mijn ogen bijzonder vals. Maar ik wist me te
beheersen en zei strak: „Als u zich laat inlichten
over mijn gangen, dan moet u dit door betrouwba
re mensen laten doen. want hier deugt niets van.
Even keek Halzen mij sluw en grijnzend aan cn
vroeg: „Ik geloof, juffrouw Netty mag me niet.
„Ten eerste ben ik voor u niet Juffrouw Nettie cn
ten andere interesseert u me te weinig om me er
rekenschap van tc geven of ik u wel of niet mag.
,,'k Zou het toch wel doen. 't Zijn vreemde tijden
juffrouw Net....oh pardon, juffrouw De Jong bedoel
ik. We kunnen beter goede vrienden zijn. Ik zou het
bovenmate op prijs stellen, want waarachtig, ïx
mag u wel." „Ik had graag dat u nu mijn kamer
uitging. Apropos, de krantjes die hier liggen op ta
fel. heeft u die ook hier neergelegd?"
„Uiteraard." j-
Halzen begon een brutaal tartende houding aan
te nemen. Hij deed nog een stap naar voren de ka
mer in. Toen zei hij: „Merkwaardig, meneer \e-
nenga leest dezelfde krantjes. Clandestien goed ze
ker, is 't niet?" „Dat is het niet en als ik ze gele
zen heb. dan zal ik ze op uw kamer laten depone
ren. Misschien is het goed. dat u ze ook eens leest.
En nu zag lk toch graag dat u mijn kamer uitging
m?.cTzeker. Ik' vond anders ons babbeltje niet on-
ÏezeUig. Ik kom graag nog eens terug. Misschien
an ik u nog wel eens iets belangrijks vertellen.
Ik hoorde ae hooghartige toon in zijn stem en ïx
zag zijn opgetrokken wenkbrauwen. Ik dacht aan
mijn kleine revolver in de kast en m n n™™* ze'
bijna werktuigelijk: „U bent geloof i een tikje te
onvoorzichtig." Toen lachte Halzen breed uit: „Hoe
is het mogelijk juffrouw De Jong. Zonde en zonde
van zo'n knap jong meisje. U kijkt verkeerd^ Daar-
Mat stond toen wel voor me vast, dat Ik nog voor-
öoor heRm. steqqeRöd.
zichtiger te werk moest gaan dan ik al van plan
was. Zo spoedig mogelijk moest ik met juffrouw
Krol spreken. Die ziel wist niet wat ze begonnen
was. maar zij zou wel te vangen zijn met het schrik
beeld. dat haar nog meer rampen te wachten zou
den staan, waar Samu's geval niets btf was. Zoiets
was beslist genoeg voor haar. Erger was hoe ik
contact moest opnemen met Samu, zonder dat Hal
zen er de lucht van kreeg.
Aan tafel werd die avond niet veel gesproken. Er
heerste in 't eerst een gedrukte stemming.
Wat nooit gebeurde: de stoel van meneer Vc-
nenga bleef leeg. Hij was nooit over tijd, maar
juffrouw Krol wilde niet wachten met het eten.
Daar hield ze nu eenmaal streng de hand aan. Zes
uur was de tijd en wie er niet was, moest maar
zien hoe hij zijn maag vulde.
Maar voor mij stond het vast. hoewel we weinig
wisten van deze stille en gesloten figuur, dat Ve-
nenga wel een zeer ernstige reden moest hebben om
niet op tijd aan tafel te verschijnen.
„Vreemd hè?", zei Inge naast me. „Je raakt zo
gewoon aan je mensen." „Och", mengde Halzen
zich ongevraagd in het gesprek: „Waarom zou Ve-
nenga niet eens opgehouden kunnen zijn. Het beste
uurwerk raakt wel eens van slag, is 't niet?", cn
hij vond zijn opmerking blijkbaar nogal geestig.
„Natuurlijk meneer Halzen" beet ik zeer onvrien
delijk terug. „Maar dat komt dan meestal doordat
onbevoegden zich met dat uurwerk hebben bemoeid
en daar komt altijd narigheid van."
Halzen wilde iets zeggen maar verslikte zich op
dat zelfde ogenblik, zodat Inge in de lach schoot.
„Vandaag zet je al gauw een vraagteken als
iemand niet op tijd thuis komt" vond Henk «n keek
veelbetekenend naar mij. Maar ik vond het wij
zer om niet te reageren. Het tafelgesprek stokte en
Éing later verder over Samu, die weer aardig op-
napte. maar voorlopig op zijn kamer at.
,,'t Is een hele last in huis, zieken", vond juf
frouw Krol, maar gaf gelukkig geen verder
mentaar.
Intussen had ik mijn plan gemaakt en voc_
van tafel gingen zei ik tegen Inge: „Ik heb wat
voor je meegebracht, een leuke verrassing. Ik kom
het vanavond op je kamer brengen, goed?"
„Leuk", gaf Inge spontaan terug en zo gingen we
van tafel.
Henk bleef even aarzelend bij de deur staan
zei tegen me: „Ik wou dat je mij maar eens
verrassing kwam brengen. Of nee, je hoelt niet
eens wat mee te brengen. Ik heb wel een verras
sing voor jou."
.Misschien, als lk goeie zin heb kom ik ook
bij jou Henk.of weet je wat, kom maar bij ons,
op Inge's kamer."
..Present", lachte Henk tevreden.
naar mij zei Henk nog: „Ik weet het niet, maar
ik geloot dat die Halzen ze aardig verdient. Hij
rookt behoorlijk zwart."
„Wil je roken, Henk? vroeg Halzen spontaan
zijn hand greep al naar het doosje in zijn colbert-
zak, maar Henk wist zijn lust bijtijds te bedwingen
onder de ogen van Inge en mij en bedankte.
„Dan moet je het zelf maar weten" zei Halzen
hoorbaar teleurgesteld en terwijl wij naar onze ka
mers trokken, hoorden we hoe hij op de piano een
of andere triomfmars mishandelde.
Duivel, dacht ik, duivel en sloot de kamerdeur
achter mij.
Het laatste beeld van Venenga, dat ik in werke
lijkheid heb gezien, was een rustige figuur tegen
de achtergrond van een kleurige bloemenstand op
een van de grote stadspleinen.
Venenga's handen schikten een bouquet rode i
en nu en dan hield hij zijn creatie op enige af
stand om te zien of het een goed geheel werd. Ik
heb hem toen ongemerkt kunnen gadeslaan en
meende dat zijn bezigheid eerder een vrouwelijke
dan een mannelijke was. Venenga heeft bij mij de
suggestie gewekt, dat de dagelijkse omgang met
bloemen de mens rustig, verstild en tevreden maakt.
Wordt vervolgd
hebben vandaag bekend gemaakt, dat
de congregatie der riten op last van
de paus enkele zinnen heeft geschrapt
uit het doopritueel voor bekeerlingen
uit andere christelijke godsdiensten,
het heidendom, het jodendom en de
De geschrapte zinnen werden uitgespro
ken door de priester. Was de dopeling
een heiden, dan zou de priester hem
gelasten afgoden en afgodsbeelden te
verafschuwen, aan een Jood zou hij
voorhouden, dat hij de trouweloosheid
der Hebreeën moest verafschuwen er
hun bijgeloof moest verwerpen, aar
een mohammedaan, dat hij het mo
hammedaanse ongeloof moest veraf
schuwen en die „goddeloze secte van
ongelovigen" moest verwerpen.
Als iemand tot een als ketters be
schouwd christelijk geloof had be
hoord werd hem gezegd, dat hij de
ketterse zondigheid moest verafschu
wen en zijn vroegere kerk moest ver
werpen als „een secte van goddelo-
zen". Al deze zinsneden zijn op last
van de paus geschrapt.
De huidige paus heeft van het begin
van zijn ambtsaanvaarding af aan een
grotere openheid getoond ten opzich
te van wat hij noemt „de gescheiden
broeders". Of deze nieuwe beslissing
hierop ook betrokken kan worden is
echter een vraag. Wel is het duide
lijk, dat Rome, al ziet zij zich nog al
tijd als de „alleenzaligmakende kerk"
iets van haar hautaine houding laat
varen. Het is echter de vraag of dit
iets met een veranderde theologische
instelling te maken heeft, al is dat
zeer goed mogelijk. Waarschijnlijk is
het echter een gevolg van de veran
derde geest van onze tijd, die geken
merkt wordt door een grotere open
heid ten opzichte van de medemens
die anders denkt dan wijzelf.
Conferentie over
religieus toneel
In Royaumont nabij Parijs is et
vijfdaags internationaal congres ovt.
modern religieus toneel gehouden. Aan
deze conferentie, die door een subsidie
van de Rockefeller-Foundation mogelijk
was gemaakt, namen delegaties van"
twintig landen deel. Inleidingen wer
den gehouden door pater Jean Mam-
brino (Frankrijk), door Tom. F. Dri
ver professor aan hef Union Theologi
cal Seminary te New York, en door
Tuve Nyström (Zweden). Deze spre
kers behandelden resp. het repertoire,
de verhouding kerk-toneel-wereld en
het liturgisch drama.
Door groepen uit Frankrijk, Enge
land, Duitsland. Belglc, Zweden en
Amerika werden opvoeringen gegeven,
deels in de Theatre de l'Alliance Fran-
Caise te Parijs, deels in de vroegere
Cistercienserabdij van Royaumont.
Aan het slot van het congres werd
besloten het contact voort te zetten
teneinde te komen tot een intensieve
re uitwisseling van spelteksten, studie
resultaten en ervaringen.
DE bij de Tweede Kamer inge
diende regeringsvoorstellen tot
herziening van de belastingwetten
brachten reeds pennen in beweging.
Maar het complex van voorstellen is
nog niet volledig. Op de nieuwe
wetten inzake de loon- en inkomsten
belasting moeten wij nog wachten.
Niet lang, naar het schijnt. Immers
zegt de minister van financiën, dat
binnenkort een beslissing genomen
zal worden over verlaging van de
loon- en inkomstenbelasting.
Naar enige verlaging van deze be
lastingen vooral wordt door velen
met een zekere spanning uitgezien.
Niet te ontkennen valt, dat de druk
van deze heffingen, met name voor
de middengroepen, nogal zwaar is.
Maar hier moet met voorzichtigheid
gehandeld worden. De uitgaven van
het rijk stijgen ook. Vooral de
defensie, het onderwijs en de salaris-
posten eisen vele miljoenen.
Hetgeen thans geboden wordt in de
aanhangig gemaakte wetsontwerpen
komt in feite neer op een netto
verlies voor de schatkist van 55
miljoen gulden. Maar dit verlies
wordt niet aanstonds geleden. Eerst
in en na 1962 zullen de verlagingen
allengs gerealiseerd kunnen worden.
De voorstellen bevatten reeds een
en ander, dat tegemoet komt aan
de wensen van vele contribuabelen.
Ook aan verlangens van het bedrijfs-
Wij denken hier in de eerste plaats
aan de wijziging van de belasting
heffing op de inkomsten uit arbeid
van de gehuwde vrouw. Deze
worden tot een maximum van
duizend gulden per jaar belasting
vrij. Minister Zijlstra gaat hier
verder dan zijn voorganger Hofstra.
HU voert het bedrag van de inkom
stenaftrek van ƒ3 tot ƒ4.50 per dag
op en het jaarlijkse maximum van
624 tot 1000.
Werd door minister Hofstra als
eis voor de aftrek vier uur per dag
beroepsarbeid verlangd, thans zal
slechts VA uur als minimum gelden.
Werkt een vrouw in een kalender-
week in totaal ten minste achttien
uur, dan wordt een aftrek van zes
dagen verleend.
Het bedrijfsleven verwacht van een
dergelijke milde belastingregeling,
dat meer gehuwde vrouwen zich
voor beroepsarhejd zullen aanmel
den. Of dit het geval zal zijn. moet
worden afgewacht. Wij zijn in het
algemeen geen voorstanders van
regelmatige beroepsarbeid der ge
huwde vrouw. Maar erkend moet
worden, dat vele vrouwen, zonder
haar gezin te schaden, tijd en ge
legenheid hebben om zich aan enige
arbeid te geven. Men kan hier allen
niet over één kam scheren. Daarvoor
is het leven te gevarieerd. In deze
tijd speelt uiteraard ook de krappe
arbeidsmarkt een rol. Wij blijven
het echter een gunstig teken noemen,
dat in Nederland de gehuwde vrou
wen minder in het bedrijfsleven
werken dan in het buitenland het
geval is. Maar toch schijnt ons de
belastingvrijdom wel aan te bevelen.
Vooral met het oog op de gevallen
waarin de vrouw wel moet mee
helpen om de te geringe verdiensten
van haar man aan te vullen.
Van betekenis is voorts in dit ver
band ook, dat wie alleen loon
belasting verschuldigd is en een
inkomen heeft dat beneden de 7450
per jaar blijft, geen aanslag in de
inkomstenbelasting meer zal ont
vangen, wanneer de neveninkomsten
minder bedragen dan 300 per jaar.
Thans is dit 200. Dit zal de nu
meermalen gehoorde klacht, dat men
zo weinig heeft aan de beloning voor
overwerk, omdat de fiscus op zoveel
beslag legt, zoal niet doen verstom
men, dan toch minder luid doen
klinken.
De verlaging van de vennootschaps
belasting voor de uitgekeerde winst
is eveneens van betekenis. Deze zal
vUftien punten lager zijn dan de be
lasting op de winst, die in het be
drijf blijft. De dubbele belasting van
de inkomsten, die genoten worden
uit uitkeringen van vennootschappen,
zal hierdoor, althans ten dele, wor
den opgeheven.
Bevorderlijk voor de aankoop van
aandelen door kleine beleggers is het
voorstel om aan loontrekkers, wier
netto-inkomen niet meer bedraagt
dan ƒ7450, terwijl hun neveninkom
sten de grens van ƒ300 nie.t over
schrijden, de dividendbelasting voor
ontvangen dividenden terug te geven.
Men moet dit echter ook zien in
verband met het streven naar bezits
vorming. Als uitvloeisel daarvan
zullen spoedig nadere voorstellen de
Kamer bereiken.
De dividendbelasting wordt van 15
op 25 gebracht. Voor Nederlanders
betekent dit echter geen verzwaring
van druk. Het gaat hier om een voor
heffing, die later met de inkomsten
belasting wordt verrekend. Voor de
buitenlanders is de verhoging wel
een nadeel, omdat zij niet onder
onze inkomstenbelasting vallen. Mis
schien wordt daardoor de neiging
voor buitenlanders om Nederlandse
aandelen te kopen, minder.
Dit laatste schijnt wel goed. In de
laatste jaren zijn er wel wat veel
Nederlandse aandelen in vreemde
handen geraakt. Overigens is dit een
zaak van nader overleg met andere
landen, om te komen tot eenheid van
gedragslijn.
Voorgesteld wordt de afschaffing var
de commissarissenbelasting, waar
tegen reeds veel gefulmineerd is.
Maar voortaan zullen de tantièmes
voor commissarissen niet meer ten
volle van de fiscale winst der be-
driiven afgetrokken mogen worden.
Dit zal slechts voor de helft ge
oorloofd zijn met een minimum van
2000 en een maximum van 10.000
per commissaris. De regering ver
wacht. dat door deze wijziging de
dikwijls wel zeer hoge tan
tièmes zullen dalen.
Wannéér wij ten slotte nog melding
maken van een aftrek van studie
kosten met een minimum van ƒ100
en van een beperking der vrijstelling
van belasting voor coöperaties, heb
ben wij het belangriikste aangeroerd.
Dc financiële specialisten van de
Tweede Kamer hebben na het reces
weer een en ander te doen. Wij ver
wachten niet, dat de minister van
financiën het bij deze voorstellen
heel moeilijk zal hebben. Vooral niet,
wanneer spoedig de voornemens be
kend worden ten aanzien van de
loon- en inkomstenbelasting.
Worde met beleid gehandeld. Wij
leven in onzekere tijden, die voor
zichtigheid eisen.
Jaarverslag Foreign
Student Service
De gang van zaken bij de stich
ting Foreign Student Service te Am
sterdam heeft in 1959 reden tot te
vredenheid gegeven. De meeste acti
viteiten, zoals culturele manifestaties,
„social evenings", kringenwerk. de
weekends en excursies mochten zich
in een verhoogde belangstelling van
de buitenlandse studenten verheugen
Dit wordt opgemerkt in het jaarver
slag over 1959 van deze stichting,
waarbij, naar uit een in het jaarver
slag opgenomen statistiek blijkt, in
totaal 3062 studerenden zijn inge
schreven.
Hoewel het aantal bij de stichting in
geschreven studenten afkomstig uit In
donesië in de loop van 1959 aanzienlijk
verminderde, kan. aldus het verslag,
worden geconstateerd dat van onder
scheidene landen zoals bijvoorbeeld
Australië, Duitsland, Frankrijk, Israël
-"1 Japan een groter aantal studenten
i Nederland kwam studeren.
Voor de excursies en bezoeken, die
de stichting naar de verschillende be
drijven organiseerde, blijkt van de zij
de van het Nederlandse bedrijfsleven
steeds meer belangstelling aan de dag
te worden gelegd. Deze belangstelling,
zo meldt het verslag, uitte zich niet
alleen in grote faciliteiten door het be
drijfsleven verleend aan de groepen bul-
Beroppineswerk
NED. HERV. KERK
Aangenomen naar Hoogwotfd-Aarts-
woud: M. W. G. Cramer, kand. te Noord-
broek; naar Gameren: J. P. Verkade,
kand. te Stolwijk.
Bedankt voor Achterberg en voor Op-
heusden: J. P. Verkade, kand. te Stolwijk.
GEREFORMEERDE KERKEN
Beroepen te Bennekom (vac. H. v. d.
Elskamp): H. Groeneveld te Nes, W.D.
Bedankt voor Berlikum: R. van Reenen
te Klundert
Ds. J. Drost, predikant bij de Christ.
Evangelische Kerk van Nieuw-Guinea en
voorheen predikant te Ede, is met verlof
in ons land teruggekeerd. Zijn adres is:
Beurweg 17, Bergen-Binnen, tel. K 220S-
2590.
CHRIST. GEREFORMEERDE KERKEN
Bedankt voor Aarlanderveen-Nieuw-
koop: J. van Doorn te Tholen.
BOND VAN VRIJE EV. GEM.
Bedankt voor Meppcl: D. W. Veldkamp
te Hilversum:
tenlandse studenten die de bedrijven
bezochten, maar kwam ook tot uitdruk
king in een verhoging van de financië
le bijdragen van Nederlandse bedrijven
in 1959. Het stemt de stichting tot vol
doening, dat het bedrijfsleven steeds
meer het nut ervan inziet de buiten
landse studenten, van wie velen in hun
vaderland tot belangrijke functies zullen
worden geroepen, in aanraking te bren
gen met dit belangrijke facet van onze
samenleving.