Naast „rechten van kind" ook minimale eisen $jie ene awti.. De toekomst van het volk Israël Een woord voor vandaag Kanttekening Paus Johannes schrapt beledigende volzinnen 2 V isie van een gerefor meerd (vrijgemaakt) predikant In zijn „Kamper Kerkbode" heeft ds. G. Visee, gerefor meerd predikant vrijgemaakt geschreven over de toekomst uan Israël in verband met de vragen die opgeroepen worden döor het ontstaan van de nieu we staat. Na er op gewezen te hebben dat vele profetieën een dubbele vervulling hebben ver volgt hij: REEDS Moses heeft van zulk een herstel van Israël na voorafgaande ballingschap ge sproken. Ka do dreiging voor het fieval Israël de Here modit ver aten, waarvan Mozes in zijn af scheidsrede sprak, liet hij ook een en ander horen van een mo gelijk herstel. In Deuteronomium 30. Als Israël zich onder Gods oordelen tot de Here bekeren zal „dan zal de Here, uw God, in uw lot een keer brengen en Zich over u erbarmen. Hij zal u weer bijeenbrengen uit al de volkeren naar wier gebied de Here uw God u verstrooid heeft. Al waren uw verdrevenen aan het einde des hemels, de Here, uw God, zal u brengen naar het land, dat uw vaderen bezeten hebben, gij zult het bezitten en Hij zal u wel doen en u talrijker maken dan uw vaderen. En de Here, uw God. zal uw hart en het hart van uw nakroost bevrijden, zodat gij de Here, uw God, liefhebt met geheel uw hart en met geheel uw ziel, opdat gij leeft. Nu heeft prof. Aalders in zijn „Het herstel van Israël volgens het oude Testament" erop gewe zen dat deze toezegging van Is raels herstel na mogelijk gericht geheel een voorwaardelijk karak ter draagt: zo zal de Here doen. indien Israël zich onder Gods oordeel bekeert. TSAT is wel juist, maar toch U al echts ten dele. Want er is in deze voorwaardelijke toezeg ging toch ook nog sprake de volkeren verstrooid is, éérst bekeren, d&n zal de Here het te rugbrengen naar het land der va deren (vs 1—3). Maar óók staat er, dat de Here, nadat Hij hen paar het oude land heeft terug gebracht, besnijden zal van hart. hen en hun kinderen (vs 6). En wanneer de Here aan de mogelij ke terugkeer naar het oude land de voorwaarde verbindt dat Is raël zich in zijn ballingschap éérst moet bekeren, dan moet men toch bedenken dat het stellen van deze voorwaarde een heils- paedagogisch karakter draagt, en een opvoedende strekking heeft. Men zou toch moeilijk kunnen verwachten, dat de Here zou zeg gen: „En ook indien ge u onder die vreemde volkeren onder het oordeel verhardt, dan zal Ik u desondanks weldoen". prof. Aalders van Israël uit de babylonische ballingschap raakt. Dat ont kennen we niet. Maar de vraag is of met de wederkeer uit Ba- bel deze heilsbelofte (met-een- eis!) is uitgeput En nu raken we een punt, waarbij we even willen stilstaan. WANT juist die terugkeer uit de babylonische gevangenschap toont zo duidelijk dat de Here het volk naar zijn land terug bracht zonder dat aan de door Mozes genoemde voorwaarde van bekering was voldaan. Men leze daarvan maar eens Ezechiël 36. De Here spreekt daar van het op handen zijnde herstel van Is raël en zijn wederkeer naar zijn land. Maar de Here doet dat niet omdat Israël zich zou hebben bekeerd, verre van dat! Israël had juist de Naam des Heren on der de volken ontheiligd. De Here zegt dan ook: „Niet om uwentwil doe Ik het", vs. 32. Maar nadat de Here zijn volk weer naar het land der vaderen heeft terugge bracht, zal Hij het tot zich be keren. „Ik zal u weghalen uit de volkeren en u bijeenvergade ren uit alle landen en Ik zal u brengen naar uw eigen land." vs. 24. Èn dan volgt: „Ik zal rein water over u sprengen en gij zult rein worden, van al uw on reinheden en van al uw afgoden zal Ik u reinigen, een nieuw hart zal Ik u geven en een nieuwe geest in uw binnenste: het hart van steen zal ik uit uw lichaam verwijderen. Ik zal u een hart van vlees geven. vs. 25. Een en ander geheel zoals ook staat in Deut. 30:6. We zullen toch bij de verkla ring van Deut. 30 ook Ezec*.i. 36 in rekening moeten brengen. In Deut. 30 is de orde :1. Bekering tot de Here. 2. Dan: wederkeer naar Kanaan. 3. De besnijdenis van het hart. In Ezech. 36: a. Wederkeer naar Kanaan. b. Daarnaast: be snijdenis van het hart. In Deut. 30 wordt dat is echt pedagogisch eerst ge steld dat aan de eis der bekering moet zijn voldaan. Maar in Ezech. 36 komt de terugkeer naar Kanaan in zicht zonder dat aan die eis voldaan is. En wel omdat God de Here andere re denen blijkt te hebben om Israël terug te brengen naar zijn land: namelijk dat Hij het niet langer verdraagt dat Israël gesmaad tvordt door de volkeren cn dat daardoor zijn naam werd onthei ligd. ][NDIEN dus iemand zou willen >- zeggen: „de huidige terug keer der Joden naar het oude land heeft niets te maken met Deut. 30, want Israël heeft aan de daar genoemde voorwaarde van bekering niet voldaan", dan antwoorden we: Dat laatste is juist. Israël heeft zich niet tot zijn God bekeerd. Nog ligt er. een sluier over hun tiart, wan neer zij Mozes lezen. Maar we voegen er aan toe: Toch zou desondanks de huidige terugkeer van Israël weieens naar Deut. 30 kunnen zijn. Want al heeft het zich (nog) niet tot de Here bekeerd, uit Ezech. 36 blijkt dat de Here ook om andere redenen dan Israëls bekering het volk kan terugbrangen naar Jeruza lem. En wel: om zijn eigen Na gewezen te hebben op de vervolgingen in de afgelopen ja ren besluit ds. Visee dit arti kel met de woorden: De vraag rijst: zou de geboorte van de staat Israël drie jaren nadat deze anti-joodse godslasteraars hun einde vonden, niet mede in verband staan met Deut. 30 en Ezech. 36? En met het woord van de Here Jezus in Lucas 21 dat Jeruzalem door de heidenen zal vertrapt zijn totdat de tijden der heidenen zullen vervuld zijn? En met Romeinen 11 dat geheel Israël zal zalig worden, wanneer de volheid der heidenen zal inge gaan zijn? Indien dat het geval mocht zijn dan is de situatie die van Ezech. 36; onbekeerd terug naar Jeruzalem om daar te ont vangen een nieuw hart en een WÊKÊKSt Onderwijzers in Amsterdam vragen: VIJFTIENDE LUSTRUM S.S.R. Prijsvraag over functie clirist. dagbladpers De landelijke unie van de So- cietas Studiosorum Reformato- rum, de vereniging van gerefor meerde studenten aan openbare universiteiten en hogescholen in Nederland, zal van 14 tot en met 17 februari 1961 in Utrecht haar vijftiende lustrum vieren. De kern van deze lustrumviering wordt gevormd door een congres van drie dagen, waarvan het thema is: „Europa, hart der wereld?" Tijdens dit congres zullen de histori sche ontwikkeling, de huidige situatie en de mogelijkheden voor de toekomst van Europa op cultureel-filosofisch, po- litiek-economisch en religieus terrein behandeld worden. In het kader van dit congres zullen verder een filmvoorstel ling en een tentoonstelling worden ge houden. In het lustrumprogramma zijn verder opgenomen een concert en een ontvangst van reünisten, terwijl het be sloten zal worden met een galavoorstel ling in de Stadsschouwburg te Utrecht. Het speciaal voor dit lustrum uitgegeven gedenkboek wordt tij dens dc officiële herdenking b(j de opening van het lustrum aangebo- Tijdens de lustrumviering zullen ook de uitslagen van de ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan uitgeschreven prijsvragen bekend worden gemaakt. Een literaire prijsvraag betreft gedich- Hct kind is de vader van de mensheid cn daarom dient men te beseffen, welke belangrijke rol de school en ook de onderwijzers spelen by de gezondmaking van het kind. Met deze woorden vatte gistermiddag de Zwitser Robert Michel op het congres van de World Confederation of Organizations of the Teaching Profession, dat deze week in Amsterdam wordt gehouden, het thema van dit negende wereldcongres samen: De gezondheid van het kind en de school. Tevoren hadden de vierhonderd congressisten reeds kennis kunnen nemen van de uitvoerige rapporten die 42 onderwijzers- organisaties uit 29 landen over dit onderwerp hebben opgesteld. In de grote steden laat de schoolge- zondheidszorg meestal niet te wensen over, maar gebrekkig of onvoldoende is de situatie juist op het platteland. De onderwijzersorganisaties in de hele wereld moeten voor verwezenlijking een vast omlijnd programma ijve- daarbij rekening houdend met de mogelijkheden van het land. Hij achtte een goede coördinatie gewenst. In vele landen zijn teveel ministeries bij de gezondheidszorg betrokken. Daarenboven is het te betreuren, dat de onderwijzers en leraren niet worden geraadpleegd bij allerlei onderwerpen die de school en het schoolleven betreffen. Spreker zei dat in het complex van problemen op dit terrein dat van de scholenbouw waarschijnlijk wel het meest universeel en belangrijk is. Van de overige punten, die de aandacht vragen noemde de heer Michel o.m.: de geestelijke gezondheid van het school kind (meer evenwicht tot stand bren gen tussen leerplan en vrije tijd), de gezondheidszorg tijdens de schoolvakan ties (in sommige landen hebben de kin deren jaarlijks 22 weken vakantie, waardoor ze medische controle mis sen) de schooltijden (in sommige landen nog 38 uur per week met 3 huiswerk per avona en dat terwijl werkweek overal wordt verkort) en schoolmaaltijden. Van groot belang achtte de heer Michel het houden van zomerkampen en de vorming van open luchtklassen in die gebieden van de wereld waar zulks mogelijk is. DISCUSSIE Tijdens de discussie vroegen de af gevaardigden van India en Engeland zich af of het thema niet te veelom vattend is. „De verschillen in de we reld zijn nog veel te groot om een uni versele leidraad voor het gezond hou den van het kind te kunnen opstellen", zei de Engelse afgevaardigde. De vertegenwoordiger van India voegde daaraan toe. dat voorlopig de gezond heidstoestand van de kinderen veel be langrijker is dan de gezondheidszorg op de scholen. Andere discussianten achtten de be volkte heterogeen samengestelde klas sen een hinderpaal op de weg naar grotere hygiëne en betere gezondheid. Weer een ander vroeg zich af of het wel raadzaam is te spreken over de noodzaak van gymnastiekzalen als er nog duizenden kinderen in de wereld verhongeren. Unaniem was evenwel Naar aanleiding van dit uitgebreide onderzoek merkte de heer Michel op, dat er op het terrein van de schoolge- zondheidszorg in de wereld nog grote verschillen bestaan. „Het recht om te leven, om gezond te leven, wordt in de hele wereld steeds meer erkend", zo zei hij, doch uit zijn voordracht bleek dat in sommige gebieden nog alles te wensen overblijft. „Er zijn landen waar een kind maar vijftig procent kans heeft om een paar Jaar oud te worden, zo zei de heer Mi chel en hij voegde daaraan toe, dat van de wereldkinderbevolking van 5 tot 14 jaar slechts 55 procent de gele genheid heeft een school te bezoeken. Deze ongelijkheid in de ontwikkelings kansen achtte spreker een ontstellend feit. In dit verband herinnerde de heer Michel aan de rechten van het kind, die in 1950 werden geformuleerd. Elk kind heeft het recht zich op gezonde wijze lichamelijk en geestelijk te ont wikkelen, het heeft recht op vrije tijd, goed voedsel, behoorlijke kleding en ontspanning, terwijl ook lichame lijk of geestelijk gebrekkige kinderen recht hebben op een gezond leven en ontplooiingskansen. MINIMALE EISEN Hoewel de heer Michel van me ning was, dat deze rechten van het kind nog steeds als leidraad voor een internationale actie zouden kunnen dienen, meende hij toch dat een tal minimale eisen moet worden geformuleerd. Minimale eisen, dat naar zijn mening de gezondheid van het kind een probleem is met vele facetten, dat in elk land een an dere oplossing eist. ten. verhalen en een-acters. „Students Responsibility" (studentenverantwoorde lijkheid) is het motto van een prijs vraag voor foto's en cartoons. Dagbladpers De vraag: „Hoe dient de christe lijke dagbladpers in ons land te func tioneren?" is het onderwerp van een essayprijsvraag. Alle Nederlandse studenten kunnen aan deze prijs vraag deelnemen. Bij de beantwoording van deze vraag zal men onder meer hebben na te gaan in hoeverre de christelijke dagbladpers een eigen stijl behoort te ontwikkelen. Dit onderzoek zal zich uit kunnen strek ken naar de verschillende onderdelen van het dagblad, bijvoorbeeld ten aan zien van de berichtgeving over de bui tenlandse cn binnenlandse politiek, de sociaal-economische sector, de kunst, de sport en de kerken. De jury voor deze prijsvraag bestaat uit de heren dr. E. Diemer te Rotter dam, prof. mr, W. F. de Gaay Fort man in Den Haag en G. Puchinger te Utrecht. Prijzen Er zijn twee hoofdprijzen, waarvan er een ter beschikking is gesteld door de Vereniging Nederlandse Christe lijke Dagbladpers. Een prijs is uitge loofd voor de theoretisch best door dachte inzending. De andere voor de inzending die praktisch gezien de beste ideeën geeft. Voorts is er een Russell-prijs voor onderwijzer uit Hongkong De W.C.O.T.P. heeft de William F. Russell-prijs voor de eerste maal toe gekend aan de onderwijzer Vincent J. Jasper uit Hongkong, die onder uiterst moeilijke omstandigheden (tij dens bombardementen door Japan ners e.n communisten) zijn werk heeft verricht. Deze prijs zal voortaan jaarlijks wor den toegekend aan een onderwijzer of leraar die zich bij de uitoefening van zijn functie bijzonder verdienstelijk heeft gemaakt of een betere internatio nale verstandhouding heeft helpen be vorderen. Zij draagt de naam van de Amerikaanse onderwijsspeciaüst Russell deration of organisations of the Teaching Profession". Bij loting wordt elk jaar een van de 106 aangesloten organisaties uitgenodigd een kandidaat voor de prijs voor te dragen. De heer Jasper, die afkomstig Is uit Zuid-Wales, is sinds 1936 in China en Hongkong werkzaam. Hij is thans vi- ce-voorzitter van de Britse sectie dezer vereniging. Zijn prijs bestaat uit een vliegreis naar Amsterdam, waar de heer Jasper thans het negende congres van de Wereldfederatie van Onderwijzersor ganisaties bijwoont. Van de hoge toon, die de tong pleegt te voeren, heeft iedereen wèl weet! En het maakt in de meeste gevallen nog grote indruk ook. Als iedereen zijn tong een toontje lager zou laten zingen er ivas stukken minder ellende in de wereld! Wat kunnen we toch stuk maken met onze tong. Twee woorden zijn soms genoeg om een vriendschap in een felle afkeer of een nooit meer bij te leggen vijandschap te doen veranderen. En diezelfde tong gebruiken we dan weer om iedereen te laten wetendat wij het recht aan onze kant hebben en dat we nooit en te nimmer de minste zullen zijn! Kunt u begrijpen: onze tong mag verdorren, als wij bakzeil zullen halen! En zo ligt er een grauwe sluier van haat en nijd over de wereld. Alleen maar omdat we onze tong niet in bedwang kunnen houden en er zelfs geen wroeging van hebben, dat wij met die tong de naaste hebben gegriefd, heb ben gewond en gekwetst. „Zie, hoe weinig vuur een groot bos in brand steekt. Ook de tong is een vuur, zij is de wereld der ongerechtigheid", schrijft de apostel Jacobus in zijn brief. En dan denken wij onmiddellijk aan dat woord van de dichter David in een van zijn Psalmen: „Heer, stel een wacht voor mijn mond, waak over de deuren van mijn lippen". Wie iets heeft gezien en begrepen van het kwaad, dat de menselijke tong aanricht, die zal dit woord niet langer ge dachteloos lezen of citeren. En denkt u er wèl om, dat het voor iedereen, onverschillig wie, geldt! FISCUS STRIJKT PLOOIEN GLAD Ten slotte ging het congres van daag nog akkoord met de toelating van veertien onderwijzers- en leraren organisaties met te zamen 460.000 le den uit Bermuda, Malakka, Colum bia, Costa Rica, Rhodesia en Nyas- saland, Panama. Congo, Somaliland, Zuid-Rhodesia, Peru en de Verenigde Staten. Advertentie Maagklachten? CHEFAROX Vormt «en genezende lug op de mug wand O Protestantse kerken zijn niet langer „goddeloze sekten" Paus Johannes heeft een nieu we stap gedaan om uit het rooms- katholiek ritueel zinsneden te verwijderen, die beledigend zou den kunnen worden geacht voor prijs voor de beste inzending met betrekking tot.de sociaal-economische sector en een prijs voor de beste in zending met betrekking tot de sport. Publikatie van de bekroonde in zendingen wordt nog overwogen. personen van andere godsdien sten en kerkgenootschappen. Gezaghebbende Vaticaanse zegslieden 11 „Kom, kom juffrouw De Jong, u hebt een slechte bui meegebracht. Gaat het soms niet goed op het landgoed van de jonker? Anders had u misschien beter daar kunnen blijven." Halzen was me hier even een slag voor en lach te in mijn ogen bijzonder vals. Maar ik wist me te beheersen en zei strak: „Als u zich laat inlichten over mijn gangen, dan moet u dit door betrouwba re mensen laten doen. want hier deugt niets van. Even keek Halzen mij sluw en grijnzend aan cn vroeg: „Ik geloof, juffrouw Netty mag me niet. „Ten eerste ben ik voor u niet Juffrouw Nettie cn ten andere interesseert u me te weinig om me er rekenschap van tc geven of ik u wel of niet mag. ,,'k Zou het toch wel doen. 't Zijn vreemde tijden juffrouw Net....oh pardon, juffrouw De Jong bedoel ik. We kunnen beter goede vrienden zijn. Ik zou het bovenmate op prijs stellen, want waarachtig, ïx mag u wel." „Ik had graag dat u nu mijn kamer uitging. Apropos, de krantjes die hier liggen op ta fel. heeft u die ook hier neergelegd?" „Uiteraard." j- Halzen begon een brutaal tartende houding aan te nemen. Hij deed nog een stap naar voren de ka mer in. Toen zei hij: „Merkwaardig, meneer \e- nenga leest dezelfde krantjes. Clandestien goed ze ker, is 't niet?" „Dat is het niet en als ik ze gele zen heb. dan zal ik ze op uw kamer laten depone ren. Misschien is het goed. dat u ze ook eens leest. En nu zag lk toch graag dat u mijn kamer uitging m?.cTzeker. Ik' vond anders ons babbeltje niet on- ÏezeUig. Ik kom graag nog eens terug. Misschien an ik u nog wel eens iets belangrijks vertellen. Ik hoorde ae hooghartige toon in zijn stem en ïx zag zijn opgetrokken wenkbrauwen. Ik dacht aan mijn kleine revolver in de kast en m n n™™* ze' bijna werktuigelijk: „U bent geloof i een tikje te onvoorzichtig." Toen lachte Halzen breed uit: „Hoe is het mogelijk juffrouw De Jong. Zonde en zonde van zo'n knap jong meisje. U kijkt verkeerd^ Daar- Mat stond toen wel voor me vast, dat Ik nog voor- öoor heRm. steqqeRöd. zichtiger te werk moest gaan dan ik al van plan was. Zo spoedig mogelijk moest ik met juffrouw Krol spreken. Die ziel wist niet wat ze begonnen was. maar zij zou wel te vangen zijn met het schrik beeld. dat haar nog meer rampen te wachten zou den staan, waar Samu's geval niets btf was. Zoiets was beslist genoeg voor haar. Erger was hoe ik contact moest opnemen met Samu, zonder dat Hal zen er de lucht van kreeg. Aan tafel werd die avond niet veel gesproken. Er heerste in 't eerst een gedrukte stemming. Wat nooit gebeurde: de stoel van meneer Vc- nenga bleef leeg. Hij was nooit over tijd, maar juffrouw Krol wilde niet wachten met het eten. Daar hield ze nu eenmaal streng de hand aan. Zes uur was de tijd en wie er niet was, moest maar zien hoe hij zijn maag vulde. Maar voor mij stond het vast. hoewel we weinig wisten van deze stille en gesloten figuur, dat Ve- nenga wel een zeer ernstige reden moest hebben om niet op tijd aan tafel te verschijnen. „Vreemd hè?", zei Inge naast me. „Je raakt zo gewoon aan je mensen." „Och", mengde Halzen zich ongevraagd in het gesprek: „Waarom zou Ve- nenga niet eens opgehouden kunnen zijn. Het beste uurwerk raakt wel eens van slag, is 't niet?", cn hij vond zijn opmerking blijkbaar nogal geestig. „Natuurlijk meneer Halzen" beet ik zeer onvrien delijk terug. „Maar dat komt dan meestal doordat onbevoegden zich met dat uurwerk hebben bemoeid en daar komt altijd narigheid van." Halzen wilde iets zeggen maar verslikte zich op dat zelfde ogenblik, zodat Inge in de lach schoot. „Vandaag zet je al gauw een vraagteken als iemand niet op tijd thuis komt" vond Henk «n keek veelbetekenend naar mij. Maar ik vond het wij zer om niet te reageren. Het tafelgesprek stokte en Éing later verder over Samu, die weer aardig op- napte. maar voorlopig op zijn kamer at. ,,'t Is een hele last in huis, zieken", vond juf frouw Krol, maar gaf gelukkig geen verder mentaar. Intussen had ik mijn plan gemaakt en voc_ van tafel gingen zei ik tegen Inge: „Ik heb wat voor je meegebracht, een leuke verrassing. Ik kom het vanavond op je kamer brengen, goed?" „Leuk", gaf Inge spontaan terug en zo gingen we van tafel. Henk bleef even aarzelend bij de deur staan zei tegen me: „Ik wou dat je mij maar eens verrassing kwam brengen. Of nee, je hoelt niet eens wat mee te brengen. Ik heb wel een verras sing voor jou." .Misschien, als lk goeie zin heb kom ik ook bij jou Henk.of weet je wat, kom maar bij ons, op Inge's kamer." ..Present", lachte Henk tevreden. naar mij zei Henk nog: „Ik weet het niet, maar ik geloot dat die Halzen ze aardig verdient. Hij rookt behoorlijk zwart." „Wil je roken, Henk? vroeg Halzen spontaan zijn hand greep al naar het doosje in zijn colbert- zak, maar Henk wist zijn lust bijtijds te bedwingen onder de ogen van Inge en mij en bedankte. „Dan moet je het zelf maar weten" zei Halzen hoorbaar teleurgesteld en terwijl wij naar onze ka mers trokken, hoorden we hoe hij op de piano een of andere triomfmars mishandelde. Duivel, dacht ik, duivel en sloot de kamerdeur achter mij. Het laatste beeld van Venenga, dat ik in werke lijkheid heb gezien, was een rustige figuur tegen de achtergrond van een kleurige bloemenstand op een van de grote stadspleinen. Venenga's handen schikten een bouquet rode i en nu en dan hield hij zijn creatie op enige af stand om te zien of het een goed geheel werd. Ik heb hem toen ongemerkt kunnen gadeslaan en meende dat zijn bezigheid eerder een vrouwelijke dan een mannelijke was. Venenga heeft bij mij de suggestie gewekt, dat de dagelijkse omgang met bloemen de mens rustig, verstild en tevreden maakt. Wordt vervolgd hebben vandaag bekend gemaakt, dat de congregatie der riten op last van de paus enkele zinnen heeft geschrapt uit het doopritueel voor bekeerlingen uit andere christelijke godsdiensten, het heidendom, het jodendom en de De geschrapte zinnen werden uitgespro ken door de priester. Was de dopeling een heiden, dan zou de priester hem gelasten afgoden en afgodsbeelden te verafschuwen, aan een Jood zou hij voorhouden, dat hij de trouweloosheid der Hebreeën moest verafschuwen er hun bijgeloof moest verwerpen, aar een mohammedaan, dat hij het mo hammedaanse ongeloof moest veraf schuwen en die „goddeloze secte van ongelovigen" moest verwerpen. Als iemand tot een als ketters be schouwd christelijk geloof had be hoord werd hem gezegd, dat hij de ketterse zondigheid moest verafschu wen en zijn vroegere kerk moest ver werpen als „een secte van goddelo- zen". Al deze zinsneden zijn op last van de paus geschrapt. De huidige paus heeft van het begin van zijn ambtsaanvaarding af aan een grotere openheid getoond ten opzich te van wat hij noemt „de gescheiden broeders". Of deze nieuwe beslissing hierop ook betrokken kan worden is echter een vraag. Wel is het duide lijk, dat Rome, al ziet zij zich nog al tijd als de „alleenzaligmakende kerk" iets van haar hautaine houding laat varen. Het is echter de vraag of dit iets met een veranderde theologische instelling te maken heeft, al is dat zeer goed mogelijk. Waarschijnlijk is het echter een gevolg van de veran derde geest van onze tijd, die geken merkt wordt door een grotere open heid ten opzichte van de medemens die anders denkt dan wijzelf. Conferentie over religieus toneel In Royaumont nabij Parijs is et vijfdaags internationaal congres ovt. modern religieus toneel gehouden. Aan deze conferentie, die door een subsidie van de Rockefeller-Foundation mogelijk was gemaakt, namen delegaties van" twintig landen deel. Inleidingen wer den gehouden door pater Jean Mam- brino (Frankrijk), door Tom. F. Dri ver professor aan hef Union Theologi cal Seminary te New York, en door Tuve Nyström (Zweden). Deze spre kers behandelden resp. het repertoire, de verhouding kerk-toneel-wereld en het liturgisch drama. Door groepen uit Frankrijk, Enge land, Duitsland. Belglc, Zweden en Amerika werden opvoeringen gegeven, deels in de Theatre de l'Alliance Fran- Caise te Parijs, deels in de vroegere Cistercienserabdij van Royaumont. Aan het slot van het congres werd besloten het contact voort te zetten teneinde te komen tot een intensieve re uitwisseling van spelteksten, studie resultaten en ervaringen. DE bij de Tweede Kamer inge diende regeringsvoorstellen tot herziening van de belastingwetten brachten reeds pennen in beweging. Maar het complex van voorstellen is nog niet volledig. Op de nieuwe wetten inzake de loon- en inkomsten belasting moeten wij nog wachten. Niet lang, naar het schijnt. Immers zegt de minister van financiën, dat binnenkort een beslissing genomen zal worden over verlaging van de loon- en inkomstenbelasting. Naar enige verlaging van deze be lastingen vooral wordt door velen met een zekere spanning uitgezien. Niet te ontkennen valt, dat de druk van deze heffingen, met name voor de middengroepen, nogal zwaar is. Maar hier moet met voorzichtigheid gehandeld worden. De uitgaven van het rijk stijgen ook. Vooral de defensie, het onderwijs en de salaris- posten eisen vele miljoenen. Hetgeen thans geboden wordt in de aanhangig gemaakte wetsontwerpen komt in feite neer op een netto verlies voor de schatkist van 55 miljoen gulden. Maar dit verlies wordt niet aanstonds geleden. Eerst in en na 1962 zullen de verlagingen allengs gerealiseerd kunnen worden. De voorstellen bevatten reeds een en ander, dat tegemoet komt aan de wensen van vele contribuabelen. Ook aan verlangens van het bedrijfs- Wij denken hier in de eerste plaats aan de wijziging van de belasting heffing op de inkomsten uit arbeid van de gehuwde vrouw. Deze worden tot een maximum van duizend gulden per jaar belasting vrij. Minister Zijlstra gaat hier verder dan zijn voorganger Hofstra. HU voert het bedrag van de inkom stenaftrek van ƒ3 tot ƒ4.50 per dag op en het jaarlijkse maximum van 624 tot 1000. Werd door minister Hofstra als eis voor de aftrek vier uur per dag beroepsarbeid verlangd, thans zal slechts VA uur als minimum gelden. Werkt een vrouw in een kalender- week in totaal ten minste achttien uur, dan wordt een aftrek van zes dagen verleend. Het bedrijfsleven verwacht van een dergelijke milde belastingregeling, dat meer gehuwde vrouwen zich voor beroepsarhejd zullen aanmel den. Of dit het geval zal zijn. moet worden afgewacht. Wij zijn in het algemeen geen voorstanders van regelmatige beroepsarbeid der ge huwde vrouw. Maar erkend moet worden, dat vele vrouwen, zonder haar gezin te schaden, tijd en ge legenheid hebben om zich aan enige arbeid te geven. Men kan hier allen niet over één kam scheren. Daarvoor is het leven te gevarieerd. In deze tijd speelt uiteraard ook de krappe arbeidsmarkt een rol. Wij blijven het echter een gunstig teken noemen, dat in Nederland de gehuwde vrou wen minder in het bedrijfsleven werken dan in het buitenland het geval is. Maar toch schijnt ons de belastingvrijdom wel aan te bevelen. Vooral met het oog op de gevallen waarin de vrouw wel moet mee helpen om de te geringe verdiensten van haar man aan te vullen. Van betekenis is voorts in dit ver band ook, dat wie alleen loon belasting verschuldigd is en een inkomen heeft dat beneden de 7450 per jaar blijft, geen aanslag in de inkomstenbelasting meer zal ont vangen, wanneer de neveninkomsten minder bedragen dan 300 per jaar. Thans is dit 200. Dit zal de nu meermalen gehoorde klacht, dat men zo weinig heeft aan de beloning voor overwerk, omdat de fiscus op zoveel beslag legt, zoal niet doen verstom men, dan toch minder luid doen klinken. De verlaging van de vennootschaps belasting voor de uitgekeerde winst is eveneens van betekenis. Deze zal vUftien punten lager zijn dan de be lasting op de winst, die in het be drijf blijft. De dubbele belasting van de inkomsten, die genoten worden uit uitkeringen van vennootschappen, zal hierdoor, althans ten dele, wor den opgeheven. Bevorderlijk voor de aankoop van aandelen door kleine beleggers is het voorstel om aan loontrekkers, wier netto-inkomen niet meer bedraagt dan ƒ7450, terwijl hun neveninkom sten de grens van ƒ300 nie.t over schrijden, de dividendbelasting voor ontvangen dividenden terug te geven. Men moet dit echter ook zien in verband met het streven naar bezits vorming. Als uitvloeisel daarvan zullen spoedig nadere voorstellen de Kamer bereiken. De dividendbelasting wordt van 15 op 25 gebracht. Voor Nederlanders betekent dit echter geen verzwaring van druk. Het gaat hier om een voor heffing, die later met de inkomsten belasting wordt verrekend. Voor de buitenlanders is de verhoging wel een nadeel, omdat zij niet onder onze inkomstenbelasting vallen. Mis schien wordt daardoor de neiging voor buitenlanders om Nederlandse aandelen te kopen, minder. Dit laatste schijnt wel goed. In de laatste jaren zijn er wel wat veel Nederlandse aandelen in vreemde handen geraakt. Overigens is dit een zaak van nader overleg met andere landen, om te komen tot eenheid van gedragslijn. Voorgesteld wordt de afschaffing var de commissarissenbelasting, waar tegen reeds veel gefulmineerd is. Maar voortaan zullen de tantièmes voor commissarissen niet meer ten volle van de fiscale winst der be- driiven afgetrokken mogen worden. Dit zal slechts voor de helft ge oorloofd zijn met een minimum van 2000 en een maximum van 10.000 per commissaris. De regering ver wacht. dat door deze wijziging de dikwijls wel zeer hoge tan tièmes zullen dalen. Wannéér wij ten slotte nog melding maken van een aftrek van studie kosten met een minimum van ƒ100 en van een beperking der vrijstelling van belasting voor coöperaties, heb ben wij het belangriikste aangeroerd. Dc financiële specialisten van de Tweede Kamer hebben na het reces weer een en ander te doen. Wij ver wachten niet, dat de minister van financiën het bij deze voorstellen heel moeilijk zal hebben. Vooral niet, wanneer spoedig de voornemens be kend worden ten aanzien van de loon- en inkomstenbelasting. Worde met beleid gehandeld. Wij leven in onzekere tijden, die voor zichtigheid eisen. Jaarverslag Foreign Student Service De gang van zaken bij de stich ting Foreign Student Service te Am sterdam heeft in 1959 reden tot te vredenheid gegeven. De meeste acti viteiten, zoals culturele manifestaties, „social evenings", kringenwerk. de weekends en excursies mochten zich in een verhoogde belangstelling van de buitenlandse studenten verheugen Dit wordt opgemerkt in het jaarver slag over 1959 van deze stichting, waarbij, naar uit een in het jaarver slag opgenomen statistiek blijkt, in totaal 3062 studerenden zijn inge schreven. Hoewel het aantal bij de stichting in geschreven studenten afkomstig uit In donesië in de loop van 1959 aanzienlijk verminderde, kan. aldus het verslag, worden geconstateerd dat van onder scheidene landen zoals bijvoorbeeld Australië, Duitsland, Frankrijk, Israël -"1 Japan een groter aantal studenten i Nederland kwam studeren. Voor de excursies en bezoeken, die de stichting naar de verschillende be drijven organiseerde, blijkt van de zij de van het Nederlandse bedrijfsleven steeds meer belangstelling aan de dag te worden gelegd. Deze belangstelling, zo meldt het verslag, uitte zich niet alleen in grote faciliteiten door het be drijfsleven verleend aan de groepen bul- Beroppineswerk NED. HERV. KERK Aangenomen naar Hoogwotfd-Aarts- woud: M. W. G. Cramer, kand. te Noord- broek; naar Gameren: J. P. Verkade, kand. te Stolwijk. Bedankt voor Achterberg en voor Op- heusden: J. P. Verkade, kand. te Stolwijk. GEREFORMEERDE KERKEN Beroepen te Bennekom (vac. H. v. d. Elskamp): H. Groeneveld te Nes, W.D. Bedankt voor Berlikum: R. van Reenen te Klundert Ds. J. Drost, predikant bij de Christ. Evangelische Kerk van Nieuw-Guinea en voorheen predikant te Ede, is met verlof in ons land teruggekeerd. Zijn adres is: Beurweg 17, Bergen-Binnen, tel. K 220S- 2590. CHRIST. GEREFORMEERDE KERKEN Bedankt voor Aarlanderveen-Nieuw- koop: J. van Doorn te Tholen. BOND VAN VRIJE EV. GEM. Bedankt voor Meppcl: D. W. Veldkamp te Hilversum: tenlandse studenten die de bedrijven bezochten, maar kwam ook tot uitdruk king in een verhoging van de financië le bijdragen van Nederlandse bedrijven in 1959. Het stemt de stichting tot vol doening, dat het bedrijfsleven steeds meer het nut ervan inziet de buiten landse studenten, van wie velen in hun vaderland tot belangrijke functies zullen worden geroepen, in aanraking te bren gen met dit belangrijke facet van onze samenleving.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1960 | | pagina 2