TOEN BEGON HET TE REGENEN.... C Enrico en liet blonde meisje KORT VERHAAL - KORT VERHAAL - KORT VERHAAL - KORT VERH ZONDAGSBLAD ZATERDAG 30 JULI 19C VOOR DE JEUGD - VOOR DE JEUGD - VOOR DE JEUGD - VOOR DE rpOEN Jim Crawford die avond, goals hij altijd deed voordat hij gins slapen, een rondgang maakte over zijn farm, hing er al een inktzwarte lucht boven het dal. Hij keek er naar, enigszins verbaasd en nieuwsgierig tegelijk. Verbaasd, omdat het al wekenlang zonnig, droog weer was geweest en het meteo rologisch instituut geen veranderingen op korte termijn had voorspeld. Nieuwsgierig, omdat hij niet zeker wist of er regen op komst was of datHij huiverde. Hij dacht ineens aan het verhaal, dat zijn vader hem. toen hij nog een kleine jongen was, had gedaan. en toen Jimmy begon het opeens te regenen, zoals het nog nooit had geregend, maar dat was niet het ergste. Er ging een wind over de vlakte, die zo krachtig was, dat vier grote farms letterlijk omver geblazen werden. Tien mensen, die op weg waren naar huis, moeten onder het zand bedolven zijn ge raakt. Nooit hebben we ook maar iets van ze gezienJim Crawford haalde de schouders op. Veertig jaar geleden, rekende hij uit, moest dat zijn gebeurd. Nadien had zich zo'n natuur ramp nooit meer herhaald. Hij floot de hond en wandelde lan- zaam naar het woonhuis. Toen hij op de drempel stond keek hij nog even naar de lucht. Plotseling luisterde hij aandachtig. Van uit de verte drong een zwak geruis tot hem door. Hij stapte zijn huis binnen. Nauwelijks had hij de deur achter zich dichtgedaan of een zware donderslag rolde door het dal, en PJARD kletterden de druppels tegen de ruiten en Jim betreurde het, dat hij de luiken niet had gesloten. Mary, zijn vrouw, slaakte een zucht van verlichting toen hij binnenkwam. Hij zag, dat alle kleur uit haar gezicht was verdwenen. „Kom, kom", zei hij quasi-opgeruimd, een beetje regen!". bent toch niet bang Ze schudde het hoofd. „Nee, Jim, niet voor een beetje regen, maar wel voor wat daar achter komt". laatste woorden herhalen: wat daar achter komt!". Maar hij wist, dat hij daar ook bang voor was. ..Non sens", zei hij nog. „nonsens, je haalt je wat in het hoofd. Kom, laten we nog een boterham eten en dan gaan we naar bed, en als we morgen wakker worden staat er weer een brandende zon aan een diep blauwe hemel, en vraag je je af hoe het mogelijk is geweest, dat je je door een regenbuitje van de wijs hebt kunnen laten brengen". Mary keek hem lang zwijgend aan en zei toen met de klemtoon op elk woord: „Jim, luister goed naar me, we zijn in ge vaar, bid God, dat hij ons spaart, en EEN tweede donderslag, harder dan de eerste, maakte het Jim onmogelijk te verstaan wat Mary nog had te vertellen, en toen hij haar wilde vragen, wat ze had gezegd, rinkelde de telefoon. „Met Crawford", zei Jim, en daarna: „Goed, ja goed .begrepen ach kom zal zien bedankt voor het telefoon tjeen hij hing de haak op. Langzaam draaide hij zich naar Mary. „Je hebt ge lijk", zei hij kort. „de meteorologische dienst geeft een waar schuwing uit. We moe ten op alles voorbereid zijn. Er is een orkaan op komst 't Kan zijn, dat hij hier omheen trekt, 't kan ook zijn van niet". Even onder brak hij zijn mededelin gen en ging toen verder: „BUI Hastings schijnt nog op pad te zijn. Zijn vrouw heeft gevraagd of er een hulp] hem te helpen. is hij vijf mijl hier vandaan". Hij liep, met de handen in de zakken, een paar maal de kamer rond en bleef toen voor Mary staan. „Bill Hastings is onderweg", zei hij nog eens, „en ze heb ben gevraagd of ik hem tegemoet wou gaan omdat hij het dichtste bij onze farm is. Red Cooper en Stewart Lee wonen te ver weg". Mary knikte. „Ja, Jim". zei ze, ,,ik heb het begrepen. Ik zal je oliejas halen en je laarzen, en „Waarom?", viel hij haar ruw in de re de. „Waarom? Waarom?", antwoordde Ma ry. „Wel, omdat je toch zeker wel een mens zult willen redden!" TIM CRAWFORD lachte honend. „Bill J Hastings redden"", zei hij temend, en hij keek in de richting van de schouw, waar Bill Hastings twee dagen geloden hem. Jim, had verteld wat zijn plannen waren, en het was alsof hij hem nog zag zitten toen hij zei: „Nee. Bill Hastings, je kunt me mijn land afnemen, je kunt me op aUe manieren zwart maicen, me tot ar moe brengen, maar één ding kun je me niet: me dwingen nu op stap te gaan om jou te redden". Hij haalde diep adem. „Bill Hastings", zei hij, „mijn grootvader heeft dit land veroverd op de wildernis, mijn vader heeft het verder ontgonnen en ik heb het verbouwd. Dacht je heus, dat we bereid zijn het aan jou af te rtaan, al leen omdat jij met je geld zin hebt al het land te kopen, dat je hebben wüt? Op dit land ligt het zweet en het bloed van drie geslachten, het zweet en het bloed van een vierde geslacht Crawford zal er bij ko men". Hij balde de vuisten, en het was alsof hij weer de tegenspartelende Bill Hastings voelde, toen hij hem aan het eind van het gesprek, dat op een heftige i verder hier rustig mijn werk af te maken en dat is, dat die orkaan jou grijpt en voor altijd van deze wereld wegvaagt. Dan zou jij je verdiende loon hebben, BiU Hastings, jij....". De telefoon rinkelde voor de tweede maal. Jim wilde de hoorn opnemen, maar Mary was hem net een seconde te vlug af. Hij hoorde haar gehaast zeggen: „Ja. ...wat?ja. ja, we komen goed". ZE zei: „Het paard van Bill Hastings is aUeen op de farm teruggekeerd. Het leven van Bill is in gevaar. Ik heb zijn vrouw beloofd, dat we hem gaan zoeken. Het schijnt, dat hij naar ons onderweg Resoluut liep ze de kamer uit. „Wat ga je doen?", riep Jim haar ach- Mary keerde zich om „Ik ga hem zoe ken. met of zonder jou!" „Je bent een dwaas", schreeuwde hij, en: 'k Wil niet, dat jij naar buiten gaat Wat hebben wij met Bill Hastings te maken?" Hij liep op haar toe en pak te haar bij de arm. Maar ze rukte zich los. Hij probeerde haar tegen te houden, maar alsof hij een veertje was, zo gemak kelijk duwde ze hem opzij. „Laat me gaan, Jim Crawford", siste ze, „laat me gaan. wat begrijp Jij van de angst van een vrouw over haar man. Blijf Jij thuis, als je wilt, ik ga er op uit en ze gooide met een smak de deur voor zijn neus dicht. Vijf minuten later was ze terug in de kamer, en ze droeg, zag hij, zijn oliejas en zijn laarzen, en ze had zijn pet opge zet Ze was wonderlijk kalm. „Ik vraag je voor het laatst, Jim Crawford, of je je plicht als mens zult vervullen, of dat je qx>E 1 hl Door STEWART JONES .Jlafaard gaat gedragen. En toen, terwijl ze naar hem toekwam: „Toe Jim, stel je voor. dat jij in nood zat zat en ik vroeg iemand hulp, zou je dan „O.K.", zei hij schor, „ik ga met je buiten kwamen was het alsof hun de adem werd afgesneden. De wind was opgestoken en had een orkaan achtige kracht. Ze hielden zich stevig aan elkaar vast en ze bogen zich diep naar vo ren. en toch scheen het alsof ze geen stap verder kwamen. De lucht boven hen was nog inktzwart en er viel een regen, die hen hard in het gezicht sloeg, en het spreken onmogelijk maakte. Moeilijk konden ze het pad vinden, dat ze hadden te gaan. Voort durend moesten ze met een hand de ogen beschermen, beschermen tegen de regen en tegen het zand, dat de storm als het ware met zakken tegelijk tegen hen aan- smeet. Jim hoorde Mary zwaar ademha len. Hij probeerde wat lot haar te zeg gen, maar hij kon geen woord uitbrengen. Hij drukte haar met de vingers op de arm en ze begreep wat hij bedoelde. Ze bracht haar gezicht dicht bij het zijne en 1~:| lachte. Ze wisten van tijd noch uur. Ze wisten niet hoe lang ze al had den gelopen en in welke richting. Ze wisten een ding: We moeten Bill Hasting vinden, voor dat hij de strijd gaat op geven en ten onder gaat. Maar ze wisten ook, dat het zoeken het zoeken een hooiberg. Het uitge strekte dal lag voor hun voeten. Eerst zouden ze dat moeten hebben verlaten en dan kwam de vlakte. De vlakte, waarover de storm raasde. De storm had nu ook het dal bereikt. Ze voelden, dat ze het niet lang meer zou den volhouden. Jim stond af en toe een ogenblik stil, maar Mary trok hem steeds mee. „We zijn dwaas geweest", wilde Jim zeggen, en het was alsof ze hem begreep. hij zag. dat want ze schudde heftig met het hoofd x JIM wilde op zijn horloge zien hoe laat het was, maar hij kon de verlichte wij zers niet onderscheiden. Ze waren aan de rand van het dal gekomen. Jim rekende uit, dat ze zeker al een uur of twee had- ZE vonden Bill Hastings toen het scheen al9of de orkaan haar hoogtepunt had be reikt en op hetzelfde ogenblik, waarop ze dachten, dat ze de strijd moesten opge ven. Plotseling was het alsof de grond on der hun voeten wegzakte en of ze in het luchtledige zweefden. Ze vielen, en ze vie len op een harde massa, en dat werd hun behoud, want ze konden er zich aan vast grijpen. Maar toen ze zich hadden vastge grepen ontdekten ze, dat het een mens was, en ze wisten ook, dat ze Bill Has tings hadden gevonden Het lukte hun hem op te beuren en tus sen hem in te nemen. Hij was aan het einde van zijn krachter; genomen, maar de zekerheid, dat" hij op het punt stond gered te worden, gaf hem nieuwe kracht en hij werkte mee aan zijn redding. Zijn voeten sleepten eerst nog over de grond, maar al spoedig kreeg hij zijn veerkracht Gedrieëen aanvaardden zij de terugweg. Bill Hastings steunde en kreunde. De wind woei hem nu in de rug, maar dat maakte het lopen niet makkelijker. Soms was het alsof ze werden opgelicht en werden weg geblazen. Heel in de verte zagen zij een klein lichtje, het licht van hun farm. Ma ry wees Bill Hastings er op. Hij knikte en hij sjokte tussen hen voort, de lange weg, die hij nog had af te leggen. qX)EN de orkaan aan het afnemen was J- hadden ze de farm bereikt. Ze waren veilig. Mary liep naar de telefoon en gaf in het kort het bericht door, dat Bill Has tings was gevonden en bij hen thuis gun stiger weer zou afwachten. Bill Hastings zat versuft in een stoel, in dezelfde stoel, waarop hij enkele dagen daarvoor had gezeten, toen hij met het voorstel kwam. Mary gaf hem een kop koffie en dat mon terde hem op. Hij had tranen in de ogen, toen hij zich tot Jim wendde en zei: „Jim, je wordt bedankt, je hebt mijn leven ge red", en hij liet er op volgen: „Ik had het niet verdiend." Jim wuifde de dank met een enkele hand beweging weg. „Je moet mij niet bedan ken". zei hij kortaf, „als het aan mij had gelegen, had ik je laten omkomen, maar Mary, Mary heeft Hij maakte zijn zin niet af. Hij steun de met het hoofd in de handen en Bill Hastings zag hevige schokken door zijn li chaam gaan. Bill Hastings hoorde hem zeg gen, met horten en stoten: „Bijna was ik een moordenaar geweest o God, ik dank u, dat u mij hebt gered Mary vlijde haar hoofd tegen hem aan. „Toe Jim", zei ze. „alles is toch in orde". Bill Hastings knikte. Hij zei: „Ja, alles is nu in orde", en er kwam een vreemde glans in zijn ogen. „Die grond", begon Jim aarzelend, „die grond, aie eh nou ja „Welke grond", deed Bill Hastings ver baasd, „ik weet van geen grond afen meer tot zichzelf dan tot Jim: „God alleen weet, dat ik die toch niet wou heb- MURR, DE KATER EN ZIJN VRIENDEN 4. „Daar gaat Zwijntje, waarom moest hij eigenlijk die provisiekast nasprin- gen?" roept Egel, hij wist foch tnel, dat hij dat ding niet in de lucht kon opvangen?" „We zullen even omdraaien", antwoordt Murr, die aan het stuur zit, kalm en vastberaden en daar duikt het vliegtuig al met een sierlijke boog in de richting van het water. Zwijntje zwemt wat hij zw de machine het water raakt, komt een haai snel 5. „Dat is een vreselijk monster, dat daar op mij afkomt", zegt Zwijntje ter wijl hij moeite heeft om boven water te blijven, „ik zal maar heel beleefd zijn. Goedendag, ik ben Zwijntje, hoe maakt u het?" „Vang de lasso, Zwijntje", roept Egel, die het grote gevaar beter heeft gezien dan het varken zelf, „dat vraat zuchtige monster heeft zijn bek al oven om jou naar binnen te slokken." „Geloof geit je dat werkelijk? Geef gauw hier dut woi: touwZwijntje doet een greep, 1 de lasso slaat precies om de kop van de haai. Zwijntje klemt zich angstig vast. Tot n 6. „Waarom trek je me niet omhoog, Egel?" „Omdat de vis de lasso in de bek heeft, jongen. Maar Benjamin Konijn is al bezig om het touw aan het vliegtuig uast te binden. Dan kom ik je redden." Voordat hij zich langs het touw laat glijden, neemt Egel nog een klem zakje pillen TTjee. „Wat moet je daarmee roept Murr. „Ik wil eens proberen of ik daarmee die vis kan vangen," schreeuwt Egel, terwijl hij snel naar omlaag glijdt en hij moppert: „Waarom moet ik nu juist altijd de man zijn, die Zwijntje uit moeilijke situaties moet redden?" den gelopen. Normaal was het een uur gaans van zijn farm en dan moest men nog stevig aanstappen. Elkander «tevig vasthoudend kropen ze tegen de helling naar de vlakte. Toen hun hoofd boven de rand kwam. was het alsof het van de romp werd gerukt en gelijktijdig doken ze.weer omlaag. Jim beduidde Mary, dat ze even moesten wachten, maar ze schudde het hoofd. Een tweede maal probeerde ze op de vlakte te komen, maar weer mislukte het. Eerst de vierde keer waren ze er, en ze waggelden op hun benen. En verder ging het, recht tegen de storm ln. En Jim dacht: „God help ons, laat ons Knakworst voor de leeuwen "TEN vriendelijke dame kocht aan één van de eetwlnkeltjes in Ouwehands dierenpark te Rhenen chocoladerepen en een arm vol patates-frites om zoals ze uitlegde de dieren eens heerlijk te kunnen tracteren. De chimpan sees had ze al lekker verwend met chocolade, hoewel ze erg boos was, dat de grootste aap de lekkernij wild had teruggesmeten. Al verder vertellende over haar bezoek aan het park, waaruit bleek, dat zij een grot© dierenvriendin was, kwam naar voren, dat ze ook de leeuwen al had getracteerd op chocola, doch dat haar was gebleken, dat die tractatie door de Koning der wildernis alleen maar werd besnuffeld en verder hautain werd genegeerd, waarom ze erg verdrietig was. De verkoopster vertelde haar daarop ter geruststelling, dat leeuwen alleen maar vlees eten. ,Jk ben erg biy. dat u mij dat vertelt", zei de vriendelijke dame ken nelijk opgelucht en zij vulde haar bestelling van chocola en patates aan met een flinke sak volknakworst!! (Vervolg) 's Middags, toen het tijd werd de bloemen te be sproeien, hield Inge hem ge zelschap en ditmaal liep ze uit eigen beweging telkens onder de waterstraal door en lachte hartelijk, als het water over haar rugje stroomde. Ze huilde niet, toen ze later door haar moeder werd meegenomen om onder de douche te worden afgespoeld. Ze zou ze in bad moest. Enrico had haar genezen van haar watervrees. Hij was er trots op. Want hij hield veel van de kleine, blonde elf. Twee dagen later kwam Inge's moeder afscheid ne men. Enrico schrok er van. Onbewust had hij het ge voel gehad dat Inge de ge hele zomer bij hen zou blij ven. Maar zo ging het nu eenmaal op een kampeerter rein. De mensen kwamen en gingen. Soms bleven ze één nacht, soms drie weken. Als ze vertrokken werd de vrijgekomen plaats meteen ingenomen door een ander. Nu zou Inge teruggaan naar huis, naar Denemar ken. Enrico zou haar mis schien nooit terugzien en dat vooruitzicht deed pijn. Hij streelde het blonde kop je. kuste de bruingebrande wangen en wendde zich Adio, Inge, fluisterde hij tegen zijn schoenpun ten. Hij voelde hoe Inge's moeder hem iets in de hand drukte. Een papier tje. Maar pas, toen hij hun Papa, papa, kijk eens. wat Inge's moeder mij heeft gegeven! Nu kan ik ét kano kopen. O, pa pa.... Zijn vader glimlachte. En hoe zal die kano heten? vroeg hij plagend. Inge, natuurlijk! Ze komen volgend jaar terug. Enrico, zei hij. Dan mag je Inge misschien wel meenemen voor een tochtje in je nieuwe bootals je voorzichtig bent tenminste. Nou en of! juichte En rico. Wat zijn die Denen aardig, hè Papa? ONZE BRIEVENBUS Dag neven en nichten. Deze week hebben de neven en nichten die nog geen vakantie hadden bi een toch gekregen. We zullen hopen dat het weer in de maand augustus wi de g beter is. De regenjas of -mantel kan nog steeds niet thuisblijven. Maar oi van danks het niet mooie weer krijg ik toch allemaal opgewekte brieven, j jullie zo fijn bent uitgeweest of natuurlijk nog uitgaan, dan is de voorpo ^rac al een groot feest. Meisjes en jongens aan het strand, hebben jullie al gepn beerd om één of ander dier van zand te maken? Neven en nichten in to een bos, hebben jullie al veel eekhoorntjes of konijntjes gezien? Nogmaals all* over maal hartelijk bedankt voor de rapportcijfers! Jullie hebben deze week go* onze je best gedaan met schrijven, dus gaan we nu maar gauw aan de briev* u>e beginnen. Eerst nog de oplossing van de vorige week. Horizontaal: koeti lied fiets, zadel, ring, drie. 'tooo Verticaal: hoefijzer, bed en den. De gelukkige hoofdprijswinnaar is Wim Boer. ste'c De troostprijzen krijgen Arie Bode, Jan van Dam en Lidy van Dorp. eige7 HIEP HIEP HOERA het Nu komen dan foch de brie ven aan de beurt. Fijn, dat jullie zo in Katwijk hebben genoten, Rudolf Akkerhuis. Hebben jullie nog een duin wandeling gemaakt? Jij krijgt vandaag vakantie, Maai ke van Andel! Het was zeker wel een groots afscheid, dat jullie de lagere school gingen verlaten. Het is leuk in de Efteling Willy Appels. Wan neer krijg jij vakantie? Wat hebben jullie grappig postpapier, Marga Appels. Hoe oud ben jij geworden? Zijn er veel vriendinnen ge weest? Wat heb jij een aar dig buurmeisje, dat je zó maar haar rolschaatsen mocht le nen, Janneke Baak! -Kan jij het goed Een héél prettige dag woensdag. Janneke! Jouw vraag kan ik echt niet beantwoorden Gerbert Beeken kamp? Leuk, vind je niet? Veel plezier in Zeeland hoor! Waarheen ga jij volgende week zaterdag, Nico Bczemej? Heb jij zo'n lange vakantie? Veel mooi weer hoor! Niet zo somber, hoor Arie Bode! Het kan nog heel mooi weer worden in de vakantie. Ver zorg jij de konijnen? Hebben de poezen wel eens ruzie? Jij moet dus wel beter je best gaan doen, Wim Boer! Heb jij een leuke verjaardag gehad? Voor jouw vraag, heb ik geen ruimte, Wim! Jij hebt grootse plannen in de vakan tie Annelies Boer. Veel plezier in Amersfoort en een prettige dag dinsdag, hoor! Fijn, dat ik weer een brief van je kreeg Garrie Boonstra. Heb jij ook in de autootjes geze ten? Hoe heet jouw tante, Anneke Bos? Dat wordt dins dag een gewichtige dag. Anne ke! Waarom is Hennie geen allemaal lijnen schots en scheef door elkaar staan. Toch is er wel enig verband. Rechts beneden op de tekening staat een pijltje, waar de lijn be gint, die jullie moeten overtrek ken. nichtje? Jorie Bots, jij schreef er helemaal niets bij. volgende keer wel? Wat ben jij verwend Carla Bouts. Wat koop je er voor? Van harte gefeliciteerd met het behaalde diploma. Jannie Branderhorst. Heb je het je zin? Veel plezier in Berkel hoor! Ga jij vaak z\ men, Corrie Branderhorst? Vind jij het leuk op de vei ling. Jij ook veel plezier hoor! Ineke Brandsma doe jij er de volgende keer een lange brief bij? Hoe heet jouw kleine broer Gera Breebaart? Is verhuizen een leuk werk' Wat heb jij een knappe va der! Thea Broskv, graag zou ik de volgende keer jou een brief ontvangen. Ja het is daar wel moo Lage Mierde Rlta Brouwer. Je moet alleen erg oppassen, dat je niet in die uitgestrekte bossen verdwaalt. Hartelijk gefeliciteerd met het behaalde succes. Jeiuieke Cornet. Leuk, dat jij met Willy gaat logeren. Veel plezier in Lisse hoor! Wat ga jij in de vakantie doen, Adrie Dankers? Ga jij nog logeren? Heb jij nog meer broertjes en zusjes, Hen ry van Dongen? Hoe gaat het met Mickey, Adrie Dool? Wat wil jij later den? Veel mooi weer in Sant poort, hoor! Hebben jullie thuis een volière, Lidy van Dorp? Groeien de vogeltjes goed? Hoe was het in Ouwe hands Dierenpark? Krijg ik de volgende keer brief van jou, Greetje Dijk? Dat is een m tocht die jullie hebben maakt, Frans Eggink. Zijn jullie ook over de dam ge weest? Leuk, dat jullie een speldje kregen. Is Gert Jan - Ga r i je moeder n auto, hoog opgetast met ba gage het kamp had zien uitrollen, waarbij hij niet ophield met wuiven, dacht hij er aan te kijken wat de vrouw hem had gegeven. Het was een biljet van vijfhonderd lires! Verbluft staarde hij naar het geld. Vijfhonderd lires! Eindelijk, neen. nu al zou hij de kano kunnen kopen. Hij maakte een luchtsprong en rende naar het kantoor- Fluitend rende Enrico naar de kampwinkel, waar hij zijn moeder opgewonden zijn schat toonde. En dank baar zwierven zijn ogen over het volle tentenkamp. Al schoot zijn vakantie er altijd bij in, al moest hij werken, het was tóch wel heelijk als je vader het be heer over zo'n terrein had en zo goed Duits sprak! EINDE We nemen een goed zwart pot lood met een dik ke punt of een kleurpotlood. v)al ook erg leuk is, en blijven steeds dezelfde lijn vol gen. Wat er dan te voorschijn komt is nog een ver rassing. De tekening moet worden in gestuurd voor dinsdag 2 aug. gekc weer beter, Coby van Egmonl Als Ik heb nu geen brief van j dan gekregen. Wat ben jij ve En wend Joke Eikhuizen. Heb j de veel vriendinnen? Dat niaa een leuk spel Gerard Elkht dat zen! Ga jij vaak vissen? Wi }eve een boffert ben jij met i kehj fiets! Groeit jouw zusj £oal goed, Ada van Es? Waar Sanl jij naar toe met pappa? J 8e" hebt Zepie goed nagetekenl ®c"r Antbon van Es. Pietje Bell i J?5ei een grappig boek. Het i Da8 mooi postpapier wat je hel E' gekregen Nellie v. d. Eijk. Fij: dat je zo verwend bent. Tek* jij veel? Jij hebt wel gi *j'J 1 noten op de Floriade, Piet va digc Eijk. Heb jij die auto's op c sc"! Floriade gezien? Jij hel ®ee' fijn bij oma gelogeerd, Win a?n fred van Geest. Ben jij al nai d'g het hertenkamp geweest ^°01 Jouw oma ken ik wel. l°e jullie nichtje weer vertrokkei de Hans en Nellie Grootendorst ren Krijg'ik de volgende keer we* ?en' eens een lange brief? Loof ieeh het koekkoek-klokje goed, Hei ac" mien Grootveld? Waar gaal ve^.! jullie wonen? Jullie waren zc ker wel erg geschrokken? 4 met De rondritten waren zeker wl *an mooi, Cate Griindel. Veel pie x zier hoor! Schrijf jij de vol gende keer wat meer, Rinie d die Haan? Lcny en Peter H* wee bly, zijn jullie nu weer thuii Jullie hebben wel genoten o noe de hei. Ja, dat is grappig die schapen bij elkaar. Heei *e lijk, dat je moeder weer thul °11 is. John v. d. Helden! Natuui ?at lijk wint nu je vader, mai 'n®: je moet zo denken „met schi a?e de en schande wordt je wijs'! Jjjt John! Als je het goed leeri ^er zal jij het over een poosje zi ven ker kunnen winnen Jok *er v. d. Heuvel, schrijf jij de vol ae gende keer een lange brief; Hartelijk welkom, Thd ?nt Heijstek. Gaat het zwemme ln al beter? Fijn, dat je zo hel genoten in Ermelo. Julli p* gaan ook al naar Ermelo, Ai '1JK ja I zijr je zusje schrijft. Blijl Tineke lang bij oma? Wi hebben jullie met die palir. gedaan Koos van 't Hof? Ju! lie hebben je best geamuseeij heb ik wel uit je brief begrl k pen. Veel plezier in Maan Li hoor! Hoe is jouw vool naam E. van Holz? Waa woont jouw correspondente vriendin, Aneke Hoornweg' t Jij ook veel plezier! Waa woon jij, meisje dat naar ze d gaat en het kleinste broertji ook? Jc bent vergeten je naar en adres op de brief te schrij ven. Nu is hier nog Hennie No t tenboom die graag een corresi pondentievriendin wil hebben Zij woont Irenestraat 8, Pijt» t! acker. Wie wil schrijven? j Jongens en meisjes de let- 0 ters I t.m. R zijn deze weet aan de beurt. Jullie zorgen ei voor dat de brievenbus weer helemaal vol komt? Prettig* dagen en tot de volgende week, tante Jos.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1960 | | pagina 16