Europese jeugd bezint zich op kerkelijke taak K Commissarissen hebben bepaald geen erebaan Nederlandse delegatie gaat goed voorbereid cle cjrootóte gave Een woord voor vandaag Kanttekening Unie van schoolbladen bestaat twee jaar 2 J aak rerantivoordelijke functie Actuele sociale vraagstukken Het veel voorkomende misver stand, dat de junctie van com missaris in een naamloze ven nootschap slechts een erebaantje betekent, waaraan een aantrek kelijk douceurtje is verbonden, wordt door mr. H. de Wilde in het maandblad van de Ned. Chr. Vereniging van Hoger Personeel in een gedegen artikel uit de weg geruimd: DE betekenis van commissaris sen in een n.v. openbaart zich slechts zeer oppervlakkig naar buiten", aldus mr. de Wilde. Niettemin hebben velen zich een oordeel gevormd over commissa rissen dat gegrond is op hetgeen men hier en daar gehoord en ge zien heeft. Het standpunt dat de overheid inneemt met betrekking tot de be loning die een commissaris ont vangt, is ook niet bepaald ge- eigend om eventuele misverstan den omtrent de betekenis van commissarissen weg te nemen meent mr. de Wilde. Een afzon derlijke belasting op de commis sarisbeloning wekt de indruk of de fiscus een overbodige functie met een weeldebelasting heeft willen treffen. Alvorens de belo ning als fiscaal inkomen wordt aangemerkt, wordt zij getroffen door een bijzondere belasting van zakelijke aard ten laste van de begunstigde. Zakelijk, omdat per soonlijke factoren als huwelijk en kinderaftrek geen rol spelen. Het tarief is uniform. Boven de eerste duizend gulden dertig procent en boven de vijfduizend gulden vijf tig procent. Wat na deze heffing overblijft is dan nog onderworpen aan inkomstenbelasting. De door een n.v. voor tantièmes bestemde forse bedragen, die men soms hoort noemen, betekenen zelden meer dan 25 procent en veel al minder dan tien procent in handen van commissarissen, daar ook de progressie van de inkom stenbelasting een belangrijke rol speelt. Het commissariaat is sinds de oorlog tot een vaste belasting bron gemaakt, die thans ongeveer 20 miljoen gulden per jaar op- De beloning van commissaris sen heeft haar eigen rechtvaar digheidsgronden, schrijft mr. de Wilde. Hij noemt het opmerkelijk dat degenen, die hun afkeer van zonder arbeid verkregen inkom sten niet onder stoelen of banken steken, vaak een lans breken voor staatsloterij, roulette, totalisator en voetbal-toto. De winnaars van een dergelijk kansspel, die hup kans zonder inspanning konden kopen, genieten een grotere popu lariteit dan degenen, die om hun gekwalificeerde eigenschappen tot commissaris gekozen zijn en daar voor een statutair vastgestelde be loning ontvangen. Ook nadelen In verreweg de meeste geval len bestaat de bezoldiging van een commissaris statutair uit een Aandeel in de winst. De ver klaring hiervan ligt voor de hand, aldus mr. de Wilde. WINST maken is het doel van elke naamloze vennootschap. Winst is een objectieve exponent van de gang van zaken waarin zowel de resultaten over een be paald boekjaar als ook de groei van het bedrijf over een langere periode tot uitdrukking komt. In gehouden winsten en uitbreiding van kapitaal hebben het hunne bij gedragen tot nieuwe winsten. Een winstsaldo komt rechtens toe aan de gezamenlijke aandeelhouders die bij hun statuut het commis sariaat invoerden om voor hen toezicht op het bestuur uit te oefenen; men mag wel zeggen: voor hun gezamenlijke rekening. Aangezien de wet statutaire rege ling var de bezo'diging eist heb ben de oprichters-aandeelhouders een en ander gekoppeld aan het- 5een zij zelf met de n.v. beogen: e resultaten, en zodoende de commissarisbeloning in de statu taire winstverdeling opgenomen. De enorme groei van sommige ondernemingen heeft bepaalde commissariaten inderdaad uitzon derlijk lucratief gemaakt; alles wat spectaculair is heeft de nei ging kritiek uit te lokken. Men bedenke evenwel, aldus mr. de Wilde, dat bij de beloning van commissarissen de waarde van het object hunner bemoeiing in rekening wordt gebracht. De aan sprakelijkheden van commissaris sen staan in verhouding tot de be stuurshandelingen met het ven nootschappelijk vermogen; het is redelijk bij de bezoldiging de om vang van de bijeengebrachte ka pitalen in aanmerking te nemen. Nadeel is dat. wanneer een vennootschap in kri'ieke omstan digheden verkeert en de winsten klein zijn of uitblijven, juist de meeste inspanning en verantwoor delijkheid van (directie en> com missarissen wordt gevraagd. Aan gezien tantièmisten doorgaans eerst aan bod komen na een pri mair dividend voor aandeelhou ders. komt het voor. dat geduren de een soms lange periode de commissarissen veel verantwoor delijk werk verrichten zonder eni ge beloning. Deze situatie doet zich vaker voor dan menigeen vermoedt. Men denke aan de on dernemingen. die in Indonsië em plooi hadder en zich nu elders oriënteren moeten, vaak zelfs in een geheel nieuwe branche. Er zijn heel wat vennootschap pen, zowel grote als kleine, die He gevolgen van de oorlog, de be stedingsbeperking. de Suez-crisis of b.v. een grote brand, moeilijk te boven komen. Het zal uiterst weinig zijn voorgekomen dat een commissaris ontslag heeft geno men omdat hij geen tantième te wachten had. Geen sinecure Jn zijn artikel vertelt mr. de TViltfe vervolgens hoe het com missariaat de verantwoordelijk heid dragende en toezicht hou dende instantie is. Voorts heeft de commissaris gewoonlijk daar naast nog bijzondere rechten en verplichtingen: het optreden in conflict-situaties, de bevoegdheid een bestuurder te schorsen en dergelijke. F\E wet stelt commissarissen -L' aansprakelijk voor opzettelij ke onjuiste prospectuele open baarmakingen. Controle van de administratie zal doorgaans aan een accountant worden opgedra gen die aan commissarissen rap port uitbrengt zodat deze door gaans met hun verantwoordelijk heid zijn ingeschakeld. Van de ruime mogelijkheid om de taak van commissarissen in statuten of reglement te specifi ceren wordt meestal dermate ge bruik gemaakt dat menig com missariaat allesbehalve een sine cure is, waarbij men dan nog in aanmerking moet nemen dat de commissaris persoonlijk en hoofde lijk aansprakelijk is in de ver vulling van zijn functie zoals die door de wet en statuten wordt bepaald. Mr. de Wilde besluit zijn arti kel als volgt: Reeds de vergaande aansprake lijkheid moge een rechtvaardiging zijn van de commissarisbeloning en een voldoende bewijs voor de stelling dat er geen rechtsgrond bestaat de commissarisbelasting als een soort weeldebelasting voor juist deze voor handels- en be drijfsleven belangrijke zo niet on misbare groep te handhaven. De belangrijkste rechtvaardiging be rust evenwel op een aspect waar wet en statuten over zwijgen, waarvan buiten de kring van di rectie en commissarissen nauwe lijks iets blijkt, waarvan veelal zelfs de aandeelhouders weinig weet hebben: de steun die de be stuurders dagelijks bij hun taak vervulling van commissarissen hebben, al vergadert het college slechts periodiek. Alle hoedanigheden die een commissaris mag bezitten: wijs heid. ervaring, inzicht, koopman schap en specialistische kennis staan ten dienste van de bestuur ders. Ook de persoonlijke status van een commissaris en diens introductiemogelijkheden en con necties kunnen van groot belang zijn. De adviezen en besluiten van het college zal men weerspiegeld vinden in een evenwichtig en ver antwoord bestuursbeleid en niet het minst in de resultaten. Bij de meeste commissarissen is dit as pect voor de vennootschap het meest positieve en letterlijk waar devolle van de functie. Politieke uitspraak Het orgaan van de Chr. Me taalbedrijf sbond, aangesloten bij het C.N.V., trekt in een hoofd artikel van leer tegen de uit- sprr ik die het N.V.V. onlangs hee t gedaan over de kwestie Nii j-Guinea. Niet de inhoud va: e verklaring is oorzaak van de ictie in het blad, maar wel he '.it dat het N.V.V. zich over de kwestie officieel heeft uit- ge aten. Dit is immers merkwaardig (al dus het hoofdartikel) omdat het hier een politieke kwestie betreft, die met arbeidsvraagstukken nau welijks iets te maken heeft. De kwestie Nieuw-Guinea is namelijk een staatkundig vraagstuk en zij gaat derhalve de staatsover- heid en de staatsburgers aan en niet een werknemersvakverbond, want zij heeft met de arbeid hoe genaamd geen relatie. Wij menen dat het de verkeer de kant uitgaat als de vakbewe ging zich met puur staatkundige vraagstukken inlaat, (aldus het blad). ..Wie zich als werknemers organisatie er toe laat verleiden vandaag een uitspraak te doen over de kwestie Nieuw-Guinea. moet niet vreemd opkijken als hij morgen wordt gédwongen een uitspraak te doen over atoombe wapening, over de kwestie Berlijn, de bijdrage aan de Navo-verdedi- ging. de verkeerswetgeving, het mi litaire strafrecht en de accijns op eau de cologne. Als de vakbewe ging zich gaat bemoeien met zui ver staatkundige vraagstukken, die niets te maken hebben met sociale of economische problemen is het hek van de dam die toe gang geeft tot een doodlopende weg", aldus het blad van de C.M.B. Aan de vooravond van Lausanne (Van ccn onzer redacteuren) T AUSANNE is klaar om de Europese jeugd te ontvangen. Dins- -®-J dag zullen de eerste gasten uit de verschillende Europese lan den aankomen, en op woensdag begint deze grote conferentie van kerkelijke jongeren, twaalf dagen lang zullen z(j zich bezinnen op hun christelijke verantwoordelijkheid. Dit is de tweede maal sinds de oorlog dat zoveel jongeren uit zoveel landen en zoveel kerken bijeen zullen zijn. Het zal de eerste maal zijn dat de conferentie uitgaat van het jeugddepartement van de Wereldraad van Kerken. De jonge gedelegeerden alle tussen de 18 en 35 jaar zijn vast van plan van dit congres van bijna 2000 afgevaardigden meer te maken dan een massaal spektakel. Zij willen de Kerk in het alge meen en hun eigen kerken in het bijzonder vertolken wat in hun harten lfceft. Samen willen zij zoeken naar nieuwe wegen voor de plaatselijke gemeente. Dertien jaar ts het geleden dat de jeugd van Europa in Oslo bijeen was. Veel is er sindsdien veranderd. Toen kwamen de jongeren in slecht zittende costuums, met in hun gezichten nog de groeven achtergelaten door de angst van de Tweede Wereldoorlog, maar met in hun ogen het vaste voor nemen om Europa en de Europese kerken opnieuw op te bouwen uit de ruines. De roep van toen was: ver nieuwing. Bezinning' Nu is Europa herbouwd. Niet mis schien zoals de jeugd toen droomde, maar toch herbouwd. Nu zijn de kerken tot nieuw leven gekomen. Niet mis schien het leven en de gemeenschap waar die jongeren van droomden, maar toch wel een vorm van leven. En de vraag mag gesteld worden: Zijn we tevreden? Er is maar een antwoord: De oudere jeugdbonden hebben hun vroegere glorie niet hervonden. De nieu we vormen vn jeugdwerk hebben ons niet geschonken wat wU zochten. De kerk, door bisschop Dibelius de laatste haak genoemd die Oost- en West-Europa samenhoudt heeft de twee delen niet kunnen verenigen. De Westeuropese sta ten hebben elkaar gevonden in E.E.G., Euratom en dergelijke, maar de kerken staan in zekere zin er buiten. Reeds negen jaar lang komen op kas teel Oud-Poelgeest jongeren uit vele Europese landen samen voor een Inter nationaal Jeugdcongres. Zij willen elkaar leren kennen, zij willen meedenken en meewerken aan de snelle ontwikkeling, waarin zij zijn opgenomen Daarom ook komen zij nu in groter verband in de Zwitserse stad Lausanne bijeen. Maar met langer om elkaar zo maar vrijblijvend te ontmoeten, om el kaar te leren kennen. Het accent in de internationale ontmoetingen heeft tot nu toe vooral gelegen op het leren ketHien van elkanders gewoonten, ach tergronden en theoiogie. Maar zij wiTlen nu in Lausanne een stap verder komen. Zij willen hun kerken confron teren met dingen die moeten gebeuren. Jongeren De Nederlandse delegatie is een dele gatie van jongeren. De afgevaardigden z(jn allen onder de 30, de groepsleiders allen onder de 35 jaar. Van het begin ?.f is gezegd dat ze het niet Het is ook een interkerkelijke dele gatie. Vooral de kleinere kerkgemeen schappen zijn goed vertegenwoordigd. Het gevaar is groot in Nederland dat de Hervormde Kerk een overheersende po sitie inneemt, omdat zij in de oecumeni sche beweging samenwerkt met alleen maar kleinere kerken. Daarom is de hervormde kraan in het begin zover mogelijk toegedraaid Pas toen bleek dat er nog plaatsen vrij waren, kregen ook deze hervormde jongeren een kans. In deze delegatie zijn ook oecumenische barrières doorbroken. Er is een groep van zeven gereformeerden en er is ook een lid van de Gereformeerde Gemeenten. In ons gesprek vertelde ds. Jelle Hoekstra hoe deze jongen zich had aangemeld. Hij vertelde dat hij als op dracht voelde dat zijn groep, die zeer sterk tegen de Wereldraad is gekant, toch niet geheel afzijdig mocht staan. vroeg of hij mee mocht. Toen bleek dat de Nederlandse delegatie op zon dagavond de terugtocht zou aanvaar den. zei hii dat. hii dat met zijn gewe ten niet kon verantwoorden en daarom de volgende dag pas zou terugkeren. Omdat hij nu niet op de groepskaart kon reizen zou de reis hem meer dan vijftig gulden duurder komen te staan, maar dat had hij voor zijn principe over. Zijn houding wordt door allen ook al zijn ze het niet met hem eens zeer gerespecteerd. Coed voorbereid De Nederlanders zullen straks weten wat zij willen. Tweemaal is de gehele delegatie een weekend bijeengeweest om de onderwerpen en de gehele problema tiek door te spreken. In deze weekenden ging het vaak scherp toe. Zij waren het in lang niet alles eens, maar toch zullen zü twee moties op tafel leggen waarin hedendaagse knelpunten aan de orde komen. Zij menen dat de conferentie uitspraak zal moeten doen. In de eerste plaats hebben zij gezegd dat er een vorm moet worden gevonden om tot interkerkelijke avondmaals- gemeenschap te komen. Zij zijn var mening dat de oecumenische beweging i: vastgelopen, als op dit punt geen overeen stemming komt. In de tweede plaats willen zij eer uitspraak over het jeugdwerk Er zijn vragen besproken, zoals: wat doen wij als christen-jongeren met de sport? Daar is een jeugdbeweging die geweldig gegroeid. Hebben wij in dat verband taak? En hoe kunnen wij een dam op werpen tegen de groeiende jeugdcrimi naliteit? Hoe moeten we het no probleem aanpakken? De Nederlandse jongeren geloven dat zij juist deze problemen naar moet brengen, omdat dé Neder- ouderen wilden overlaten en toen eenl landse jeugdbeweging van oudshe. met! l'ee' -Progressiever" 'n de goede zin t. T7nor* het woord) is geweest dan die van voorstel kwam om een predikant rijpe middelbare leeftijd af te vaardigen <7;; j hebben ze unaniem, beleefd, maar ook a™ere landen. Zy hopen dan ook dat beslist, gezegd: Neen. dat is niet de be MÉfWrifij f en pijn weg- wrijven met D AMPO Dinsdag a.s. vertrekken met de Lorelei-expresse 65 Neder landse jongeren en 13 in Neder land woonachtige Aziaten en Afrikanen naar Lausanne om als Nederlandse delegatie de tweede Europese jeugdconferentie bij te wonen die na de oorlog wordt gehouden. De leiding berust bij ds. Jejle M. Hoekstra, die vér- bonden is aan het vormingswerk van kasteel Oud-Poelgeest. We zijn naar hem toegestapt om hem op de valreep een aantal vragen over deze conferentie voor te leggen. De antwoorden hebben wij in het bijgaande artikel ver zijn vertegenwoordigd en andere landen van echter het ijzeren gordijn zal zeker worden gesproken over de ver houding van de kerk tot de sociale vra gen. een probleem dat in die kerken eigenlijk nog niet aan de orde is geweest. Slolie De Nederlandse delegatie hoopt vooral dat de motie van de onbelemmerde avond- maalsgemeenschap zal worden aanvaard. Kort na deze conferentie komen in Straatsburg christen studenten vanuit de gehele wereld bijeen. Het ligt in de be doeling dat dit probleem ook daar zal worden doorgesproken. Van Lausanne en Straatsburg moet de motie dan naar New-Delhi waar de Wereldraad van Kerken volgend jaar haar Derde Assem blee houdt. Deze jeugdconferentie zal nog meer vragen moeten beantwoorden. Zij zal straks aan de Wereldraad een program ma voor de volgende zes jaar moeten voorleggen. Wat zal de taak zijn van het jeugddepartement in de komende jaren? Op die vraag wordt een antwoord ver wacht. Drie thema's Het thema van de conferentie is ont leend aan het thema van New-Delhi. Het Jezus Christus, Licht der wereld. In de eerste plaats zal gesproken worden over de „Europese Kerken in de huidige wereldsituatie". Een Griek zal de situatie als Europeaan schetsen, een spreker uit Zuid-lndia zal de situatie schilderen zo als hij hem ziet. Daarna wordt er gesproken over de „taak van de kerk in de veranderde Europese situatie" en ten slotte over „De vernieuwing van het apostolaat en de eenheid van de plaatselijke gemeente". Juist in dit laatste onderwerp zal de Nederlandse delegatie meespreken, want prof. dr. J. C. Hoekendijk is een van de sprekers die dit onderwerp zullen in- Bernpvi n flswerk NED. HERV. KERK Beroepen te Oud-Vossemeer: J. Groe nenboom te Lopikerkapel. Aangenomen naar Oostermeer-Eestrum: dr. K. H. Siccama te Sneek. Bedankt voor Amsterdam: Ph. W. Bergkotte te Oosterbeek. GEREFORMEERDE KERKEN Aangenomen naar Appingedam (vac.- N. Korenhoff): J. P. Kakes te Makkum. CHRIST. GEREF. KERKEN Beroepen te Huizen N.H.: W. F. Laman te Hamilton, Ontario, Canada. Beroepbaarstelling: Aan de Theologi sche School te Apeldoorn zijn geslaagd voor het kandidaatsexamen en beroepbaar vei'kln.'iid de heren A. J. Otter, Van Swietenlaan 7, Apeldoorn; J. Vogel, Zuideinde 26, Wormerveer en J. P. Ver steeg, G. Terborgstraat 29hs, Amsterdam- Zuid, waarvan laatstgenoemde nog geen beroep in overweging kan nemen. GEREFORMEERDE GEMEENTEN Beroepen te Almelo-Enter, te Nunspeet en te Poortugaal: W. C. J. Bosschaart, kand. te Wolfaartsdijk; te Amsterdam- Centrum. te Dordrecht en te Woerden: H. Ligtenberg. kand. te Rijssen. EV. LUTHERSE KERK Proponentsexamen. Geslaagd voor het proponentsexamen de heren M. A. van Teilingen, Joh. Verhulststraat 70 te Amsterdam-Z. en S. E. Hof, Rijnstraat 1 te Amsterdam-Zuid. andere landen naar hen zullen luiste ren en dat er een beweging in landen zoals Zweden, waar de jeugd volko men voor de kerk verloren is gegaan. op gang zal komen I Art^rr- Zo zullen ook andere landen hun pro- w. il blemen aan de orde stellen. Ds. Hoekstra iJAflfflftr rOOY hef fefe verwacht dat Duitsland vooral om een ITll Bcbv-huidie uitspraak zal vragen over de samenhang van kerk en communisme. En vanuit de Orthodoxe Kerken ook Rusland zal 63 ..Ik heb hem gezegd, dat hij mij dan ook Let moest noemen, maar dat vond hij lelijk. Tante.. ,,Ja Letje?" ..Wanneer hebt u tijd om voor mij aan vader te schrijven? Vanmiddag wel. wordt het een lange brief?" Sedert enige tijd kon Letje niet meer zelf haar pen besturen, tussen de woorden kwamen zoveel machteloze krabbels voor, dat het geheel onlees baar werd. „Over een poosje zou dat wel weer overgaan" Met die woorden werd Letje moed Ingesproken, hoewel iedereen wist, dat het een leugen was. Het zou nooit beter gaan. maar steeds slechter. Toen Letje's vader getrouwd uit Amerika terug was gekomen, nad hij Letje de keus gelaten, of ze bij hem en zijn nieuwe vrouw wilde inwonen, of bij Anne wilde blijven. Het was voor Letje niet moeilijk geweest om een besluit te nemen. Bij haar vader alléén zou ze graag zijn geweest, niet bij een vreemde vrouw, die bovendien geen Nederlands kende en die ze ternauwernood kon verstaan. Meneer Oldenburg had Anne gevraagd, uf zij Let je verder wilde verzorgen en Anne had dadelijk ja gezegd Daarbij had niet in de eerste plaats het geld beslist Letje's vader had betekenisvol gezegd; ..Tot het einde" U weet misschien al wel. wal ..Dokter Mees heeft me ingelicht. Ik zou geen rust hebben, als ik dacht, dat Letje ergens was, waar ze niet van haar hielden." ..All right", had meneer Oldenburg op zijn kort aangebonden manier gezegd, „ik ben u buitenge woon dankbaar." Zo bleef Letje bij tante Anne, bij Paultje en bij dokter Mees. die er de laatste jaren ook niet ster ker op was geworden. Gelukkig voor Anne was hij 's zomers, als de pensiongasten er waren, nog gezond en flink ter been. maar iedere winter had hij perioden, waarin de rheumatiek hem zo plaag de. dat hij plat op bed moest blijven liggen. Dan had Anne haar handen vol met haar twee kinderen, zoals zij hen noemde. „Kind." zei de oude man eens, toen ze hem al weer een paar weken achtereen met alles had moe- WILLY STRIJT ten helpen, „als het je te zwaar wordt, moet je het eerlijk zeggen. Er zijn tehuizen voor oude men sen. waar verpleegsters aan verbonden zijn, die niets anders te doen hebben dan oude. afgetakelde mensen als ik. te verzorgen. Met Letje en je zomerpension kun je er best komen." ..Ik dacht, dat u me langzamerhand beter kende, dokter." zei Anne verwijtend. „Ach kind, ja. maar het valt zo zwaar om een ander tot last te zijn." „Dat bent u niet cn dat zult u nooit worden Bent u vergeten, hoe u met mij bent mee getrok ken, zes jaar geleden? Weet u, wat ik dikwijls denk. dat wij elkaar beleefdheidswoorden zeggen: we weten precies wat we aan elkaar hebben, maai we doen. alsof we het niet weten." Dokter Mees keek haar lang aan. toen zei hij: „Ja, je hebt gelijk. Maar of je werkelijk weet, hoe met zilveren herfstdraden tussen de bomen grote bossen weelderig bloeiende herfstasters in de perken van de tuin. kwam de brief van Mare. Paultje bracht hem binnen, voor hij naar school ging. samen met de krant en een ansicht voor Letje. Anne was bezig de ontbijttafel af te ruimen Ze zag het handschrift op de enveloppe en her kende het onmiddellijk, ze hoefde de brief niet om te draaien om zekerheid te krijgen. Ze staarde bouwd, zouden vernielen. naar de bekende lettervormen, haar adem stokte ze duizelde; alle houvast was weg; een blad was ze, machteloos wervelend in een stormvlaag. Na dit ene ogenblik werd ze weer zichzelf. Alles, wat haar leven uitmaakte, stelde zich weer op de oude. ver trouwde plaatsen, alleen die brief lag daar als een dreiging, iets wat hier niet thuis hoorde, maar dat haar hypnotiseerde en lokte, lokte. Ze had de borden op een stapeltje gezet en bracht ze naar de keuken, ze schudde het ontbijt- laken uit, legde het tafelkleed over de tafel, ver schikte werktuigelijk de bloemen in de vaas. die ze er middenup plaatste. De brief de brief Dat was het enige, wat haar gedachten bezighield. Marc's brief Wat schreef hij haar. wat was er nog te zeggen na tien jaar van zwijgen? Tien jaar had de tijd aan hen beiden gewerkt, tien iaren waren er gedachten, gevoelens door hen heengegaan, tirn ja ren waren zij doorgelopen op verschillende paden. Was zij niet een ander geworden, dan de Anne. die tien jaar geleden in verbeten wanhoop van hem was weggevlucht? Was hij niet een vreemde geworden, nu tien laar van denken en doen. voelen en verlangen, dat zij niet kende, r.-lj wig tussen hen was ingedrongen, een kloof, die langzaam wijder en dieper was geworden De Marc, die zij had gekend en had liefgehad, leefde die Mare nog werkelijk, was hij niet verdwenen van de aarde De Marc, die nu door de we reld ging, was het nog altijd de Marc van het por tret, dat zij bezat, de opgewekte, krachtige man met de ogen nog vol verwachtingen en plannen. Immers nee! Nog'nooit had Anne dit bedacht; ze had getreurd stil en verscholen achter het blijmoe dige masker van haar gezicht, ze had hardnekkig haar trouw aan die Mare van vroeger bewaard en nooit één ogenblik willen twijfelen aan de rea liteit van dit alles. Maar nu werd de rust van haar ziel en haar bestaan bedreigd, nu stapte hij binr.cn in de moeilijk herwonnen vrede en werd het kalm voortstromende water van haar leven eensklaps tot igstwekkende golven opgestuwd. Nu wilde ze hem wilde ze zijn invloed onschadelijk uitbai Vaak wordt de klacht gehoord misschien het meest onder jongeren dat je als christen zo weinig mag. Van allerlei dingen moet je afblijven, wil je goede vrienden blijven met je ouders en met je christelijke omgeving, waar je nu een maal aan overgeleverd bent Nu moet men natuurlijk vooral hier goed onderscheiden: het gaat niet allereerst om wat mag en wat niet mag, maar om de vraag hoe God gediend wil ivorden. In dat verband staat er in Psalm 25 een merkwaardige zin, n.l. deze: „Alle paden des Heren zijn goedertierenheid en trouw voor wie Zijn ver bond en Zijn getuigenissen bewaren". Alle paden des Heren: noem ze het christelijk leven. En dat is dan, zegt David in deze Psalm, niet een moeitevol bestaan, met allerlei bordjes „verboden toegang", maar een prettig lopend pad, met veel zonGoedertierenheid en trouw zijn het kenmerkende voor die paden. En dat is nogal icat! Maar dan dat tweede deel van die zin: is het een restrictie van zodanige omvang, dat de betekenis van dat eerste geheel te niet wordt gedaan? Beslist niet-' Het is als het ware de constatering van een feit, n.l. dit, dat hij of zij, die er ernst mee maken, die werkelijk Gods getuigenissen willen bewaren en Zijn verbond, met andere woorden: die er naar streven God te dienen, het zullen erva ren, dat Gods goedertierenheid en trouw hem of haar elke dag zullen vergezellen en dat het een voortdurende vreugde vjordt op Gods paden te wandelen! OM MEER DAN „WAT VOOR OGEN IS" A JEN ZEGT, dat de dagen van de klassenstrijd achter ons liggen. En inderdaad heeft het democra tisch bestel, waaronder wij het voorrecht hebben te leven, er het zijne toe bijgedragen, dat vele te genstellingen van weleer konden worden verzacht. Een democratisch bestel kenmerkt zich door openheid en door toe gankelijkheid voor ieder van alle ambten en beroepen. Zijn er dan geen tegenstellingen meer? Het zou niet juist zijn, er de ogen voor te sluiten. Ze zijn er wel degelijk, zij het misschien in andere zin dan zij zich eens hebben voorgedaan. De Amerikaanse journalist-socio loog Vance Packard, die al eerder naam heeft gemaakt met een boek dat bij ons verschenen is onder de titel „De verborgen verleiders" en dat handelt over de middeltjes om de mens tot kopen te verleiden, heeft sindsdien, op even boeiende wijze, een ander hedendaags ver schijnsel tot onderwerp van een boek gemaakt. Dit tweede boek van Packard gaat namelijk over het verschijnsel dat men in het Amerikaans status seeking" zou kunnen noemen (Van ce Packard: „The status seekers", vertaald als „De statuszoekers", verschenen bij H. J. Paris te Am sterdam in vertaling en bewerking van J. Eijkelboom). Packard heeft ontdekt, dat er ook in de maatschappij van van daag nog heel wat tegenstellingen in lagen van dé bevolking zich aan ons voordoen, tegenstellingen die zelfs het karakter krijgen van bar rières, waarbij het onder omstan digheden bijzonder moeilijk is, om van de ene groep naar de andere over te gaan. Echter, het moge dan moeilijk zijn, het democratisch bestel met zijn al dan niet vermeende openheid ten spijt, het streven is er niette min bij tallozen op gericht om de overgang te maken van de ene laag naar een laag die men als een hogere meent te mogen be schouwen. Het begrip „klasse" mag dan minder gebruikt worden als voorheen, wanneer gesproken wordt van „stand", en nader van „standing", weet ieder wel zowat, wat hiermede wordt bedoeld. Packard laat dan zien, hoe elk van deze standsgroeperingen zich tegen de andere als het ware afzet en afschermt door wat wordt aan geduid als „symbolen" waaron der men zou kunnen verstaan de uiterlijke kenmerken van de stand en standing. Dit verschijnsel dan, zowel van de verschillen in stand als van de beijvering om in hogere lagen van de bevolking te belanden, heeft, zo wil Vance Packard aantonen, juist in onze dagen een schier be klemmende omvang aangenomen. Waarom juist in deze tijd? De oor zaken zijn niet ver te zoeken. On ze tijd immers kenmerkt zich door een toegenomen welvaart, en het ligt voor de hand, dat tallozen, in dien niet wij allen, ernaar streven om aan deze stijging in de wel vaart ons deel te hebben. Er zijn andere oorzaken te noe men. Te denken is aan de mindere bevrediging, die in onze dagen de dagelijkse arbeid aan zovelen geeft. Vindt men in de arbeid niet meer de voldoening van weleer, wat is begrijpelijker dan dat men die vol doening elders zoekt? Met dat al openbaart zich in het maatschappelijk leven een onrust, die in het verlengde ligt van de on rust, zoals deze gevonden wordt in vele mensenharten. En het is, na zijn vorige boek, een nieuwe ver dienste van de Amerikaan Vance Packard, dat hij op zo indringende wijze ons aller aandacht op dit eigentijdse verschijnsel heeft willen vestigen. Want het verschijnsel moet enige zorg baren. Zeker, er is niets op tegen wanneer men streeft naar een stijging op de maatschappelij ke ladder, maar belangrijk is wel, door welke motieven men zich daarbij laat leiden. Is het bijvoor beeld een gebruiken van de gaven die God ons gegeven heeft, dan kan men het zelfs bestempelen als een menselijke plicht. Maar hoe dikwijls zullen niet lou ter menselijke overwegingen mee spelen? Hoe vaak zal niet afgunst op anderen een geducht woord meespreken? Hoe dikwijls niet zal het streven zijn ingegeven door menselijke onrust, die zich echter op deze wijze niet laat uitbannen, doch zichzelf integendeel telkens weer opnieuw door nieuwe prik kels wil laten voeden? Onrust in het nastreven van wat men wenst, doch ook in het krampachtig be houden van wat men verworven heeft. Juist ook als mensen die naar de wil van Christus wensen te leven zullen wij onze eigen tijd moeten leren verstaan, mèt zijn eigen ken merken, mèt zijn eigen problemen en vragen, mèt zijn eigen verleidin gen ook. En een christen kan met het bestaan van barrières nimmer genoegen nemen. Hij zal een open heid willen van geheel eigen karak ter, opdat de verbreiding van het Evangelie, tot het winnen van de naaste voor zijn Heer, zo onbe lemmerd mogelijk voortgang kan hebben. Daarom is het verschijnsel, waar op Vance Packard in zijn jongste boek doelt en dat zich in ons maat schappelijk bestel van vandaag op onderscheidene wijzen voordoet, er een, waarvoor we de ogen niet mogen sluiten. Ook de mens vaD vandaag behoort te weten, dat het in ons leven gaat om meer dan ..wat voor ogen is". Binnenkort weer een bloemlezing De nationale vereniging van Nederlandse schoolbladen viert vandaag haar tweejarig bestaan Nadat reeds in Denemarken en Duitsland nationale vereni gingen van schoolbladen waren opgericht, werd in 1958 op initia tief van de locale schoolpersor- ganisatie in Den Haag („Resi dentie Redaktie Raad") dit voorbeeld gevolgd. Dat deze nieuw opgerichte organisa tie in een behoefte voorzag, wordt dui delijk «als men weet dat er bij de op richting 75 leden waren en 4 afdelingen, terwijl momenteel ruim 200 schoolbla den aangesloten zijn en het aantal der afdelingen tot 10 is gestegen. Het getal 200 schoolbladen, betekent een jaarop laag van bijna 75.000 exemplaren, een jaaromzet van ongeveer 800.000 en 50 ^pet. van alle Nederlandse school- De N.S.U. is sinds haar oprichting aangesloten bij de European School- magazine Associ&tion. een internationa le schoolpersorganisatie met leden in o.m. Denemarken. Noorwegen. Zweden. Duitsland. België. Italië. Finland. IJs land. Frankrijk en Nederland. Een bewijs voor de aktiviteit van de Unie was do pocketuitgave in de Boe kenweek 1960 van het beste uit de Ne derlandse schoolbladen, het in de pers zeer gunstig onthaalde „Een 10 voor de 10-ers", uitgegeven in samenwerking met een uitgever. Met pasen dit jaar werd een vertegenwoordigster der N.S.U. naar Denemarken gezonden, waar zij de Deense schoolpers en -organisatie bestudeerde. Deze zomer gaat de pers chef der N.S.U. naar Duitsland met het zelfde doel; in het najaar zal getracht worden een afgevaardigde naar de V.S. te laten gaan In de twee jaar van haar bestaan heeft de unie vele contacten gelegd met grote instellingen, verenigingen en ministeries. Dat de N.S.U. bij de schoolbladredacties in goede aarde is ge vallen blijkt duidelijk uit het nog steeds stijgend aantal leden en uit het feit. dat er nog steeds nieuwe afdelingen bijko- njen. Plannen voor de toekomst zijn: ver- betering van de economische positie der hoolbladcn door centrale inkoop congres, ccn bloemlezing papier, stencils tweede uitgave van artikelen en gedichten uit de Ne- derlandse schoolpexs in de Boekenweek 1961. met wederom in de redactie llte- r^ren en vertegenwoordigers van de Het secretariaat is sinds de oprich ting der unie. nu dus twee jaar. in handen van Aad Rot jr.. die daarmee het enige bestuurslid is. dat onafgebro- 1 functie -maf 9 juli 1958 wecst. Sinds januari 1960 verschijnt iedere laand het NSU-orgaan met belangrijk ïouws en mededelingen voor de leden redacties.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1960 | | pagina 2