Europese jeugd bezint
zich op kerkelijke taak
K
Commissarissen hebben
bepaald geen erebaan
Nederlandse delegatie
gaat goed voorbereid
cle cjrootóte
gave
Een woord voor vandaag
Kanttekening
Unie van schoolbladen
bestaat twee jaar
2
J aak rerantivoordelijke functie
Actuele sociale
vraagstukken
Het veel voorkomende misver
stand, dat de junctie van com
missaris in een naamloze ven
nootschap slechts een erebaantje
betekent, waaraan een aantrek
kelijk douceurtje is verbonden,
wordt door mr. H. de Wilde in
het maandblad van de Ned. Chr.
Vereniging van Hoger Personeel
in een gedegen artikel uit de weg
geruimd:
DE betekenis van commissaris
sen in een n.v. openbaart
zich slechts zeer oppervlakkig
naar buiten", aldus mr. de Wilde.
Niettemin hebben velen zich een
oordeel gevormd over commissa
rissen dat gegrond is op hetgeen
men hier en daar gehoord en ge
zien heeft.
Het standpunt dat de overheid
inneemt met betrekking tot de be
loning die een commissaris ont
vangt, is ook niet bepaald ge-
eigend om eventuele misverstan
den omtrent de betekenis van
commissarissen weg te nemen
meent mr. de Wilde. Een afzon
derlijke belasting op de commis
sarisbeloning wekt de indruk of
de fiscus een overbodige functie
met een weeldebelasting heeft
willen treffen. Alvorens de belo
ning als fiscaal inkomen wordt
aangemerkt, wordt zij getroffen
door een bijzondere belasting van
zakelijke aard ten laste van de
begunstigde. Zakelijk, omdat per
soonlijke factoren als huwelijk en
kinderaftrek geen rol spelen. Het
tarief is uniform. Boven de eerste
duizend gulden dertig procent en
boven de vijfduizend gulden vijf
tig procent. Wat na deze heffing
overblijft is dan nog onderworpen
aan inkomstenbelasting. De door
een n.v. voor tantièmes bestemde
forse bedragen, die men soms
hoort noemen, betekenen zelden
meer dan 25 procent en veel
al minder dan tien procent in
handen van commissarissen, daar
ook de progressie van de inkom
stenbelasting een belangrijke rol
speelt. Het commissariaat is sinds
de oorlog tot een vaste belasting
bron gemaakt, die thans ongeveer
20 miljoen gulden per jaar op-
De beloning van commissaris
sen heeft haar eigen rechtvaar
digheidsgronden, schrijft mr. de
Wilde. Hij noemt het opmerkelijk
dat degenen, die hun afkeer van
zonder arbeid verkregen inkom
sten niet onder stoelen of banken
steken, vaak een lans breken voor
staatsloterij, roulette, totalisator
en voetbal-toto. De winnaars van
een dergelijk kansspel, die hup
kans zonder inspanning konden
kopen, genieten een grotere popu
lariteit dan degenen, die om hun
gekwalificeerde eigenschappen tot
commissaris gekozen zijn en daar
voor een statutair vastgestelde be
loning ontvangen.
Ook nadelen
In verreweg de meeste geval
len bestaat de bezoldiging van
een commissaris statutair uit
een Aandeel in de winst. De ver
klaring hiervan ligt voor de
hand, aldus mr. de Wilde.
WINST maken is het doel van
elke naamloze vennootschap.
Winst is een objectieve exponent
van de gang van zaken waarin
zowel de resultaten over een be
paald boekjaar als ook de groei
van het bedrijf over een langere
periode tot uitdrukking komt. In
gehouden winsten en uitbreiding
van kapitaal hebben het hunne bij
gedragen tot nieuwe winsten. Een
winstsaldo komt rechtens toe aan
de gezamenlijke aandeelhouders
die bij hun statuut het commis
sariaat invoerden om voor hen
toezicht op het bestuur uit te
oefenen; men mag wel zeggen:
voor hun gezamenlijke rekening.
Aangezien de wet statutaire rege
ling var de bezo'diging eist heb
ben de oprichters-aandeelhouders
een en ander gekoppeld aan het-
5een zij zelf met de n.v. beogen:
e resultaten, en zodoende de
commissarisbeloning in de statu
taire winstverdeling opgenomen.
De enorme groei van sommige
ondernemingen heeft bepaalde
commissariaten inderdaad uitzon
derlijk lucratief gemaakt; alles
wat spectaculair is heeft de nei
ging kritiek uit te lokken. Men
bedenke evenwel, aldus mr. de
Wilde, dat bij de beloning van
commissarissen de waarde van
het object hunner bemoeiing in
rekening wordt gebracht. De aan
sprakelijkheden van commissaris
sen staan in verhouding tot de be
stuurshandelingen met het ven
nootschappelijk vermogen; het is
redelijk bij de bezoldiging de om
vang van de bijeengebrachte ka
pitalen in aanmerking te nemen.
Nadeel is dat. wanneer een
vennootschap in kri'ieke omstan
digheden verkeert en de winsten
klein zijn of uitblijven, juist de
meeste inspanning en verantwoor
delijkheid van (directie en> com
missarissen wordt gevraagd. Aan
gezien tantièmisten doorgaans
eerst aan bod komen na een pri
mair dividend voor aandeelhou
ders. komt het voor. dat geduren
de een soms lange periode de
commissarissen veel verantwoor
delijk werk verrichten zonder eni
ge beloning. Deze situatie doet
zich vaker voor dan menigeen
vermoedt. Men denke aan de on
dernemingen. die in Indonsië em
plooi hadder en zich nu elders
oriënteren moeten, vaak zelfs in
een geheel nieuwe branche.
Er zijn heel wat vennootschap
pen, zowel grote als kleine, die
He gevolgen van de oorlog, de be
stedingsbeperking. de Suez-crisis
of b.v. een grote brand, moeilijk
te boven komen. Het zal uiterst
weinig zijn voorgekomen dat een
commissaris ontslag heeft geno
men omdat hij geen tantième te
wachten had.
Geen sinecure
Jn zijn artikel vertelt mr. de
TViltfe vervolgens hoe het com
missariaat de verantwoordelijk
heid dragende en toezicht hou
dende instantie is. Voorts heeft
de commissaris gewoonlijk daar
naast nog bijzondere rechten en
verplichtingen: het optreden in
conflict-situaties, de bevoegdheid
een bestuurder te schorsen en
dergelijke.
F\E wet stelt commissarissen
-L' aansprakelijk voor opzettelij
ke onjuiste prospectuele open
baarmakingen. Controle van de
administratie zal doorgaans aan
een accountant worden opgedra
gen die aan commissarissen rap
port uitbrengt zodat deze door
gaans met hun verantwoordelijk
heid zijn ingeschakeld.
Van de ruime mogelijkheid om
de taak van commissarissen in
statuten of reglement te specifi
ceren wordt meestal dermate ge
bruik gemaakt dat menig com
missariaat allesbehalve een sine
cure is, waarbij men dan nog in
aanmerking moet nemen dat de
commissaris persoonlijk en hoofde
lijk aansprakelijk is in de ver
vulling van zijn functie zoals die
door de wet en statuten wordt
bepaald.
Mr. de Wilde besluit zijn arti
kel als volgt:
Reeds de vergaande aansprake
lijkheid moge een rechtvaardiging
zijn van de commissarisbeloning
en een voldoende bewijs voor de
stelling dat er geen rechtsgrond
bestaat de commissarisbelasting
als een soort weeldebelasting voor
juist deze voor handels- en be
drijfsleven belangrijke zo niet on
misbare groep te handhaven. De
belangrijkste rechtvaardiging be
rust evenwel op een aspect waar
wet en statuten over zwijgen,
waarvan buiten de kring van di
rectie en commissarissen nauwe
lijks iets blijkt, waarvan veelal
zelfs de aandeelhouders weinig
weet hebben: de steun die de be
stuurders dagelijks bij hun taak
vervulling van commissarissen
hebben, al vergadert het college
slechts periodiek.
Alle hoedanigheden die een
commissaris mag bezitten: wijs
heid. ervaring, inzicht, koopman
schap en specialistische kennis
staan ten dienste van de bestuur
ders. Ook de persoonlijke status
van een commissaris en diens
introductiemogelijkheden en con
necties kunnen van groot belang
zijn.
De adviezen en besluiten van
het college zal men weerspiegeld
vinden in een evenwichtig en ver
antwoord bestuursbeleid en niet
het minst in de resultaten. Bij de
meeste commissarissen is dit as
pect voor de vennootschap het
meest positieve en letterlijk waar
devolle van de functie.
Politieke uitspraak
Het orgaan van de Chr. Me
taalbedrijf sbond, aangesloten bij
het C.N.V., trekt in een hoofd
artikel van leer tegen de uit-
sprr ik die het N.V.V. onlangs
hee t gedaan over de kwestie
Nii j-Guinea. Niet de inhoud
va: e verklaring is oorzaak van
de ictie in het blad, maar wel
he '.it dat het N.V.V. zich over
de kwestie officieel heeft uit-
ge aten.
Dit is immers merkwaardig (al
dus het hoofdartikel) omdat het
hier een politieke kwestie betreft,
die met arbeidsvraagstukken nau
welijks iets te maken heeft. De
kwestie Nieuw-Guinea is namelijk
een staatkundig vraagstuk en
zij gaat derhalve de staatsover-
heid en de staatsburgers aan en
niet een werknemersvakverbond,
want zij heeft met de arbeid hoe
genaamd geen relatie.
Wij menen dat het de verkeer
de kant uitgaat als de vakbewe
ging zich met puur staatkundige
vraagstukken inlaat, (aldus het
blad). ..Wie zich als werknemers
organisatie er toe laat verleiden
vandaag een uitspraak te doen
over de kwestie Nieuw-Guinea.
moet niet vreemd opkijken als
hij morgen wordt gédwongen een
uitspraak te doen over atoombe
wapening, over de kwestie Berlijn,
de bijdrage aan de Navo-verdedi-
ging. de verkeerswetgeving, het mi
litaire strafrecht en de accijns op
eau de cologne. Als de vakbewe
ging zich gaat bemoeien met zui
ver staatkundige vraagstukken,
die niets te maken hebben met
sociale of economische problemen
is het hek van de dam die toe
gang geeft tot een doodlopende
weg", aldus het blad van de
C.M.B.
Aan de vooravond van Lausanne
(Van ccn onzer redacteuren)
T AUSANNE is klaar om de Europese jeugd te ontvangen. Dins-
-®-J dag zullen de eerste gasten uit de verschillende Europese lan
den aankomen, en op woensdag begint deze grote conferentie van
kerkelijke jongeren, twaalf dagen lang zullen z(j zich bezinnen op
hun christelijke verantwoordelijkheid. Dit is de tweede maal sinds
de oorlog dat zoveel jongeren uit zoveel landen en zoveel kerken
bijeen zullen zijn. Het zal de eerste maal zijn dat de conferentie
uitgaat van het jeugddepartement van de Wereldraad van Kerken.
De jonge gedelegeerden alle tussen de 18 en 35 jaar zijn vast
van plan van dit congres van bijna 2000 afgevaardigden meer te
maken dan een massaal spektakel. Zij willen de Kerk in het alge
meen en hun eigen kerken in het bijzonder vertolken wat in hun
harten lfceft. Samen willen zij zoeken naar nieuwe wegen voor de
plaatselijke gemeente.
Dertien jaar ts het geleden dat de
jeugd van Europa in Oslo bijeen was.
Veel is er sindsdien veranderd. Toen
kwamen de jongeren in slecht zittende
costuums, met in hun gezichten nog
de groeven achtergelaten door de
angst van de Tweede Wereldoorlog,
maar met in hun ogen het vaste voor
nemen om Europa en de Europese
kerken opnieuw op te bouwen uit de
ruines. De roep van toen was: ver
nieuwing.
Bezinning'
Nu is Europa herbouwd. Niet mis
schien zoals de jeugd toen droomde,
maar toch herbouwd. Nu zijn de kerken
tot nieuw leven gekomen. Niet mis
schien het leven en de gemeenschap
waar die jongeren van droomden,
maar toch wel een vorm van leven.
En de vraag mag gesteld worden: Zijn
we tevreden? Er is maar een antwoord:
De oudere jeugdbonden hebben hun
vroegere glorie niet hervonden. De nieu
we vormen vn jeugdwerk hebben ons niet
geschonken wat wU zochten. De kerk,
door bisschop Dibelius de laatste haak
genoemd die Oost- en West-Europa
samenhoudt heeft de twee delen niet
kunnen verenigen. De Westeuropese sta
ten hebben elkaar gevonden in E.E.G.,
Euratom en dergelijke, maar de kerken
staan in zekere zin er buiten.
Reeds negen jaar lang komen op kas
teel Oud-Poelgeest jongeren uit vele
Europese landen samen voor een Inter
nationaal Jeugdcongres. Zij willen elkaar
leren kennen, zij willen meedenken en
meewerken aan de snelle ontwikkeling,
waarin zij zijn opgenomen
Daarom ook komen zij nu in groter
verband in de Zwitserse stad Lausanne
bijeen. Maar met langer om elkaar zo
maar vrijblijvend te ontmoeten, om el
kaar te leren kennen. Het accent in
de internationale ontmoetingen heeft
tot nu toe vooral gelegen op het leren
ketHien van elkanders gewoonten, ach
tergronden en theoiogie. Maar zij
wiTlen nu in Lausanne een stap verder
komen. Zij willen hun kerken confron
teren met dingen die moeten gebeuren.
Jongeren
De Nederlandse delegatie is een dele
gatie van jongeren. De afgevaardigden
z(jn allen onder de 30, de groepsleiders
allen onder de 35 jaar. Van het begin ?.f
is gezegd dat ze het niet
Het is ook een interkerkelijke dele
gatie. Vooral de kleinere kerkgemeen
schappen zijn goed vertegenwoordigd.
Het gevaar is groot in Nederland dat de
Hervormde Kerk een overheersende po
sitie inneemt, omdat zij in de oecumeni
sche beweging samenwerkt met alleen
maar kleinere kerken. Daarom is de
hervormde kraan in het begin zover
mogelijk toegedraaid Pas toen bleek dat
er nog plaatsen vrij waren, kregen ook
deze hervormde jongeren een kans. In
deze delegatie zijn ook oecumenische
barrières doorbroken. Er is een groep
van zeven gereformeerden en er is ook
een lid van de Gereformeerde Gemeenten.
In ons gesprek vertelde ds. Jelle
Hoekstra hoe deze jongen zich had
aangemeld. Hij vertelde dat hij als op
dracht voelde dat zijn groep, die zeer
sterk tegen de Wereldraad is gekant,
toch niet geheel afzijdig mocht staan.
vroeg of hij mee mocht. Toen bleek
dat de Nederlandse delegatie op zon
dagavond de terugtocht zou aanvaar
den. zei hii dat. hii dat met zijn gewe
ten niet kon verantwoorden en daarom
de volgende dag pas zou terugkeren.
Omdat hij nu niet op de groepskaart
kon reizen zou de reis hem meer dan
vijftig gulden duurder komen te staan,
maar dat had hij voor zijn principe
over. Zijn houding wordt door allen
ook al zijn ze het niet met hem eens
zeer gerespecteerd.
Coed voorbereid
De Nederlanders zullen straks weten
wat zij willen. Tweemaal is de gehele
delegatie een weekend bijeengeweest om
de onderwerpen en de gehele problema
tiek door te spreken. In deze weekenden
ging het vaak scherp toe. Zij waren het
in lang niet alles eens, maar toch zullen
zü twee moties op tafel leggen waarin
hedendaagse knelpunten aan de orde
komen. Zij menen dat de conferentie
uitspraak zal moeten doen.
In de eerste plaats hebben zij gezegd
dat er een vorm moet worden gevonden
om tot interkerkelijke avondmaals-
gemeenschap te komen. Zij zijn var
mening dat de oecumenische beweging i:
vastgelopen, als op dit punt geen overeen
stemming komt.
In de tweede plaats willen zij eer
uitspraak over het jeugdwerk Er zijn
vragen besproken, zoals: wat doen wij
als christen-jongeren met de sport? Daar
is een jeugdbeweging die geweldig
gegroeid. Hebben wij in dat verband
taak? En hoe kunnen wij een dam op
werpen tegen de groeiende jeugdcrimi
naliteit? Hoe moeten we het no
probleem aanpakken?
De Nederlandse jongeren geloven
dat zij juist deze problemen naar
moet brengen, omdat dé Neder-
ouderen wilden overlaten en toen eenl landse jeugdbeweging van oudshe.
met! l'ee' -Progressiever" 'n de goede zin
t. T7nor* het woord) is geweest dan die van
voorstel kwam om een predikant
rijpe middelbare leeftijd af te vaardigen <7;; j
hebben ze unaniem, beleefd, maar ook a™ere landen. Zy hopen dan ook dat
beslist, gezegd: Neen. dat is niet de be MÉfWrifij f
en pijn weg-
wrijven met
D AMPO
Dinsdag a.s. vertrekken met
de Lorelei-expresse 65 Neder
landse jongeren en 13 in Neder
land woonachtige Aziaten en
Afrikanen naar Lausanne om als
Nederlandse delegatie de tweede
Europese jeugdconferentie bij te
wonen die na de oorlog wordt
gehouden. De leiding berust bij
ds. Jejle M. Hoekstra, die vér-
bonden is aan het vormingswerk
van kasteel Oud-Poelgeest. We
zijn naar hem toegestapt om hem
op de valreep een aantal vragen
over deze conferentie voor te
leggen. De antwoorden hebben
wij in het bijgaande artikel ver
zijn vertegenwoordigd en andere landen
van echter het ijzeren gordijn zal
zeker worden gesproken over de ver
houding van de kerk tot de sociale vra
gen. een probleem dat in die kerken
eigenlijk nog niet aan de orde is geweest.
Slolie
De Nederlandse delegatie hoopt vooral
dat de motie van de onbelemmerde avond-
maalsgemeenschap zal worden aanvaard.
Kort na deze conferentie komen in
Straatsburg christen studenten vanuit de
gehele wereld bijeen. Het ligt in de be
doeling dat dit probleem ook daar zal
worden doorgesproken. Van Lausanne en
Straatsburg moet de motie dan naar
New-Delhi waar de Wereldraad van
Kerken volgend jaar haar Derde Assem
blee houdt.
Deze jeugdconferentie zal nog meer
vragen moeten beantwoorden. Zij zal
straks aan de Wereldraad een program
ma voor de volgende zes jaar moeten
voorleggen. Wat zal de taak zijn van het
jeugddepartement in de komende jaren?
Op die vraag wordt een antwoord ver
wacht.
Drie thema's
Het thema van de conferentie is ont
leend aan het thema van New-Delhi. Het
Jezus Christus, Licht der wereld. In
de eerste plaats zal gesproken worden
over de „Europese Kerken in de huidige
wereldsituatie". Een Griek zal de situatie
als Europeaan schetsen, een spreker uit
Zuid-lndia zal de situatie schilderen zo
als hij hem ziet.
Daarna wordt er gesproken over de
„taak van de kerk in de veranderde
Europese situatie" en ten slotte over „De
vernieuwing van het apostolaat en de
eenheid van de plaatselijke gemeente".
Juist in dit laatste onderwerp zal de
Nederlandse delegatie meespreken, want
prof. dr. J. C. Hoekendijk is een van de
sprekers die dit onderwerp zullen in-
Bernpvi n flswerk
NED. HERV. KERK
Beroepen te Oud-Vossemeer: J. Groe
nenboom te Lopikerkapel.
Aangenomen naar Oostermeer-Eestrum:
dr. K. H. Siccama te Sneek.
Bedankt voor Amsterdam: Ph. W.
Bergkotte te Oosterbeek.
GEREFORMEERDE KERKEN
Aangenomen naar Appingedam (vac.-
N. Korenhoff): J. P. Kakes te Makkum.
CHRIST. GEREF. KERKEN
Beroepen te Huizen N.H.: W. F. Laman
te Hamilton, Ontario, Canada.
Beroepbaarstelling: Aan de Theologi
sche School te Apeldoorn zijn geslaagd
voor het kandidaatsexamen en beroepbaar
vei'kln.'iid de heren A. J. Otter, Van
Swietenlaan 7, Apeldoorn; J. Vogel,
Zuideinde 26, Wormerveer en J. P. Ver
steeg, G. Terborgstraat 29hs, Amsterdam-
Zuid, waarvan laatstgenoemde nog geen
beroep in overweging kan nemen.
GEREFORMEERDE GEMEENTEN
Beroepen te Almelo-Enter, te Nunspeet
en te Poortugaal: W. C. J. Bosschaart,
kand. te Wolfaartsdijk; te Amsterdam-
Centrum. te Dordrecht en te Woerden:
H. Ligtenberg. kand. te Rijssen.
EV. LUTHERSE KERK
Proponentsexamen. Geslaagd voor het
proponentsexamen de heren M. A. van
Teilingen, Joh. Verhulststraat 70 te
Amsterdam-Z. en S. E. Hof, Rijnstraat
1 te Amsterdam-Zuid.
andere landen naar hen zullen luiste
ren en dat er een beweging in landen
zoals Zweden, waar de jeugd volko
men voor de kerk verloren is gegaan.
op gang zal komen I Art^rr-
Zo zullen ook andere landen hun pro- w. il
blemen aan de orde stellen. Ds. Hoekstra iJAflfflftr rOOY hef fefe
verwacht dat Duitsland vooral om een ITll Bcbv-huidie
uitspraak zal vragen over de samenhang
van kerk en communisme. En vanuit de
Orthodoxe Kerken ook Rusland zal
63
..Ik heb hem gezegd, dat hij mij dan ook Let
moest noemen, maar dat vond hij lelijk. Tante..
,,Ja Letje?"
..Wanneer hebt u tijd om voor mij aan vader
te schrijven?
Vanmiddag wel. wordt het een lange brief?"
Sedert enige tijd kon Letje niet meer zelf haar
pen besturen, tussen de woorden kwamen zoveel
machteloze krabbels voor, dat het geheel onlees
baar werd. „Over een poosje zou dat wel weer
overgaan"
Met die woorden werd Letje moed Ingesproken,
hoewel iedereen wist, dat het een leugen was. Het
zou nooit beter gaan. maar steeds slechter.
Toen Letje's vader getrouwd uit Amerika terug
was gekomen, nad hij Letje de keus gelaten, of
ze bij hem en zijn nieuwe vrouw wilde inwonen,
of bij Anne wilde blijven. Het was voor Letje niet
moeilijk geweest om een besluit te nemen. Bij haar
vader alléén zou ze graag zijn geweest, niet bij
een vreemde vrouw, die bovendien geen Nederlands
kende en die ze ternauwernood kon verstaan.
Meneer Oldenburg had Anne gevraagd, uf zij Let
je verder wilde verzorgen en Anne had dadelijk
ja gezegd Daarbij had niet in de eerste plaats het
geld beslist Letje's vader had betekenisvol gezegd;
..Tot het einde" U weet misschien al wel. wal
..Dokter Mees heeft me ingelicht. Ik zou geen rust
hebben, als ik dacht, dat Letje ergens was, waar
ze niet van haar hielden."
..All right", had meneer Oldenburg op zijn kort
aangebonden manier gezegd, „ik ben u buitenge
woon dankbaar."
Zo bleef Letje bij tante Anne, bij Paultje en bij
dokter Mees. die er de laatste jaren ook niet ster
ker op was geworden. Gelukkig voor Anne was
hij 's zomers, als de pensiongasten er waren, nog
gezond en flink ter been. maar iedere winter had
hij perioden, waarin de rheumatiek hem zo plaag
de. dat hij plat op bed moest blijven liggen. Dan
had Anne haar handen vol met haar twee kinderen,
zoals zij hen noemde.
„Kind." zei de oude man eens, toen ze hem al
weer een paar weken achtereen met alles had moe-
WILLY
STRIJT
ten helpen, „als het je te zwaar wordt, moet je
het eerlijk zeggen. Er zijn tehuizen voor oude men
sen. waar verpleegsters aan verbonden zijn, die
niets anders te doen hebben dan oude. afgetakelde
mensen als ik. te verzorgen. Met Letje en je
zomerpension kun je er best komen."
..Ik dacht, dat u me langzamerhand beter kende,
dokter." zei Anne verwijtend.
„Ach kind, ja. maar het valt zo zwaar om een
ander tot last te zijn."
„Dat bent u niet cn dat zult u nooit worden
Bent u vergeten, hoe u met mij bent mee getrok
ken, zes jaar geleden? Weet u, wat ik dikwijls
denk. dat wij elkaar beleefdheidswoorden zeggen:
we weten precies wat we aan elkaar hebben, maai
we doen. alsof we het niet weten."
Dokter Mees keek haar lang aan. toen zei hij:
„Ja, je hebt gelijk. Maar of je werkelijk weet, hoe
met zilveren herfstdraden tussen de bomen
grote bossen weelderig bloeiende herfstasters in de
perken van de tuin. kwam de brief van Mare.
Paultje bracht hem binnen, voor hij naar school
ging. samen met de krant en een ansicht voor
Letje. Anne was bezig de ontbijttafel af te ruimen
Ze zag het handschrift op de enveloppe en her
kende het onmiddellijk, ze hoefde de brief niet om
te draaien om zekerheid te krijgen. Ze staarde bouwd, zouden vernielen.
naar de bekende lettervormen, haar adem stokte
ze duizelde; alle houvast was weg; een blad was
ze, machteloos wervelend in een stormvlaag. Na dit
ene ogenblik werd ze weer zichzelf. Alles, wat haar
leven uitmaakte, stelde zich weer op de oude. ver
trouwde plaatsen, alleen die brief lag daar als een
dreiging, iets wat hier niet thuis hoorde, maar dat
haar hypnotiseerde en lokte, lokte.
Ze had de borden op een stapeltje gezet en
bracht ze naar de keuken, ze schudde het ontbijt-
laken uit, legde het tafelkleed over de tafel, ver
schikte werktuigelijk de bloemen in de vaas. die
ze er middenup plaatste. De brief de brief
Dat was het enige, wat haar gedachten bezighield.
Marc's brief
Wat schreef hij haar. wat was er nog te zeggen
na tien jaar van zwijgen? Tien jaar had de
tijd aan hen beiden gewerkt, tien iaren waren er
gedachten, gevoelens door hen heengegaan, tirn ja
ren waren zij doorgelopen op verschillende paden.
Was zij niet een ander geworden, dan de Anne.
die tien jaar geleden in verbeten wanhoop van
hem was weggevlucht? Was hij niet een vreemde
geworden, nu tien laar van denken en doen.
voelen en verlangen, dat zij niet kende, r.-lj
wig tussen hen was ingedrongen, een kloof, die
langzaam wijder en dieper was geworden De
Marc, die zij had gekend en had liefgehad, leefde
die Mare nog werkelijk, was hij niet verdwenen
van de aarde De Marc, die nu door de we
reld ging, was het nog altijd de Marc van het por
tret, dat zij bezat, de opgewekte, krachtige man
met de ogen nog vol verwachtingen en plannen.
Immers nee! Nog'nooit had Anne dit bedacht; ze
had getreurd stil en verscholen achter het blijmoe
dige masker van haar gezicht, ze had hardnekkig
haar trouw aan die Mare van vroeger bewaard
en nooit één ogenblik willen twijfelen aan de rea
liteit van dit alles. Maar nu werd de rust van haar
ziel en haar bestaan bedreigd, nu stapte hij binr.cn
in de moeilijk herwonnen vrede en werd het kalm
voortstromende water van haar leven eensklaps tot
igstwekkende golven opgestuwd. Nu wilde ze hem
wilde ze zijn invloed onschadelijk
uitbai
Vaak wordt de klacht gehoord misschien het meest onder
jongeren dat je als christen zo weinig mag. Van allerlei
dingen moet je afblijven, wil je goede vrienden blijven met
je ouders en met je christelijke omgeving, waar je nu een
maal aan overgeleverd bent
Nu moet men natuurlijk vooral hier goed onderscheiden: het
gaat niet allereerst om wat mag en wat niet mag, maar om
de vraag hoe God gediend wil ivorden. In dat verband staat
er in Psalm 25 een merkwaardige zin, n.l. deze: „Alle paden
des Heren zijn goedertierenheid en trouw voor wie Zijn ver
bond en Zijn getuigenissen bewaren". Alle paden des Heren:
noem ze het christelijk leven. En dat is dan, zegt David in
deze Psalm, niet een moeitevol bestaan, met allerlei bordjes
„verboden toegang", maar een prettig lopend pad, met veel
zonGoedertierenheid en trouw zijn het kenmerkende voor
die paden. En dat is nogal icat! Maar dan dat tweede deel van
die zin: is het een restrictie van zodanige omvang, dat de
betekenis van dat eerste geheel te niet wordt gedaan? Beslist
niet-' Het is als het ware de constatering van een feit, n.l. dit,
dat hij of zij, die er ernst mee maken, die werkelijk Gods
getuigenissen willen bewaren en Zijn verbond, met andere
woorden: die er naar streven God te dienen, het zullen erva
ren, dat Gods goedertierenheid en trouw hem of haar elke dag
zullen vergezellen en dat het een voortdurende vreugde
vjordt op Gods paden te wandelen!
OM MEER DAN „WAT VOOR OGEN IS"
A JEN ZEGT, dat de dagen van de
klassenstrijd achter ons liggen.
En inderdaad heeft het democra
tisch bestel, waaronder wij het
voorrecht hebben te leven, er het
zijne toe bijgedragen, dat vele te
genstellingen van weleer konden
worden verzacht.
Een democratisch bestel kenmerkt
zich door openheid en door toe
gankelijkheid voor ieder van alle
ambten en beroepen. Zijn er dan
geen tegenstellingen meer? Het zou
niet juist zijn, er de ogen voor te
sluiten. Ze zijn er wel degelijk,
zij het misschien in andere zin dan
zij zich eens hebben voorgedaan.
De Amerikaanse journalist-socio
loog Vance Packard, die al eerder
naam heeft gemaakt met een boek
dat bij ons verschenen is onder de
titel „De verborgen verleiders" en
dat handelt over de middeltjes om
de mens tot kopen te verleiden,
heeft sindsdien, op even boeiende
wijze, een ander hedendaags ver
schijnsel tot onderwerp van een
boek gemaakt.
Dit tweede boek van Packard gaat
namelijk over het verschijnsel dat
men in het Amerikaans status
seeking" zou kunnen noemen (Van
ce Packard: „The status seekers",
vertaald als „De statuszoekers",
verschenen bij H. J. Paris te Am
sterdam in vertaling en bewerking
van J. Eijkelboom).
Packard heeft ontdekt, dat er
ook in de maatschappij van van
daag nog heel wat tegenstellingen
in lagen van dé bevolking zich aan
ons voordoen, tegenstellingen die
zelfs het karakter krijgen van bar
rières, waarbij het onder omstan
digheden bijzonder moeilijk is, om
van de ene groep naar de andere
over te gaan.
Echter, het moge dan moeilijk
zijn, het democratisch bestel met
zijn al dan niet vermeende openheid
ten spijt, het streven is er niette
min bij tallozen op gericht om de
overgang te maken van de ene
laag naar een laag die men als
een hogere meent te mogen be
schouwen. Het begrip „klasse"
mag dan minder gebruikt worden
als voorheen, wanneer gesproken
wordt van „stand", en nader van
„standing", weet ieder wel zowat,
wat hiermede wordt bedoeld.
Packard laat dan zien, hoe elk
van deze standsgroeperingen zich
tegen de andere als het ware afzet
en afschermt door wat wordt aan
geduid als „symbolen" waaron
der men zou kunnen verstaan de
uiterlijke kenmerken van de stand
en standing.
Dit verschijnsel dan, zowel van de
verschillen in stand als van de
beijvering om in hogere lagen van
de bevolking te belanden, heeft,
zo wil Vance Packard aantonen,
juist in onze dagen een schier be
klemmende omvang aangenomen.
Waarom juist in deze tijd? De oor
zaken zijn niet ver te zoeken. On
ze tijd immers kenmerkt zich door
een toegenomen welvaart, en het
ligt voor de hand, dat tallozen, in
dien niet wij allen, ernaar streven
om aan deze stijging in de wel
vaart ons deel te hebben.
Er zijn andere oorzaken te noe
men. Te denken is aan de mindere
bevrediging, die in onze dagen de
dagelijkse arbeid aan zovelen geeft.
Vindt men in de arbeid niet meer
de voldoening van weleer, wat is
begrijpelijker dan dat men die vol
doening elders zoekt?
Met dat al openbaart zich in het
maatschappelijk leven een onrust,
die in het verlengde ligt van de on
rust, zoals deze gevonden wordt in
vele mensenharten. En het is, na
zijn vorige boek, een nieuwe ver
dienste van de Amerikaan Vance
Packard, dat hij op zo indringende
wijze ons aller aandacht op dit
eigentijdse verschijnsel heeft willen
vestigen.
Want het verschijnsel moet enige
zorg baren. Zeker, er is niets op
tegen wanneer men streeft naar
een stijging op de maatschappelij
ke ladder, maar belangrijk is wel,
door welke motieven men zich
daarbij laat leiden. Is het bijvoor
beeld een gebruiken van de gaven
die God ons gegeven heeft, dan
kan men het zelfs bestempelen als
een menselijke plicht.
Maar hoe dikwijls zullen niet lou
ter menselijke overwegingen mee
spelen? Hoe vaak zal niet afgunst
op anderen een geducht woord
meespreken? Hoe dikwijls niet zal
het streven zijn ingegeven door
menselijke onrust, die zich echter
op deze wijze niet laat uitbannen,
doch zichzelf integendeel telkens
weer opnieuw door nieuwe prik
kels wil laten voeden? Onrust in
het nastreven van wat men wenst,
doch ook in het krampachtig be
houden van wat men verworven
heeft.
Juist ook als mensen die naar de
wil van Christus wensen te leven
zullen wij onze eigen tijd moeten
leren verstaan, mèt zijn eigen ken
merken, mèt zijn eigen problemen
en vragen, mèt zijn eigen verleidin
gen ook. En een christen kan met
het bestaan van barrières nimmer
genoegen nemen. Hij zal een open
heid willen van geheel eigen karak
ter, opdat de verbreiding van het
Evangelie, tot het winnen van de
naaste voor zijn Heer, zo onbe
lemmerd mogelijk voortgang kan
hebben.
Daarom is het verschijnsel, waar
op Vance Packard in zijn jongste
boek doelt en dat zich in ons maat
schappelijk bestel van vandaag op
onderscheidene wijzen voordoet,
er een, waarvoor we de ogen niet
mogen sluiten.
Ook de mens vaD vandaag behoort
te weten, dat het in ons leven gaat
om meer dan ..wat voor ogen is".
Binnenkort weer
een bloemlezing
De nationale vereniging van
Nederlandse schoolbladen viert
vandaag haar tweejarig bestaan
Nadat reeds in Denemarken
en Duitsland nationale vereni
gingen van schoolbladen waren
opgericht, werd in 1958 op initia
tief van de locale schoolpersor-
ganisatie in Den Haag („Resi
dentie Redaktie Raad") dit
voorbeeld gevolgd.
Dat deze nieuw opgerichte organisa
tie in een behoefte voorzag, wordt dui
delijk «als men weet dat er bij de op
richting 75 leden waren en 4 afdelingen,
terwijl momenteel ruim 200 schoolbla
den aangesloten zijn en het aantal der
afdelingen tot 10 is gestegen. Het getal
200 schoolbladen, betekent een jaarop
laag van bijna 75.000 exemplaren, een
jaaromzet van ongeveer 800.000 en
50 ^pet. van alle Nederlandse school-
De N.S.U. is sinds haar oprichting
aangesloten bij de European School-
magazine Associ&tion. een internationa
le schoolpersorganisatie met leden in
o.m. Denemarken. Noorwegen. Zweden.
Duitsland. België. Italië. Finland. IJs
land. Frankrijk en Nederland.
Een bewijs voor de aktiviteit van de
Unie was do pocketuitgave in de Boe
kenweek 1960 van het beste uit de Ne
derlandse schoolbladen, het in de pers
zeer gunstig onthaalde „Een 10 voor de
10-ers", uitgegeven in samenwerking
met een uitgever. Met pasen dit jaar
werd een vertegenwoordigster der N.S.U.
naar Denemarken gezonden, waar zij
de Deense schoolpers en -organisatie
bestudeerde. Deze zomer gaat de pers
chef der N.S.U. naar Duitsland met het
zelfde doel; in het najaar zal getracht
worden een afgevaardigde naar de V.S.
te laten gaan
In de twee jaar van haar bestaan
heeft de unie vele contacten gelegd
met grote instellingen, verenigingen en
ministeries. Dat de N.S.U. bij de
schoolbladredacties in goede aarde is ge
vallen blijkt duidelijk uit het nog steeds
stijgend aantal leden en uit het feit. dat
er nog steeds nieuwe afdelingen bijko-
njen.
Plannen voor de toekomst zijn: ver-
betering van de economische positie der
hoolbladcn door centrale inkoop
congres, ccn
bloemlezing
papier, stencils
tweede uitgave
van artikelen en gedichten uit de Ne-
derlandse schoolpexs in de Boekenweek
1961. met wederom in de redactie llte-
r^ren en vertegenwoordigers van de
Het secretariaat is sinds de oprich
ting der unie. nu dus twee jaar. in
handen van Aad Rot jr.. die daarmee
het enige bestuurslid is. dat onafgebro-
1 functie
-maf 9 juli 1958
wecst.
Sinds januari 1960 verschijnt iedere
laand het NSU-orgaan met belangrijk
ïouws en mededelingen voor de leden
redacties.