Blad Ouètf/e niet langer 0pen Nederland eet: Tonnen en duizenden croqueijes per dag ZATERDAG 25 JUNI 1960 ^«Restverwerking» gaai niet altijd opQ Zo happen dagelijks duizenden n Als uw dochter in het buitenland wil gaan werken TJEEL wat meisjesdie zodra ze even moeten helpen met afwassen een lang gezicht trek ken, bedden opmaken maar zo zo vinden en koken iets, „waar .je beter zo ver mogelijk vandaan kunt blijven", blijken na het be halen van hun einddiploma in eens bijzonder geïnteresseerd in deze gewone huis-tuin-en- keuken-zaken. Of ze nu de mid delbare school hebben doorlo pen, het u.l.o.-diploma in de zak hebben, of een of andere nijver heidsschool met het begeerde papiertje kunnen verlaten, die plotselinge belangstelling komt ineens bij heel wat van die meisjes naar boven. Waarom? Niet om moeder nu eens te gaan helpen Alleen, omdat ze zo graag naar het buitenland wil len. En omdat het huishouden dan vaak als enige mogelijkheid overblijff, neemt men deze „bij komstigheid" met alle plezier voor lief. Hoe die buitenlandse familie op de capaciteiten van hun nieuwe, huishoudelijke kracht zullen reageren, zullen we maar in het midden laten. Het gaat ons meer om de vraag: „Waarheen en vooral naar wie moet die uitvliegende dochter Ik leer breien Ofschoon het breien van vesten, truien en jumpers de laatste ja ren ln ons land (en ook daarbui ten) vrij sterk Is afgenomen, om dat men In de winkels dergelijke kledingstukken te kust en te keur kan kopen, blijft deze vorm van handwerken voor velen zeker at tractief. Handwerken, dus ook breien, kan ln deze haastige en gejachte tijd rustgevend zijn en als men zich niet de tijd gunt (of kan gunnen) om met geduld de breinaalden te laten tikken, dan zijn daar altijd nog die verschil lende typen breimachines. - de aandacht aanbeveelt, heeft daarbij ook de breiwol niet willen vergeten. Vandaar, dat het de jeugd al vroeg het breien wil bij brengen, want jong geleerd blijft nog altijd oud gedaan. Elk meis je, dat dus graag wil leren breien, kan het thans door mid del van een aantal aardige en handige boekjes doen. ,,Ik leer breien" heet deze uit drie delen bestaande serie, waar van nu het laatste deeltje ver schenen is. Voor het brei-onder- wijs op de lagere scholen zijn de ze boekjes geschikt, terwijl ze te vens alle breistertjes in spe bui ten schooltijd wegwijs maken. Naast alle mogelijke fantasiepa troontjes en dito steken, komt men er ook voorbeelden in tegen van o.m. wanten, pantosokken, kniekousen enz. Dit leerboekje is geschreven door mejuffrouw A. H. Beyset, consulente voor het handwerkonderwijs bij de ge meente Rotterdam, en uitgevoerd in kleurendruk. Dit ,,de grenzen over gaan", kan zeker zijn goede kanten heb ben, daarover zullen velen het wel eens zijn. Maar datzelfde buiten land is voor tal van moeders maar een riskante zaak, want al heeft zij nog zo'n moderne paeda- gogische instelling, diep in haar hart zal zij zich meestal toch wel wat zorgen maken over haar doch ter. En met name geldt dit het probleem „Waar komt m'n doch ter terecht". Een betrouwbare schakel tus sen de ouders en het meisje ener zijds en het buitenlandse adres aan de andere kant is ongetwij feld te vinden in het M.A.I.-werk. Deze Maatschappelijke Advies- en Inlichtingen bureaux rekenen de ze bemiddeling tot een belangrijke afdeling van hun werkterrein. Men vindt de bureaux o.m. op de centrale stations in Rotterdam, Amsterdam en Utrecht, terwijl in andere plaatsen het bureau el ders gevestigd is. Men zorgt hier voor plaatsing in het buitenland bij goed geïnformeerde adressen én tevens weet men heel wat te vertellen over de aldaar heersen de arbeidsvoorwaarden en gewoon ten. Heeft men zelf, b.v. via een advertentie, al een werkkring in het buitenland gevonden, dan kan men via het M.A.I.-bureau infor maties over de toekomstige werk gevers inwinnen. Zo'n controle kan vanzelfsprekend nooit kwaad. Dit geldt zowel voor een werkkring in een huisgezin, als b.v. een baantje in een hotelbedrijf. Wie alleen maar een zogenaam de werkvakantie in het buiten land wil doorbrengen kan er ho ren hoe het toegaat in zo'n zo merkamp van de stichting inter nationale werkkampen. Voordat het jonge meisje dus de koffers pakt, kan men zich thuis geruststellen als men eerst met het M.A.I.-bureau contact op neemt, hetzij schriftelijk of per soonlijk. Een algehele waarborg zal men er vanzelfsprekend niet kunnen geven, het meisje zelf neemt ook haar „karakter" mee; wél zal men zijn dochter wat de vraag „waar komt ze nu terecht betreft, zonder overdreven be zorgdheid kunnen laten vertrek- VLOT ZOMERJURKJE Een zomerjurkje als dit, kan onze garderobe altijd nog wel aanvullen. De aangeknipte mouwen en het ruim- vallende rokje, dat door de losvallende plooien leuk uitwaaiert, geven dit japon- netje het bijzondere cachet. De hals heeft een flatteuze uitsnijding en een attrac- tieve plooivalling. Voor deze japon heeft men ongeveer 3,75 meter stof van 90 centimeter breedte nodig voor de maten 42, 44, 46 (maat 48 op bestelling). Onder vermelding van nummer 319 is het patroon verkrijgbaar aan onze bureaus voor f 0,50 per stuk. De patronen kunnen ook per post worden toegezon den. De prijs wordt dan 0,60. Dit bedrag gelieve u in postzegels te plakken op de briefkaart, waarop u uw bestelling doet. Plak deze zegels naast de gewone frankeerzegel. Wilt u uw bestelling voor 2 juli a.s. doen? Na die datum kunnen geen opdrachten meer worden aanvaard. ,,Mét mayonnaise....?" Of, „gebruikt u er wat mos terd bij Patates- frites al of niet met zo'n roomgele lik er op, een war me croquet, extra pittig door dat tikkeltje mosterd zou er nog iemand in Neder land wonen, die nooit eens zo'n zakje frites heeft gege ten? En wie weet niet wat een croquetje is? Ze zijn niet meer weg te denken, die warme hapjes, in steden en dorpen voor een enkel kwart je te koop. Tonnen en nog eens tonnen van die gebak ken aardappelstaafjes wor den in ons land geconsu meerd, honderd-duizenden croquetjes, loempia's, nier broodjes, gehaktballen en noem maar op zijn de op- kikkertjes, als men trek heeft in wat hartigs. Het is eigenlijk niet bij bena dering te schatten, hoeveel hier van bijvoorbeeld dagelijks ver dwijnt in de hongerige magen van de jeugd, welke zich na school- of werktijd verzamelt in de niet zelden van eeft blinken de jukebox voorziene frites kraam. Hoeveel kamerbewoon sters- en bewoners die frites met croquetten zien als een (zij het verre van ideale) oplossing voor het kookprobleem. En hoeveel anderen als ze zo'n kraam of automatiek voorbijlopen de ver leiding niet kunnen weerstaan om „even wat te nemen..." Vooral de laatste jaren schijnen de ge legenheden, waar je dit allemaal kunt kopen, als paddestoelen uit de grond te schieten en er wordt meer geld aan al die „snacks" uitgegeven, dan velen zich wel realiseren. Cijfers. Daaraan moet je ongetwijfeld denken, als je eens een bedrijfje bezoekt, dat zich speciaal toelegt op het maken van al die eetba re zaken. We vonden het in het centrum van ons land, maar on getwijfeld zullen er nog meer zijn. Als men bedenkt, dat alleen hier al... vier-en-zestig-duizend croquetten en... twee ton patates- frites per dag zo de cijfers zijn, kun je je enigszins voorstellen hoe groot de omzet in deze bran che eigenlijk wel is. 't Zijn cijfers, welke vooral in druk maken op de huisvrouwen, die hoogstens een enkele keer per week een bescheiden korfje frites bakt en zich misschien tweemaal per jaar (met wisselend succes!) waagt aan het maken van cro quetjes. En hoe gaat dat dan meestal: je hebt wat vlees over, nog een ander restje, ook nog paneermeel in huis en dan., pro beren maar. Je kunt er eigenlijk zoveel in stoppen.. Dat zullen die „croquetjes-fabrikanten" dan ook wel doen, is menigmaal de reactie van de Hollandse huisvrouw op al dit soort eetbare waar, waarin haar kinderen zo gretig de tan den zetten. Menigmaal denkt ze daarbij aan kleine, slordige fa- brieksruimten, waar al deze hapjes haastig „met de hand" en niet op de meest hygiënische ma nier worden gemaakt, zonder dat met de elementaire voorschriften van warenwet en keuringsdienst rekening wordt gehouden. Wachtwoorden Natuurlijk: zulke bedrijfjes be staan er waarschijnlijk óók in ons land: de fabriek evenwel, waar wij eens een kijkje namen be hoort echter in deze categorie niet thuis. Hygiëne en steriliteit bleken hier een soort wachtwoor den en je staat er van te kijken hoe de bereiding van al die „snacks" gebeurt. In de eerste plaats blijkt het croquetje uit een op een derge lijke leest geschoeid bedrijf be paald geen „restverwerkingspro- dukt". Van gewoon rundvlees wordt eerst in een groot apparaat per dag een hoeveelheid van vijf honderd liter bouillon getrokken. Men stelt er zelfs prijs op als be zoekers even een kijkje gaan ne men in de koelcellen, waarin het vlees hangt, omdat men dan zelf de kwaliteit ervan kan zien. Als in die reuzen-soeppot een „autoclave", zoals de insiders zeggen de bouillon goed is ge trokken. waarbij gebruik wordt gemaakt van het hogedruksys- teem, vloeit het vocht via een buisleiding in een tweede auto clave, die bovendien nog een meng-apparaat aan boord heeft. In deze tweede ketel bevinden zich de overige ingrediënten, zoals het meel, de boter en de kruiden. De juiste samenstelling ervan wordt je niet verteld, dat is het geheim van de fabriek. Maar goed: deze geheime samenstelling wordt dus machinaal gemengd en tegelijk gaargemaakt. Dan komt het vormen van de croquet ten. Niet moeizaam, zoals thuis met twee lepels, waaraan alles blijft kleven, maar machinaal. Twee ijverige meisjes bedienen deze zogenaamde stopmachine, die afgepaste hoeveelheden ra gout op de lopende band doet be landen, waarop ze worden gemo delleerd en gepaneerd. Bacterie-vrij Vervolgens gaan de croquetten- in-wording een nacht de koelcel in: de koelcellen, die de trots van het bedrijf uitmaken. Er zijn namelijk bacteriedodende lampen in aangebracht en het croquetje is na die koude nacht gegaran deerd bacterievrij, wat de houd baarheid vanzelfsprekend ten goe de komt. De volgende dag wordt het bacterievrij en wel in grote bakken eiwit gedompeld en op nieuw gepaneerd. Het croquetje is dan gereed om in nette houten kistjes te worden verzonden. gië en Duitsland behoren ook tot de afnemers) ontvangen dage lijks deze uit de centrum-provin cie komende kistjes mét Inhoud. En als dan hopelijk die snack- bedrijven ook hygiëne tot een van hun belangrijkste verkoopar gumenten hebben gemaakt, kan hij of zij, die in zo'n knapperig croquetje hapt ervan verzekerd zijn een met zorg bereid produkt te hebben gekocht. Weken goed Het zijn trouwens niet alleen de croquetten. die in de veelbezon- gen koelcellen op rijen staan. Ze worden afgewisseld door bitter ballen, loempia's waarvan het vlinderlichte flensje hier gebak ken wordt in speciale, bijna rand- loze koekepannen door ge haktballen en „fricadellen". Dan zijn er nog die twee ton patates frites per dag, bestemd voor af nemers, die weinig voorbereidend werk aan de verkoop van die ge bakken aardappelstaafjes willen hebben. Die staafjes worden hier namelijk voorgebakken, gedroogd •olgens met korven tege- Nee, de mening dat vele „snack- produkten" alleen maar gedijen bij de gratie van de „restverwer- king" is niet altijd gerechtvaar digd. Men streeft er althans ln dit bedrijf ernstig naar om met behulp van een steeds mo dernere apparatuur én een zo ver mogelijk doorgevoerde hy giëne, iets te leveren, dat met die „restverwerking" niets, maar dan ook niets te maken heeft. En in deze tijd van zakjes frites bij duizenden, al of niet met mayon naise en die vele hapjes, hetzij met of zonder mosterd is dat toch wel prettig om te horen. Al zullen dan ook ln dit geval altijd weer uitzonderingen de regel gaan bevestigen... ALLEEN MAAR SPORTIEF Onze verre voorouders hulden zich in die renhuidenOp het ogenblik doet een groot aantal vrouwen in binnen- en buitenland al niet anders, al is er dan vanzelfsprekend wel een tikkeltje verschil aan te wijzenWant of schoon we leven in een tijd, waarin naarstig wordt geprobeerd vele natuurprodukten te ver vangen door iets dat uit laboratoria en fabrie ken komt, (we hoeven alleen maar aan die vele synthetische vezels te denken) blijkt de dieren huid in de garderobe van vele vrouwen bijzon der populair. En dit geldt zeker niet alleen de bontjas, maar vooral het suède. En al wordt er dan wel eens gezegd: „Iedereen loopt erin, voor mij is de aardigheid er af", dat suède-jasje blijft voor velen toch een begeerd kledingstuk. De fabrikanten in deze branche hebben die belangstelling niet al leen op de voet gevolgd, maar hun collectie thans een ander ca chet gegeven. Natuurlijk zal het min of meer sportieve korte jas je een vooraanstaande plaats blij ven innemen; meer modieuze mo dellen en ensembles worden even eens in het komende najaar fa- Met bont Zo worden er mantels gebracht in heel mooie kleuren, waarbij een bijbehorende japon het uitstekend doet.Ook verschillende bontsoor ten geven het suède een uitgespro ken vrouwelijk accent. Zowel jassen met een voering van bont, als modellen met royr ale bontkragen en dito manchet ten zullen te bewonderen zijn. Het gladde leer, de zogenaamde ..silk cabretta" biedt ook vele mogelijkheden, met name voor aparte creaties. Een feit is be slist, dat niet iedereen deze glan zende leersoort zal kunnen dra gen. Een ensemble bestaande uit een glad leren japon met een >n dezelfde tint en van een bontvoe ring plus kraag voorziene mantel zal slechts de moderne, heel slanke jonge vrouw kunnen dra ger.. Dit geldt tevens voor de pan talon van dit materiaal, waarbij een kort jasje hoort. Investering Het „silk cabretta" zal even eens als het suède vaak een be hoorlijke investering betekenen. Een misschien door de lichte tint wat kwetsbare, maar niet temin gedistingeerde leersoort. want een goed materiaal blijft nog altijd aan de prijzige kant. Daarbij moet men zich dus wel heeft. Als het vrij veel genbuien wordt bloot gesteld, gaat het rimpelen en trekken, de huid- vetten kunnen het leer ook aan tasten en het zonlicht doet het wel eens verkleuren. Een „men senleeftijd" gaat zo'n jas(je) dus niet mee- Daartegenover staat gelukkig, dat de reiniging op het ogenblik geen probleem meer be hoeft te zijn. Er zijn goede me thoden voor dit schoonmaken, onder dat het leer er onder lijdt, terwijl tevens een prima vakman het jasje wel waterafstotend ':an maken. Maar: het blijft een le vend produkt, waar men beter niet al te ruw mee kan omsprin gen. Afgezien van deze zorg, lijkt suède voor velen ideaal. En voor al nu men komende herfst zal kunnen kiezen uit een sportieve of meer exclusieve en stijlvolle aanvulling van de garderobe, kan men zeker wel zeggen, dat de „dierenhuid" zonder twijfel de nodige aftrek zal vinden. i ensemble van dun, glad leer irbij een bontkraag voor eer aparte garnering zorgt. A LLE brieven die nagedruppeld zijn over het onderwerp vroedvrouw, heb ik persoonlijk beantwoord, behalve die van de gene die tekende met mevr. J. W. en verder niets jammer. Niet dat u het zo dol hoeft te vin den een brief van mij te krijgen, o neen. maar het dooft zoveel enthousiasme in mij, het lijkt zo wantrouwig als iemand me wèl een heel verhaal wil doen en in dit geval zelfs een bijzonder interessant verhaal cn dan als het ware zegt: en nu weet je tóch niet hoe ik heet! Maar mis schien is dat wat te scherp ge zegd en heeft dat alles helemaal niet in uw bedoeling gelegen dan mijn excuses cn volgende keer beter! A/ROEDVROUW. zeiden we- En veel briefschrijfsters zeiden erbij, en ik kon me dat levendig indenken: „ik vind verloskundi ge een veel mooiere naam". Hoe komt dat? Aan één van mijn le zeressen heb ik al teruggeschre ven als ik het bij mezelf naga, denk ik dat het komt omdat vroeger, tnpn ik en u? klein waren, alles wat met geboorte in verband stond, in een waas van geheimzinnigheid werd gehuld. Stel je voor, dat je toen ge vraagd had „Moeder, wat is een vroedvrouw?" Dan had je vast een ontwijkend antwoord gekre gen, of ten hoogste iets als een verpleegster. Geboorte, dat was eng en griezelig, en soms zelfs vies. Een baby verwachten was ook geheimzinnig. „Z'is in p'sitie" hoor ik nóg vrouwen zeggen als ik bij de kruidenier een boodschap moest doen en dan, met een stomp: pas op! een kind! Dat was ik dan, met grote oren! Maar wat zeggen moeders nu als de kinderen vragen wat is een verloskundige? Toch hoop ik. heel gewoon dat het een zuster is die speciaal verstand heeft van geboortes van broertjes en zus jes? Dan zal het kind op zijn beurt deze vrouw ook vol vertrou- die kinderen. En dan zullen deze huis. Dat huis is, kinderen later ook zonder geremd- bij" zijn kantoor zijn, zonder het-gek-vinden (hoe voor het eerst dikwijls kwam ik dit niet tegen in de stapel brieven van vorige week), de weg naar haar raad èn haar steun weten. Op die manier komt vertrouwen tot stand, meer dan op welke manier ook. wonder, dicht- met =n nu kan bij r> i zijn leven tus- ]\/[AAR Want ik heb wèl iets tegen mensen die onder het motto: aan zijn ach terburen stoort zich niemand meer tegenwoordig! keihard platen gaan draaien om half elf 's avonds. Dat druist tegen al wat goede vormen heet, in. Want goede vor men hebben, betekent zich in stellen op de ander, bezig zijn de ander wil. dat slaapje. Ik ken die boek of krant ter en die later min of hun gezicht leggen, EN, sen de middag thuiskomen. Niets zo knus als dat. Zijn vrouw en hand hij genieten van het koffiedrin- meer t°matensch°teltje, het best. Maar ook zonder'dat" vSr°'L|0ÏÏeasUe„!en„,w0T kSneï J-'™"' °m ZiC" genieten. Dat balcon, ja daar schamen. Ik had vroeger illeen zijn we moderne komt het want na het eten gaan oom die tegen tante, 's middags opvoeders, niet behandeld moet worden, flappen, letterlijk alles te zeggen bU ge- daar even zitten zonnen en voor kerktijd, ,.1C als zodanig dan valt de heer des huizes in viJf minuten". Hij was dan vijf slaaP- Zl)n vrouw geneert zich minuten volkomen „weg", werd XSre»hrm' zeer^Telukkis'6immers m 'achterburenheeft" kan Zlch van drukt0 c" sPann;n- iedereen tegenwoor- fen ®ven te™Jtrekken en herstel- dig en geen mens die eR heb ik een hoog tempo er zich aan stoort." in de morgenuren en weet dat ik Toch vindt zij het tussen half twee en drie bijkans niet prettig. Ook al niets presteer. Even „weg" is h^-fnLÜeLi?aKr.i3° Voor mii een no°dzaak, wil ik op krijgen niet meer het'huishoudelijk spitsuur van vijf ionp '7j;n tot zes vriendelijk zijn. Er zijn J g zijn. ■Begint echter ook mensen die hun tempo ai ai anders over de dat» vprHpipn on boorte gebeurt, maar om juist dat te zeggen waardoor van het jonge kind naar ons een brug gespan nen wordt van blijd schap. vertrouwen en openheid. „Ging ik erg te keer voor mijn geboorte. Mam?" hoorde ik eens een jongetje zeggen. „Jij?" lachte zijn moeder, „jij ginff elke avond een straatje om." Wat. denkt u. blijft er nu de opmerking, oneerbiedigheid WB aanzien van het grote geheim van °nnozal of er is wel een diepzin- mensworden? Ik geloof er niets mgheid van te maken. Maar dat Uw xracmen ja ik w Liefde, denk ik. Diepe gene- slapen vind ik volkomen begrijpe- tergende gedachte het .:j u.oleJ -1 lllk. rfnwoliik oooft -nlc Kots 6. .l ven' vïtio wT Plaag iS' Ieder moet het dus vindt SriJL Zichzelf weten, maar één ding is vin» ur: zeker; ga nooit tegen uw eigen van. En vindt zij het tempo in. Geef even toe aan be- hoefte tot ontspanning, zoals deze laatste i°nge num. Werk lezeressen, trouwens geen vraag zo no0it door op uw moeheid Sta niet af te wassen aan het eind van krachten. Ja. ik weet wat een dikste baby die u ooit zag? wat was de dikste baby?" En de „zus ter" maar lachen en vertellen! Ziet u, dan wordt ze méns voor genheid. Mijn moeder hield al Ujk. Huwelijk geeft, als het goed te moeten laten staan van me toen ik er nog niet eens 1S. ontspanning en wat je nooit u er eerst aan begint komt er was. Mijn moeder vond me tóen deed als vrijgezel, kun je dus heel niets meer van rusten. Resultaat? al een leuke vent, is dat niet fijn? goed ineens nodig blijken te heb- Een altijd jonge vrouw en moe- En is het soms niet waar? ben als jonggehuwde. Wees je zelf. der. En anders? Nu. een nette dat is mijn eerste raad. Wees het keuken natuurlijk' natuurlijk wel op nette wijze. T^U wil ik, al leun ik ook tegen Ik heb bezwaar tegen het nóg zo'n stapel vragen, eerst met open mond slapen voor de meneer van het middagslaap- een raam aan de straat. Maar je te woord staan. Hij wacht al op een balcon achter, toch weken, en, naar ik hoop, nog altijd op een flinke afstand steeds in de vrolijke stemming van zijn achterburen, mag waarin hij zijn brief schreef. De men zich best even laten zaak zit zo: Hij is een half jaar gaan. Men maakt toch geen getrouwd en heeft sinds kort een lawaai(!), is toch niet lastig? iüllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllS I TIP VAN U! f 2,50 waard f Al een keer of twee heb ik het gezegd, maar omdat er nog steeds lezeressen zijn, die dit blijkbaar over het hoofd hebben gezien en dus voor niets gebruiken nog maar weer een herhaling: tips op „medisch gebied" kunnen niet in dit rubriekje worden opgenomen. Of het nu gaat om een klein wond- je, een pijnlijk ongelukje in I de keuken of zelfs maar het uithalen van een splinter, het lijkt ons niet juist om hier op in te gaan. We weten ze ker dat de bedoeling alleen maar goed is, maar ondanks deze overtuiging, vinden we het minder geschikt deze ad viezen op te nemen. Ook willen we nog even ver tellen, dat niet alle ingestuur de tips, op welk terrein dan ook, meegaan, zelfs niet in wekelijkse slot ,.U zult het wel weten maar...", omdat nu eenmaal niet alles altijd even wetenswaardig is. Dus 't kan wel eens een enkele keer (zeker niet teveel) voor komen. dat op een ingezonden tip-brief" geen reactie komt. En dit wilde ik even vertel len, omdat er verschillende le zeressen mij juist vorige week vroegen „waar blijft die tip van mij nu..." Verschillende dames, die mij iets stuurden op het gebied van het naaien, komen deze week wel hun ideetje tegen, omdat ik een aantal van aeze brieven bij elkaar heb ge zocht. Eerst iets algemeens E over een ONDER-TAFEL" Het naaien op de tafel kan problemen met zich meebren gen. Laat men het kleed lig gen, dan heeft men kans erin te knippen of door het rade ren lelijke putjes te krijgen. Neemt men het kleed weg, dan kan de tafel beschadigen. Als u er eens een stuk hardboard oplegde, zoals mevrouw C. van Drongelen uit Alblasserdam al tijd doet? Het hardboard is even groot als de tafel, de ru we kant komt aan de onder kant en u kunt er rustig op knippen, raderen, krijten en noem maar op. De naaima chine blijft er goed op staan, het board glijdt niet weg en na het werk heeft men de pluisjes zo opgeveegd. HEREN-PANTALONS Ook uit Alblasserdam komt de volgende tip en wel van mevrouw N. Stout-de Lange, die zoals u zich misschien nog wel herinnert, als eerste een tip instuurde en zo de kat de bel aanbond... Mevrouw Stout nu haalt altijd de omslag van herenpantalons aan de onder kant los, omdat er zich vaak zoveel stof nestelt. Het hecht sel van de zoom wordt losge maakt en daar wordt een klei ne drukker aangezet. Zo is het zeer gemakkelijk de binnen kant van de omslagen schoon te borstelen. Hangt men de broek een tijdje weg, omdat deze niet wordt gedragen, dan gaan de omslagen los, zodat geen motten zich juist op de ze stof en vuil verzamelende plaatsen kunnen nestelen. Om nog even bij de omsla gen te blijven, de stootrand aan de binnenkant van een pantalon is meestal het eerst versleten. Twee lezeressen hebben hier iets op gevonden. Mevrouw P. C. Heemskejk- Kruit uit Sassenheim zet een aantal kleine knoopjes op de stootrand van iedere nieuwe broek, terwijl mevrouw A. Schaftenaar uit Den Haag voor ditzelfde doel drukkertjes ge bruikt. Deze dames gaan dus de rijksdaalder samen delen. (Een oude ritssluiting is ook prima. Men splitst de rits en gebruikt voor iedere stootrand een halve). VOERINGEN O Oude voeringen hoeven niet direct te worden wegge daan, omdat men ze nog best voor een kinderjasje gebrui ken kan, zo vindt mevrouw H. Goudswaard-Bomhof uit El- burg. Tegen de oude voering stikt u namelijk ruits-gewijs oud interlock of jager. Vooral voor winterjassen is zo'n dik ke ruitvoering geschikt. KINDERBROEKJES Mevrouw P. Slappendel- van Duyn uit Katwijk aan Zee koopt voor de kinderen altijd broekjes met een klein pijpje. Die kunnen namelijk twee keer dienst doen. Zijn de broekjes bij het kruisje ver sleten, dan kan men het kruis je eruit knippen en de stukjes i pijp openmaken. De voor- zo-; wel als de achternaad worden i opzij schuin naar boven ge vouwen en gezoomd en zo i heeft men een slipje gekregen, dat zeker weer een tijdje mee- i gaat. KNOPEN AANZETTEN Hoeveel kinderen verliezen er niet hun knopen? Als men deze in plaats van met ge woon naaigaren aanzet met een wollen draad (liefst wol met nylon) blijven de knopen veel langer zitten. Vooral voor knopen, die aan de achterzijde worden aangezet en door het draaien zo gemakkelijk loswer- Heel wat zomerjurken blousjes hebben royale, dus wijde halzen. Het vervelende is vaak echter, dat de schou derbandjes dan in vele geval len te zien zijn. Mevrouw J. C. Ros uit Den Haag naait aan de binnenkant van ieder kle dingstuk met een wijde hals op de schoudernaad een klein bandje. Aan de andere kant van het bandje zet zij een drukkertje, het tweede helftje van het drukkertje wordt op de japon of het blousje ge naaid en zo kan men de schou derbandjes tussen dit bandje vastzetten. Ze kunnen dan niet meer tevoorschijn komen (of schoon ik zelf al weer enige jaren geleden in een goede confectiejapon in een dure bui gekocht ook van die bandjes aantrof, leek het me toch een tip, die zeker niet iedereen bekend is.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1960 | | pagina 19