Hoeveel Israëlieten trokken er door HETN00RDEN VAN ENGELAND j mm mm ZONDAGSBLAD ZATERDAG 18 JUNI 1960 In het laatste vers van Johannes 2 zegt de schrijver dat Jezus wist „wat in de mens was" en in de volgende hoofdstukken gaat hij deze kennis van Christus illustreren. De leegte van de theologie Johannes brengt Jezus eerst in contact met een Joods schriftgeleerde, de rabbi Nicodemus. Hier is een man die op de hoogte is met alles wat de gods dienst leert. In onze dagen zouden wij hem waar schijnlijk een theoloog noemen (Zie Johannes 3). Maar ook theologie kan leeg zijn. Er kan een leer zijn waarin al lang het hart van het werkelijke leven niet meer klopt. Jezus gaat niet met hem discussiëren. Hij opent zelfs niet de Bijbel. Bijna plompverloren zegt hij Nicode mus op de man af dat hij wedergeboren moet worden. En dan plaatst hij midden in het theologisch gevulde maar zo lege hart van deze geestelijke leider het kruis en zegt dat de Christus als de slang van Mozes verhoogd moet worden. Zonder dat kruis en zonder het plaatsvervangend ster ven van Jezus Christus is er geen vergeving. Het evangelie begint voor de gevallen mens met de nood zaak van verzoening. Niet de theologie verlost ons van het oordeel Gods, maar het sterven van Chris tus. Slechts wie in Hem gelooft heeft het eeuwige le- De leegte van de lust Onmiddellijk neemt de schrijver van het vierde evan gelie ons dan van de stoffige straten van Jeruzalem mee naar een bron in het land van de Samaritanen. Weer volgt er een ontmoeting, ditmaal met een vrouw. Ook haar hart is leeg. Zij heeft het echter niet gezocht in de leer, maar in de liefde. Met heel haar hart heeft ze geprobeerd haar leven te vervul len. „Vijf mannen hebt ge gehad," zegt Christus openlijk tegen haar, „en die ge nu hebt is uw man niet." Met deze vrouw spreekt de Heiland niet over zijn kruis, maar over „de gave Gods", over het leven de water dat tot een fontein van water zal worden die springt tot in het eeuwige leven. Het is zonder meer duidelijk dat de Heiland bij deze woorden denkt aan de gave van de Heilige Geest. De Heiland laat verzoende Nicodemussen maar niet als wezen achter In de wereld. Hij heeft ons de Heilige Geest beloofd en gegeven. Het kruis verlost ons van het oordeel, maar de ga ve van de Heilige Geest maakt ons tot christenen die in deze wereld iets uit te delen hebben. Deze vrouw kan Christus water geven uit de bron van Jacob, maar als de Heiland met haar heeft gesproken, holt zij terug naar haar dorp en geeft deze mensen iets wat van oneindig groter waarde is uit de geestelijke bron van Jacob. Deze verzoende vrouw wordt een zendelinge. De leegte van het gezag Een oud probleem opnieuw in de belangsielling "PiE premier van Israël, Ben Goerion heeft veel gelovigen weer naar hun bijbels doen grijpen. Tijdens een persconferentie en een uitzending over de Israëlische radio heeft hij verklaard dat Israël niet in duizendtallen Egypte heeft verlaten, maar dat slechts 600 Hebreeën door de Rode Zee en de woestijn trokken. Zijn opmerking had een bewuste politieke achtergrond. Als er slechts weinig Is raëlieten waren, dan wordt het oordeel dat Egypte trof er veel groter door. Als, zoals Ben Goerion beweerde, niet alle Hebreeën naar Egypte trokken om daar als slaven te worden misbruikt, maar een groot aantal in Palestina was achtergebleven die bij de terugkeer van hun broeders Jozua hebben geholpen om het land weer in bezit te nemen, dan blijkt daar uit dat Israël dus al rechten kon laten gelden nog voor de troepen van Jozua de inwoners van het land aanvielen! TK/faar niet iedereen was het eens met deze nationalistisch getinte exege se. Er werden in het parlement door de vertegenwoordigers van de ortho doxe partij zelfs vragen gesteld. Er is dan ook wel een geweldig verschil tus sen de zeshonderd Israëlieten van Ben Goerion en de 603.550 van Numeri 2:32. En in dat getal zijn zelfs nog maar al leen de strijdbare mannen meegere kend en niet de Levieten noch de vrou wen en de kinderen. Wanneer men het gehele volk zou tellen zou men de 3 miljoen benaderen. Deeds in de vorige eeuw hebben ge- leerden met verbazing tegen dit gro te getal zitten aankijken. De Sinai- ivoestijn is immers maar 25000 km2 groot en zelfs als deze streek minder droog is geweest dan nu het geval is, zou de woestijn zeer waarschijnlijk lang niet voldoende voedsel hebben ge boden voor de duizenden dieren die in deze immense karavaan meetrokken. T~)at wil niet zeggen dat alle geleer- den van de laatste honderd jaar dit aantal voor onmogelijk hebben gehou den. Er zijn vele christenen en Joden geweest, die deze aantallen niet in twij fel wilden trekken. Zij hebben vooral gewezen op de wonderen, maar ande ren hebben weer geantwoord dat het zelfs dan nog twijfelachtig is dat zo veel mensen in deze woestijn hebben kunnen leven. Per slot van rekening ging het niet om een dagreis of een trektocht van een week. Israël heeft veertig jaar in de woestijn vertoefd. De voortgaande opgravingen hebben weer hun eigen vraagte kens bij de geslachtsregisters van het boek Numeri geplaatst. Zo heeft men ontdekt dat het staande leger van Egypte in de dagen van de uittocht zeker niet meer dan 5000 soldaten omvatte. Naar schat ting woonden er in die dagen in Palestina tussen de 1500 en 5000 mensen. De twee a drie miljoen Israëlieten vormden dan ook een macht die ieder van deze kleine volkjes en volkeren eenvoudig zon der meer onder de voet had kun- Bijbelse vragen Maar zelfs bepaalde gegevens in de bijbel zelf schijnen niet overeen te stemmen met deze reusachtige aantallen. Als we tek sten als Exodus 23:29 en 30 lezen of Deut. 4:38, 7:1 en andere dan zien wij Ismël steeds als een klein volk tegenover machtige tegen standers. Israël was niet groot ge noeg om direct het gehele land in bezit te nemen en daarom zou God langzaam, stap voor stap, het land aan hen geven, opdat niet het aantal wilde dieren in de ontvolk te woongebieden zou toenemen en voor het volk van God een gevaar zou opleveren. Er zijn echter nog andere me dedelingen die pleiten tegen de duizendtallen van Numeri een en twee. In het lied van Debora wordt gesproken over 40.000 strij ders in Israël. Dat aantal is dan wel veel en veel kleiner dan de 600.000 van Numeri. In I Kronie ken 7:40 wordt het aantal strijders van de stam Aser genoemd, na melijk 26,000. Dit is slechts de helft van het aantal dat in Nume ri 1:41 wordt genoemd, namelijk 41.500. Het is echter gemakkelijker om de gegevens van Numeri in twij fel te trekken dan om een steek houdende oplossing te geven voor dit probleem. Ben Goerion komt al met een heel laag getal van 600. Hij schijnt wel de meest kri tische theorie aan te hangen, die meer problemen loswoelt dan op lost. Voor Johannes Is het maar één stap van de Samari- taanse vrouw naar de hoveling van Kapernaum (zie Joh. 4:4654). Hier is een man van gezag, die mach teloos staat aan het ziekbed van zijn zoon, dat een sterfbed dreigt te worden. Deze man heeft uiterlijk alles, maar staat machteloos als het leven toeslaat. Het wonderlijke van dit verhaal is dat Christus niet met hem meegaat zoals Hij zo vaak heeft gedaan, bijvoorbeeld naar de stervende Lazarus en het doch tertje van Jairus, Christus spreekt en dat moet ge noeg zijn. In dit verhaal ligt de nadruk op „de man geloofde het woord dat Jezus sprak." Ik geloof dat we deze tekst geen geweld aandoen als we dit woord met een hoofdletter gaan schrijven, dus het Woord, dat Je- De Heilige Geest, die aan verzoende mensen is ge geven, werkt nimmer buiten het Woord om. Deze twee zijn eenvoudig niet te scheiden. Christus wil nog altijd spreken in de noden van ons leven. De vraag is of wij als kinderen van God Hem wil len geloven. Deze hoveling geloofde en als hij thuis vraagt, hoe laat het kind beter geworden is, wordt zijn geloof bevestigd. Het kind werd beter op het moment dat Christus sprak. Gods Woord is nog immer actueel voor onze omgeving. Het brengt nog altijd genezing, als wij tenminste er naar willen luisteren. Predikanien tonen geen belangstelling Vergissing VORIGE week schonken wij uitvoerig aandacht aan de pro- blemen, die worden opgeroepen door de trek van het platteland naar de steden. Uit getallen die de Hervormde Kerk betreffen, zagen we dat er een „ontstellend" tekort aan predikanten in de steden is en een „overweldigend" overschot op het platteland als men tenminste alleen maar de getal len laat spreken en geen andere overwegingen in ogenschouw neemt. De kerk staat echter ook voor andere problemen. Kerken die eens in aanzien waren, vinden het tegenwoordig moeilijk om een predikant te beroepen. Dit probleem geldt niet slechts in ons land, maar bijvoorbeeld ook in Engeland. Nog maar enkele dagen geleden wijdde G. Thompson Brake in het Engelse blad „The Christian" aandacht aan dit ver schijnsel. werd een tweede Kop van Noord-Holland J/IJFTIG jaar geleden was het een eer als een Engelse predikant, het doet er niet toe van welke kerkelijke richting, een beroep kreeg naar een van de kerken in het noordelijk district. Deze grote, actieve ge meenten waren zeer in trek. Nu, vijftig jaar later, is de situatie geheel omgekeerd. Vooral bij de niet-Anglicaanse kerken is er een trek naar het zuiden en alle kerken, inclusief de Angli caanse hebben grote moeilijk heden om predikanten te vinden voor Lancashire of Yorkshire. Anglicaanse bisschoppen, me thodistische voorzitters van districtscomité's, congregationa- listische moderators en baptis- tische superintendenten hebben de grootste moeite om predi kanten naar hun districten of classes te lokken. Ook wij kennen dat beeld enigs zins, al is het lang niet meer zo sterk als het wel eens is geweest. Er is ongetwijfeld een trek naar het Westen van ons land, ook on der de predikanten. Vroegere ge meenten die om speciale redenen sterk in trek waren, liggen nu te ver van de grote beroepingsweg af om nog de beste predikers voor de ogen van anderen weg te kun nen kapen. Als we onze medewer ker Henk de Jong (schrijver van „Kansel op, kansel af" en „Kerk bank in, kerkbank uit") mogen ge loven en hij is als geen ander in ons land geïnformeerd als het gaat om anecdotische bijzonderhe den gaat over dit onderwerp zelfs het enige protestantse mopje dat betrekking heeft op Petrus, de poortwachter. Er zijn heel wat rooms-katholie- ke grapjes, de meeste banaal en andere platvloers, maar, vertelt hij in het „Gereformeerd Week blad" (uitg. Kok in Kampen) er is er één die vooral tegen het ein de van de vorige eeuw verteld werd in vele hervormde pastorieën. Tijdens de afwezigheid van Pe trus waren er enige predikanten aan de hemelpoort verschenen en door zijn plaatsvervanger zonder meer doorgelaten. Toen Petrus te rugkwam, was hij daar niet tevre den mee: dominees mochten niet zomaar naar binnen, want er zaten soms ruziemakers onder, luie her ders en oervervelende predikers. Hij kreeg een pracht van een idee: hij zette zijn henden aan de mond en riep: „Terband vacant". In een wedloop kwamen de domi nees terugrennen naar de poort. Dit grapje deed niet zonder die u nu zelfs niet meer kunt vin den in het register van „Van Al phen", maar die onder Heeren veen ressorteert was erg in trek. Deze gemeente had veel pastora lia en naar verluidt verdiende een dominee hier rond de eeuwwisse ling reeds bijna 14.000 gulden, een inkomen dat maar weinig domi nees in onze dagen halen. i kerk geen reveil heeft door» ,.™ensd" gemaakt zal hij zijn werk slechts "predi- °nder de moeiliikste omstandighe- piëerd*.Endeze^schrijver* nia tot twee jaar gelden kerk, die eens zoveel trok een stervende kerk predikant, als er al et.. r kant was, sprak voor lege banken, den kunnen verrichten. Als Dat deze kerk nu weer een an der beeld toont is het gevolg van een geestelijk reveil dat gekomen jaar geleden Prof. Edelkoort, die enkele ja ren geleden is overleden, opperde de gedachte dat de schrijver van het boek Numeri een vergissing heeft gemaakt en niet 600.000 sol daten bedoelde, maar daarin ook de vrouwen en kinderen meereken de. Maar dan zou de schrijver die vergissing telkens opnieuw hebben gemaakt, want hij herhaalt steeds weer nadrukkelijk dat het slechts gaat om de mannen boven de twintig jaar die in het leger mee optrokken. Maar dat lost nog een an der probleem niet op en wel dat van de eigenaardige verhouding tussen de aantallen Levieten en de andere stammen. De Levieten worden apart geteld, niet slechts de mannen boven de twintig jaar, maar allen van het mannelijk ge slacht die ouder waren dan een maand. Dan komt Mozes op een aantal van 22.273, dat veel gerin ger is dan de aantallen van de andere stammen, Ook de schrijver Kyle in de En gelse International Standard Bible Encyclopaedia, een werk met een zeer conservatieve inslag, pro beert het aantal wat te reduceren. Hij komt na een wat geforceerde redenering tot ten hoogste 1.500.000. In een oudere druk van dit werk nam C. R. Condor een veel radicalere positie in en sprak ervan dat de getallen bij het over schrijven verkeerd waren geco- niet Vijfde rad Terband in aanzien, Noorden vi worden s al lang niet meer zo en hetzelfde lot is het n Engeland beschoren, industriële streek ge- »r het kerkelijk werk geschiedt, vertelt G. Thompson Brake in het blad „The Christian". Maar dat is toch niet de enige reden. De echte reden is waarschijnlijk dat de meeste predikanten eenvoudig geen kans zien om door de geestelijke lethar gie heen te breken. Deze streek is een soort tweede Kop van Noord- Holland geworden. De kerk is in deze streek een vijfde rad aan 's levens wagen. hij de spreekt over een wekelijkse bid- voren komt. Maar dan is het wel .KiVK^ib-nir,» ,„n.n heel er2 opmerkelijk dat vrijwel stond en een toijbelkring zullen de aUe getallen verkeerd schijnen te slechts hun neus ophalen, zijn overgenomen in Numeri. predikant eindelijk 'het beroep omdat ze van mening zijn dat zij Daar komt bij dat dit boek twee En daarmede is deze dergelijke dingen niet nodig heb- volkstellingen bevat, een aan het een begin van de periode van veertig ben. Volgens deze schrijver zullen jaaf in de woestijn en de andere deze kerken in het noorden vacant tegen het einde. Het is heel op blijven zolang ze deze verwereld- merkelijk dat de gegeven aantal- lijking niet uit de kerk uitbannen 1?. .V«».l,nlet verschillen^ Het Wedergeboórte De nog jonge voorganger begon de mensen op te roepen tot beke ring te komen. Hij hief alle gezel- ligheidsverenigiiigen op en begon met een paar trouwe leden open luchtsamenkomsten te houden diensten te beleggen In de naaste i^ 'dat God"" omgeving, Zelfs het Opcrakoor ontbond hij en op de repetitie tweede register komt tot i taal aantal strijdbare mann 601.730. Het aantal Levieten is Numeri 26 gestegen tot 23.000. Verzonnen? G. Ernest Wright schrijft in zyn xi- massale werk „De Bijbel ontdekt aarde en steen": Wij zijn dus wel genoodzaakt aan te nemen, wedergeboorte. Dat kan niet gezegd Hot ls zeker niet vair dat het worden van vele andere kerken de schuld van de huidige genera tie is. De oorzaak moet gezocht worden in de dagen dat het ker- De schrijver komt dan ook tot de waarschuwing dat er in de bij- de geschiedenis van het christendom geen enkel bewijs kerk bezoekt dat zij groot is, of om haar ohitectonische schoonheid of - ----- avond beiegde hij een bidstond. het h!storlsche org.el met vlcr kla. dat de opgegeven aantallen of ge- Deze kerk beleefde een ffe«steHjke vlereiJ Maar dc geschiedenis iaat heel door de latere Israëlitische we] zjen dat Hij zich daar open- geschiedschrijvers zijn verzonnen, baart waar het koninkrijk Gods dan wel betrekking hebben op een voorop wordt gesteld. „De Weder- volkstelling die in werkelijkheid in de geboorte," beëindigt hij z\jn arti- een veel latere tijd Is gehouden, an welke kerk ook hangt echter abusievelijk werd toege- wat zij ziet ais prioriteit." schreven aan Mozes en bij dc ver in de omgeving. De schrijver waarschuwt ivangelische predikanten die kelijk leven in deze streken nog deze streek beroepen worden. Als af sterk bloeide, en de kerken actief behalve in de geestelijke dingen. In die tijd waren de kerken vol, zelfs op zondagavond, maar wat deden de mensen gedurende de week? Er zijn heel wat kerken die op zondag vrijwel leeg zijn, maar die nog zoemen van een bij- enkorf-achtige activiteit op door deweekse dagen. De avond van de week dat de kerk weer eens druk bezocht wordt is de avond waarop het kerkelijk operakoor komt oefe- schaal' nen voor de jaarlijkse uitvoering. TENUE H. M. in Randwijk in het blad „In de Waag- een bespreking over het boek van dr. J. J. Buskes Jr. „Zoetzuur:" Ik ben geen theoloog en ik kan de noodzaak niet Lege bonken bevroeden van het feit dat de evangelische bood schap meer gebracht wordt in het tenue van de deur waarder dan van de zange-, de fluitspeler, van (nou vooruit) de conferencier. iogdijen katoenstad in Lan cashire een kerk staat waar eens nu bijna vijftig jaar geleden op een zondagochtend de predikant van de kansel afdaalde om tot de ontdekking te komen dat de n Kprkvnopdii-' leden van het Operakoor tijdens u' zijn preek druk bezig waren ge- wij hebben om weest om in de kerkbanken de decors te schilderen voor de vol gende uitvoering. Diezelfde kerk bezat in die dagen de grootste bil jartzaal van de stad, waar belang rijke wedstrijden werden gespeeld en bood tientallen andere moge lijkheden voor ontspanning. De vrouwen van die kerk waren een jaar lang druk bezig om de jaar lijkse bazar die twee dagen duur de voor te bereiden. Het kerke lijk leven bewoog zich toen van PUBLICITEIT H. J. van der Wolk naar aanleiding van de re clameactie voor de kerkbouwactie in het blad de nu afgevraagd waarom ook nnsn rzover zij dio niet in hun midden lebben, niet een vakman aantrekken om de publi citeit te verzorgen. Dat in vele gemeenten de voor lichting te wensen overlaat, is naar onze vaste over tuiging een gevolg van het feit dat op dit gebied de nodige deskundigheid en vindingrijkheid ontbreekt. Dat zulks geen schande is, hebben we zojuist hier boven aangetoond. Maar wjj mogen daarin niet blij ven berusten. De kerkvoogden worden verantwoor delijk geacht voor de financiële positie van de ge meente cn daarom is het hun plicht allo goede en gewenste middelen te gebruiken die voor het goed functioneren van de gemeenten aanwezig zijn. Prof. dr. G. Brillenburg Wurth in het „Gere formeerd Weekblad" (Uitg. Kok, Kampen) in een artikel over zielszorg rondom het gemengde huwelijk: Voor veel mensen, ook voor heel wat ambtsbroe ders, valt het blijkbaar niet mee om, als kerkelijke verschillen in het geding zijn, billijk te bljjven en proporties te zien en ook andere kerkelijke gemeen schappen, bij wat men er in afkeurt, toch zoveel mogelijk recht te laten wedervaren. EVANGELISEREN Ds. T. J. Hagen in het Gereformeerd Kerkblad voor Drente en Overjjsel: Evangclisatiewerkers, leest een Christelijk politiek voorlichtingsblad. A.R. Post vind ik wel nuttig, maar nog tc weinig „Evangeliserend" voor onze buitenkerkelijke con tacten. 't Is nog wat te uitvoerig over hijzaken en „rake zetten" teruggeven aan tegenstanders, Wjj zullen almcer in onze Chr. politieke bladen van de gedachte moeten uitgaan, dat al meer ont kerstende wercldlingen door de Evangelisatie getrof fen worden en onze kranten gaan lezen. Zij zullen dan getrokken moeten worden door deze bladen Zy, communisten, liberalen en socialisten, die Ge reformeerd worden, zullen altijd pijnlijk getroffen worden door het niet echt Christelijk twistgeschrijf en het eens lekker uitkleden van de tegenpartij. Zij zullen in onze Chr. polemiek moeten voelen dat wij onze tegenstanders om Christus wille en om Zijn Koninkrijk moeten ontmoeten en als bet móet: aanvallen. melding op de verkeerde plaats in de kroniek is terechtgekomen. Het laatste lijkt het meest waarschijn lijk. De enige eldetrs vermelde volkstelling van geheel Israël is die van David (2 Sam. 24). Deze laatste mening wordt ook onderschreven door een van de bekendste en op het ogenblik waarschijnlijk een van de grootste archeologen: W. F. Albright. Geslachten In het bekende boek van Kei ler: „De bijbel heeft toch gelijk" citeert deze de beroemde archeo loog Flinders Petrie, die erop wees dat het klimaat in de woes tijn naar alle waarschijnlijkheid maar nauwelijks is veranderd. Hij concludeert daaruit dat ook de be volking gelijk gebleven moet zijn, namelijk tussen de 5000 en 7000 nomaden, die hun kudden op het Sinatietisch schieréiland hoedden. „Israël", schrijft hij, „moet dus ook ongeveer 6000 man sterk ge weest zijn dat bewijst de onbe sliste strijd met de Amelekieten. Flinders Petrie komt waar schijnlijk met de origineelste op lossing, die echter ook niet alle vragen oplost. Hij herinnert ons aan de uitspraak van Gideon in Richteren 6:15 „Zie mijn ge slacht is het geringste in Manas- se." Het woord voor „geslacht" is echter „duizend" en de Statenver taling zei dan ook wat letterlijken „Mijn duizend is het armste in Manasse." Petrie gaat er nu van Uit dat het woord voor duizend ook kan betekenen „familie" of „tent". Dan zou dus het aantal dat voor Manasse wordt gegeven (32.200) moeten zijn 32 tenten voor 200 mensen of ongeveer zes per tent. Wanneergwe zo de honderd tallen bij elkaar optellen, en Baar slag heeft dat reeds voor ons ge daan in zijn omvangrijk werk „De Bijbelse Geschiedenis", dan ko men we tot 5150 krijgslieden. Zelf hebben we dit getal verge- <2)e blinde ót'dte Uit de blinde stilte, dc levens geschiedenis van Wally Tho mas, door hem zelf verteld. Vertaling H. Jacobs. Uitgave Hollandia N.V., Baarn. Wanneer een jonge actieve man plotseling gezicht en gehoor ver liest. en dan nog in een verhaal vol humor en geloof vertellen kan, hoe hij de weg naar het leven om hem heen terug vindt, dan is dit op zich zelf reeds zulk een prestatie, dat ieder daarvan be- ïoort kennis te nemen. In dit boek wordt niet melding ge maakt van diepe wanhoop en de diepe strijd, die aan de overwin ning is voorafgegaan. Dit alles wordt slechts aangeroerd en de betrokkene noemt zich zelf in al le bescheidenheid een „kletsma joor". Hij geeft daarentegen een uitvoerige beschrijving van alles wat vriendschap en liefde hebben gedaan om hem er weer boven op te helpen. Het meest ontroe rend is wel het gedrag van zijn kinderen. Het boek is boeiend, een bemoediging en voorbeeld voor allen, die hun weg terug moeten zoeken. Anderen kunnen hieruit leren hoe zij helpen moeten. Dezer dagen verschijnt ook de tweede druk van de roman van de blinde schrijfster J. H. G. van der Mey, die kort geleden is uitgekomen onder de titel „Het licht dat niet dooft" bij La Riviè- re en Voorhoeve te Zwolle. leken met het aantal Levieten. Als we dat getal op dezelfde manier lezen komen we tot 22 tenten met 273 Levieten van een maand en ouder. Nu moet Israël losgeld be talen voor iedere eerstgeborene die er meer is dan het aantal Le vieten. In het totaal zijn er 273 eerstgeborenen meer (zie Nume ri 3:46). Tellen we alle families van de andere elf stammen bij el kaar, dan komen we tot 541 fami lies, die dus ongeveer zoveel eerst geborenen geteld zullen hebben. Tellen we het aantal Levieten en het overschot eerstgeborenen bij elkaar op dan komen we tot een totaal van 546, dat dus heel dicht bij het totaal aantal families komt. Grapje Maar ook deze hypothese heeft weer niet de instemming van allen gevonden. Er zijn heel wat specia listen in het Hebreeuws die deze interpretatie van het Hebreeuwse woord helemaal niet aanvaarden. En zo is men blijven zoeken. Geleerden zijn er zelfs wel eens Door deze woestijn trok Israël. Leefden hier 3 miljoen, enkel» duizenden of slechts 600 mensen? een grapje van gaan maken. Zo citeert Baarslag de Duitse profes sor Böhl, die bij het getal 603.550 denkt aan een schertsende woord speling, zoals in de Oud-Israëliti sche populaire volksverhalen zo zeer geliefd waren. Men moet nl. weten, dat in het Hebreeuws men geen aparte cijfers had naast de letters. Voor cijfers gebruikte men gewone letters, die dus een be paalde cijferwaarde hadden. Böhl heeft nu de letters bij elkaar op geteld van de zin uit Numeri 1:2 „De som van de gehele vergade ring der kinderen Israëls" en hij komt dan precies tot het getal 603.550. Het is leuk gevonden, maar of het enige waarde heeft...? Vrijwillig isolement I <i AT is er toch eigenlijk aan de hand met het gezin waaruit onze Jeanette is voortgekomen?" schrijft haar pleeg- s* moeder, zo n beetje ten einde raad in de voorjaarsdagen van g 1941 aan haar zwager. „Het kind is vrolijk en opgewekt: op X school gaat het uitstekend met haar en in huis is ze altijd even hef en aardig, maar ze wil onder geen beding naar haar g 5 ouders. Met de weekends metmaar nu ook niet in de aan- t 'JrT™. P™"""""""- Wat ons betreftis dat helemaal niet <J ff: ye ^",ons zo aan dtt meisje gaan hechten, dat we haar <j t liefst altijd om ons heen houden, maar we hebben het ge- a voel dat wij toch niet recht handelen, als ze nooit meer naar S g huis gaat. En nog eens: ze gddt niet. Ze heeft dat direct na g haar terugkeer tn januari gezegd en ze houdt voet bij stuk. 5 Ze maakt er helemaal geen drama van, maar ze herhaalt •g volkomen kalm: ik doe het nietnooit! En hoe meegaand ze verder ook ts, wij merken dat we in dit opzicht op een muur •h van verzet stuitenA nE BRIEF van het schoolhoofd lj geeft uitsluitsel: „Ik weet en begrijp evenmin als jullie al- J les, maar sommige bijzonder- neden kan ik wel verstrekken I Om te beginnen de vader Die deugt niet. Er is van allés en 1 n0iaTahifPiahr™ SïUt„n,8rk8n en.he! gaat Vim kwaad exsa. raadt een onwil om zich te hi>i»#n een slordigheid Uit de praktijk van een MAATSCHAPPELIJK WERKSTER ucnzeJj is dat al 'n veeg teken. Het ver- zich te buigen onder andermans gezag, van oenken en geest. Maar zoals jullie weten -• Weerr0S?Strarilmee.Vraï,„VOhOeri lei iniieho schrale bedoeninkje kan via aller- if,I hemki|aT;tent h™ "l0t '"•«"•WWÏ.'mÏ dl.'hefe'kerlf vaï rh„7n.'vaat. t trouwens hollend achteruit. Daarbij speelt ook Jn ruUeko^enYs^n^md?16; kerStfe,eSt ïaar *rote i dv£k met haar S!r?ouwï'' Jk WOet omdat ik als ouder üi« verf i ,»"va4 woninIgewaarBzeUhi"Lnetrekken WM nogi,over een leeestaande dat ze vTn Left Sk Maar het oometkelijke was W .ch» wtó".SSTZSMSÏ w„T,l„ Êewe„d"LZn°'w.S„ 0n5d°rp ««av.n heeft. D, m.n"e„ z'™ n°5 nfpor »h rvï weSloPende vrouwen, echtscheidingen en wat dies meer ztj. De mensen kennen elkaar ook zo vfirMrhrilrlr*iüu „j. «aVeY ««»";,Zem?.,.rwhemP, ïï'ÏJiïTgï'SfïA'ïS één d^n?reh°ihS tl afgespeeld tussen haar en haar man. Maar fto l he£ Ik,)vel begrepen: juist 't kind, dat niet meer K ffi tVSe'r da" dat omlaanfwetS'.":. m"r 'e weten dan 1,08 lk W" te Nee?"U zelt"het MhuiS .gaan kijken?" oppert ligt"knmt ,I".l t meisje. Maar 's avonds als ze in bed ligt. komt ze er toch nog weer op terug: „U vroeg O"" huisgaan, hé? Ik kan dat nooit meer doen .„.«Baan, uBi us nan aai nooit meer doen, Weet u- poos geleden heb k vader hier in de stad gezien. Hij zag hiTlitaarzelt. „Het was afschuwelijk. Ik geloof dat haar zh? opnieuw af.8 Evë" "têr"""^ zeh^"i£ mTï'rVfl „IS.' "'a' a'«« V" l"'eA.!'Een5„h8;pi,,e,,hl8kr|„,£ w:s ü?en l g5e,t En de pteegmoedcr denkt: „God maar <foen voor haar zor8en- Laat mij dat dan WIJKPREDIKANT.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1960 | | pagina 19