Hoeveel Israëlieten trokken er door
HETN00RDEN VAN ENGELAND
j mm mm
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 18 JUNI 1960
In het laatste vers van Johannes 2 zegt de schrijver
dat Jezus wist „wat in de mens was" en in de
volgende hoofdstukken gaat hij deze kennis van
Christus illustreren.
De leegte van de theologie
Johannes brengt Jezus eerst in contact met een Joods
schriftgeleerde, de rabbi Nicodemus. Hier is een
man die op de hoogte is met alles wat de gods
dienst leert. In onze dagen zouden wij hem waar
schijnlijk een theoloog noemen (Zie Johannes 3).
Maar ook theologie kan leeg zijn. Er kan een leer zijn
waarin al lang het hart van het werkelijke leven niet
meer klopt.
Jezus gaat niet met hem discussiëren. Hij opent zelfs
niet de Bijbel. Bijna plompverloren zegt hij Nicode
mus op de man af dat hij wedergeboren moet worden.
En dan plaatst hij midden in het theologisch gevulde
maar zo lege hart van deze geestelijke leider het kruis
en zegt dat de Christus als de slang van Mozes verhoogd
moet worden.
Zonder dat kruis en zonder het plaatsvervangend ster
ven van Jezus Christus is er geen vergeving. Het
evangelie begint voor de gevallen mens met de nood
zaak van verzoening. Niet de theologie verlost ons
van het oordeel Gods, maar het sterven van Chris
tus. Slechts wie in Hem gelooft heeft het eeuwige le-
De leegte van de lust
Onmiddellijk neemt de schrijver van het vierde evan
gelie ons dan van de stoffige straten van Jeruzalem
mee naar een bron in het land van de Samaritanen.
Weer volgt er een ontmoeting, ditmaal met een
vrouw. Ook haar hart is leeg. Zij heeft het echter
niet gezocht in de leer, maar in de liefde. Met heel
haar hart heeft ze geprobeerd haar leven te vervul
len. „Vijf mannen hebt ge gehad," zegt Christus
openlijk tegen haar, „en die ge nu hebt is uw man niet."
Met deze vrouw spreekt de Heiland niet over zijn
kruis, maar over „de gave Gods", over het leven
de water dat tot een fontein van water zal worden die
springt tot in het eeuwige leven.
Het is zonder meer duidelijk dat de Heiland bij deze
woorden denkt aan de gave van de Heilige Geest.
De Heiland laat verzoende Nicodemussen maar niet
als wezen achter In de wereld. Hij heeft ons de Heilige
Geest beloofd en gegeven.
Het kruis verlost ons van het oordeel, maar de ga
ve van de Heilige Geest maakt ons tot christenen die
in deze wereld iets uit te delen hebben. Deze vrouw
kan Christus water geven uit de bron van Jacob,
maar als de Heiland met haar heeft gesproken, holt
zij terug naar haar dorp en geeft deze mensen iets
wat van oneindig groter waarde is uit de geestelijke
bron van Jacob. Deze verzoende vrouw wordt een
zendelinge.
De leegte van het gezag
Een oud probleem opnieuw in de belangsielling
"PiE premier van Israël, Ben Goerion heeft veel gelovigen weer
naar hun bijbels doen grijpen. Tijdens een persconferentie en een
uitzending over de Israëlische radio heeft hij verklaard dat Israël
niet in duizendtallen Egypte heeft verlaten, maar dat slechts 600
Hebreeën door de Rode Zee en de woestijn trokken. Zijn opmerking
had een bewuste politieke achtergrond. Als er slechts weinig Is
raëlieten waren, dan wordt het oordeel dat Egypte trof er veel groter
door. Als, zoals Ben Goerion beweerde, niet alle Hebreeën naar
Egypte trokken om daar als slaven te worden misbruikt, maar een
groot aantal in Palestina was achtergebleven die bij de terugkeer
van hun broeders Jozua hebben geholpen om het land weer in bezit
te nemen, dan blijkt daar uit dat Israël dus al rechten kon laten gelden
nog voor de troepen van Jozua de inwoners van het land aanvielen!
TK/faar niet iedereen was het eens met
deze nationalistisch getinte exege
se. Er werden in het parlement door
de vertegenwoordigers van de ortho
doxe partij zelfs vragen gesteld. Er is
dan ook wel een geweldig verschil tus
sen de zeshonderd Israëlieten van Ben
Goerion en de 603.550 van Numeri 2:32.
En in dat getal zijn zelfs nog maar al
leen de strijdbare mannen meegere
kend en niet de Levieten noch de vrou
wen en de kinderen. Wanneer men het
gehele volk zou tellen zou men de 3
miljoen benaderen.
Deeds in de vorige eeuw hebben ge-
leerden met verbazing tegen dit gro
te getal zitten aankijken. De Sinai-
ivoestijn is immers maar 25000 km2
groot en zelfs als deze streek minder
droog is geweest dan nu het geval is,
zou de woestijn zeer waarschijnlijk
lang niet voldoende voedsel hebben ge
boden voor de duizenden dieren die in
deze immense karavaan meetrokken.
T~)at wil niet zeggen dat alle geleer-
den van de laatste honderd jaar dit
aantal voor onmogelijk hebben gehou
den. Er zijn vele christenen en Joden
geweest, die deze aantallen niet in twij
fel wilden trekken. Zij hebben vooral
gewezen op de wonderen, maar ande
ren hebben weer geantwoord dat het
zelfs dan nog twijfelachtig is dat zo
veel mensen in deze woestijn hebben
kunnen leven. Per slot van rekening
ging het niet om een dagreis of een
trektocht van een week. Israël heeft
veertig jaar in de woestijn vertoefd.
De voortgaande opgravingen
hebben weer hun eigen vraagte
kens bij de geslachtsregisters van
het boek Numeri geplaatst. Zo
heeft men ontdekt dat het staande
leger van Egypte in de dagen van
de uittocht zeker niet meer dan
5000 soldaten omvatte. Naar schat
ting woonden er in die dagen in
Palestina tussen de 1500 en 5000
mensen. De twee a drie miljoen
Israëlieten vormden dan ook een
macht die ieder van deze kleine
volkjes en volkeren eenvoudig zon
der meer onder de voet had kun-
Bijbelse vragen
Maar zelfs bepaalde gegevens
in de bijbel zelf schijnen niet
overeen te stemmen met deze
reusachtige aantallen. Als we tek
sten als Exodus 23:29 en 30 lezen
of Deut. 4:38, 7:1 en andere dan
zien wij Ismël steeds als een klein
volk tegenover machtige tegen
standers. Israël was niet groot ge
noeg om direct het gehele land in
bezit te nemen en daarom zou
God langzaam, stap voor stap, het
land aan hen geven, opdat niet het
aantal wilde dieren in de ontvolk
te woongebieden zou toenemen en
voor het volk van God een gevaar
zou opleveren.
Er zijn echter nog andere me
dedelingen die pleiten tegen de
duizendtallen van Numeri een en
twee. In het lied van Debora
wordt gesproken over 40.000 strij
ders in Israël. Dat aantal is dan
wel veel en veel kleiner dan de
600.000 van Numeri. In I Kronie
ken 7:40 wordt het aantal strijders
van de stam Aser genoemd, na
melijk 26,000. Dit is slechts de
helft van het aantal dat in Nume
ri 1:41 wordt genoemd, namelijk
41.500.
Het is echter gemakkelijker om
de gegevens van Numeri in twij
fel te trekken dan om een steek
houdende oplossing te geven voor
dit probleem. Ben Goerion komt
al met een heel laag getal van
600. Hij schijnt wel de meest kri
tische theorie aan te hangen, die
meer problemen loswoelt dan op
lost.
Voor Johannes Is het maar één stap van de Samari-
taanse vrouw naar de hoveling van Kapernaum (zie
Joh. 4:4654). Hier is een man van gezag, die mach
teloos staat aan het ziekbed van zijn zoon, dat een
sterfbed dreigt te worden. Deze man heeft uiterlijk
alles, maar staat machteloos als het leven toeslaat.
Het wonderlijke van dit verhaal is dat Christus niet
met hem meegaat zoals Hij zo vaak heeft gedaan,
bijvoorbeeld naar de stervende Lazarus en het doch
tertje van Jairus, Christus spreekt en dat moet ge
noeg zijn.
In dit verhaal ligt de nadruk op „de man geloofde
het woord dat Jezus sprak." Ik geloof dat we deze
tekst geen geweld aandoen als we dit woord met een
hoofdletter gaan schrijven, dus het Woord, dat Je-
De Heilige Geest, die aan verzoende mensen is ge
geven, werkt nimmer buiten het Woord om. Deze
twee zijn eenvoudig niet te scheiden. Christus wil
nog altijd spreken in de noden van ons leven. De
vraag is of wij als kinderen van God Hem wil
len geloven. Deze hoveling geloofde en als hij thuis
vraagt, hoe laat het kind beter geworden is, wordt
zijn geloof bevestigd. Het kind werd beter op het
moment dat Christus sprak. Gods Woord is nog immer
actueel voor onze omgeving. Het brengt nog altijd
genezing, als wij tenminste er naar willen luisteren.
Predikanien tonen geen belangstelling
Vergissing
VORIGE week schonken wij uitvoerig aandacht aan de pro-
blemen, die worden opgeroepen door de trek van het
platteland naar de steden. Uit getallen die de Hervormde
Kerk betreffen, zagen we dat er een „ontstellend" tekort aan
predikanten in de steden is en een „overweldigend" overschot
op het platteland als men tenminste alleen maar de getal
len laat spreken en geen andere overwegingen in ogenschouw
neemt. De kerk staat echter ook voor andere problemen.
Kerken die eens in aanzien waren, vinden het tegenwoordig
moeilijk om een predikant te beroepen. Dit probleem geldt
niet slechts in ons land, maar bijvoorbeeld ook in Engeland.
Nog maar enkele dagen geleden wijdde G. Thompson Brake
in het Engelse blad „The Christian" aandacht aan dit ver
schijnsel.
werd een tweede Kop van Noord-Holland
J/IJFTIG jaar geleden was het
een eer als een Engelse
predikant, het doet er niet toe
van welke kerkelijke richting,
een beroep kreeg naar een van
de kerken in het noordelijk
district. Deze grote, actieve ge
meenten waren zeer in trek. Nu,
vijftig jaar later, is de situatie
geheel omgekeerd. Vooral bij de
niet-Anglicaanse kerken is er
een trek naar het zuiden en
alle kerken, inclusief de Angli
caanse hebben grote moeilijk
heden om predikanten te vinden
voor Lancashire of Yorkshire.
Anglicaanse bisschoppen, me
thodistische voorzitters van
districtscomité's, congregationa-
listische moderators en baptis-
tische superintendenten hebben
de grootste moeite om predi
kanten naar hun districten of
classes te lokken.
Ook wij kennen dat beeld enigs
zins, al is het lang niet meer zo
sterk als het wel eens is geweest.
Er is ongetwijfeld een trek naar
het Westen van ons land, ook on
der de predikanten. Vroegere ge
meenten die om speciale redenen
sterk in trek waren, liggen nu te
ver van de grote beroepingsweg
af om nog de beste predikers voor
de ogen van anderen weg te kun
nen kapen. Als we onze medewer
ker Henk de Jong (schrijver van
„Kansel op, kansel af" en „Kerk
bank in, kerkbank uit") mogen ge
loven en hij is als geen ander
in ons land geïnformeerd als het
gaat om anecdotische bijzonderhe
den gaat over dit onderwerp
zelfs het enige protestantse mopje
dat betrekking heeft op Petrus, de
poortwachter.
Er zijn heel wat rooms-katholie-
ke grapjes, de meeste banaal en
andere platvloers, maar, vertelt
hij in het „Gereformeerd Week
blad" (uitg. Kok in Kampen) er
is er één die vooral tegen het ein
de van de vorige eeuw verteld
werd in vele hervormde pastorieën.
Tijdens de afwezigheid van Pe
trus waren er enige predikanten
aan de hemelpoort verschenen en
door zijn plaatsvervanger zonder
meer doorgelaten. Toen Petrus te
rugkwam, was hij daar niet tevre
den mee: dominees mochten niet
zomaar naar binnen, want er zaten
soms ruziemakers onder, luie her
ders en oervervelende predikers.
Hij kreeg een pracht van een
idee: hij zette zijn henden aan de
mond en riep: „Terband vacant".
In een wedloop kwamen de domi
nees terugrennen naar de poort.
Dit grapje deed niet zonder
die u nu zelfs niet meer kunt vin
den in het register van „Van Al
phen", maar die onder Heeren
veen ressorteert was erg in trek.
Deze gemeente had veel pastora
lia en naar verluidt verdiende een
dominee hier rond de eeuwwisse
ling reeds bijna 14.000 gulden, een
inkomen dat maar weinig domi
nees in onze dagen halen.
i kerk geen reveil heeft door»
,.™ensd" gemaakt zal hij zijn werk slechts
"predi- °nder de moeiliikste omstandighe- piëerd*.Endeze^schrijver*
nia tot twee jaar gelden
kerk, die eens zoveel
trok een stervende kerk
predikant, als er al et.. r
kant was, sprak voor lege banken, den kunnen verrichten. Als
Dat deze kerk nu weer een an
der beeld toont is het gevolg van
een geestelijk reveil dat gekomen
jaar geleden
Prof. Edelkoort, die enkele ja
ren geleden is overleden, opperde
de gedachte dat de schrijver van
het boek Numeri een vergissing
heeft gemaakt en niet 600.000 sol
daten bedoelde, maar daarin ook
de vrouwen en kinderen meereken
de. Maar dan zou de schrijver die
vergissing telkens opnieuw hebben
gemaakt, want hij herhaalt steeds
weer nadrukkelijk dat het slechts
gaat om de mannen boven de
twintig jaar die in het leger mee
optrokken.
Maar dat lost nog een an
der probleem niet op en wel dat
van de eigenaardige verhouding
tussen de aantallen Levieten en de
andere stammen. De Levieten
worden apart geteld, niet slechts
de mannen boven de twintig jaar,
maar allen van het mannelijk ge
slacht die ouder waren dan een
maand. Dan komt Mozes op een
aantal van 22.273, dat veel gerin
ger is dan de aantallen van de
andere stammen,
Ook de schrijver Kyle in de En
gelse International Standard Bible
Encyclopaedia, een werk met een
zeer conservatieve inslag, pro
beert het aantal wat te reduceren.
Hij komt na een wat geforceerde
redenering tot ten hoogste
1.500.000. In een oudere druk van
dit werk nam C. R. Condor een
veel radicalere positie in en sprak
ervan dat de getallen bij het over
schrijven verkeerd waren geco-
niet
Vijfde rad
Terband
in aanzien,
Noorden vi
worden
s al lang niet meer zo
en hetzelfde lot is het
n Engeland beschoren,
industriële streek ge-
»r het kerkelijk werk
geschiedt, vertelt G.
Thompson Brake in het blad „The
Christian". Maar dat is toch niet
de enige reden. De echte reden
is waarschijnlijk dat de meeste
predikanten eenvoudig geen kans
zien om door de geestelijke lethar
gie heen te breken. Deze streek
is een soort tweede Kop van Noord-
Holland geworden. De kerk is in
deze streek een vijfde rad aan 's
levens wagen.
hij de
spreekt over een wekelijkse bid- voren komt. Maar dan is het wel
.KiVK^ib-nir,» ,„n.n heel er2 opmerkelijk dat vrijwel
stond en een toijbelkring zullen de aUe getallen verkeerd schijnen te
slechts hun neus ophalen, zijn overgenomen in Numeri.
predikant eindelijk 'het beroep omdat ze van mening zijn dat zij Daar komt bij dat dit boek twee
En daarmede is deze dergelijke dingen niet nodig heb- volkstellingen bevat, een aan het
een begin van de periode van veertig
ben. Volgens deze schrijver zullen jaaf in de woestijn en de andere
deze kerken in het noorden vacant tegen het einde. Het is heel op
blijven zolang ze deze verwereld- merkelijk dat de gegeven aantal-
lijking niet uit de kerk uitbannen 1?. .V«».l,nlet verschillen^ Het
Wedergeboórte
De nog jonge voorganger begon
de mensen op te roepen tot beke
ring te komen. Hij hief alle gezel-
ligheidsverenigiiigen op en begon
met een paar trouwe leden open
luchtsamenkomsten te houden
diensten te beleggen In de naaste i^ 'dat God""
omgeving, Zelfs het Opcrakoor
ontbond hij en op de repetitie
tweede register komt tot i
taal aantal strijdbare mann
601.730. Het aantal Levieten is
Numeri 26 gestegen tot 23.000.
Verzonnen?
G. Ernest Wright schrijft in zyn
xi- massale werk „De Bijbel ontdekt
aarde en steen": Wij zijn dus
wel genoodzaakt aan te nemen,
wedergeboorte. Dat kan niet gezegd
Hot ls zeker niet vair dat het worden van vele andere kerken
de schuld van de huidige genera
tie is. De oorzaak moet gezocht
worden in de dagen dat het ker-
De schrijver komt dan ook tot
de waarschuwing dat er in de bij-
de geschiedenis van
het christendom geen enkel bewijs
kerk bezoekt
dat zij groot is, of om haar
ohitectonische schoonheid of - -----
avond beiegde hij een bidstond. het h!storlsche org.el met vlcr kla. dat de opgegeven aantallen of ge-
Deze kerk beleefde een ffe«steHjke vlereiJ Maar dc geschiedenis iaat heel door de latere Israëlitische
we] zjen dat Hij zich daar open- geschiedschrijvers zijn verzonnen,
baart waar het koninkrijk Gods dan wel betrekking hebben op een
voorop wordt gesteld. „De Weder- volkstelling die in werkelijkheid in
de geboorte," beëindigt hij z\jn arti- een veel latere tijd Is gehouden,
an welke kerk ook hangt echter abusievelijk werd toege-
wat zij ziet ais prioriteit." schreven aan Mozes en bij dc ver
in de omgeving.
De schrijver waarschuwt
ivangelische predikanten die
kelijk leven in deze streken nog deze streek beroepen worden. Als af
sterk bloeide, en de kerken actief
behalve in de geestelijke
dingen.
In die tijd waren de kerken vol,
zelfs op zondagavond, maar wat
deden de mensen gedurende de
week? Er zijn heel wat kerken
die op zondag vrijwel leeg zijn,
maar die nog zoemen van een bij-
enkorf-achtige activiteit op door
deweekse dagen. De avond van de
week dat de kerk weer eens druk
bezocht wordt is de avond waarop
het kerkelijk operakoor komt oefe- schaal'
nen voor de jaarlijkse uitvoering.
TENUE
H. M.
in Randwijk in het blad „In de Waag-
een bespreking over het boek van dr.
J. J. Buskes Jr. „Zoetzuur:"
Ik ben geen theoloog en ik kan de noodzaak niet
Lege bonken bevroeden van het feit dat de evangelische bood
schap meer gebracht wordt in het tenue van de deur
waarder dan van de zange-, de fluitspeler, van (nou
vooruit) de conferencier.
iogdijen
katoenstad in Lan
cashire een kerk staat waar eens
nu bijna vijftig jaar geleden op
een zondagochtend de predikant
van de kansel afdaalde om tot
de ontdekking te komen dat de n Kprkvnopdii-'
leden van het Operakoor tijdens u'
zijn preek druk bezig waren ge- wij hebben om
weest om in de kerkbanken de
decors te schilderen voor de vol
gende uitvoering. Diezelfde kerk
bezat in die dagen de grootste bil
jartzaal van de stad, waar belang
rijke wedstrijden werden gespeeld
en bood tientallen andere moge
lijkheden voor ontspanning. De
vrouwen van die kerk waren een
jaar lang druk bezig om de jaar
lijkse bazar die twee dagen duur
de voor te bereiden. Het kerke
lijk leven bewoog zich toen van
PUBLICITEIT
H. J. van der Wolk naar aanleiding van de re
clameactie voor de kerkbouwactie in het blad
de
nu afgevraagd waarom ook nnsn
rzover zij dio niet in hun midden
lebben, niet een vakman aantrekken om de publi
citeit te verzorgen. Dat in vele gemeenten de voor
lichting te wensen overlaat, is naar onze vaste over
tuiging een gevolg van het feit dat op dit gebied de
nodige deskundigheid en vindingrijkheid ontbreekt.
Dat zulks geen schande is, hebben we zojuist hier
boven aangetoond. Maar wjj mogen daarin niet blij
ven berusten. De kerkvoogden worden verantwoor
delijk geacht voor de financiële positie van de ge
meente cn daarom is het hun plicht allo goede en
gewenste middelen te gebruiken die voor het goed
functioneren van de gemeenten aanwezig zijn.
Prof. dr. G. Brillenburg Wurth in het „Gere
formeerd Weekblad" (Uitg. Kok, Kampen) in
een artikel over zielszorg rondom het gemengde
huwelijk:
Voor veel mensen, ook voor heel wat ambtsbroe
ders, valt het blijkbaar niet mee om, als kerkelijke
verschillen in het geding zijn, billijk te bljjven en
proporties te zien en ook andere kerkelijke gemeen
schappen, bij wat men er in afkeurt, toch zoveel
mogelijk recht te laten wedervaren.
EVANGELISEREN
Ds. T. J. Hagen in het Gereformeerd Kerkblad
voor Drente en Overjjsel:
Evangclisatiewerkers, leest een Christelijk politiek
voorlichtingsblad.
A.R. Post vind ik wel nuttig, maar nog tc weinig
„Evangeliserend" voor onze buitenkerkelijke con
tacten. 't Is nog wat te uitvoerig over hijzaken en
„rake zetten" teruggeven aan tegenstanders,
Wjj zullen almcer in onze Chr. politieke bladen
van de gedachte moeten uitgaan, dat al meer ont
kerstende wercldlingen door de Evangelisatie getrof
fen worden en onze kranten gaan lezen.
Zij zullen dan getrokken moeten worden door deze
bladen
Zy, communisten, liberalen en socialisten, die Ge
reformeerd worden, zullen altijd pijnlijk getroffen
worden door het niet echt Christelijk twistgeschrijf
en het eens lekker uitkleden van de tegenpartij.
Zij zullen in onze Chr. polemiek moeten voelen
dat wij onze tegenstanders om Christus wille en om
Zijn Koninkrijk moeten ontmoeten en als bet móet:
aanvallen.
melding op de verkeerde plaats in
de kroniek is terechtgekomen. Het
laatste lijkt het meest waarschijn
lijk. De enige eldetrs vermelde
volkstelling van geheel Israël is
die van David (2 Sam. 24).
Deze laatste mening wordt ook
onderschreven door een van de
bekendste en op het ogenblik
waarschijnlijk een van de grootste
archeologen: W. F. Albright.
Geslachten
In het bekende boek van Kei
ler: „De bijbel heeft toch gelijk"
citeert deze de beroemde archeo
loog Flinders Petrie, die erop
wees dat het klimaat in de woes
tijn naar alle waarschijnlijkheid
maar nauwelijks is veranderd. Hij
concludeert daaruit dat ook de be
volking gelijk gebleven moet zijn,
namelijk tussen de 5000 en 7000
nomaden, die hun kudden op het
Sinatietisch schieréiland hoedden.
„Israël", schrijft hij, „moet dus
ook ongeveer 6000 man sterk ge
weest zijn dat bewijst de onbe
sliste strijd met de Amelekieten.
Flinders Petrie komt waar
schijnlijk met de origineelste op
lossing, die echter ook niet alle
vragen oplost. Hij herinnert ons
aan de uitspraak van Gideon in
Richteren 6:15 „Zie mijn ge
slacht is het geringste in Manas-
se." Het woord voor „geslacht" is
echter „duizend" en de Statenver
taling zei dan ook wat letterlijken
„Mijn duizend is het armste in
Manasse." Petrie gaat er nu van
Uit dat het woord voor duizend
ook kan betekenen „familie" of
„tent". Dan zou dus het aantal
dat voor Manasse wordt gegeven
(32.200) moeten zijn 32 tenten voor
200 mensen of ongeveer zes per
tent. Wanneergwe zo de honderd
tallen bij elkaar optellen, en Baar
slag heeft dat reeds voor ons ge
daan in zijn omvangrijk werk „De
Bijbelse Geschiedenis", dan ko
men we tot 5150 krijgslieden.
Zelf hebben we dit getal verge-
<2)e blinde ót'dte
Uit de blinde stilte, dc levens
geschiedenis van Wally Tho
mas, door hem zelf verteld.
Vertaling H. Jacobs. Uitgave
Hollandia N.V., Baarn.
Wanneer een jonge actieve man
plotseling gezicht en gehoor ver
liest. en dan nog in een verhaal
vol humor en geloof vertellen kan,
hoe hij de weg naar het leven
om hem heen terug vindt, dan is
dit op zich zelf reeds zulk een
prestatie, dat ieder daarvan be-
ïoort kennis te nemen. In dit
boek wordt niet melding ge
maakt van diepe wanhoop en de
diepe strijd, die aan de overwin
ning is voorafgegaan. Dit alles
wordt slechts aangeroerd en de
betrokkene noemt zich zelf in al
le bescheidenheid een „kletsma
joor". Hij geeft daarentegen een
uitvoerige beschrijving van alles
wat vriendschap en liefde hebben
gedaan om hem er weer boven
op te helpen. Het meest ontroe
rend is wel het gedrag van zijn
kinderen. Het boek is boeiend, een
bemoediging en voorbeeld voor
allen, die hun weg terug moeten
zoeken. Anderen kunnen hieruit
leren hoe zij helpen moeten.
Dezer dagen verschijnt ook
de tweede druk van de roman
van de blinde schrijfster J. H. G.
van der Mey, die kort geleden is
uitgekomen onder de titel „Het
licht dat niet dooft" bij La Riviè-
re en Voorhoeve te Zwolle.
leken met het aantal Levieten. Als
we dat getal op dezelfde manier
lezen komen we tot 22 tenten met
273 Levieten van een maand en
ouder. Nu moet Israël losgeld be
talen voor iedere eerstgeborene
die er meer is dan het aantal Le
vieten. In het totaal zijn er 273
eerstgeborenen meer (zie Nume
ri 3:46). Tellen we alle families
van de andere elf stammen bij el
kaar, dan komen we tot 541 fami
lies, die dus ongeveer zoveel eerst
geborenen geteld zullen hebben.
Tellen we het aantal Levieten en
het overschot eerstgeborenen bij
elkaar op dan komen we tot een
totaal van 546, dat dus heel dicht
bij het totaal aantal families
komt.
Grapje
Maar ook deze hypothese heeft
weer niet de instemming van allen
gevonden. Er zijn heel wat specia
listen in het Hebreeuws die deze
interpretatie van het Hebreeuwse
woord helemaal niet aanvaarden.
En zo is men blijven zoeken.
Geleerden zijn er zelfs wel eens
Door deze woestijn trok Israël.
Leefden hier 3 miljoen, enkel»
duizenden of slechts 600 mensen?
een grapje van gaan maken. Zo
citeert Baarslag de Duitse profes
sor Böhl, die bij het getal 603.550
denkt aan een schertsende woord
speling, zoals in de Oud-Israëliti
sche populaire volksverhalen zo
zeer geliefd waren. Men moet nl.
weten, dat in het Hebreeuws men
geen aparte cijfers had naast de
letters. Voor cijfers gebruikte men
gewone letters, die dus een be
paalde cijferwaarde hadden. Böhl
heeft nu de letters bij elkaar op
geteld van de zin uit Numeri 1:2
„De som van de gehele vergade
ring der kinderen Israëls" en hij
komt dan precies tot het getal
603.550. Het is leuk gevonden,
maar of het enige waarde heeft...?
Vrijwillig isolement I
<i AT is er toch eigenlijk aan de hand met het gezin waaruit
onze Jeanette is voortgekomen?" schrijft haar pleeg-
s* moeder, zo n beetje ten einde raad in de voorjaarsdagen van
g 1941 aan haar zwager. „Het kind is vrolijk en opgewekt: op X
school gaat het uitstekend met haar en in huis is ze altijd
even hef en aardig, maar ze wil onder geen beding naar haar g
5 ouders. Met de weekends metmaar nu ook niet in de aan-
t 'JrT™. P™"""""""- Wat ons betreftis dat helemaal niet
<J ff: ye ^",ons zo aan dtt meisje gaan hechten, dat we haar
<j t liefst altijd om ons heen houden, maar we hebben het ge- a
voel dat wij toch niet recht handelen, als ze nooit meer naar S
g huis gaat. En nog eens: ze gddt niet. Ze heeft dat direct na
g haar terugkeer tn januari gezegd en ze houdt voet bij stuk. 5
Ze maakt er helemaal geen drama van, maar ze herhaalt
•g volkomen kalm: ik doe het nietnooit! En hoe meegaand ze
verder ook ts, wij merken dat we in dit opzicht op een muur
•h van verzet stuitenA
nE BRIEF van het schoolhoofd
lj geeft uitsluitsel: „Ik weet
en begrijp evenmin als jullie al-
J les, maar sommige bijzonder-
neden kan ik wel verstrekken
I Om te beginnen de vader Die
deugt niet. Er is van allés en
1 n0iaTahifPiahr™ SïUt„n,8rk8n en.he! gaat Vim kwaad exsa.
raadt een onwil om zich te hi>i»#n
een slordigheid
Uit de praktijk van een
MAATSCHAPPELIJK
WERKSTER
ucnzeJj is dat al 'n veeg teken. Het ver-
zich te buigen onder andermans gezag,
van oenken en geest. Maar zoals jullie weten -•
Weerr0S?Strarilmee.Vraï,„VOhOeri
lei iniieho schrale bedoeninkje kan via aller-
if,I
hemki|aT;tent h™ "l0t '"•«"•WWÏ.'mÏ dl.'hefe'kerlf vaï
rh„7n.'vaat. t trouwens hollend achteruit. Daarbij speelt ook Jn
ruUeko^enYs^n^md?16; kerStfe,eSt ïaar *rote
i dv£k
met haar S!r?ouwï'' Jk WOet omdat ik als ouder üi« verf
i ,»"va4
woninIgewaarBzeUhi"Lnetrekken WM nogi,over een leeestaande
dat ze vTn Left Sk Maar het oometkelijke was
W .ch» wtó".SSTZSMSÏ w„T,l„
Êewe„d"LZn°'w.S„ 0n5d°rp ««av.n heeft. D, m.n"e„ z'™ n°5
nfpor »h rvï weSloPende vrouwen, echtscheidingen en wat dies
meer ztj. De mensen kennen elkaar ook zo vfirMrhrilrlr*iüu „j.
«aVeY ««»";,Zem?.,.rwhemP, ïï'ÏJiïTgï'SfïA'ïS
één d^n?reh°ihS tl afgespeeld tussen haar en haar man. Maar
fto l he£ Ik,)vel begrepen: juist 't kind, dat niet meer
K ffi tVSe'r da"
dat omlaanfwetS'.":. m"r 'e weten dan 1,08 lk W"
te Nee?"U zelt"het MhuiS .gaan kijken?" oppert
ligt"knmt ,I".l t meisje. Maar 's avonds als ze in bed
ligt. komt ze er toch nog weer op terug: „U vroeg O""
huisgaan, hé? Ik kan dat nooit meer doen
.„.«Baan, uBi us nan aai nooit meer doen, Weet u-
poos geleden heb k vader hier in de stad gezien. Hij zag
hiTlitaarzelt. „Het was afschuwelijk. Ik geloof dat
haar zh? opnieuw af.8 Evë" "têr"""^ zeh^"i£
mTï'rVfl „IS.' "'a' a'«« V" l"'eA.!'Een5„h8;pi,,e,,hl8kr|„,£
w:s
ü?en l g5e,t En de pteegmoedcr denkt: „God
maar <foen voor haar zor8en- Laat mij dat dan
WIJKPREDIKANT.