Strijd aan conferentietafel vaak veel zwaarder is Geen vakbeweging zonder levensbesehcuwing CETALAC VAKBEWEGING: SCHILD VOOR DE ZWAKKEREN cle c/rootóte gave Hen woord voor vandaag Kanttekening 2 C. Brandsma in N.C.B.-nummer: Felicitaties van twee excellenties Ter gelegenheid van het zes tigjarig bestaan van de Neder landse, Christelijke Bond van Werknemers in de Hout- en Bouwnijverheid is de Opbouw, het orgaan van de bond, van daag met een bijzonder num mer uitgekomen. In het nummer zijn tal van artikelen opgenomen van pro minente Nederlanders, die de bond hun gelukwensen aanbie den. De rij wordt geopend door Zijne Excellentie de minister van sociale zaken. Na in het kort de moeilijkheden te heb ben geschetst, waarmee de bond in het verleden te kam pen heeft gehad, spreekt minis ter Van Rooy de verwachting uit, dat de christelijke idealen, die de bond en zijn leden in het verleden hebben bezield, er ook in de toekomst borg voor staan dat de bond ook dan niet zal versagen. Minister Van Aartsen onder streept nog eens de strijd, die de vakbeweging heeft moeten voeren voor het verkrijgen van sociale gerechtigheid. Het is hem een reden tot voldoening, dat het positief-christelijke ele ment daarbij tot zijn recht is kunnen komen. Op deze wijze is de jubilerende N.C.B een van de voorposten in de verde diging van het christelijk den ken en handelen op het maat schappelijk terrein, aldus mi nister Van Aartsen. Hij spreekt daarbij de wens uit, dat het hui dige bondsbestuur spoedig het 35.000ste lid van de bond zal mogen inschrijven. Het nummer bevat voorts bijdragen van o.a. de heer C. J. van Mastrigt, voorzitter van het C.N.V., de heer J. Koster, voorzitter van de Ned. Bond van Chr. Schilderspatroons en de heer J. M. de Groot, voorzit ter Contactorgaan Werknemers bonden in de sector Hout en Meubel. Lof voor N.C.B. Veel lof wordt de N.C.B. toe gezwaaid door de voorzitter van de Centrale Commissie Bouwnij verheid, de heer C. Brandsma, die ook voorzitter is van de so cialistische bouwbedrijfsbond. De heer Brandsma verklaart te we ten, dat de Christelijke vakbewe ging in de verbreiding van de gedachten tot samen werken en samen overleggen een groot aan deel heeft gehad. Zij heeft van af het eerste uur van haar be staan, haar eigen vaan gehesen, waarin de samenwerking tussen de maatschappelijke groepen wordt gepropageerd. Zij heeft, eveneens vanaf het eerste uur van haar bestaan, in de aanvan kelijk verbeten maatschappelijke strijd, haar eigen geluid doen ho ren. En dat is zo gebleven tot op deze dag. Dit ene feit reeds is een compliment ten volle waard. Hierbij laat de heer Brandsma het echter niet. Hij voegt cr nog aan toe, dat het vanzelfsprekend is dat de christelijke vakbewe ging de sociaal-economische vraagstukken vanuit de christe lijke levensovertuiging benadert Evenzo vanzelfsprekend moet het worden geacht, dat de an dersdenkenden dit doen vanuit hun levensbeschouwing. ..Ik meen dat dit goed. ja zelfs nood zakelijk is, want welke zin zou onze maatschappelijke arbeid hebben als deze niet gevoed en geschraagd werd door onze le vensbeschouwing?", zo vraagt de heer Brandsma zich af. Tegen alle zogenaamde doorbraak-logi- ca in lijkt ons deze redenering van de heer Brandsma princi pieel zuiver en praktisch. Vrij van hebzucht De heer H. Stamhuis, demis sionair voorzitter van de Ned. Chr. Aannemers- en Bouwvak patroonsbond, constateert, dat in de loop van de jaren niet slechts de levensomstandighe den zijn gewijzigd, maar ook de levensinstelling heeft een verandering ten gunste onder gaan. Ieder mens, die daarvoor werken wil, dient thans een re delijke bestaansmogelijkheid ge boden te worden. Dit is echter niet zonder hard werken en veel strijd verkregen. Het woord strijd ligt de heer Stamhuis echter niet meer zo. Hij gelooft dat dit woord eigen lijk in de verhouding van werk gevers en werknemers niet meer thuishoort. Zeker in het verbond van het christelijk or ganisatieleven moeten wij door samenwerking vrij van heb zucht en vrij van haat tot het doel kunnen geraken. Het is zijn vaste overtuiging, dat ondanks de schijn van het tegendeel, de band, die chris ten-werknemers en christen- werkgevers aan elkaar bindt, hechter en dieper gefundeerd is dan het standsbelang en de groepssolidariteit, die werkge vers onderling en werknemers onderling samenbinden. Tegen wU en dank In de zelfde richting gaan enkele opmerkingen van de heer E. van Tellingen, voorzit ter van de Bond van Christelij ke Meubileringspatroons. Hij meent, dat zowel werkgevers als werknemers wel eens tegen wil en dank federatief te sterk gebonden zijn. Hij gelooft, dat tussen christelijke werkgevers en werknemers meer gespro ken moet worden om te voor komen, dat men wederzijds soms in conflicten betrokken wordt, die men eigenlijk niet wil en die misschien ook niet nodig geweest zouden zijn. De heer J. Dura Dzn., voor zitter van de Raad van Bestuur Bouwbedrijf, biedt de N.C.B. eveneens zijn gelukwensen aan met zijn zestig-jarig bestaan en legt daarbij ook nog weer eens de nadruk op het belang van overleg en samenwerking. In de N.C.B. leeft een sterk streven, door gemeenschappe lijk overleg en samenwerking het hoofd te bieden aan de pro blemen, aldus de heer Dura. Hij verzekert de N.C.B. dat de werkgeversorganisaties de N.C.B. daarbij gaarne tegemoet zul len treden. OVERLEG GAAT VER BOVEN STAKING Beroepingswerk GEREFORMEERDE KERKEN Beroepen: te Siddeburen (Gron.) vac. C. de Kruyk: S. v. d. Veen te Arum Fr.) Aangenomen naar Mediaine Hat (Alb. Canada): M. D. Geleijnse te Roermond. Tweetal te Maastricht' D. Kronemejjer te Oppenhuizen en. Ph. Stoffels te Ril- land-Bath. GEREF. KERKEN (Vrijgemaakt) Tweetal te Groningen (vak. D. van Dijk): M. J. C. Blok te Utrecht-N.W. en J. Verkade te Voorburg. CHR. GEREF. KERKEN Aangenomen naar Grand Rapids Mi chigan U.S.A. (Old Christian Ref. Church): J. Tamminga te Toronto. (Ont. Canada. Free Christian Ref. Church) voorheen te Enschede. REMONSTRANTSE BROEDERSCHAP Beroepen te Den Haag: E. J. Kuiper, predikant in tijdelijke «dienst te 's-Gra- venhage, die dit beroep aannam. VRIJE EVANG. GEMEENTE Beroepen te Musselkanaal: C. Zijlstra te Franeker. CAO klompenindustrie Volgens bekendmaking van het colle ge van rijksbemiddelaars hebben de partijen, betrokken bij de collectieve arbeidsovereenkomst voor de klompen industrie, een verzoek ingediend tot al gemeen verbindend verklaring van ge wijzigde bepalingen van deze c.a.o. Bedrijfschap voor de houw (Van onze sociaal-economische redactie) E ZIGHEID nister ran sociale zaken en volksgezondheid, mr. dr. C. J. M. A. van Rooy, de voorzitter van het C.N.V., de heer C. J. van Mastrigt, talrijke prominente vertegenwoor digers uit de wereld van de bouw vakken en 700 vertegenwoordigers van de bond zelf, heeft de heer J. van Eibergen vanmorgen zijn her denkingsrede uitgesproken in het Haarlems concertgebouw ter gele genheid van het 60-jarig bestaan van de Nederlandse Christelijke Bond van Werknemers in de Hout en Bouwnijverheid. ,Zo de Here het huis niet bouwt, tevergeefs arbeiden deszelfs bouw lieden daaraan." Deze Bijbeltekst, die de bond tot rijn zinspreuk koos, bracht de heer Van Eiber gen in herinnering bij de aanvang van rijn rede. Indien deze zinspreuk zou worden losgelaten, dan is er geen bestaansgrond meer voor een aparte christelijke organisatie. Dit algemene beginsel is het enig juiste beginsel. Niet vanwege hovaardige menselijke opvattingen, maar om dat wij Gods Woord zo verstaan, aldus de voorzitter. De Bijbel gebiedt ons onze naasten lief te hebben. Dit is een gebiedende opdracht, want er staat: Gij zult. Maar tegelijk is het een uitermate zware taak. Niet geheel ten onrechte kan de vraag gesteld worden, of wij niet een zeer ho ge pretentie voeren door het te doen voorkomen, dat wij dit gebod zouden willen volgen. welke deze vergaderingen kosten, volle dig kan dragen. Ook nadat niet lang ge leden een niet onbelangrijk gat in de 'oondsfimnciën is geslagen. Rond 1916 was er een meubelmakersbond met 389 leden en een vermogen van 900 en in 1908 was het vermogen van een bouw- groep (304 leden) nul komma nul. In 1900 moest nog vergaderd worden op de niet door te betalen tweede Kerstdag. Zijn rede besluitend verklaarde de heer Van Eibergen, niet te kunnen be- JN AANWEZIGHEID van de mi- loven nooit meer in staking te gaan. -_j_1 Wel gaf hij als zijn mening, dat geen lartijen er winst bij heeft, wanneer hunner in een hoek gedrongen wordt. Gaarne is de N.C.B. daarom voor de toekomst bereid samen voort te bouwen, opdat men in Nederland kome tot de gewenste bedrijfsverhoudingen. VORM EN KLEÜR De vakorganisatie wordt nog elke dag bestreden om zijn vorm. En juist onze vakorganisatie wordt ook bestreden, om dat zij christelijk is, zo merkte de heer C. J. van Mastrigt, voorzitter van het C.'N.V. op. In zijn rede over vorm en kleur van de christelijke vakorganisatie. Men zou aan de bestrijding gewend kun nen raken zo meende de C.N.V.-voorzit- ter, maar hij riep op hiertegen te wa ken. Men zal er op moeten letten, wte haar bestrijdt en hoe wordt bestreden. Door het optreden van de organisaties zijn er wijzigingen gekomen in de maat schappij. En" deze brachten op haar beurt weer noodzakelijke wijzigingen mee in de organisatievormen. Nieu we tijden, brachten nieuwe vormen, maar dezelfde' kleur bleef. De ontwik keling in de vormgeving is evenmin ten einde als die in de architectuur van de bedrijven. Als enorme veranderingen, die zich in onze samenleving hebben vol trokken noemde de heer Van Mastrigt de thans bestaande grote mate van rechtszekerheid en de grotere bestaans zekerheid. Er is echter nog wel wat te wensen, er zijn nog wel idealen. Onze samenle ving voldoet ook in 1960 nog niet aan de te stellen eisen. De heer Van Mastrigt vroeg zijn ge hoor, of men met een gerust geweten God zou durven ontvangen in het eigen ondernemings- en bedrijftaks leven. Indien we daarvoor terug schrikken, dan is het wel goed ons te realiseren, dat Hij toch alles ziet en weet, aldus spreker. Werkgever en werknemer zullen elkaar wederzijds moeten kennen en erkennen. Beiden zullen hun verantwoordelijkheid moe ten kunnen dragen. Daarbij zal de meest geëigende vorm van samenwer- anderen zich afkeerden van christendom en Christus. Maar zo voegde hij er aan toe, men verwijte dit nooit bet beginsel. Het gaat er niet om hoe wij over chris tenen denken. Waar het wel om gaat, is, hoe wij over Christus denken. OVERLEG De N.C.B. heeft daarom van het be gin af aan om des beginsels wil ge steld: overleg ln plaats van strijd. Werkgevers en werknemers hebben in deze een en dezelfde opdracht. Samen hebben zij tot taak bet meest juiste kli maat te scheppen. De heer Van Eibergen voegde hier aan evenwel toe, er vandaag nog ten volle van overtuigd te zijn, dat er bij de recente staking ln de bouwvakken, geen andere wegen openstonden, hij was ook thans nog van mening, dat deze strijd een rechtvaardige strijd was ge weest. Vele nieuwe leden hebben zich bU de vakbonden gemeld, juist omdat de bonden getoond hebben, te durven, te kunnen en te willen strijden. „Hoezeer ik menselijk gezien de houding van de ze leden ook begrijp, wij moeten eer lijk zeggen dat hierin Iets zit, dat niet strookt met ons uitgangspunt", aldus de heer Van Eibergen. Bovendien achtte hij een staking reen zwaardere en geen grootsere strijd dan aan de conferentie- tafel. Principieel en physlek gezien is de strijd aan de conferentietafel vaak veel zwaarder. Om des beglnselswil gaat overleg verre boven strijd. BELOFTE Bij het gebod der naastenliefde is ook de belofte, dat God Zijn zegen niet zal onthouden. Als blijk van voorspoed noemde de heer Van Eibergen, dat thans 700 afgevaardigden van de bond drie dagen met elkaar kunnen vergade ren en dat de bond de slordige 100.000 Advertentie Verf met gentnk van Ceta Bever Van Bruggen geridderd (Van onze sociaal-economische redactie) Een van de hoogtepunten van de viering van het jubileum van de N.C.B. was vanmorgen de toe spraak van de minister van so ciale zaken en volksgezondheid, mr. dr. C. J. M. A. van Rooy en wel in het bijzonder het slot van zijn toespraak, waarin hij mede deelde. dat het H. M. de Koningin behaagd had de heer H. L. van Bruggen, een van de veteranen van de N.C.B., te benoemen tot ridder in de Orde van Oranje Nassau. De heer Van Bruggen, die in 1900 werd geboren en als 14-jarige jongen reeds bij de bond in diens, trad. is bij de N.C.B. de man ach ter de schermen, de man van de interne dienst, ijn officiële titel luidt, chef de bureau, maar Van Bruggen heeft zich in de afgelo pen 46 jaar ontpopt als een mees ter op vele wapens. Behalve dat hij een uiterst be kwaam administrateur is (in deze kwaliteit heeft hij in C.N.V.- kring zelfs enige vermaardheid), is hij ook een expert bij het voe ren van de propaganda-ledenac- ties. Hij schreef enige toneelstuk ken, waarvan het stuk. getiteld: Opdat eens d' arbeid bloeien zal, ruime bekendheid kreeg. Dit stuk werd indertijd na bewerking door Dirk Verèl ook voor de N-C.R-V.- microfoon gebracht. Hij was se cretaris van de jubileumcommis sie, in welke kwaliteit hij enorm veel organisatorisch werk verzet te voor het doen slagen van de jubileumviering. king gezocht dienen te worden, con flicten moeten voorkomen worden, of meer concreet gezegd, waar is het bedrijfschap voor het bouwbedrijf en andere bedrijfstakken. In het bouw bedrijf heeft men niet vastgehouden aan oude vormen in het bouwen, maar dan is het wel wat onbegrijpelijk, waarom men dit wel doet bij de bouw van een samenleving, aldus de heer C. J. van Mastrigt, voorzitter van het C.N.V. Staatssecretaris Roolvink (Van onze sociaal-economische redactie) DE HEER B. ROOLVINK, staats secretaris van sociale zaken, heeft gistermorgen op het jubi leumcongres van de Nederlandse, Christelijke Bond van Werknemers in de Hout- en Bouwnijverheid de aandacht van de bond gevestigd op de economisch zwakkeren. Naar zijn mening zullen er altijd men sen blijven, die in een positie ver keren, die moeilijk genoemd moet worden. Het gaat hier om de enkele mens. Deze in het oog te houden zal voor de vakbeweging reeds een dankbare taak betekenen, aldus de heer Roolvink. Ook voor de hout en bouwnijverheid zag hij hier nog een belangrijke taak liggen. De heer Roolvink, die sprak als oud vriend van de christelijke vak beweging. maakte deze opmerking naar aanleiding van een van de span doeken in de zaal met het opschrift: De christelijke vakbeweging een schild voor de zwakken. Over de beide andere doeken in de zaal: Naar een bedrijfsgemeenschap en het bekende adagium van Talma: Voor het volk om Christus wil, merkte de heer Roolvink op, dat het overleg Toen had 31 aan Anne jedacht een «««rouwde i haar man gescheiden leefde. Anne s blijmoedige ernsi «o h«»r ewUl«aamtaid. «ar bel haar eigen leven betrof, hadden Mieke ten siotw moed gegeven om haar in vertrouwen te nemen Zo nu en dan. als het kind zich weer eens heel erg gedrukt voelde en behoefte had geb ult ^preken, vroeg ze Anne. of ze een avond bij haar mocht ko men Ze verlangde van Anne eigenlijk alleen, dat ze luisteren zou en begrijp™ en Anne luisterde en begreep. Ze had eerst Mieke s ouders willen waar schuwen. maar Mieke's karakterisering van Jaar ouderlijk huis en haar hartstochtelijke aard had<Jen Anne daarvan weerhouden. Het kind zou »ni siaai zijn zich iets te doen. Wel had Anne haar dadelijk ernstig gevraagd: ,,En als er nu eens een kina komt. wat dan?" ..O", had Mieke beslist geantwoord. ..dat-Komt niet. daar zorgen we wel voor." Toen Mieke deze avond de kamer bij Anne bin nenstapte. rook het er naar dennengroen. In een hoek bij het raam stond Paultje's kerstboom, waar van de rode. gele. blauwe en zilveren versierselen in het lamplicht schitterden Mieke bewonderde hem. Ze blies op het miniatuurtrompetje, dat eer mager, nasaal geluidje ontwikkelde, en tikte tegen de glinsterende klokjes. Ze glimlachte vrolijk om de primitieve engel, die Paultje onder leiding van Juffrouw Jos uit gaas, watten en engelenhaar had geschapen en Anne maakte bij zichzelf de opmer king. dat Mieke nog een kind was met het licht blonde haar. dat zo onopvallend weg was gekamd van haar voorhoofd. Maar toen ze tegenover elkaar bij het warme haardje zaten, zag Anne weer Micke's ogen, heel grote, helderblauwe, dwepende ogen en haar volle mond. klein met rode. fraai gevormde lippen. Arm kind. het zou niet voor het laatst zijn. dat ze haar hart wegschonk, en haar kussen zou ze nog ontel bare malen en aan velen verkwisten. WILLY STRUT Anne wachtte. Ze wist bij ondervinding, dat het niet nodig was een praatje over koetjes en kalfjes te beginnen. Daarvoor kwam Mieke niet; er was maar één ding. wat haar geest bezig hield, al het andere was voor haar waardeloos geworden, wat ■v-chtig hout. dat niet ontbrandde in de laaiende vlam. die haar verteerde. ..Met Kerstmis zijn John en ik naar Brussel ge weest," viel ze na een kort zwijgen met de de«r in ..Lieve hemel!" Anne schrok zo, dat de uitroep haar ontvallen was, voor ze het wist. ..Thuis heb ik gezegd, dat ik met een kennisje ging." vervolgde Mieke, onbewogen. ,,En nu kreeg ik gisteren dit briefje." Ze haalde een gewoon bloc notevel voor den dag; het zat vol kreukels, die er weer zo goed mogelijk uit waren gestreken. Ze reikte het Anne over en deze las: Mieke. ik vrees, dat je uit verschillende gebeurtenissen ver keerde gevolgtrekkingen heb gemaakt. We moeten elkaar niet meer zien en spreken, want het leidt enkel tot scènes, dat weten we nu langzamerhand heel goed en ik heb een hekel aan scènes. Wees verstandig en laten we het elkaar niet meer moei lijk maken." Anne zat zwijgend naar het briefje te kijken. Ze zag, dat het in verdraaidhandschrift was geschre ven; de ondertekening ontbrak en iedere persoon lijke bijzonderheid was zorgvuldig vermeden. De man was zeker bang, dat het bedrogen meisje hem aan haar ouders zou verraden en dat deze er werk van zouden maken. Mieke was nog minderjarig, een schriftelijk bewijs kon heel gevaarlijk zijn. Het was Anne, of zij de man voor zich zag, of heel zijn laffe aard op zijn gezicht openbaar moest ..Goddank kind," zei ze eindelijk uit de grond van haar hart, „wees blij, dat het achter de rug is. hij is niet waard, dat je een traan om hem laat." „Dat doe ik ook niet meer." zei Mieke koud, „ik haat hem. die ellendeling!" Haar ogen gloei den. haar gezicht was wit van de haat, tiie bij het denken aan haar vernedering kolkend in haar op steeg. Toen sloeg ze met een hartstochtelijk gebaar de handen voor het gezicht en snikte wanhopig. Anne liet haar huilen cn wachtte zwijgend en roerloos, tot ze enigszins tot bedaren was gekomen. Het was haar. of ze een lange rij van vrouwen langs zich zag trekken, allen gekneusd door de lief deloosheid van een man. Ze kon niet eens meer me de lijden met het leed van een, die de rij weer lan ger maakte; gelaten keek ze naar Mieke's tranen, het was immers toch vergeefs, als ze in opstand kwam, het noodlot was niet te ontgaan. Altijd op nieuw zou een vrouw in liefde haar lichaam en haar ziel geven en altijd opnieuw zou een man ten koste van deze offers, die hij niet naar waarde kon schatten, zijn lust bevredigen, en verder gaan. Eindelijk was Mieke uitgeschreid. Anne schonk haar een kop koffie in, legde er een dik met boter besmeerde plak koek naast. Wonderlijk waren de wijzen, waarop men iemand trachtte te troosten, warme, zoete koffie, een plak koek. ..Wees nu verstandig. Mieke denk nu enkel, „hij was het niet waard", je moet er immers overheen komen." (Wordt vervolgd) in het bouwbedrijf nog verdiept kan worden met het doel uiteindelijk een hechte gemeenschap te vormen met gereglementeerde vormen. GETALLEN In de middagvergadering wees prof. mr. I. A. Diepenhorst het idealiseren van het verleden af, omdat de vele ver worvenheden van het moderne leven, zo wel in technisch als sociaal opzicht, niet meer gemist kunnen worden. Zij die het verleden idealiseren vergeten dit te veel. Anderzijds had hij ook een open oog voor de gevaren en nadelen van onze moderne tijd. Hij noemde vermassali- sering het nieuwe karakter van de oor logsdreiging, de uitholling van de zeker heden en het bezwijken van de maat staven. Er wordt alleen nog gesproken over massale maatregelen, men denkt in procenten, in lichtingen, in geboorte golven enz. Het getal overheerst in ont stellende mate. Eén druk op de knop kan in de mo derne oorlog 6 7 miljoen mensen de grens tussen leven en dood doen over schrijden. We leven in mondiale tegen stellingen. Huwelijk en levensbestem ming zijn voorwerpen van berekening geworden. De vastigheden en zekerhe den in het gezin worden ernstig be- Het is moeilijk om eerlijk te blijven, wanneer iedereen liegt. De moraal is ook in Nederland niet hoog. Normen van trouw, eerlijkheid en zedelijkheid worden steeds losser. Verontrusting sprak prof. Diepen horst uit over de positie van de chrislijke kerk in Europa. Hij noemde de twintigste eeuw de bloedigste periode uit de wereldgeschiedenis. Bij de jongste wereldoorlog kwamen dertig miljoen mensen om. In de vele grote steden van Europa heersen nog erbarmelijke sociale toestanden. In wereldverband gedacht, merkte prof- Diepenhorst op, dat er jaarlijks nog 25 miljoen mensen sterven aan de malaria en per dag in China 2600 mensen de hongerdood sterven. Anderzijds wilde h\j ook niet pes simistisch ziin. In Afrika en Azië staat 'de christelijke kerk er beter bij dan in de vorige eeuw. Hij zou ook Rus land niet van Europa willen afsnijden, omdat het de Russen geweest zijn, die vele honderden jaren lang een dam voor Europa hebben opgeworpen tegen de Aziaten. Europa zai ook internationaal moeten werken aan de onheffing van de sociale nood In de wereld. Nederland zal in het ^Afzonder ernst moeten mak«n met zijn zedelijke roenlng in Nleuw-Gnlnea. Ons zal het lot van de Surinaamse bosneger ter harte moeten gaan, er zal ook daar gebouwd moeten worden aan de christe- Iljk-sociale beweging. Prof. Diepenhorst legde grote nadruk op de nersoonlijke chrlsteilike verantwoordelijkheid. De christelijke arbeider en niet de machtige maatschappelijke organisatie is het be langrijkst, niet de hoogleraar maar de onderwijzer. De Reformatie begint in het hart, het gaat er om wat leder persoon lijk doet voor de christelijke zaak, ook in eieen omgeving. Bij de bespreking van het bestuursbe leid van de bond kwamen verschillende verlangens naar voren. Genoemd werden de werktijdverkorting, aandacht voor de minimumiijders, optrekking van de jeugdlonen, afschaffing van de vijf- Ja, ook Maria, de moeder van Jezus, behoort tot het gezelschap, dat daar in de bovenzaal ergens in Jeruzalem in voortdurend en eendrachtig gebed de komst van de Heilige Geest verwacht. Nu, in deze vreemde fase, tussen Hemelvaart en Pinksteren, vermenigvuldigen zich haar gedachten. Zij hoort de bewogen, ijle stem van de oude Simeon in de tempel, als rij daar ver schijnt met haar kind op de arm: „En een zwaard zal door uw ziel gaan!" Zij .heeft de waarheid van dit woord maar al te zeer ervaren. Zij ziet haar tot man opgegroeid kind in de grote nood van zijn léven hangen aan het kruis. Zij, de begenadigde onder de vrouwen, ja, maar hóe en door welke diepten van leed! Wat een geloof is er nodig om te aanvaarden, dat het zó goed is. Wat een worsteling moet worden doorgemaakt voordat I zij afstand kan doen van dit Kind! Nu, na de loutering en de storm in haar hart, is er een stille vreugde en kan zijn het belijden: „Ook mijn Heer en mijn God." En straks, nog enkele dagen maar, zal ook zij vervuld worden van de Heilige Geest, j en zal ook zij in heilige extase de grote werken Gods verkon digen. Dan is er de blijde wetenschap, dat God de wonden van j het zwaard heeft geheeld en dat haar Kind, haar Heer, ook voor Maria de weg naar de troon van God heeft ontsloten. VERANDERINGEN IN VERBRUIK J~)E CIJFERS van het Centraal Bureau voor de Statistiek leden ons, dat het totale verbruik in ons land van jaar tot jaar toeneemt. In 1956 gaven wij gezamenlijk 19.629 miljoen voor alle mogelijke con sumptiegoederen uit, in 1957 was het 20.600 miljoen (plm. 4 pet.), in 1958 waren wij opgeklommen tot 21.160 miljoen (plm. 2}£ pet.), om in 1959 de 22.100 miljoen (plm. Vfa pet.) te halen. Deze cijfers zijn zo groot, dat zij ons eigenlijk niet zo heel veel meer zeggen. Bovendien worden de bedra gen opgeblazen door de prijsstijgin gen. Als wij dan ook de consumptie uitdrukken in prijzen van 1953, dan blijkt, dat er eigenlijk in 1956, in 1957 en 1958 dezelfde hoeveelheid is gebruikt; alleen in 1959 loopt het to tale verbruik 3V& pet. op. Mag een bedrag van 22.100 mil joen als totaal verbruik in 1959 ons niet zo bijster aanspreken, anders wordt dit als wij de gemiddelde uit gave in dat jaar per hoofd der be volking uitrekenen. Dan komen wij namelijk op 2000 voor elke man, elke vrouw, elke grijsaard en elke baby. Wij zien dus, dat er toch oog heel wat in een jaar wordt omgezet. In geldbedragen uitgedrukt, is er dus een regelmatige stijging, die voor alle leveranciers van ge bruiksgoederen en duurzame con sumptiegoederen natuurlijk aan trekkelijk is. Maar dit is beslist niet de enige verandering die optreedt. In wezen veel interessanter is nog de verschuiving die binnen de con sumptie optreedt'. Van sommige ar tikelen daalt het verbruik, en van andere artikelen neemt het toe, hetgeen de bétrokken leveranciers uiteraard voor bijzondere problemen plaatst. Van de verschuiving in de aankopen van duurzame consumptie-artikelen zijn geen up to date-cijfers bekend. Wel echter van het verbruik van een aantal voedings- en genotmid delen. Het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft namelijk dezer da gen cijfers bekend gemaakt van de voor binnenlands verbruik beschik baar gekomen hoeveelheden voe dings- en genotmiddelen, en dat per hoofd der bevolking. Alle cij fers die wij nu laten volgen, zijn dus een gemiddelde per hoofd. Het boterverbruik zakte van 5.5 kg in 1938 tot 2,8 kg in 1954 om gelei delijk weer op te klimmen tot 4,1 kg in 1959. Het blijft dus nog bene den het vooroorlogse verbruik. Daarentegen loopt het margarine- verbruik voortdurend op: 7,1 kg in 1938, 18,7 kg in 1954 en 20,3 kg in 1959. Verschillende krachten hebben aan die ontwikkeling getrokken: de ho ge prijs van roomboter, de beter geworden kwaliteit van margarine, de suggestieve reclame en het over winnen van de psychologische weer stand dat margarine een volksvoed- sel zou zijn. Uit de slagerswereld zijn de klach ten bekend dat men geen vet meer wenst. De cijfers onderstrepen dit in zekere mate. Het verbruik van rund- en kalfsvet was in 1938 nog 1,9 kg, in 1954 1 kg om in 1959 op 0,8 kg terecht te komen, terwijl het verbruik van vet spek zakte van 5,7 kg in 1938 tot 3.8 kg in 1959. Daarentegen kunnen de slagers over het vleesverbruik niet moppe ren: in 1938 aten wij 15,4 kg rund en kalfsvlees en in 1959 17,3 kg. Maar ook het varkensvlees wordt gewaardeerd: 15,5 kg in 1938 en I 16,3 kg in 1959. Het totale verbruik steeg veel meer, want de bevolking was in 1938 8,7 miljoen en in 1959 11,3 miljoen. Het dalen van het vetverbruik is ten I dele een verandering van smaak, maar daarnaast een gevolg van de J stijgende levensstandaard. Als de mens het beter krijgt, gaat hij min der vet en meer vlees eten. Die invloed van de hogere levens- 1 standaard vinden wij ook terug in het verbruik van aardappels en van suiker: wij aten in 1938 130 kg aardappels en in 1959 maar 95 kg, doch het suikerverbruik liep 50 pet. op: van 26,4 kg in 1938 tot 38,7 kg I in 1959. Verse zuidvruchten worden bij het stijgen van de welstand ook meer gekocht. De cijfers vertellen ons: 3 kg bananen in 1938 en 5 kg in 1959 alsmede 7 kg sinaasappelen en man- darijnen in 1938 en 13,7 kg in 1959. Dit zijn typische barometers voor het stijgen van de levensstandaard, hoewel wij uiteraard de invloed van i de moderne voedingsleer niet uit het 1 oog moeten verliezen. Het theevertruik ligt nog altijd lager dan in 1938: toen 1,3 kg en nu 0,8 kg, terwijl ook de koffiedrinkers 1 het niveau, van vóór de oorlog nog niet halen: in 1938 3,6 kg en in 1959 3,2 kg; in het cijfer van 1959 zit 1 echter niet de koffie die verwerkt I ivordt in poederkoffie. Mogelijk dat, als hiermee rekening gehouden wordt, de achterstand is ingehaald. En nu de drank: van gedistilleerd in liters a 50 vol. pet. werd in 1938 1,46 liter omgezet en in 1959 2,11 li ter. Veel meer tot de verbeelding spreekt echter de stijging van het j bier drinken: 14,9 liter in 1938 en 23,6 liter in 1959. Het bier is voor de brouwers wat men noemt best geweest (en volgens dc berichten is het dit nog steeds). Maar ook het wijnverbruik loopt op: 1,14 liter in 1938 en 1,62 liter in 1959. Bij het bier is het ongetwijfeld de suggestie- ve reclame die de omzet opvoerde, terwijl het wijnverbruik gestimu- j leerd moet zijn doordat steeds meer mensen tijdens de vakantie naar het buitenland trekken en daar wijn zijn gaan waarderen. Tot slot het roken. Het roken van sigaren is veel minder dan vóór de oorlog: in 1938 178 sigaren en in 1959 111; toch neemt het sigaren roken toe, want in 1954 werden er maar 94 gerookt. Een heel ander figuur slaan de sigaretten: in 1938 549 si garetten en in 1959 meer dan een verdubbeling: 1186; toch was 1957 een topjaar met 1222 sigaretten. In hoeverre hier de artikelen en cij fers over longkanker een rol hebben gespeeld, vermogen wij niet te be oordelen. Het beeld is dus zeer gevarieerd. Economische krachten zijn aan het werk, maar fabrikant en handelaar moeten ook rekening houden met verandering van smaak, nieuwere opvattingen in de voedingsleer, me dische bezwaren, de doorwerking van buitenlandse gewoonten en wat al niet meer. Advertenties en ande re vormen van reclame weerspie gelen deze invloeden vaak op in teressante wijze in een poging de omzet op te voeren. de gemecnteklasse. een pensioenregeling in de bouw voor dc vervroegd gepensio neerden, hogere basisionen en minder toeslagen enz. De voorzitter de heer Van Eibergen antwoordde hierop, dat dit al les een kwestie is van prioriteit, wat moet voorrang hebben. Op het ogenblik wordt de overheid nog al eens gevraagd om een prioriteitenlijst samen te stellen, maar het bedrijfsleven zal zelf deze prio riteit moeten bepalen. De heer Van Ei bergen sprak de wens uit, dat in de lopende regeringsperiode staatssecreta ris Roolvink de wet op de arbeidsonge schiktheid bij de Tweede Kamer zou kunnen indienen. In deze wet zullen zowel de ziekte- als de Ongevallenwet en de nieuwe invaliditeitswet begrepen moeten zijn. De voorzitter betreurde het, dat er op het ogentilik in Nederland nog plaatselij ke patroonsverenigingen zijn, die onder ling afspraken maken over de hoogte van het uit te keren franchise-bedrag. De heer A. dc Graaf uit Hoogvliet vroeg om een bestuurder en eventueel een sociaal werker voor het Europoort en Botickgebicd. In zeven jaar tijds is hier de bevolking gegroeid van 1100 tot 16.000 inwoners en verwacht wordt een totaal aantal van 35.000. Voor het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid zal de bond waar schijnlijk ook dit jaar nog eens 10.000 voteren. De bedoeling is echter niet dat dit in de toekomst zo zal blijven. Het instituut zal op den duur zichzelf moeten kunnen bedruipen. De inkomsten bedra gen op het ogenblik 350.000 Dit bedrag is niet genoeg voor een gezonde basis, maar er kan de komende jaren op meer worden gerekend. Het instituut wordt van het grootste belang geacht voor het opstellen van cij fers over het bouwbedrijf. Over het al gemeen t*»t men hier nog te veel in bel „Groen van Prinsterer" houdt jaarcongres De Vereniging van Burgemeesters. Wethouders en Gemeente-secretarissen „Groen van Prinsterer" hoopt op woens dag 8 en donderdag 9 juni a.s. op „De Witte Hei" te Huis ter Heide haar jaar lijks congres te houden. Woensdagmid dag zal dr. J. A. H. J. S. Bruins Slot spreken over „Taak en plaats der gemeentebesturen in deze tijd". Des avonds zal de film ..Gustave Drese- man". de grote vechter voor een Ver enigd Europa en winnaar van de Nobel prijs. worden vertoond. De donderdag morgen zal gewijd zijn aan een rede (niet discussie) van mr. C. J. Verplan- ke. burgemeester van 's-Gravendeel, over het subsidievraagstuk. duister. De productiviteitsberekening bij de jongste loononderhandelingen heeft dit weer bewezen. Onlangs heeft de heer Nelissen. voorzitter van de r.k. aanne merspatroonsbond, al meegedeeld, dat de aannemers mede namens de werk nemers bij het instituut geïnformeerd hebben naar een mogelijk produktivi- teitsonderzoek. Het jongste bouwconflict, dat een tien de van het ledental van de bond om vatte, heeft de bond een derde van zijn vermogen gekost, ongeveer 600.000. In zake dc loonpolitiek werd van bestuurs zijde de uitspraak gedaan, dat dc over heid zich zal moeten beperken tot een algemeen bewaken van het loonpeil. De vraag of lonen genoemd in overeenkom sten, niet zonder meer minimumlonen dienen te zjjn, werd ernstig in overwe ging gegeven.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1960 | | pagina 2