C
De schat op liet
Rollebol-eiland
KORT VERHAAL - KORT VERHAAL - KORT VERHAAL - KORT VERH
ZATERDAG 21 MEI 1960
ZONDAGSBLAD
VOOR DE JEUGD - VOOR DE JEUGD - VOOR DE JEUGD - VOOR DE JE
HET slanke torentje dat parmantig tussen de beide vleugels van het
hoofdgebouw omhoog stak had juist zes slagen de ochtendstilte
ingezonden toen het sanatorium ontwaakte.
De nachtzuster, wier taak bijna beëindigd was trok de grote serredeuren
achter de conversatiezaal open en bleef even diep de frisse lucht inademend
naar buiten kijken.
ZLJ droeg het zwarte vest, dat haar
's nachts, wanneer zij de geregelde
rondes over de open hallen maakte, tegen
de kou beschermde, nog over de schouders
en een temperatuurlijstje dat zij achteloos
in de hand hield wapperde in het ochtend
windje.
Lang kon zij daar niet blijven staan,
want de rest van haar nachtelijke taak
wachtte nog op uitvoering. Reeds hoorde
zij het vlugge gedribbel van haar collega's
over de gangen.
Deuren gingen open en dicht en uit de
kranen in de badkamer begon het water
te stromen. Zij mocht met haar werk niet
achteraan komen.
De hele organisatie liep als een klok
en voor dat de bedden werden opgeschud
en de waterschalen aangereikt, diende zij
er voor te zorgen dat de temperatuur
meters waren gecontroleerd en de lijsten
Ingevuld.
Zuster Rosa was voor haar taak berekend.
Ze had haar longen vol frisse lucht gezo
gen en kwiek voorzover haar overgebleven
energie dat nog toeliet, liep zij het blauwe
•toepje af en begaf zich naar de hallen.
Het grint knerpte onder haar schoenen.
Het kromgetrokken spoor van een paar
egels, die zich alleen 'a nachts in de buurt
van de hallen durfden vertonen, liep naar
het struikgewas.
Boven het paviljoen, waar de kamers
van het medisch personeel waren onder
gebracht werd een raam geopend en dok
ter Bedeaux stak zijn hoofd naar buiten,
Zuster Rosa liep vlak onder het raam
langs. Zij voelde een blos naar haar wan
gen stijgen.
Opeens verloor zij weer haar zelfbewust
heid!. Altijd ln het bijzijn van die man voel
de zij zich een kind. En nu, nu hij daar
van boven uit zijn kamer op haar neer
keek, kreeg zij het gevoel of zijn blikken
dwars door haar witte sluier heen boor
den en hij zo maar haar gedachten kon
lezen, ook datgene wat zij voor geen geld
ter wereld prijs zou willen geven.
Straks als haar werk afgelopen was had
zij weer een korte bespreking met hem
over het verloop van de nacht van een
paar ernstige patiënten.
Zij ergerde zich altijd aan zijn houding
bij die gelegenheden. Aan mensenkennis
ontbrak het zuster Rosa niet. Dat had
haar werk haar in de loop der jaren wel
bijgebracht.
Maar dokter Bedeaux bleef voor haar
een raadsel. In gedachten zag zij hem al
staan, straks in de onderzoekkamer. Zij
wist niet of zij het zich verbeeldde, maar
ze kreeg steeds de indruk, dat hij haar uit
de hoogte behandelde en neerbuigend tot
haar sprak.
En toch... die ogen van hem spraken
een andere taal. Een taal die de conclu
sie die zij uit zijn houding trok als sneeuw
voor de zon deed verdwijnen.
Opgelucht ging ze door het smalle poor
tje de hal op. Ze kon niet nalaten voor ze
het poortje achter zich sloot nog even een
schuine blik naar boven te werpen. Hij
stond er nog maar zijn belangstelling ging
een andere kant uit, dan die welke zij hei
melijk hoopte.
Uit nervositeit stootte zij bijna haar hoofd
tegen de zware bel die tussen de hal en
de garderobe hing.
De patiënten op de hal stonden op het
punt de ochtendbezigheden te beginnen en
daarom deelde ze snel de temperatuurme-
rpOEN ze de laatste uitgereikt had ging
A ze aan het tafeltje zitten en vulde
nauwkeurig het lijstje in. Haar hand beef
de een beetje maar dat was een gevolg
van de vermoeiende administratieve ar
beid. dacht ze.
Zo'n nachtdienst duurde ook zo lang, zo
alleen in een klein kamertje, suffend bo
ven de persoonslijsten, met geen andere
onderbreking dan de drie voorgeschreven
rondes over de hallen.
Ze was blij wanneer ze 's morgens de
zon achter het röntgengebouw zag opko
men en de kwakende kikkers weer in het
water van de vijver hoorde plonsen.
Toch was het de laatste tijd of ze ook
daar onverschillig voor werd. Ze leefde
min of meer buiten dit vrolijke wereldje
en ze kende zich zelf niet meer.
De patiënten zouden het ongetwijfeld aan
haar merken. Zij, de bijdehande Rosa liet
alles maar langs haar heengaan. Tot
voor kort was zij het zonnetje op de hal
len.
Niets was haar teveel want zij was im
mers verpleegster geworden uit een on
weerstaanbare drang om mensen te hei-
Haar werk op de hal was klaar maar ze
bleef daar aan het tafeltje zitten en keek
naar de koolmeesjes die bedrijvig rond
de met pinda's gevulde halve kokosnoten-
basten vlogen.
Het groene lampje dat haar voor de be
spreking naar de onderzoekkamer riep was
al een paar maal aangeflitst maar ook dat
ging aan haar voorbij.
De patiënten hadden het waswater reeds
—-1- .,i» oor, verder
t lied i
gedaan en zonder oponthoud kon hij zijn
onderzoekingen aanvangen.
Zorgvuldig sloot hij de deur achter zich
dicht om ongestoord te kunnen werken.
Zijn gedachten dwaalden voortdurend
naar paviljoen X. De assistente zette haar
werk onverdroten voort en weldra stond
een lange rij met bloed gevulde buisjes
naast hem te wachten.
Het vlotte niet. De buisjes trilden mee in
zijn bevende vingers en soms voorkwam
hij maar nauwelijks dat hij iets van de in
houd op de tafel morste.
De assistente merkte wel dat er met
dokter Bedeaux iets aan de hand was.
Nauwlettend zag ze toe of hij de resulta
ten van zijn onderzoekingen wel goed ad
ministreerde.
TOEN ze klaar was ging ze schijnbaar
nonchalant in een paar medische tijd
schriften zitten bladeren. Plotseüng sprong
ze op en liep naar een hoek van het ver
trek. Uit een kast haalde zij een brief te
voorschijn en overhandigde deze aan dok
ter Bedeaux.
„Er is gisteren in paviljoen X een nieu
we patiente aangekomen en het is voor
een goede gang van zaken wenselijk dat
U bij het onderzoek rekening houdt met
de inhoud van deze brief", zei ze zake
lijk. Verbluft keek hij naar zijn assisten
te. In één oogopslag had hij gezien wat
de brief behelsde. Dus toch
Hij schoof de medische apparatuur ter
zijde en las met uitpuilende ogen woord
Door
J. DE BOER
voor woord de inhoud. Bijna onmerkbaar
haalde de assistente haar schouders op
en zocht onderwijl naar meer gegevens
die op de brief betrekking konden hebben.
Het was een rare morgen. Ze schoot
geen zier op met zo'n malle dokter. Daar
zat hij nu met de hand onder het hoofd
en deed alsof zij niet bestond. De instru
menten zag hij niet eens.
v Honderden gevallen als in die brief ver
meld waren hier reeds gepasseerd en ze
werden alle, weliswaar met hart en ziel,
maar toch vlot afgedaan.
Met een verveeld gezicht schikte ze voor
de spiegel haar krullen, keek op haar pols
horloge en verliet tenslotte geruisloos het
laboratorium.
Eindelijk werd zij opgeschrikt door het
f;eratel van een melkwagen, die op met
jzer beslagen houten wielen over de oprij
laan bolderde.
Ongemerkt boog zij zich nog even over
de balustrade en haar ogen zochten het
raam van dokter Bedeaux' kamer.
Zij besefte niet dat deze haar reeds met
ongeduld wachtte in de onderzoekkamer.
Haastig trok ze haar sluier recht en
sloeg het zwarte vest over haar schouders.
Nog een vluchtige blik op de tempera-
tuurlijst, een groet aan de achterblijvende
patiënten en toen spoedde zich zich over
de lange gang naar de onderzoekkamer.
Ze was weer de zakelijke nuchtere ver
pleegster. die op correcte wijze rapport
aan de dokter zou uitbrengen. Niets zou ze
hem laten merken. Al viel het nog zo
zwaar, ze zou haar gevoelens ondergeschikt
maken aan haar wil en ze zou haar ar
beid verrichten tot zegen van hen die van
dit werk afhankelijk waren.
TAOKTER Bedeaux liep langzaam de bre-
yJ de trap op naar het laboratorium. Na
de bespreking met de nachtzuster deed hij
maar het liefst eerst het laboratoriumwerk.
Dat eiste de grootste oplettendheid en dus
waren de morgenuren het geschiktst om
zich af te zonderen tussen dc vele buisjes
en flaconnetjes welker inhoud op bestude
ring wachtte.
Er lag een drukke dag voor hem want
na het laboratoriumwerk was weer de da
gelijkse visite op de hallen aan de orde.
Daarna het werk in de röntgenkamer cn
tenslotte moest hij nog kennismaken met
een paar nieuwe patiënten.
De hoofdzuster had hem zojuist nog een
opnamebriefje in de hand geduwd.
..A.L.V.. kamer 4. paviljoen X stond er
op. AL.V. zeurde het in zijn brein. Na
denkend bekeek hij onder het voortgaan
het briefje nog eens.
Hij draaide het om en bestudeerde daar
na opnieuw het geschrevene aan de voor
zijde.
Het leek of hij meer wilde lezen dan het
epistel bevatte. Tenslotte stak hij het in
dc zak van zijn witte jas. In het labora
torium wachtte de assistente.
7H h-d b"» vnnrtvwM»»»w«» werV re<v1«
geweest. Slechts een tiental
Antoinette van hem verwijderd. Dat bleek
duidelijk uit de brief die de assistente hem
gegeven had en die hem innerlijk zo diep
beroerde.
Antoinette was gehuwd, dat wist hij
reeds en daarom had het opnamebriefje
met de initialen hem zo gauw op een ver
moeden gebracht.
Hij zat voor het geopende raam van zijn
kamer en een weldadige koelte streek
langs zijn warme voorhoofd. Buiten maak
te het licht langzaam plaats voor de duis
ternis en in de takken van de bomen ver
richtte een late eekhoorn zijn halsbreken
de toeren. De egels verlieten hun schuil
plaatsen en verrieden zichzelf door hun
luidruchtig geschuifel over het grint dat
rondom de hallen lag gestrooid.
In gedachten zat hij verzonken- Daar niet
ver van hem vandaan lag Antoinette. Het
meisje wier naam hij ontelbare malen
fluisterend had uitgesproken. Zij lag in pa
viljoen X als getrouwde vrouw met een
caverneuse longaandoening.
Schor kwam haar naam over zijn droge
lippen. Zijn gedachten gingen verder en
plotseling maakte een hevige woede zich
van hem meester.
Hij zag weer duidelijk de spot in haar
ogen, toen ze zag hoe hij het zich aantrok
dat ze hun verloving verbrak. Iets duivels
had ze toen. Hij was te saai en te honk
vast had ze gezegd. Ze durfde bij nader
inzien haar leven niet aan het zijne te ver
binden.
Begaafd was ze en artistiek en ze hield
van een zwervend leven. Een gecultiveerd
zwerversbestaan trok haar aan.
Hoe het een met het ander te rijmen
was had hij nooit begrepen. Op de achter
grond stond de kunstschilder die haar hart
had veroverd.
Hij had getracht haar te overreden, la
ter te dwingen. Maar spoedig was hem de
dwaasheid daarvan duidelijk geworden. Ze
was met geen enkele band aan hem ge
bonden.
Dit bedrog had hij nooit kunnen vergeten
en lange tijd zon hij op wraak. Spoedig
gingen de twee naar het buitenland en hij
bleef achter alleen met zijn wrok.
In de geest kon hij haar echter niet los
laten. Hij zag haar gaan aan de zijde van
de kunstenaar .en in gedachten zag hij
haar ogen twinkelend naar hem opzien.
Het was een harde noot, die dokter Be
deaux. toen nog student, te kraken kreeg.
Gelukkig voor hem nam zijn studie veel
van zijn tijd in beslag.
Als werkend student had hij de handen
meer dan vol en later was hij daar dank
baar voor omdat het hem wellicht voor on
bezonnen daden had behoed. Dokter Be
deaux zuchtte diep.
Zijn boosheid zakte weer enigszins. Hij
werd ook zo plotseling met het verleden
geconfronteerd. Het leek of de lange scha
kel van twaalf jaren plotseling tot een mi
nimum ineen schrompelde, zo duidelijk
sprak het verleden hem aan.
Hij kon het in zijn kamer niet langer
uithouden. In de avondkoelte wilde hij een
lange wandeling gaan maken. Misschien
was het wel de laatste keer dat hij dat
op het terrein van de inrichting deed.
Door de achterdeur verliet hij het ge
bouw. Hij begaf zich in het stille bos zo
als hij wel meer placht te doen, wanneer
hij het geroezemoes van de hallen wilde
ontvluchten.
Vanavond echter hoopte hij in de stilte
van de avond een antwoord te vinden op
de moeilijke vraag die vanmorgen zo plot
seling voor hem was opgeworpen.
Soms struikelde hij over een uitstekende
boomstronk of over een oneffenheid in hei
terrein. Zijn schoenen vertoonden vele ka
le plekken.
Door het dal liep hij naar de muziek
tent, dé grootste vermaakplaats van de pa
tiënten, waar enkelen van hen hun muzi
kale prestaties mochten tonen.
HIJ liet zijn gedachten de vrije loop.
Geleund tegen de houten balustrade
van de muziektent vormde hij het ene plan
na het andere maar ook allemaal verwierp
hij ze weer.
En toch moest hij op korte termijn een
beslissing nemen. Morgen, uiterlijk over
morgen moest hij de patiënten van pavil
joen X gaan bezoeken en daarbij kon hij
onmogelijk Antoinette ontlopen. Bovendien
kwam ze onder zijn behandeling.
Zijn in denken geoefend brein vond geen
gonnen zijn gemoedsrust te verstoren en
zijn mooie toekomstplannen in duigen te
gooien.
Maar de jaren waren er over heen ge
gleden en hij was hard blijven werken en
eindelijk meende hij door zijn benoeming
in het sanatorium zijn levenswerk gevon
den te hebben.
Opnieuw bleek dat hij zich vergist had.
Het was dezelfde vrouw die een streep
door de rekening haalde. Al deed ze het
ditmaal onbewust, toch scheen zij aangewe
zen te zijn hem elke grond onder de voe
ten te ontnemen.
Hij wiste het klamme zweet van zijn
voorhoofd en in stilte balde hij de vuist
in de richting van paviljoen X.
Op het houten trapje ging hij zitten en
tuurde met niets-ziende ogen de duister
de kunstschilder hier ontmoeten
tijd tot tijd zou hij deze op zijn spreekka
mer moeten ontvangen teneinde hem over
haar toestand verslag uit te brengen.
Met een ruk stond hij weer op van het
trapje en geagiteerd groef hij met de punt
van zijn schoen in het grint. Zo ver liet
hij het niet komen. Nooit nooit. Hardop
riep hij het uit. Het geluid ijlde door het
verlaten bos en hij schrok van zijn eigen
Stijf tegen de muziektent aangedrukt
bleef hij met ingehouden adem staan luis-
Het bleef verder stil in de omtrek. Hij
liep in de richting van de oprijlaan en kon
weer wat kalmer denken. Er was maar
één ding mogelijk, zo spoedig mogelijk het
sanatorium te verlaten. Dan kon hij de
hele soesa voorkomen.
Nu reeds voelde hij zijn vertrek als een
bevrijding. Het ging hals over kop maar
hij zou de leiding van het sanatorium van
de plotseling gerezen moeilijkheden op de
hoogte brengen en hij vertrouwde er op het
nodige begrip te vinden.
Weldra liep hij op de oprijlaan onder het
vale licht van de lantarens. Ter weerszij
den lagen de paviljoens en daar schuin aan
zijn rechterhand rees het donkere silhouet
van paviljoen X omhoog.
Tientallen lampjes wierpen hun schijnsel
naar buiten. Op de hoek van de oprijlaan
en het fietspad dat naar de stad leidde
lag kamer 4.
Daar lag nu Antoinette, misschien
maandenlang naar een en hetzelfde punt
te staren, met dezelfde ogen die eenmaal
spottend lachten toen ze hem alleen met
zijn teleurstelling achterliet.
Het ritselde in het struikgewas en on
willekeurig vertraagde dokter Bedeaux zijn
Over een der vele paadjes die via het
struikgewas naar de oprijlaan liepen zag
hij een witte figuur naderbij komen. Hij
schrok even want hij had hier op dit tijd
stip niemand meer verwacht.
Maar spoedig herstelde hij zich want de
jonge vrouw die daar op hem toekwam
was geen onbekende voor hem. Het was
zuster Rosa uit de nachtdienst die hij el
ke morgen in, zijn spreekkamer ontmoet
te. Zij schrok eveneens toen zij zich zo plot
seling tegenover hem zag geplaatst.
Op een paar meter afstand bleef ze
staan en dokter Bedeaux zag haar witte
ranke figuurtje oplichten tegen de duister
nis. Met enkele passen had hij de paar
meter afstand overbrugd. Hij stond vlak
tegenover haar. Het lantarenlicht weer
kaatste in haar grijze ogen die 's mor
gens na het nachtwaken zo vermoeid kon
den kijken maar waarin nu zo'n levendige
en verstandigè uitdrukking lag.
EEN korte groet vormde de inleiding tot
een gesprek dat ze waarschijnlijk geen
van beiden bedoeld hadden. Dokter Be
deaux kreeg een plotselinge behoefte om te
praten met het meisje tot wie hij tot dus
ver alleen in een zakelijke relatie stond.
Het begon over hun gemeenschappelijk
werk, hun hobbies en vakantieplannen.
Eerst ietwat verlegen en terughoudend,
werd zij later vrijer en vertelde ze opge
togen over de komende vakantietrip door
de Ardennen.
Terwijl ze naast elkaar voortliepen keek
dokter Bedeaux haar nu en dan van ter
zijde aan en het werd de knappe in zich
zelf gekeerde man warm om het hart.
Dit was het wat hij nodig had. afleiding.
Veel teveel was hij de laatste tijd uitslui-
MURR, DE KATER EN ZIJN VRIENDEN
40. Waarom is het paard van Lee zo
plotseling blijven stilstaan, dat hij er door
de schok afgevallen is? Zwijntje zit in de
auto van mevrouw Leeuw naar de wed
strijd te kijken en hij knabbelt van een
bos worteltjes. Het paard van Lee heeft
daar ook erg veel trek in. „Waarom hou
je die bos worteltjes niet in de auto?"
roept Leo boos. Maar Benjamin is ook op
een idee gekomen. „Misschien lust mijn
paard Lotte ook graag wortelen," denkt
hij. Hij krijgt van Zwijntje een wortel en
lokt daarmee Lotte naar zich toe. „Aha,
nu ga ik de wedstrijd winnenjuicht
Benjamin en hij grijpt zijn paard snel bij
de teugel.
41. Lotte vindt het niet zo leuk, dat zij
weer verder moet rennen, maar Benja
min zit al in het zadel en zegt: „Lotte, nu
opschieten, voordat Leo achter ons aan
kan komen." En weg rennen ze. Maar
wat is dat? Daar klinkt al heel gauw
hoefgetrappel achter hen. Daar komt zo
waar Leo aanstuiven. Hij heeft een wor
tel aan een stokje gebonden en houdt die
voor de neus van zijn paard. Het dier wil
natuurlijk die lekkere wortel grijpen,
maar dat gaat niet en daarom loopt hij
steeds harder. Langs de kant staat een
aapje met een luchtballon en Leo kan
het nu nog niet laten om weer een ge
mene streek uit te halen. Hij haalt een
speld tevoorschijn en wacht tot Benja
min wat dichterbij gekomen is.
42. Het aapje zegt verschrikt: „Nee Leo
je mag mijn ballon niet kapot maken.
Maar Leo stoort zich daar niet aan en
als Benjamins paard vlakbij is prikt hij.
Een harde knal volgt en Lotte schrikt zo,
dat zij vreselijk begint te steigeren. En
dan neemt het paard een dolle sprong
over de heg. Leo grijnst. Zo, nu is Ben
jamin weer op de verkeerde Weg en als
hij zelf opschiet kan hij de wedstrijd ge
makkelijk winnen. En verder rent Leo
met zijn paard. Zou hij de overwinning,
die hij toch echt niet verdient, gaan be
halen?
tend met zichzelf bezig geweest en hij had
zijn hart angstvallig toegesloten voor heel
zijn omgeving.
Roerloos stonden de dennebomen langs
de oprijlaan en een voorbijzoevende auto
vermocht nauwelijks inbreuk te maken op
de stilte van de avond.
Bij de grote draaihal bleven ze staan en
daar stortte dokter Bedeaux zijn hart uit.
Met geen woord viel zuster Rosa hem
in de rede. Ze keek hem alleen ernstig en
nadenkend aan. Tóen hij uitverteld was,
zei ze slechts:
,.Ik geloof niet. dat U zich gelukkig zult
voelen door weg te gaan maar veel eer
geloof ik dat God deze vrouw op Uw weg
geplaatst heeft om U over Uw wrok en
verdriet heen te helpen; misschien ver
langt ze er naar van U vergeving te ont
vangen.
Het was dokter Bedeaux of een last van
zijn schouder viel. Ontroerd keek hij naar
het meisje, dat hij nu pas echt zag. Lang
zaam liepen ze verder en ongemerkt ston
den ze weer voor de poort van het hoofd
gebouw.
Ze strekte haar arm uit en wees naar
het grote bord dat boven de poort was
aangebracht en waarop in zwarte letters
geschreven stond: ..DIENT ELKANDER
DOOR DE LIEFDE."
ONZE BRIEVENBUS
Beste neven en nichten,
Vonden jullie de tekening te moeilijk om af te maken? Jullie hebben
tenminste maar slecht je best gedaan, deze week. Van de weinige brieven
zijn er toch nog leuke tekeningen binnengekomen. Nu verwacht ik weer heel
veel brieven, want we hebben een leuke kruiswoordpuzzel.
Er zijn nog altijd neven en nichten, die nog niet hun geboortedatum
hebben opgegeven. Vergeten jullie niet, het nu te doen?
De hoofdprijs gaat naar Ria v. d. Spek. De troostprijzen krijgen Ria van
Vuuren en Gerda van Wijk.
Hiep-hiep-hoera. We hebben deze week veel jarigen in ons midden. Het
zijn .Marijke Bontenbal, Garrie Boonstra, Gerrit de Kievit, Bob Korporaal,
Wim Meerman, Marjo Schravesande, Greetje Tijsen, Alie Vermeer, Aagje
Vermeulen en Rietje Vos. Allemaal hartelijk gefeliciteerd met jullie ver-
[jaardag van de neven en nichten.
onln^irv
inlf laai
ich-
(Vervolg)
Jullie zijn iets
En nu als de wind
huis toe. Je moet je vr
tje niet zo lang laten w
Rollebol liet het zich geen
tweemaal zeggen. Hij liep
wat hij lopen kon in de
richting van het bos. Zo'n
haast had hij, dat hij soms
over zijn korte beentjes
struikelde en een heel eind
Ziezo, dat is dat, brom
de de kapitein tevreden.
Goedenmiddag, Rollebol.
Pas maar goed op de
schatten. Over een jaar of knjste Rollebol
twee komen we terug en BA
graven ze allemaal op
ook de kisten van de ande
plan. jullie willen iets doen halsoverkop voortrolde. De
rujn eiland!
Jawel, antwoordde de lachen dat hij helemaal
zenuwachtigheid
rolde inmiddels zijn boodschap
eens af.
Ze lieten het mannetje
staan, dat hen verbluft na
staarde en keerden terug
naar het strand De kapi
tein ging daar in het zand
zitten, terwijl de stuurman
moederziel alleen naar het
kaperschip terugroeide. Het
dwergje Rollebol, dat hen
op enige afstand was ge-
olgd, dook plotseling naast
gedaan en kwam
naar het strand roeien. Op
kapitein keek vol de bodem van de sloep lag
maak naar het hul- een groot anker en een
dat nog heel lange stalen ketting.
Hier ben ik weer, ka
pitein, riep de stuurman,
toen de sloep op het strand
Prachtig. We moeten
maar meteen beginnen,
want ik wil niet dat die
Rollebol ziet wat we van
plan zijn, antwoordde de
kaperkapitein.
Samen sleurden ze het
anker en de ketting uit de
door THEA
BECKMAN
Kleine druktemaker, boot. Het uiteinde
bromde hij. Dat komt
mensen bemoeit.
Rollebol, Rollebol, kom
bij je vrouwtje in je hol,
ketting sloegen
de kapitein
Wat ga je doen? vroeg
hij, springend van opwin-
Niets, antwoordde de
kaperkapitein rustig lk eensklaps
JÏÏPlïïT.fï h.iS1 stemmetje in het bos. Ril- IHL,
Maar waf Wat dan J?bol kromp ineen en draai- eindelijk de zeebodem raak-
toch' p"pte hét mannetS ?s hoSMj? '"de rich- Ie. Een paar rukkin aan
Rollebol. raü?. ^kaperkapitein, de ketting, het anker beet
Dat gaat je niet a
bromde de kaperkapitein
hij stak een pijp op.
Maar
eiland
de grote groot stuk rots
ten het stevig vast. Daar
na lieten ze het anker voor
zichtig in het diepe water
van de baai zakken. Dieper
dieper zakte het, tot het
Deze rookte rustig door
grijnsde maar
Dat dat is mijn
H,t .p vrouw, ze roept me, kerm-
..„i 1„. de het mannetje. Toe. help
wu net we- m„ .„h h__, llit
het zand
eiland lag vast. Het was ge
woon voor anker gegaan. O.
ten, ik moet het
de Rollebol en legde
louter nieuwsgierigheid zijn blj
linkerbeen achter ziin reeh- i, rouwD
linkerbeen achter zijn rech
Er gebeurt niets met
je eiland, antwoordde de
zeerover Helemaal niets
Dat is het nu juist
En hij begon gemeen te mannetj'
grinniken.
Het mannetje was
van streek, dat hij
ter nieuwsgierigheid
gerustheid
toch. haal
knoop. Ik moet naar huis.
Rollebol. Rollebol, kom kunnen
j je vrouwtje in je hol. iron on
Vandaag eten we zoete
knol. klonk het weer, nu
een beetje ongeduldig.
O.
Klaar, maat. gromde
de kapitein tevreden. Nu
rustig vertrek-
kapitein,
schuddend van het lachen,
zo stond op en ging naar het vergenoegd
ou- ongelukkige dwergje toe.
3n- Hij trok het linkerbeen van-
6wu.»v.u de achter het rechteroor, toen
knoop kon komen. Zijn hel- het rechterbeen vanachter
dere oogjes gluurden tussen het linkeroor
«Kb Rel'
zijn opgevouwen beentjes lebol op zijn voeten,
door, terwijl hij schreeuw- Alsjeblieft, spring-in-
de: het-veld, zei hij grimmig.
wat. als we genoeg krijgen
van de zeeroverij, alle
ik moet weg. ik schatten ophalen en ale rij-
huis, gilde het ke mensen verder leven,
De stuurman wreef zich
den. Samen stapten ze in
de sloep, roeiden terug naar
het kaperschip, hesen de
zeilen, lichtten het anker en
voeren de avond tegemoet.
(Volgende week verder)
We gaan nu de brieven be
antwoorden.
Is Ria al beter, Gerda Schel-
levis? Mag je weer naar
school'' Jij krijgt ook gauw
een beurt, hoor Gerda! Ver
veel jij je niet Leen Schellc-
vis? Was het leuk op Ria's
verjaardag? Hoe is het met
Ria? Is Ton weer thuis
Willy Schellevis? Jij kan nu
goed mama helpen. Ga jij nog
logeren in de pinkstervakan
tie? Hoe heet jij K. School
meester? Kees of Klaas? Moet
jij later ook gaan varen? Jij
hebt dus wel genoten van de
ballonnen Jij hebt erg leuk
getekend Marianne Spaans. Is
de pop al bruin geworden? Dat
wordt een dure dag 12 juni,
Marianne! Wat een boffert,
dat jullie vrij kregen, toen de
meester trouwde. Hebben jul
lie goed feest gevierd? Wat
heb jij leuk postpapier! Was
het water niet koud om te
zwemmen, Ineke en Corrie
Steenks? Heel veel plezier op
2 juni, hoor! Jullie hebben
grappig getekend Plet en
Sjaak Stok. Het was toch niet
zo moeilijk vonden jullie wel?
Schrijf jij de volgende keer
een lange brief, Hans Taverne
Jouw vorige brief was te
laat Ingrid Thierry. Jij moet
dus hard blokken op het ogen
blik. Hoe is het met je vader?
Moet hij daar nog lang blij
ven? Wat heb jij toch altijd
lekkernijen op je postpapier
staan, Jaap Tol. Vond je de
tekening echt zo moeilijk?
Geweldig, dat jij een fiets hebt
gekregen Anja Verschoor. Is
het opstel mooi geworden?
Jouw zusje is maar verschrik
kelijk verwen'd, hoor Thea Ver-
weij! Hebben jullie thuis ook
een schommel? Welke n
heeft ze de pop gegeven?
Hoe is het met de konijn,
Micke Visser? Schrijf je m(
dat de volgende keer eens?
Leuk, dat jullie zoveel vogels
hebben. Jij bent ook ver
schrikkelijk verwend Cobie
Vliegenthart. Welke spelletjes
hebben jullie gedaan? Heb je
de blouse al aangehad? Wat
een boffert ben jij, dat jij zo
maar een splinter nieuwe
fiets kreeg voor je verjaardag,
Ada van Vliet. Jullie gaan dus
Den Briel innemen. Het is
daar erg leuk hoor! Je hebt
de tekening mooi gemaakt.
Is jouw broertje weer beter.
Piet v. d. VHst? Is het een
leuk kindje van tante Branka?
Hoe heet het? Is de foto mooi
geworden? Ja, tante Jos
heeft het gelezen van de brand
Cobie en Rietje Vos. Jammer,
dat jij geen prijs had. Rietje!
Had je de fiets zelf versierd?
Een héél prettige dag op 24
mei, hoor! Hartelijk bedankt
voor je mooie kaart Marianne
Vos. Het lijkt me daar erg
mooi. Je hebt zeker wel geno
ten met het mooie weer. Goed
eten maar hoor- Krijg ik
van jou de volgende keer een
briefje, Truus de Vos? Dat
tekenen is erg meegevallen
Ria van Vuuren. Wat hebben
Deze keer heb- ||IIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIII||||||||I||||||||||||||||||||||||||||||||||||H
ben
aardige kruis
woordpuzzel.
De namen van
de voorwerpen
die jullie moeten
invullen, staan
rondom de puzzel
Bij de voorwer
pen zien jullie
nummers met een
pijltje, dat naar
beneden, of naar
opzij wijst. Staat
het pijltje naar
beneden. dan
moeten jullie de
namen van boven
naar beneden in-
llen. Wijst het
pijltje naar opzij
dan moeten de
letters van de na
men naast elkaar
worden ingevuld.
lijkt erg
moeilijk, maar dat
'alt erg mee. Op
moeten
dinsdag 24
worden inge
zonden. Illllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
jullie op de markt geblazen?
Héél veel plezier vandaag,
Ria! Je mag toch wel
schrijven, als je de puzzel te
moeilijk vindt, Esdra van Wa-
geningen. Je komt dan niet in
aanmerking voor een prijs.
Tante Jos vindt het altijd leuk,
veel brieven te ontvangen.
Dik, Frits en Goof v. d. Water,
bij jullie was het zeker wel
mooi met al die bloeiende bo
men. Leuk, dat jullie een be
richtje uit België kregen.
Hartelijk welkom bij de neven
en nichten Willy de Wit. Wan
neer moet jij voor het diplo
ma zwemmen? Grappig, die
gelaarsde kat op je postpa
pier. Heerlijk midden in de
bossen Gerda van Wijk. Jullie
hebben natuurlijk wel genoten.
Een héél prettige dag dinsdag,
Gerda! Jij bent vandaag ja
rig Kees Zeedijk. En morgen
is mama jarig. Wat een fees
ten allemaal. Komen je vriend
jes nog spelen? Heel prettige
dagen hoor!
Naar schooL
'k Ging vandaag voor 't eerst
naar school
jongens, wat een feest.
'k Had al weken pret en jool.
Nu ben 'k er geweest,
'k Durfde plotseling niet meer,
alle pret was weg.
O, wat deed mijn keel een
'k Kon beslist niet weg.
Maar mijn moeder pakte mij
stevig bij de hand.
.,Kom maar vlug, dan lopen
samen Ia
'k Denk,
stond ik voor de klas.
'k Pakte moeder, heel, heel
Griez'lig dat het was!
Maar de juffrouw was erg lief,
kreeg een bank voor twee.
naar huis toe
ging,
ïns meer mee.
En toen
i 'k niet e
Jongens en meisjes de brie
venbus is helemaal leeg. Zor
gen jullie er voor, dat hij weer
helemaal vol komt? De namen
die met de letters A t/m H
beginnen zijn nu aan de beurt.
Hartelijk gegroet neven en
nichten, van