c
De schat op het
Rollehol-eiland
EEN HANDVOL FAS VERSCHENEN BOEHEN
KORT VERHAAL - KORT VERHAAL - KORT VERHAAL - KORT VERH
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 7 MEI 1960
VOOR DE JEUGD - VOOR DE JEUGD - VOOR DE JEUGD - VOOR DE JE
DE avond was gevallen.
In alle huisjes op het kampterrein werden de lampen aangestoken.
Achter de ramen van ons eigen zomerverblijf, ons „Klein paradijsje",
zag ik mijn vrouw, bezig met de koffiekan.
Ze wenkte me. „Kom je binnen?"
Ik knikte. Maar eigenlijk had ik geen zin. Het was zo heerlijk rustig buiten.
Het was een avond, zoals we er maar zelden een hebben in ons kille
landje. Ergens vanuit de verte klonk guitaarmuziek. Een meisje zong met
heldere stem een weemoedig lied van liefde en verlangen. Verlangen naar
het paradijs.
Was dit kampterrein dan geen paradijs?
Toen zag ik meneer Bos aankomen, de kampbeheerder, En meteen her
innerde ik me zijn belofte.
hoorde men hem niet meer. Dan keek hij
bijna angstig de onbekenden aan. Ook op
andere ogenblikken overviel die schuwheid
..Goedeavond", groette ik, ,,u bent me
nog een verhaal schuldig." Ik wees naar
de naam van ons huisje.
Hij aarzelde. „Ik heb nu eigenlijk geen
tijd." zei hij.
„Kom. kom", wierp ik tegen, „het is een
uitgezochte avond voor verhalen. En mijn
vrouw heeft de koffie klaar."
„Nou goed", stemde hij toe. „maar het
is geen mooie geschiedenis. Of eigenlijk:
het is wél een mooie geschiedenis."
Ik trok vragend mijn wenkbrauwen op.
Een mooie geschiedenis, die niet mooi was.
Het klonk erg geheimzinnig. Ik ging hem
voor, ons huisje binnen en ik bood hem
een stoel aan, waarop hij zwijgend ging
zitten.
„Wilt u koffie?" vroeg Lise.
„Graag mevrouw." Hij keek haar even
aan. maar sloeg direct daarop zijn ogen
weer neer. Het was, alsof hij er over na
dacht, hoe hij moest beginnen. Terwijl Lise
de kopjes volschonk, werd er geen woord
gesproken. En ook tijdens het drinken bleef
meneer Bos stil voor zich uit kijken. Maar
ineens vroeg hij:
„Bevalt het kampterrein u, mevrouw?"
„O ja", antwoordde Lise, „ik vind het
hier reuze."
„Zo? Dat doet me plezier. Ja, de meeste
mensen hebben en hadden het hier goed
naar de zin. Hij ook...
Weer was het stil. Heel vaag hoorde ik
nog de guitaarklanken en de stem van het
zingende meisje. Om de lamp dwarrelde
een nachtvlinder en een mug zoemde be
gerig in de buurt van mijn voorhoofd. Nij
dig sloeg ik naar het beest.
„Ja," zei meneer Bos. „die lelijke bloed
zuigers zijn er al vroeg bij dit jaar. Mis
schien komt dat door het aanhoudende
mooie weer. Die dag, toen hij bij me
kwam, scheen de zon ook zo prachtig.
Meneer Bos, zei hij, ik heet Jan, Jan
Pierscn. Ik heb gehoord, dat u de eige
naar bent van dit bungalowpark en daar
om kom ik eens met u praten. Ik ben
maar een arme drommel, maar ik heb
toevallig tijd te veel. Hij lachte bij die
woorden.
Nou en? vroeg ik.
Ja. ziet u, ging hij door. ik zou u een
voorstel willen doen. Over zes weken ga ik
trouwen. Nu zou ik graag met mijn
ehvrouw de eerste week na ons huwe
lijk in een zomerhuisje doorbrengen. Maar
ik heb geen geld, ik ben namelijk
eh werkeloos. Zouden wij niet gratis
zeven dagen in een kleine bungalow mo
gen wonen? Dan kom ik in ruil daarvoor
zes weken gratis werken op uw terrein. Al
leen kost en inwoning.
Ik keek hem wantrouwend, spottend bij-
Dus u gaat trouwen, terwijl u wer
keloos bent, zei ik. Dat lijkt me een hache
lijke onderneming.
Ik ben nu nog werkeloos, antwoordde
hij. Maar ik heb al een baantje gevonden.
Na ons trouwen ga ik aan de slag. Dan ga
ik een nieuw leven beginnen. Alstublieft
meneer, helpt u mij.
worden opgeknapt, waar ik. noch i
dewerkers. tijd voor hadden. Er moesten
enkele bomen gerooid worden, aan sommi
ge huisjes was nóg het een en ander te
vertimmeren, de bagageloods had een verf-
beurt nodig. En ik had ook nog een kleine
tweepersoons-bungalow vrij, dezelfde, waar
in u nu woont, juist in de week na zijn
trouwen. Dit alles overwegende, besloot ik
op ziin voorstel in te gaan. Nou meneer,
toen had u hem moeten zien. Hij was als
kind zo blij. Hij maakte een lucht
sprong van plezier._DezeIfde dag nog ging
hem wel eens. Soms gebeurde het, dat hij
midden in een vrolijk lied ophield en
schichtig naar alle kanten rond keek. Voel
de hij zich bedreigd?
Op een avond trof ik hem aan in de
schuur. In zijn handen had hij een plank
je, dat hij bezig was glad te schuren.
Wat moet dat worden? vroeg ik be
langstellend.
Even bleef hij verlegen zwijgen. Toen zei
Door
JOS A. BRUSSE
ik zet er in mooie rode letters, de woorden
„Klein paradijsje" op. En... eh... wat
ik u vragen mag meneer, als we in het
bungalowtje trekken, mijn.ehvrouw
en ik. mogen we dan dit dingetje aan de
voorgevel vastmaken voor die ene week?
Je schijnt nog al wat van je verblijf
hier te verwachten, zei ik.
Hij knikte overtuigend.
Ja meneer, dat doe ik. En niet alleen
van het verblijf hier. maar van het hele
leven. Als we getrouwd zijn hij pakte
ineens mijn hand wordt de wereld een
paradijs. Mijn meisje is een schat.
alsof hij bang
r blik om zich heen,
:o blij. Hij maakte eer
i plezier. Dezelfde dag i H
i het werk. En ik moet zeggen, hij
was een prima kracht. Voor ieder probleem
wist hij een oplossing. Ik begreep niet, hoe
het mogelijk was, dat hij geen ander werk
kon vinden. Hij schilderde, hij timmerde
en alles deed hij even goed. In zijn vrije
belangeloos als „oppas" aan. In weinige
dagen was hij ieders vriend en de vreug
debrenger van het kamp geworden. Hij
zong en hij floot de hele dag door: straat
deuntjes, radioliedjes en vooral veel psal
men. Dat laatste verbaasde me natuurlijk.
Een psalmenzingende arbeider behoort nu
niet direct tot de alledaagse verschijnin
gen. Er waren trouwens nog een paar din
gen. die mijn verwondering opwekten. Niet
alleen overdag, maar ook iedere avond en
zelfs op de zondagen was hij in het kamp
te vinden. Moest hij dan nooit eens naar
zijn meisje toe? Maar het vreemdst van
alles was zijn plotselinge schuwheid, als er
vreemdelingen op het terrein kwamen. Dan
Dat wil ik wél beweren, meneer Bos,
zei hij. Genoemde Jan Piersen is een ge
vaarlijke misdadiger, die ook al een moord
op zijn geweten heeft. We zoeken hem al
lange tijd. Maar vanmiddag werd hij toe
vallig in dit dorp gesignaleerd met een
meisje. Hij wist te ontvluchten. Nadere in
formaties wezen uit, dat hij laatstelijk bij
u was geweest.
Dus dat was het. Ik kon niet anders meer
doen dan de woorden van de rechercheur
geloven. Jan Pierseneen moordenaar!
Ik herinnerde mij zijn schichtige blik
soms, zijn vrolijkheid, die plotseling kon
omslaan in angst. Maar ons laatste ge
sprek dan? Hij wilde een beter leven gaan
leiden. Hij zocht een plekje op aarde, waar
hij opnieuw kon beginnen. Een klein plek
je maar, een klein paradijsje.
verwarring achter. Ik wist niet meer,
wat ik deed of zei. Mijn gedachten draai
den maar rond om één middelpunt: Jan
Piersen.
Vier dagen later het was al donker
en ik had juist de cantine verlaten hoor
de ik een geschuifel achter
de
daar stond hij.
jij? riep ik. Het
terug kreeg.
Ik draai-
alsof ik c
fluisterde hij:
Ik ben slecht, meneer. U weet niet
half. hóe slecht. Ik was vaak dronken en
zo. Maar. maar.. toen kwam Antje.
En zij heeft me geholpen een nieuw leven
te beginnen. Maar het zal pas helemaal
goed worden, als we getrouwd zijn. Antje
is vroom, meneer. Ze gelooft in God. En
misschien ga ik ook nog wel eens geloven.
Dat moet je doen. zei ik warm. Al
leen als je in God gelooft, kun je helemaal
gelukkig zijn.
Ja. knikte hij. Dat zegt Antje ook.
Maar ik vind het erg moeilijk. Ik houd
veel meer van Antje dan van God. Eigen
lijk ben ik bang voor Hem. Mag het me-
Het duurde een poosje, voor ik begreep,
wat hij met die vraag bedoelde. Eindelijk
drong het tot me door natuurlijk, het
plankje!
Je mag het ophangen, zei ik, als je
maar niets beschadigt.
O nee. meneer, riep hij verontwaar
digd. Maakt u zich geen zorgen, ik bert
erg handig m dat soort karweitjes.
En aarzelend voegde hij er aan toe:
Als we op ons zolderkamertje in de
stad wonen, hang ik het bordje aan de
muur. Dat zal ook wel aardig staan. Dacht
u niet meneer?
Ja, ik denk het wel, zei ik glimla
chend. Hij leek net een groot kind.
Na dit gesprek had ik weinig tijd meer
me met hem te bemoeien. De gasten eisten
al mijn aandacht op. Zo gingen de zes we
ken voorbij. Op de dag voor zijn huwelijk
ontmoette ik voor het eerst zijn meisje en
onmiddellijk begreep ik hoe het kwam, dat
hij zo veel van de toekomst verwachtte.
Met zo'n vrouw zou iedere man het leveh
wel aandurven. Ze was fris, knap, jong en
ook tamelijk zelfverzekerd. Samen gingen
ze het dorp in om enkele inkopen te doen
en een paar zaken te regelen. Ze zouden
twee. hoogstens drie uur wegblijven. Maar
ik zag ze die dag niet meer. In plaats
daarvan kreeg ik bezoek van een recher-
Meneer, vroeg hij, is het u bekend,
dat u een moordenaar gehuisvest hebt
of had in uw kamp?
Ik begon spottend en ongelovig te lachen,
hoewel er van binnen iets trilde.
U gelooft mij niet, zei hij. Daarom
zal ik mijn vraag anders formuleren. Heeft
u een zekere Jan Piersen in dienst?
Ik vloog overeind. Ik zou op dat ogen
blik in staat geweest zijn die politieman
in het gezicht te slaan.
U wilt toch zeker niet beweren, dat
die jongeman een moordenaar is? schreeuw
de ik woedend. Maar hij bleef akelig kalm.
En daarna, als ik mijn straf heb uit
gezeten. gaan we trouwen. Ons „Klein pa
radijsje" moet nog maar even wachten.
Hij haalde verdrietig de schouders op.
Toen vervolgde hij:
Als God het wil, zullen we later sa
men gelukkig worden, Antje en ik. En als
er geen aards paradijs voor ons is, dan is
er toch in ieder geval een ander Paradijs.
Voor mij, de moordenaar!
Hij graaide even tussen zijn kleren.
Alstublieft meneer, wilt u dit als aan
denken aan mij bewaren? U hebt er het
meeste recht op.
HIJ GAF ME zijn bordje. Maar het was
niet meer, zoals ik het eerst had ge
zien. Er was een ander plankje kruiselings
aan vast gemaakt.
Het Kruis en het Paradijs liggen
vlak bij elkaar, meneer, zei hij.
Ik had de tranen in mijn ogen.
Moet Antje dit niet hebben? vroeg ik
haperend.
Nee meneer, antwoordde hij, zij wil,
dat u het krijgt.
Nog dezelfde avond meldde hij zich. Een
jaar later kreeg ik het bericht: hij was in
de gevangenis gestorven. Het bordje heb
ik toen bevestigd aan het huisje, waarin
hij zo graag had willen wonen, maar dat
niet voor hen was bestemd. Ja. het Kruis
en het Paradijs liggen vlak bij elkaar."
Meneer Bos zweeg.
En wij zwegen ook.
Vanuit de verte klonk nog steeds de stem
van het meisje, begeleid door guitaarmu
ziek. Ik kon de melodie herkennen: Ver
boven 't prachtig sterrendak
„Dat is Antje". zei meneer Bos. „Ze
werkt tegenwoordig op ons kampterrein."
MURR, D
E KATER EN ZIJN VRIENDEN
N
34. Zwijntje zegt trots: „U noteert wel
even, dat wij de eerstaankomenden wa
ren, meester Uil?" ,.Nee," zegt deze be
slist, „dat doe ik niet. Ik schrijf op, dat
Benjamin Konijn uit de strijd genomen
wordt. De reglementen schrijven voor,
dat er maar een in een kano mag zitten
en jullie waren met zijn drieën. Ik roep
daarom Leo tot winnaar uit. Hij heeft
de eerste prijs gewonnen: een reis naar
Zuid-Amerika. Leve Leo en zijn moeder,
die de prijs beschikbaar stelde". Benja-
Konijn is woedend opgesprongen.
„Stop, stop, meester Uil. Kijk hier eens.
Vindt u het niet vreemd, dat er in mijn
kano een kurk zit. Hier kijkEn Ben
jamin trekt de kurk weg. Het water spuit
Zwijntje in het gezicht.
35. „Als Leo dan gewonnen heeft, geef
hem dan ook de kurk die in mijn kano
zit, meester Uil," zegt Benjamin woedend.
Zwijntje kan nog juist op tijd uit de
zinkende kano springen. Meester Uil
pakt het vaartuigje beet en kijkt aan
dachtig. ,.Tja," zegt hij, „dat moet er in
geboord zijn en ik begrijp uit je woorden,
Benjamin, wie dit gedaan heeft. Foei,
Leo, nu heb je de wedstrijd toch nog niet
gewonnen." Leo's moeder is naar voren
gekomen. „Maar als de zaken zo staan,
meester Uil, dan moeten de kinderen nog
een wedstrijd houden. Hier staat alles al
gereed."
36. Meester Uil begint er langzamer
hand genoeg van te krijgen. „Wat moe
ten ze nu weer doen? Zaklopen of zoiets?
Wat had u gedacht? Kunnen we op deze
manier maar niet beter ophouden en de
prijs onmiddellijk aan Leo geven?" Me
vrouw Leeuw is onverstoorbaar. „Ik sta
er op, dat er een beslissing komt", zegt
ze nu, „we zullen nu een paardenrace
organiseren." Benjamin Konijn glundert.
„Let op Leo, nu ga ik winnen." Benjamin
is vol goede moed. Hij krijgt de gevlekte
vos als renpaard toegewezen en Leo het
paard, dat Egel by de teugel houdt.
Uilenkind en Eekhoorntje mogen er zelf
een uitzoeken.
r, die vreselijk veel geld
edelstenen en gouden
_zen en zilveren lepels
bijeen had gegaard. Zoals mast op uitkijk zat: „Land
in zicht aan bakboord!"
De kapitein en de stuur
man renden naar de ver
schansing, hieven hun ver
rekijkers voor de ogen en
door THEA
BECKMAN
hij bang,
dat iemand hem die schat
zou afnemen en dus besloot
hij de kostbaarheden in
twee stevige kisten te pak
ken en te begraven. In vol- tuurden. Ja hoor,
le zee riep hij de scheeps- de horizon zagen
timmerman bij zich en gaf
hem bevel een paar eiken
houten kisten voor hem te
maken, met ijzer beslagen
en van binnen bekleed met
fluweel, want de gouden
vazen en zilveren lepels
mochten natuurlijk niet be
schadigd worden. Toen de
timmerman klaar was met
het werk, borg de zeero
ver-kapitein al zijn schatten
in de kisten ei
stuurman bevel
dichtstbijzijnde,
de eiland te koersen.
De stuurman knikte
hoorzaam en zocht z
dagen lang naar een eiland,
bomen
wij beiden weten wat er in
de kisten zit De rest van
de bemanning mag het ge
heim niet te weten ko-
De stuurman gehoor
zaamde zwijgend. Maar hij
dacht boos: „Ik zal de plek
van dit vreemde eiland
goed in mijn geheugen
prenten, zodat ik het later
kan terugvinden en de
schat van de kapitein kan
opgraven."
Dat was natuurlijk niet
aardig van de stuurman,
het algemeen niet aardig.
Dc kisten werden dus
de sloep geladen, de sloep
werd op zee neergelaten en
de kapitein stapte samen
en rotsen opdoemen. Toen
raadpleegden ze de kaarten met dé stuurman
en zagen tot hun voldoening Snel^roeiden
gaf de jat op dit gedeelte "/via u uci uw t
naar het oceaan geen enkel eiland bromde de stuurman, dan
onbeken- stond opgetekend. Het was
dus nog volslagen onbe
kend, precies wat ze nodig
hadden.
„Prachtig," zei de kaper- tein. Dan durven
dat op geen enkele kaart kapitein. „Stuurman, laat mensen komen
de sloep uitzetten en breng rust.
ziet het er maar griezelig
uit. Misschien 1
wel draken of zo.
Precies wat we nodig
hebben, meende de kapi-
voorkwam
mand ooit had gehoord. En de twee kisten
i het einde
de dag riep de matroos,
die in het topje van de
daarvan. Wij zullen samen
naar het eiland roeien en
de schat begraven. Alleen
mijn schat met
tijdje
Ze vonden na ee
zoeken een plekje
landen tussen twee hoge
De vlam die niet verteert, door
C. J. Ooms-Vinckers. Uitgave La
Rivière en Voorhoeve, Zwolle.
door C. Baardman, het vraagstuk der kerk
een goed uitgangspunt biedt voor
nadenken en gesprek.
De roman „De vlam die niet ver- De Zwerver is in dit boek van de
teert" verschijnt op een bijzonder bekende schrijver C. Baardman een
gelukkig tijdstip. Allerwegen is een eigenaardige figuur. Zijn eigenlijke
hernieuwde belangstelling waar te naam kent bijna niemantL Hij zwerft
nemen voor de gebeurtenissen uit van dorp tot dorp; hij voelt zich ge-
de oorlog. Het Joodse volk heeft het lukkig en maakt vele vrienden. Op
onder de Duitse bezetting bijzonder zijn manier betekent hij veel voor
zwaar gehad. De schrijfster heeft de anderen. De Zwerver helpt waar hij ling
levensweg getekend van een Jood- maar kan, zich houdend aan de les-
se jongen, afkomstig uit Polen in sen van zijn vader, die hem leerde, Gestaag wordt ook voortgezet de
Nederland opgegroeid, via het con- het minderwaardige te vermijden, arbeid aan de Christelijke Encyclo-
centratiekamp naar Zwitserland ont- Toch bevredigt dit leven hem op den pedie zoals deze thans
komen, en daarna de strijd om het -duur niet. Hoewel hij zich afvraagt,
eigen Joodse huis in Palestina. of hij misschien een bijzondere roe-
Opzet en uitwerking van de roman ping heeft, om aan het uitschot van N.V.
verraden de
taak Hetzelfde geldt Oosthoeks Encyclo
waarin wij deel 2 in de reed:
vijfde druk ontvingen (van „Balne-
ologie" tot „Bremzen"). Ook hier
schat van kennis verza-
ook hier geprofiteerd van de
deskundigen,
niet spoedig
Arbeid man encyclopedieën zal nim-
ler voltooid mogen heten. Het leven meld
kent"bijna me mand. Hij" zwerft Immers zelf gaat voort, en zo ook vakbekwaamheid
"BBj fej4 flj| de ontwikkeling van de wetenschap. En ook hier zoekt
Dit noopt tot voortdurende aanvul- tevergeefs,
herziening.
precies weet hoe zij fictie i
kelijkheid Tnoet doceren zonder, wat
in dit geval gemakkelijk had kun
nen gebeuren, tot sentimentaliteit te
vervallen. Haar stijl doet soms
merkwaardig verouderd aan, maar
even later breekt hier doorheen een
warm medegevoel, een grote kennis
ook van het Joodse leven in het al
gemeen, en van de wordingsgeschie
denis van de staat Israël in het bij
zonder.
In deze roman wordt een stuk we
reldgeschiedenis gezien door de wee
moedige ogen van de Jood. die
steeds heeft moeten zwerven tot het
bijna ongelooflijke geschiedde: een
nieuw begin van een eigen nationa
le geschiedenis. Mevrouw Ooms-Vin
ckers heeft haar goede naam hier
mee meer dan bevestigd.
■- verkondigen, ziet hij ten slotte toch h t viM.j_
"in Hat h,i 7Ïin Itvpn TT>r>0t Del Vierde Qed
dat hij zijn leven moet verande-
ren. De schrijver vertelt dit verhaal, cropsie
op zijn eigen, eenvoudige wijze t
vele liefhebbers van Baardmans
ken zullen dit boek zeker met genoe
gen lezen.
kennis die hier
Roeping en belofte, onder redac- gebracht,
tie van prof. dr. Van der Linde,
prof. dr. H. Jonker en ds. S. dactie
Gerssen. Uitgave Van Keulen
N.V., Den Haag.
(van „Jaar" tot „Mi-
Geschubde exoten, door H. C. Os
kam. Uitgave Van Holkema en
Warendorf N.V., Amsterdam.
Een aquarium betekent een rijk en
tbaar bezit. Maar het houden er-
vergt ook de nodige kennis en
al bladerend en steek- zorg- Daarin wil dit mooie en ook
de proeven nemend zijn we onder de bijzonder fraai uitgegeven boek ons
indruk gekomen van het werk dat helpen. In dit boek is iemand aan
hier is en wordt verzet en van de het woord, voor wie het aquarium
wordt bijeen- nauwelijks nog geheimen heeft, die
integendeel met de gave der weten
schap en vooral ook met liefde van
deze wonderschone wereld te vertel
len weet. Fraai is deze uitgave, niet
Bezinning over de kerk en haar
fungeren is het wat onder vele
pecten door achttien theologen
boek is samengebracht. Z
het voorwoord zegt „één
r de Herv. Kerk". Het i
ieder die belangstelling beeft voor felijk.
en prof. dr. G. P. van Itterzon als
mede in het bijzonder ook redactie
secretaris mr. W. E. Steunenberg het minst ook door de niet minder
dan 96 foto's van J. J. van Raam
waarmede het is geïllustreerd en
door de 39 tekeningen van de hand
van de schrijver zelf. Met een boek
voortref- als dit kunnen de houders van het
aquarium vooruit.
voldoening geven. Zij slagen
dit steeds weer in, zich de medewer-
samengebracht. Ze "zijn zoals king te verzekeren van bekwame en
««..l»bb,nd. v.kli.d.n. De .eCh»i-
sche verzorging is
droegen ze n
Het bos wi
en heel dicht
elk één
kisten e
1 het bos.
heel groot
het kostte
zich door het struikgewas
heen te wringen. Boven
dien was het warm. Tel
kens moesten ze even stil
houden, hun hoofd afvegen
en diep ademhalen
Poeh! mopperde de
stuurman. Stel je voor dat
er nu plotseling een draak
te voorschijn kwam!
Zeur toch niet zo over
draken, bromde de kapitein.
Je ziet toch wel, dat dit
eiland onbewoond is.
lopen al een uur lang te
sjouwen en zijn nog i
mand tegengekomen.
Inderdaad was het 1
stil om hen heen. Alleen
vogels ritselden in de t
ken en ergens voor hen
klaterde een waterval.
Ik heb dorst, klaagde
de stuurman.
Straks mag je drin
ken. Ik hoor water over de
rotsen stromen. Daar zul
len we ook wel een open
plekje vinden om de kisten
te begraven, troostte de
kapitein
Na nog een half uur zeu
len door de wildernis be
reikten ze eindelijk i
beekje. Dorstig dronken
van het koele, zoete water
en toen keken ze rond. Niet
ver van hen vandaan za
gen ze het water over de
rotsen naar beneden vallen.
De druppels spatten op.
langs de groene oevers
groeiden vele bloemen.
Mooi is het hier, zucht
te de stuurman.
(Volgende week verder)
Dag, nev^n en nichten.
Hebben jullie donderdag een prettige dag gehad? En hebben jullie nog
een prijs gewonnen met de spelen? Het was gelukkig mooi weer, dat maakt
het feest nog mooier. Verleden week zaterdag hebben jullie ook een fijne
dag gehad, heb ik wel uit de brieven begrepen. Jullie schrijven maar eens
gauw hoe het is geweest. Vergeten jullie niet je geboortedatum te schrijven?
Eén van de nichten, Marianne Vos, wordt in een kolonie verpleegd. Wij
groeten haar allemaal hartelijk en we hopen, dat zij weer gauw, gezond
mag terug komen.
De oplossing van de vorige puzzel is: 1 het vogeltje, 2 het nestje, 3 blaadjes
aan de stam, 4 het meest linkse hnisjc en 5 één der paaltjes op de voorgrond.
De hoofdprijs krijgt Hannie
Groenenberg. Adri van Andel,
José v. d. Berg en Onno EI-
zinga krijgen de troostprijzen.
Hiep-hiep-hoera. Greetje Ba-
rcndrecht, Marjan Bos, Kees
van Drongelen, Marianneke v.
d. Poort, Henriëtte Pruim,
Hennie Schiiller en Cobie Vlle-
genthart, hartelijk gefelici
teerd van de neven en nich
ten met jullie verjaardag.
Nu krijgen de brieven een
beurt. Hartelijk welkom Rine
Aalbersberg Je brief was
jammer genoeg de vorige keer
te laat. Heb je een prettige
verjaardag gehad? Nog van
harte gefeliciteerd hoor! Hoe
is het met- je hondje? Adri
van Andel ik geloof best, dat
het bij jullie nu heel- mooi is
met al die bloeiende bomen.
Waar gaan jullie naar toe
met het schoolreisje? Maai
ke van Andel, heb je goed je
best gedaan met krunvagentje
rijden? Wat hebben jullie met
die voorwerpen op school ge
daan? Kon je wel lopen
met die lange rok aan, Lida
Baardman? Wat moest het al
lemaal voorstellen? Geluk
kig, dat je zusje nu weer be
ter is Matti Bachus Hoe
was het donderdag? Wat
heb jij prachtig getekend
Kees van Belle. Hartelijk be
dankt! Nog van harte gefelici
teerd met je verjaardag hoor!
Hartelijk welkom Marianne
van Belzen. In welke klas zit
jij? Wat" is jouw mamma
verschrikkelijk verwend, Anne
ke v. d. Berg. Kan jij mamma
al zo goed helpen? Wat
leuk van die zwaan, Joop en
Jaap v. d. Berg. Hebben jul
lie ook met de optocht mee
gedaan? Zijn er al kuikentjes?
Wat zijn jullie verwend op
bevrijdingsdag Sjanie Berk
hout. Wat stelde het tegeltje
voor? Sterkte 30 en 31 mei
hoor! Wat wil jij worden
Willy Bergwerf? Moest jij don
derdag ook zaklopen? Hoe
was het maandag op pappa's
verjaardag, José v. d. Berg?
Hadden jullie z'n stoel ver
sierd? Welke film was het?
Ja, dat is een prachtig ge
zicht al die bloeiende bomen
Juri den Besten. Leuk, dat jul
lie een veulentje hebben ge
kregen. Woon jij op een boer
derij? Moest jij zaterdag zo
hard zingen, dat je keel er
schor van werd, Nico Beze-
mer? Moest je donderdag ook
zingen? Waren het leuke
spelletjes Elly Blom? Hoe was
de film? Wanneer hebben jul
lie mamma's verjaardag ge
vierd? Heb jij goed je best
gedaan met ringsteken op de
fiets, Corrie Blom? Hardlopen
met hindernissen was zeker
ook wel leuk. Jullie boffen
deautje te krijgen Inge v. d.
Blij. Wat heb jij op de hand
werkles gemaakt? Waar heb
jij al die films gezien, Wim
Boer? Heb jij donderdag ook
met de optocht meegedaan?
Geweldig, dat jij de eerste
prijs hebt gewonnen Marijke
Bontenbal. Moet je voor mam
ma ook wel eens de was op
hangen? Heb jij veel vrien
dinnetjes Ina v. d. Boogaart?
Een héél prettige dag 16 mei,
hoor! Wat zijn jullie ver
weg geweest Kees v. d. Boo
gaart. Is het mooi in Eeklo?
Heb Jij ook meegelopen in de
optocht? Hartelijk bedankt
voor je bloemen, die je op
de brief hebt geplakt, Lea
Brandwijk. Ik vond het erg
leuk. Weet jij ook, wat de na
men er van zijn? Heb je je
nieuwe jurk al aangehad?
Wat heb jij grappig postpapier
Gera Brandwijk. Hoe komt het
dat jullie geen feest hebben
gevierd op Koninginnedag?
Leven de poesjes nog? Harte
lijk gefeliciteerd met het be
haalde succes hoor! Heb jij
donderdag ook met de spelen
meegedaan, Joke Breeder-
land? De ballenwedstrijd was
zeker wel leuk. Jij bent dus
zaterdag erg laat naar bed ge
gaan Klaas Brobbel Wat dopt
die poes heel netjes op jouw
postpapier. Bedankt voor je
mooie tekening hoor! Schrijf
jij de volgende keer wat
meer. Peter de Bruin? Tan
te Jos is 27 oktober jarig Mar-
jo Buth. Ik weet niet, wat de
tekening moet voorstellen. Jij
hebt dus fijn gelogeerd Heb
we hebben nu
r een doolhof
waar het wormpje
door moet, om bij
de appel te ko-
De doolhof is
niet zo ingewik
keld als de vorige
keer. De appel is
heel gemakkelijk
te bereiken.
Oplossingen moe
ten voor dinsdag
mei worden
ingezonden.
■■■lllllllllii
jij het huis ook versierd Jen-
neke Cornet? Met welke spelen
heb jij meegedaan? Was je
lampion mooi? Waar gin
gen alle ballonnen naar toe,
Peter van Dam? Als ik jouw
kaartje vind, stuur ik het te
rug hoor! Jij bent ver
schrikkelijk verwend, Adri
Dankers! Heb jij bij Teuni
feest gevierd? Hoe ging het
kruiwagen-rijden Teuni Dan
kers? Heb jij nog een prijs
gewonnen met stoelendans?
Zijn de foto's mooi geworden,
Ineke Dekker? Griezelig hoor,
zo'n spookhuis. Had jij een
mooie lampion, Willy Delle-
man? Jammer, dat jullie niet
naar Jenneke's tante konden
gaan. Jij hebt de Koningin
dus goed gezien, Lidy van
Dorp. Is het boek mooi? Ja,
dat gaat lekker in zo'n draai
molen. Lize van Dijk schrijf
jij er de volgende keer een
briefje bij? Jij bent erg ver
wend hoor Onno Elzinga. Mag
jij ook meelopen in de op
tocht? Moet jij geen feest
vieren Johan van Es? Groet
jij Annie ook van mij, Johan?
Jammer, dat jij geen zin
meer hebt om te schrijven
Hans van Es. Je bent er nog
helemaal niet te groot voor,
hoor! Jullie halen toch geen
nestjes uit.Winifred van Geest?
Moet jij donderdag ook mee
zingen? De optocht zal wel
mooi worden Moet jij la
ter timmerman worden. Aart
van Gorkum? Wat heb je al
gemaakt? Val jij zo dikwijls?
Bedankt voor het mooie
gedichtje Hannie Groenenberg.
Had jij ook je fiets versierd?
Hannie zou graag een corres
pondentievriendin willen heb
ben. Haar adres is Groenstraat
5 Giessen. Jullie hebben dus
verleden week zaterdag groot
feest gehad Nelly Grooten-
dorst. Hebben jullie donderdag
goed gezongen? En jij ook
Hans? Hoe was het bij oma,
Theo Hamoen? Heb jij donder
dag veel plezier gehad? Har
telijk welkom Joke Heems
kerk. Heb jij donderdag fijn
feest gevierd? Jij hebt dus
wel genoten op de Floriade,
John v. d. Heiden. Ja, de bloe
men zijn er prachtig. Heb jij
donderdag ook gezongen?
Wat ben jij verschrikkelijk
verwend, Saartje v. d. Heuvel.
Zijn er veel konijntjes bij ge
komen? Was de lampionop
tocht mooi? Jij bent ook al
zo verwend Jennie v. d. Heu
vel. Met welke spelen moet jij
meedoen? Leuk, dat jij het
zo naar je zin hebt gehad in
Lunteren. Ria v. d. Heijden.
Jij bent erg verwend hoor,
met al die carleaux. Is het
schortje al Kiaar9 Moet jij
ook op de markt zingen Tine
ke v. d. Hil? Hoe vind jij
het in het nieuwe huis, Anje
v. d. Hout? Bedankt voor het
gedichtje, hoor!
Jullie hebben deze week
weer goed je best gedaan met
schrijven. Ik hoop, dat de brie
venbus volgende week weer
helemaal vol is. De letters I
t.m. R zijn deze week aan de
beurt. Dag jongens en meis
jes, tot de volgende week.
TANTE JOS