Brede en smalle
chr-geref. synodes
ISAAC DA COSTA NA
100 JAAR HERDACHT
MURGUPA
Een woord voor vandaag
Nieuwe overeenkomsten met
christelijke kerken op Java
Prot. Nazorg omvat nu het
gehele christelijke B.L.O.
cle cjrootóte
c/ave
Kanttekening
Polen gooiden politie
met stenen
2
Wij mensen kijken altijd tegen de onderkant van de dingen en
de verschijnselen aan. Dat is een der aspecten van ons mens
zijn. En wij vinden dat vaak vreselijk. Wij zouden zo graag
méér dan fragmenten zien, een volledig beeld krijgen, de
samenhangen willen ontdekken tussen al die feiten en om
standigheden, die ons zo onbegrijpelijk voorkomen en die wij
niet thuis kunnen brengen, daar waar ze in het verband van
het totaal behoren. Wij zouden zo graag door de buitenkant
willen heendringen en een antwoord hebben op de vraagt
naar het waarom en het waartoe. De man Asaf, die Psalm 73
heeft gedicht, staat op dat punt naast ons. Wat heeft hij ge
worsteld met het raadsel van de voorspoed der goddelozen.
Toen heeft God de gordijnen even voor zijn ogen weggescho
ven en hem enig inzicht gegeven in Zijn handelen. En op dat
zelfde moment zag Asaf, dat al die voorspoed minder was
dan een vernis en dat hij zich niet behoefde te ergeren. Toen
ontdekte hij, dat hun einde was een totale vernietigingeen
instorten tot puin, een vergaan door verschrikking. En in dat
zelfde moment wist hij, dat zonder God alles volkomen zin
loos is, een gapende afgrond, een schijn zonder inhoud. Zo'n
ontdekking is iemands behoud, omdat hij teruggeworpen
wordt op het enige vaste, dat blijft in voorspoed en in tegen
spoed voor ieder, die de teugels van zijn leven in Gods vader
handen heeft gelegd.
Ds. I. de Bruyne stelt voor
Betere
plaats
voor diakenen
(Van een onzer verslaggevers)
Op de achttiende diakenencon
ferentie van de Christelijke Ge
reformeerde Kerken in Neder
land, die gisteren in Amersfoort
is gehouden, heeft de Rotterdam
se predikant ds. I. de Bruyne de
gedachte gelanceerd om brede
en smalle classis- en synodever
gaderingen te houden, teneinde
de diakenen een betere en waar
diger plaats in het geheel van
de kerkelijke organisatie te ge
ven.
Ds. de Bruyne, praeses van de syno
de 1959 der Chr. Geref. kerken, be
sprak op de conferentie de taak en de
plaats van de diakenen in de meerdere
vergaderingen.
,,Het moet. dunkt mij. de ambtsdra
gers niet erg bevredigend aandoen, als
ze weten dat onder de 48 afgevaardigden
(per particuliere synode) naar een ge
nerale synode vier diakenen zijn", al
dus de Rotterdamse predikant, ..en on
der de 32 afgevaardigden (per classis)
naar een particuliere synode drie
diakenen."
„Z»l de afvaardiging naar de meerde-
re vergaderingen wat kunnen betekenen
in ons kerkelijk leven, zodat de behan
deling van de betreffende zaken ook tot
zijn recht komt," zo zei de predikant.
,.dan ben ik van mening dat aan de
diakenen een betere en waardiger
plaats in het geheel moet worden ge
geven."
VOORSTEL
1. De roepende kerk voor de eerstko
mende classicale vergadering stelt
de agenda op voor die vergadering.
Alle diakonale zaken of kwesties van
algemeen beleid waarbij het diakonaat
betrokken is. komen op de agenda te
staan om samen behandeld te
den tijdens een bepaald gedeelte
de vergadering. In het geval er zulke
zaken zijn, vaardigt elke kerkeraad
in die classis met de predikant en de
ouderling een diaken af om deze pun-
tcn mede te behandelen.
2. Ook de agenda van de particuliere
synode wordt door de kerkeraad van
de roepende kerk zo samengesteld.
Daar men echter ter classis nog niet
weet welke zaken er op de particuliere
synode aan de orde zullen komen,
kiest elke classis twee diakenen, die
naar deze synode afgevaardigd zullen
worden. Of zy ook werkelijk zitting
zullen nemen, hangt af van de vraag
of op het agendum zaken van diako
nale aard voorkomen.
3. Ter generale synode kan
voegelijk de diakonale zaken, alsmede
de beleidszaken die het diakonaat ra
ken, dusdanig op het agendum plaat
sen en in het vergaderschema passen,
dat er enkele dagen gereserveerd zijn
voor dc behandeling van die zaken.
Elke particuliere synode dient
MEESPREKEN
Ds. de Bruyne meende dat de dia
kenen. gezien ook de omvangrijkheid
van de problemen die het plaatselijk
karakter ver te boven gaan, op de r
dere vergaderingen moeten kunnen
spreken over alle specifiek diaconale
aangelegenheden. Evenzeer geldt dat
zijns inziens voor die zaken die in
zoverre het algemeen beleid der kerken
raken, dat de functionering van de
dienst der barmhartigheid er recht
streeks bij betrokken is. Aan taken die
buiten zijn opdracht liggen (als opzicht
en tucht) heeft de tegenwoordige diaken
helemaal geen behoefte, gezien de
Ds. H. A. C. Snethlage
overleden
In de ouderdom van ruim 81 jaar is
maandag te Wassenaar overleden ds
H. A. C. Snethlage. emeritus predikant
van de Nederlandse Hervormde Kerk.
De overledene werd 22 augustus 1878 te
Heiloo (NH) geboren, bezocht het gym
nasium te Amsterdam en studeerde aan
de Rijksuniversiteit te Utrecht In 1904
werd hij kandidaat in Gelderland. In
1906 werd hij te Hoenderlo in het pre
dikambt bevestigd. In 1913 ontving hij
eervol ontslag met de bevoegdheid van
emeritus in verband met zijn benoeming
tot predikant-directeur van het diaco-
nessenhuis Bronovo in Den Haag. Tot
1 januari 1931 vervulde hij deze positie.
Op ruim 74-jarige leeftijd ging hij weei
met emeritaat na nog kort een Rot
terdamse gemeente te hebben gediend
Van zijn hand is een boek verschenen
over Albert Schweitzer. Donderdag
werd het stoffelijk overschot in alle stil
te begraven.
vangrijkheid van een goed uitgeoefend
diakonaat aldus de predikant.
Over de plaats van de diakenen in de
kerkelijke vergaderingen is sinds 1953
al heel wat gesproken in Ohr. Gerefor
meerde kring. In dat jaar maakten twee
particuliere synodes deze zaak in de
generale synode aanhangig, met gevolg
vier hoogleraren haar in studie na-
Dit leverde m 1956 een rapport op,
-in gesteld werd dat diakenen, om
dat zij tot de kerkeraad behoren, naar
de meerdere vergaderingen afgevaar
digd moeten kunnen worden. Hierop be
sloot de synode deputaten te benoemen
het in dat Jaar aanvaarde beginsel
de gelijkwaardigheid der ambten
nader uit te werken in de praktijk van
het kerkelijk leven. De jongste synode
van 1959 te Rotterdam verwees het de-
putatenrapport terug naar de mindere
vergaderingen, opdat eerst de kerken in
haar geheel over deze zaak zouden
kunnen oordelen.
Dit laatste had niet geheel en al de
instemming van de voorzitter der diake
nenconferentie, de heer C. Drieënhulzen-
Hij vond dat er op de laatste synode wel
veel over diakonale zaken is gesproken,
maar weinig uitgesproken. De conferen
tiegangers bespraken op deze dag voorts
huishoudelijke en diaconale zaken. De
heer J. H. Duyker uit Amsterdam werd
in het conferentie-comité herkozen als
penningmeester.
Beroepingswerk
NED. HERV. KERK
Beroepen te Oud-Beyerland: L. Roet-
man te Wierden.
Bedankt voor Brakel: J. C. Schuur
man te Bleskensgraaf.
GEREFORMEERDE KERKEN
Beroepbaarstelling: de classis Gronin
gen heeft prep. geëx. en beroepbaar
verklaard de heren J. W. Broersma,
VerL Grachtstraat, te Groningen en
J. Klapwijk te Groningen, beiden kan
didaat, waarvan eerstgenoemde terstond
beroepbaar is.
CHRIST. GEREF. KERKEN
Tweetal te Ouderkerk a. d. Amstel:
G. J. Buys te Papendrecht en D. Slag
boom te 's-Gravenzande.
EEN GELUKWENS WAARD
,Hij las Nieuwe Testament
met Joodse ogen'
(Van een onzer verslaggevers)
Op de honderdste sterfdag van mr.
Isaac da Costa, donderdag 28 april,
heeft de stichting Het Réveil-Archief
Da Costa herdacht op een studiedag
te Amsterdam. Velen, die Da Costa
als man van het réveil als dich
ter of als christen van zijn tijd, wa-
naar de hoofdstad gekomen om
deze herdenking bij te wonen. Tot
hen behoorden zes achterkleinkinde-
en drie achter-achterkleinkinde-
van Da Costa, allen ook zelf Da
Costa geheten.
•■t was er ver vandaan, dat Da
Costa op deze studiedag alleen maar
geadoreerd werd. Markante figuren
hebben ook altijd hun zwakke en on
aangename zijden en de sprekers lie
ten niet na om daarop te wijzen.
Zo had b.v. prof. dr. E. L. Smelik.
.e over ,,Da Costa en de bijbel" sprak,
weinig goede woorden voor Da Costa's
poëzie; hij zeide daarvan een zekere
afkeer te hebben, omdat daarin het on
natuurlijke en dé gezwollen taal over-
Ook meende hij. dat Da Costa zijn
conservatieve denkbeelden teveel grond
de op een kritiekloos lezen van de hei
lige schrift. Dat b.v. de vrouw onder-
arpen is aan de man, stond voor hem
nds Genesis 3 buiten discussie.
Daarom achtte prof. Smelik het twij
felachtig of Da Costa het gewaardeerd
zou hebben, dat een vrouw mej. dx. M.
E. Kluit op de studiedag over hem
sprak. Mej. Kluit zelf, vroeg zich in
haar lezing af, of Da Costa als man
en vader wel altijd een plezierige fi
guur was geweest. Zijn financiële kwa
liteiten moet men niet hoog aanslaan
en dat heeft zijn vrouw, Hannah Bel-
monte, blijkens haar dagboekje dikwijls
grote zorgen gegeven.
Dat hij met zijn „Bezwaren tegen
den geest der eeuw" velen irriteerde,
komt niet alleen voor rekening t
zijn juiste analyse, waarmee hij
de roos schoot, maar ook wel omdat
hij destijds de werkelijke ootmoed
des geloofs niet kende.
Deze en andere bedenkingen nemen
niet weg, dat Da Costa een fascineren
de figuur geweest is, wiens vurig ge
tuigenis ons ook vandaag iets zegt. Prof.
Smelik toonde dat aan met tal van aan
halingen uit de bijbellezingen van Da
Costa.
Had mej. Kluit reeds duidelijk ge
maakt, dat Da Costa's geloof, hoezeer
hij ook het modernisme bestreed, toch
arminiaanse trekken laat zien, prof.
Smelik meende, dat een „theologie van
Da Costa" moeilijk aanwijsbaar is;
men wordt daarin althans teleurgesteld.
Maar wat Da Costa waardevol
maakt, is zijn lezen van het nie
testament met joodse ogen. Daarin was
hij zijn tijd ver vooruit en daarin in
teresseert hij de theologen van onze
dagen. Da Costa was steeds bezig met
de verhouding kerk en jodendom.
Niets is vandaag actueler dan juist
die verhouding.
Da Costa heeft bovendien een fijn c
xx bet karakteristieke in bepaalde bij
belse figuren, inzonderheid David. En
mineer hij als talentvol improvisaitor-
•proza zijn bijbellezingen houdt dde
door de geduldige luisteraar Schimshed-
mer zijn opgeschreven, neemt hij vaak
een dichterlijke vlucht. „Als zodanig
acht ik hem als dichter hoog", zei
prof. Smelik. „maar niet om zijn poë-
Men moet Da Costa in zijn tijd zien.
Daarop legde mej. Kluit de nadruk,
toen zij uit de „Bezwaren" de beruch
te passage over het verdedigen der sla
vernij citeerde en besprak, waarbij zij
niet vergat mede te delen, dat Da Cos
ta in 1848 zijn visie van 1823 volledig
Ook prof. dir. W. A. P. Smit, spreken
de over Da Costa als dichter, meende
dat'men, bij de beoordeling van Da
Costa's poëzie, deze man niet los van
zijn tijd moet zien. De opvattingen over
poëzie in de dagen van Da Costa ver-
'endaag-
moest 1
Wat de gedichten
devol maakt, nietteg
Generale synode Geref. kerken
(Van een onzer verslaggevers)
De Gereformeerde Kerken hebben
nieuwe overeenkomsten gesloten met
de Javaanse christelijke kerken. De
inhoud daarvan komt in vergelijking
met vroegere akkoorden hierop neer,
dat de leiding in het zendingswerk
meer dan tot nu toe door de Indo
nesische kerken zelf ter hand geno-
ïen wordt.
De Nederlandse missionaire arbeiders
zullen bij voorkeur geplaatst worden in
de centraal geregelde diensten van
theologisch onderwijs, kemscholing en
kadervorming, literatuur produktie, so
ciaal-economische opbouw der gemeen
te, medische arbeid e.d
De synode verklaarde zich
te verheugen, dat de voortgaande ont
wikkeling thans in deze nieuwe o
eenkomsten tot uitdrukking wordt
bracht.
Voorts hield de synode zich lange tijd
bezig met een rapport inzake het psy
chologisch onderzoek van aanstaande
predikanten.
De synode overwoog dat deze zaak
van groot belang is, maar aan het ver
plicht stellen van een dergelijk onder
zoek, als door de deputaten was voor
gesteld vond zij zoveel vragen verbon
den van practische en principiële aard,
dat een voortgezet onderzoek nodig werd
geacht. Een en ander zal dan op de
volgende synode dienen.
tillen geheel en al van de hei
opvattingen. Men vond toen
drichter zich van dichterli;
b.v. dat
dichterlijke taal
Da Costa's geloof
toriek, is de mystieke meerwaarde, die
de dichter gaf aan sommige uitdrukkin
gen op „christelijk geloofsgebied", zo
als hij het aanduidde. Termen, die men
tot de gemeenplaatsen zou rekenen, roe
pen bij Da Costa het stralende pers
pectief van geloof en godsrijk op. Wie
zich voor deze mystieke meerwaarde
niet openstelt, loopt gevaar
eigenlijke kem L'
voorbij te gaan.
Al behoort Da Costa niet tot de groot
ste figuren uit onze letterkunde aan de
hard van het gedicht „Uit Palestina"
(1848) toonde prof. Smit aan, dat Da
Costa zijn métier werkelijk wel ver
stond. Zijn geloof is echter groter dan
zijn dichtkunst.
De laatste spreker, prof. dr. W. J. M.
Asselbergs (Anton van Duinkerken)
hield een causerie over Da Costa's ver
houding ten opzichte van zijn rooms-ka-
tholieke tijdgenoten.
Da Costa dacht anti-rooms, maar hij
was soms zo ruim tegenover de rooms-
katholieken, dat men soms zijn over
gang tot de r.k. kerk verwachtte en
daarop zelfs aandrang.
Dr. W. van Eeghem heeft namens
de Kon. Vlaamse Akademie voor
Taal en letterkunde het woord ge
voerd. Da Costa is in Vlaanderen
niet zo bekend als men mocht wen
sen, althans niet als dichter. Wèl als
propagandist en levensbeschrijver
van de in Vlaanderen hoog vereerde
Bilderdijk.
Al is er geen spectaculaire
groei aanwijsbaar in de aktivi-
teiten van het Protestants Chris
telijk Nazorg Verband (PCNV),
toch mag worden gesproken van
tevredenheid over de gang van
zaken in 1959.
Dit kwam tot uiting tijdens de
jaarvergadering, welke deze
landelijke organisatie gisteren
onder leiding van drs. R. Weste
ra in Utrecht hield.
Deze tevredenheid, aldus de voorzit
ter in zijn openingsrede, betreft voor
al het feit dat met de oprichting van
de provinciale stichting Groningen nu
het ideaal is vervuld: een gesloten net
van provinciale en regionale stichtin
gen voor sociaal-pedagogische nazorg
voor het buitengewoon lager onderwijs
over het gehele land.
Ten tweede ls het verheugend, dat
de zwakzinnigenzorg op zichzelf in het
afgelopen jaar veel meer in de publi
citeit is gebracht door pers, radio en
televisie. Hopenlijk zal deze publiciteit
ook van gunstige invloed zijn op de ko
mende jaarlijkse collectes. De in 1959
voor de eerste maal gehouden lande
lijke collecte voor de nazorg van zwak
zinnigen van alle gezindten was helaas
Advertentie
Duim in muur vastzetten
Tan Ceta-Bever
geen onverdeeld succes. En er
zolang er nog geen nieuwe subsi
die regeling is afgekomen, hard geld
nodig om in de tekorten te voorzien.
Nu het net van streekstichtingen is
gesloten zal het PCNV statutenwijziging
nodig hebben, want tot nu toe kent dit
landelijke verband slechts plaatselijke
leden, t.w. BLO-scholen. Toch is het
van belang dat ook de provinciale en
regionale stichtingen voor de nazorg,
op initiatief van het PCNV opgericht,
lid kunnen zijn en zich in het bestuur
laten vertegenwoordigen.
Ter vergadering werd dit punt be
sproken en het bestuur zal in bet
jaar met nadere voorstellen voor
statutenwijziging komen.
Van evengroot belang zal het ook
zijn te komen tot nauwe samenwer
king met de vereniging Philadelphia,
waarin ouders van zwakzinnige kinde
ren samenwerken en o.m. ijveren voor
het stichten van tehuizen voor alleen
staande zwakzinnigen. Het onderwerp,
of het landelijk Verband dan wel de
oudervereniging dit en ander werk
(bijv. het stichten van kleuterdagver
blijven) ter hand moet n
ter vergadering.
diende
Het ledental van het PCNV «s nu,
met 52, practlsch maximaal gewor
den. Alleen kan nog toetreding van
enkele pas-opgerichte scholen worden
verwacht. Zo vertegenwoordigt het
PCNV nu het gehele chrlstelilk bui
tengewoon onderwijs op dagscholen
voor zwakzinnigen, voor zover het de
inspectie en nazorg betreft.
De vergadering herdacht het
scheiden van het Friese bestuurlid de
heer A. de Jong. In zijn plaats werd
later bij de bestuursverkiezing mevrouw
A. G. van Beyma-Quarles van Ufford
uit Leeuwarden benoemd.
Ze suste hem met vriendelijke woorden: „moeder is
stout, die domme moeder ook. Wees jij maar zoet
hoor. moeder zal iets moois voor je kopen." Ze
kwam pas weer tot rust, als ze met Paultje op
schoot m haar besloten kamer zat en kinderliedjes
zong voor zijn aandachtige oortjes. „Paultje, moe
der krijgt maar geen betrekking." Ze legde haar
wang op zijn haartjes. Buiten viel de grauwe avond
en de smalle strook hemel boven de straat was
kleurloos wit. Ergens heel ver weg, onbereikbaar
ver. was Mare. „Marezei ze zacht en diep.
„Mak" echoode Paultje. Anne streelde met een vin
ger over zijn voorhoofd. „Vaders kind" fluisterde
Toen er drie maanden verstreken waren, had An
ne tweemaal antwoord op haar sollicitaties ontvan
gen. Ze had Paultje naar een kinderbewaarplaats
gebracht, waar üij huilend, radeloos, achterbleef
en was zich gaan voorstellen. Beide keren was het
op niets uitgelopen. De eerste maal, omdat het sa
laris slechts 40 bleek te bedragen. Veertig gul
den voor een volslagen kracht, die daarvoor een
maand lang iedere dag acht uur haar verstand,
kennis en werkkracht beschikbaar moest stellen.
Ze had het niet aan kunnen nemen. Wat was veer
tig gulden om er met Paultje een maand van te
leven? Ze zou er regelmatig bij in moeten teren
en dat kon ze immers niet volhouden....Terneerge
slagen was ze weggegaan: in de wachtkamer zaten
nog drie sollicitanten, de royale directeur zou
waarschijnlijk wel de keus hebben.
De tweede betrekking was afgesprongen, toen de
directeur hoorde, dat ze de laatste vier jaar niet
meer op kantoor was geweest. „Als u dat ineens
had geschreven, zouden we ons al deze moeite heb
ben kunnen besparen", zei hij korzelig.
„Ik dacht," verontschuldigde Anne zich nerveus,
„het gaat toch ten slotte om wat ik presteer, ik
wil graag een paar maanden op proef komen".
De directeur had onverschillig de schouders opge
haald. „Och, waarom zouden we al die moeite
doen; voor u immers tien anderen, die regelrecht
uit de practijk komen." Toen ze weer op straat
WILLY
STRIJT
stond, moest Anne de tranen wegvegen van haar
wangen. Had het wel enig nut om verder te blijven
solliciteren, zou ze niet telkens ditzelfde antwoord
ontvangen. Thuisgekomen maakte ze voor de zoveel
ste keer haar kas op en berekende, hoelang ze nog
zou kunnen leven. Het werd werkelijk dringend no
dig. dat ze ging verdienen. Er was niets aan te
veranderen, ze moest meer pijlen op haar boog ne
men en niet langer kieskeurig zijn.
Die avond schreef ze op drie advertenties, waarin
een huishoudster werd gevraagd. „Ik heb een zoon
tje van twee jaar, een lief, gemakkelijk kind, dat
ik bij me zou willen houden," zette ze in alle drie.
Ook op deze aanbiedingen kwam geen antwoord.
Anne ging er slecht uitzien, ze sliep onrustig,
lag 's avonds lang wakker en tobde. Als Paultje
overdag eens wat druk en lastig was, kostte het
haar moeite zich te beheersen en hem niet driftig
door elkaar te schudden. Toen ze vier maanden in
Amsterdam woonde, kwam er een brief van Mare.
Ze herkende het handschrift al uit de verte. Alle
kleur trok weg uit haar gezicht, ze voelde zich
plotseling zwak en uitgeput. Dus hij was haar
adres te weten gekomen. Zolang mogelijk had ze
gewacht met het opgeven van haar verhuizing;
nauwelijks had ze dat echter gedaan, of hij had
zich deze openbare wetenschap ten nutte gemaakt.
Hoe ernstig had ze hem in haar afscheidsbrief
gevraagd, haar met rust te laten, haar niet te be
zoeken en niet te schrijven. Nu trachtte hij toch
binnen te dringen in dit nieuwe leven...Moedeloos
leunde ze een ogenblik tegen de muur, toen raapte
ze de enveloppe, die van Mare kwam, die Mare
had gesloten en beschreven, met bevende hand op,
drukte er haar wang tegen. Ze las de brief niet;
ze had gevreesd, dat hij vroeger of later komen
zou en ze had lang tevoren besloten, hoe ze er mee
zou handelen.
De hele dag leefde ze in het verleden. Ze kon
het niet uithouden in de kleine woning, waar ze het
donker vond en benauwd; ze kon het evenmin uit
houden in het café met het geanimeerde strijkje,
waar Paultje verstomd naar zat te luisteren.
's Avonds schreef ze aan Mare. „Mare, ik had
je zo dringend verzocht me met rust te laten, me
te beschouwen als iemand, die gestorven is. Het
leven, zoals het voor me was geworden, kon ik met
meer dragen, ik moest weggaan en jou vergeten.
Bovendien moest ik langzamerhand wat gaan ver
dienen. Ik weet wel, dat jij me graag zou heb
ben geholpen, maar dat kon ik niet aannemen. Mare.
Als we nog als vroeger tegenover elkaar hadden
gestaan, zou het een ander geval zijn geweest, nu
zou het voor mij zijn, alsof je je schuld aan mij
afloste, en je kunt deze schuld niet met geld
vereffenen. Ingesloten je brief, die ik niet heb ge
opend, zoals je ziet. Zo zal ik blijven doen, met
mogelijke andere brieven. Natuurlijk kun je me
dan bezoeken, ondanks mijn ernstig verzoek dit niet
te doen. Er blijft me dan niets anders over dan
de deur voor je gesloten te houden en opnieuw van
woonplaats te veranderen. Als het niet anders kan,
ga ik naar het buitenland. Ik moet een nieuw leven
beginnen, een leven zonder jou. Je moet dit begrij
pen, Mare, het oude vergiftigde mijn ziel en ver
nielde mijn zenuwen en ik heb toch mijn plicht
jegens het kind. Nu doe ik een beroep op alles,
wat goed in je is, Marc. Terwille van alles, wat
tussen ons heeft bestaan, terwille van het kind,
moet je me alleen laten."
(Wordt vervolgd)
Voor enkele honderden Nederlanders
is het vandaag een feestelijke dag:
ter gelegenheid van de verjaardag
van H.M. de Koningin hebben zij een
koninklijke onderscheiding ontvan
gen. In vele gevallen uit handen van
een burgemeester in een raadszaal-
met-een-feestelijk-bloemetje. En na
ontvangst van lintje of medaille heb
ben zij vele handen mogen schudden
van vrienden en bekenden die hen
geluk kwamen wensen.
Bij die gelukwensende vrienden wil
len wij ons als krant gaarne aan
sluiten de krant is immers even
zeer een huisvriend. En gaarne ook
willen wij ons respect betuigen voor
ieder, niemand uitgezonderd, aan wie
een onderscheiding is verleend.
Respect, inderdaad! Want al plegen
wij, Nederlanders, ons dan dikwijls
wat laatdunkend uit te laten over die
„lintjesregen" en al beweren we als
ongedecoreerden dan dat het „ons
niets zou doen" de practijk is dat
het iedereen „wel wat doet"! Mèt de
gedecoreerde zijn wij er trots op als
iemand uit onze kring een dergelijke
onderscheiding ontvangt!
Omdat we Weten dat het inderdaad
een onderscheiding is! Zij wier na
men in die lange lijst staan afge
drukt, zijn een ogenblik boven de
massa uitgetild, omdat zij zich op de
een of andere wijze van die massa
onderscheiden hebben. Dat zich on
derscheiden kan op velerlei manieren
gebeurd zijn: de wetenschapsman op
zijn wijze en de burgemeester op zijn
wijze, de dominee op zijn wijze en de
journalist op zijn wijze en geluk
kig zijn er ook de zeer velen die zich
hebben onderscheiden door grote
trouw aan het bedrijf waaraan zij
verbonden zijn.
Het is zeker niet de minste reden om
gedecoreerd te worden!
De krant wenst die allen geluk. Met
blijdschap en dankbaarheid. Een volk
welks burgeressen en burgers de hun
van God gegeven talenten gebruiken,
is immers een volk dat toekomst
heeft!
ALLEEN MAAR PLICHT
TNE verdediging van Nederlands
Nieuw-Guinea dient versterkt te
worden dat is kort en krachtig de
conclusie waartoe de Nederlandse re
gering is gekomen. En daartoe heeft
zij een aantal maatregelen aangekon
digd die deze versterking der defen
sie beogen: luchtmacht en marine
zullen van beter vliegmateriaal wor
den voorzien, voor vliegveldbeveili
ging zal lichte Inchtdoelartillerie
worden ingeschakeld en grondstrijd
krachten krijgen een taak bij de di
recte gebiedsverdediging.
Waarom de regering tot dit besluit
gekomen is? De formulering Iaat aan
duidelijkheid weinig te wensen over:
„De agressieve elementen in het bui
tenlandse beleid van de Indonesische
regering, gepaard aan de versterking
van het militaire potentieel van In
donesië", hebben haar tot dit besluit
gebracht.
Niemand zal kunnen beweren dat dit
drogredenen zijn. Enige tijd geleden
hebben wij melding gemaakt van een
reportage in een Australisch blad,
een zeer nuttige reportage over
grootscheepse oefeningen van het In
donesische militaire apparaat. Die
oefeningen betroffen een aanval van
zee uit, compleet met het aan land
brengen van troepen, het bezetten
van strategische punten en alles wat
verder hij een dergelijke invasie te
pas komt. Daarbij is gebleken dat In
donesië over al het materiaal be
schikt dat nodig is om een dergelijke
invasie met succes te bekronen.
Dat Indonesië over dit materiaal
beschikt was trouwens geen geheim.
Onzo bondgenoten in de Navo, de
Verenigde Staten en Engeland, heb
ben zich immers beijverd om aan
Soekarno dat materiaal te leveren
en Soekarno's Russische collega-dic
tator was gaarne bereid om het ont
brekende aan te vullen. Alles natuur
lijk onder „voorwaarde" dat er geen
agressie mee mocht worden bedre
ven de wapens mogen slechts wor
den gebruikt om de binnenlandse
veiligheid te verzekeren. Let welde
anti-communistische „binnenlandse
vijanden" van Soekarno moeten in
bedwang gehouden worden met wa
pens, geleverd door Engeland en
Amerika. Lachwekkend als het
niet zo droevig was!
De reacties van deze Navo-bondge-
noten op het besluit van de Neder
landse regering zijn dan ook wat
zuurzoet of laten we zeggen: half
zacht! Engelse woordvoerders heb
ben zich gehaast te verzekeren dat
dit land maar vijf vliegtuigen aan
Indonesië heeft geleverd. En in
Washington zegt men: „Wij hechten
geloof aan de verklaringen van Soe
karno en Soebandrio dat hun land
geen geweld zal gebruiken om zijn
eis op westelijk Nieow-Guinea te ver
wezenlijken."
Ja, ja! Zo redenerend zou Amerika
even goed zijn defensie-inspanningen
kunnen verminderen, want Chroesj-
tsjef doet in betuigingen van zijn
vredelievende bedoelingen zeker niet
voor Soekarno onder!
Op dit ogenblik nog heet dit stuk van
het grote eiland Nederlands
Nieuw-Guinea. En zolang het die
naam dradgt heeft onze regering de
plicht dit stuk Nederlands grondge
bied te verdedigen tegen iedere
agressie. Daar hebben de Nederlan
ders die daar wonen en werken recht
op en daar hebben de Papoea's recht
op. Straks zal de inheemse bevolking
over het eigen lot mogen en moeten
beslissen de verplichting dit mo
gelijk te maken heeft Nederland op
zich genomen. Zolang Nederland die
verplichting heeft, zal geen Soekar
no of welke andere inmenger-met-ge-
weld op die beslissing invloed mogen
nltoefenen.
Daarom achten wü het besluit van
de Nederlandse regering een wijs be
sluit het is niets anders dan de
plicht van de regering dit stuk Ne
derlands grondgebied te verdedigen
met alle middelen waarover zij be
schikt.
Relletjes om een kruis
Pogingen van de communistische
autoriteiten om een groot kruis in
de openlucht in Nova Huta, de
modelstaalstad van Polen, te ver
wijderen, hebben relletjes veroor-
kt, waarbij enige duizenden in
woners betrokken waren, aldus
werd vandaag van betrouwbare
zijde meegedeeld.
Volgens sommige zegslieden wer
den 15 politiemannen gewond door
steenworpen van de burgers en 50
burgers gearresteerd.
De ongeregeldheden barstten giste
ren uit toen werklieden begonnen een
kruis te verwijderen, dat stond op een
plaats die gereserveerd zou zijn voor
Geref. synode moet
uitspraak doen
over apartheid
De raad van de Geref. Kerk van de
gemeente Hardinxveld-Giessendam heeft
besloten om een brief te richten aan de
Generale Synode van de Geref. Kerken
in Nederland en daarin een duidelijke
veroordeling van de apartheidspolitiek
te vragen De synode is thans in Utrecht
bijeen in een nazitting en zal waar-
s hijnlijk dezer dagen dit schrijven be
handelen.
De brief luidde als volgt:
De raad van de Gereformeerde Kerk
i Giessendam-Neder Hardinxveld in
vergadering bijeen, verzoekt de Gene
rale Synode duidelijk uit te spreken, dat
zij de apartheidspolitiek in zake Afrika
veroordeelt als in strijd met het Evan
gelie van Christus, en van deze uit
spraak de zusterkerken in Zuid Afrika
op de hoogte te stellen.
De kerkeraad te Giesendam-Neder-
Hardinxveld is de eerste, die een der
gelijk verzoek aan de Synode heeft ge
richt. Het is evenwel niet zeker of de sy
node deze brief ln behandeling zal ne-
een toekomstige kerk. De stedelijke
autoriteiten hadden echter besloten!
dat de plaats nu gebruikt zal worden
voor een school en bevel gegeven het;
kruis te verwijderen om de bouw van
de school te kunnen beginnen.
Een menigte die godsdienstige lie
deren zong begon zich om het kruis
te verzamelen en werd spoedig groot
genoeg om de werklui het werk te yr
verhinderen. Volgens een bericht I
werd een barricade opgeworpen langs
de straat die leidde van de plaats
waar het kruis stond naar het stad
huis.
Nova Huta heeft meer dan 100 000
inwoners. Hier bevinden zich de enorj
me Lénin-staalfabrieken. Van be- d
trouwbare zijde werd gisteren mee-L(]s
gedeeld, dat de orde hersteld is en
dat alles in Nova Huta nu rustig isror
De verbindingen met Nova Hutaheg*
werden beperkt en een aantalBos
telefoongesprekken werd afgebro-jon
ken. De politie weigerde inlichtingeiL j
te geven en verwees vragenstellers
naar hogere autoriteiten in Warschau. Hij
Later op de dag werd het reizen naaiKede
de stad weer toegestaan. Iukk
beloc
Uniecollecte I'
Lijst 24 van de 81ste Jaarcollecte vooi
de Scholen met de Bijbel, de z.g. Unie- in
collecte bevatte de volgende bedragen:,am,
Lutjesgast 186,25; Oostwold (01d>l"h
309.—; Post ten 126. -; Scheemda,,,'1.
459.-; Spijk II 437.-; Vlsvlie?Uldl
87,25; Burgwerd 296,50; Boornberi p
gum 214,50; Leeuwarden 4.673,95;
Nes w.d. 279,50; Oldeboorn 261,25: t0CI
Emmen 1.304,10; Noord-Oostelijke ove
Polder 6.463,40; Slbculo 155,75; nnl
Vroomshcop 501,85; IJsselmuiden de
943.75; Zwolle f 1.705,40; Arnhem Dez
3.000.—; Beesd 285.—; Raalte uit
200.Varsseveld 804,50; Vorden had
1.143.—; Eemnes 104,21; Montfoort ]op
189,47; Overberg 247,20; Nagc-wa,
komen zie liist 21 Huizum 160.—.
Totaal van 600 locale comité's De
364.662,44. Vorig jaar 323.758,85.|echt
baak