Kleine Johnny Walker
C
B
Koning Raggerol en de
verdwenen prinses
Halfversiaan van hele woorden
ZATERDAG 2 APRIL 1960
KORT VERHAAL - KORT VERHAAL - KORT VERHAAL - KORT VERH
ZONDAGSBLAD
VOOR DE JEUGD - VOOR DE JEUGD - VOOR DE JEUGD - VOOR DE JE
DE KLEINE JOHNNY WALKER had het al lang van te voren zien aan
komen. Toen zijn zoster Gladys die avond tijdens de maaltijd ineens
in een gierende huilbui uitbarstte en de hele familie verschrikt zich alle
moeite getrooste haar tot bedaren te brengen, intussen almaar om beurten
uitroepend: Maar liefje toch, wat is er dan? zij hij ineens: Mensen, mensen,
houdt toch op. D'r verkering is natuurlijk uit.
Deze mededeling, nuchter gedaan, had de uitwerking van een don
derslag bij heldere hemel. Een ogenblik was het doodstil in de kamer.
En toen begonnen paps en mams en Jane en Wilbur en Marion allemaal
tegelijk te vragen. Niet aan Gladys, maar aan Johnny, en dat gaf hem het
gevoel, dat hij, hoe klein hij ook was, in het familieleven, althans op dit
ogenblik, een rol van betekenis speelde. Hij legde zijn vork en zijn mes er
voor neer, ging breed-uit zitten en antwoordde: Zeggen jullie nou maar,
wat je wilt weten. Ik kan je volkomen inlichten, want ik heb het zien aan
komen. Ik heb ontdekt
14. Hendrik bij Gladys. Afgeluisterd:
Hendrik zal het varen er aan moeten ge
ven. Gladys stampt met de voet op de
grond. Hendrik schreeuwt: No. (Goed
zo!!!!!). Hendrik kwaad weggelopen.
15. Hendrik teruggekomen. Gladys poes
lief tegen hem (nou. nou!!!!). Getracht on
der de divan te komen om meer te weten.
Niet gelukt. Gewoon de kamer uitgestuurd.
16. Uit school niemand thuis getroffen.
Op mijn tenen door het huis gelopen. In
Gladys' kamer Gladys horen huilen. Denk
er het mijne van. Geloof, dat Hendrik ge
lijk heeft. Jammer. Hendrik is een reuze
knul. Al lekker veel van hem gekregen.
Enfin, wat binnen is, is binnen.
dat eens haarfijn uit de doeken zou gaan
doen. sprong Gladys naar voren en gaf
hem een draai om de oren, die klonk als
een klok. Hij knipperde er zelfs niet voor
met de ogen. Hij probeerde alleen een gro
te minachting in zijn stem te leggen, toen
hij. toch nog met een zekere waardigheid,
zei: Stomme meiden raken d'r knul altijd
kwijt, en hij voegde er aan toe en haas
tig toen hij zag, dat Gladys weer aanstal
ten maakte hem een klap te geven: Jullie
denken toch niet, dat wij gek zijn!
Op dat moment greep mams in. Ze stuur
de hem met een resoluut gebaar de ka
mer uit en gebood hem zijn gezicht niet
eerder te laten zien, voordat ze hem daar
toe toestemming had gegeven.
EN zo vertrok de kleine Johnny Walker,
nonchalant met de handen in de zakken,
wat moest bewijzen, dat hij er helemaal
onverschilling onder bleef, naar zijn ka
mer. Bij de deur draaide hij zich nog even
om. en trok een lange neus tegen Gladys.
Hard fluitend beende nij vervolgens de trap
op, in het gelukkige gevoel, dat iedereen
in de kamer zich nu zat te ergeren, want
zijn fluiten leek te veel op het geluid van
een jankende hond om mooi te zijn.
Toen hij zich op zijn bed had neerge
worpen. begon hij zijn gedachten te orde
nen. Hij lag op de rug, met de handen
onder het hoofd en hij keek naar de fi
guurtjes op het plafond, zoals hij altijd
deed als er moeilijkheden waren op te los
sen. Stomme meiden, zei hij nog eens
hardop. Stomme meiden.
Hij wist precies wat er aan het handje
was. De kleine Johnny Walker behoorde
tot het type jongens, dat zijn ogen altijd
goed de kost geeft en aan een half woord
voldoende heeft. Nou, hij had de laatste
weken zijn ogen goed de kost gegeven.
Een kind kon zien, dat het mis moest gaan,
hield hij zich voor. Maar die grote men
sen daar beneden, die kinderen moesten
opvoeden, waren stekeblind gebleven voor
het naderende onheil.
EN toch deed het hem pijn. Want hij hield
van Gladys. Ze hielp hem niet alleen
met zijn huiswerk, maar ze stopte ook stie-
kum zijn broek als er weer eens een gat
in zat en ze wist het altijd zo te plooien,
dat niemand het ontdekte als hij te laat
thuiskwam. Verder stopte ze hem geregeld
allerlei lekkertjes toe, hoewel mams daar
vreselijk op tegen was, omdat die de stel
regel huldigde, dat jongens, beter gezegd:
kinderen in het algemeen, vanwege hun
gebit het snoepen dienden na te laten. En
juist omdat hij van Gladys hield, had hij
zich zo opgewonden, en dat gezegd van:
stomme meiden.
De kleine Johnny Walker keek naar de
figuurtjes op het plafond en besprak met
hen zijn problemen. Hij zei: Jongens, er
moet iets gebeuren. En direct. Want lief
desverdriet kan tot alles leiden.
Johnny wist dat uit eigen ervaring. Hij
had al eens verdriet gehad om Jennifer,
die met haar twaalf jaren net een jaar
jonger was dan hij. Jennifer dan had hem
op een dag kwaad gezegd, dat ze bij na
der inzien toch niet met hem, Johnny, wil
de trouwen, en hij had toen besloten van
huis weg te lopen, omdat hij meende, dat
Jennifer aan de zijde van een ander hem
te veel zou aangrijpen. Dat weglopen was
niet doorgegaan, omdat hij op weg de wij
de wereld in, Gladys letterlijk in de ar
men was gelopen, die hem had gevraagd,
waarom hij op dat middaguur niet in de
schoolbanken zat. Hij was verplicht ge
weest haar de reden daarvan mee te de
len en daarop was ze niet gaan lachen,
maar had ze hem meegenomen naar een
taartjeswinkel en samen hadden ze een
uurtje gezellig zitten babbelen. En mams
was er nooit iets van te weten gekomen.
Kijk. zei hij tegen de figuurtjes, zo is Gla
dys nou.
maal tegen de figuurtjes had gezegd
dat er iets moest gebeuren, sprong hij van
bed en ging hij achter zijn tafeltje zitten.
Hij nam een stuk papier en een stompje
Ktlood, en nam zich voor de gang van za-
n van het begin af tot nu toe puntge-
wijs neer te zetten. In een detective had
hij eens gelezen, dat alle grote speurders
dat doen, omdat bij moeilijke problemen
de overzichtelijkheid een grote rol speelt.
Hij schreef dus neer:
1. Nederlandse s.s. Utrecht doet Liver
pool aan. Eerste stuurman Hendrik van
Dalen maakt zijn opwachting bij de heer
en mevrouw Walker, vrienden van Mary
Moore, dié getrouwd is met de broer van
Hendrik van Dalen, en dus nu in Neder
land woont, precies gezegd in Den Haag.
2. Gladys ontvangt Hendrik van Dalen,
omdat de heer en mevrouw Walker afwe
zig zijn. Hij blijft een uur bij haar en
vertrekt dan met de mededeling, dat hij
de volgende dag zal terugkomen.
3. Hendrik van Dalen komt terug. Gla
dys toevallig thuis. Zij belooft Hendrik
van Dalen de stad te laten zien (Wat is
er nou aan Liverpool te zien!!!!).
4. Hendrik van Dalen vertrekt met zijn
schip naar Amerika. Gladys vertoont spo
ren van nervositeit. Holt elke dag naar de
brievenbus. Op mijn vraag: waarom? ant
woordt ze: O. niks.
5. Gladys ontvangt de eerste brief uit
Amerika. Sluit er zich mee op in haar ka-
mer. Is de hele avond opgewonden vrolijk.
6. Gladys mag niet gestoord worden.
Mams zegt: ze zit op haar kamer te wer
ken (Had daar mijn eigen gedachten
7. Weer een brief uit Amerika.
8. Brief uit Spanje
9 Brief uit Holland-
10. Hendrik van Dalén bezoekt Gladys.
Gaan samen wandelen. Op die dag met
een boodschap naar tante Doris gestuurd
(nep!!!!!). Thuisgekomen zijnde gehoord,
dat ik tegen mr. Van Dalen Hendrik mag
zeggen'. Mams erg zenuwachtig. Haar
's avonds op de trap tegen paps horen zeg
gen: Die Hendrik is een heel nette jongen
(Het mijne ervan gedacht!!!!!!)
11. Hendrik van Dalen wordt langzamer
hand huisgenoot. Hij is er of hij staat op
het punt te komen. Als Hendrik bij ons
eet. eten we op z'n Hollands (bah!!).
12. Afgeluisterd: Gladys zegt tegen Hen
drik. dat hij een baantje aan de wal moet
zoeken. Paps zal er voor kunnen zorgen,
dat hij in onze firma wordt opgenomen.
Hendrik lacht hartelijk en roept almaar:
No. no. darling, no. no.
13 Brief van Hendrik uit Holland Gla
dys wordt stiL Vrolijkheid is totaal ver
dwenen. Haar gevraagd of er moeilijkhe
den zijn. Een schop gekregen (au. au.
au! 1111).
"TAE kleine Johnny Walker las zijn aante-
-L' keningen driemaal over. Dat is het dan,
r
H. J. WAALWIJK
dys heeft de bons gekregen. Hendrik heeft
natuurlijk gezegd: Nou niet langer klet
sen, of je ziet me nooit meer.
Hij ging weer op bed liggen en sloot de
ogen. Ik zou die Hendrik eens moeten
schrijven, overdacht hij. Gewoon als man
naar man. En gewoon zeggen, hoe ik er
over denk. Mannen kunnen dat beter doen
dan vrouwen. Dat doe ik, jongens, zei hij
tegen de figuurtjes.
Voor de tweede maal greep hij een stuk
papier en met de tong tussen de tanden
schreef hij:
Liverpool, geschreven op mijn kamer
in het geheim. Beste HendrikGladys
heeft vanavond vreselijk gehuild. De dok
ter is er aan te pas gekomen en die
schudde erg met zijn hoofd, toen hij Gla
dys op de grond zag liggen, wat er aan
de hand is weten we geen van allen, maar
we zijn erg bang, dat Gladys vreselijk
ziek is, ze heeft me al in geen drie da
gen wat gegeven en dat is niets voor
Gladys, want die is net als jij erg royaal,
maar we weten niet wat we met haar
moeten beginnen, ze wil niet eten en
niet drinken en niet slapen, ze ligt maar
op de grond te huilen en dat is geen
toestand, dat kun je wel begrijpen, want
het kleed moet toch gestofzuigd worden
en de boel gelucht, zou jij niet eens met
haar kunnen praten, misschien dat ze
naar jou wil luisteren en van de grond
wil opstaan, maar laat nooit weten, dat
ik je heb geschreven, want dat wil Gla
dys misschien niet hebben, hoewel ze
voortdurend klanken uitstoot, die op Hen
drik, Hendrik, Hendrik lijken, kijk maar
eens wat je kan doen, maar ja, het va
ren gaat natuurlijk voor, tot ziens dan,
zal ik maar zeggen, wees gegroet van
Johnny Walker. P.S. Als je van plan bent
te komen, breng je zeker wat voor me
mee, het hoeft natuurlijk niet, maar ik
heb jou nou gewaarschuwd en de ene
dienst is de andere waard, en je weet
dat ik gek ben op auto'tjes.
van zijn vader om een postzegel uit diens
bureau te halen. Zachtjes sloop hij daar
na de trap af. Een ogenblik luisterde hij
aan de deur. Hij hoorde mams zeggen:
Toe nou. kindje, eet nu rustig af. dan zul
len we vanavond met elkaar praten. Heus,
geloof me, de soep wordt nooit zo heet ge
geten als ze wordt opgediend. Het komt
best in orde, 6chatje.
Hij zei tot zichzelf: Johnny de kust is
veilig. Als een hazewind rende hij
vandaag of morgen ineens een taxi voor de
deur stilhouden, en wie rolt daaruit? Hen
drik van Dalen. Ik wil er alles om verwed
den, dat ik
TTIJ voelde hoe twee armen zich om hem
heen sloten en hij hoorde Gladys zeg
gen: O, jij kleine schat, wat weet jij er
van. Een stevige zoen werd op zijn voor
hoofd gedrukt. Ruw rukte hij zich los, want
hij vond dat dit knuffelen op dit ogenblik
zijn waardigheid en zijn gezag aantastte,
en hem verlaagde tot een baby, wat hij
nu juist niet wilde en kon zijn. Hij keek
Gladys aan en zag. dat ze tranen in haar
ogen had. Het werd hem bijna te mach
tig. maar gelukkig wist hij zich goed te
houden. Hij hoorde haar, bijna fluisterend
vragen: Weet je zeker, dat Hendrik terug
komt? Deze vraag was voldoende om hem
zijn zelfbewustheid terug te geven. Hij
lachte smalend. Zeker weten? Zeker we
ten? Je moest eens weten, wat ik alle
maal wist. Ik heb laatst lang met Hendrik
over jou gesproken, loog hij, en hem ge
zegd wie en wat jij allemaal was. Hij stond
er versteld van. Letterlijk zei hij: Ik ben
blij. Johnny, dat ik je zuster heb leren
kennen. Je kunt er zeker van zijn. dat ik
haar nooit in de steek zal laten. En hij
gaf mij de hand er op. Nee, zei Johnny,
ik zou me er echt niet druk over maken.
Wedden om een autootje?
TARÏE dagen leefde kleine Johnny Walker
in angst en zorgen. Drie dagen lang
voerde hij 's avonds lange gesprekken met
de figuurtjes op het plafond. De vierde
dag, juist toen hij er over dacht er maar
voor goed tussen uit te knijpen, omdat hij
de zaak, naar zijn mening, hopeloos had
verknoeid, stopte er een taxi voor de deur
en rende Hendrik van Dalen de stoep op,
regelrecht in de armen van Gladys.
De kleine Johnny keek eens verlegen
naar hen beiden en koos toen de wijste
partij. Hij smeerde 'm naar zijn kamer.
Daar bleef hij tot hij een paar maal luid
zijn naam hoorde noemen. Hij ging lang
zaam de trap af. Gladys en Hendrik ston
den hem op te wachten. Beiden lachten.
Gladys trok hgm dicht naar zich toe en
riep stralend: Jij, knulletje, jij hebt je
weddenschap gewonnen, jij krijgt van ons
een mooie auto, de mooiste, die je kunt
vinden.
Hij lachte wat verlegen, en gaf Hendrik,
toen Gladys een ogenblik niet op hem let
te, vlug een knipoogje. Hendrik knipoogde
terug. Dat zit goed, dacht kleine Johnny,
dat zit wel goed. Die Hendrik houdt z'n
mond wel. Doch 's avonds, tijdens de maal
tijd, schrok hij toch. Zo maar, midden in
het gesprek, zei Gladys ineens: Ik zou wel
eens drie dagen op de grond willen liggen
huilen. En daarop begon paps te bulderen
van het lachen. Maar toen heeft die kleine
Johnny Walker die Hendrik van Dalen toch
*s effetjes onder tafel een moord.trap te
gen het scheenbeen gegeven
MURR, DE KATER EN ZIJN VRIENDEN
19. In snel tempo hebben Murr en Ben
jamin Konijn alle gaatjes in de fietsban
den geplakt en dan zegt Murr: „Vooruit,
Benjamin, nu snel achter Leo aan. Je
moet hem inhalen, want de weg is nog
lang." Konijn zit al weer op zijn fiets
en trapt zo hard als hij kan. Hij moet
Leo inhalen en voorbijgaan. Hij moet.
Maar wat is dat, een eindje verderop?
Daar heeft Leo zijn fiets tegen een boom
gezet en bij het bruggetje is hij met een
nieuwe laffe streek bezig. Hij zaagt de
planken kapot en jawel hoor, daar komt
Benjamin aan en natuurlijk zakt hij met
de brug in het beekje. Leo lacht en staat
te springen van plezier.
Ad>
Gei
20. Kater Murr is naderbij komen hol
len en vraagt: „Ben je nat, Benjamin.
O ja, ik zie het al, je bent nat. Vooruit
kom uit het water, het is geen zwemwed
strijd. Spring gauw op je fiets. Nu moet
je zeker van Leo winnen." Zo nat als hij
is, gaat Benjamin toch weer verder. Hij
i.s woedend. Moet Leo zo de wedstrijd
winnen? Met laffe en gemene streken?
Nee, dat zal niet gebeuren. Leo moet
ingehaald worden. Leo trapt intussen op
zijn gemak verder. Hij denkt, dat Ben
jamin hem nu toch niet meer inhaalt.
Bij het kruispunt staat juist een hooi
wagen met een nogal koppige ezel tr
voor, die niet verder wil.
21. Leo kan er niet door, maar hij pakt
zijn fiets en begint tegen het hooi op te
klimmen. „Als ik er niet langs kan, dan
maar er over heen," zegt hij bij zichzelf.
En nauwelijks heeft hij de bovenkant van
het hooi bereikt of hij hoort aan de an
dere kant de fiets van Benjamin Konijn
al met gierende remmen tot stilstand
komen. Benjamin zit hem op de hielen.
En juist is Leo er aan de andere kant
afgesprongen of de wagen begint te rij
den. De ezel heeft zijn eigenwijsheid
laten varen en is gaan lopen. Maar wat
is dat? Benjamin zit nog bovenop de
wagen en Leo fietst al weer verder. Zal
het Konijn er nog op tijd af kunnen
komen?
(Vervolg) kala, Raggerols koninkrijk,
bereikt en stonden voor de
..Gegroet, Koning van Si- grote verlaten vlakte van
kala," zei ze met heldere Wirawar. Daar woonden
stem. Maar ze boog niet. geen mensen meer. Nie-
,,Uit Wirawar, Sire," ant
woordde het meisje.
..Maar daar woont nie
mand meer, heb ik ge-
Het meisje lachte opeens
niet meer. Treurig liet ze
het hoofd hangen. De ko
ning (die toch wel een goed
hart had) kreeg medelijden
met het meisje, toen hij zag
dat ze heimwee had naar
haar eigen land en zich
niet thuis voelde in het pa- plunderd
er spookte. De vroegere be
woners waren allen ver
dwenen, de vijand had h«t
land eenzaam en leegge-
door THEA
BECKMAN
de: U zult haar vinden,
waar u haar niet ver
wacht."
Folie, de hofnar, keek
schuin naar de lucht, alsof
hij hoopte daar de prinses
met de talloze vlechten te
zien. Toen keek hij r.aar be
neden, naar de bossen, als
of hij hoopte haar op een
boomtop te zien zitten.
Maar alles bleef stil en
mng.
,,Nu, zorg dat de reistas
sen morgen om zeven uur
klaar staan." zei hij nog
maals tot de opperhofkok
en daarna verliet hij de
keuken.
Zeven dagen en zeven
nachten waren Koning Rag
gerol van Sikala en zijn
trouwe hofnar nu al op reis.
Ze waren over bergen en
door dalen getrokken, door
uitgestrekte bossen en langs
„We zullen maar gewoort
doorrijden," meende koning
Raggerol. „Ik weet onge
veer waar vroeger de hoofd
stad van Wirawar lag en
waar het verdwenen paleis
van de verdwenen koning
stond."
Hij leidde zijn witte
paard het pad af. Folie
_chtergelaten.
vreemde ko- Geen huis, geen boerderij, r
geen stad was er overgeble- volgde gewillig op zijn grij-
ven. Er groeiden nog za ezeltje. Tegen de avond
slechts bomenuitge- waren ze al diep in de bos-
strekte wouden, zo ver het sen doorgedrongen. Het
oog kon zien. werd langzaamaan donker.
heuveltop van zijn eigen
land en keek uit over het
verlaten Wirawar.
„Dus déér moet ergens
de prinses-met-de-zeven-
vlechten verdwenen zijn,"
0. zuchtte de koning. ,,Nu, het
door steden zal niet meevallen haar te vreemdeling?"
„Het lijkt wel. of die
Beste neven en nichten,
Het schiet nu al hard op naar de vakantie. Krijgen jullie allemaal een
mooi rapport? 'k Ben zeer benieuwd naar jullie cijfers, 'k Heb van verschil
lende jongens en meisjes gehoord, dat ze van die mooie versjes op school
leren voor de bevrijdingsdag. Jullie ook? We zullen straks eerst de brieven
beantwoorden, die met de letter H beginnen. Verleden week hadden we daar
voor geen ruimte meer, weten jullie nog wel? De oplossing van de vorige
puzzel was het hoofd van een heer met hoed.
A<
Plet Pols krijgt deze week
de hoofdprijs. De troostprijzen
krijgen Gert de Jong, Dicky
de Korte en Theo v. d. Ma-
rel. Lang zal die leven... Wies-
je Gitz, Jan Post, K. van Rijs
wijk en Willy van Soclen wor
den met hun verjaardag van
harte gefeliciteerd, door de
neven en nichten. Allemaal een
héél prettige dag!
Nu gaan we de brieven be
antwoorden. Elly den Haan,
zo moeilijk was de puzzel toch
niet? Heb jij al verkeerslessen
op school? Wat leuk, dat al
jouw vrienden
Arie
iSSS
alle ne-
Michiel en Jan
zien allerlei bal
lonnen boven hun
hoofd zweven, die
ze natuurlijk pro
beren te grijpen.
Ze lijken allemaal
erg op elkaar,
toch zijn er maar
twee die gelijk
zijn. Jullie moeten
nu opzoeken wel
ke het zijn. Op
lossingen moeten
vóór dinsdag 5
april 'worden in
gezonden.
veel vogels,
die in de bladeren ritsel
den.
Soms was het, alsof ze
fluisterden tegen de beide
reizigers.
.Waarheen gaat ge.
dorpen, langs boerde- vinden in al die bossen,
rijen en kastelen. Nu had- „Vergeet niet, Sire,
den ze de grenzen van Si- de berk
droom
dat
de brievenbus op de hoek van de straat,
en na een paar minuten lag
hij weer op bed, op zyn rug,
met de handen gevouwen on
der het hoofd.
Maar wachten op de dingen,
die gaan gebeuren, peinsde hij
En vooral niet nieuwsgierig
worden. Gewoon link wezen,
dan kom je het verst.
Johnny schuldbewust naar
zijn zuster Gladys. Ze ziet er
wat witjes uit, constateerde hij.
en hij bemerkte ook. dat haar
eetlust te wensen overliet, wat
hij wel had verwacht. Hij kreeg
die morgen geen gelegenheid
haar apart te spreken, maar
toen hij 's middags uit school
kwam trof hij haar alleen thuis.
Hallo Gladys!, zei hij opge
wekt. Hallo boy!, antwoordde
ze. niet erg vrolijk. Hij zei:
't Spijt me geweldig van gister
avond, ik had het niet zo be
doeld. wéét je, maar ja, ik mag
je graag en daarom vind ik
het zo jammer, dat je je alles
zo aantrekt.
Hij wist. dat hij maar
stond te brabbelen, maai
dacht: Zolang ze me niet
biedt te spreken, kan ik
tig doorgaan Hij voelde, dat
er kleine druppeltjes op zijn
voorhoofd kwamen. En ineens
vond hij het ook vreselijk be*
zich uitstaarde.
Nonchalant ging hij verder: Wij,
mannen, doen over het alge
meen nog al vreemd, zie jé.
maar daar moet je Je als vrouw
niets van aantrekken. Leer dat
van mij. zei hij t-rwijl hjj zijn
wijsvinger waarschuwend op
hief. een man moet jé af en
toe links laten liggen. Heus wij
hij
Marsman dit geschreven
heeft.
Niet alleen de gevolgde metho-
Het ls een omstreden vraag, of
bijzonderheden uit het leven
een dichter, over de omstandig- de',"ook het daarmee*verkregen
resultaat is onvoldoende.
heden waarin hij werkte, tot
beter begrip van zijn poëzie kun
nen leiden.
Geeft men, met Arthur Lehnlng,
een bevestigend antwoord, dan
zal men veel verwachten van het
werkje, dat Lehnlng schreef, om
dergelijke verduidelijkende blj-
■onderheden te geven over de ver-
Zonder critiek of reserve be
aamt Lehning Marsmans eigen be
wering. dat zijn gedichten uit 1919
en 1920 ..de meestzuivere Literai
re parallel in Holland van
expressionisme in beeldende
kunst waren" (31).
Wanneer men, terecht, Franz
Mare ziet als de figuur in wiens
werk het expressionisme het
verst tot uiting komt en zt
Marsman als Lehning doen dit, zo
als (ook) blijkt uit de gegeven ci-
Veel verwachten. Marsman is taten dan moet men toch het
Lehning „De vriend principiële verschil zien tussen de
dichter, die zich als heerser stelt
tegenover en boven de hem om
ringende kosmos, en de schilder,
die buiten zichzelf treedt, om zich
.v. 'e vereenzelvigen met dieren en
vinden weinig of niets, dat al niet planten.
uit zijn jeugd" én derhalve
den wellicht gegevens verstrekt,
waarover één ander niet kan be
schikken.
Die hoop blijkt ijdel te zijn.
elders bekend was. Het niet
in hoofdstukken verdeelde, maar
slordig aaneéngeschrevén boekje
is grotendeels gebaseerd op cita
ten uit het gepubliceerde wer':
van Marsman.
Dé herkomst van die aanhalin
gen wordt niet of onvolledig aan
gegeven. zelfs zijn er vele hinder
lijke indirêété citaten in de vorm
van: „Marsman zelf heeft er eens
op gèwezen
Zo iets wordt al bijzonder
velend wanneer men leest:
een kenmerk der moderne poëzie
hééft Marsman de verbinding van
ongeveer alle concreta met onge- lustraties.
Marsman, met al zijn bewon
dering voor Mare, leefde toch in
een andere wereld en kan niet
dan zonder veel voorbehoud een
expressionist genoemd worden.
Deze verschillen en nuances heeft
Lehning niet willen zien; het arti-
De studie over „Marsman en
Am»»i *c»- ^et expressionisme" moet nog ge
leest: „Als schreven worden.
Het nu verschenen boekje is in
teressant door de opgenomen il-
tréJmont te goed gelezen? En
Lehning. gezien het uitblijven van
commentaar helemaal niet? Het
laatste neem ik hém niet kwalijk,
wél dat hij niet vertelt hoe en
M. BEINEMA.
1) n.a.v. Arthur Lehnlng,
„Marsman en het expressionis
me". L. J. C. Boucher, 's-Gra*
venhage, 1959.
fels kunnen praten,
olie ongerust. ,,T'~
gen doen ze niet."
„Onzin, je hoort de wind,
die door de takken suist,"
zei de koning. Maar weer
klonk het, o, zo zacht en
droevig: „Vreemdeling,
wees voorzichtig. Waar
gaat ge heen?"
De koning vond het ook
niet prettig om te horen,
maar toch reed hij verder,
gevolgd door Folie. De hof
nar begon, om zijn angst te
verbergen, rare gezichten
tegen de vogels te trekken.
Verbeeldde hij het zich nu,
of hoorde hij ze giechelen?
Later op de avond kwam
de maan op. Koning Ragge-
postpapier.
>ok allemaal
want
werd het weer lichter
konden ze beter om zich
heen zien. Hij durfde in dit
stille, griezelige bos niet af
stijgen en een kamp voor
de nacht maken. Maar zijn
witte paard en Folle's ezel
tje werden moe en begon
nen steeds langzamer te
stappen. Eindelijk, het
reeds bijna middernacht,
bereikten ze een grote,
open plek in het woud.
De grond was daar dor
.en kaal. er groeide zelfs
geen grassprietje. Maar
midden op die open plek,
geheel alleen, stond een
jonge, krachtige berk, die
als zilver glansde I~~*
maanlicht.
„Dit is de plaats,
van ik heb gedroomd!"
riep koning Raggerol uit.
„Hier heeft vroeger de
hoofdstad van Wirawar ge
legen. denk ik," antwoord
de Folie, de hofnar. „Waar
zouden nu al die huizen
winkels en paleizen zijn
gebleven? Er is geen bak
steen meer terug te vin
den. En de mensen? Waar
zijn de mensen heenge
gaan?"
(Volgende week verder)
Gelukkig dat er de vorige keer
geen plaats meer was voor de
H. Fijn, dat jullie verhuisd
zijn Marjorie van Halem. Je
hebt dus al weer vriendinnen.
Het is dus allemaal meegeval
len. Bedankt voor de mooie
tekening Bram
Wat heb jij leii
Jullie worden
hartelijk bedankt voor
tekeningen Slem en Koos Hans-
wijk. Hoe heet jouw
din Tineke Hanswljk? Heb
jij pas een nieuw broertj
kregen, Gerry Hartcveld?
Wat heb jij veel opgehaald
voor 4 x Z.N., Alle Hartman!
Hartelijk welkom Leo de
Hay. Moet jij ook korfballen
leren? Ik ben ook zeer be
nieuwd naar jullie rapporten.
Lenle en Peter Hebly. Heb
een leuke dag gehad John
d. Heiden? Je bent erg v«
wend hoor! Zit jij graag
de zon Anctte Heidsma? Nou
ik wel, hoor! Hoe was het
op jouw verjaardag Jan Hei
koop? Woon jij op een boer
derij? Zwem jij graag Kit
ty v. d. Helm? Hoe heet het
nieuwe nichtje? Wis het
schriftelijk examen goed Ine
ke van Herp? Sterkte op 9
mei. Saartje v. d. Heuvel
speel jij ook blokfluit? Heb je
al heerlijk buiten gespeeld?
Julie verwennen Tippie maar,
hoor Jenny v. d. Heuvell Wat
grappig elf konijntjes. Leven
ze nog? Is je truitje al klaar?
Ria v. d. Heuvel, jij schrijft
toch nog wel eens? Floor vind
ik een mooie naam. Was
de zanguitvoering
v, d. Heijden? Wat zal jij knap
worden. Is de trappelzak mooi
geworden? Bertus Heijstek,
wist jij niet meer te schrij-
Is je zusje Jannie erg ver
wend, Tineke v. d. HH? Je
hebt aardig getekend. Koos
van 't Hof, je brief was eigen
lijk te laat. Geweldig, dat jul
lie zoveel hebt opgehaald
4 x ZN. Jammer voor dL
brekers. Ada Hoolmeijer,
schrijf jij" de vogende keer
wat meer? Jullie hadden
dus met recht pech. Gerrlt
veel huiswerk maken? Jan
•mar, doe jij cr de vol
gende keer een briefje bij?
Hoe is jouw naam A. S. van
Hulsbergen? Be jij al
de Ja-
je niet abuis? Be
dankt voor je tekening Anne-
lle de Jong. Gert de Jong,
korfbal jij al lang? Je bent
maar verwend hoor! Wat
gewichtig, dat je nu in het be
stuur zit Janny de Jong. Hoe
is het met Nelleke? Grap
pig zo'n klein broertje Corrie
de Jong. Een héél prettige dag
vrijdag. Is de juffrouw weer
op school Wljnie de Jong? Was
het dinsdag leuk? Heb jij
al lang orgelles, Rla de Jon
ge? Hoe heet jouw vriendin?
Wat moet jij worden Jan Kees
van Kleef? Annie van Kleef
is het boekje mooi? Bedankt
voor je gedichtje Marijke
Klerk. Wat leuk, dat je
mag. Hartelijk welkom Rob
Korporaal. Heb je goed ge
zwommen Dicky de Korte?
Hartelijk welkom Harrie Kor
teland. Jan Kraak krijg jij
een mooi rapport? Sjoerd
van de Kreeke, schrijf jij de
volgende keer wat meer?
Jij ook Wlm Kruithof? Van
wie kreeg ik het rijmpje „opaa-
tje"? Wat een voetballer
zal jij worden Leo Lagendijk.
Heel veel plezier in Middel
burg Ad. van Leeuwen. Gaat
Leo ook mee? Is je moeder
weer beter Arjan van Leeuw
van Weenen? Wat wordt er
verbouwd? Wat speel jij
Ria v. d. Lelie? Wat leuk, dat
jij in de Eva staat. Een p
tige avond vrijdag, Ria!
Zijn je oma's weer beter Jan
ny v. d. Linden? Welke kleur
heeft je regenmantel? Heb
jij nog meer zusjes en broer
tjes Theo v. d. Marei?
oud ben jij? Bedankt
je brief Anja van Meeuwen?
Wat voor een tekening wordt
het? Jij boft maar met drie
dagen vrij, Adrie v. d. Merwe!
Leuk een zandbak, vind je
Fijn, dat jullie nu wei
lemaal bij elkaar zijn Nel Mes.
Hoeveel jaar is Wimmie? Is j
Houwelingen. Waar heb je dat moeder beter? Hartelijk wei-
grote net gezien? Zijn jullie kom Dicky v. d. Meljden. Wat
allemaal weer beter Hennis heb jij mooi postpapier. Zingt
van Houwelingen? Moet jij zó-1 de kanarie mooi? Hans Mos,
ik vind Paul een mooie naam.
In welke klas zit jij? Lees
jij veel Rietje Muijen? Heb
en vriendin? Leuk, dat
jullie nu een correspondentie-
vriendin hebben, Jozina en Nel
ly Naaljen. De puzzel was
goed hoor! Wat ben jij ge
groeid Janny Notenboom.
Wordt het wandkleed mooi?
Vond jij het toneelstuk ook
mooi, Klement Notenboom?
Heb jij te hard gewerkt Hen-
nie Oltvoort? Ben jij ook naar
de kijkavond geweest"
Groeit Tanja al Annie Oppe-
laar? Grappig, dat jullie het
lammetje een lintje hebben om
gedaan. Waar slaapt het?
Is je pols al beter Herman
Pieterse? Ben je gevallen?
Plet Pols, bedankt voor je te
keningen. Ga jij veel naar ds
dierentuin? Gaat Pieter a!
op school, Marianncke v. d.
Poort? Je hebt mooi getekend.
Hartelijk welkom Leo Prins,
Krijg jij een mooi rapport?
Kan de pop er in Jaqueline
Pruim? Jacob Jelle Pruim,
schrijf jij de volgende keer
zelf een briefje? Het is een
prachtig paasei Janle v. Pijpen
Je brief was de vorige keer
te laat Jannie. Wat knap. dat
jij een club hebt opgericht.
Dikkie van Ravenhorst,
een feesten heb jij allemaal
achter elkaar. Speel jij al leng
blokfluit? Heb je goed je best
gedaan op school? Lenie
Riegman, jij kan goed rijmen
hoor! Heb jij ook zo'n rr
poppenwagen? Die domme
Basje- Wie gaat er nou in de
regen zitten Riekie Roscnbrand?
Wat heb jij een grappige ka
bouter getekend. Goed gedaan
hoor! Jij stuurde me ook
al en mooi gedicht Leny Ron-
denburg. Hartelijk dank! Heb
jij wel eens op de hei
dwaald? Heb jij dinsdag
een „mooie" dag gehad Adrie
Rutters? Heb jij ook op school
getrakteerd?
Jongens en meisjes de brie-
venbus ls weer helemaal leeg.
Jullie moeten dus goed je best
doen deze week. De letters S
t.m. Z zijn nu aai. de beurt.
Dag neven en nichten, tot de
volgende week. Tante Jos.