IN ZUID-LIMBURG
Graubünden
-IlIXtMBlIRfi-
verveelt de toerist zich niet
Karinthië - land der mooie meren
tussen de bergen geen
plaats voor breed spoor
grote mogendheid onder
de paar kleintjes
euRoPESi
DWERG
STAATJES
HIER IS LONDEN
Berlijn-hoog
Zo mooi - haast
ondenkbaar in
Nederland
bij elkaar twee richtingaanwijzers,
en hoewel zij elk een andere kant
heenwijzen, staat op beide Slenaken
vermeld. De onvolprezen ANWB
heeft er echter een nadere aandui
ding bij laten schilderen: „kortste
weg" staat op de één; „mooiste weg"
staat op de andere. Het wil wat zég
gen, wanneer deze toeristische orga
nisatie de weggebruikers een omme
tje laat maken, alleen omdat de om
weg mooier is. Dan moet het ook
wel iets bijzonders zijn. En dat is
het ook, want-wie per auto of per
fiets het Limburgse land doorkruist
en vooral tussen Vaals en Slenaken
in het zuidelijke puntje van ons land
langs de Belgische grens vertoeft,
komt een stukie natuurschoon tegen,
waarvan hij het voor onmogelijk
zou houden, dat zoiets ln Nederland
Is te vinden.
Valkenburg moge dan het toeristische
centrum van Zuid-Limburg zijn en een
plaatsje als Vaals, bij de Duitse grens
gelegen, moge dan bekend zijn gewor
den om de nabijheid van het hoogste
punt van Nederland, de rust en de in
tense sohoonheid van het golvende land
schap beleeft men in Zuid-Limburg niet
in de eerste plaats in Valkenburg of
Vaals. Daarvoor moet men de „binnen
landen" van Zuid-Limburg in. Dan komt
men in plaatsen als Vijlen met de nabij
gelegen Vijlener- en Kerperbossen, of in
Holset met de Holseter- en Harlesbossen,
of in Meohelen met het Schwelberger-
bos. of in Epen aan de Geul met zijn
heerlijk natuurbad of in Eperheide met
zijn krijtrotsen qf ten slotte in Slenaken,
vlak aan de Belgische grens met zijn,
eenvoudig geheten. Grote Bos.
Men kan van vertier houden, men wil
toeristische bezienswaardigheden be
zoeken, akkoord, maar men mag dat
goede stukje Limburgse grond, tegen
de Belgische grens aangedrongen, bij
een bezoek aan Zuid-Limburg niet ver
geten. Want juist door deze prachtige
strook natuurschoon heeft Limburg zijn
naam als toeristengebied gekregen.
We zijn begonnen bij de "handwijzer
in Vijlen, We eindigen in Slenaken!
Het dorp hebben we al zien liggen voor
we er binnen rijden, ondanks het feit,
dat Slenakgn liefelijk verscholen in een
kom tussen de heuvels ligt. "Onbewust
Drie
in een
In het centrum van Toulouse
in Zuid-Frankrijk is een ultra-
modern bouwwerk ln gebruik ge
nomen, waaraan twee jaar Is ge
werkt cn dat de drie-ledige taak
van markthal, parkeergarage en
helihaven zal vervullen. Het ge
bouw is opgetrokken In beton en
staal en is 100 meter lang en 30
meter breed.
De parterre wordt gebruikt als
centrale markthal, terwijl de vier
etages een uitkomst bieden aan
met minder dan 700 automobilis
ten. die daar hun wagens kunnen
parkeren. Deze parkeergarage
heeft ook een werkplaats, waar
reparaties kunnen worden uitge-
Het dakterras is ingericht ais
helihaven, waar tien helikopters
gelijktijdig kunnen landen. Ieder
toestel beschikt dan over een
oppervlakte van 300 m2-
zijn we van Vijlen (180 meter), naar 300
meter hoogte bij Slenaken gestegen. Het
dorp ligt echter maar 160 meter boven
de zeespiegel qp dus moet 140 meter ge
daald worden.
Dat gaat over een weg met echte haar
speldbochten en langs afgronden, _die
volgens Nederlandse begrippen echte af
gronden zijn, al zal de bewoner van de
Hoogalpen een glimlach niet kunnen
onderdrukken, wanneer hij een Neder
lander hier over afgrond hoort spreken.
Niettemin: Nederlandse afgronden. Al
slingerend bereiken wc dan Slenaken en
als er één stukje grond rechten kan doen
gelden op de naam „Kleiq Zwitserland",
dan ligt dat stukje even ten oosten van
dit dorp.
ONVOLLEDIG
Een bezoek aan Zuid-Limburg zonder
Valkenburg en Vaals te zien is echter
ook ondenkbaar. Vaals, lag vroeger bij
het Vierlandenpunt, doch sinds de dag,
dat het kleine staatje Moresnet bij Bel
gië is getrokken, zijn er nog maar drie
landen overgebleven, welker grondge
bied elkaar 'eyêrf ten zuiden van Vaals
raken; Öm dit' punt:Ite bereiken, behoeft
"men in Vaals niet lang te '''z'oëkën.
Men neme de Vicrgrenzcnweg die
nog steeds geen Dricgrenzenweg heet
en gaat omhoog, het bop tegemoet. Vlak
LUXEMBURG is een grote mo
gendheid onder de Europese
dwergstaatjes. Meestal wordt dit
vorstendom hier dan ook niet
onder gerekend en blijven An
dorra, Liechtenstein, Monaco en
St. Marino over. Toch is Luxem
burg maar klein en verdient
daarom een plaats in deze rubriek.
Met zijn 2586 km2 is de grootte van
Luxemburg zo ongeveer het dertien
de gedeelte van Nederland. In tegen
stelling tot de andere vier kleine
staatjes, komen de inkomsten van
Luxemburg niet hoofdzakelijk van de
toeristen of vaste bezoekers. Het is
het ijzererts, dat Luxemburg zijn wel
stand heeft bezorgd en voor drie-vier
de gedeelte van het nationale inko
men zorgt. Niet minder dan 22 hoog
ovens verwerken het. Voor het ove
rige komen de inkomsten van Luxem
burg van de land- en wijnbouw en
van het toerisme. Ook dus van het
toerisme en dat is niet zo heel vreemd,
want Luxemburg bezit prachtig na
tuurschoon, dat jaarlijks vele toeristen
trekt. Dit is voornamelijk in het oos
ten van het vorstendom en in de stad
Luxemburg geconcentreerd.
Straatkruising
aan een Romeinse straatkruising, die
zo belangrijk bleek, dat zich daar
spoedig een kern vormde, die zo snel
toenam dat aan Luxemburg in het
begin der dertiende eeuw al stadsrech
ten werd verleend. Dwars door de
stad loopt in een diepe vallei, de rivier
de Petrusse. Niet minder dan zes via
ducten en 59 bruggen zijn gebouwd
om de beide oevers van deze rivier te
verbinden. De stad heeft 80.000 inwo
ners en met dc omliggende kanton
Esch mee wooht daar de helft van de
310.000 zielen tellende bevolking. Dc
inheemse naam voor de stad luidt
Letzeburg en daarnaar genoemd is de
taal, die de bevolking spreekt, het
Letzeburgs. Doch ook wordt zeer veel
Duits gesproken. Daarmede kan men
overal terecht, ondanks het feit, dat
De stad
De stad is ongetwijfeld een bezoek
waard. In het programma van een reis
naar dit vorstendom, mag een trip naar
de stad niet ontbreken. Men wandelt
door het brede dad van de Petrusse en
beziet de monumentale brug, de Pont
Adolphe, alsmede het zogenaamde
Viaduct, dat in het midden een bocht
heeft, eens van een geheel andere
kant. De oude binnenstad ligt ten
noorden van diit bochtige dal; de
nieuwere stad met het station en de
monumentale kantoorgebouwen ten
zuiden ervan, zodat er altijd een druk
verkeer is tussen beide stadsdelen. De
uiterst kleine tramwagens weten
echter voor'een redelijk vervoer zorg
te dragenHei mooiste uitzichtpunt
op de stad heeft men ongetwijfeld van
de Citadel die op een rots in een bóebt
i de i
ligt.
Het vorstendom moge dan klein zijn,
er zijn voldoende mogelijkheden voor
dagtochtjes. Zo heeft het bureau voor
het toerisme verscheidene aardige dag-
rondritten voor automobilisten ont
worpen, die tussen de 150 cn 200 km
lang zijn cn via de prachtigste delen
van het landje voeren. Het wegennet
is tamelijk dicht en omvat 4200 km
goed verharde wegen Ook kan men
Luxemburg per spoor bereizen: daar
voor is 500 km spoorlijn aangelegd en
zelfs g©-/en de (nog niet zo lang ge
leden genationaliseerde) spoorwegen
weekkaarten uit.
Maar zoals gezegdvoor het toe
risme is het oostelijk deel van het
vorstendom het belangrijkst. Daar lig
gen het Muller bal en voor het grootste
deel op de Duitse grens de dalen van
Süne en Moezel. Hier kan dc wande
laar zijn hart ophalen. Rustieke brug
getjes zijn er overal; nu eens heeft
men een prachtig uitzicht op de om
geving, dan weer loopt men tussen
dicht bij elkaar staande rotswanden.
Smalle beurs
Een half dozijn plaatsen noodt tot
een bezoek. Stadjes als Ettelbrück;
Vianden met zijn beroemde kasteel
Echtemach, schilderachtig gelegen aan
de Süre en Diekirch met zijn hunebed
en duizend jaar oude kerk liggen alle
350 en 400 meter hoogte gelegen,
veel bezocht worden. Een net van
jeugdherbergen en cam ping-plaatsen
over het gehele vorstendom verspreid
maakt voorts een vakantietrip naar
het betrekkelijk dichtbij gelegen
Luxemburg ook voor iemand met een
smalle beurs zeer goed mogelijk.
voor het bos mag men niet verzuimen
even in oostelijke richting te kijken,
waar men de grote stad Aken in de
diepte ziet liggen. Dan komt men spoe
dig in het vertier rond het Drielanden
punt. want het is er altijd druk. Uitzicht
toren, monument en niet te vergeten de
meest gefotografeerde grenssteen van
Nederland, genieten veel belangstelling,
evenals het nabijgelegen restaurant.
Maar ga ook eens in Vaals kijken.
Daar is de grote grensovergang, waar
achter dé stadstram van Aken zijn eind
punt heeft. Er is ook nog een kleine
grenspost, die Akerstraat heet, hoewel
dc straat zelf Akenerstraat is genoemd.
Midden tussen de huizen staat daar een
woonwagen, waarvan de bewoners op
Nederlands grondgebied eten, terwijl op
Duits territoir hun bedden staan. De
grens loopt inderdaad midden door het
dorpje, dat aan de Duitse zijde het
Vaalser-kwartier (van Aken) heet. Is ,t
het wonder, dat de levensmiddelenzaken
hun waren vooral ook in het Duits heb-,
ben geprijsd?
KATTESPRONG
Van Keulen en Aken zegt men, dat
heide steden niet op één dag zijn
gebouwd. Ook niet herbouwd! Maar
van Keulen en Valkenburg zegt men,
dat zij slechts een kattesprong (Kat-
zensprung) van elkaar verwijderd
liggen. Het gevolg is een wat wrang
mopje van die inwoner van Valken
burg, die op zekere zomerse dag de
vlag uithing en toen men vroeg,
waarom hij dit deed, opmerkte, dat
hij die morgen iemana Nederlands
had horen spreken.
Dat is sterk overdreven natuurlijk,
want de Duitsers mogen dan vaste be
zoekers van de vele bezienswaardighe
den van Valkenburg zijn, de Nederlan
ders overheersen nog altijd. En zij vin
den in Valkenburg iets, wat in het bui
tenland wel, maar in Nederland nergens
elders is te vinden, want met voorbij
gaan van een ruïne, zijn in Valkenburg
tooh maar bergbaantjes, catacomben,
een grotten-aquarium, een sprookjesbos
met waterorgel en niet te vergeten een
miniatuur-kolenmijn, die door iedereen
bezichtigd kan worden, alsmede grotten,
waaronder de Fluwelengrot, die pas in
1937 werd ontdekt. Een natuurbad, een
midgolfbaan en een openluchttheater,
die weliswaar ook elders tot toeristische
attracties behoren, zijn ook in Valken
burg aanwezig, zodat men zich daar
zeker niet behoeft te vervelen.
Vakantie te paard
Een reisbureau In de Duitse stad
Mainz is van plan in de maanden mei,
juli, augustus en september vakantie-
tochten te paard door het gebied van
de Rijn en van de rivier de Nahe te
organiseren. Deze tochten zullen elf of
twaalf dagen duren
Valkenburg, toeristisch centrum
van Zuid-Limburg, biedt dit
vergezicht vanaf de Cauberg.
Logeren in Parijs
In de periode van 1 juli tot 15 sep
tember kunnen buitenlandse studenten
die hun vakantie in Parijs doorbrengen
in diverse studentenhuizen logeren.
Daar zijn kamers met twee bedden be.
schikbaar. Studenten, die van plan zijn
in de komende zomer voor enige tijd
naar Parijs te gaan en van'deze logeer-
gelegenheid gebruik wensen te maken,
moeten zich wenden tot het office du
Tourisme Universitaire, 137 Boulevard
St. Michel in Parijs.
Toiver-bridge
In de eerstkomende maanden moet
voor reparaties ongeveer een hailf mil
joen gulden aan de Tower Bridge wor
den besteed. Ofschoon de brug bekend
staat „als stevig gebouwd", vergt zij
uiteraard thans meer onderhoud dan in
het beginstadium. Zij is dan ook 65 jaar
oud. De reparaties moeten worden ver
richt aan de stalen dwarsbalken op 30
meter hoogte boven het water. Deze
zijn namelijk door de vele regens ge-
Hollandse bollen
De tuinlieden in dienst van de ge
meente Londen zijn thans druk bezig
met het poten van meer dan 800.000
bollen in de 140 parken, dde Londen
rijk is. Straks zullen dus duizenden
bulpen, narcissen en crocussen in Lon
den in bloei staan. Maar dat is nog niet
allés. Al6 de bollen gepoot zijn, wordt
begonnen met de 8000 bomen, 23.000
struiken en 3000 heesters, die de parken
ook zullen sieren.
Telefoons
De vele expres breinen, dde uit Lon
den naar alle delen van Engeland ver
trekken, zullen binnenkort alle voorzien
worden van telefoons. Deze zullen wer
ken volgens het radio-telefonische
systeem, dat reed6 op schepen wordt
toegepast.
Bergen SCHüTZET DIE HEIMAT 1940" staat met
grote zwarte letters geschilderd op een groot wit
huis bij Chur, de hoofdstad van Graubümlen en
eindpunt van menige internationale spoorlijn. Met
„Heimat" wordt dan Graubünden bedoeld, het
oostelijkste kanton van Zwitserland, waarvan de noordgrens
tevens de Zwitsers-Oostenrijkse en de zuidgrens tevens de
Zwitsers-Italiaanse grens is. Het is, wanneer men door dit
onvolprezen stuk Zwitserland reist, begrijpelijk, dat in het
oorlogsjaar 1940 de bewoners hoopten, dat de bergen van dit
kanton de vijand zouden weerhouden dit gebied binnen te
trekken. Een olijkerd heeft van Graubünden gezegd, dat de
Rhatische Bahn, de particuliere spoorwegmaatschappij, die
de verbindingen in dit gebied vanuit Chur onderhoudt, zelfs
tot smalspoor moest overgaan, omdat tussen de hoge bergen
geen ruimte voldoende was om er het normale brede spoor
aan te leggen.
Ergens in het rooms-katholieke
Karinthië, in Unterhaus, wan
delt men zo naar de protestantse
kerk.
Walter Danuser uit Davos is conduc
teur op de Rhatische Bahn. Hij heeft
maar één hobby, die hij ongetwijfeld
met maar heel weinig Zwitsers gemeen
heeft. Zijn lust en zijn leven isNe
derlands spreken. Wanneer tegen het
einde van de morgen de internationale
trein met de enkele wagens uit Neder
land het station Chur komt binnenrijden
en Walter Danuser heeft op dat ogen
blik dienst, staat hij op het afzonder
lijke perron van de Rhatische Bahn, dat
naast het eigenlijke station met zijn
brede sporen ligt. al uit te kijken of er
soms Nederlanders komen. die met
„zijn" trein meegaan naar Davos.
Meestal stappen ze wel over in Land-
quart, maar er zijn er nog altijd vol
doende, die naar Chur doorreizen om
dan met de particuliere onderneming
weer maar Lamidqira rt terug te reizen cm
vandaar Graubünden in te gaan.
Vermoedt Danuser een Nederlander
te zien, dan gaat hij er gedienstig op af
en vraagt in onvervalst Nederlands:
„Komt U misschien uit de lage landen?"
Heeft hij of in Chur of even later in
Landquart enige Nederlanders ontmoet,
die op vakantie naar Graubünden of
voor familiebezoek naar het Nederlands
sanatorium in Davos gaan, dan bebben
zij op weg naar hun reisdoel in Danuser
een gratis en gewillige gids gevonden.
Want deze geboren Graubünder kan en
TDER AUTO over de Grossglockner-Hochalpen-
strasse rijdt u bij Heiligenblut; per trein door
de Tauerntunnel bij Mallnitz de provincie Karin
thië, het zonnige zuiden van Oostenrijk en ook
het land van de mooie meren binnen.
Karinthië, een enig toeristengebied tussen de
zuidzijde van de Alpen en de grenzen van Italië
en Zuid-Slavië, trekt jaarlijks vele toeristen om
zijn specifiek eigen schoonheid van prachtige
bergen, gezellige dalen, oude dorpen en grote
bergmeren, waar de watersport in vele facetten
wordt beoefend.
Neem bijvoorbeeld dc Weissensee bij het aardige
plaat»je Greifenburg op een hoogte van 930 m. Het is
het hoogste alpenmeer, waarin gezwommen wordt
en waar men van een badseizoen spreekt. Daar heerst,
zoals bij alle Karimihische meren, de harmonie on
vakawbiiegenoegens door bad en berg, door hootgtezon
en watersport, door rusrt en ruinvte.
Kauzelhöhe
55
55
Ook liigt er de Ossiachersee. die al echts enkele kilo
meters ten noorden van het verkeersknooppunt Villach
begint. Vrij steil steken hier de bergen uit het water
omhoog, aan de westzijde zelfs op een gegeven ogen
blik zo sten'l, dat men van de Kanzelhóhe spreekt. Den
kabelbaantje naar de top wordt de Kanzelbaan ge
noemd. Ook hier weer datzelfde: rust en ruimte, zon
en sport, bad en berg.
Het bekendste meer is de Wörthersee tussen de
hoofdstad Klagenfurt en het plaatsje Velden. De
Wörthersee is nriet alleen het grootste, maar ook het
warmste alpenmeer van Europa, waarvan het water
in het hartje van de zomer gemiddeld 28 graden Cel
sius is, zodat het niemand zal verwonderen, dat het
badseizoen aan dtit meer van mei tot oktober duurt.
Begrijpelijk ook, dat aan de Wörthersee allerhande
voorzieningen zijn getroffen om pretbiig te
Het zonnige zuiden
van Oostenrijk
maar ook om watersporten te kunnen beoefenen als
zeilen, roeien en waterskiën.
Het gemoedelijkste en aardigst gelegen meer ds on
getwijfeld de Millstatteraee, waarvoor Spit/tal de toe
gangspoort is. Spittal liigt in het dal van de Drau op
een hoogte van ongeveer 550 meter. Aohber de heuvels
aan de noordzijde van het dal liigt op een hoogte van
580 meter de Mitlstatrtereee. die ook aan de andere kant
wordt omzoomd door het hooggebergte, de MiU'srtatter
Alpen. Öm dit prachtige bergmeer te bereiken, moet
men van Spittal in noordelijke richting door een nau
we bergkloof, dc Liesersteig naar Seeboden, aan het
uiteinde van het meer. dat op sommige plaatsen 140
fris zijn voor een verblijf aan het strand van het meer.
Vanuit Millsbatt gaat men dan over een uitzonder
lijk mooi wandelpad in de nauwe kloof van die Rieger-
bach in noordelijke richting omhoog naar twee prach
tige berghutten, die beide op 1880 meter hoogte liggen:
de Alexanderhütte en de Millstëtterhütte. vanwaar
men een schitterend uitzaaht heeft op het meer en op
de besneeuwde toppen van de Hohe Tauern. Van See
boden uit in noordelijke richting komt men niet zo
hoog, maar wel in een interessant en historisch ge
bied rond Untertiaus met zijn witte en spitse kerk
toren. Unterhaus is een protestants dorp in het roomse
Karinthië. Er woont één rooms gezin, doch voor de
rest is Unterhaus een protestants centrum, waar in de
tijd van de Contra-Reformatie in Karinthië de (ver
boden) Bijbels werden verstopt. Naast de kerk staat de
pastorie en het Gemeentecenitrum, waar het pro
testantse kerkelijke leven bloeit.
Gevlucht
meter duep i<
Riviera
De noordoever van de Millstatteraee staat bekend
als de Oostenrijkse Riviera, vanwege de beschutte en
zonnige ligging. Prachtige oampings liggen bier vlak
aan 't watér, terwijl de badinrichtingen praktisch naast
elkaar liggen. In Seeboden. maar ook in het enkele
kilometer verder gelegen Millstatt; in Dollach maar
ook bij Döbriaoh. Ook hier kan men roeden en zeilen,
waterskiën en waterfietsen. Seeboden is een ruim ge
bouwd dorp; Millstatt is een intiem stadje. Het zijn
uitersten van elkaar. Eén ddng hebben ze echter ge
meen: het achterland van beide plaatsjes ia een uit
stekend doel voor een dagtripje, wanneer de weers-
omstandrighe>den eens een heel enkele maal net iets te
De predikant was eens dominee dn Tsjechoelowakije.
Toen zijn gehele gemeente daar na de communistische
maohteovernernimg was gevlucht, vertrok ook hij uvt
het land en meldde zich bij de kerkelijke autoriteiten
in Wenen. <üe hem Unterhaus als standplaats aan
wezen. Daar werkt hij nu nog, in zijn gemeente en on
der de verspreide protestanten in Karinthië, dat in
nog slechts enkele grotere plaatsen, zoals Villach en
Klagenfurt, protestantse gemeenten heeft.
En wanneer er nog een dagtrip af kan, welnu, dan
noodt Gmünd aan de Lieser. 12 km ten noorden van
Spittal. Via een middeleeuwse poort komt men 't stadje
binnen, dat aan de andere zijde door een poort weer
wordt verlaten. De huizen aan de rand van de stad
zijn zo gebouwd, dat zij met hun achterzijde een muur
vormen. Bezoek Gmünd eens en neem dan teven®.een
kijkje in het Maltatal, dat daar begint, want diit dal
staat bekend als het dat met de duizend water-
OMHOOG
Bij Landquart dus buigt de smalspoor
in oostelijke richting, Graubünden in.
Direct begint de klim, want het Rijndal
moet worden verlaten om de hoog ge
legen dorpen van Graubünden te kun
nen bereiken. Talrijk zijn de bochten.
Nu eens rijdt de trein hoog tegen de hel
lingen van een breed dal. dan weer
moeten spoorbaan, verkeersweg en een
beekje zich gedrieën door een nauwe
rotskloof persen. Daardoor ook is het
uitzicht, dat altijd even mooi is, sterk
afwisselend. In Klosters wordt gestopt,
doch niet lang, en dan verdwijnt de
trein in een tunnel en later in nog één.
Af en toe is de spoorbaan slingerend
door een groot bos aangelegd en komt
het voor, dat plotseling bij een open
ruimte een onvergetelijk mooi uitzicht
wordt verkregen op een diepblauw
bergmeer. Zo ook vlak voor Davos-Dorf,
het begin, of zo men wil einde van het
dorp, dat zich uitstrekt tot het hoofd
station van de plaats Davos-Platz.
BERGBAANTJES
Overal schieten bergbanen omhoog;
overal wijzen spitse kerktorens he
melwaarts: overal zijn de berghel
lingen fraai begroeid en overal ruisen
de bergbeken. Graubünden Is een van
de toeristenstreken van Zwitserland,
die een bijzonder goede roep hebben ln
het buitenland. Daar is ook het Zwit
serse nationale park aangelegd. Aange
legd Js het goede woord niet. Het Is er
nu eenmaal, cn wel daar, waar de na
tuur uitzonderlijk mooi is.
Voórbij Davos bereikt men al spoedig
Filisur. Van hier kan men met een grote
boog via Thusis weer naar de rustige
hoofdstad Chur met zijn schaduwrijke
lanen terug. Dan passeert men ook Tie-
fencastel, bekend om zijn aardige lig
ging aan een pasweg. Van Filisur kan
men nog dieper Graubünden intrekken
en dat mag men niet vergeten. De
Rhatische Bahn brengt u overal in
Graubünden. Het zorgt voor een gemak
kelijke en snelle verbinding naar al die
aardige dorpjes en stadjes, die eigen
lijk allemaal afgesloten liggen door de
hoge bergen rondom.
Wanrt de bergen, dlie rTe vij-amtd moes
ten weerhouden het gebied van Grau
bünden in te trekken, diezelfde bergen
zijn natuurlijke hindernissen voor het
snelverkeer in dit gebied, hindernissen
waarvan het bezwaar niet zo heel erg
wordt gevoeld,, want daardoor gaat het
grote verkeer Graubünden voorbij en
blijven daar de rust en de verpozing
over, alsmede de mogelijkheden voor
het herstel van vele zieken. Want Ne
derland is niet het enige land. dat in
Davos een sanatorium rijk is. Verschei
dene andere landen en wereldomvatten
de. maar ook kleinere maatschappijen
hebben daar een heratellirwgsoord inge
richt.
ST. MORITZ
Van Filiseur zijn we inmiddels in St.
Moritz aangekomen, een stad waaraan
de klank overbekend is. En daar vlak
bij ligt ook al het bekende Pontresina.
Meer noordelijk ligt Zernez, voor velen
ook al niet vreemd. Van hier gaat een
pasweg naar Merano in Italië. En nog
verder noordelijk liggen Scuol en
Tarasp-Vulpera. En wie heeft nimmer
géhoord van de Maloja pass. Die is ten
zuid-westen van St. Moritz te vinden.
Ook al zo'n druk bezocht oord.
Het zou te ver voeren, al die
aardige dorpjes de revue te laten
passeren. Ze zijn er en niet het
minst om ontdekt te worden. Want
ieder stadje heeft hier zijn eigen
bijzonderheden. De Nederlanders
hebben dit gebied nog lang niet
voldoende ontdekt, al wordt hun
aantal jaarlijks groter. En zij allen
zijn steeds opgetogen. Vraag dat
maar aan Walter Danuser. Die kan
het weten, want die ontdekt bijna
alle Nederlanders, die Graubünden
bezoeken en spreekt bovendien hun
taal
Het (tot nu toe) hoogste ge
bouw van Berlijn is gereed ge
komen. Het is het „Haus der
ElektrizitMt", waarin de kantoor
afdelingen van een grote Duitse
fabriek op het gebied van elek
triciteitsapparaten sullen worden
geveatigd.
De wolkenkrabber met zijn 21
verdiepingen ataat op het Ernst
Reuter-Platz, een zeer druk ver
keersplein, dat gewijd ia aan de
nagedachtenis van de grote bur
gemeester van de stad uit het na
oorlogse tijdperk.