IN ZUID-LIMBURG Graubünden -IlIXtMBlIRfi- verveelt de toerist zich niet Karinthië - land der mooie meren tussen de bergen geen plaats voor breed spoor grote mogendheid onder de paar kleintjes euRoPESi DWERG STAATJES HIER IS LONDEN Berlijn-hoog Zo mooi - haast ondenkbaar in Nederland bij elkaar twee richtingaanwijzers, en hoewel zij elk een andere kant heenwijzen, staat op beide Slenaken vermeld. De onvolprezen ANWB heeft er echter een nadere aandui ding bij laten schilderen: „kortste weg" staat op de één; „mooiste weg" staat op de andere. Het wil wat zég gen, wanneer deze toeristische orga nisatie de weggebruikers een omme tje laat maken, alleen omdat de om weg mooier is. Dan moet het ook wel iets bijzonders zijn. En dat is het ook, want-wie per auto of per fiets het Limburgse land doorkruist en vooral tussen Vaals en Slenaken in het zuidelijke puntje van ons land langs de Belgische grens vertoeft, komt een stukie natuurschoon tegen, waarvan hij het voor onmogelijk zou houden, dat zoiets ln Nederland Is te vinden. Valkenburg moge dan het toeristische centrum van Zuid-Limburg zijn en een plaatsje als Vaals, bij de Duitse grens gelegen, moge dan bekend zijn gewor den om de nabijheid van het hoogste punt van Nederland, de rust en de in tense sohoonheid van het golvende land schap beleeft men in Zuid-Limburg niet in de eerste plaats in Valkenburg of Vaals. Daarvoor moet men de „binnen landen" van Zuid-Limburg in. Dan komt men in plaatsen als Vijlen met de nabij gelegen Vijlener- en Kerperbossen, of in Holset met de Holseter- en Harlesbossen, of in Meohelen met het Schwelberger- bos. of in Epen aan de Geul met zijn heerlijk natuurbad of in Eperheide met zijn krijtrotsen qf ten slotte in Slenaken, vlak aan de Belgische grens met zijn, eenvoudig geheten. Grote Bos. Men kan van vertier houden, men wil toeristische bezienswaardigheden be zoeken, akkoord, maar men mag dat goede stukje Limburgse grond, tegen de Belgische grens aangedrongen, bij een bezoek aan Zuid-Limburg niet ver geten. Want juist door deze prachtige strook natuurschoon heeft Limburg zijn naam als toeristengebied gekregen. We zijn begonnen bij de "handwijzer in Vijlen, We eindigen in Slenaken! Het dorp hebben we al zien liggen voor we er binnen rijden, ondanks het feit, dat Slenakgn liefelijk verscholen in een kom tussen de heuvels ligt. "Onbewust Drie in een In het centrum van Toulouse in Zuid-Frankrijk is een ultra- modern bouwwerk ln gebruik ge nomen, waaraan twee jaar Is ge werkt cn dat de drie-ledige taak van markthal, parkeergarage en helihaven zal vervullen. Het ge bouw is opgetrokken In beton en staal en is 100 meter lang en 30 meter breed. De parterre wordt gebruikt als centrale markthal, terwijl de vier etages een uitkomst bieden aan met minder dan 700 automobilis ten. die daar hun wagens kunnen parkeren. Deze parkeergarage heeft ook een werkplaats, waar reparaties kunnen worden uitge- Het dakterras is ingericht ais helihaven, waar tien helikopters gelijktijdig kunnen landen. Ieder toestel beschikt dan over een oppervlakte van 300 m2- zijn we van Vijlen (180 meter), naar 300 meter hoogte bij Slenaken gestegen. Het dorp ligt echter maar 160 meter boven de zeespiegel qp dus moet 140 meter ge daald worden. Dat gaat over een weg met echte haar speldbochten en langs afgronden, _die volgens Nederlandse begrippen echte af gronden zijn, al zal de bewoner van de Hoogalpen een glimlach niet kunnen onderdrukken, wanneer hij een Neder lander hier over afgrond hoort spreken. Niettemin: Nederlandse afgronden. Al slingerend bereiken wc dan Slenaken en als er één stukje grond rechten kan doen gelden op de naam „Kleiq Zwitserland", dan ligt dat stukje even ten oosten van dit dorp. ONVOLLEDIG Een bezoek aan Zuid-Limburg zonder Valkenburg en Vaals te zien is echter ook ondenkbaar. Vaals, lag vroeger bij het Vierlandenpunt, doch sinds de dag, dat het kleine staatje Moresnet bij Bel gië is getrokken, zijn er nog maar drie landen overgebleven, welker grondge bied elkaar 'eyêrf ten zuiden van Vaals raken; Öm dit' punt:Ite bereiken, behoeft "men in Vaals niet lang te '''z'oëkën. Men neme de Vicrgrenzcnweg die nog steeds geen Dricgrenzenweg heet en gaat omhoog, het bop tegemoet. Vlak LUXEMBURG is een grote mo gendheid onder de Europese dwergstaatjes. Meestal wordt dit vorstendom hier dan ook niet onder gerekend en blijven An dorra, Liechtenstein, Monaco en St. Marino over. Toch is Luxem burg maar klein en verdient daarom een plaats in deze rubriek. Met zijn 2586 km2 is de grootte van Luxemburg zo ongeveer het dertien de gedeelte van Nederland. In tegen stelling tot de andere vier kleine staatjes, komen de inkomsten van Luxemburg niet hoofdzakelijk van de toeristen of vaste bezoekers. Het is het ijzererts, dat Luxemburg zijn wel stand heeft bezorgd en voor drie-vier de gedeelte van het nationale inko men zorgt. Niet minder dan 22 hoog ovens verwerken het. Voor het ove rige komen de inkomsten van Luxem burg van de land- en wijnbouw en van het toerisme. Ook dus van het toerisme en dat is niet zo heel vreemd, want Luxemburg bezit prachtig na tuurschoon, dat jaarlijks vele toeristen trekt. Dit is voornamelijk in het oos ten van het vorstendom en in de stad Luxemburg geconcentreerd. Straatkruising aan een Romeinse straatkruising, die zo belangrijk bleek, dat zich daar spoedig een kern vormde, die zo snel toenam dat aan Luxemburg in het begin der dertiende eeuw al stadsrech ten werd verleend. Dwars door de stad loopt in een diepe vallei, de rivier de Petrusse. Niet minder dan zes via ducten en 59 bruggen zijn gebouwd om de beide oevers van deze rivier te verbinden. De stad heeft 80.000 inwo ners en met dc omliggende kanton Esch mee wooht daar de helft van de 310.000 zielen tellende bevolking. Dc inheemse naam voor de stad luidt Letzeburg en daarnaar genoemd is de taal, die de bevolking spreekt, het Letzeburgs. Doch ook wordt zeer veel Duits gesproken. Daarmede kan men overal terecht, ondanks het feit, dat De stad De stad is ongetwijfeld een bezoek waard. In het programma van een reis naar dit vorstendom, mag een trip naar de stad niet ontbreken. Men wandelt door het brede dad van de Petrusse en beziet de monumentale brug, de Pont Adolphe, alsmede het zogenaamde Viaduct, dat in het midden een bocht heeft, eens van een geheel andere kant. De oude binnenstad ligt ten noorden van diit bochtige dal; de nieuwere stad met het station en de monumentale kantoorgebouwen ten zuiden ervan, zodat er altijd een druk verkeer is tussen beide stadsdelen. De uiterst kleine tramwagens weten echter voor'een redelijk vervoer zorg te dragenHei mooiste uitzichtpunt op de stad heeft men ongetwijfeld van de Citadel die op een rots in een bóebt i de i ligt. Het vorstendom moge dan klein zijn, er zijn voldoende mogelijkheden voor dagtochtjes. Zo heeft het bureau voor het toerisme verscheidene aardige dag- rondritten voor automobilisten ont worpen, die tussen de 150 cn 200 km lang zijn cn via de prachtigste delen van het landje voeren. Het wegennet is tamelijk dicht en omvat 4200 km goed verharde wegen Ook kan men Luxemburg per spoor bereizen: daar voor is 500 km spoorlijn aangelegd en zelfs g©-/en de (nog niet zo lang ge leden genationaliseerde) spoorwegen weekkaarten uit. Maar zoals gezegdvoor het toe risme is het oostelijk deel van het vorstendom het belangrijkst. Daar lig gen het Muller bal en voor het grootste deel op de Duitse grens de dalen van Süne en Moezel. Hier kan dc wande laar zijn hart ophalen. Rustieke brug getjes zijn er overal; nu eens heeft men een prachtig uitzicht op de om geving, dan weer loopt men tussen dicht bij elkaar staande rotswanden. Smalle beurs Een half dozijn plaatsen noodt tot een bezoek. Stadjes als Ettelbrück; Vianden met zijn beroemde kasteel Echtemach, schilderachtig gelegen aan de Süre en Diekirch met zijn hunebed en duizend jaar oude kerk liggen alle 350 en 400 meter hoogte gelegen, veel bezocht worden. Een net van jeugdherbergen en cam ping-plaatsen over het gehele vorstendom verspreid maakt voorts een vakantietrip naar het betrekkelijk dichtbij gelegen Luxemburg ook voor iemand met een smalle beurs zeer goed mogelijk. voor het bos mag men niet verzuimen even in oostelijke richting te kijken, waar men de grote stad Aken in de diepte ziet liggen. Dan komt men spoe dig in het vertier rond het Drielanden punt. want het is er altijd druk. Uitzicht toren, monument en niet te vergeten de meest gefotografeerde grenssteen van Nederland, genieten veel belangstelling, evenals het nabijgelegen restaurant. Maar ga ook eens in Vaals kijken. Daar is de grote grensovergang, waar achter dé stadstram van Aken zijn eind punt heeft. Er is ook nog een kleine grenspost, die Akerstraat heet, hoewel dc straat zelf Akenerstraat is genoemd. Midden tussen de huizen staat daar een woonwagen, waarvan de bewoners op Nederlands grondgebied eten, terwijl op Duits territoir hun bedden staan. De grens loopt inderdaad midden door het dorpje, dat aan de Duitse zijde het Vaalser-kwartier (van Aken) heet. Is ,t het wonder, dat de levensmiddelenzaken hun waren vooral ook in het Duits heb-, ben geprijsd? KATTESPRONG Van Keulen en Aken zegt men, dat heide steden niet op één dag zijn gebouwd. Ook niet herbouwd! Maar van Keulen en Valkenburg zegt men, dat zij slechts een kattesprong (Kat- zensprung) van elkaar verwijderd liggen. Het gevolg is een wat wrang mopje van die inwoner van Valken burg, die op zekere zomerse dag de vlag uithing en toen men vroeg, waarom hij dit deed, opmerkte, dat hij die morgen iemana Nederlands had horen spreken. Dat is sterk overdreven natuurlijk, want de Duitsers mogen dan vaste be zoekers van de vele bezienswaardighe den van Valkenburg zijn, de Nederlan ders overheersen nog altijd. En zij vin den in Valkenburg iets, wat in het bui tenland wel, maar in Nederland nergens elders is te vinden, want met voorbij gaan van een ruïne, zijn in Valkenburg tooh maar bergbaantjes, catacomben, een grotten-aquarium, een sprookjesbos met waterorgel en niet te vergeten een miniatuur-kolenmijn, die door iedereen bezichtigd kan worden, alsmede grotten, waaronder de Fluwelengrot, die pas in 1937 werd ontdekt. Een natuurbad, een midgolfbaan en een openluchttheater, die weliswaar ook elders tot toeristische attracties behoren, zijn ook in Valken burg aanwezig, zodat men zich daar zeker niet behoeft te vervelen. Vakantie te paard Een reisbureau In de Duitse stad Mainz is van plan in de maanden mei, juli, augustus en september vakantie- tochten te paard door het gebied van de Rijn en van de rivier de Nahe te organiseren. Deze tochten zullen elf of twaalf dagen duren Valkenburg, toeristisch centrum van Zuid-Limburg, biedt dit vergezicht vanaf de Cauberg. Logeren in Parijs In de periode van 1 juli tot 15 sep tember kunnen buitenlandse studenten die hun vakantie in Parijs doorbrengen in diverse studentenhuizen logeren. Daar zijn kamers met twee bedden be. schikbaar. Studenten, die van plan zijn in de komende zomer voor enige tijd naar Parijs te gaan en van'deze logeer- gelegenheid gebruik wensen te maken, moeten zich wenden tot het office du Tourisme Universitaire, 137 Boulevard St. Michel in Parijs. Toiver-bridge In de eerstkomende maanden moet voor reparaties ongeveer een hailf mil joen gulden aan de Tower Bridge wor den besteed. Ofschoon de brug bekend staat „als stevig gebouwd", vergt zij uiteraard thans meer onderhoud dan in het beginstadium. Zij is dan ook 65 jaar oud. De reparaties moeten worden ver richt aan de stalen dwarsbalken op 30 meter hoogte boven het water. Deze zijn namelijk door de vele regens ge- Hollandse bollen De tuinlieden in dienst van de ge meente Londen zijn thans druk bezig met het poten van meer dan 800.000 bollen in de 140 parken, dde Londen rijk is. Straks zullen dus duizenden bulpen, narcissen en crocussen in Lon den in bloei staan. Maar dat is nog niet allés. Al6 de bollen gepoot zijn, wordt begonnen met de 8000 bomen, 23.000 struiken en 3000 heesters, die de parken ook zullen sieren. Telefoons De vele expres breinen, dde uit Lon den naar alle delen van Engeland ver trekken, zullen binnenkort alle voorzien worden van telefoons. Deze zullen wer ken volgens het radio-telefonische systeem, dat reed6 op schepen wordt toegepast. Bergen SCHüTZET DIE HEIMAT 1940" staat met grote zwarte letters geschilderd op een groot wit huis bij Chur, de hoofdstad van Graubümlen en eindpunt van menige internationale spoorlijn. Met „Heimat" wordt dan Graubünden bedoeld, het oostelijkste kanton van Zwitserland, waarvan de noordgrens tevens de Zwitsers-Oostenrijkse en de zuidgrens tevens de Zwitsers-Italiaanse grens is. Het is, wanneer men door dit onvolprezen stuk Zwitserland reist, begrijpelijk, dat in het oorlogsjaar 1940 de bewoners hoopten, dat de bergen van dit kanton de vijand zouden weerhouden dit gebied binnen te trekken. Een olijkerd heeft van Graubünden gezegd, dat de Rhatische Bahn, de particuliere spoorwegmaatschappij, die de verbindingen in dit gebied vanuit Chur onderhoudt, zelfs tot smalspoor moest overgaan, omdat tussen de hoge bergen geen ruimte voldoende was om er het normale brede spoor aan te leggen. Ergens in het rooms-katholieke Karinthië, in Unterhaus, wan delt men zo naar de protestantse kerk. Walter Danuser uit Davos is conduc teur op de Rhatische Bahn. Hij heeft maar één hobby, die hij ongetwijfeld met maar heel weinig Zwitsers gemeen heeft. Zijn lust en zijn leven isNe derlands spreken. Wanneer tegen het einde van de morgen de internationale trein met de enkele wagens uit Neder land het station Chur komt binnenrijden en Walter Danuser heeft op dat ogen blik dienst, staat hij op het afzonder lijke perron van de Rhatische Bahn, dat naast het eigenlijke station met zijn brede sporen ligt. al uit te kijken of er soms Nederlanders komen. die met „zijn" trein meegaan naar Davos. Meestal stappen ze wel over in Land- quart, maar er zijn er nog altijd vol doende, die naar Chur doorreizen om dan met de particuliere onderneming weer maar Lamidqira rt terug te reizen cm vandaar Graubünden in te gaan. Vermoedt Danuser een Nederlander te zien, dan gaat hij er gedienstig op af en vraagt in onvervalst Nederlands: „Komt U misschien uit de lage landen?" Heeft hij of in Chur of even later in Landquart enige Nederlanders ontmoet, die op vakantie naar Graubünden of voor familiebezoek naar het Nederlands sanatorium in Davos gaan, dan bebben zij op weg naar hun reisdoel in Danuser een gratis en gewillige gids gevonden. Want deze geboren Graubünder kan en TDER AUTO over de Grossglockner-Hochalpen- strasse rijdt u bij Heiligenblut; per trein door de Tauerntunnel bij Mallnitz de provincie Karin thië, het zonnige zuiden van Oostenrijk en ook het land van de mooie meren binnen. Karinthië, een enig toeristengebied tussen de zuidzijde van de Alpen en de grenzen van Italië en Zuid-Slavië, trekt jaarlijks vele toeristen om zijn specifiek eigen schoonheid van prachtige bergen, gezellige dalen, oude dorpen en grote bergmeren, waar de watersport in vele facetten wordt beoefend. Neem bijvoorbeeld dc Weissensee bij het aardige plaat»je Greifenburg op een hoogte van 930 m. Het is het hoogste alpenmeer, waarin gezwommen wordt en waar men van een badseizoen spreekt. Daar heerst, zoals bij alle Karimihische meren, de harmonie on vakawbiiegenoegens door bad en berg, door hootgtezon en watersport, door rusrt en ruinvte. Kauzelhöhe 55 55 Ook liigt er de Ossiachersee. die al echts enkele kilo meters ten noorden van het verkeersknooppunt Villach begint. Vrij steil steken hier de bergen uit het water omhoog, aan de westzijde zelfs op een gegeven ogen blik zo sten'l, dat men van de Kanzelhóhe spreekt. Den kabelbaantje naar de top wordt de Kanzelbaan ge noemd. Ook hier weer datzelfde: rust en ruimte, zon en sport, bad en berg. Het bekendste meer is de Wörthersee tussen de hoofdstad Klagenfurt en het plaatsje Velden. De Wörthersee is nriet alleen het grootste, maar ook het warmste alpenmeer van Europa, waarvan het water in het hartje van de zomer gemiddeld 28 graden Cel sius is, zodat het niemand zal verwonderen, dat het badseizoen aan dtit meer van mei tot oktober duurt. Begrijpelijk ook, dat aan de Wörthersee allerhande voorzieningen zijn getroffen om pretbiig te Het zonnige zuiden van Oostenrijk maar ook om watersporten te kunnen beoefenen als zeilen, roeien en waterskiën. Het gemoedelijkste en aardigst gelegen meer ds on getwijfeld de Millstatteraee, waarvoor Spit/tal de toe gangspoort is. Spittal liigt in het dal van de Drau op een hoogte van ongeveer 550 meter. Aohber de heuvels aan de noordzijde van het dal liigt op een hoogte van 580 meter de Mitlstatrtereee. die ook aan de andere kant wordt omzoomd door het hooggebergte, de MiU'srtatter Alpen. Öm dit prachtige bergmeer te bereiken, moet men van Spittal in noordelijke richting door een nau we bergkloof, dc Liesersteig naar Seeboden, aan het uiteinde van het meer. dat op sommige plaatsen 140 fris zijn voor een verblijf aan het strand van het meer. Vanuit Millsbatt gaat men dan over een uitzonder lijk mooi wandelpad in de nauwe kloof van die Rieger- bach in noordelijke richting omhoog naar twee prach tige berghutten, die beide op 1880 meter hoogte liggen: de Alexanderhütte en de Millstëtterhütte. vanwaar men een schitterend uitzaaht heeft op het meer en op de besneeuwde toppen van de Hohe Tauern. Van See boden uit in noordelijke richting komt men niet zo hoog, maar wel in een interessant en historisch ge bied rond Untertiaus met zijn witte en spitse kerk toren. Unterhaus is een protestants dorp in het roomse Karinthië. Er woont één rooms gezin, doch voor de rest is Unterhaus een protestants centrum, waar in de tijd van de Contra-Reformatie in Karinthië de (ver boden) Bijbels werden verstopt. Naast de kerk staat de pastorie en het Gemeentecenitrum, waar het pro testantse kerkelijke leven bloeit. Gevlucht meter duep i< Riviera De noordoever van de Millstatteraee staat bekend als de Oostenrijkse Riviera, vanwege de beschutte en zonnige ligging. Prachtige oampings liggen bier vlak aan 't watér, terwijl de badinrichtingen praktisch naast elkaar liggen. In Seeboden. maar ook in het enkele kilometer verder gelegen Millstatt; in Dollach maar ook bij Döbriaoh. Ook hier kan men roeden en zeilen, waterskiën en waterfietsen. Seeboden is een ruim ge bouwd dorp; Millstatt is een intiem stadje. Het zijn uitersten van elkaar. Eén ddng hebben ze echter ge meen: het achterland van beide plaatsjes ia een uit stekend doel voor een dagtripje, wanneer de weers- omstandrighe>den eens een heel enkele maal net iets te De predikant was eens dominee dn Tsjechoelowakije. Toen zijn gehele gemeente daar na de communistische maohteovernernimg was gevlucht, vertrok ook hij uvt het land en meldde zich bij de kerkelijke autoriteiten in Wenen. <üe hem Unterhaus als standplaats aan wezen. Daar werkt hij nu nog, in zijn gemeente en on der de verspreide protestanten in Karinthië, dat in nog slechts enkele grotere plaatsen, zoals Villach en Klagenfurt, protestantse gemeenten heeft. En wanneer er nog een dagtrip af kan, welnu, dan noodt Gmünd aan de Lieser. 12 km ten noorden van Spittal. Via een middeleeuwse poort komt men 't stadje binnen, dat aan de andere zijde door een poort weer wordt verlaten. De huizen aan de rand van de stad zijn zo gebouwd, dat zij met hun achterzijde een muur vormen. Bezoek Gmünd eens en neem dan teven®.een kijkje in het Maltatal, dat daar begint, want diit dal staat bekend als het dat met de duizend water- OMHOOG Bij Landquart dus buigt de smalspoor in oostelijke richting, Graubünden in. Direct begint de klim, want het Rijndal moet worden verlaten om de hoog ge legen dorpen van Graubünden te kun nen bereiken. Talrijk zijn de bochten. Nu eens rijdt de trein hoog tegen de hel lingen van een breed dal. dan weer moeten spoorbaan, verkeersweg en een beekje zich gedrieën door een nauwe rotskloof persen. Daardoor ook is het uitzicht, dat altijd even mooi is, sterk afwisselend. In Klosters wordt gestopt, doch niet lang, en dan verdwijnt de trein in een tunnel en later in nog één. Af en toe is de spoorbaan slingerend door een groot bos aangelegd en komt het voor, dat plotseling bij een open ruimte een onvergetelijk mooi uitzicht wordt verkregen op een diepblauw bergmeer. Zo ook vlak voor Davos-Dorf, het begin, of zo men wil einde van het dorp, dat zich uitstrekt tot het hoofd station van de plaats Davos-Platz. BERGBAANTJES Overal schieten bergbanen omhoog; overal wijzen spitse kerktorens he melwaarts: overal zijn de berghel lingen fraai begroeid en overal ruisen de bergbeken. Graubünden Is een van de toeristenstreken van Zwitserland, die een bijzonder goede roep hebben ln het buitenland. Daar is ook het Zwit serse nationale park aangelegd. Aange legd Js het goede woord niet. Het Is er nu eenmaal, cn wel daar, waar de na tuur uitzonderlijk mooi is. Voórbij Davos bereikt men al spoedig Filisur. Van hier kan men met een grote boog via Thusis weer naar de rustige hoofdstad Chur met zijn schaduwrijke lanen terug. Dan passeert men ook Tie- fencastel, bekend om zijn aardige lig ging aan een pasweg. Van Filisur kan men nog dieper Graubünden intrekken en dat mag men niet vergeten. De Rhatische Bahn brengt u overal in Graubünden. Het zorgt voor een gemak kelijke en snelle verbinding naar al die aardige dorpjes en stadjes, die eigen lijk allemaal afgesloten liggen door de hoge bergen rondom. Wanrt de bergen, dlie rTe vij-amtd moes ten weerhouden het gebied van Grau bünden in te trekken, diezelfde bergen zijn natuurlijke hindernissen voor het snelverkeer in dit gebied, hindernissen waarvan het bezwaar niet zo heel erg wordt gevoeld,, want daardoor gaat het grote verkeer Graubünden voorbij en blijven daar de rust en de verpozing over, alsmede de mogelijkheden voor het herstel van vele zieken. Want Ne derland is niet het enige land. dat in Davos een sanatorium rijk is. Verschei dene andere landen en wereldomvatten de. maar ook kleinere maatschappijen hebben daar een heratellirwgsoord inge richt. ST. MORITZ Van Filiseur zijn we inmiddels in St. Moritz aangekomen, een stad waaraan de klank overbekend is. En daar vlak bij ligt ook al het bekende Pontresina. Meer noordelijk ligt Zernez, voor velen ook al niet vreemd. Van hier gaat een pasweg naar Merano in Italië. En nog verder noordelijk liggen Scuol en Tarasp-Vulpera. En wie heeft nimmer géhoord van de Maloja pass. Die is ten zuid-westen van St. Moritz te vinden. Ook al zo'n druk bezocht oord. Het zou te ver voeren, al die aardige dorpjes de revue te laten passeren. Ze zijn er en niet het minst om ontdekt te worden. Want ieder stadje heeft hier zijn eigen bijzonderheden. De Nederlanders hebben dit gebied nog lang niet voldoende ontdekt, al wordt hun aantal jaarlijks groter. En zij allen zijn steeds opgetogen. Vraag dat maar aan Walter Danuser. Die kan het weten, want die ontdekt bijna alle Nederlanders, die Graubünden bezoeken en spreekt bovendien hun taal Het (tot nu toe) hoogste ge bouw van Berlijn is gereed ge komen. Het is het „Haus der ElektrizitMt", waarin de kantoor afdelingen van een grote Duitse fabriek op het gebied van elek triciteitsapparaten sullen worden geveatigd. De wolkenkrabber met zijn 21 verdiepingen ataat op het Ernst Reuter-Platz, een zeer druk ver keersplein, dat gewijd ia aan de nagedachtenis van de grote bur gemeester van de stad uit het na oorlogse tijdperk.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1960 | | pagina 11