i '1 Geen onevenredige steun R.K. kerk door KONING- RICHKRD De eerste zwaluwen en de lente AKKERTJES Omvang wetenschappelijke staf aan universiteiten Een woord voor vandaag Kanttekening Waarheidsvriend pleit voor kerkbouwsubsidie 2 Elkaar niet al te gauic blij maken vele bladen wordt ge reageerd op de samenkomsten gereformeerden synodaal" „vrijgemaakt", zo schreef vorige week IJ. Jacobs in Enig heid des geloofs": N één van de grote Geref. ker ken (syn.) moet een nieuwe dominee komen. Zoals gebruike lijk mogen de gemeenteleden brie ven inzenden van de predikanten, die zij begeren en van wie ze verwachten, dat ze hen zullen blijven begeren. Een der gemeen teleden zond via het kerkblad een brief aan zijn mede-broederen en -zusteren: „Laten we een predi kant beroepen uit de kring van de vrijgemaakte Geref. kerken." Wanneer U zoudt menen, dat hij een. predikant bedoelt, wie de vrijgemaakte grond onder zijn het herenigingspad zoekende voeten te heet begint te worden, en die dus blij zal zijn als hij op deze wijze ,er tussen uit" kan, dan vergist zich toch. Hoor maar verder. „Willen we niet alleen hoorders van het Woord zijn, maar ook daders, dan is het nu de tijd om een daad te stellen. Als we waar achtig menen, dat hereniging een Sebod Gods is, zoekt dan inger uitvluchten, maar iets. Ziet, welk; nu schenkt te zijn." doet kans God ons daders des Woords De' kerkbode-redacteur meent terecht, dat een dergelijke poging om de muren neer te halen, nieuwe moeilijkheden en nieuwe verwijdering zou kunnen geven. Maar hier wiekt toch een zwaluw over het kerkert, die iets met de lente te maken heeft. En er zijn meer. massale en van Gereformeerden uit beide kerken, vrijgemaakt en synodaal en 2500 mensen kwamen luisteren naar de predikanten Borgdorff en Wan- sink, de eerste vrijgemaakt en de tweede synodaal. In Utrecht was de Westerkerk stampvol. Ook op die vergadering, georganiseerd door de tfd. Utrecht va.i de „Vereniging tot Herstel der Kerkelijke Eenheid" spraken twee predikanten over het ver langen naar en de mogelijkheid tot het herstel der eenheid, ds. Bremmer en ds. v. d. Linden. Vrijgemaakt en synodaal weer sa men. En voor de vergadermg in Zwol le, evenals de vorige in ons blad aangekondigd waren er zovelen opgekomen, dat er een tweede kerk nodig was om de scharen te kunnen bergen. Men kan over de betekenis van dergelijke vergaderingen verschil lend oordelen, maar de begeerte naar eenheid blijkt groter, dan menigeen waarschijnlijk heeft ver- De zwaluwen zijn in het land gezien. Zal het nu spoedig, behal ve in de natuur, ook in de kerke lijke samenleving weer lente zijn" Een lentefeest van herenigde ker ken met frisse bloei en nieuwe kracht? Laten we onszelf en elkaar met te gauw blij maken. De zaak van een hernieuwde eenheid zal een zeer moeilijke zijn. Er zal nog een zware wijs over opgaan, eer het zover is. Als het zover komen mag. Ik bedoel daarmee nu de her eniging van beide kerkgroepen in haar geheel. Reeds eerder heb ik hier betoogd: met individuele overgangen is de zaak der een heid niet gediend. Eer het tegen- dCEnlge tijd geleden schreef ik een artikel onder de titel: „Ge vaarlijke bocht. Voorzichtig rij den". Welnu, om bij die beeld spraak te blijven: enkele rijders op de weg naar de eenheid zijn al uit dc bocht gevlogen. Dat is waa schijnlijk als een ongeluk te beschouwen. Het geeft, zoals elk verkeersongeluk alleen maar stagnatie. dreigd. Aan de ene door het diep- ingewortelde wantrouwen aan vrij- Semaaktc zijde tegenover al wat e (syn.) Geref. kerken willen doen ter bevordering van de een heid. Zal er ooit iets goeds ko men. dan zal dat wantrouwen moeten verdwijnen en zal men in de oprechte bereidheid der syno dale kerken om confessioneel te rug te keren tot voor 1905 moeten geloven. Men zal niet overal wat achter moeten zoeken. Overigens zullen de synodalen moeten pro beren, dat wantrouwen ook een beetje te begrijpen. Vaak krijg ik dc indruk, dat men in het kamp dergenen, die geschorst en afge zet hebben, zich nooit goed het leed heeft ingedacht, dat men de vrijgemaakten, die door deze tucht getroffen zijn, heeft aange daan. Aan de andere zijde worden de kansen van dc eenheid bedreigd döor dc synodaal-gereformeerde kerkrechtelijke prestaties, zowel negatief als positief. De weigering om aan de terzijde-stelling van de vcrvangingsformule consequen ties te verbinden t.o.v. de schor singen en afzettingen, die in de jaren 194445 zo diepe wonden hebben geslagen ln het geref.-ker- kelijke leven, is voor alle een heidspogingen een groot gevaar. Evenals de nieuwe kerkorde, die dc algehele mislukking kan ver oorzaken. Het is mij nog steeds onverstaanbaar, dat men heeft ge zegd: „We heffen de binding aan de leeruitspraken op" zonder daaraan te verbinden: „Dus had den we ook in 1942—46 niet mo gen binden". Het is me evenzeer onbegrijpelijk, dat men in de ja ren van het uit-elkaar-geslagen- zljn ln de syn. Geref. kerken enerzijds kon zeggen: „Laten we elkaar toch zoeken!" en tegelij kertijd in een nieuwe kerkorde be ginselen ging vastleggen, waar van men wist dat de andere zijde ze nimmer zou accepteren. En deze twee bedreigingen van de eenheidskansen staan niet los van elkaar. Integendeel. Alleen door samen spreken kan hier de oplossing worden gevonden. HET Is niet verwonderlijk^ dat op de smalle strook, die tus sen deze twee lijnen overblijft, de exercitiën niet allemaal even ge lukkig uitvallen. Wat de classis Groningen uitsprak ten opzichte van de daar in 1944 uitgesproken schorsingen, is wel zeer onbevre digend. En gaf ds. D. van Dijk zijn scherpe antwoord: „Gij wei gert schaamrood te worden" in de pen. De kerkeraad van Voort huizen, die indertijd zijn predikant dr. Jager (nu prof. Jager) schors te, heeft thans wel verklaard, hem weer als ambtsdrager te wil len aanvaarden, maar verbaasd vraagt men zich af hoe zulk een kerkeraad eigen verantwoordelijk heid ziet. De synode deed een leeruitspraak, dr. Jager confor meerde zich niet en werd ge schorst. Een volgende synode stelt de leeruitspraak terzijde en zie, nu verklaart de kerkeraad van Voorthuizen de schorsing ook weer voor verdwenen. Dacht men, dat de Koning der kerk, in Wiens opdracht de kerk toch in het ambt stelt of uit het ambt stoot, en met Wiens wil toch zowel het een als het ander in overeenstemming moet wezen, (I me' ziïn ambtsdragers bos voor deze kerkeraadsbeslis- slng zoveel waardering kon uit spreken. Men heeft alle gegevens in elk christelijk dagblad kunnen lezen, daarom citeer ik uit het antwoord van prof. Jager, dat een voorbeeld is van christelijke waar digheid en zachtmoedige ernst, al leen de zin: „Voor mij behoeft U Seen knieval te doen, maar voor e Here kunt U zich zó niet van uw verantwoordelijkheid in dezen ontdoen." De zwaluwen zijn op het kerk ert gezien. Mogen we nu de lente verwachten? Aldus IJ. Jacobs in Enigheid des Geloofs". Leden Evang. Kerk op Nieuw-Guinea: Christelijke Kerk op Nieuw- Guinea, zowel Nederlanders als Papoea's, hebben een open brief geschreven aan de minister van binnenlandse zaken, waarin zij hun verontrusting uitspreken over de kwestie van de rooms- katholieke primaire middelbare school (p.m.s.). Zij stellen dat het hierbij niet gaat om een be treurenswaardig afgesloten inci dent. Het is een symptoom dat het gouvernement zich op onaan vaardbare wijze laat beïnvloeden bij haar subsidiebeleid. Na er op gewezen te hebben dat de ondertekenaars ook vele handtekeningen hadden kunnen verzamelen, schrijven zij dat zij bewust voor de vorm van een open brief hebben gekozen, omdat het, niet om het aantal van de onderteke naars, maar om de kracht van de ar gumenten gaat. Zij wijzen er op dat minister Helders de rooms-katholleke missie heeft uitge nodigd op basis van vrijwilligheid de ten onrechte voor Hollandia verleende sub sidie te besteden voor een p.m.s. ln Me- rauke, maar de missie is hierop niet ii> Advertentie) GRIEP G#H£TP GRIEP Gft/EP GRIEP HELPEN DIREKT Amsterdam blijft achter Bij het aanstellen van wetenschap pelijke medewerkers aan de Gemeen te Universiteit van Amsterdam gaat aanzienlijk schrieler te werk dan bij de rijksuniversiteit het geval, is. Dit is een der conclusies uit een rapport over de omvang van de we tenschappelijke staf aan de onder scheidene universiteiten, samenge steld door de heren H. Daudt en F. Heinemeyer op verzoek van het bestuur van de vereniging Weten schappelijke Staf der Universiteit van Amsterdam. Dit rapport is gepubli ceerd in Folio Civitatia, het weekblad voor de Civitas Academica der Am sterdamse universiteit. Deze universiteit, die het grootste aantal studenten telt, heeft aanzienlijk minder hoogleraren (179), dan de uni versiteiten in Utrecht (221) en Leiden (206). Groningen komt met 149 hoogle- iren op de vierde plaats. Ook wat betreft de wetenschappelij ke ambtenaren staat Utrecht bovenaan (met 476), gevolgd door Leiden (met 344). Amsterdam komt op de derde plaats (met 222) voor Groningen met 168). Assistenten Daarentegen staat Amsterdam boven aan bij de bezetting van de assistenten- rangen (533). gevolgd door Leiden (388), Utrecht (300) en Groningen (280). Advertentie spaar de wikkels voor 6 nieuwe series s prookj es-bo rd u u rkaart j es De aantallen studenten aan de versiteiten zijn: Amsterdam 6594, Groningen In Amsterdam is een hoogleraar be last met de vorming van gemiddeld tweemaal zoveel studenten als in Gro ningen en anderhalf maal zoveel als in Leiden en Utrecht. Groningen heeft 1 hoogleraar op 19 studenten, Leiden 1 op 24, Utrecht 1 op 26 en Amsterdam 1 op 37. Ook uit de cijfers van het ge middeld aantal studenten per weten schappelijk ambtenaar blijkt een zwaar dere belasting voor Amsterdam vergele ken met de andere universiteiten. Slechts in de verhouding van het aantal studenten per assistent neemt Amster dam geen uitzonderingspositie in. Lagere rangeu Uit deze cijfers blijkt, volgens het rap port, dat er in Groningen aanmerkelijk minder wetenschappelijke ambtenaren zijn dan assistenten, in Leiden bijna evenveel ambtenaren als assistenten en in Utrecht ruim anderhalf maal zoveel ambtenaren als assistenten. Hieruit "adeert het rapport, dat bij toene ming van het aantal studenten de ver houding tussen de wetenschappelijke ambtenaren en assistenten aan de rijks universiteiten zich gewijzigd heeft ten gunste van de bezetting van de hogere rangen. Deze ontwikkeling zet zich echter niet voort in Amsterdam. Daar blijkt het gro tere aantal studenten te worden opgevan gen door uitbreiding van het personeel, de lagere, tijdelijke rangen. HER EN DER De Ierse regering heeft zaterdag de straf fen, waartoe dr. James Walsh, titulair bisschop van Sata, en dr. Kung Pln-nel, bisschop van Sjanghai, veroordeeld zUn, formeel afgekeurd. De regering gaf uiting aan haar verontwaardiging over de vonnissen in een communiqué, dat verstrekt werd aan alle regeringen, waarbij Ierse missies geaccrediteerd zijn. De vonnissen, zo wordt gezegd, kunnen slechts afgrijzen opwekken in de geesten van allen, die de vrijheid godsdienst als een onvervreemd- Open brief aan minister Toxopeus gegaan. In deze open brief brengen zij dan de volgende feiten naar voren: Voor toelating tot de p.m.s. dient men de lagere school B dan wel de vervolg school met goed gevolg te hebben door lopen. Momenteel beschikt de zending over 24 van deze scholen (lagere school B (Ls.b.) en vervolgscholen (v.v.s.) te genover de missie 12 en het gouverne ment 4. De aantallen leerlingen op deze scho len bedragen respectievelijk voor zen ding, missie en gouvernement 3903, 1840 1083. Welke mogelijkheden voor voortgezet onderwijs bestaan er nu voor deze leer lingen? Behalve op de p.m.s. is deze mogelijkheid ér op de opleidingsschool dorpsonderwijzers (o.d.o.) en op de lage re technische school (Lt.s.). Momenteel beschikt de zending over 3 o.d.o.'s, 2 Lt^.-en en 2 pjn.s.-en, waartegenover de missie 2 o.d.o.'s, 1 l.ts. en 1 p.m.s. heeft en het gouvernement 1 Lt.s, 1 p.m.s. 1 brugklas mulo. Deze scholen bieden voor zending, mis- e en gouvernement respectievelijk 250, 10 en 80 plaatsen voor voortgezet derwijs. Aan het einde van het schoolaar 1958/ 1959 verlieten respectievelijk 523, 208 60 leerlingen de v.v.s. of l.s.b. Dit betekent dat de kansen voor voort gezet confessioneel onderwijs in de huidige situatie, uitgedrukt in proeen ten, zijn als volgt: voor kinderen van protestantse voedingsscholen 48% cn voor kinderen van rooms-katholieke voedingsscholen 67%. Zou de missie voor een tweede p.m.s. subsidie krijgen, dan zou dit laatste percentage zelfs 82 bedragen. Bovenstaande cijfers met betrekking tot de kansen van leerlingen van de ver volgscholen en lagere scholen B op voort gezet onderwijs spreken nog duidelijker wanneer men rekening houdt met het volgende: Om op de v.v.s. te worden toegelaten dient de aspirant-leerling in het bezit te zijn van een diploma dorps school B (of A). De dorpsscholen, welke het 3-jarig basis-onderwijs vormen, zijn ingedeeld in 3 soorten: A, B en C, al naar gelang van het peil van het gege ven onderwijs. Leerlingen, afkomstig van de dorpsschool C worden op de niet toegelaten. Het totaal aantal leerlingen dat in "1958 een getuigschrift van de dorpsschool ontving bedroeg ongeveer 3000, waarvan ongeveer 2200 van zendingsscholen af komstig waren. Praktisch alle zendingsscholen zijn dorpsscholen B, terwijl bij de missie scholen ongeveer de helft uit dorpsscho len C bestaat. Hieruit kan geconcludeerd worden dat de zending ongeveer 2000 en, de missie ongeveer 400 kandidaten heeft voor een plaats op de vervolgscholen. Hoewel de zending dus over vijfmaal zoveel kandidaten afkomstig van dorps scholen B beschikt, is het aantal plaat sen op de vervolgscholen van de zen ding slechts tweemaal zo groot als bij de missie. baar recht i 1 de i s beschouwen. De conclusie moet luiden, dat de houdingen reeds thans volkomen scheef liggen. Bij de subsidie-politiek van de rege ring is de enige aanvaardbare maat staf: gelijke mogelijkheden voor allen. Er mag niet gesubsidieerd worden op 50-50 basis. Er mag niet gesubsidieerd worden uitgaande van het feit, dat de Rooms-Katholieke Kerk op Nieuw Guinea is verdeeld in twéé vicariaten en een prefectuur, in elk waarvan van elk schooltype er tenminste één zou moeten zijn. Op dezelfde basis immers zou een school van elk type kunnen worden verdedigd in elk ressort van de Evan- gelisch-Christelijlce Kerk en bovendien nog in de gebieden van de Moluks- Protestantse Kerk en van de buiten landse genootschappen. Dit uitgangspunt is volslagen on bruikbaar. De enige basis is: abituriënten van zendings- en missiescholen dienen een gelijke kans te hebben op voorgezet con: fessioneel onderwijs, en niet, zoals wij boven aangaven 48 procent voor het protestantse kind en 67 of zelfs 82 pro cent voor het rooms-katholieke. Conclusie De schrijvers komen dan tot de conclusie dat als er naast de vier be staande p.m.s.en, n.L de zendings- p.m.s. te Hollandia en die te Mano- kwari, de rooms-kath. p.irus. te Hol landia en de openbare te Sorong een vijfde nodig is. deze moet worden toe gewezen aan de zending. Zelfs wan neer dit zou gebeuren zullen de kan sen op voortgezet onderwijs voor het protestantse kind kleiner zijn dan voor de kinderen afkomstig van r.k. voe dingsscholen. De schrijvers stellen dan: „Bij het onderwijs-subsidiebeleid zal de rege ring er zich van moeten onthouden om door middel van gouvernements subsidies een onevenredig grote steun te geven aan de Rooxns-Katholieke Kerk in haar arbeid op Nieuw-Guinea: De brief werd ondertekend door de vol gende Nederlanders: Ir. J. Bovenberg, dienst bouw; P. de Bruin, algem der van de zending; f1- T te Hollandia; Het geestelijk verval in Israël wordt wel het meest getekend door de strikvraag die de Saduceeën aan Jezus komen stellen: het onzinnige verhaaltje van de vrouw die zeven maal huwde en zeven maal haar man overleefde. Want: „de Saduceeën ontkennen dat er een opstanding is" zo schrijft Lucas. Hoe is het mogelijk dat een dergelijke theologie vat heeft gekregen op een volk dat leeft bij Mozes en de profeten! En weer gaat het antwoord van Jezus ver uit boven de sluwe bekrompenheid van de vraagstelling. In woorden die aan dui delijkheid niets te wensen overlaten opent de Heiland een hemels perspectief voor de kinderen Gods: Want zij kunnen niet meer sterven; immers zij zijn aan de engelen gelijk en zij zijn kinderen Gods omdat zij kinderen der opstanding zijn En onmiddellijk daarop volgend wijst Hij deze theologen op Zichzelf, de Messias van wie David in zijn psalmen gezongen heeft. David beschrijft de Christus als de Here van hemel en van aarde en daartoe citeert Jezus psalm 110 maar tegelij kertijd wordt de Christus de Zone Davids genoemd. Voor deze theologen een moeilijke probleemstelling te moeilijker om dat zij heel goed weten dat Jezus door het volk wordt gezien en aangesproken als „de Zoon van David"! Een oproep tot bekering die hemels perspectief opent! WERKGEVERS EN OVERHEID G. Hekstra, predikant lanum >-»• demkundlgf Stichting Agrarisch Onderzoek; ds. J p" Kabel, rector der Theologische school t< Hollandia; dr. F. C. Kamma, zendingspredi kant- mr. J. J- Kraan, administrateur tr gouvernementssecretarie; dr. D. Metselas hoofd malariabestrijding: H. 3. Moes. adv seur van het CWNG-Persekding; T. Rade maker, Inspecteur der belastingen; ds. Rigters, zendingspredikant, secreta moderamen van de Alg. Synode lisch ChristeHjkeJcerk-, ds^ IC docent landla; der Evan- Schippers, de Theologische School bij s. de Vries. E. A. G. Verploeg. Hollandia; T. van Weelie. ver- dienst van culturele zaken: J. "de Zwart, hoofd bureau belastingzaken. De volgende Papoea'! financiën: E. Mantundo; dienst van fin zer; ds. H. M< aar bij de Th. Messet, onderwij- :endi, predikant. In het blad „De Waarheidsvriend" het officiële orgaan van de Gerefor meerde Bond in de Ned. Herv. Kerk verzoekt de schrijver van de rubriek „Uit de pers" de Anti Revolutionaire Partij om een uitspraak over haar houding ten opzichte van de subsidie voor de kerkbouw. De schrijver zegt onder meer: Maar nu de houding van de A.R.P.! Ds. Landsman schrijft (in „Her vormd Nederland„terwijl het zich liet voorzien, dat ook de A.R.P. wel mee zou gaan, als het op stem men aan zou komen," en „de A.R.P. zou ook wel geen spaak in het wiel steken." Wij hopen dit met ds. Landsman mee, maar dan moet de A.R.P. ook alle ongerustheid over deze zaak wegnemen en positief voor overheidssubsidiëring van de kerkbouw gaan pleiten. Want nog altijd zijn wij onrustig over het hoofdartikel over de kerkbouw- acties in „Trouw" van 9 okt., j.l. Daarin stond o.a.: „Als we op een zo verrassende en gemakkelijke wijze het geld bijeen kunnen bren gen, dat er voor de meeste mensen nog geen werkelijk offer aan te pas komt, mogen we dan nog wel aan de overheid subsidie voor de kerk bouw vragen? We begrijpen, dat individuele kerken, die er alleen voor stonden, dat wel eens anders hebben gezien. Maar als we hei samen doen, hoeft de overheid geen geld in tempelschatkist te werpen." Aldus „Trouw" van 9 okt., j.l. Al met al, de kwestie van overheids subsidie voor de kerkbouw is nog niet in orde. Waakzaamheid blijft geboden, en de leidinggevende ker kelijke instanties zullen wel al hun invloed, die zij hebben, aanwenden om deze zaak wettelijk geregeld te krijgen. "TEN van de wonderlijke kanten eens gesproken over het wonder van van het wonderlijke bouwconflict het economisch herstel van ons land is, dat werkgevers hier in botsing na de oorlog. Ik zou liever willen zijn gekomen met voormalige werk- spreken van het wonder der samen- geverssecretarissen. werking tussen ondernemers, arbei- Het kabinet-De Quay is aanvankelijk ders en overheid, die een belangrijke, door velen met enig wantrouwen zo niet de belangrijkste voorwaarde begroet, omdat er niet minder dan is geweest voor dit herstel", vier oud-secretarissen van werk- Een gewichtig facet van deze geversorganisaties in opgenomen samenwerking was, dat de industriële zijn. Zoiets was in onze politieke ondernemers bij het rechtstreeks be- zich nu voor, dat juist dit kabinet geval was, zoiets als een monopolie te maken heeft gekregen met wat hadden. Werknemers- en werk- wel „een staking van werkgevers geversorganisaties werden na de be tegen de regering" is genoemd. vrijding op dezelfde voet door de Men zal zich herinneren, dat niet overheid geraadpleegd, alleen minister De Pous (Econo- De aannemers kunnen zich met deze ontwikkeling blijkbaar slecht ver enigen. „De economische omstandigheden zonden er in ons land thans bepaald mische Zaken), maar ook zijn ambtgenoten Van Aartsen (Volks huisvesting en Bouwnijverheid), Marijnen (Landbouw en Visserij) en Visser (Defensie) voorheen als anders uitzien, wanneer de onder secretaris van een centrale werk- rs, met voorbijzien van nationale geversorganisatie zijn opgetreden, economische belangen, zich op een In die functie hebben zij indirect ook eng ondernemersstandpunt hadden aannemersorganisaties gediend welke gesteld", .schreef minister De Pous zij thans tegenover zich vinden. Nu kan men de aannemers niet met „de werkgevers" vereenzelvigen, indruk onttrekken, dat de aannemers Volgens het C.B.S. waren er in 1950 dit „enige ondernemersstandpunt" in ons land ongeveer 700.000 onder- nog innemen. Daarmee schaden zij nemers (bedrijfshoofden van be- niet alleen nationale economische drijven zonder personeel inbegre- belangen, maar ook de goede naam pen), en van-dit aantal vormen de van de werkgevers. Een van de be- 20.000 aannemers maar een klein langrijkste indrukken die ons volk percentage. De centrale werkgevers- uit het bouwconflict zal behouden, organisaties hebben zich bovendien Is dat de aannera duidelijk tegen het standpunt van hun belangen de aannemers in het huidige conflict zonder cijfers op tafel te leggen. Dit uitgesproken. doet de naam van de werkgevers Dit neemt niet weg, dat het bouw- geen goed. Het is te hopen, dat men conflict een smet dreigt te werpen op de verhouding van overheid en werkgevers als geheel, een verhou- zich daarvan ernstig rekenschap geeft. Het prestige van het kabinet is in- ding die zich na de jongste oorlog tussen door het bouwconflict meer juist meer harmonisch dan ooit leek versterkt dan geschaad. Dat voor- te zullen ontwikkelen. In „De Neder- matige werkgeverssecretarissen zo landse Industrie" van oktober jl., vierkant tegen het standpunt van de uitgegeven ter gelegenheid van het zestigjarig bestaan van het Verbond BIJ EEN WEIGERING pRESIDENT De Gaulle heeft dus zoals verwacht werd gewei gerd de Franse Nationale Vergadering tevreden en bijna opstandige stem ming onder de boeren in het noorden Frankrijk. In werkelijkheid in speciale zitting bijeen te roepen, het echter de algemene ontevreden- En formeel heeft hij hiermede een heid in het gehele land, die talrijke stap gedaan, die een miskenning afgevaardigden ertoe gebracht heeft, vormt van een in de nieuwe grond- het veroek te steunen. wet vastgelegd voorrecht va.n het parlement. Men zou dus kunnen beweren, dat De Ganlle opnieuw een duidelijke De onrust in Noord-Frankrijk deed dienst als argument om de noodzaak van de bijeenroeping van het parle ment te beklemtonen. In de nationale minachting voor het parlement en de crisis, welke Frankrijk doormaakt politieke partijen aan de dag heeft speelt deze „boerenoorlog" evenwel gelegd en een nieuwe stap beeft ge daan op weg naar de ves'^ig van een persoonlijk bewind, dat de ken merken draagt van wat men wel een milde dictatuur noemt. geen rol van betekenis. En De Gaul le heeft dan ook niet ten onrechte laten weten, dat er belangrijker din gen aan de orde zijn, die om de vol ledige aandacht van de regering vra- Het conflict tussen De Ganlle en een ffen. groot deel van de Nationale Vergade- Er is dns reden om de gang van zaken ring heeft echter ook een andere in Frankrijk te betreuren, dat geldt kant. Er is nl- reden om te twijfelen niet alleen ten aanzien van de wei- aan de juistheid van de actie, welke Sering van De Gaulle, het parlement een groot aantal parlementsleden bijeen te roepen, maar ook voor het heeft ondernomen. En als gevolg optreden van de afgevaardigden, die daarvan is de weigering van De Gaul. Ie wel enigszins te verklaren. Officieel is het verzoek om een spe- de ene dag met het grootste gemak uitgebreidé volmachten aan De Gaul le verlenen en hun eigen positie on- 79 De marabout voelde zich onbespied en begon der halve heel voorzichtig op handen en voeten vooruit te kruipen, zich voortbewegend als een slang, of meer nog als een slak. Zo bleef hij bezig tot hij niet meer dan een zestal meter van de voeten van de koning verwijderd was. Op dat ogenblik veerde hij rechl. sprong toe met de lenigheid van een pan ter, verscheen achter de rug van Richard en hief een dolk, die hij uit zijn brede mouw had te voor schijn gehaald en die dreigend glinsterde boven het hoofd van de vorst. Op hetzelfde ogenblik echter was ook de gespierde Nubiër in actie gekomen. Nog leniger dan de aanvaller sprong hij eveneens toe. greep de verschrikte marabout bij de arm voor deze kans had gekregen de steek toe te brengen, rukte hem van achter zijn meester weg en wierp hem met grote kracht op de grond, waar hij een ogenblik onthutst bleef liggen. Als door een bij ge stoken veerde nu ook Richard overeind, met één oogopslag merkend wat zich had voorgedaan. Rus tig en zonder aarzelen greep hij de stoel waarop hij had gezeten, hief die in zijn sterke arm in de hoogte en liet hem vervolgens met een smak neer dalen op het achterhoofd van de sluipmoordenaar, met zoveel kracht dat men dc hersenpan hoorde kraken. De aanvaller kwam als in een stuiptrek king iets in de hoogte, riep met gebroken stem „Allah ackbar Allah overwint", viel opnieuw ach terover cn gaf onmiddellijk de geest. Dit hele tafereel speelde zich af in minder dan tien seconden en alles was reeds beslecht voor de wachten te hulp konden snellen. In weerwil met zijn Ïewone handelwijze bleef Richard dit keer erg alm. Zijn bewegingen waren bedaard als had hij slechts een wesp doodgetrapt en de woorden die hij sprak klonken koud en dreigend. Mooie schildwachten heb ik, sprak hij op een misprijzende toon. zo waakzaam dat ik verplicht ben met eigen hand het werk van een beul te be drijven. Zwijg en hou op met dat zinloos geschreeuw. DOOR SIR WALTER SCOTT Heb je nooit een dode Turk gezien? Hier. neem hem op en werp hem als aas voor de vogels bui ten het kamp. Hak zijn kop af en steek die op een lans met het gelaat naar Mekka gekeerd. Voor uit, verdwijn En wat u betreft, stomme slaaf, ik moet je dank zeggen voor Maar wat is dat? Je bent gewond? Pas op, want ik durf er mijn hoofd op verwedden dat die hond een vergiftigde dolk ge bruikte. Ha. ik zie het, het wapen is op uw arm afgeschampt toen u hem van mij wegtrok. Hier, wachters, zuig hem het bloed uit. Het vergif is on schadelijk op de lippen, doch dodelijk als het zich in een wonde met bloed vermengt. De wachters keken elkaar aarzelend aan en geen hunner scheen van plan het bevel ten uitvoer te brengen. Neem ons niet kwalijk. Mylord, sprak Lange Allen opeens onversaagd, wij vrezen de dood niet in een gevecht, maar geen onzer wil sterven door vergiftiging als een rat. Uw Majesteit spreekt van het uitzuigen van dit bloed als bood hij ons een beker wijn aan. Hoezo? riep Richard verbolgen, heb ik u ooit een opdracht gegeven die ik zelf niet durfde uit voeren? straal bloed die hij op de grond uit spuwde. Verrast en tegelijk beschaamd keken de schildwachten toe, direct daarna de handen uitste kend om de vorst te beletten de vernedering te herhalen. Ook de Nubiër zelf sprong van hem weg en boog het hoofd, door zenuwachtige tekens te ken nen gevend dat hij niet wilde dat de lippen van de koning hem nog zouden aanraken. Sir Neville, die op dat ogenblik met enkele officieren in de tent verscheen, toonde zich even onthutst als de wachters en voegde zijn stem van protest bij de hunne. Maak toch niet zoveel lawaai om een gevaar dat geweken is, onderbrak Richard hen ongeduldig, de wond heeft al geen betekenis meer, want een woedende kat zou dieper klauwen. Het vergif is weg en wat mij betreft, er is niet het minste gevaar Goed. goed. Neville, ik weet dat ik iets deed wat voor een koning niet past, maar wat kan men van mij anders verwachten? Ik deed dit slechts om een paar onwetende kinkels te tonen hoe ze elkaar kunnen helpen als een hunner ooit door een vergif tigde pijl van zo'n heidense hond wordt getroffen. Maar één zaak heb ik intussen geleerd, Neville. Neem die slaaf mee in uw kwartier en zorg er voor dat hij ons niet ontsnapt. Er steekt meer in hem dan men zou denken. En gij. vleesetende En gelse buldoggen, gaat terug naar de wacht en wees waakzamer. Vergeet niet dat u niet in uw eigen land zijt, waar men op eerlijkheid kan rekenen, maar in een streek die wordt verpest door bedrog. Hier is het niet als bij ons, hier schudden de men sen elkaar niet de hand voordat zij elkaar de keel afsnijden. Hou uw mond gesloten en uw ogen open, drink minder en bekommer u minder om het spel, of ik zal uw hongerige magen op rantsoen stellen, zodat de honger u wel zal verplichten wakker te blijven. Beschaamd en vernederd trokken de schildwach ten zich terug. Neville wendde zich tot de koning cn opende de mond om te vragen of geen der wachters moest gestraft worden, om in verband met hun tekortkoming een voorbeeld te stellen. Ri chard schudde echter het hoofd en antwoordde: Wordt vervolgd gadering (die tot 23 april op r ingediend naar aanleiding van de c de Nationale Ver- dergraven en vrij kort daarna i excuus zoeken om de Nationale Vergadering in speciale zitting bij een te roepen. Oud-kath. bisschoppen naar Canterbury De oud-katholieke aartsbisschop van Utrecht, dr. A. Rinkel, en de bisschop van Deventer, P. J. Jans. zullen op uit nodiging van de aartsbisschop van Can terbury, op grond van de volledige ker kelijke gemeenschap tussen anglikanen en oud-katholieken, op de Feestdag van Maria Boodschap (menswording van Gods Zoon), 25 maart als medeconsecra- toren deelnemen aan de wijding van de nieuwe bisschop van Gibraltar. De wij ding vindt plaats om 10.15 uur in de West- minster Abbey, hoofdconsecrator is de aartsbisschop van Canterbury. De aartsbisschop van Utrecht zal, met assistentie van de bisschop van Deven ter, dezelfde dag om 8.30 uur in de St. Dunstan Church, Fleet Street te Londen, volgens de oud-katholieke ritus van de Nederlandse kerkprovincie een mis op dragen. In de namiddag houdt de Nikaeanclub ter gelegenheid van het bezoek der beide Nederlandse oud-katholieke bisschoppen een receptie, waarbij de aartsbisschop van Canterbury als gastheer optreedt Beroepingswerk ned. herv. Kerk Beroepen door de generale synode als predikant voor buitengewone werkzaam heden om werkzaam te zijn als geestelijk verzorger van het arbeiderskamp „Het Grote Weergors" te Helle voetsl ui*: ds. Ch. M. ten Kate te 's-Gravenhage, laatst pred. te Parijs. Aangenomen naar Ommeren (toez.): J. van der Hoek. kand. te Rotterdam: naar Boskoop: (vac. J. Pronk): W. Heij- mans te Oudelande. Zeeland. Aangenomen de benoeming tot direc teur van de Kerkelijke Sociale Arbeid te Utrecht: ds. C. W. de Planque te Heer len, werkzaam als geestelijk verzorger van de gerepatrieercen in Limburg; de benoeming tot vicaris te Dongen: Ph. Kroes. kand. te Apeldoorn. Bedankt voor Beek. I de Planque te Heerlen. Beek, Limburg: C. W. gereformeerde kerken Barneveld. unie van bapt. gem.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1960 | | pagina 2