i
'1
Geen onevenredige steun
R.K. kerk door
KONING-
RICHKRD
De eerste zwaluwen
en de lente
AKKERTJES
Omvang wetenschappelijke
staf aan universiteiten
Een woord voor vandaag
Kanttekening
Waarheidsvriend pleit
voor kerkbouwsubsidie
2
Elkaar niet al te
gauic blij maken
vele bladen wordt ge
reageerd op de samenkomsten
gereformeerden synodaal"
„vrijgemaakt", zo schreef
vorige week IJ. Jacobs in Enig
heid des geloofs":
N één van de grote Geref. ker
ken (syn.) moet een nieuwe
dominee komen. Zoals gebruike
lijk mogen de gemeenteleden brie
ven inzenden van de predikanten,
die zij begeren en van wie ze
verwachten, dat ze hen zullen
blijven begeren. Een der gemeen
teleden zond via het kerkblad een
brief aan zijn mede-broederen en
-zusteren: „Laten we een predi
kant beroepen uit de kring van
de vrijgemaakte Geref. kerken."
Wanneer U zoudt menen, dat hij
een. predikant bedoelt, wie de
vrijgemaakte grond onder zijn het
herenigingspad zoekende voeten te
heet begint te worden, en die dus
blij zal zijn als hij op deze wijze
,er tussen uit" kan, dan vergist
zich toch. Hoor maar verder.
„Willen we niet alleen hoorders
van het Woord zijn, maar ook
daders, dan is het nu de tijd om
een daad te stellen. Als we waar
achtig menen, dat hereniging een
Sebod Gods is, zoekt dan
inger uitvluchten, maar
iets. Ziet, welk;
nu schenkt
te zijn."
doet
kans God ons
daders des Woords
De' kerkbode-redacteur meent
terecht, dat een dergelijke poging
om de muren neer te halen,
nieuwe moeilijkheden en nieuwe
verwijdering zou kunnen geven.
Maar hier wiekt toch een zwaluw
over het kerkert, die iets met de
lente te maken heeft. En er zijn
meer.
massale
en van
Gereformeerden uit beide kerken,
vrijgemaakt en synodaal en 2500
mensen kwamen luisteren naar
de predikanten Borgdorff en Wan-
sink, de eerste vrijgemaakt en de
tweede synodaal.
In Utrecht was de Westerkerk
stampvol. Ook op die vergadering,
georganiseerd door de tfd. Utrecht
va.i de „Vereniging tot Herstel
der Kerkelijke Eenheid" spraken
twee predikanten over het ver
langen naar en de mogelijkheid
tot het herstel der eenheid, ds.
Bremmer en ds. v. d. Linden.
Vrijgemaakt en synodaal weer sa
men.
En voor de vergadermg in Zwol
le, evenals de vorige in ons blad
aangekondigd waren er zovelen
opgekomen, dat er een tweede
kerk nodig was om de scharen te
kunnen bergen.
Men kan over de betekenis van
dergelijke vergaderingen verschil
lend oordelen, maar de begeerte
naar eenheid blijkt groter, dan
menigeen waarschijnlijk heeft ver-
De zwaluwen zijn in het land
gezien. Zal het nu spoedig, behal
ve in de natuur, ook in de kerke
lijke samenleving weer lente zijn"
Een lentefeest van herenigde ker
ken met frisse bloei en nieuwe
kracht?
Laten we onszelf en elkaar met
te gauw blij maken. De zaak van
een hernieuwde eenheid zal een
zeer moeilijke zijn. Er zal nog een
zware wijs over opgaan, eer het
zover is. Als het zover komen
mag.
Ik bedoel daarmee nu de her
eniging van beide kerkgroepen in
haar geheel. Reeds eerder heb ik
hier betoogd: met individuele
overgangen is de zaak der een
heid niet gediend. Eer het tegen-
dCEnlge tijd geleden schreef ik
een artikel onder de titel: „Ge
vaarlijke bocht. Voorzichtig rij
den". Welnu, om bij die beeld
spraak te blijven: enkele rijders
op de weg naar de eenheid zijn
al uit dc bocht gevlogen. Dat is
waa schijnlijk als een ongeluk te
beschouwen. Het geeft, zoals elk
verkeersongeluk alleen maar
stagnatie.
dreigd. Aan de ene door het diep-
ingewortelde wantrouwen aan vrij-
Semaaktc zijde tegenover al wat
e (syn.) Geref. kerken willen
doen ter bevordering van de een
heid. Zal er ooit iets goeds ko
men. dan zal dat wantrouwen
moeten verdwijnen en zal men in
de oprechte bereidheid der syno
dale kerken om confessioneel te
rug te keren tot voor 1905 moeten
geloven. Men zal niet overal wat
achter moeten zoeken. Overigens
zullen de synodalen moeten pro
beren, dat wantrouwen ook een
beetje te begrijpen. Vaak krijg ik
dc indruk, dat men in het kamp
dergenen, die geschorst en afge
zet hebben, zich nooit goed het
leed heeft ingedacht, dat men de
vrijgemaakten, die door deze
tucht getroffen zijn, heeft aange
daan.
Aan de andere zijde worden de
kansen van dc eenheid bedreigd
döor dc synodaal-gereformeerde
kerkrechtelijke prestaties, zowel
negatief als positief. De weigering
om aan de terzijde-stelling van de
vcrvangingsformule consequen
ties te verbinden t.o.v. de schor
singen en afzettingen, die in de
jaren 194445 zo diepe wonden
hebben geslagen ln het geref.-ker-
kelijke leven, is voor alle een
heidspogingen een groot gevaar.
Evenals de nieuwe kerkorde, die
dc algehele mislukking kan ver
oorzaken. Het is mij nog steeds
onverstaanbaar, dat men heeft ge
zegd: „We heffen de binding aan
de leeruitspraken op" zonder
daaraan te verbinden: „Dus had
den we ook in 1942—46 niet mo
gen binden". Het is me evenzeer
onbegrijpelijk, dat men in de ja
ren van het uit-elkaar-geslagen-
zljn ln de syn. Geref. kerken
enerzijds kon zeggen: „Laten we
elkaar toch zoeken!" en tegelij
kertijd in een nieuwe kerkorde be
ginselen ging vastleggen, waar
van men wist dat de andere zijde
ze nimmer zou accepteren.
En deze twee bedreigingen van
de eenheidskansen staan niet los
van elkaar. Integendeel. Alleen
door samen spreken kan hier de
oplossing worden gevonden.
HET Is niet verwonderlijk^ dat
op de smalle strook, die tus
sen deze twee lijnen overblijft, de
exercitiën niet allemaal even ge
lukkig uitvallen. Wat de classis
Groningen uitsprak ten opzichte
van de daar in 1944 uitgesproken
schorsingen, is wel zeer onbevre
digend. En gaf ds. D. van Dijk
zijn scherpe antwoord: „Gij wei
gert schaamrood te worden" in
de pen. De kerkeraad van Voort
huizen, die indertijd zijn predikant
dr. Jager (nu prof. Jager) schors
te, heeft thans wel verklaard,
hem weer als ambtsdrager te wil
len aanvaarden, maar verbaasd
vraagt men zich af hoe zulk een
kerkeraad eigen verantwoordelijk
heid ziet. De synode deed een
leeruitspraak, dr. Jager confor
meerde zich niet en werd ge
schorst. Een volgende synode
stelt de leeruitspraak terzijde en
zie, nu verklaart de kerkeraad
van Voorthuizen de schorsing ook
weer voor verdwenen.
Dacht men, dat de Koning der
kerk, in Wiens opdracht de kerk
toch in het ambt stelt of uit het
ambt stoot, en met Wiens wil
toch zowel het een als het ander
in overeenstemming moet wezen,
(I me' ziïn ambtsdragers
bos voor deze kerkeraadsbeslis-
slng zoveel waardering kon uit
spreken. Men heeft alle gegevens
in elk christelijk dagblad kunnen
lezen, daarom citeer ik uit het
antwoord van prof. Jager, dat een
voorbeeld is van christelijke waar
digheid en zachtmoedige ernst, al
leen de zin: „Voor mij behoeft U
Seen knieval te doen, maar voor
e Here kunt U zich zó niet van
uw verantwoordelijkheid in dezen
ontdoen."
De zwaluwen zijn op het kerk
ert gezien. Mogen we nu de lente
verwachten?
Aldus IJ. Jacobs in Enigheid
des Geloofs".
Leden Evang. Kerk op Nieuw-Guinea:
Christelijke Kerk op Nieuw-
Guinea, zowel Nederlanders als
Papoea's, hebben een open brief
geschreven aan de minister van
binnenlandse zaken, waarin zij
hun verontrusting uitspreken
over de kwestie van de rooms-
katholieke primaire middelbare
school (p.m.s.). Zij stellen dat
het hierbij niet gaat om een be
treurenswaardig afgesloten inci
dent. Het is een symptoom dat
het gouvernement zich op onaan
vaardbare wijze laat beïnvloeden
bij haar subsidiebeleid.
Na er op gewezen te hebben dat de
ondertekenaars ook vele handtekeningen
hadden kunnen verzamelen, schrijven zij
dat zij bewust voor de vorm van een
open brief hebben gekozen, omdat het,
niet om het aantal van de onderteke
naars, maar om de kracht van de ar
gumenten gaat.
Zij wijzen er op dat minister Helders
de rooms-katholleke missie heeft uitge
nodigd op basis van vrijwilligheid de ten
onrechte voor Hollandia verleende sub
sidie te besteden voor een p.m.s. ln Me-
rauke, maar de missie is hierop niet ii>
Advertentie)
GRIEP G#H£TP GRIEP Gft/EP GRIEP
HELPEN
DIREKT
Amsterdam blijft achter
Bij het aanstellen van wetenschap
pelijke medewerkers aan de Gemeen
te Universiteit van Amsterdam gaat
aanzienlijk schrieler te werk
dan bij de rijksuniversiteit het geval,
is.
Dit is een der conclusies uit een
rapport over de omvang van de we
tenschappelijke staf aan de onder
scheidene universiteiten, samenge
steld door de heren H. Daudt en
F. Heinemeyer op verzoek van het
bestuur van de vereniging Weten
schappelijke Staf der Universiteit van
Amsterdam. Dit rapport is gepubli
ceerd in Folio Civitatia, het weekblad
voor de Civitas Academica der Am
sterdamse universiteit.
Deze universiteit, die het grootste
aantal studenten telt, heeft aanzienlijk
minder hoogleraren (179), dan de uni
versiteiten in Utrecht (221) en Leiden
(206). Groningen komt met 149 hoogle-
iren op de vierde plaats.
Ook wat betreft de wetenschappelij
ke ambtenaren staat Utrecht bovenaan
(met 476), gevolgd door Leiden (met
344). Amsterdam komt op de derde
plaats (met 222) voor Groningen met
168).
Assistenten
Daarentegen staat Amsterdam boven
aan bij de bezetting van de assistenten-
rangen (533). gevolgd door Leiden (388),
Utrecht (300) en Groningen (280).
Advertentie
spaar de wikkels voor
6 nieuwe series
s prookj es-bo rd u u rkaart j es
De aantallen studenten aan de
versiteiten zijn: Amsterdam 6594,
Groningen
In Amsterdam is een hoogleraar be
last met de vorming van gemiddeld
tweemaal zoveel studenten als in Gro
ningen en anderhalf maal zoveel als
in Leiden en Utrecht. Groningen heeft
1 hoogleraar op 19 studenten, Leiden 1
op 24, Utrecht 1 op 26 en Amsterdam
1 op 37. Ook uit de cijfers van het ge
middeld aantal studenten per weten
schappelijk ambtenaar blijkt een zwaar
dere belasting voor Amsterdam vergele
ken met de andere universiteiten.
Slechts in de verhouding van het aantal
studenten per assistent neemt Amster
dam geen uitzonderingspositie in.
Lagere rangeu
Uit deze cijfers blijkt, volgens het rap
port, dat er in Groningen aanmerkelijk
minder wetenschappelijke ambtenaren
zijn dan assistenten, in Leiden bijna
evenveel ambtenaren als assistenten en
in Utrecht ruim anderhalf maal zoveel
ambtenaren als assistenten. Hieruit
"adeert het rapport, dat bij toene
ming van het aantal studenten de ver
houding tussen de wetenschappelijke
ambtenaren en assistenten aan de rijks
universiteiten zich gewijzigd heeft ten
gunste van de bezetting van de hogere
rangen.
Deze ontwikkeling zet zich echter niet
voort in Amsterdam. Daar blijkt het gro
tere aantal studenten te worden opgevan
gen door uitbreiding van het personeel,
de lagere, tijdelijke rangen.
HER EN DER
De Ierse regering heeft zaterdag de straf
fen, waartoe dr. James Walsh, titulair
bisschop van Sata, en dr. Kung Pln-nel,
bisschop van Sjanghai, veroordeeld zUn,
formeel afgekeurd. De regering gaf
uiting aan haar verontwaardiging over
de vonnissen in een communiqué, dat
verstrekt werd aan alle regeringen,
waarbij Ierse missies geaccrediteerd
zijn. De vonnissen, zo wordt gezegd,
kunnen slechts afgrijzen opwekken in
de geesten van allen, die de vrijheid
godsdienst als een onvervreemd-
Open brief
aan minister
Toxopeus
gegaan. In deze open brief brengen zij
dan de volgende feiten naar voren:
Voor toelating tot de p.m.s. dient men
de lagere school B dan wel de vervolg
school met goed gevolg te hebben door
lopen. Momenteel beschikt de zending
over 24 van deze scholen (lagere school
B (Ls.b.) en vervolgscholen (v.v.s.) te
genover de missie 12 en het gouverne
ment 4.
De aantallen leerlingen op deze scho
len bedragen respectievelijk voor zen
ding, missie en gouvernement 3903, 1840
1083.
Welke mogelijkheden voor voortgezet
onderwijs bestaan er nu voor deze leer
lingen? Behalve op de p.m.s. is deze
mogelijkheid ér op de opleidingsschool
dorpsonderwijzers (o.d.o.) en op de lage
re technische school (Lt.s.). Momenteel
beschikt de zending over 3 o.d.o.'s, 2
Lt^.-en en 2 pjn.s.-en, waartegenover de
missie 2 o.d.o.'s, 1 l.ts. en 1 p.m.s. heeft
en het gouvernement 1 Lt.s, 1 p.m.s.
1 brugklas mulo.
Deze scholen bieden voor zending, mis-
e en gouvernement respectievelijk 250,
10 en 80 plaatsen voor voortgezet
derwijs.
Aan het einde van het schoolaar 1958/
1959 verlieten respectievelijk 523, 208
60 leerlingen de v.v.s. of l.s.b.
Dit betekent dat de kansen voor voort
gezet confessioneel onderwijs in de
huidige situatie, uitgedrukt in proeen
ten, zijn als volgt: voor kinderen van
protestantse voedingsscholen 48% cn
voor kinderen van rooms-katholieke
voedingsscholen 67%. Zou de missie
voor een tweede p.m.s. subsidie krijgen,
dan zou dit laatste percentage zelfs 82
bedragen.
Bovenstaande cijfers met betrekking
tot de kansen van leerlingen van de ver
volgscholen en lagere scholen B op voort
gezet onderwijs spreken nog duidelijker
wanneer men rekening houdt met het
volgende: Om op de v.v.s. te worden
toegelaten dient de aspirant-leerling in
het bezit te zijn van een diploma dorps
school B (of A). De dorpsscholen, welke
het 3-jarig basis-onderwijs vormen, zijn
ingedeeld in 3 soorten: A, B en C, al
naar gelang van het peil van het gege
ven onderwijs. Leerlingen, afkomstig van
de dorpsschool C worden op de
niet toegelaten.
Het totaal aantal leerlingen dat in "1958
een getuigschrift van de dorpsschool
ontving bedroeg ongeveer 3000, waarvan
ongeveer 2200 van zendingsscholen af
komstig waren.
Praktisch alle zendingsscholen zijn
dorpsscholen B, terwijl bij de missie
scholen ongeveer de helft uit dorpsscho
len C bestaat. Hieruit kan geconcludeerd
worden dat de zending ongeveer 2000 en,
de missie ongeveer 400 kandidaten heeft
voor een plaats op de vervolgscholen.
Hoewel de zending dus over vijfmaal
zoveel kandidaten afkomstig van dorps
scholen B beschikt, is het aantal plaat
sen op de vervolgscholen van de zen
ding slechts tweemaal zo groot als bij
de missie.
baar recht i
1 de i
s beschouwen.
De conclusie moet luiden, dat de
houdingen reeds thans volkomen scheef
liggen.
Bij de subsidie-politiek van de rege
ring is de enige aanvaardbare maat
staf: gelijke mogelijkheden voor allen.
Er mag niet gesubsidieerd worden op
50-50 basis. Er mag niet gesubsidieerd
worden uitgaande van het feit, dat de
Rooms-Katholieke Kerk op Nieuw
Guinea is verdeeld in twéé vicariaten
en een prefectuur, in elk waarvan van
elk schooltype er tenminste één zou
moeten zijn.
Op dezelfde basis immers zou een
school van elk type kunnen worden
verdedigd in elk ressort van de Evan-
gelisch-Christelijlce Kerk en bovendien
nog in de gebieden van de Moluks-
Protestantse Kerk en van de buiten
landse genootschappen.
Dit uitgangspunt is volslagen on
bruikbaar.
De enige basis is: abituriënten van
zendings- en missiescholen dienen een
gelijke kans te hebben op voorgezet con:
fessioneel onderwijs, en niet, zoals wij
boven aangaven 48 procent voor het
protestantse kind en 67 of zelfs 82 pro
cent voor het rooms-katholieke.
Conclusie
De schrijvers komen dan tot de
conclusie dat als er naast de vier be
staande p.m.s.en, n.L de zendings-
p.m.s. te Hollandia en die te Mano-
kwari, de rooms-kath. p.irus. te Hol
landia en de openbare te Sorong een
vijfde nodig is. deze moet worden toe
gewezen aan de zending. Zelfs wan
neer dit zou gebeuren zullen de kan
sen op voortgezet onderwijs voor het
protestantse kind kleiner zijn dan voor
de kinderen afkomstig van r.k. voe
dingsscholen.
De schrijvers stellen dan: „Bij het
onderwijs-subsidiebeleid zal de rege
ring er zich van moeten onthouden
om door middel van gouvernements
subsidies een onevenredig grote steun
te geven aan de Rooxns-Katholieke
Kerk in haar arbeid op Nieuw-Guinea:
De brief werd ondertekend door de vol
gende Nederlanders:
Ir. J. Bovenberg, dienst
bouw; P. de Bruin, algem
der van de zending; f1- T
te Hollandia;
Het geestelijk verval in Israël wordt wel het meest getekend
door de strikvraag die de Saduceeën aan Jezus komen stellen:
het onzinnige verhaaltje van de vrouw die zeven maal huwde
en zeven maal haar man overleefde. Want: „de Saduceeën
ontkennen dat er een opstanding is" zo schrijft Lucas. Hoe
is het mogelijk dat een dergelijke theologie vat heeft gekregen
op een volk dat leeft bij Mozes en de profeten!
En weer gaat het antwoord van Jezus ver uit boven de sluwe
bekrompenheid van de vraagstelling. In woorden die aan dui
delijkheid niets te wensen overlaten opent de Heiland een
hemels perspectief voor de kinderen Gods: Want zij
kunnen niet meer sterven; immers zij zijn aan de engelen gelijk
en zij zijn kinderen Gods omdat zij kinderen der opstanding
zijn
En onmiddellijk daarop volgend wijst Hij deze theologen op
Zichzelf, de Messias van wie David in zijn psalmen gezongen
heeft. David beschrijft de Christus als de Here van hemel en
van aarde en daartoe citeert Jezus psalm 110 maar tegelij
kertijd wordt de Christus de Zone Davids genoemd. Voor deze
theologen een moeilijke probleemstelling te moeilijker om
dat zij heel goed weten dat Jezus door het volk wordt gezien
en aangesproken als „de Zoon van David"!
Een oproep tot bekering die hemels perspectief opent!
WERKGEVERS EN OVERHEID
G. Hekstra,
predikant
lanum >-»• demkundlgf
Stichting Agrarisch Onderzoek; ds. J
p" Kabel, rector der Theologische school t<
Hollandia; dr. F. C. Kamma, zendingspredi
kant- mr. J. J- Kraan, administrateur tr
gouvernementssecretarie; dr. D. Metselas
hoofd malariabestrijding: H. 3. Moes. adv
seur van het CWNG-Persekding; T. Rade
maker, Inspecteur der belastingen; ds.
Rigters, zendingspredikant, secreta
moderamen van de Alg. Synode
lisch ChristeHjkeJcerk-, ds^ IC
docent
landla;
der Evan-
Schippers,
de Theologische School
bij
s. de Vries.
E. A. G. Verploeg.
Hollandia; T. van Weelie. ver-
dienst van culturele zaken: J.
"de Zwart, hoofd bureau belastingzaken.
De volgende Papoea'!
financiën: E. Mantundo;
dienst van fin
zer; ds. H. M<
aar bij de
Th. Messet, onderwij-
:endi, predikant.
In het blad „De Waarheidsvriend"
het officiële orgaan van de Gerefor
meerde Bond in de Ned. Herv. Kerk
verzoekt de schrijver van de rubriek
„Uit de pers" de Anti Revolutionaire
Partij om een uitspraak over haar
houding ten opzichte van de subsidie
voor de kerkbouw. De schrijver zegt
onder meer:
Maar nu de houding van de A.R.P.!
Ds. Landsman schrijft (in „Her
vormd Nederland„terwijl het
zich liet voorzien, dat ook de A.R.P.
wel mee zou gaan, als het op stem
men aan zou komen," en „de A.R.P.
zou ook wel geen spaak in het wiel
steken." Wij hopen dit met ds.
Landsman mee, maar dan moet de
A.R.P. ook alle ongerustheid over
deze zaak wegnemen en positief
voor overheidssubsidiëring van de
kerkbouw gaan pleiten.
Want nog altijd zijn wij onrustig over
het hoofdartikel over de kerkbouw-
acties in „Trouw" van 9 okt., j.l.
Daarin stond o.a.: „Als we op een
zo verrassende en gemakkelijke
wijze het geld bijeen kunnen bren
gen, dat er voor de meeste mensen
nog geen werkelijk offer aan te pas
komt, mogen we dan nog wel aan
de overheid subsidie voor de kerk
bouw vragen? We begrijpen, dat
individuele kerken, die er alleen
voor stonden, dat wel eens anders
hebben gezien. Maar als we hei
samen doen, hoeft de overheid geen
geld in tempelschatkist te werpen."
Aldus „Trouw" van 9 okt., j.l.
Al met al, de kwestie van overheids
subsidie voor de kerkbouw is nog
niet in orde. Waakzaamheid blijft
geboden, en de leidinggevende ker
kelijke instanties zullen wel al hun
invloed, die zij hebben, aanwenden
om deze zaak wettelijk geregeld te
krijgen.
"TEN van de wonderlijke kanten eens gesproken over het wonder van
van het wonderlijke bouwconflict het economisch herstel van ons land
is, dat werkgevers hier in botsing na de oorlog. Ik zou liever willen
zijn gekomen met voormalige werk- spreken van het wonder der samen-
geverssecretarissen.
werking tussen ondernemers, arbei-
Het kabinet-De Quay is aanvankelijk ders en overheid, die een belangrijke,
door velen met enig wantrouwen zo niet de belangrijkste voorwaarde
begroet, omdat er niet minder dan is geweest voor dit herstel",
vier oud-secretarissen van werk- Een gewichtig facet van deze
geversorganisaties in opgenomen samenwerking was, dat de industriële
zijn. Zoiets was in onze politieke ondernemers bij het rechtstreeks be-
zich nu voor, dat juist dit kabinet geval was, zoiets als een monopolie
te maken heeft gekregen met wat hadden. Werknemers- en werk-
wel „een staking van werkgevers geversorganisaties werden na de be
tegen de regering" is genoemd. vrijding op dezelfde voet door de
Men zal zich herinneren, dat niet overheid geraadpleegd,
alleen minister De Pous (Econo- De aannemers kunnen zich met deze
ontwikkeling blijkbaar slecht ver
enigen.
„De economische omstandigheden
zonden er in ons land thans bepaald
mische Zaken), maar ook zijn
ambtgenoten Van Aartsen (Volks
huisvesting en Bouwnijverheid),
Marijnen (Landbouw en Visserij)
en Visser (Defensie) voorheen als anders uitzien, wanneer de onder
secretaris van een centrale werk-
rs, met voorbijzien van nationale
geversorganisatie zijn opgetreden, economische belangen, zich op een
In die functie hebben zij indirect ook eng ondernemersstandpunt hadden
aannemersorganisaties gediend welke gesteld", .schreef minister De Pous
zij thans tegenover zich vinden.
Nu kan men de aannemers niet met
„de werkgevers" vereenzelvigen, indruk onttrekken, dat de aannemers
Volgens het C.B.S. waren er in 1950 dit „enige ondernemersstandpunt"
in ons land ongeveer 700.000 onder- nog innemen. Daarmee schaden zij
nemers (bedrijfshoofden van be- niet alleen nationale economische
drijven zonder personeel inbegre- belangen, maar ook de goede naam
pen), en van-dit aantal vormen de van de werkgevers. Een van de be-
20.000 aannemers maar een klein langrijkste indrukken die ons volk
percentage. De centrale werkgevers- uit het bouwconflict zal behouden,
organisaties hebben zich bovendien Is dat de aannera
duidelijk tegen het standpunt van hun belangen
de aannemers in het huidige conflict zonder cijfers op tafel te leggen. Dit
uitgesproken. doet de naam van de werkgevers
Dit neemt niet weg, dat het bouw- geen goed. Het is te hopen, dat men
conflict een smet dreigt te werpen
op de verhouding van overheid en
werkgevers als geheel, een verhou-
zich daarvan ernstig rekenschap
geeft.
Het prestige van het kabinet is in-
ding die zich na de jongste oorlog tussen door het bouwconflict meer
juist meer harmonisch dan ooit leek versterkt dan geschaad. Dat voor-
te zullen ontwikkelen. In „De Neder- matige werkgeverssecretarissen zo
landse Industrie" van oktober jl., vierkant tegen het standpunt van de
uitgegeven ter gelegenheid van het
zestigjarig bestaan van het Verbond
BIJ EEN WEIGERING
pRESIDENT De Gaulle heeft dus
zoals verwacht werd gewei
gerd de Franse Nationale Vergadering
tevreden en bijna opstandige stem
ming onder de boeren in het noorden
Frankrijk. In werkelijkheid
in speciale zitting bijeen te roepen, het echter de algemene ontevreden-
En formeel heeft hij hiermede een heid in het gehele land, die talrijke
stap gedaan, die een miskenning afgevaardigden ertoe gebracht heeft,
vormt van een in de nieuwe grond- het veroek te steunen.
wet vastgelegd voorrecht va.n het
parlement.
Men zou dus kunnen beweren, dat
De Ganlle opnieuw een duidelijke
De onrust in Noord-Frankrijk deed
dienst als argument om de noodzaak
van de bijeenroeping van het parle
ment te beklemtonen. In de nationale
minachting voor het parlement en de crisis, welke Frankrijk doormaakt
politieke partijen aan de dag heeft speelt deze „boerenoorlog" evenwel
gelegd en een nieuwe stap beeft ge
daan op weg naar de ves'^ig van
een persoonlijk bewind, dat de ken
merken draagt van wat men wel een
milde dictatuur noemt.
geen rol van betekenis. En De Gaul
le heeft dan ook niet ten onrechte
laten weten, dat er belangrijker din
gen aan de orde zijn, die om de vol
ledige aandacht van de regering vra-
Het conflict tussen De Ganlle en een ffen.
groot deel van de Nationale Vergade- Er is dns reden om de gang van zaken
ring heeft echter ook een andere in Frankrijk te betreuren, dat geldt
kant. Er is nl- reden om te twijfelen niet alleen ten aanzien van de wei-
aan de juistheid van de actie, welke Sering van De Gaulle, het parlement
een groot aantal parlementsleden bijeen te roepen, maar ook voor het
heeft ondernomen. En als gevolg optreden van de afgevaardigden, die
daarvan is de weigering van De Gaul.
Ie wel enigszins te verklaren.
Officieel is het verzoek om een spe-
de ene dag met het grootste gemak
uitgebreidé volmachten aan De Gaul
le verlenen en hun eigen positie on-
79
De marabout voelde zich onbespied en begon der
halve heel voorzichtig op handen en voeten vooruit
te kruipen, zich voortbewegend als een slang, of
meer nog als een slak. Zo bleef hij bezig tot hij
niet meer dan een zestal meter van de voeten van
de koning verwijderd was. Op dat ogenblik veerde
hij rechl. sprong toe met de lenigheid van een pan
ter, verscheen achter de rug van Richard en hief
een dolk, die hij uit zijn brede mouw had te voor
schijn gehaald en die dreigend glinsterde boven het
hoofd van de vorst. Op hetzelfde ogenblik echter
was ook de gespierde Nubiër in actie gekomen.
Nog leniger dan de aanvaller sprong hij eveneens
toe. greep de verschrikte marabout bij de arm voor
deze kans had gekregen de steek toe te brengen,
rukte hem van achter zijn meester weg en wierp
hem met grote kracht op de grond, waar hij een
ogenblik onthutst bleef liggen. Als door een bij ge
stoken veerde nu ook Richard overeind, met één
oogopslag merkend wat zich had voorgedaan. Rus
tig en zonder aarzelen greep hij de stoel waarop
hij had gezeten, hief die in zijn sterke arm in de
hoogte en liet hem vervolgens met een smak neer
dalen op het achterhoofd van de sluipmoordenaar,
met zoveel kracht dat men dc hersenpan hoorde
kraken. De aanvaller kwam als in een stuiptrek
king iets in de hoogte, riep met gebroken stem
„Allah ackbar Allah overwint", viel opnieuw ach
terover cn gaf onmiddellijk de geest.
Dit hele tafereel speelde zich af in minder dan
tien seconden en alles was reeds beslecht voor de
wachten te hulp konden snellen. In weerwil met zijn
Ïewone handelwijze bleef Richard dit keer erg
alm. Zijn bewegingen waren bedaard als had hij
slechts een wesp doodgetrapt en de woorden die hij
sprak klonken koud en dreigend.
Mooie schildwachten heb ik, sprak hij op een
misprijzende toon. zo waakzaam dat ik verplicht
ben met eigen hand het werk van een beul te be
drijven. Zwijg en hou op met dat zinloos geschreeuw.
DOOR
SIR WALTER SCOTT
Heb je nooit een dode Turk gezien? Hier. neem
hem op en werp hem als aas voor de vogels bui
ten het kamp. Hak zijn kop af en steek die op
een lans met het gelaat naar Mekka gekeerd. Voor
uit, verdwijn En wat u betreft, stomme slaaf, ik
moet je dank zeggen voor Maar wat is dat? Je
bent gewond? Pas op, want ik durf er mijn hoofd
op verwedden dat die hond een vergiftigde dolk ge
bruikte. Ha. ik zie het, het wapen is op uw arm
afgeschampt toen u hem van mij wegtrok. Hier,
wachters, zuig hem het bloed uit. Het vergif is on
schadelijk op de lippen, doch dodelijk als het zich
in een wonde met bloed vermengt.
De wachters keken elkaar aarzelend aan en geen
hunner scheen van plan het bevel ten uitvoer te
brengen.
Neem ons niet kwalijk. Mylord, sprak Lange
Allen opeens onversaagd, wij vrezen de dood niet
in een gevecht, maar geen onzer wil sterven door
vergiftiging als een rat. Uw Majesteit spreekt van
het uitzuigen van dit bloed als bood hij ons een
beker wijn aan.
Hoezo? riep Richard verbolgen, heb ik u ooit
een opdracht gegeven die ik zelf niet durfde uit
voeren?
straal bloed die hij op de grond uit
spuwde. Verrast en tegelijk beschaamd keken de
schildwachten toe, direct daarna de handen uitste
kend om de vorst te beletten de vernedering te
herhalen. Ook de Nubiër zelf sprong van hem weg
en boog het hoofd, door zenuwachtige tekens te ken
nen gevend dat hij niet wilde dat de lippen van de
koning hem nog zouden aanraken. Sir Neville, die
op dat ogenblik met enkele officieren in de tent
verscheen, toonde zich even onthutst als de wachters
en voegde zijn stem van protest bij de hunne.
Maak toch niet zoveel lawaai om een gevaar
dat geweken is, onderbrak Richard hen ongeduldig,
de wond heeft al geen betekenis meer, want een
woedende kat zou dieper klauwen. Het vergif is weg
en wat mij betreft, er is niet het minste gevaar
Goed. goed. Neville, ik weet dat ik iets deed wat
voor een koning niet past, maar wat kan men van
mij anders verwachten? Ik deed dit slechts om
een paar onwetende kinkels te tonen hoe ze elkaar
kunnen helpen als een hunner ooit door een vergif
tigde pijl van zo'n heidense hond wordt getroffen.
Maar één zaak heb ik intussen geleerd, Neville.
Neem die slaaf mee in uw kwartier en zorg er
voor dat hij ons niet ontsnapt. Er steekt meer in
hem dan men zou denken. En gij. vleesetende En
gelse buldoggen, gaat terug naar de wacht en wees
waakzamer. Vergeet niet dat u niet in uw eigen
land zijt, waar men op eerlijkheid kan rekenen,
maar in een streek die wordt verpest door bedrog.
Hier is het niet als bij ons, hier schudden de men
sen elkaar niet de hand voordat zij elkaar de keel
afsnijden. Hou uw mond gesloten en uw ogen open,
drink minder en bekommer u minder om het spel,
of ik zal uw hongerige magen op rantsoen stellen,
zodat de honger u wel zal verplichten wakker te
blijven.
Beschaamd en vernederd trokken de schildwach
ten zich terug. Neville wendde zich tot de koning
cn opende de mond om te vragen of geen der
wachters moest gestraft worden, om in verband
met hun tekortkoming een voorbeeld te stellen. Ri
chard schudde echter het hoofd en antwoordde:
Wordt vervolgd
gadering (die tot 23 april op r
ingediend naar aanleiding van de c
de Nationale Ver- dergraven en vrij kort daarna
i excuus zoeken om de Nationale
Vergadering in speciale zitting bij
een te roepen.
Oud-kath. bisschoppen
naar Canterbury
De oud-katholieke aartsbisschop van
Utrecht, dr. A. Rinkel, en de bisschop
van Deventer, P. J. Jans. zullen op uit
nodiging van de aartsbisschop van Can
terbury, op grond van de volledige ker
kelijke gemeenschap tussen anglikanen
en oud-katholieken, op de Feestdag van
Maria Boodschap (menswording van
Gods Zoon), 25 maart als medeconsecra-
toren deelnemen aan de wijding van de
nieuwe bisschop van Gibraltar. De wij
ding vindt plaats om 10.15 uur in de West-
minster Abbey, hoofdconsecrator is de
aartsbisschop van Canterbury.
De aartsbisschop van Utrecht zal, met
assistentie van de bisschop van Deven
ter, dezelfde dag om 8.30 uur in de St.
Dunstan Church, Fleet Street te Londen,
volgens de oud-katholieke ritus van de
Nederlandse kerkprovincie een mis op
dragen.
In de namiddag houdt de Nikaeanclub
ter gelegenheid van het bezoek der beide
Nederlandse oud-katholieke bisschoppen
een receptie, waarbij de aartsbisschop
van Canterbury als gastheer optreedt
Beroepingswerk
ned. herv. Kerk
Beroepen door de generale synode als
predikant voor buitengewone werkzaam
heden om werkzaam te zijn als geestelijk
verzorger van het arbeiderskamp „Het
Grote Weergors" te Helle voetsl ui*: ds.
Ch. M. ten Kate te 's-Gravenhage, laatst
pred. te Parijs.
Aangenomen naar Ommeren (toez.):
J. van der Hoek. kand. te Rotterdam:
naar Boskoop: (vac. J. Pronk): W. Heij-
mans te Oudelande. Zeeland.
Aangenomen de benoeming tot direc
teur van de Kerkelijke Sociale Arbeid te
Utrecht: ds. C. W. de Planque te Heer
len, werkzaam als geestelijk verzorger
van de gerepatrieercen in Limburg; de
benoeming tot vicaris te Dongen: Ph.
Kroes. kand. te Apeldoorn.
Bedankt voor Beek. I
de Planque te Heerlen.
Beek, Limburg: C. W.
gereformeerde kerken
Barneveld.
unie van bapt. gem.