Brood van Dr. SPOCK SCHREEF BESTSELLER zonder bijómaak MIJN WERELD" ZATERDAG 5 MAART 1960 Amersfoort handhaaft eeuwenoude traditie Iedere woensdagmorgen luidt de bakker de klok van een kapelletje WIE's woensdagsochtends, zotegen 9 uur, in de buurt van de Pothstraat komt, kan uit het torentje van een bijkans vijf eeuwen oud kapelletje een klok horen luiden, die voor een beperkt aantal Amersfoorters de blijde mare uit strooit, dat er weer kosteloos vers brood kan worden afgehaald. En zo'n zestig a zeventig bejaarde mannen en vrouwen verlaten dan de naburige hofjeswonin gen, om de hagelblanke „twaalfonsers", opgesloten in een knappende bruine korst, van de bakker en zijn vrouw persoonlijk, in ontvangst te nemen. Mits men maar een zinken plcratje inlevert, waarvoor altijd een koperen plaatje teruggegeven wordt - of omgekeerd. ..Dat is m'n con trole". zei ons die bakker, de heer G. van Willigen- burg (51), die hier nu al dertig jaar met zijn echtgeno te tevens vader en moeder speelt. Va der en moeder van de Stichting „De Poth", een particu liere instelling, die eigenares is van vijftig eengezins- huisjes, van land en andere zaken, welke alle door een college van regenten zorgvul dig worden be heerd. En zulks enkel met het doel, iets te kunnen doen voor de arme en behoeftigemedemens. Er zijn er natuurlijk wel in Amersfoort, die „De Poth" al% uit de tijd beschouwen, ja die alleen maar verachting hebben voor wat eenmaal „de bedéling" werd ge noemd. Maar degenen, die er direct by betrokken zijn, denken daar toch anders over. En ook zij die werkelijk weten, hoe daar alles reilt en zeilt, zullen zich er wel voor wachten, van dit wereldje kwaad te spreken. Immers, men doet dit werk nog steeds zonder één cent subsidie, en de geest van de dienende naastenliefde, die zich op deze plek al zoveel eeuwen terug begon te openbaren, waart er vandaag de dag nóg rond. Al in 1300 „Reeds omstreeks 1300 bestond er in Amersfoort iets van dien aard", aldus de heer Van Willi- gehburg. In de Langstraat werd toen namelijk door lieden, die zich „broeders van de Heilige Geest" noemden, een pleisterplaats ge bouwd, om vermoeide reizigers- op-doortocht op te vangen en hulp te bieden. Er waren wat slaap plaatsen, er was een bakkerij en een kokerij, alsmede een pest huis, bestaande uit verscheidene cellen, waarin lijders aan die ge vreesde ziekte door zusters wer den verpleegd. Gedachtig aan de ijzeren pot ten. waarin allerlei spijzen werden toebereid, begon men al gauw van „de potbroeders" te spreken, werd de naam „De Pot(h)" voor die pleisterplaats weldra een ge meengoed. In 1470 kwam de nieuwe „Poth", ditmaal op de plaats, waar ze nu nog te vinden is. De oude „Poth" had langzamerhand afgedaan om dat het reizen zich wat meer ont wikkelde en voor dit doel andere gelegenheden werden opgericht. Met die nieuwe „Poth" beoogden tal van welgestelde burgers, een onderdak te bieden aan rondtrek kende kastjesmannen en landlo pers. alsook aan Amersfoortse ouden van dagen, die niet meer in eigen onderhoud konden voor zien. Hiertoe verrezen enige rijen kleine huisjes, die zo werden neer gezet. dat ze samen een hof vormden, opdat de oudjes hun laatste levensjaren in een intie me, besloten ruimte konden slij ten. De nieuwe „Poth" werd, even als de oude, uitgerust met een bakkerij, waarbij nog kwamen een uitdeelkamer, een kamer voor de celzusters. een regentenkamer en nog enkele lokaliteiten. En toen op den duur de negotianten en landlopers verstek lieten gaan, bleven alleen de vaste bewoners Op het ogenblik zijn dat er 79, onder wie enkele echtparen en voor het overige alleenwonende mannen en vrouwen, die weduw naar of weduwe werden, of nim mer getrouwd zijn geweest. Som migen hunner zijn al heel oud. Op 31 januari jl. overleed de oudste. „Huur" Iedere maandagochtend gaat de heer Van Willigenburg alle huis deuren langs om de huur op te halen. Die bedroeg nooit meer dan vijf centen per week. Of eigenlijk in 't geheel niets, daar het nu eenmaal een goede traditie geworden was, de huurders aan het einde des jaars hun 52 stui vers terug te geven. Doch de laat ste tijd heeft men met deze ge woonte moeten breken, omdat een drie jaar geleden begonnen res tauratie en modernisering van de huisjes op niet minder dan twee honderdduizend gulden kwam te staan. Het kapitaal van de stich ting onderging hierdoor een zoda nige aderlating, dat de inkomsten flinke vermindering zouden 1 vertonen. Om dit nu te voor- en werd door het college van regenten besloten, voortaan een matige huur te heffen, zijnde 3,25 per week. Waartoe reeds de mogelijkheid geopend werd door de voorbereidende maatregelen voor het instellen van een alge meen ouderdomspensioen (A.O.W.) Daar alle huurders van de noodzaak van die impopulaire maatregel overtuigd konden wor den, werd er geen enkel protest Een hqekje van de regen kamer, vol kostbaarheden tijd scheen stil te staan. gehoord. Ja ze bleken zelfs niet eens jaloers te zijn op die ene huurder, die ook nu nog voor nie mendal woont, omdat bij hem nog met de restauratie moet worden begonnen. Overigens behoeft dat uitblijven van jaloezie niemand te verbazen, daar dit huisje verschilt van de gerestaureerde als de dag verschilt van de nacht. „Hoe bevalt het u hier zo?", vroegen we een paar van die oud jes, die juist hun wekelijkse por tie brood kwamen halen. En zon der uitzondering vertelden ze, met gezichten als van blijde kinderen, dat ze het erg waardeerden tot deze Poth-gemeenschap te mogen behoren. Want ze hebben nu een mooie kamer met slaapnis, daar achter een keuken en eronder een kelder, terwijl ook op zolder nog een slaapkamertje werd getim merd voor degenen, die zich nog kranig genoeg voelen om trappen te klimmen. „Natuurlijk hebben ze ook Vel eens verschil van mening", zo ver trouwde de heer Van Willigenburg ons even later toe, „maar als de ruzie wat al te hoog loopt ben ik er gauw genoeg bij om olie op de golven te gooien." Ruzie komt gelukkig weinig voor. Liever koesteren ze zich in het zonnetje op de banken, die in de tuin van de binnenplaats wer den opgesteld. En als de brede heggen, waar het bruine beuken blad van 1959 nog volop aan zit, toch nog te weinig beschutting bieden tegen een scherpe februa riwind, kuieren de mannetjes en vrouwtjes maar wat op en neer over de hard gelopen zandpaden, daarbij links en rechts sptAircnd naar het prille groen van narcis sen, heesters en andere gewassen. er nu eindelijk weer eens een huisje vrij kwam voor twee der vele gegadigden, die voortdurend bij me aankloppen. Maar toen het nieuwe echtpaar enkele maan den was getrouwd, bleek rpen al lerminst bij elkaar te passen. Er ging geen dag voorbij, of het was hommeles. Met het gevolg, dat ze weldra weer uiteengingen en ook ik een illusie armer was. Afgezien nu van zo'n incidenteel geval kom je hier niet zo gauw voor pijnlijke verrassingen te staan. Ik heb nl. van alle huisjes een sleutel. Als ik dus vermoed, of van de buren hoor. dat er er gens iets mis is, ben ik zo binnen om poolshoogte te nemen. Er kan immers wel eens een oudje vallen of onwel worden. Kijk, die vrouw daar woont bin nenkort reeds 25 jaar bij ons. Al die tijd heb ik ook bij haar de „huur" op- gehaald. Op die mensen van haver tot gort kennen. En er ontstaat een hechte band van vriendschap. Dat t zal wel blijken als de jubileumdag is aangebroken. Want zoiets mag natuur lijk niet onop gemerkt voorbij Taart Zo hebben we ook wel eens een gouden bruiloft. Dan bieden de re genten het echt paar een taart van vijf verdiepingen aan. Vroeger gaf men er tevens nog een kilo vlees bij, wat de andere bewoners dan even eens kregen. Maar sinds de nieuwe tijd allerlei eisen ging stellen, die men voorheen nimmer had ge kend. moest men de vleestractatie laten vervallen." me gerust foto graf ere heerlijke brood uit om eigen bakkerij." Hel voormalige bidkapelletje ,J)e Puth", met het torentje de klok, die nog elke tceek keer geluid uordt om te vertei Huwelijk „Een enkele maal beleef je nog wel eens gekke dingen", zei de heer Van Willigenburg ons vervol gens. „Zo werden een tijd gele den een weduwnaar en een we duwe van achter in de zestig, die men herhaaldelijk samen kon zien in de tuin. verliefd op elkander. Het kwam tot een huwelijk, we hadden met z'n allen een feestje en ik was dubbel verheugd daar Zo vervoegen zich elke woens dagochtend de ouden tan dagen of hun (klein)kinderen in het vijf eeuwen oude kapelletje, om er van bakker Van ff illigenburg en zijn vrouw de 12 ons wit brood, het pakje roggebrood en het pakje margarine in ontvangst bakker Van Willigenburg ons nog op. van welk een prach tige kwaliteit het was. „Ik ge bruik gewone A-bloem", zei hij, „dezelfde bloem, die ook de ande re bakkers gebruiken. Maar waar wordt het deeg nog gekneed met de handen en de oven heet ge stookt met takkenbossen?" Elke woensdagmorgen om half vijf schuift Van Willigenburg 35 van die takkenbossen door het kleine ovengat, jaagt er de brand in die een temperatuur schept van 250 gr. C. en klauwt na enige tijd de gloeiende as naar buiten, om plaats te maken voor de opgemaakte broden. „Alleen op deze manier wordt het pas echt gaar gebakken, of gaar gestoomd zo men wil, zodat het aan het eind van de week nog net zo sma kelijk is als de eerste dag. Zegt het trouwens niet genoeg dat sommige bewoners, die te weinig hebben aan mijn 12 ons, en er nog een half broodje van een andere bakker bijhalen, eerst dit broodje aansnijden?" Anderen Behalve die 12 ons brood wordt er altijd ook nog een pakje (fa- brieks) roggebrood aan de Poth- haast ditie nu eenmaal. Gelijk de tradi tie ook wil. dat behalve de Poth- bewoners nog een klein aantal oude behoeftigen, die elders in Amersfoort woonachtig zijn, op de zelfde „bedeling" aanspraak mo- Vaak komen deze oudjes niet zelf, doch hun kinderen of klein kinderen, die met tassen gewa pend de kale kapel betreden, om zich voor de geïmproviseerde toon bank te scnare.i, waarop de le vensmiddelen zijn uitgestald. Vroeger was dit gebouwtje een bidkapelletje, waar de gelovigen zoals men dat nu nog in room se streken kan aanschouwen overdag zo maar even binnenlie pen om hun godsdienstige plichten te vervullen. En ook bij begrafe nissen deed het dienst. Dat is nu al heel lang geleden. Hoe lang, dat verklappen de lange rijen na men van vroegere regenten welke namen op stenen tafelen hoog tegen de wanden zijn aange bracht. Maar dit is dan werkelijk het enige, wat er te bekijken valt. Interessanter al is de ruime bakkerij, die qua afmetingen wel- i gymnastieklokaal HZ, zou kunnen wedijveren. Behalve de oersterke stenen oven en de zware eiken trog, die beide net zo oud zijn als „De Poth" zelf, trekt een grote ijzeren doofpot de aan dacht. Voorts nog een omvangrijk waterfornuis en twee zwengelpom- pen, die tegen een achtergrond van talloze gekleurde tegeltjes her inneringen van eeuwen levend hou- Kelder Van de bakkerij uit kan men via een stenen trapje afdalen in een reusachtige kelder, vol steun beren en gewelven om instortin gen te verhinderen. Maar men kan zich op dezelfde plaats ook via zo'n stenen trapje opwaarts bege ven, waarna een dikke eiken deur met monstersloten toegang geeft tot de vroegere uitdeelkamer. Aan een der witgekalkte muren hangt een rijmprent, waarvan het plaat je (een pot) en de woorden voor zich zelf spreken: Men deylt hijer mihlt door gunst van Godt Voll segens is en blijft De Poth. Ook een grote schouw met haardplaat, die de offeranden van Israël symboliseert, legt getuige nis van het milde uitdelen af. ter wijl in het midden van het ver trek tal van antieke stoelen om een loodzware tafel met geheime bergplaatsen de geest van een ver verleden blijven uitademen. Regentenkamer Boven dit alles echter gaat nog glansrijk uit, de in de andere vleu gel van „De Poth" gelegen regen tenkamer. Hier geen planken vloer doch alleen maar grote wit mar meren plavuizen, die de bezoeker helaas ijskoude voeten bezorgen. Hier een nog veel schonere schouw met een geweldig hangijzer, dat drie koperen pannen stevig vast houdt in zijn greep. En voorts een juweel van een langgerekte tafel met lederen stoelen die onvergan kelijk schijnen. Dan nog twee kostbare kasten, waarvan er een zelfs dateert uit het begin van 1500. En boven de schouw een for se schilderij uit 1656 van de re gent Paulus Bor, met al weer een ijzeren pot erop afgebeeld; verder een duif (de Heilige Geest) met een volle korenaar tussen de sna vel. als zegen over de pot; en dan nog links en rechts een engel, die respect, een stoet en een schaal tje boter meedragen Wat is men zich, ook blijkens deze sym boliek. toch terdege bewust ge weest van de verheven taak, die „De Poth" eenmaal vrijwillig op zich nam! Zo is er ook nog een drieluik uit 1538 tc bewonderen, waarvan de schilder onbekend bleef, doch dat zulk een aangrijpende voor stelling biedt van het laatste Avondmaal, de voetwassing van Christus en van Christus alleen, dat het geheel al meermalen in het Rijksmuseum ten toon werd gesteld. Het is in deze „devote" kamer, dat ook in 1960 nog de regenten op gezette tijden bij elkaar ko men. om onder het schijnsel van een originele kaarsenkroon de be langen te behartigen van oude medemensen die het moeilijk hebben. Waarbij die regenten, ieder op zijn tijd. het recht bezit ten een nieuwe bewoner aan te bevelen als een der oude bewoners door de dood of anderszins aan de kleine Poth-gemeenschap onttrok ken wordt. Dan wordt hier nog de eeuwenoude voorzittershamer ge hanteerd, dan deponeert men z'n sigarenas nog in een met de hand gedreven koperen asbak en dan speelt men soms nog argeloos met zwavelstokken, die weliswaar door lucifers en aanstekers werden verdrongen, maar toch nog een ereplaatsje op de fraaie tafel mochten behouden. Wie dat allemaal eens van nabij gadeslaat, zal niet meewarig de schouders ophalen over de bede ling van „De Poth". Omdat men hier met een dienen wordt gecon fronteerd, dat de Meester ons zo duidelijk heeft geleerd. Benjamin Spook werd 55 jaar geleden geboren in een gezin met zes kinderen. Zijn vader was advocaat. Hij wilde eerst architect wor den, maar als jeugdleider van een kamp voor gebrek kige kinderen kwam hij zo onder de indruk van wat artsen met invalide kinde ren bereiken, dat hij be sloot medicijnen te gaan studeren. In 1933 vestigde hij zich als kinderarts in New York. De eerste twee jaar ging het niet zo best. maar lang zamerhand kreeg hij be kendheid als „de jonge dok ter. die zo anders met kinderen omgaat". In 1943 had hij een van de druk ste kinderarts - praktijken in New York. In dat jaar begon hij aan het boek dat hem beroemd zou maken: „Baby- en kleuterverzor ging", waarvan reeds 12 miljoen exemplaren zijn verkocht. Dj. Spock con stateert met enige verba zing, dat een hele genera tie „Spock-kinderen" bin nenkort haar plaats in de maatschappij zal gaan in nemen Hij is op het ogen blik professor aan de Wes tern Reserve University in Cleveland, waar hij woont zijn jongste i Jan» 12 Miljoen exemplaren Ouders kunnen het best met hun kinderen omgaan, als zij zichzelf zijn tot de conclusie gekomen Ls. dat vindt, wat verstandige moeders en va ders uit intuïtie met hun baby doen gewoonlijk het beste i ik i TOEN Dr. Benjamin Spock tussen 1943 en 1946 zijn boek „Baby- en kleuterverzor ging" sdhreef, had hij niet kun nen dromen dat miljoenen vrouwen in de hele wereld er dagelijks naar zouden grijpen, als zij niet wisten of Pietertje wel of niet uit de wieg gehaald mocht worden, als hij huilde, of boe ze Catrientje moesten aanpakken, die zo jokte. Dr. Spock, die een bescheiden man is. vindt het zelfs „een beetje angstig, dat zoveel mensen je woorden aanvaarden als iets, waaraan niet te tornen valt". „Maar", voegt hij er aan toe, „ik troost me met het feit, dat het ene ouderpaar uit mijn boek heel andere conclusies schijnt te trekken dan het andere. Dat voorkomt veel narigheid, want ik geloof, dat in de meeste ge vallen ouders het best met hun kinderen kunnen omgaan, als zij zichzelf zijn". En in deze laatste zin ligt waarschijnlijk het ge heim van dr. Spock's populari teit, namelijk dat hij in de eer ste plaats gelooft in het gezon de verstand van de ouders en dat hij voor alle problemen een „natuurlijke" oplossing geeft, die liefdevolle aandachtige ouders ook zelf bedacht zouden hebben. Niet al te letterlijk Dr. Spock is zeker niet de eerste, die een boek over baby- en kinderverzorging heeft ge schreven; vóór hem zijn daar honderden boekjes aan gewijd. Maar die waren allemaal geba seerd op starre voorschriften. Zuigelingen moesten precies op tijd worden gevoed en als zij tussen de voedingen huilden moest de moeder haar oren dichtstoppen, want tussentijds uit. de wieg halen werd be schouwd als een halve misdaad. Dr. Spock en met hem een aan tal andere psychologen en kin derartsen, die de gedragingen van een groot aantal gezonde, normale kinderen hadden bestu deerd. pleitten voor een soepe ler houding van de ouders. En Spock was de eerste, die deze nieuwe opvatting in een „hand leiding voor ouders" formuleer de. op een manier die alle ouders aansprak. Hijzelf zegt er van: -„Het belangrijkste dat ik u moet zeggen is. dat u niet al te letterlijk moet opvatten wat in dit boek gezegd wordt. Het enige dat ik kan doen is de meest voorkomende verschijnse len van de ontwikkeling en de meest voorkomende moeilijkhe den te beschrijven in de meest gangbare bewoordingen." Twaalf miljoen Van deze „handleiding voor ouders", zijn inmiddels 12 mil joen exemplaren verkocht, waarvan 100.000 in Nederland en het boek is in 16 talen vertaald. Van de oorspronkelijke uitgave is kortgeleden een herziene en uitgebreide druk verschenen, waarin dr. Spock zijn opvattin gen over de opvoeding Iets heeft gewijzigd. Toen de eerste uitga ve uitkwam pleitte hij. zoals ge zegd, voor een beter begrip voor de kinderen en een soepeler houding. „Maar", schrijft hij in zijn inleiding tot de nieuwe uitgave, „intussen is er een al gemene verandering in houding gekomen, die ertoe geleid heeft, dat op het ogenblik ouders die op verantwoorde wijze hun taak als opvoeders zien méér kans lopen moeilijkheden te krijgen door te grote toegeeflijkheid dan door te grote strengheid". Met de nieuwe, herziene uitgave heeft dr. Spock getracht het evenwicht te herstellen, onder meer door de ouders en hun ge voelens ook een plaats te geven. Hij vindt zelfs, dat zijn bock eigenlijk net zoveel bladzijden zou moeten bevatten over de werkelijke en begrijpelijke be hoeften van de ouders als over de behoeften van de kinderen. Behalve de plaats die Inge ruimd is voor de ouders en ve le wenken om het kind iets straffer aan te pakken, is er aan de oorspronkelijke uitgave niet veel veranderd. En dr. Ph. II. Fiedeldlj Dop, de Amsterdam se kinderarts, die het boek ver taalde, zegt, dat verstandige ouders, wat die veranderingen betreft gerust de oude uitgave kunnen blijven gebruiken. Maar ouders, die zich dit boek nog niet hebben aangeschaft zullen waarschijnlijk alleen de herzie ne uitgave kunnen krijgen, om dat de oude bij de uitgeverij (Contact in Amsterdam) al uit verkocht is. Niet leslezen Het voornaamste doel van dr. Spock met zijn boek is bet ge ruststellen van de ouders, ver trouwen geven en niet. de les le zen. Daarom begint hij zijn eer ste hoofdstuk ook met de veel zeggende woorden: „U weet meer dan u zelf denkt". Verder vertelt hij: „U zult misschien verbaasd zijn te horen, dat hoe meer men de verschillende me thoden van kinderverzorging heeft bestudeerd, hoe meer men Bovendien bereiken alle ouders de beste resultaten, wanneer zij een natuurlijk en rustig vertrou wen in zichzelf hebben. Het is beter een paar fouten te maken door natuurlijk te zijn, dan al les precies volgens de letter uit te voeren uit een gevoel van on zekerheid". Daar is bijvoorbeeld het be kende probleem van Pietertje, die ligt te huilen in zijn wieg. Dr. Spock zegt daarover in zijn hoofdstuk Verwennen: „Mag ik liem opnemen als hij huilt of verwen ik hem daarmee? Meest al wordt hij direct stil als u hem opneemt en met hem rond wandelt. Er is een kans, dat hij, zodra hij weer in de wieg ge legd wordt, weer gaat huilen. Maar het valt te proberen of het helpt en in de eerste twee maanden wordt hij daardoor niet verwend als u het met ma te doet. Waarschijnlijk voelt hij zich niet goed aangepast aan zijn nieuwe omgeving. Wanneer u hem opneemt, verminderen de beweging en de afleiding zijn geestelijke spanningen en mis schien draagt de lichte, warme druk op zijn buik er toe bij dat de kramp in zijn darmpjes ver mindert. Ook wanneer u achter af tot de conclusie zou komen dat u liem toch wel een beetje hiermee verwend heeft, is dat. in de eerste vier tot vijf maan den, in een paar dagen weer recht te zetten". Fopspeen Wat dr. Spock over de fop speen zegt, klinkt vrij revolu tionair: „Ik heb mij afgevraagd waarom een baby zijn fopspeen eerder en gemakkelijker opgeeft dan zijn duim. Misschien is het aldus te verklaren: in de eerste drie tot vier mSanden is de zuigbehoefte het grootst. Maar in die maanden kan de baby, in het begin, de duim moeilijk in zijn mond krijgen. Tegen de derde maand lukt dat. Maar dan is inmiddels zijn behoefte om de zuigreflex te bevredigen zo groot geworden, dat hij het ge voel heeft heel wat te moeten inhalen. Daarentegen heeft een baby, die reeds in de eerste we ken net zo lang na de voedingen op een fopspeen mag zuigen als hij wil, zijn behoefte aan zuigen kunnen bevredigen, op het mo ment dat deze tiet grootst was. Als u een fopspeen in de mond van uw baby een akelig gezicht relatie tot uw kind moet u liever geen dingen doen waar u niet tenvolle achter staat. Maar als u het gevoel heeft dat uw baby gebaat zou zijn met e«i fopspeen, doch deze niet geeft omdat uw familie of buren er kritiek op hebben zou ik ze maar vertellen, dat het uw baby is en dat u met uw arts het voor en tegen hebt besproken. Goede manieren komen van zelf. Een kind „alstublieft" en „dank u wel" leren zeggen is eigenlijk niet hetgene waarmee u moet beginnen. Het komt er in de eerste plaats op aan, er voor te zorgen, dat hij mensen aardig leert vinden. Als hij dat niet doet is het moeilijk hem zelfs de meest oppervlakkige „manieren" te leren. De tweede stap is: te ver mijden dat hij teveel op zichzelf gaat letten als hij vreemden ontmoet De derde stap is dat een kind opgroeit in een gezin waarvan de gezinsleden welwillend tegen over elkaar staan. Dan neemt hij de vriendelijke sfeer in zich op. Hij wil uit zichzelf graag „dank je" zeggen, omdat de an deren het ook zeggen en het me- Snoep. Suikergoed en ijsjes zijn zeker geen goed eten en zij zijn bijzonder ongeschikt, omdat ze meestal tussen de maaltijden worden gegeten en daardoor aanleiding geven tot gebrek aan trek bij de maaltijd. Toffees en dergelijke kleverige zoetigheden zijn ongunstig voor de tanden, omdat ze de suiker zo lang in de miond houden. Meestal is het niet moeilijk te zorgen dat kleu ters deze zoetigheden niet wil len hebben. U neemt ze eenvou dig niet in huis. Maar moeilij ker wordt het wanneer het schoolkind er om vraagt. Wan neer u hem op die leeftijd steeds weigert, is het kind „an ders dan anderen". Daarom zou ik het zo nu en dan wel toe staan, maar als u merkt dat hij er in het bijzonder be'.ioefte aan heeft en zeker wanneer hij geen sterke tanden heeft, dan moet u hem wel daarin beper- Het is erg verleidelijk het he le boek over te tikken, omdat ieder onderwerp buitengewoon interessant en leerzaam is en met humor geschreven. Maar het is veel beter als u het zelf koopt of cadeau krijgt, want het is een boek voor uw leven. Kinderverdriet aardig boek voor de teenager Men zal zich moeilijk een tijd in herinnering kunnen roepen, waarin de opgroeiende jeugd zo veel belangstelling kreeg als thans het geval is. Zelfs zij, die geen woord Engels sproken, weten heel wel, wat „teenager" bete kent en op alle fronten wordt met die teenager rekening gehou den. Er zijn radioprogramma's voor de jeugd, er is voor het jonge meisje zelfs een complete mode ontworpen, én er wordt eigenlijk wel bijzonder veel over die jeugd geschreven. Vandaag willen wij echter even de aandacht vragen voor iets. dat niet over, maar vooral vóór de teenager is geschreven 't Is een compleet boekwerk, dat onder de titel „Mijn wereld" bij H. Nelissen-Bilthoven is versche nen. „Een boek voor meisjes", staat er op het titelblad en in een voorwoord richten de schrij vers zich tot haar, die dit boek in handen krijgen. Nu is het door snee boek-voor-meisjes meestal een of ander geromantiseerd ver haal met het onvermijdelijke „happy-end" aan het slot. „Mijn wereld" evenwel wijkt volkomen af van wat er op het gebied aanl jeugd-lectuur is verschenen. En ofschoon natuurlijk de „liefde' (en dan vooral met een hoofdlet ter..) natuurlijk in dit boek ter sprake komt, het ga?t er toch voornamelijk om door allerlei on derwerpen de opgroeiende jonge vrouw te boeien. Op praktisch al le terrein komt men vaak inte ressante hoofdstukken in „Mijn Wereld" tegen en zowel sport, li chaamsverzorging, make-up, de garderobe, feestjes, beroepskeu ze, sieraden of omgangsvormen krijgen de aandacht. Dit zijn nog maar enkele voorbeelden, want aan onderwerpen met een meer algemeen karakter, zoals onder ontwikkelde gebieden of opvoed kunde is eveneens aandacht be steed. Liefde en verliefdheid krij gen in dit boek op een volkomen op de teenager afgestemde ma nier gestalte, niet door beschou wingen of artikelen, maar bijv. door (goede) gedichten en enkele brieven, die meisjes en iongens aan elkaar hebben geschreven. Een staf van twaalf medewerkers (sters) heeft dit boek onder re- daktie van Ria Botter en Jan Nieuwenhuis samengesteld. Foto's en tekeningen zorgen voor een aantrekkelijke illustr.tie. Ge slaagd is de gedachte op de laat ste pagina een soort open brief af te drukken, waarin de schrij vers de meisjes om een reactie, en-of opmerkingen over dit boek vragen. Beloofd wordt, dat ieder een antwoord krijgt, waarover de ontvangen brief dan maar mag gaan. 't Ziet er naar uil, dat de redaktie veel post zal krijgen, om dat juist een boek als dit een weg kan openen naar een ge sprek. waaraan meisjes vaak zo veel behoefte schijnen te hebben.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1960 | | pagina 15