Brood van
Dr. SPOCK SCHREEF
BESTSELLER
zonder bijómaak
MIJN WERELD"
ZATERDAG 5 MAART 1960
Amersfoort handhaaft eeuwenoude traditie
Iedere woensdagmorgen luidt de
bakker de klok van een kapelletje
WIE's woensdagsochtends, zotegen 9 uur, in de buurt van de Pothstraat
komt, kan uit het torentje van een bijkans vijf eeuwen oud kapelletje een
klok horen luiden, die voor een beperkt aantal Amersfoorters de blijde mare uit
strooit, dat er weer kosteloos vers brood kan worden afgehaald. En zo'n zestig a
zeventig bejaarde mannen en vrouwen verlaten dan de naburige hofjeswonin
gen, om de hagelblanke „twaalfonsers", opgesloten in een knappende bruine
korst, van de bakker en zijn vrouw persoonlijk, in ontvangst te nemen. Mits
men maar een zinken plcratje inlevert, waarvoor altijd een koperen plaatje
teruggegeven wordt - of omgekeerd.
..Dat is m'n con
trole". zei ons die
bakker, de heer
G. van Willigen-
burg (51), die hier
nu al dertig jaar
met zijn echtgeno
te tevens vader en
moeder speelt. Va
der en moeder van
de Stichting „De
Poth", een particu
liere instelling, die
eigenares is van
vijftig eengezins-
huisjes, van land
en andere zaken,
welke alle door
een college van
regenten zorgvul
dig worden be
heerd. En zulks enkel met het
doel, iets te kunnen doen voor de
arme en behoeftigemedemens.
Er zijn er natuurlijk wel in
Amersfoort, die „De Poth" al% uit
de tijd beschouwen, ja die alleen
maar verachting hebben voor wat
eenmaal „de bedéling" werd ge
noemd. Maar degenen, die er direct
by betrokken zijn, denken daar
toch anders over. En ook zij die
werkelijk weten, hoe daar alles
reilt en zeilt, zullen zich er wel
voor wachten, van dit wereldje
kwaad te spreken. Immers, men
doet dit werk nog steeds zonder
één cent subsidie, en de geest van
de dienende naastenliefde, die zich
op deze plek al zoveel eeuwen
terug begon te openbaren, waart
er vandaag de dag nóg rond.
Al in 1300
„Reeds omstreeks 1300 bestond
er in Amersfoort iets van dien
aard", aldus de heer Van Willi-
gehburg. In de Langstraat werd
toen namelijk door lieden, die zich
„broeders van de Heilige Geest"
noemden, een pleisterplaats ge
bouwd, om vermoeide reizigers-
op-doortocht op te vangen en hulp
te bieden. Er waren wat slaap
plaatsen, er was een bakkerij en
een kokerij, alsmede een pest
huis, bestaande uit verscheidene
cellen, waarin lijders aan die ge
vreesde ziekte door zusters wer
den verpleegd.
Gedachtig aan de ijzeren pot
ten. waarin allerlei spijzen werden
toebereid, begon men al gauw
van „de potbroeders" te spreken,
werd de naam „De Pot(h)" voor
die pleisterplaats weldra een ge
meengoed.
In 1470 kwam de nieuwe „Poth",
ditmaal op de plaats, waar ze nu
nog te vinden is. De oude „Poth"
had langzamerhand afgedaan om
dat het reizen zich wat meer ont
wikkelde en voor dit doel andere
gelegenheden werden opgericht.
Met die nieuwe „Poth" beoogden
tal van welgestelde burgers, een
onderdak te bieden aan rondtrek
kende kastjesmannen en landlo
pers. alsook aan Amersfoortse
ouden van dagen, die niet meer
in eigen onderhoud konden voor
zien. Hiertoe verrezen enige rijen
kleine huisjes, die zo werden neer
gezet. dat ze samen een hof
vormden, opdat de oudjes hun
laatste levensjaren in een intie
me, besloten ruimte konden slij
ten. De nieuwe „Poth" werd, even
als de oude, uitgerust met een
bakkerij, waarbij nog kwamen een
uitdeelkamer, een kamer voor de
celzusters. een regentenkamer en
nog enkele lokaliteiten. En toen
op den duur de negotianten en
landlopers verstek lieten gaan,
bleven alleen de vaste bewoners
Op het ogenblik zijn dat er 79,
onder wie enkele echtparen en
voor het overige alleenwonende
mannen en vrouwen, die weduw
naar of weduwe werden, of nim
mer getrouwd zijn geweest. Som
migen hunner zijn al heel oud. Op
31 januari jl. overleed de oudste.
„Huur"
Iedere maandagochtend gaat de
heer Van Willigenburg alle huis
deuren langs om de huur op te
halen. Die bedroeg nooit meer
dan vijf centen per week. Of
eigenlijk in 't geheel niets, daar
het nu eenmaal een goede traditie
geworden was, de huurders aan
het einde des jaars hun 52 stui
vers terug te geven. Doch de laat
ste tijd heeft men met deze ge
woonte moeten breken, omdat een
drie jaar geleden begonnen res
tauratie en modernisering van de
huisjes op niet minder dan twee
honderdduizend gulden kwam te
staan. Het kapitaal van de stich
ting onderging hierdoor een zoda
nige aderlating, dat de inkomsten
flinke vermindering zouden
1 vertonen. Om dit nu te voor-
en werd door het college van
regenten besloten, voortaan een
matige huur te heffen, zijnde
3,25 per week. Waartoe reeds de
mogelijkheid geopend werd door
de voorbereidende maatregelen
voor het instellen van een alge
meen ouderdomspensioen (A.O.W.)
Daar alle huurders van de
noodzaak van die impopulaire
maatregel overtuigd konden wor
den, werd er geen enkel protest
Een hqekje van de regen
kamer, vol kostbaarheden
tijd scheen stil te staan.
gehoord. Ja ze bleken zelfs niet
eens jaloers te zijn op die ene
huurder, die ook nu nog voor nie
mendal woont, omdat bij hem nog
met de restauratie moet worden
begonnen. Overigens behoeft dat
uitblijven van jaloezie niemand te
verbazen, daar dit huisje verschilt
van de gerestaureerde als de dag
verschilt van de nacht.
„Hoe bevalt het u hier zo?",
vroegen we een paar van die oud
jes, die juist hun wekelijkse por
tie brood kwamen halen. En zon
der uitzondering vertelden ze, met
gezichten als van blijde kinderen,
dat ze het erg waardeerden tot
deze Poth-gemeenschap te mogen
behoren. Want ze hebben nu een
mooie kamer met slaapnis, daar
achter een keuken en eronder een
kelder, terwijl ook op zolder nog
een slaapkamertje werd getim
merd voor degenen, die zich nog
kranig genoeg voelen om trappen
te klimmen.
„Natuurlijk hebben ze ook Vel
eens verschil van mening", zo ver
trouwde de heer Van Willigenburg
ons even later toe, „maar als de
ruzie wat al te hoog loopt ben ik
er gauw genoeg bij om olie op
de golven te gooien."
Ruzie komt gelukkig weinig
voor. Liever koesteren ze zich in
het zonnetje op de banken, die in
de tuin van de binnenplaats wer
den opgesteld. En als de brede
heggen, waar het bruine beuken
blad van 1959 nog volop aan zit,
toch nog te weinig beschutting
bieden tegen een scherpe februa
riwind, kuieren de mannetjes en
vrouwtjes maar wat op en neer
over de hard gelopen zandpaden,
daarbij links en rechts sptAircnd
naar het prille groen van narcis
sen, heesters en andere gewassen.
er nu eindelijk weer eens een
huisje vrij kwam voor twee der
vele gegadigden, die voortdurend
bij me aankloppen. Maar toen
het nieuwe echtpaar enkele maan
den was getrouwd, bleek rpen al
lerminst bij elkaar te passen. Er
ging geen dag voorbij, of het was
hommeles. Met het gevolg, dat ze
weldra weer uiteengingen en ook
ik een illusie armer was.
Afgezien nu van zo'n incidenteel
geval kom je hier niet zo gauw
voor pijnlijke verrassingen te
staan. Ik heb nl. van alle huisjes
een sleutel. Als ik dus vermoed,
of van de buren hoor. dat er er
gens iets mis is, ben ik zo binnen
om poolshoogte te nemen. Er kan
immers wel eens een oudje vallen
of onwel worden.
Kijk, die vrouw daar woont bin
nenkort reeds 25
jaar bij ons. Al die
tijd heb ik ook bij
haar de „huur" op-
gehaald. Op die
mensen van haver
tot gort kennen. En
er ontstaat een
hechte band van
vriendschap. Dat t
zal wel blijken als
de jubileumdag is
aangebroken. Want
zoiets mag natuur
lijk niet onop
gemerkt voorbij
Taart
Zo hebben we
ook wel eens een
gouden bruiloft.
Dan bieden de re
genten het echt
paar een taart van
vijf verdiepingen
aan. Vroeger gaf
men er tevens nog
een kilo vlees bij,
wat de andere bewoners dan even
eens kregen. Maar sinds de nieuwe
tijd allerlei eisen ging stellen, die
men voorheen nimmer had ge
kend. moest men de vleestractatie
laten vervallen."
me gerust foto graf ere
heerlijke brood uit om
eigen bakkerij."
Hel voormalige bidkapelletje
,J)e Puth", met het torentje
de klok, die nog elke tceek
keer geluid uordt om te vertei
Huwelijk
„Een enkele maal beleef je nog
wel eens gekke dingen", zei de
heer Van Willigenburg ons vervol
gens. „Zo werden een tijd gele
den een weduwnaar en een we
duwe van achter in de zestig, die
men herhaaldelijk samen kon zien
in de tuin. verliefd op elkander.
Het kwam tot een huwelijk, we
hadden met z'n allen een feestje
en ik was dubbel verheugd daar
Zo vervoegen zich elke woens
dagochtend de ouden tan dagen
of hun (klein)kinderen in het
vijf eeuwen oude kapelletje, om
er van bakker Van ff illigenburg
en zijn vrouw de 12 ons wit
brood, het pakje roggebrood en
het pakje margarine in ontvangst
bakker Van Willigenburg
ons nog op. van welk een prach
tige kwaliteit het was. „Ik ge
bruik gewone A-bloem", zei hij,
„dezelfde bloem, die ook de ande
re bakkers gebruiken. Maar waar
wordt het deeg nog gekneed met
de handen en de oven heet ge
stookt met takkenbossen?"
Elke woensdagmorgen om half
vijf schuift Van Willigenburg 35
van die takkenbossen door het
kleine ovengat, jaagt er de brand
in die een temperatuur schept
van 250 gr. C. en klauwt na
enige tijd de gloeiende as naar
buiten, om plaats te maken voor
de opgemaakte broden. „Alleen
op deze manier wordt het pas echt
gaar gebakken, of gaar gestoomd
zo men wil, zodat het aan het
eind van de week nog net zo sma
kelijk is als de eerste dag. Zegt
het trouwens niet genoeg dat
sommige bewoners, die te weinig
hebben aan mijn 12 ons, en er nog
een half broodje van een andere
bakker bijhalen, eerst dit broodje
aansnijden?"
Anderen
Behalve die 12 ons brood wordt
er altijd ook nog een pakje (fa-
brieks) roggebrood aan de Poth- haast
ditie nu eenmaal. Gelijk de tradi
tie ook wil. dat behalve de Poth-
bewoners nog een klein aantal
oude behoeftigen, die elders in
Amersfoort woonachtig zijn, op de
zelfde „bedeling" aanspraak mo-
Vaak komen deze oudjes niet
zelf, doch hun kinderen of klein
kinderen, die met tassen gewa
pend de kale kapel betreden, om
zich voor de geïmproviseerde toon
bank te scnare.i, waarop de le
vensmiddelen zijn uitgestald.
Vroeger was dit gebouwtje een
bidkapelletje, waar de gelovigen
zoals men dat nu nog in room
se streken kan aanschouwen
overdag zo maar even binnenlie
pen om hun godsdienstige plichten
te vervullen. En ook bij begrafe
nissen deed het dienst. Dat is nu
al heel lang geleden. Hoe lang,
dat verklappen de lange rijen na
men van vroegere regenten
welke namen op stenen tafelen
hoog tegen de wanden zijn aange
bracht. Maar dit is dan werkelijk
het enige, wat er te bekijken valt.
Interessanter al is de ruime
bakkerij, die qua afmetingen wel-
i gymnastieklokaal
HZ,
zou kunnen wedijveren. Behalve
de oersterke stenen oven en de
zware eiken trog, die beide net zo
oud zijn als „De Poth" zelf, trekt
een grote ijzeren doofpot de aan
dacht. Voorts nog een omvangrijk
waterfornuis en twee zwengelpom-
pen, die tegen een achtergrond
van talloze gekleurde tegeltjes her
inneringen van eeuwen levend hou-
Kelder
Van de bakkerij uit kan men
via een stenen trapje afdalen in
een reusachtige kelder, vol steun
beren en gewelven om instortin
gen te verhinderen. Maar men kan
zich op dezelfde plaats ook via
zo'n stenen trapje opwaarts bege
ven, waarna een dikke eiken deur
met monstersloten toegang geeft
tot de vroegere uitdeelkamer. Aan
een der witgekalkte muren hangt
een rijmprent, waarvan het plaat
je (een pot) en de woorden voor
zich zelf spreken:
Men deylt hijer mihlt door
gunst van Godt
Voll segens is en blijft De Poth.
Ook een grote schouw met
haardplaat, die de offeranden van
Israël symboliseert, legt getuige
nis van het milde uitdelen af. ter
wijl in het midden van het ver
trek tal van antieke stoelen om
een loodzware tafel met geheime
bergplaatsen de geest van een ver
verleden blijven uitademen.
Regentenkamer
Boven dit alles echter gaat nog
glansrijk uit, de in de andere vleu
gel van „De Poth" gelegen regen
tenkamer. Hier geen planken vloer
doch alleen maar grote wit mar
meren plavuizen, die de bezoeker
helaas ijskoude voeten bezorgen.
Hier een nog veel schonere schouw
met een geweldig hangijzer, dat
drie koperen pannen stevig vast
houdt in zijn greep. En voorts een
juweel van een langgerekte tafel
met lederen stoelen die onvergan
kelijk schijnen. Dan nog twee
kostbare kasten, waarvan er een
zelfs dateert uit het begin van
1500. En boven de schouw een for
se schilderij uit 1656 van de re
gent Paulus Bor, met al weer een
ijzeren pot erop afgebeeld; verder
een duif (de Heilige Geest) met
een volle korenaar tussen de sna
vel. als zegen over de pot; en dan
nog links en rechts een engel, die
respect, een stoet en een schaal
tje boter meedragen Wat is
men zich, ook blijkens deze sym
boliek. toch terdege bewust ge
weest van de verheven taak, die
„De Poth" eenmaal vrijwillig op
zich nam!
Zo is er ook nog een drieluik
uit 1538 tc bewonderen, waarvan
de schilder onbekend bleef, doch
dat zulk een aangrijpende voor
stelling biedt van het laatste
Avondmaal, de voetwassing van
Christus en van Christus alleen,
dat het geheel al meermalen in
het Rijksmuseum ten toon werd
gesteld.
Het is in deze „devote" kamer,
dat ook in 1960 nog de regenten
op gezette tijden bij elkaar ko
men. om onder het schijnsel van
een originele kaarsenkroon de be
langen te behartigen van oude
medemensen die het moeilijk
hebben. Waarbij die regenten,
ieder op zijn tijd. het recht bezit
ten een nieuwe bewoner aan te
bevelen als een der oude bewoners
door de dood of anderszins aan de
kleine Poth-gemeenschap onttrok
ken wordt. Dan wordt hier nog de
eeuwenoude voorzittershamer ge
hanteerd, dan deponeert men z'n
sigarenas nog in een met de hand
gedreven koperen asbak en dan
speelt men soms nog argeloos met
zwavelstokken, die weliswaar door
lucifers en aanstekers werden
verdrongen, maar toch nog een
ereplaatsje op de fraaie tafel
mochten behouden.
Wie dat allemaal eens van nabij
gadeslaat, zal niet meewarig de
schouders ophalen over de bede
ling van „De Poth". Omdat men
hier met een dienen wordt gecon
fronteerd, dat de Meester ons zo
duidelijk heeft geleerd.
Benjamin Spook werd 55
jaar geleden geboren in een
gezin met zes kinderen. Zijn
vader was advocaat. Hij
wilde eerst architect wor
den, maar als jeugdleider
van een kamp voor gebrek
kige kinderen kwam hij zo
onder de indruk van wat
artsen met invalide kinde
ren bereiken, dat hij be
sloot medicijnen te gaan
studeren. In 1933 vestigde
hij zich als kinderarts in
New York.
De eerste twee jaar ging
het niet zo best. maar lang
zamerhand kreeg hij be
kendheid als „de jonge dok
ter. die zo anders met
kinderen omgaat". In 1943
had hij een van de druk
ste kinderarts - praktijken
in New York. In dat jaar
begon hij aan het boek dat
hem beroemd zou maken:
„Baby- en kleuterverzor
ging", waarvan reeds 12
miljoen exemplaren zijn
verkocht. Dj. Spock con
stateert met enige verba
zing, dat een hele genera
tie „Spock-kinderen" bin
nenkort haar plaats in de
maatschappij zal gaan in
nemen Hij is op het ogen
blik professor aan de Wes
tern Reserve University in
Cleveland, waar hij woont
zijn jongste i
Jan»
12 Miljoen exemplaren
Ouders kunnen het best met hun
kinderen omgaan, als zij zichzelf zijn
tot de conclusie gekomen Ls. dat vindt,
wat verstandige moeders en va
ders uit intuïtie met hun baby
doen gewoonlijk het beste
i ik i
TOEN Dr. Benjamin Spock
tussen 1943 en 1946 zijn
boek „Baby- en kleuterverzor
ging" sdhreef, had hij niet kun
nen dromen dat miljoenen
vrouwen in de hele wereld er
dagelijks naar zouden grijpen,
als zij niet wisten of Pietertje
wel of niet uit de wieg gehaald
mocht worden, als hij huilde,
of boe ze Catrientje moesten
aanpakken, die zo jokte. Dr.
Spock, die een bescheiden man
is. vindt het zelfs „een beetje
angstig, dat zoveel mensen je
woorden aanvaarden als iets,
waaraan niet te tornen valt".
„Maar", voegt hij er aan toe,
„ik troost me met het feit, dat
het ene ouderpaar uit mijn boek
heel andere conclusies schijnt
te trekken dan het andere. Dat
voorkomt veel narigheid, want
ik geloof, dat in de meeste ge
vallen ouders het best met hun
kinderen kunnen omgaan, als zij
zichzelf zijn". En in deze laatste
zin ligt waarschijnlijk het ge
heim van dr. Spock's populari
teit, namelijk dat hij in de eer
ste plaats gelooft in het gezon
de verstand van de ouders en
dat hij voor alle problemen een
„natuurlijke" oplossing geeft,
die liefdevolle aandachtige
ouders ook zelf bedacht zouden
hebben.
Niet al te letterlijk
Dr. Spock is zeker niet de
eerste, die een boek over baby-
en kinderverzorging heeft ge
schreven; vóór hem zijn daar
honderden boekjes aan gewijd.
Maar die waren allemaal geba
seerd op starre voorschriften.
Zuigelingen moesten precies op
tijd worden gevoed en als zij
tussen de voedingen huilden
moest de moeder haar oren
dichtstoppen, want tussentijds
uit. de wieg halen werd be
schouwd als een halve misdaad.
Dr. Spock en met hem een aan
tal andere psychologen en kin
derartsen, die de gedragingen
van een groot aantal gezonde,
normale kinderen hadden bestu
deerd. pleitten voor een soepe
ler houding van de ouders. En
Spock was de eerste, die deze
nieuwe opvatting in een „hand
leiding voor ouders" formuleer
de. op een manier die alle
ouders aansprak. Hijzelf zegt er
van: -„Het belangrijkste dat ik
u moet zeggen is. dat u niet al
te letterlijk moet opvatten wat
in dit boek gezegd wordt. Het
enige dat ik kan doen is de
meest voorkomende verschijnse
len van de ontwikkeling en de
meest voorkomende moeilijkhe
den te beschrijven in de meest
gangbare bewoordingen."
Twaalf miljoen
Van deze „handleiding voor
ouders", zijn inmiddels 12 mil
joen exemplaren verkocht,
waarvan 100.000 in Nederland en
het boek is in 16 talen vertaald.
Van de oorspronkelijke uitgave
is kortgeleden een herziene en
uitgebreide druk verschenen,
waarin dr. Spock zijn opvattin
gen over de opvoeding Iets heeft
gewijzigd. Toen de eerste uitga
ve uitkwam pleitte hij. zoals ge
zegd, voor een beter begrip voor
de kinderen en een soepeler
houding. „Maar", schrijft hij
in zijn inleiding tot de nieuwe
uitgave, „intussen is er een al
gemene verandering in houding
gekomen, die ertoe geleid heeft,
dat op het ogenblik ouders die
op verantwoorde wijze hun taak
als opvoeders zien méér kans
lopen moeilijkheden te krijgen
door te grote toegeeflijkheid dan
door te grote strengheid". Met
de nieuwe, herziene uitgave
heeft dr. Spock getracht het
evenwicht te herstellen, onder
meer door de ouders en hun ge
voelens ook een plaats te geven.
Hij vindt zelfs, dat zijn bock
eigenlijk net zoveel bladzijden
zou moeten bevatten over de
werkelijke en begrijpelijke be
hoeften van de ouders als over
de behoeften van de kinderen.
Behalve de plaats die Inge
ruimd is voor de ouders en ve
le wenken om het kind iets
straffer aan te pakken, is er aan
de oorspronkelijke uitgave niet
veel veranderd. En dr. Ph. II.
Fiedeldlj Dop, de Amsterdam
se kinderarts, die het boek ver
taalde, zegt, dat verstandige
ouders, wat die veranderingen
betreft gerust de oude uitgave
kunnen blijven gebruiken. Maar
ouders, die zich dit boek nog
niet hebben aangeschaft zullen
waarschijnlijk alleen de herzie
ne uitgave kunnen krijgen, om
dat de oude bij de uitgeverij
(Contact in Amsterdam) al uit
verkocht is.
Niet leslezen
Het voornaamste doel van dr.
Spock met zijn boek is bet ge
ruststellen van de ouders, ver
trouwen geven en niet. de les le
zen. Daarom begint hij zijn eer
ste hoofdstuk ook met de veel
zeggende woorden: „U weet
meer dan u zelf denkt". Verder
vertelt hij: „U zult misschien
verbaasd zijn te horen, dat hoe
meer men de verschillende me
thoden van kinderverzorging
heeft bestudeerd, hoe meer men
Bovendien bereiken alle ouders
de beste resultaten, wanneer zij
een natuurlijk en rustig vertrou
wen in zichzelf hebben. Het is
beter een paar fouten te maken
door natuurlijk te zijn, dan al
les precies volgens de letter uit
te voeren uit een gevoel van on
zekerheid".
Daar is bijvoorbeeld het be
kende probleem van Pietertje,
die ligt te huilen in zijn wieg.
Dr. Spock zegt daarover in zijn
hoofdstuk Verwennen: „Mag ik
liem opnemen als hij huilt of
verwen ik hem daarmee? Meest
al wordt hij direct stil als u
hem opneemt en met hem rond
wandelt. Er is een kans, dat hij,
zodra hij weer in de wieg ge
legd wordt, weer gaat huilen.
Maar het valt te proberen of
het helpt en in de eerste twee
maanden wordt hij daardoor
niet verwend als u het met ma
te doet. Waarschijnlijk voelt hij
zich niet goed aangepast aan
zijn nieuwe omgeving. Wanneer
u hem opneemt, verminderen de
beweging en de afleiding zijn
geestelijke spanningen en mis
schien draagt de lichte, warme
druk op zijn buik er toe bij dat
de kramp in zijn darmpjes ver
mindert. Ook wanneer u achter
af tot de conclusie zou komen
dat u liem toch wel een beetje
hiermee verwend heeft, is dat.
in de eerste vier tot vijf maan
den, in een paar dagen weer
recht te zetten".
Fopspeen
Wat dr. Spock over de fop
speen zegt, klinkt vrij revolu
tionair: „Ik heb mij afgevraagd
waarom een baby zijn fopspeen
eerder en gemakkelijker opgeeft
dan zijn duim. Misschien is het
aldus te verklaren: in de eerste
drie tot vier mSanden is de
zuigbehoefte het grootst. Maar
in die maanden kan de baby,
in het begin, de duim moeilijk
in zijn mond krijgen. Tegen de
derde maand lukt dat. Maar dan
is inmiddels zijn behoefte om de
zuigreflex te bevredigen zo
groot geworden, dat hij het ge
voel heeft heel wat te moeten
inhalen. Daarentegen heeft een
baby, die reeds in de eerste we
ken net zo lang na de voedingen
op een fopspeen mag zuigen als
hij wil, zijn behoefte aan zuigen
kunnen bevredigen, op het mo
ment dat deze tiet grootst was.
Als u een fopspeen in de mond
van uw baby een akelig gezicht
relatie tot uw kind moet u
liever geen dingen doen waar u
niet tenvolle achter staat. Maar
als u het gevoel heeft dat uw
baby gebaat zou zijn met e«i
fopspeen, doch deze niet geeft
omdat uw familie of buren er
kritiek op hebben zou ik ze maar
vertellen, dat het uw baby is en
dat u met uw arts het voor en
tegen hebt besproken.
Goede manieren komen van
zelf. Een kind „alstublieft" en
„dank u wel" leren zeggen is
eigenlijk niet hetgene waarmee
u moet beginnen. Het komt er
in de eerste plaats op aan, er
voor te zorgen, dat hij mensen
aardig leert vinden. Als hij dat
niet doet is het moeilijk hem
zelfs de meest oppervlakkige
„manieren" te leren.
De tweede stap is: te ver
mijden dat hij teveel op zichzelf
gaat letten als hij vreemden
ontmoet
De derde stap is dat een kind
opgroeit in een gezin waarvan
de gezinsleden welwillend tegen
over elkaar staan. Dan neemt
hij de vriendelijke sfeer in zich
op. Hij wil uit zichzelf graag
„dank je" zeggen, omdat de an
deren het ook zeggen en het me-
Snoep. Suikergoed en ijsjes
zijn zeker geen goed eten en zij
zijn bijzonder ongeschikt, omdat
ze meestal tussen de maaltijden
worden gegeten en daardoor
aanleiding geven tot gebrek aan
trek bij de maaltijd. Toffees en
dergelijke kleverige zoetigheden
zijn ongunstig voor de tanden,
omdat ze de suiker zo lang in
de miond houden. Meestal is het
niet moeilijk te zorgen dat kleu
ters deze zoetigheden niet wil
len hebben. U neemt ze eenvou
dig niet in huis. Maar moeilij
ker wordt het wanneer het
schoolkind er om vraagt. Wan
neer u hem op die leeftijd
steeds weigert, is het kind „an
ders dan anderen". Daarom zou
ik het zo nu en dan wel toe
staan, maar als u merkt dat
hij er in het bijzonder be'.ioefte
aan heeft en zeker wanneer hij
geen sterke tanden heeft, dan
moet u hem wel daarin beper-
Het is erg verleidelijk het he
le boek over te tikken, omdat
ieder onderwerp buitengewoon
interessant en leerzaam is en
met humor geschreven. Maar
het is veel beter als u het zelf
koopt of cadeau krijgt, want het
is een boek voor uw leven.
Kinderverdriet
aardig boek voor de teenager
Men zal zich moeilijk een tijd
in herinnering kunnen roepen,
waarin de opgroeiende jeugd zo
veel belangstelling kreeg als thans
het geval is. Zelfs zij, die geen
woord Engels sproken, weten
heel wel, wat „teenager" bete
kent en op alle fronten wordt
met die teenager rekening gehou
den. Er zijn radioprogramma's
voor de jeugd, er is voor het
jonge meisje zelfs een complete
mode ontworpen, én er wordt
eigenlijk wel bijzonder veel over
die jeugd geschreven.
Vandaag willen wij echter
even de aandacht vragen voor
iets. dat niet over, maar vooral
vóór de teenager is geschreven
't Is een compleet boekwerk, dat
onder de titel „Mijn wereld" bij
H. Nelissen-Bilthoven is versche
nen. „Een boek voor meisjes",
staat er op het titelblad en in
een voorwoord richten de schrij
vers zich tot haar, die dit boek
in handen krijgen. Nu is het door
snee boek-voor-meisjes meestal
een of ander geromantiseerd ver
haal met het onvermijdelijke
„happy-end" aan het slot. „Mijn
wereld" evenwel wijkt volkomen
af van wat er op het gebied aanl
jeugd-lectuur is verschenen. En
ofschoon natuurlijk de „liefde'
(en dan vooral met een hoofdlet
ter..) natuurlijk in dit boek ter
sprake komt, het ga?t er toch
voornamelijk om door allerlei on
derwerpen de opgroeiende jonge
vrouw te boeien. Op praktisch al
le terrein komt men vaak inte
ressante hoofdstukken in „Mijn
Wereld" tegen en zowel sport, li
chaamsverzorging, make-up, de
garderobe, feestjes, beroepskeu
ze, sieraden of omgangsvormen
krijgen de aandacht. Dit zijn nog
maar enkele voorbeelden, want
aan onderwerpen met een meer
algemeen karakter, zoals onder
ontwikkelde gebieden of opvoed
kunde is eveneens aandacht be
steed. Liefde en verliefdheid krij
gen in dit boek op een volkomen
op de teenager afgestemde ma
nier gestalte, niet door beschou
wingen of artikelen, maar bijv.
door (goede) gedichten en enkele
brieven, die meisjes en iongens
aan elkaar hebben geschreven.
Een staf van twaalf medewerkers
(sters) heeft dit boek onder re-
daktie van Ria Botter en Jan
Nieuwenhuis samengesteld. Foto's
en tekeningen zorgen voor een
aantrekkelijke illustr.tie. Ge
slaagd is de gedachte op de laat
ste pagina een soort open brief
af te drukken, waarin de schrij
vers de meisjes om een reactie,
en-of opmerkingen over dit boek
vragen. Beloofd wordt, dat ieder
een antwoord krijgt, waarover de
ontvangen brief dan maar mag
gaan. 't Ziet er naar uil, dat de
redaktie veel post zal krijgen, om
dat juist een boek als dit een
weg kan openen naar een ge
sprek. waaraan meisjes vaak zo
veel behoefte schijnen te hebben.