Nachtvaart door de wildernis
RIJPROEF MET DE OPEL 1200
Liefde op eerste
gezicht
Baboens brullen in de ochiend,
gevolgd door Cottica-rhapsodie
Papoea's weer
aan liet werk
Nigeria tegen
V.S. van Afrika
Wie houden dan toch dat
„domme liedje in stand?
NIEUWE LEIDSCHE COURANT
DONDERDAG 14 JANUARI 1960
avond is al ver gevorderd, als de snelle motorboot „Noord
Holland" (die ze liier „barcas" noemen) langszij van de
steiger in Paramaribo komt en me aan boord neemt. Doel:
Moengo, een uur of tien varen het binnenland in, via Comme-
wijne-rivier en Cottica-rivier. Moengo: een der centra van
bauxiet-winning. Bauxiet, de rode aarde van dit land, het
goud van Suriname.
Ik ben de enige passagier en de vier Creoolse opvarenden
hebben op het achterdek een stretcher voor me neergezet. Dat
betekent dus dat ik aan dek zal slapen. Ik informeer naar de
kansen, die ik maak op muskieten-invasies. Maar er zal geen
muskiet komen, wordt me verteld. De barcas vaart daarvoor
veel te snel.
Anthony
van Kampen
Jong
Rode propaganda
op het tweede
(Van onze correspondent in Bonn)
J1EFDE op het eerste en commu
nistische propaganda op het
tweede gezicht. Dat was de ver
rassing, die de „Sozialistische Ein-
heifUpartei DeutSchlands", de com
munistische eenheids- en staats
partij in de Oostzone van Duits
land, dezer dagen enkele soldaten
van de Westduitse „Bundeswehr"
bereidde in een nieuwe en nogal
plompe poging om het moreel
der Westduitse strijdkrachten te
ondermijnen.
De communistische propagandisten in
Oost-Berlijn zijn daarbij in eerste in
stantie uitgegaan van de (juiste) ver
onderstelling, dat er nog nooit een Li-
li Marleen tevergeefs aan een Duitse
..Kasernentor" heeft staan wachten op
haar soldaat. Onjuist was evenwel
hun veronderstelling, dat de bondsre-
publikeinse fuseliers aan de versprei
ding van communistisch propaganda
materiaal onder de troep zouden me
dewerken.
Een groot aantal soldaten der Bundes
wehr" in de meest uiteenlopende gar
nizoensteden ontving een brief r.iet
foto van een zekere „Gertraud von Bü-
low" van in excerpt de volgen
de inhoud:
,,Ik ben 19 jaar, blond en levenslustig.
Ik rijd vaak met mijn moeder van
West-Berlijn naar Hannover, meestal
gedurende het weekeinde. Ik bén nl.
mode-tekenares. Op een van mijn laag
ste bezoeken heb ik je (daar en daar»
gezien. Een vriendin van me, wier ver
loofde in je kazerne dienst doet, heeft
me je adres bezorgd. Ik zou graag
met je corresponderen en je leren ken
nen. Je kunt me poste-restante schrij
ven. Mijn moeder weet van niets. Bo
vendien kunnen weelkaar dan onge
stoord schrijven. Ik zou ook gr. ag
eens met je garn dansen. Op 29 de
cember ligt er op het postkantoor een
brief voor je. Daarin staat, wanneer
wij elkaar kunnen ontmoeten. Ik hoop,
dat wij elkaar spoedig zullen treffen.
Je liefhebbende Gertraud van Bülow."
Welke eenzame soldaat in een klein
garnizoenstadje zou daar niet intrap
pen? En dus ging de soldaat naar het
postkantoor en haalde de brief, vol
hoop op een vontuur met een jonge-
Gistermorgen zijn de ruim driehon
derd Papoea-arbeiders, na bemiddeling
van het Christelijk werknemersverbond,
op Nederlands Nieuw-Guinea, \yeer aan
het werk gegaan. De Papoea's, werkne
mers van het houtbedrijf „Manokwari"
van de „Stichting voorbereiding agrari
sche bedrijven", waren dinsdag in sta
king gegaan. Aanleiding was ae per 1
januari ingevoerde nieuwe loonregeling.
De adviseur van het verbond, waarbij
de meeste stakers zijn aangesloten, had
gistermiddag een bespreking met de di
rectie van het houtbedrijf.
De premier van Nigeria, sir Abukar
Tafawa, heeft op een persconferentie
het voorstel van premier Kwame Nkroe-
mah van Ghana om tot een unie van
Westafrikaanse staten te komen, ver-
K HiTzéi, dat Nigeria er niet aan dacht
zijn souvereiniteit en onafhankelijkheid,
die het op 1 oktober
onmiddellijk w
„Schrik niet. als je niet vindt, wat je
had gedacht. Wij moesten deze weg
nemen om je de kans te geven bij
gaande geschriften te lezen en aan je
kameraden door te geven. Neem ze
mee naar de kazerne en verdeel ze.
Duizenden van je kameraden hebben
ons op deze manier al geholpen de
waarheid te verspreiden." Bijgaand-
een zwak communistisch, anti-West
duits propaganda-materiaal.
De comnjunisten bereikten precies het
tegenovergestelde Van wat zij hadden
gehoopt. Er is geen woedender mens
dan een soldaat die op deze manier
wordt bedrogen. Het materiaal werd
dus niet onder de kameraden verdeeld,
doch ging regelrecht naar de kompies-
commandant en de Westduitse autori
teiten werden onmiddellijk op de hoog
te gesteld van deze nieuwste ondermij-
nings-campagne der Oostduitse com
munisten, die enkele jaren geleden
o.a. gefingeerde liefdesbrieven zonden
aan gehuwde officieren der Westduit
se strijdkrachten op een manier, waar
op deze in handen moesten val
len van hun echtgenoten. Als de mili
taire autoriteiten de Oostduitse truc
destijds niet zo snel hadden ontmas
kerd, zouden vele officiers-huwelijken
in scheiding zijn geëindigd.
We varen de Commewijne op en ik
hang aan de reling om de nachtelijke
wereld aan me voorhij te zien gaan.
Ik hen van plan nog uren wakker te
blijvenmaar na een kwartier lokt de
stretcher té uitnodigend. Ik schuif 'm
naar de reling en ga erop liggen. Half
wakend, half slapend zie ik de rivier,
die razend snel voorhij schijnt te
schieten, af en toe een glimp van de
oever, en de sterren hoven me. Van
die sterren ga ik trouwens hoe langer
hoe minder begrijpen: bepaalde ster
renheelden zijn nu eens vóór me, dan
weer achter. Nu eens aan bakboord,
dan weer op mysterieuze wijze aan
stuurboord. Ik kan er geen touw aan
vastknopen. Totdat ik me plotseling
herinner, hoe ongelooflijk veel kron
kels deze rivieren bezitten. Op de
Cottica wordt het later nog erger.
We varen soms even ver terug als we
héén-voeren.
Bosnegers
Die nacht schrik ik enkele malen
wakker. Eenmaal van een felle,
rauwe, wilde schreeuw. Als ik de
motorist vraag wat dat was, zegt
hij dat het een nachtvogel is. Hij
noemt de naam maar z'n neger-
Engels is niet verstaanbaar. Ik ga
terug en probeer de slaap weer te
vatten. Als dat bijna gelukt, hoor
ik mensenstemmen op een der
oevers. Vóór me nadert een hoog-
ir en als wé het passe
ren zie ik donkere schaduwen van
lichamen. Het zijn bosnegers, bezig
met dat vuur de nacht uit te ban
nen, en waarschijnlijk tegelijk de
muskieten. Het is een vreemd, wild,
fantastisch beeld, dat van die naak
te lichamen in het rosse vuur-schijn-
sel. Wat zullen ze van ons denken?
Van deze snelle korjaal, die door
de nacht vaart?
Ik blijf nog wat over de reling
hangen. Een restantje maan schijnt
over reusachtig groot lijkende Mau-
ritius-palmen. Ze doen aan décors/
denken, daar opgezet' voor wie weet
welk jungle-drama. Gespeeld voor
de dieren in die wildernis: de mach
tige anaconda-slang, de grote Kwat-
ta-aap en de kleine wilde varkens.
Met vlakbij, in de riVier, de pi-
rengs, de wrede, gevaarlijke lust
moordenaars van deze rivieren, die
ze in Brazilië pirana's noemen.
Als ik weer ga liggen, hoop ik
dat deze nachtelijke vaart door
het oerbos geen einde zal nemen.
Het is een verrukkelijke ervaring.
De barcas maakt nauwelijks be
weging en schijnt over de Cotti
ca-rivier le zweven. Alsof wc zó
over die oude, geheimzinnige vóór
wereld' gedragen worden. Wèg
van de mensen en wèg van alle
zorg.
Ochtendvaart op de Cottica-
rivier
Als ik dan weer ontwaak is het
bijna morgen. In de verte hoor ik
een somber, onheilspellend geluid.
Het kan niet van mensen zijn en
het is dat ook niet. Het zijn de ba
boens, brui-apen, die tekeer gaan.
Wie het heeft gehoord zal het niet
meer vergeten. Het is alsof een he
le menigte apen bezig is in koor te
brullen, hoewel het er doorgaans
maar een paar zijn. Een geeft
steeds vóór-stoten, waarna de ande
re invallen. De dirigent en zijn koor.
De Creolen vertellen me, dat ik
niet moet denken dat ze vlak aan
de oever in de bomen zitten. Nog
minstens drie, vier kilometer weg.
Het lijkt alleen maar zo dichtbij.
De ochtend is grauw en kil en ik
kleed me snel aan. Het schip glipt
van de ene nevel-bank in de andere.
En ineens weet ik waaraan deze
dunne, doorzichtige, ijle wereld me
doet denken: aan een Japanse prent.
We zweven verder door die we
reld van vloeibaar plastic, een we
reld die helemaal betoverd lijkt, als
de eerste vogels ontwaken en gaan
fluiten. Het begint met enkele,
maar dan zijn er ineens ontelbare.
Een heel orkest.
Als de zon langzaam door de ne
vel heenboort, nadert deze sympho-
nie-van-de-ochtend zijn hoogtepunt.
Een feestelijk, wonderbaarlijk hoog
tepunt. Waarom was er geen com
ponist bij, in dit uur? Hij had alle
motieven, thema's en melodieën
voor een Cottica-rhapsodie zó uit de
hemel kunnen plukken!
Een kleine korjaal schiet uit de
oever. Hij is volgeladen met bana
nen en tussen die gele overvloed zit
een bosneger-vrouw. Als ze dicht
langs ons vaart lacht ze met twee
De jeugd moge het voornamelijk houden bij de kreten en het gejammer
van moderne Amerikaanse jazz en aanverwante muzikale voortbrengselen
op liedjesgebied, ouderen mogen hun hart verpand hebben aan de
sentimenteeltjes van „Grootvaders klok" en „Zilvren draden tussen 't goud",
de nuchtere en de wat meer cultureel ingestelde Nederlanders (en wie wil
daaronder niet gerekend worden?) mogen het goede Oud-Hollandse lied
prefereren en frisse jeugdenscmbles mogen het ene aardige wandel- of
kampliedje na het andere de ether inschallenhet schijnt allemaal niets
te helpen: het domme liedje blijft de boventoon voeren.
Wie houden die weeë nonsens liedjes ogen", het onwezenlijke zeemansgedoe
van „O kleine ree" en de „Reebruine en de talloze variaties op ,,ik hou van
jou" dan toch zo naarstig in stand?
.Vraag er naar, en iedereen die ze
maakt, zingt, speelt, zegt: „Ik niet!
Maar ja....het publiek wil nu eenmaal
zo". Wie zo eens enige uren achter el
kaar de radio heeft aanstaan of alleen
maar eens de programma's van ont-
spanningsmuziek (van alle omroepver
enigingen) aanzet, wrijft zich vele ma
len per dag de oren uit. De meest we
zenloze teksten worden met groot senti
ment gezongen, rijmen, die zelfs op
Sinterklaas een slecht figuur zouden
slaan, bubbelen op kwelende melodie
tjes het radiotoestel uit, en waarlijk
niet in het minst tijdens verzoekpro
gramma's.
Is „het publiek" dan werkelijk zó
groot, zo onverzadigbaar op het ge
bied van domme liedjes, dat er van
tekstdichter tot grammofoonplatenfa-
briek zulke offers aan gebracht moeten
worden?
Blijkbaar wel. Of... komt het tóch
van twee kanten en speculeren makers
en brengers van die liedjes op de pri
mitieve instelling van een gemakkelijk-
luisterend publiek met produkten, die
als vanzelf in het gehoor blijven han-
Dikwijls krijgt de Nederlandse taal
de schuld: „Nou ja, wat In het Duits
goed klinkt, krijgt zelfs bij letterlijke
vertaling in het Nederlands een dom
me bijsmaak", zegt men dan ter ver
ontschuldiging
Dat dit beslist geen argument is,
bewijst wel de actie die op het ogen
blik in Oostenrijk wordt gevoerd.
Daar heeft het „grote publiek" zich
dermate geërgerd aan het domme
liedje dat door de radio gespuid
wordt, dat er ernstige protesten naar
de omroep zijn gestuurd. Er is nu
iemand benoemd, die het radiolied
je gaat keuren en de teksten bij ai
te grote onnozelheid kan afwijzen.
Hier heeft men dus een heel andere
concessie gedaan aan „het grote pu
bliek".
We hebben over het onderwerp in
den brede gesproken met sommigen
Met het nieuwste pro-
dukt van Opel, de 1200,
hebben we dezer dagen
over Neêrlands wegen ge-
tour d en zijn na het afleg
gen van een dikke vijfhon
derd kilometer tot de con
clusie gekomen, dat de wa
gen een aanwinst is in de
bekende Olympia/Rekord
reeks. Deze ruime, twee-
deurs gezinsauto paart ele
gance aan zuinigheid en
comfort aan veiligheid. Vier
voliuassencn als 't moet
zelfs vijf of twee vol
wassenen en drie kinderen
kunnen er zonder enige
moeite een ruime plaats in
vinden.
De 1200 is een kruising
van de Olympia en de Re-
kord, met dien verstande,
dat hij meer op de laatste
dan op de eerste lijkt. Hij
heeft een panoramische
voorruit de enige wagen
in zijn klasse en een
zeer grote, gebogen achter
ruit, die op zichzelf of in
combinatie met elkaar een
uitnemend uitzicht verze
kerenHij bezit bepaald
veel kofferruimte, terwijl
het interieur van een apar
te standing is.
Het enige grote verschil
met de Olympia en de Re-
kord is de krachtbron. De
1200 heeft een nieuwe 1,2
liter Opel motor resp. 0.3
en 0,5 liter kleiner dan de
bestaande modellen en
is dan ook zuiniger dan zijn
broertjes. Bij een kruissnel
heid van negentig kilome
ter per uur moet met een
benzineverbruik van 1 op
11/12 worden gerekend.
Wat de veiligheid van de
wagen betreft, hebben we
geconstateerd, dat hij bij
het bereiken van de maxi
mum snelheid ongeveer
120 kilometer per uur
nog zeer goed op de weg
ligt. Ook harde windvla
gen kan hij bij deze snel
heid uitnemend verdragen,
zij 't, dat men het stuur dan
wel iets steviger in de hand
moet klemmen.
Een groot voordeel van de
Opel 1200 is, dat alle drie
versnellingen gesynchroni
seerd zijn. Men kan dus
zonder het geven van tus
sengas van de tweede naar
de eerste versnelling over
schakelen, wat, in 't bijzon
der voor druk stadsver
keer,- een groot winstpunt
is. Belangrijk is echter, dat
men goed, d.w.z. veel scha
kelt. De wagen heeft noch
een lange één, noch een
lange twee en accelereert
alleen fel, als men de gang-
wissel goed bedient.
De auto heeft schroefve-
ren voor en bladvereiC ach
ter, die zgn. progressief
werken. Dit betekent, dat
hij, om het even welke be
lasting, soepel aanvoelt en
weinig schokt. Niettegen
staande dit kan hij vrij
scherpe bochten nemen,
zonder er als een dweil bij
te hangen. Ook door slech
te wegen laat hij zich niet
afschrikken, want zijn lage
zwaartepunt verzekert hem
onder alle omstandigheden
een goede wegligging.
Het asymmetrisch dimlicht,
dat de 1200 er op nahoudt,
verdient allerwegen navol
ging. In plaats van twee
stralenbundels, die in het
verlengde van de motor
kap liggen, tekenen de
schijnwerpers een patroon
op de weg, dat aan de
voorkant iets naar rechts
afbuigt. De bermstreep is
dan ook goed te zien, ook
als de wagen het midden
van de rijstrook houdt.
Voor het rijden in de
bergen lijkt de auto zeer
geschikt. Volgens opgave
van de fabriek neemt hij
hellingen van 37 in de
eerste, van 14 in de
tweede en van 7 vlot in
de derde. Een langzaam
zwoegende truck of auto
bus op een zware helling
kan dan ook snel worden
gepasseerd, dank zij vooral
de gesynchroniseerde, eer
ste versnelling.
Het instrumentenbord,
ipaarop anders dan bij de
Rekord klokje en aan
steker ontbreken, is klein
en overzichtelijk met een
duidelijke, rechtlijnige
snelheidsmeter, die men
gewoonlijk alleen in dure
Amerikanen aantreft. Het
stuur, verzonken en van
het zgn. veiligheidstype,
heeft een verchroomde
claxonring, terwijl de rui-
t ewissers twee snelheden
bezitten. De verwarming is
uitnemend te noemen
ook de regeling ervan
evenals de toestroom van
koude lucht op warme da
gen. Voor zowel als achter
bevinden zich armsteunen,
vier in totaal dus.
Het enige, dat in de prak
tijk misschien minder goed
bevallen zal, is de draai-
knop, waarmee de ventila-
tieruitjes voor worden ge
opend. Het mechanisme is
nogal stroef, waarbij nog
komt, dat de draai vrij
lang is. We vrezen dan ook,
dat de kunstlederen bekle
ding der deuren op den
duur te lijden zal heb
ben, daar de hand er voort
durend langs schuurt.
Specificatie
Merk/model: Opel 1200.
Motor: vier cylinders, 1,2
liter, 46 pk.
Gangwissel: alle versnel
lingen gesynchroniseerd,
drie vooruit, één achteruit.
Remmen: voetrem hy
draulisch op de vier wielen
handrem mechanisch op de
achterwielen, werkzaam
remvoeringsoppervlak to
taal 704 vierkante cm.
Elektrische installatie:
batterijspanning van zes
volt.
Snelheid: maximum on
geveer 120 kilometer per
Verbruik: 1 op 11/12 bij
een kruissnelheid van ne
gentig kilometer per uur.
Afmetingen: Totale lengte
4.43 meter, grootste breed
te 1,62 m, draaicirkelstraal
5,35 m.
Prijs: f 6.725.inch ver
warming, ruitesproeiers en
ruitewissers.
r-wonmg aan de rivier
rijen onnatuurlijk witte tanden in
haar zwart gezicht. Ook zij hoort
bij de rhapsodie!
Maar ook de overvliegende pa
pegaaien-paren, altijd een mannetje
en een wijfje samen. En o o k de
koeroe-we, de rode vrucht op de
oever, die de Indianen gebruiken
om zich mee in te wrijven, opdat
ze de geur van het bos zullen krij
gen. Opdat ze zullen ruiken als het
bos. Naar planten, naar de regen
en naar het mos. Geen dier dat je
nadering dan nog merkt!
En o o k de bloemen horen bij de
rhapsodie: zowel de prachtige, wit
te franchepane met haar diepe, be
dwelmende geur als de donkerrode
kasjoe, de schone maar wrange
vrucht dezer wildernis.
De mensen zijn wakker gewor
den op de oevers. Overal kleine
bosneger-gemeenschapjes. Overal
vróuwen die zich wassen in de ri
vier. Overal zusjes, die bij andere
zusjes bezig zijn de luizen uit het
haar te halen.
Ik zwaai naar deze kinderen van
het bos en niet eenmaal wordt
niet teruggezwaaid. Geen spoor
van angst, nergens ook maar een
schijn van achterdocht. En ook dat
is feestelijk.
Er komen steeds meer korjalen
uit de kant. De meeste zijn geladen
met groenten en fruit. In sommige
zitten babies tussen de vrachten,
zwart van huid en gillend van ple
zier. Waaróm ook nietl Waarom zou
je als bosneger geen plezier in je
leven hebben? En zeker in dit soort
leven, op deïze betoverde rivier. Je
moet Voorzichtig zijn met deernis
voor primitieven.
Surinaamse „binnenvaart"
En dan is daar plotseling, totaal
onverwacht, dat andere schip. Het
doemt op in een nieuwe bocht van de
rivier: een geweldig casco, een
enorm gevaarte dat zich als het wa
re door het bos, door die jungle heen-
breekt. Maar het vaart werkelijk.
Het is een der vreemdste vormen
van bos-navigatie die ik ooit zag. Dit
is maritieme acrobatiek van het eer
ste plan. Want het moet onvoorstel
baar moeilijk zijn dit soort erts
tankers, zoals de „Wanderer" uit
Panama, die daar als een reusach
tige schaduw op ons toeschuift, door
de honderden en honderden bochten
van deze rivieren te brengen, zon
der niet bij iedere bocht aan de
grond te lopen.
De „Wanderer" gaat voorbij, tot
aan z'n merk afgeladen met bauxiet-
erts. Ik wacht op het ogenblik dat
hij in de wal zal lopen. Want dit is
onontkoombaar. Maar hij lóópt niet
in de wal en verdwijnt even snel
als hij opdook in de eerstvolgende
S-bocht van de Cottica-rivier.
Er zal wel een loods aan boord
zijn geweest, die dit soort 'fantasti
sche navigatie regelde, maar mét of
zonder loods, het was een verbijste
rend staal Surinaamse „binnen-
De laatste nevelflarden trekken op
en het begint al warm te worden.
Maar eer de zon op de stalen bar
cas begint te schroeien en te zen
gen, verrijzen er vier, zes, tien ho
ge schoorstenen boven het bos. En
dat zijn tien signalen dat Moengo,
doel der reis, vóór ons ligt.
Het is Moengo. Een bauxiet-bedrijf
midden in de wildernis. Moengo,
waar het iode hart van Suriname
klopt. Dat rode, gouden hart.
De betovering van de Cottica-
rhapsodie is verbroken, maar te
gelijk weerklinkt de opmaat van
een nieuwe. Op het thema van
de techniek. En opgedragen aan
de mens, die daar bezig is met
alle middelen die hem ten dien
ste staan door te dringen in dat
rode hart.
Een winter
zonder wintertenen
hen, die bij het 'presenteren
dergelijke Nederlandse liedjes betrok
ken zijn.
„Een werkelijk goed, verantwoord
liedje is te moeilijk voor het grote pu
bliek", vertelde een tekstdichter ons,
,hoe onnozeler het is, hoe beter het
ïr in gaat We hebben al zoveel goeie
liedjes zien sneuvelen..." En verschil
lende collega's van hem vielen deze
uitspraak van harte bij.
Een zangduo dat zich nogal eens be
zighoudt met het uitbrengen van
„goedkoop" samengestelde liedjes, vor
men de Selvera's. „Nou, erg mooi vin
den we ze niet, hoor," zeggen zij,
„maar ja....de mensen willen ze nu
eenmaal en de sentimenteelste platen
worden het meest verkocht".
Met deze paar voorbeelden moeten
we volstaan, om het verhaal niet ein
deloos te maken. Natuurlijk zit er
bij de artiesten een stuk broodwin
ning in.... en wie zal het ze kwalijk
nemen, dat ze „dan maar voldoen
aan de smaak van het publiek?"
Trouwens, dezelfde klachten hoor-
ïn we ook van samenstellers van pla
ten-programma's. „Naar de flauwste
liedjes is de meeste vraag. We zouden
ze wel in elk programma achter el
kaar kunnen draaien, en dus moeten
altijd wel een paar bij zijn
Ei) toch....toch kan een stuk muzika
le opvoeding hier prima werken. Hoe
populair en bemind zijn ndet de lied
jes van Jules de Corte geworden?
Hoo'st eenvoudige, maar bepaald ver
antwoorde liedjes. En zo zijn er meer
artiesten, die heus wel aardige en goe
de liedjes maken.
Misschien is de groep lief
hebbers van die stroop-liedjes
verrassend veel kleiner dan die
van degenen die zich eraan
ergeren. Als de laatstgenoemden
nu eens het Oostenrijkse voor
beeld volgden en hun tegenstem
lieten horenmisschien zou
de negatieve ergernis dan kun
nen verkeren in een positieve eis
om beter en dat zou erg nuttig
kunnen zijn.
Programma voor morgen
Televisie voor morgen