CHRISTELIJK
KONING-
RICHARD
Geen leertucht van de
commissie van toezicht
Beeldrijk Boterslootsvalt
wetenschap rauw op de maag
Maatregelen tegen censuur
worden direct uitgevoerd
Een woord voor vandaag
Kanttekening
Oproep tot steun aan
de Koreaanse kerk
I
Voorlopig geen besluit
over aansluiting K.AJB.
Moedige uitspraak
Over de kwestie-Smits schrijft
ds. A. Vroegindeweij in het Ge
reformeerd weekblad:
Er is reden om nog eens terug
te komen op de zaak prof. Smits
en de behandeling daarvan door
de provinciale commissie voor het
opzicht in Zuidholland. In de pers
is veel aandacht besteed aan de
ze zaak. zowel in de dagbladpers
als in de kerkelijke pers. En dat
is ook geen wonder. Het is im
mers wel een zeer bijzondere
zaak, dat iemand om zijn on
christelijke belijdenis zijn ambt is
ontnomen op het erf der Hervorm
de kerk. Dat is wel voorgekomen
onder de Dordtse Kerkorde.
Maar onder de organisatie van
1816 was dit ten enenmale onmo
gelijk. We kunnen wel zeggen, dat
dit in anderhalve eeuw niet is ge-
Toch moeten we constateren,
dat in brede kringen niet recht
duidelijk is wat er nu eigenlijk is
geschied. Men heeft de commissie
voor het opzicht in vele gevallen
beschuldigd van schending van het
kerkrecht zonder dat daartoe vol
doende grond aanwezig is en ton
der dat men voldoende met het vi
gerende kerkrecht op de hoogte is.
We hebben in ons vorige arti
kel over deze zaak reeds uiteen
gezet, dat door de commissie voor
het opzicht geen leertucht is ge
oefend. Dat is de taak van de pro
vinciale kerkvergadering zelf. En
volgens de desbetreffende bepalin
gen valt een emeritus-predikant of
die rechten van een emeritus
heeft niet onder hoofdstuk IV van
de ordinantie voor het opzicht. Bo
ven dit hoofdstuk staat; Het op
zicht over de dienst des Woords
en de Catechese.
Daarom kreeg de provinciale
commissie voor het opzicht deze
zaak te behandelen volgens hoofd
stuk III van deze ordinantie:
Handhaving van de kerkelijke
tucht. Zij treedt op als iemand
..zich schuldig maakt aan een on
christelijke belijdenis en wandel."
De Commissie bevond prof. Smits
schuldig aan het eerste, onchris
telijke belijdenis, zoals dit ook
duidelijk wordt aangewezen in de
uitspraak, die we in ons blad heb
ben gepubliceerd. Inderdaad, er
was eigenlijk geen leertuchtpro-
cedure nodig om te kunnen consta
teren. dat prof. Smits zich schul
dig gemaakt heeft aan onchristelij
ke belijdenis, zoals iemand mij
schreef.
Er is ook veel critiek geoefend
op het feit, dat men prof. Smits
onverhoord heeft geoordeeld. Maar
hij wilde niet verschijnen voor de
betreffende commissie. En hij
schreef ook in zijn brieven aan
de commissie, dat hij voor de vol
le honderd procent zo zou blijven
belijden, als hij in Kerk en We
reld had gedaan, niettegenstaande
elk eventueel gesprek. En hij
voegde er aan toe: ,,Dit is mijn
enige antwoord aan u oviV deze
Wanneer wij dit lezen, zullen we
allen moeten toestemmen, dat de
commissie voldoende grond had
om een uitspraak te doen zonder
hem persoonlijk gehoord te heb
ben. De commissie voor het op
zicht is immers bekleed met een
opdracht van de provinciale kerk
vergadering om opzicht te hou
den ook over prof. Smits. Wan
neer ieder zich aan dit opzicht zou
kunnen onttrekken door maar niet
te verschijnen voor de commissie
en elk gesprek te weigeren, zou
de wanorde in de kerk toch wel
erg groot worden.
Wij hebben als bezwaar tegen
de uitspraak aangevoerd, dat er
in de betreffende tuchtmiddelen
niet gesproken wordt van ..een
ontnemen van emeritaatsrechten".
Nu is echter uit de uitspraak ge
bleken. dat de commissie zich
rondde op bestaande jurispru-
entie. Er zijn in het verleden
reeds twee uitspraken gedaan ten
aanzien van niet-dienstdoende pre
dikanten. De generale commissie
voor het opzicht besloot in 1956
de niet-dienstdoende predikant N.
N. te ontzetten ,,uit het ambt
waarmee hij als predikant met de
bevoegdheden als van een emeri
tus geacht moet worden te zijn
bekleed".
Daarmee is voor ons een juri
disch bezwaar tegen deze uit
spraak verdwenen. We willen l#;t
verder openlijk uitspreken, dat we
de moed prijzen van de commis
sie voor het opzicht in Zuidholland,
dat ze deze uitspraak heeft ge
daan. Dit is een daad geweest,
een getuigenis en een belijdenis.
Hoewel we het als een bezwaar
blijven zien, dat niet de kerk een
dergelijke uitspraak heeft gedaan.
We menen dat dit de taak is van
de kerk, in haar vergaderingen
bijeengekomen. Er zijn in onze
kerk veel te veel raden en com
missies, die zelfstandig kunnen op
treden. Dat is in tegensoraak met
een presbyteriale kerkorde.
Naschrift: Toen we het boven
staande reeds geschreven hadden
kwam ons het verslag onder de
ogen van een rede van prof.
Smits in de moskee van Den
Haag gehouden. U vindt dit ver
slag in de rubriek Kerknieuws
van dit nummer. Het bewijst op
nieuw dat de commissie voor het
opzicht terecht van onchristelijke
belijdenis sprak en aan prof.
Smits zijn emeritaatsrechten ont-
'f-
ROTTERDAMSE DIALECT HEEFT GEEN DOMICILIE MEER
NEVEDA WOL
„Een man van beschaving voelt
zich in Rotterdam als een rood-
kieuwige vis in een stinksloot".
Tussen deze gevleugelde woor
den van Herman Heyermans
(junior) en het beroemde „dad-
demetoffejongenszijn" lag een
praatje gevat, dat prof. dr. L.
J. Rogier zaterdagmiddag hield
over het Rotterdamse dialect.
De professor, die 65 jaar geleden in
Rotterdam werd geboren (zijn groot
moeder woonde destijds op 't Vis-
sersdijk), sprak in een deftig Amster
dams grachtenhuis voor een ernst:g
gezelschap filologen, die zich bezig
houden met de studie van Nederland
se dialecten. Voor de leden namelijk
van de afdeling Dialectologie van de
Koninklijke Nederlandse Akademie
van Wetenschappen.
Waf dat gezelschap zhterdagmiddag
uit de mond van de Rotterdammer
Rogier hoorden wel. dat loog er
niet om: dat was beeldrijk, onver
bloemd ,J3otersloots". Dat was be
paald niet de taal van Brusse's
Boefje, want zei de professor
Brusse was een Amsterdammer
dat liet-ie op elke bladzijde van
boek merken.
„Een man van beschaving voelt zich
in Rotterdam als een rood-kieuwige
vis in een stinksloot". Maar wethou
der Jan Hudig, een deftige 19e eeuw-
se regent, die in de „waterstad"
woonde, bediende zich vol trots van
een Rotterdams dialect en niemand
zal toch durven beweren, dat Jan Hu
dig geen man van beschaving was.
Die woorden van Heyermans, meende
de professor, sloegen op mensen van
buiten Rotterdam, die de stad goed
genoeg vonden om er (veel) geld te
verdienen en om er tot aanzien te
komen, maar die voor 't overige geen
goed woord voor Rotterdam over had-
dden. Echte snrbs dus!
als een
rood-kieuwige
vis in een
stinksloot
(Van een onzer verslaggevers)
Dr. Platteel voor vertrek naar Nieuw-Guinea
Na bestudering van het rapport
over de onwettige censuur in
Nieuw-Guinea heeft de Neder
landse regering haar beleid in
deze kwestie vastgesteld. De gou
verneur van Nederlands Nieuw-
Guinea, dr. P. J. Platteel, zal, na
aankomst in Hollandia, onmiddel
lijk beginnen met de uitvoering
van het beleid.
Dr. Platteel vertrok zaterdag
avond met het K.L.M. toestel, via
de noordpoolroute, naar Biak. Op
de Amsterdamse luchthaven werd
Beroepingsiverk
NED. HERVORMDE KERK
Bedankt voor Eindhoven als predikant
voor buitengewone werkzaamheden (stu-
dentenwerk) toez.: Dr. J. Sperna Weiland
te Rotterdam.
GEREFORMEERDE KERKEN
Aangenomen naar Tholen-Poortvliet:
J. C. van Egmond te Rijnsburg, die be
dankte voor Blokzijl, Den Bommel,
's-Gravenmoer, Schildwolde en Wester
enden.
Beroepen tc Aduard: W. J. de Ruiter
te Idskenhuizcn Fr. (bij accl.).
CHRISTELIJKE GEREF. KERKEN
Beroepen te 's-Gravenmoer: C. v.
Zaal te Harlingen.
In het Indiaas-Tibetaanse grens
gebied bij Taksing is een vliegtuig van
de ..Indian Airlines Corporation" veron
gelukt. Men vreest dat de acht inzitten
den om het leven zijn gekomen.
aangedrongen op een vereenvoudi
ging in de procedure bij de financie
ring der projecten.
Zaterdag zal ook staatssecretaris
Bot naar Hollandia vertrekken. Tij
dens zijn bezoek dat vijf weken
gaat duren zal de staatssecretaris
met dr. Platteel per vliegtuig alle
residenties, alsmede enkele kleine
re plaatsen, op Nederlands Nieuw-
Guinea bezoeken.
De beide functionarissen zullen hun
rondvlucht maken in een Grum
man Amphibie-vliegtuig. Dit toe
stel, eigendom van 'de Nederlands
Nieuw-Guinea Petroleum Maat
schappij, is dezer dagen door de
zustermaatschappij van de K.L.M.
de gouverneur uitgeleide gedaan |0p Nieuw-Guinea ,,De Kroonduif"
door de staatssecretaris Th. H. Bot overgenomen.
de heer A. Kottier, chef directie
Nederland Nieuw-Guinea van het de
partement van binnenlandse zaken.
Voor zijn vertrek verklaarde de
gouverneur, dat hij tijdens zijn be
zoek aan Nederland onder meer
heeft gesproken over de nieuwe be
windsregeling die binnenkort aan de
Staten Generaal zal worden voorge
legd. Het ontwerp voorziet in een
vertegenwoordigend lichaam. dat
o.m. de jaarlijkse begroting zal moe
ten behandelen.
rapport noemde dr.
Platteel een gedegen stuk werk, dat
de regering in staat heeft gesteld
haar beleid vast te stellen.
Hotel
Bij de besteding van de 35 miljoen
dollar, door de E.E.G. voor de ont
wikkeling van Nieuw-Guinea be
schikbaar gesteld, wordt gedacht
aan de bouw van een modern hotel
in Hollandia. Bij de besprekingen die
dr. Platteel over de besteding van
de E.E.G.-som voerde, werd vooral
Na afloop van dc proefperiode zal
worden besloten of tot aankoop van
de Grummaii amphibie, die grotere
gebieden van Nieuw-Guinea bereik
baar kan maken, zal worden over
gegaan.
Illegale emigranten
terug uit Australië?
Twee Nederlandse verstekelingen aan
boord van het Italiaanse schip Flami-
nia (8766 ton) hebben toen het schip
in Sydney arriveerde, geen verlof ge
kregen aan land te gaan. Het waren de
27-jarige Nicolaas Boonekamp, metaal
bewerker, ïn de 24-jarige Philippus
Boezer, fitter, beiden afkomstig uit
Zuid-Limburg. Zij verborgen zich in
Genua aan boord van de Flaminia.
Boonekamp bracht als emigrant reeds
drie jaar in Australië door. In 1958 keer
de hij weer naar Nederland terug.
Immigratie-ambtenaren hebben ver
klaard. dat de beide mannen naar Ne
derland of Italië teruggestuurd zullen
worden.
Na deze inleidende opmerkingen, die de
deftige „dialectologen" ietwat rauw
op de maag vielen, betoogde de hoog
geleerde spreker: „Sinds 1940, sinds
de verwoesting van de city, heeft het
Rotterdamse dialect geen domicilie
meer. Als een schip zonder haven
zwerft het stuurloos door de nieuwe
wijken"
„Vroeger vas dat anders. In 1800 woon
den er 50.000 mensen in de city, die
in die tijd een oppervlakte had van
één vierkante kilometer. Toch was
dat kleine gebied nog verdeeld in drie
wijken en ieder wijk had kleine
schakeringen in de t al. Je kon aan
de mensen horèn uit welk gedeelte
ze afkomstig waren".
„Je had de wijk rond de Botersloot.
Het was in deze buurt, dat Rotter
dam als stad werd geboren. Het oud
ste deel van de staden de men
sen spraken er Botersloots. Sarcasten
noemden het zelfs hoog-botersloots.
Het leven bruiste er in de smalle
straten, waar beroemde figuren als
Kaat Mossel opgroeiden".
„De stad breidde zich vervolgens naar
het westen uit. Je kreeg de buurt van
de Oppert. En ten slotte werd de def
tige „waterstad" gebouwd: het ge
deelte tussen de Blaak en de rivier.
Daar verrezen in de zeventiende en
in de achttiende eeuw de koopmans
huizen aan de Leuvehaven en aan de
Wijnhaven en ook daar werd door de
patriciërs een Rotterdams dialect ge
sproken".
„Er waren verschillen. Sociaal gespro
ken lag er een grote wereld tussen
de Botersloot en de Wijnhaven en dat
verschil was merkbaar aan de nuan
ceringen in de taal. Nochtans sprak
de koopman uit de „waterstad" zó
Rotterdams, dat de puriteinen van
vandaag zijn taal beslist niet be
schaafd zouden willen noemen".
Kans gemist
Volgens professor Rogier is er helaas
nooit een ernstige studie van het Rot
terdams gemaakt. Aan deze materie
werd in vroeger jaren geen aandacht
geschonken en daarmee werd eer
kans gemist. Voorgoed gemist zelfs,
want op het ogenblik is zo'n studie
van de oorspronkelijke dialecten door
de verwoesting van de city onmoge
lijk.
Vast staat in ieder geval, dat het Rot
terdamse dialect in oude tijden niet
volledig op zichzelf stond. Het maak
te min of meer deel uit van een soort
standaard-taal, die overal in de drie
hoek Rotterdam, Hoek van Holland,
Den Haag (met uitzondering van de
steden langs de Nieuwe Maas) werd
gesproken. Het klankstelsel was vrij
wel in geheel westelijk Holland ge
lijkde verschillen konden wor
den gevonden in de grote aantallen
„eigen woorden".
Zo zeiden bijvoorbeeld de niet-Rot-
terdamse dienstmeisjes „worteltjes",
terwijl de Rotterdamse mevrouwen
van „penen" spraken. En hetzelfde
gold voor „bieten" en „kroten"
voor „smullen" en het Rotterdamse
„smikkelen". In Rotterdam was pint
steevast een liter en de woorden hes
en buis waren er onbekend: Rotter
dam zei „kiel". En een bloes was in
alle kringen uitsluitend een dames
kledingstuk.
Den Haag gebruikte uitdrukkingen als
„ik blief", „e. wordt gescheld" en
„hij heeft gespijbeld". De Rotterdam
mer zei „ik lust" en „er wordt ge
beld". Spijbelen kwam in zijn woor
denboek niet voor hij sprak ge
woon van „puzzeren".
Boors" en „berzie" waren ia de Maas
stad alledaagse woorden en nooit
hoorde je, dat een Rotterdammer
iets gekregen hadhij had altijd
iets „gehad".
Op «1c Hoogstraat
Ook woonde je niet in de Hoogstraat,
maar op de Hoogstraat. Je liep ei
ook niet door, maar je liep er over.
En je had het over 't Steiger, 't Vis-
sersdijk en 't Wolfshoek. In Rottebrug
en Maasbrug en nog zoveel andere
bruggen liet je de klemtoon op brug
vallen. Voor deze regel gold slechts
één uitzondering.. dat was de Schie-
brug en niemand zal ooit kunnen zeg
gen waarom daar de klemtoon op
Schie moest vallen.
„Op een dak" was „obbundak"
zelfs de allerdeftigste meisjes vai
middelbare school aan de Witte de
Withstraat zeiden geen lopen maar
„lopih", terwijl ze aan het eind
hun zinnen het woordje „hè?", r
dan uitgesproken als „hi?", nooit
zouden weglaten.
Van de deftige meisjes, die hij
dienstelijk imiteerde, stapte de hoog
leraar vervolgens over op de bootwer
kers. Op nog verdienstelijker wijze
zag hij kans >ok deze na te bootsen
en het moet worden gezegd: de def
tige filologen in het Amsterdamse
grachtenhuis (het woord gracht is
Rotterdam onbekend; men zegt daar
sloot, of vaart, of water, of haven,
aldus prof. Rogier) die defti,
lologen dan zaten bij het aanhoren
van de „bootwerker" Rogier perplex.
Maar toen had hij het dan ook, be
halve over krachttermen, over be
grippen als taaretje en pooretje ei
horretje en visite-kaaretje. Toen ze
hij brooje en hoeje en traproeje. En
meides en mandes en kippes
tremmes. Toen zei hij tenslotte ook
Meganenahuis en daddemekomme
daddemetoffejongeszijn.
Prof. dr. L. J. Rogier, die hoogleraar
is in Nijmegen, is geen geboren filo
loog en ook heeft hij geen studie ge
maakt van dialecten. Dat was zater
dagmiddag wel te merken. Deson
danks slaagde hij erin het
ge gezelschap een indruk te geven
van de taal, die in het oude hart van
de stad werd gesproken vóór dat hart
werd venvoest. Maar daarvoor werd
hij dan ook in Rotterdam geboren.
Jaren geleden liet hij zich eens uit de
mond vallen, dat dat Rotterdamse
dialect toch zo'n lekkere taal was en
dat het goed zou zijn over die taal
'es een lezing te laten houden. Toen
vermoedde hij niet, dat een vorser
in de filologie hem nog eens aan die
„uit de mond gevallen" uitspraak zou
houden. Welnu, het gebeurde en de
voordracht van zaterdagmiddag was
daarvan het resultaat.
„Roterodamum" zal zich, op haar
beurt, wellicht die voordracht her
inneren.... Als dat zo is, dan ho
ren we de Rotterdammer Rogier
misschien nog wel eens in Rotter
dam. Ook al zal dat niet meer
kunnen in de omgeving van de Bo
tersloot.
Jezus Christus groeide. Dat kunnen we ons wel voorstellen.
Hij werd als kind geboren en stierf als man. Maar Christus
groeide niet slechts lichamelijk. In Lucas 4 52 lezen wij,
dat Christus toenam in grootte, wijsheid en genade bij God.
Hij groeide lichamelijk, verstandelijk en geestelijk. Die laatste
twee dingen kunnen wij moeilijker begrijpen.
Voor ons gevoel kan God wel in het lichaam van een mens
komen wonen, maar Hij blijft God. Maar Christus kwam niet
slechts in een lichaam wonen; Hij werd mens, zodat Hij als
ieder ander mens ook verstandelijk moest groeien. Christus
heeft evenveel moeite gehad met het leren van het alphabet
en de tafels van vermenigvuldiging als uw kinderen.
Het meest onbegrijpelijke is misschien wel, dat er ook staat,
dat Christus geestelijk moest groeien. Hoe kon Christus toe
nemen in genade bij God? Was Hij niet de Zoon van God? Ja,
maar Hij was mens geworden. Naarmate een mens groeit
geeft God Hem meer verantwoordelijkheden, maar wordt
hij ook meer afhankelijk van Gods genade. Christus werd niet
alleen lichamelijk en verstandelijk als een kind geboren. Hij
werd ook geestelijk een kind, opdat wij geestelijk volwassen
zouden kunnen worden.
WAT MEN NIET WENST EN WAT WEL
T\E laatste dagen van het jaar aandienende vakorganisatie naast het
hebben nog een weigering opge- N.V.V. Zoals men weet, is men van
N.V.V. zelf uitgegaan.
waardig resultaat hebben.
ook velen, die tegenover het socia- ringen, zoals ze bij de niet-christelijk
CHROESJTSJEF NAAR DE OOST
Twintig Nederlandse predikan
ten van zes verschillende kerken
hebben een oproep doen uitgaan
om financiële steun te verlenen
aan een weeshuis en seminarium
in Korea, die door de kerkscheu
ring zonder financiën zijn ge
komen. Zoals wij reeds berichtten
heeft in de Presbyteriaanse (cal
vinistische) Kerk van Korea een
scheuring plaatsgevonden over
de aanbidding van het kwa-
H ['hulde brengend aan Arimanes. de belicha
ming van alles wat slecht en verdorven is.
Sir Kenneth luisterde onwillig en het lied, gezon-
5en door iemand die er zich schaamteloos op beroem-
e zelf een afstammeling van dc duivel te zijn,
klonk hem als een verschrikkelijke godslastering in
de oren, zodat zijn onbehagen nog groter werd en
hij zich afvroeg wat hem te doen stond. Moest hij
onmiddellijk van de Saraceen afscheid nimen en
zijn weg alleen vervolgen, of was het zijn plicht van
kruisvaarder het zwaard te trekken en zijn tochtge
noot te lijf gaan, alle gedane beloften van vriend
schap ten spijt? Terwijl hij nog volop met deze
moeilijke overweging bezig was. werd hij echter on
verhoeds in zijn gedachten gestoord door een plot
seling naderende verschijning.
Reeds liep de dag naar zijn einde, doch het was
nog licht genoeg om het de ridder toe te laten op
te merken dat zij niet langer alleen tussen de rot
sen reden, maar werden gevolgd en bespied door
een lange, magere gedaante die met de lenigheid
van een kat over stenen en struiken sprong, zich
zoveel mogelijk aan hun blik onttrekkend. Wat hij
zag was een behaarde, ruige gestalte, gelijkend op
de afbeeldingen van faunen en saters, zoals hij die
op de muren van dc oude tempels 'van Rome had
leren kennen. In zijn bjgelovige aanleg twijfelde de
S-hot er geen ogenblik aan of het heidens lied van
zijn gezel had de duivel er toe aangezet zich in le
vende lijve aan hen te vertonen.
Maar duivel of geen duivel, het kan mij niet
deren, dacht de moedige Sir Kenneth in stilte, ik zal
de boze en zijn vereerder laten verdwijnen.
Aangezien het hem echter onverstandig voorkwam
SIR WALTER SCOTT
voordat hij zich tot de verschijning zou keren. Dc
Emir immers, zo redeneerde hij. moest voor de
komst van de boze aansprakelijk worden gesteld en
dus was het niet meer dan billijk dat hij als eerste
uit de weg werd geruimd. Doch zie, nog maar nau
welijks raakte hij met de hand de steel van zijn
knots of reeds namen de gebeurtenissen een ande
re wending dan hij had verwacht en meteen werd
hij verhinderd een daad te stellen die anders voor
altijd een schandvlek op zijn blazoen zou zijn geble
ven. De gestalte immers ging op dat ogenblik zelf
tot de aanval over en nog voor de niets vermoe
dende Saraceen zijn lied had beëindigd sprong hij
voor hem op de weg, zich thans ontpoppend als een
Sewoon sterveling, gehuld in een geitenpels. Ofschoon
c ridder de gestalte dus reeds had opgemerkt,
kwam de aanval toch volkomen onverwachts, aan
gezien hij sinds enkele seconden zijn aandacht meer
op de Saraceen hield gericht en de belager dus min
of meer uit het oog had verloren. Nog voor hij de
tijd kreeg iets te doen om de aanval te verhinde
ren. had de onbekende de teugels van het paard van
de Saraceen met beide handen gegrepen, rukte er
aan en drong het verraste dier achteruit. Het
paard, dat niet bestand bleek tegen de onverhoedse
greep op het gebit en de stijve toom, die naar Oos
terse mode met een sterke, ijzeren ring was beves
tigd, steigerde, verloor het evenwicht en sloeg ach
terover, ruggelings op de berijder. Deze echter be
hield voldoende tegenwoordigheid van geest en was
lenig genoeg om zich nog net bijtijds op zijn zij
te werpen, waardoor de slag enigszins werd gebro-
De aanvaller liet direct daarna de teugel los,
wierp zich op de ruiter en greep deze bij de keel.
Er volgde een worsteling en ditmaal bleek de kracht
van de oosterling niet groot genoeg om zich te be
vrijden. Niettemin bewaarde hij zijn zelfverzekerd
heid cn riep, half lachend:
Pas op. gek die je bent, dit gaat je krachten
te boven. Als je me niet loslaat gebruik ik mijn
dolk.
Probeer maar, ongelovige hond, riep de man
in de geitenpels, probeer of u dat kunt! Meteen
slaagde hij er in met een handige beweging de dolk
uit de hand van de Saraceen los te wringen, hield
hem met de andere arm in bedwang en zwaaide het
wapen dreigend boven het hoofd.
Help, Nazarener! schreeuwde Sheerkohf
eensklaps ontsteld, die gek wil me vermoorden!
Natuurlijk, tierde de woestijnbewoner, ik zal u
vermoorden, u hebt de dood verdiend door het zin
gen van dat godslasterlijke lied. Ik zal u naar het
rijk van de boze geest sturen waar u gelegenheid
te over zult krijgen hem te vereren.
De ridder van de Slapende Luipaard had tot nog
toe verwonderd toegekeken, onthutst door de ver
rassende loop van de gebeurtenis en aanvankelijk
niet wetend hoe hij op dit alles moest reageren.
Thans echter begreep hij dat zijn eer van hem eis
te voor de bijna verslagen Saraceen in de bres te
springen en dus wendde hij zich naar de gedaante
in de geitenpels en zei moedig:
(Wordt vervolgd)
de vraag of de kerk zich blijvend
bij de Wereldraad van Kerken
zou aansluiten.
Een zo groot mogelijke minderheid
an de synode verzette zich tegen dit
voorstel, omdat zij bezwaren hebben te
gen vrijzinnige invloeden en de contac
ten die de Wereldraad van Kerken on
derhoudt met kerken achter het ijzeren
gordijn en communistisch gezinde ker
kelijke leiders.
Door de scheuring is een weeshuis
met 132 wezen geheel zonder steun ge
komen, waardoor de kinderen reeds
sinds oktober van dit jaar honger lei
den. Ook een aantal seminaria, die
zich solidair verklaard hebben met de
minderheidsgroep heeft dringend steun
Het geld zal worden bijeengebracht
op het gironummer van de Internatio
nale Raad van Christelijke Kerken
524990 ten name van de algemeen
cretaris van de I.C.C.C. te Amsterdam.
De oproep is onder meer ondertekend
door de gereformeerde hoogleraren dr.
G. Ch. Aalders en S. U. Zuidema, door
de gereformeerde predikant ds. Joh.
Heule van Rotterdam, door de hervorm
de predikant ds. J. J. Timmers e
voorzitter van de Geref. Bond i
Ned. Herv. Kerk prof. dr. J. Severijn,
door de hoogleraar uit de Gereformeer
de Kerken (vrijgemaakt) prof. C. Veen-
hof, de vrije-evangelische predikant P
J. Miétes, de christelijke gereformeerde
hoogleraar prof. dr. B. J. Oosterhoff
de predikanten uit de Gereformeerde
Gemeenten ds. J. W. Kersten en ds. H.
Het fonds van de Raad van Euro
pa voor hulp bij vestiging van vluchte
lingen heeft in de eerste helft vai
wereldvluchtelingenjaar 1959-1960 lenin
gen verstrekt tot een totaal van 11.901.950
dollar voor de bouw van vluchtelingen-
woningen en centra voor vakopleiding
ten behoeve van vluchtelingen in West-
Duitsland, Italië, Griekenland en Turkije.
Russische bemidde-
een lange reeks van hoofdsteden, tenslotte leeft Rusland uit dezelfde
Chroesjtsjef aangekondigd naar In- ten in de Indiase en de Indonesische
dia en Indonesië. hoofden.
Stellig een opmerkelijke aankondi- Zal zij dan welkom zijn aan China?
ging, die nu al aan vele verondérstel- Och, van een behoefte aan bemidde
lingen stof heeft gegeven. Want op ling is ook bij China nog niet kun
de achtergrond is er de nog altijd nen blijken. China is een moeilijk on
mysterieuze verhouding tussen Chi- derhandelaar. Door zijn aanval op
na en Rusland. En de wereld vraagt Tibet en door zijn zich opdringen
aan India heeft het laten zien, dat
het, wanneer het dit zelf nuttig acht,
len. een eigen politiek kan voeren. Des-
Het ligt op dit ogenblik moeilijk tus- noods een politiek, welke die van
sen China aan de ene kant en de bei- Rusland doorkruist. Als c
de landen, die Chroesjtsjef tot
wereld bekend te maken, dat het
aankondiging van de tocht is in de Zo hult de reis van Chroesjtsjef zich
Chroesjtsjef maakte over de gKenzen tussen Rusland en de Westelijke t
van eigen land geen vakantiereizen, reld iets van een heroriëntering in
Bovendien voert hij een sterk per- de lucht leek te hangen,
soonlijk bewind, dat ook en niet het De Rus gaat zich nu mengen in Azia-
minst in zijn reizen uitkomt. Hij tische conflicten. Betoont hij sym-
Wil hij bemiddelen tussen de drie? afgenomen. Omgekeerd: geeft hij
Doch zo ja, doet hij het dan met in- uiting aan begrip voor het Chinese
zouden kunnen gevoelen. Maar i
neer hij zich „op de vlakte" houdt,
India is vanouds in Azië het land, wereld niet het minst, dus alle reden
dat zou kunnen bemiddelen
straks in gedachten, daartoe in
zich ook met resultaten van deze staat gesteld door de middelen der
precieuze taak gekweten heeft. Ech
ter, India is nu zelf partij in een
moeilijk conflict met China.
moderne communicatie, Chroesjtsjef
op zijn reis naar de Oost te volgen.
Katholiek onderwijzers Verbond
De voorzitter van het katholiek on
derwijzers verbond, de heer Joh. H.
M. Derksen, heeft zaterdag in
Utrecht bij de opening van de alge
mene jaarvergadering van het KOV
enkele actuele problemen aan de or
de gesteld.
Sprekende over het rooms-katholiek
organisatieleven in Nederland, zei hij,
dat men niet binnen zeer korte tijd een
beslissing zal kunnen nemen over aan
sluiting van het KOV bij een al of niet
gereorganiseerde rooms-katholieke vak
centrale of over het oj een andere wij
ze inpassen van het KOV in de rooms-
katholieke sociale struktuur.
De heer Derksen verklaarde, dat deze
vraagstukken een grondige bestudering
verdienen. Hij herinnerde er voorts aan,
dat de Nederlandse onderwijzersvereni-
Jing cn de protestants christelijke on-
erwijzersvereniging zich met grote
meerderheid hebben geuit tegen een
aansluiting respektievelijk bij het NW
en het CNV.
De heer Derksen acht het op de duur
niet goed aanvaardbaar, dat onge-. eer
73.000 rooms-katholiek georganiseerden,
die niet bij de KAB zijn aargesloten,
niet meespreken en -spelen in het soci
aal-economisch overleg. Het KOV staat,
althans landelijk, buiten het rooms-ka
tholiek maatschappelijk overleg. De
heer Derksen betwijfelt, of het juist is,
dat tal van groeperingen uit de hogere
middenklassen, waaronder vrijwel
het gehele georganiseerde onderwijzers-
en lerarencorps, buiten het sociaal-eco
nomische overleg staan. Aan de andere
kant meent hij echter ook, dat het over
dreven is om de vakorganisaties die
niet bij een algemene vakcentrale zijn
aangesloten, als daklozen te kwalifice
ren. Hij waarschuwde in dit verband
tegen overdrijving. Ten aanzien van de
salarissen merkte hij onder mec-r op.
dat de aanpassing vai de onderwijzers-
salarissen aan de salarisverhoging die
op 1 april 1958 voor de ambtenaren tot
stand kwam, nog steeds niet naar be
vrediging van het KOV in orde is ge
komen.
Hij verklaarde, dat de onderwijzers-
organisaties met alle kracht blijven
vasthouden aan de eis van evenredig-