CHRISTELIJK KONING- RICHARD Geen leertucht van de commissie van toezicht Beeldrijk Boterslootsvalt wetenschap rauw op de maag Maatregelen tegen censuur worden direct uitgevoerd Een woord voor vandaag Kanttekening Oproep tot steun aan de Koreaanse kerk I Voorlopig geen besluit over aansluiting K.AJB. Moedige uitspraak Over de kwestie-Smits schrijft ds. A. Vroegindeweij in het Ge reformeerd weekblad: Er is reden om nog eens terug te komen op de zaak prof. Smits en de behandeling daarvan door de provinciale commissie voor het opzicht in Zuidholland. In de pers is veel aandacht besteed aan de ze zaak. zowel in de dagbladpers als in de kerkelijke pers. En dat is ook geen wonder. Het is im mers wel een zeer bijzondere zaak, dat iemand om zijn on christelijke belijdenis zijn ambt is ontnomen op het erf der Hervorm de kerk. Dat is wel voorgekomen onder de Dordtse Kerkorde. Maar onder de organisatie van 1816 was dit ten enenmale onmo gelijk. We kunnen wel zeggen, dat dit in anderhalve eeuw niet is ge- Toch moeten we constateren, dat in brede kringen niet recht duidelijk is wat er nu eigenlijk is geschied. Men heeft de commissie voor het opzicht in vele gevallen beschuldigd van schending van het kerkrecht zonder dat daartoe vol doende grond aanwezig is en ton der dat men voldoende met het vi gerende kerkrecht op de hoogte is. We hebben in ons vorige arti kel over deze zaak reeds uiteen gezet, dat door de commissie voor het opzicht geen leertucht is ge oefend. Dat is de taak van de pro vinciale kerkvergadering zelf. En volgens de desbetreffende bepalin gen valt een emeritus-predikant of die rechten van een emeritus heeft niet onder hoofdstuk IV van de ordinantie voor het opzicht. Bo ven dit hoofdstuk staat; Het op zicht over de dienst des Woords en de Catechese. Daarom kreeg de provinciale commissie voor het opzicht deze zaak te behandelen volgens hoofd stuk III van deze ordinantie: Handhaving van de kerkelijke tucht. Zij treedt op als iemand ..zich schuldig maakt aan een on christelijke belijdenis en wandel." De Commissie bevond prof. Smits schuldig aan het eerste, onchris telijke belijdenis, zoals dit ook duidelijk wordt aangewezen in de uitspraak, die we in ons blad heb ben gepubliceerd. Inderdaad, er was eigenlijk geen leertuchtpro- cedure nodig om te kunnen consta teren. dat prof. Smits zich schul dig gemaakt heeft aan onchristelij ke belijdenis, zoals iemand mij schreef. Er is ook veel critiek geoefend op het feit, dat men prof. Smits onverhoord heeft geoordeeld. Maar hij wilde niet verschijnen voor de betreffende commissie. En hij schreef ook in zijn brieven aan de commissie, dat hij voor de vol le honderd procent zo zou blijven belijden, als hij in Kerk en We reld had gedaan, niettegenstaande elk eventueel gesprek. En hij voegde er aan toe: ,,Dit is mijn enige antwoord aan u oviV deze Wanneer wij dit lezen, zullen we allen moeten toestemmen, dat de commissie voldoende grond had om een uitspraak te doen zonder hem persoonlijk gehoord te heb ben. De commissie voor het op zicht is immers bekleed met een opdracht van de provinciale kerk vergadering om opzicht te hou den ook over prof. Smits. Wan neer ieder zich aan dit opzicht zou kunnen onttrekken door maar niet te verschijnen voor de commissie en elk gesprek te weigeren, zou de wanorde in de kerk toch wel erg groot worden. Wij hebben als bezwaar tegen de uitspraak aangevoerd, dat er in de betreffende tuchtmiddelen niet gesproken wordt van ..een ontnemen van emeritaatsrechten". Nu is echter uit de uitspraak ge bleken. dat de commissie zich rondde op bestaande jurispru- entie. Er zijn in het verleden reeds twee uitspraken gedaan ten aanzien van niet-dienstdoende pre dikanten. De generale commissie voor het opzicht besloot in 1956 de niet-dienstdoende predikant N. N. te ontzetten ,,uit het ambt waarmee hij als predikant met de bevoegdheden als van een emeri tus geacht moet worden te zijn bekleed". Daarmee is voor ons een juri disch bezwaar tegen deze uit spraak verdwenen. We willen l#;t verder openlijk uitspreken, dat we de moed prijzen van de commis sie voor het opzicht in Zuidholland, dat ze deze uitspraak heeft ge daan. Dit is een daad geweest, een getuigenis en een belijdenis. Hoewel we het als een bezwaar blijven zien, dat niet de kerk een dergelijke uitspraak heeft gedaan. We menen dat dit de taak is van de kerk, in haar vergaderingen bijeengekomen. Er zijn in onze kerk veel te veel raden en com missies, die zelfstandig kunnen op treden. Dat is in tegensoraak met een presbyteriale kerkorde. Naschrift: Toen we het boven staande reeds geschreven hadden kwam ons het verslag onder de ogen van een rede van prof. Smits in de moskee van Den Haag gehouden. U vindt dit ver slag in de rubriek Kerknieuws van dit nummer. Het bewijst op nieuw dat de commissie voor het opzicht terecht van onchristelijke belijdenis sprak en aan prof. Smits zijn emeritaatsrechten ont- 'f- ROTTERDAMSE DIALECT HEEFT GEEN DOMICILIE MEER NEVEDA WOL „Een man van beschaving voelt zich in Rotterdam als een rood- kieuwige vis in een stinksloot". Tussen deze gevleugelde woor den van Herman Heyermans (junior) en het beroemde „dad- demetoffejongenszijn" lag een praatje gevat, dat prof. dr. L. J. Rogier zaterdagmiddag hield over het Rotterdamse dialect. De professor, die 65 jaar geleden in Rotterdam werd geboren (zijn groot moeder woonde destijds op 't Vis- sersdijk), sprak in een deftig Amster dams grachtenhuis voor een ernst:g gezelschap filologen, die zich bezig houden met de studie van Nederland se dialecten. Voor de leden namelijk van de afdeling Dialectologie van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. Waf dat gezelschap zhterdagmiddag uit de mond van de Rotterdammer Rogier hoorden wel. dat loog er niet om: dat was beeldrijk, onver bloemd ,J3otersloots". Dat was be paald niet de taal van Brusse's Boefje, want zei de professor Brusse was een Amsterdammer dat liet-ie op elke bladzijde van boek merken. „Een man van beschaving voelt zich in Rotterdam als een rood-kieuwige vis in een stinksloot". Maar wethou der Jan Hudig, een deftige 19e eeuw- se regent, die in de „waterstad" woonde, bediende zich vol trots van een Rotterdams dialect en niemand zal toch durven beweren, dat Jan Hu dig geen man van beschaving was. Die woorden van Heyermans, meende de professor, sloegen op mensen van buiten Rotterdam, die de stad goed genoeg vonden om er (veel) geld te verdienen en om er tot aanzien te komen, maar die voor 't overige geen goed woord voor Rotterdam over had- dden. Echte snrbs dus! als een rood-kieuwige vis in een stinksloot (Van een onzer verslaggevers) Dr. Platteel voor vertrek naar Nieuw-Guinea Na bestudering van het rapport over de onwettige censuur in Nieuw-Guinea heeft de Neder landse regering haar beleid in deze kwestie vastgesteld. De gou verneur van Nederlands Nieuw- Guinea, dr. P. J. Platteel, zal, na aankomst in Hollandia, onmiddel lijk beginnen met de uitvoering van het beleid. Dr. Platteel vertrok zaterdag avond met het K.L.M. toestel, via de noordpoolroute, naar Biak. Op de Amsterdamse luchthaven werd Beroepingsiverk NED. HERVORMDE KERK Bedankt voor Eindhoven als predikant voor buitengewone werkzaamheden (stu- dentenwerk) toez.: Dr. J. Sperna Weiland te Rotterdam. GEREFORMEERDE KERKEN Aangenomen naar Tholen-Poortvliet: J. C. van Egmond te Rijnsburg, die be dankte voor Blokzijl, Den Bommel, 's-Gravenmoer, Schildwolde en Wester enden. Beroepen tc Aduard: W. J. de Ruiter te Idskenhuizcn Fr. (bij accl.). CHRISTELIJKE GEREF. KERKEN Beroepen te 's-Gravenmoer: C. v. Zaal te Harlingen. In het Indiaas-Tibetaanse grens gebied bij Taksing is een vliegtuig van de ..Indian Airlines Corporation" veron gelukt. Men vreest dat de acht inzitten den om het leven zijn gekomen. aangedrongen op een vereenvoudi ging in de procedure bij de financie ring der projecten. Zaterdag zal ook staatssecretaris Bot naar Hollandia vertrekken. Tij dens zijn bezoek dat vijf weken gaat duren zal de staatssecretaris met dr. Platteel per vliegtuig alle residenties, alsmede enkele kleine re plaatsen, op Nederlands Nieuw- Guinea bezoeken. De beide functionarissen zullen hun rondvlucht maken in een Grum man Amphibie-vliegtuig. Dit toe stel, eigendom van 'de Nederlands Nieuw-Guinea Petroleum Maat schappij, is dezer dagen door de zustermaatschappij van de K.L.M. de gouverneur uitgeleide gedaan |0p Nieuw-Guinea ,,De Kroonduif" door de staatssecretaris Th. H. Bot overgenomen. de heer A. Kottier, chef directie Nederland Nieuw-Guinea van het de partement van binnenlandse zaken. Voor zijn vertrek verklaarde de gouverneur, dat hij tijdens zijn be zoek aan Nederland onder meer heeft gesproken over de nieuwe be windsregeling die binnenkort aan de Staten Generaal zal worden voorge legd. Het ontwerp voorziet in een vertegenwoordigend lichaam. dat o.m. de jaarlijkse begroting zal moe ten behandelen. rapport noemde dr. Platteel een gedegen stuk werk, dat de regering in staat heeft gesteld haar beleid vast te stellen. Hotel Bij de besteding van de 35 miljoen dollar, door de E.E.G. voor de ont wikkeling van Nieuw-Guinea be schikbaar gesteld, wordt gedacht aan de bouw van een modern hotel in Hollandia. Bij de besprekingen die dr. Platteel over de besteding van de E.E.G.-som voerde, werd vooral Na afloop van dc proefperiode zal worden besloten of tot aankoop van de Grummaii amphibie, die grotere gebieden van Nieuw-Guinea bereik baar kan maken, zal worden over gegaan. Illegale emigranten terug uit Australië? Twee Nederlandse verstekelingen aan boord van het Italiaanse schip Flami- nia (8766 ton) hebben toen het schip in Sydney arriveerde, geen verlof ge kregen aan land te gaan. Het waren de 27-jarige Nicolaas Boonekamp, metaal bewerker, ïn de 24-jarige Philippus Boezer, fitter, beiden afkomstig uit Zuid-Limburg. Zij verborgen zich in Genua aan boord van de Flaminia. Boonekamp bracht als emigrant reeds drie jaar in Australië door. In 1958 keer de hij weer naar Nederland terug. Immigratie-ambtenaren hebben ver klaard. dat de beide mannen naar Ne derland of Italië teruggestuurd zullen worden. Na deze inleidende opmerkingen, die de deftige „dialectologen" ietwat rauw op de maag vielen, betoogde de hoog geleerde spreker: „Sinds 1940, sinds de verwoesting van de city, heeft het Rotterdamse dialect geen domicilie meer. Als een schip zonder haven zwerft het stuurloos door de nieuwe wijken" „Vroeger vas dat anders. In 1800 woon den er 50.000 mensen in de city, die in die tijd een oppervlakte had van één vierkante kilometer. Toch was dat kleine gebied nog verdeeld in drie wijken en ieder wijk had kleine schakeringen in de t al. Je kon aan de mensen horèn uit welk gedeelte ze afkomstig waren". „Je had de wijk rond de Botersloot. Het was in deze buurt, dat Rotter dam als stad werd geboren. Het oud ste deel van de staden de men sen spraken er Botersloots. Sarcasten noemden het zelfs hoog-botersloots. Het leven bruiste er in de smalle straten, waar beroemde figuren als Kaat Mossel opgroeiden". „De stad breidde zich vervolgens naar het westen uit. Je kreeg de buurt van de Oppert. En ten slotte werd de def tige „waterstad" gebouwd: het ge deelte tussen de Blaak en de rivier. Daar verrezen in de zeventiende en in de achttiende eeuw de koopmans huizen aan de Leuvehaven en aan de Wijnhaven en ook daar werd door de patriciërs een Rotterdams dialect ge sproken". „Er waren verschillen. Sociaal gespro ken lag er een grote wereld tussen de Botersloot en de Wijnhaven en dat verschil was merkbaar aan de nuan ceringen in de taal. Nochtans sprak de koopman uit de „waterstad" zó Rotterdams, dat de puriteinen van vandaag zijn taal beslist niet be schaafd zouden willen noemen". Kans gemist Volgens professor Rogier is er helaas nooit een ernstige studie van het Rot terdams gemaakt. Aan deze materie werd in vroeger jaren geen aandacht geschonken en daarmee werd eer kans gemist. Voorgoed gemist zelfs, want op het ogenblik is zo'n studie van de oorspronkelijke dialecten door de verwoesting van de city onmoge lijk. Vast staat in ieder geval, dat het Rot terdamse dialect in oude tijden niet volledig op zichzelf stond. Het maak te min of meer deel uit van een soort standaard-taal, die overal in de drie hoek Rotterdam, Hoek van Holland, Den Haag (met uitzondering van de steden langs de Nieuwe Maas) werd gesproken. Het klankstelsel was vrij wel in geheel westelijk Holland ge lijkde verschillen konden wor den gevonden in de grote aantallen „eigen woorden". Zo zeiden bijvoorbeeld de niet-Rot- terdamse dienstmeisjes „worteltjes", terwijl de Rotterdamse mevrouwen van „penen" spraken. En hetzelfde gold voor „bieten" en „kroten" voor „smullen" en het Rotterdamse „smikkelen". In Rotterdam was pint steevast een liter en de woorden hes en buis waren er onbekend: Rotter dam zei „kiel". En een bloes was in alle kringen uitsluitend een dames kledingstuk. Den Haag gebruikte uitdrukkingen als „ik blief", „e. wordt gescheld" en „hij heeft gespijbeld". De Rotterdam mer zei „ik lust" en „er wordt ge beld". Spijbelen kwam in zijn woor denboek niet voor hij sprak ge woon van „puzzeren". Boors" en „berzie" waren ia de Maas stad alledaagse woorden en nooit hoorde je, dat een Rotterdammer iets gekregen hadhij had altijd iets „gehad". Op «1c Hoogstraat Ook woonde je niet in de Hoogstraat, maar op de Hoogstraat. Je liep ei ook niet door, maar je liep er over. En je had het over 't Steiger, 't Vis- sersdijk en 't Wolfshoek. In Rottebrug en Maasbrug en nog zoveel andere bruggen liet je de klemtoon op brug vallen. Voor deze regel gold slechts één uitzondering.. dat was de Schie- brug en niemand zal ooit kunnen zeg gen waarom daar de klemtoon op Schie moest vallen. „Op een dak" was „obbundak" zelfs de allerdeftigste meisjes vai middelbare school aan de Witte de Withstraat zeiden geen lopen maar „lopih", terwijl ze aan het eind hun zinnen het woordje „hè?", r dan uitgesproken als „hi?", nooit zouden weglaten. Van de deftige meisjes, die hij dienstelijk imiteerde, stapte de hoog leraar vervolgens over op de bootwer kers. Op nog verdienstelijker wijze zag hij kans >ok deze na te bootsen en het moet worden gezegd: de def tige filologen in het Amsterdamse grachtenhuis (het woord gracht is Rotterdam onbekend; men zegt daar sloot, of vaart, of water, of haven, aldus prof. Rogier) die defti, lologen dan zaten bij het aanhoren van de „bootwerker" Rogier perplex. Maar toen had hij het dan ook, be halve over krachttermen, over be grippen als taaretje en pooretje ei horretje en visite-kaaretje. Toen ze hij brooje en hoeje en traproeje. En meides en mandes en kippes tremmes. Toen zei hij tenslotte ook Meganenahuis en daddemekomme daddemetoffejongeszijn. Prof. dr. L. J. Rogier, die hoogleraar is in Nijmegen, is geen geboren filo loog en ook heeft hij geen studie ge maakt van dialecten. Dat was zater dagmiddag wel te merken. Deson danks slaagde hij erin het ge gezelschap een indruk te geven van de taal, die in het oude hart van de stad werd gesproken vóór dat hart werd venvoest. Maar daarvoor werd hij dan ook in Rotterdam geboren. Jaren geleden liet hij zich eens uit de mond vallen, dat dat Rotterdamse dialect toch zo'n lekkere taal was en dat het goed zou zijn over die taal 'es een lezing te laten houden. Toen vermoedde hij niet, dat een vorser in de filologie hem nog eens aan die „uit de mond gevallen" uitspraak zou houden. Welnu, het gebeurde en de voordracht van zaterdagmiddag was daarvan het resultaat. „Roterodamum" zal zich, op haar beurt, wellicht die voordracht her inneren.... Als dat zo is, dan ho ren we de Rotterdammer Rogier misschien nog wel eens in Rotter dam. Ook al zal dat niet meer kunnen in de omgeving van de Bo tersloot. Jezus Christus groeide. Dat kunnen we ons wel voorstellen. Hij werd als kind geboren en stierf als man. Maar Christus groeide niet slechts lichamelijk. In Lucas 4 52 lezen wij, dat Christus toenam in grootte, wijsheid en genade bij God. Hij groeide lichamelijk, verstandelijk en geestelijk. Die laatste twee dingen kunnen wij moeilijker begrijpen. Voor ons gevoel kan God wel in het lichaam van een mens komen wonen, maar Hij blijft God. Maar Christus kwam niet slechts in een lichaam wonen; Hij werd mens, zodat Hij als ieder ander mens ook verstandelijk moest groeien. Christus heeft evenveel moeite gehad met het leren van het alphabet en de tafels van vermenigvuldiging als uw kinderen. Het meest onbegrijpelijke is misschien wel, dat er ook staat, dat Christus geestelijk moest groeien. Hoe kon Christus toe nemen in genade bij God? Was Hij niet de Zoon van God? Ja, maar Hij was mens geworden. Naarmate een mens groeit geeft God Hem meer verantwoordelijkheden, maar wordt hij ook meer afhankelijk van Gods genade. Christus werd niet alleen lichamelijk en verstandelijk als een kind geboren. Hij werd ook geestelijk een kind, opdat wij geestelijk volwassen zouden kunnen worden. WAT MEN NIET WENST EN WAT WEL T\E laatste dagen van het jaar aandienende vakorganisatie naast het hebben nog een weigering opge- N.V.V. Zoals men weet, is men van N.V.V. zelf uitgegaan. waardig resultaat hebben. ook velen, die tegenover het socia- ringen, zoals ze bij de niet-christelijk CHROESJTSJEF NAAR DE OOST Twintig Nederlandse predikan ten van zes verschillende kerken hebben een oproep doen uitgaan om financiële steun te verlenen aan een weeshuis en seminarium in Korea, die door de kerkscheu ring zonder financiën zijn ge komen. Zoals wij reeds berichtten heeft in de Presbyteriaanse (cal vinistische) Kerk van Korea een scheuring plaatsgevonden over de aanbidding van het kwa- H ['hulde brengend aan Arimanes. de belicha ming van alles wat slecht en verdorven is. Sir Kenneth luisterde onwillig en het lied, gezon- 5en door iemand die er zich schaamteloos op beroem- e zelf een afstammeling van dc duivel te zijn, klonk hem als een verschrikkelijke godslastering in de oren, zodat zijn onbehagen nog groter werd en hij zich afvroeg wat hem te doen stond. Moest hij onmiddellijk van de Saraceen afscheid nimen en zijn weg alleen vervolgen, of was het zijn plicht van kruisvaarder het zwaard te trekken en zijn tochtge noot te lijf gaan, alle gedane beloften van vriend schap ten spijt? Terwijl hij nog volop met deze moeilijke overweging bezig was. werd hij echter on verhoeds in zijn gedachten gestoord door een plot seling naderende verschijning. Reeds liep de dag naar zijn einde, doch het was nog licht genoeg om het de ridder toe te laten op te merken dat zij niet langer alleen tussen de rot sen reden, maar werden gevolgd en bespied door een lange, magere gedaante die met de lenigheid van een kat over stenen en struiken sprong, zich zoveel mogelijk aan hun blik onttrekkend. Wat hij zag was een behaarde, ruige gestalte, gelijkend op de afbeeldingen van faunen en saters, zoals hij die op de muren van dc oude tempels 'van Rome had leren kennen. In zijn bjgelovige aanleg twijfelde de S-hot er geen ogenblik aan of het heidens lied van zijn gezel had de duivel er toe aangezet zich in le vende lijve aan hen te vertonen. Maar duivel of geen duivel, het kan mij niet deren, dacht de moedige Sir Kenneth in stilte, ik zal de boze en zijn vereerder laten verdwijnen. Aangezien het hem echter onverstandig voorkwam SIR WALTER SCOTT voordat hij zich tot de verschijning zou keren. Dc Emir immers, zo redeneerde hij. moest voor de komst van de boze aansprakelijk worden gesteld en dus was het niet meer dan billijk dat hij als eerste uit de weg werd geruimd. Doch zie, nog maar nau welijks raakte hij met de hand de steel van zijn knots of reeds namen de gebeurtenissen een ande re wending dan hij had verwacht en meteen werd hij verhinderd een daad te stellen die anders voor altijd een schandvlek op zijn blazoen zou zijn geble ven. De gestalte immers ging op dat ogenblik zelf tot de aanval over en nog voor de niets vermoe dende Saraceen zijn lied had beëindigd sprong hij voor hem op de weg, zich thans ontpoppend als een Sewoon sterveling, gehuld in een geitenpels. Ofschoon c ridder de gestalte dus reeds had opgemerkt, kwam de aanval toch volkomen onverwachts, aan gezien hij sinds enkele seconden zijn aandacht meer op de Saraceen hield gericht en de belager dus min of meer uit het oog had verloren. Nog voor hij de tijd kreeg iets te doen om de aanval te verhinde ren. had de onbekende de teugels van het paard van de Saraceen met beide handen gegrepen, rukte er aan en drong het verraste dier achteruit. Het paard, dat niet bestand bleek tegen de onverhoedse greep op het gebit en de stijve toom, die naar Oos terse mode met een sterke, ijzeren ring was beves tigd, steigerde, verloor het evenwicht en sloeg ach terover, ruggelings op de berijder. Deze echter be hield voldoende tegenwoordigheid van geest en was lenig genoeg om zich nog net bijtijds op zijn zij te werpen, waardoor de slag enigszins werd gebro- De aanvaller liet direct daarna de teugel los, wierp zich op de ruiter en greep deze bij de keel. Er volgde een worsteling en ditmaal bleek de kracht van de oosterling niet groot genoeg om zich te be vrijden. Niettemin bewaarde hij zijn zelfverzekerd heid cn riep, half lachend: Pas op. gek die je bent, dit gaat je krachten te boven. Als je me niet loslaat gebruik ik mijn dolk. Probeer maar, ongelovige hond, riep de man in de geitenpels, probeer of u dat kunt! Meteen slaagde hij er in met een handige beweging de dolk uit de hand van de Saraceen los te wringen, hield hem met de andere arm in bedwang en zwaaide het wapen dreigend boven het hoofd. Help, Nazarener! schreeuwde Sheerkohf eensklaps ontsteld, die gek wil me vermoorden! Natuurlijk, tierde de woestijnbewoner, ik zal u vermoorden, u hebt de dood verdiend door het zin gen van dat godslasterlijke lied. Ik zal u naar het rijk van de boze geest sturen waar u gelegenheid te over zult krijgen hem te vereren. De ridder van de Slapende Luipaard had tot nog toe verwonderd toegekeken, onthutst door de ver rassende loop van de gebeurtenis en aanvankelijk niet wetend hoe hij op dit alles moest reageren. Thans echter begreep hij dat zijn eer van hem eis te voor de bijna verslagen Saraceen in de bres te springen en dus wendde hij zich naar de gedaante in de geitenpels en zei moedig: (Wordt vervolgd) de vraag of de kerk zich blijvend bij de Wereldraad van Kerken zou aansluiten. Een zo groot mogelijke minderheid an de synode verzette zich tegen dit voorstel, omdat zij bezwaren hebben te gen vrijzinnige invloeden en de contac ten die de Wereldraad van Kerken on derhoudt met kerken achter het ijzeren gordijn en communistisch gezinde ker kelijke leiders. Door de scheuring is een weeshuis met 132 wezen geheel zonder steun ge komen, waardoor de kinderen reeds sinds oktober van dit jaar honger lei den. Ook een aantal seminaria, die zich solidair verklaard hebben met de minderheidsgroep heeft dringend steun Het geld zal worden bijeengebracht op het gironummer van de Internatio nale Raad van Christelijke Kerken 524990 ten name van de algemeen cretaris van de I.C.C.C. te Amsterdam. De oproep is onder meer ondertekend door de gereformeerde hoogleraren dr. G. Ch. Aalders en S. U. Zuidema, door de gereformeerde predikant ds. Joh. Heule van Rotterdam, door de hervorm de predikant ds. J. J. Timmers e voorzitter van de Geref. Bond i Ned. Herv. Kerk prof. dr. J. Severijn, door de hoogleraar uit de Gereformeer de Kerken (vrijgemaakt) prof. C. Veen- hof, de vrije-evangelische predikant P J. Miétes, de christelijke gereformeerde hoogleraar prof. dr. B. J. Oosterhoff de predikanten uit de Gereformeerde Gemeenten ds. J. W. Kersten en ds. H. Het fonds van de Raad van Euro pa voor hulp bij vestiging van vluchte lingen heeft in de eerste helft vai wereldvluchtelingenjaar 1959-1960 lenin gen verstrekt tot een totaal van 11.901.950 dollar voor de bouw van vluchtelingen- woningen en centra voor vakopleiding ten behoeve van vluchtelingen in West- Duitsland, Italië, Griekenland en Turkije. Russische bemidde- een lange reeks van hoofdsteden, tenslotte leeft Rusland uit dezelfde Chroesjtsjef aangekondigd naar In- ten in de Indiase en de Indonesische dia en Indonesië. hoofden. Stellig een opmerkelijke aankondi- Zal zij dan welkom zijn aan China? ging, die nu al aan vele verondérstel- Och, van een behoefte aan bemidde lingen stof heeft gegeven. Want op ling is ook bij China nog niet kun de achtergrond is er de nog altijd nen blijken. China is een moeilijk on mysterieuze verhouding tussen Chi- derhandelaar. Door zijn aanval op na en Rusland. En de wereld vraagt Tibet en door zijn zich opdringen aan India heeft het laten zien, dat het, wanneer het dit zelf nuttig acht, len. een eigen politiek kan voeren. Des- Het ligt op dit ogenblik moeilijk tus- noods een politiek, welke die van sen China aan de ene kant en de bei- Rusland doorkruist. Als c de landen, die Chroesjtsjef tot wereld bekend te maken, dat het aankondiging van de tocht is in de Zo hult de reis van Chroesjtsjef zich Chroesjtsjef maakte over de gKenzen tussen Rusland en de Westelijke t van eigen land geen vakantiereizen, reld iets van een heroriëntering in Bovendien voert hij een sterk per- de lucht leek te hangen, soonlijk bewind, dat ook en niet het De Rus gaat zich nu mengen in Azia- minst in zijn reizen uitkomt. Hij tische conflicten. Betoont hij sym- Wil hij bemiddelen tussen de drie? afgenomen. Omgekeerd: geeft hij Doch zo ja, doet hij het dan met in- uiting aan begrip voor het Chinese zouden kunnen gevoelen. Maar i neer hij zich „op de vlakte" houdt, India is vanouds in Azië het land, wereld niet het minst, dus alle reden dat zou kunnen bemiddelen straks in gedachten, daartoe in zich ook met resultaten van deze staat gesteld door de middelen der precieuze taak gekweten heeft. Ech ter, India is nu zelf partij in een moeilijk conflict met China. moderne communicatie, Chroesjtsjef op zijn reis naar de Oost te volgen. Katholiek onderwijzers Verbond De voorzitter van het katholiek on derwijzers verbond, de heer Joh. H. M. Derksen, heeft zaterdag in Utrecht bij de opening van de alge mene jaarvergadering van het KOV enkele actuele problemen aan de or de gesteld. Sprekende over het rooms-katholiek organisatieleven in Nederland, zei hij, dat men niet binnen zeer korte tijd een beslissing zal kunnen nemen over aan sluiting van het KOV bij een al of niet gereorganiseerde rooms-katholieke vak centrale of over het oj een andere wij ze inpassen van het KOV in de rooms- katholieke sociale struktuur. De heer Derksen verklaarde, dat deze vraagstukken een grondige bestudering verdienen. Hij herinnerde er voorts aan, dat de Nederlandse onderwijzersvereni- Jing cn de protestants christelijke on- erwijzersvereniging zich met grote meerderheid hebben geuit tegen een aansluiting respektievelijk bij het NW en het CNV. De heer Derksen acht het op de duur niet goed aanvaardbaar, dat onge-. eer 73.000 rooms-katholiek georganiseerden, die niet bij de KAB zijn aargesloten, niet meespreken en -spelen in het soci aal-economisch overleg. Het KOV staat, althans landelijk, buiten het rooms-ka tholiek maatschappelijk overleg. De heer Derksen betwijfelt, of het juist is, dat tal van groeperingen uit de hogere middenklassen, waaronder vrijwel het gehele georganiseerde onderwijzers- en lerarencorps, buiten het sociaal-eco nomische overleg staan. Aan de andere kant meent hij echter ook, dat het over dreven is om de vakorganisaties die niet bij een algemene vakcentrale zijn aangesloten, als daklozen te kwalifice ren. Hij waarschuwde in dit verband tegen overdrijving. Ten aanzien van de salarissen merkte hij onder mec-r op. dat de aanpassing vai de onderwijzers- salarissen aan de salarisverhoging die op 1 april 1958 voor de ambtenaren tot stand kwam, nog steeds niet naar be vrediging van het KOV in orde is ge komen. Hij verklaarde, dat de onderwijzers- organisaties met alle kracht blijven vasthouden aan de eis van evenredig-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1960 | | pagina 2