laclitelijk avontuur /p KANAALTUNNEL van 58 km. wordt weer actueel eettwnmmi EEN HANDVOL PAS VERSCHENEN BOEKEN Walawip als schatgraver ZONDAGSBLAD ZATERDAG 2 JANUARI 1960 ■Qen beeld, oan ruót in bet polder landschap GERHARD ROHR staarde door de ramen van het verlichte benzine tankstation in de donkere nacht. Hij voelde zich niet prettig. De om geving werd de laatste maanden onveilig gemaakt door een bende auto bandieten. Bovendien had hij ruzie gemaakt met zijn vrouw. Het was begonnen vanmiddag aan tafel. Hij had jam gemorst op zijn schone overhemd. En toen was Lore kwaad geworden. „Wanneer word jij eens een nette vent?" had ze gevraagd. „Neem een voorbeeld aan Franz" TFRANZ! Altijd schermde Lore met r Franz. Franz was netjes, degelijk, vriendelijk, charmant, behulpzaam. En hij, Gerhard, was lomp, onhandig, sloom. Maar hij nam het niet langer. Hij was ook kwaad geworden. Hij had er genoeg van altijd met Franz geplaagd te wor- ,,Als jij Franz zo'n ideale man vindt, ga je ook maar naar hem toe. Ga hem het leven zuur maken", had hij geroe pen. Dat meende hij niet. Natuurlijk niet. Maar hij had het toch gezegd. En Lore had hem een klap op zijn rech terwang gegeven en hij had haar in een hoek geduwd.. Bah! Waarom moest het toch altijd zo gaan? Waarom konden de mensen niet in vrede naast elkaar leven? Met een ruk schoot Gerhard overeind. Hoorde hij iemand lopen? Snel draaide hij de lichtschakelaar om. Het duurde even, voor zijn ogen aan het donker ge wend waren en in die korte tijd hoorde hij het geluid weer. Schuifelende voetstappen! Bevend over zijn hele lichaam tuurde hij naar buiten, maar hij zag niets. ,,Het zal de wind geweest zijn", mom pelde hij. ,,Of de regen.." Hij wachtte nog een ogenblik en draai de toen het licht weer aan. Tegelijkertijd ging de deur open. „Goede avond", zei een stem. „Goe..goede avond", stotterde Ger hard. Hij staarde zijn overwachte be zoeker met grote schrikogen aan en hij verwenste zijn domheid. Hij had de deur op slot moeten doen. „Het is nat buiten", zei de man. „Kan ik hier vannacht misschien slapen?" „Wat.zegt.u?" „Ik ben koud geworden en ik ben moe. Ik dacht. „U dacht.. U dacht.. U dacht toch niet. dat het hier een hotel was?" „Nee, maar ik hoopte, dat Gerhard Rohr een vriendelijk mens zou zijn. Ik heb me blijkbaar vergist". „Hoe weet u. „Uw naam staat in grote letters op dat bord langs de weg". „Ach ja, natuurlijk". /"'ERHARD voelde zich al wat kalmer worden. Deze man leek hem niet ge vaarlijk. Een gewone zwerver. Toch nog wantrouwend, zei hij: „U begrijpt toch wel, dat ik in deze onzekere tijd niet graag onbekenden bin nen laat?" „Ik doe u geen kwaad", bromde de man. „Integendeel, ik zal u helpen, als het nodig mocht zijn". „Nou, we zullen zien. Komt u maar verder en doe de deur dicht. Een bed kan ik u niet aanbieden. U zult tevre den moeten zijn met een plaatsje op de grond. Wilt u koffie?" „Graag". Ijverig begon Gerhard naar wat oude lappen te zoeken. Die spreidde hij uit in een hoekje van het vertrek. Daarna zette hij water op. Het begon nu gezellig te worden. De vreemdeling zat vlak bij het raam. Hij rommelde wat in een oude rugzak en haalde daaruit een klein Boekje te voor- „Een Bijbel", stelde Gerhard tot zijn verbazing vast. „Ja, dit Boekje is mijn trouwe ka meraad", zei de man een beetje verle gen. „Iedere avond lees ik een hoofdstuk. Als u het toestaat. „O, ga gerust uw gang". Geduldig wachtte Gerhard tot de vreemdeling klaar was. Toen dronken ze samen koffie. „Als u nu wilt slapen.." „Graag". De man ging liggen. Als hoofdkussen gebruikte hij zijn rugzak. Het Bijbeltje legde hij naast zich neer. Geboeid keek Gerhard naar dit wonderlijke tafereel. En hij dacht weer aan Lore. Wat zou zij nu doen? Lore? Waarom moeten wij altijd ruzie maken? TJF.T was stil in het vertrek. Gerhard luisterde naar de regelmatige adem haling van zijn gast. Hij luisterde naar het tikken van de regendruppels. Lang zaam vielen zijn ogen dicht. Maar plotseling was hij weer klaar Buiten remde een auto. Een klant? Hij stond op. deed het buitenlicht aan en begaf zich naar de pompen. De automo bilist liet het portierraampje zakken. „Hoeveel?" vroeg Gerhard automa tisch. „Hoeveel? Alles!" zei de man. „Han den omhoog". Gerhard zag een revolver. Hij hoorde, hoe aan de andere kant van de wagen in beslag, dat hij zelfs geen tijd meer had om aan zichzelf te denken. Een van zijn begeleiders liep op de zwerver toe. En nog voor deze ergens op bedacht was, kreeg hij een klap in zijn gezicht, op zijn rechterwang. De ar me kerel wankelde even, maar hij week niet van zijn plaats. „Sla me nu ook op de linkerwang", De aanvallers keken elkaar aan. Ze vloekten. „Het is de dominee, riep de chauffeur. Even was het doodstil. Het volgende ogenblik al liepen de drie man nen weg. Gerhard hoorde het slaan van a B de portieren, het starten van de motor. Xj JOS A.BrUSSe kcek de wagen na. De rode achter- lichtjes verdwenen in de verte. „Kom mee", zei de zwerver, „het is koud hier." Ze gingen naar binnen. „En nu moet u me toch eens vertel len, barstte Gerhard uit, „wie of wat u eigenlijk bent. Hoe komt het, dat die kerels voor u aan de haal gingen? Bent U werkelijk een dominee?" DOCtè! het portier werd open gegooid. Twee mannen stapten uit. „Nou", dreigde de chauffeur, die was blijven zitten, „komt er nog wat van?" Gerhard aarzelde nog steeds. Toen knalde het schot. Gerhard maakte een sprong van „Slechts een waarschuwing", hoonde de chauffeur. „Als je nou niet gauw.." Heel langzaam drong de toestand, waarin hij zich bevond, tot Gerhard door. Angstig stak hij zijn handen in de hoog te. „Braaf", prees de bandiet. „En nu je geld". De twee mannen, die waren uitgestapt, pakten Gerhard bij de schouders. „Kom mee." De chauffeur volgde op enige af stand, het wapen in zijn hand. Ze lie pen naar de ingang van het tankstation. Maar nog voor ze de deur bereikt had den, werd deze aan de binnenkant ge opend. Een man trad naar voren. Ger hard had in deze laatste vreselijke mi nuut in het geheel niet meer aan de zwerver gedacht. En nu hij hem daar zo zag staan, kwam zijn wantrouwen weer boven. Was er verraad in het spel. Was deze man met zijn fijna maniertjes en zijn mooie praatjes dus toch een mis dadiger, een handlanger van de auto bandieten? LJIJ keek om zich heen en berekende zijn kansen. Zou hij vluchten? Hij hoefde maar tien meter te lopen om de veilige duisternis te bereiken. Zijn aan vallers hadden hun aandacht bij de zwerver. Het was te proberen. Maar Gerhard vluchtte niet. Want wat hij nu te zien en te horen kreeg, nam hem zo DE zwerver lachte. „Ja", zei hij. „Ik was gevangenis- predikant, maar het werk beviel me niet. „Je bent te laat, dacht ik, iedere keer weer, als ik in mijn mooie pakkie met zo'n kerel in de cel zat te praten. Je kunt nou wel met zo'n man en voor zo'n man bidden, maar inmiddels is het kwaad toch al geschied. En dus ging ik het anders doen. Ik probeerde binnen te dringen in de misdadigerswereld. Ik zocht omgang met publieke vrouwen en moordenaars. Nee, het was niet gemak kelijk. Ik werd gewantrouwd, geslagen, getrapt, gescholden. Verschillende malen ïl stond ik met mijn rug tegen de nu. Ze kennen me nu. Ze zien me niet meer aan voor een stille verklikker. Ik probeer hen een goed voorbeeld te ge ven. Ik probeer hen iets te laten zien van Christus' liefde. En soms heb ik wel eens succes. Zoals vannacht. Jongen, de liefde van Christus is zo groot. En het Evangelie is zo eenvoudig". Gerhard dacht na. „U hebt vannacht meer bereikt dan u zelf weet dominee", zei hij toen. „Lo re heeft me op mijn rechterwang gesla gen. Ik zal haar morgen mijn linkerwang aanbieden." En hij vertelde zijn geschie- Marceline, door Siegfried E. van Praag. Uitgave H. P. Leo pold. Den Haag. De biografische roman, spelend n de achttiende en negentiende :euw, blijkt het kernpunt het de auteur Siegfried E. van Praag. Deed hij zich in romans over Ma- iame de Pompadour, Julie de Lespinasse en Marianne's Lijf wacht reeds kennen als een zeer zorgvuldig werkend historicus, Dok in zijn nieuwste werk, Mar celine. legt hij getuigenis af van een trefzekere historische kennis, die stoelt op ruime eruditie. Om zijn werken goed te kunnen genieten moet de lezer niet alleen belezen zijn, maar ook niet schro men zich al lezend in te span nen om net zo door een tijdbeeld en een ,,vie romancée" gefasci neerd te worden als Siegfried E van Praag zelf. Marceline Desbordes-Valmort is misschien wel de grootste ly rische dichteres van Frankrijk ge weest, wier verzen meer dan eén componist inspiratie hebben ge schonken. In zijn meer op het oproepen van een stemmings beeld dan op het beschrijven van reële gebeurtenissen afgestemde, bijna precieuze stijl, tekent Van Praag deze vrouwenfiguur, haar romantische liefde voor Latouche sn haar leven in de uitgaande wereld van Parijs. Haar dood, thans honderd jaar jeleden, zal mede aanleiding zijn jeweest tot het schrijven van dit literaire werk-van-klasse. Het geestelijk leven bij Cal- vljn, door ds. J. v. d. Haar. Uit gave n.v. Drukkerij-Uitgeverij De Banier, Utrecht. In dit jaar van Calvijn-herden- king is plaats voor een veelzijdi ge belichting van deze grote figuur uit de reformatietijd. Dit boek ziet hem onder een hoek die naar de mening van de schrijver onvol doende aandacht had. Hij bestu deerde speciaal wat Calvijn schreef over het persoonlijk be leven van het geloof, en wijst i: dit verband nadrukkelijk op het slot van de volgens hem verwaar loosde voorrede op Calvijns Psal- nencommcnlaar Calvijn zegt daai dat hij in het uitleggen van ge voelens van David en van ande ren .spreekt van wat hij persoon lijk heeft ondervonden. Deze Psal mencommentaar is de bron waar uit in dit boek verder wordt ge- >ut. Calvijn zegt in zijn geschrif ten zeer veel over het geestelijk leven. Zijn boeken, ook bijv. zijn Institutie, zijn vrome boeken. Het is inderdaad een goede gedachte speciaal dit aspect naar voren te brengen waarbij stellig de Psal mencommentaar bij uitstek gege vens verschaft, welke door ds. J. v. d. Haar nauwgezet zijn bestu- 6000 jaar en een boek, door G. S. Wegener, Vertaling J. F. Kliphuis, voor Nederland be- werki met medewerking van prof. dr. F. W. Grosheide. Uit gave Bosch en Keuning N.V., Een boek over allerlei rond om het ontstaan van de Bijbel van de eerste tijden af. Het laat zich lezen als een spannend ver telboek niet alleen, maar geeft te vens een bijzonder helder inzicht in historische feiten en toestan den. Ook de lotgevallen van de Bijbel na de afsluiting van de ca non worden verhaald, als drukken, vertalen, betekenis der opgra vingen en veel meer. Tekeningen en mooie foto's verfraaien en ver duidelijken. De verteltrant is vol afwisseling, wat al blijkt uit de inhoudsopgave, die bijvoorbeeld vermeldt: de eerste belastingwet, waarom heeft Mozes horens?, de geleerden blameren zich. Een boek dat stellig ook jonge mensen zeer kan boeien en heel geschikt is om als geschenk te geven. Hoofdlijnen van Lucas 2, door dr. H. Mulder. Deel van de reeks Exegetica. Uitgave Van Keulen N.V., Den Haag. Dit deeltje van deze exegetische reeks bevat voor de bestudering van dit overbekende bijbelgedeel te heel wat interessant en lezens waard materiaal. U en uw operatie, door dr. Benjamin R. Reiter. Uitgave Scheltema Holkema, Amster- Dr. Reiter, een Amerikaans chirurg, heeft zich de moeite ge nomen, en de tijd, de lezer aan de hand van een paar vlot geschre ven verhalen nu eens precies te vertellen waarom een operatie die nog altijd „griezelig" wordt ge vonden, in feite helemaal niet grie zelig is. Hij geeft dus voorlichting en wel op een terrein, dat mil joenen mensen met schrik en af schuw vervult. En hij doet dit ter- wille van de gemoedsrust, daar door ook terwille van de genezing. Hij beoogt met zijn voorlichting het beangstigende te verdrijven. Hij zegt: Wees niet bang voor een operatie, verheug je er liever op, want de operatie zal een eind ma ken aan de narigheid en er is niets geheimzinnigs aan, het is een nuchtere zakelijke aangelegenheid. Het Godsverbond gisteren en vandaag, door Eugen Walter. Uitgave Paul Brand, Hilversum. Dit kleine boekje biedt een zeer lezenswaardige interpretatie van de heilsgeschiedenis, die ge tuigt van aanvaardend nadenken over de rijkdommen ervan. Merk waardig blijk van de centrale be tekenis der Heilige Schrift voor Rooms-katholieken en Protestan ten. DOOR THEA BECKMAN (Vervolg) Op de dag vóór Walawips zevende verjaardag bleek voor het eerst, dat de jongen wérkelijk de schatten in de grond kon zien. Walawips moeder had ijverig gespaard voor een verjaarsgeschenk voor Walawip. Want haar zoontje had nog nooit een cadeautje gehad, daarvoor waren zijn ouders te arm. Maar nu had zijn moeder toch, met hard werken en héél zuinig zijn een mooie zilveren, gulden we ten over te sparen. Daarvoor wilde ze een prachtige brom tol voor Walawip kopen, zo een. die zingt, als je hem laat dansen. Juist toen ze haar doek omsloeg om naar de stad te gaan, zei Walawip opeens: „Moeder, er ligt geld onder de vloer." Zijn moeder stond stokstijf en hield de adem in. „Zeg dat nog eens", fluisterde ze eindelijk, „Er ligt geld onder de vloer." „Hoe., hoe weet je dat?" prevelde moeder, terwijl haar hart begon te bonzen. „Ik zie het toch." „Kun je er bij?", vroeg moeder zenuwachtig.. „Neen. natuurlijk niet. Het geld ligt ónder de vloer." „O, lieve fee", lispelde de moeder. „Wat ben ik u dank baar. Het is waar. Walawip kan de schatten onder de grond zien liggen!" De moeder rende naar buiten en riep haar man, die boven op de kerktoren zat. Dat is niet zo gek, als het lijkt. Walawips vader was van beroep: torenhaanverguL- der. Daarom verdiende hij ook zo weinig, want er zijn nu eenmaal niet zo veel torenhanen te vergulden. In elk dorp één, en dat alleen tijdens de grote voorjaarsschoon maak. De rest van het jaar was Walawips vader zonder werk. Maar nu was het mei, de lente was in het land en Walawips vader zat boven op de kerktoren. Hij was juist bezig de staartveren van de torenhaan af te krab ben, toen hij veertig meter lager zijn vrouw hoorde roe- kom eens gauw. Walawip heeft een schat ontdekt! Terwijl de vader snel naar beneden klauterde, dacht hij blij: „O, wat heerlijk. Eindelijk zal ik dan toch eens rijk worden. En dat juist voor Walawips zevende verjaardag! Wat zullen we morgen feest vieren!" Toen was hij beneden en rende naar huis, waar zijn vrouw hem opgewonden tegemoetliep. „Onder de vloer, zegt hij. Daar ligt geld. O, man, ik ben zó nieuwsgierig." „Wijs de plaats eens aan, waar het geld ligt, Walawip?" zei de vader tegen de jongen. Walawip stampte op de vierde vloerplank. „Hie: i hij. Zijn vader aarzelde niet. Hij greep een bijl en wrikte dc- vloerplank los. Het hout versplinterde met een fel gekraak. Maar daar trok de man zich niets van aan. Morgen im mers zou hij een groot, nieuw huis kunnen kopen? Op hun knieën lagen vader, moeder en zoon nu om het donkere, gapende gat. Walawip stak zijn hand er in en hield die toen triomfantelijk omhoog. (Volgende week verder) Beste neven en nichten, Vervelen jullie je niet in de vakantie? Sleetje rijden of schaatsenrijden gaat nu niet, want er is geen sneeuw of ijs. Hebben jullie prettige Kerstdagen gehad? Verschillende neven en nichten schreven me de cijfers van hun rapport. Allemaal hartelijk bedankt, ik vond het erg fijn. Schrijven jullie weer precies je geboortedatum in de brief? Dus het jaar en de dag waarop je geboren bent. Niet vergeten, hoor! Ik wens jullie allemaal nog een héél goed nieuwjaar toe en ik verwacht weer héél veel brieven. Hebben jullie veel oliebollen gegeten? Eén van de nichten maakte van de oplossing een slagzin. Hier komt het: Van deez" bomen is 't gewis dat twee en vijf dezelfde is. Nu gaan we de brieven beantwoorden. Jullie zijn allemaal vlak na elkaar ja rig Kees van Andel. Speel jij in een muziekcorps? bril gemaakt Aan de voet van de krijtrot sen van Dover staat een ruw houten hut. Deze eenzame en door de ja ren gehavende hut is het sym bool van één van de stoutste dromen der mensheid een tunnel van ongeveer 58 km on der het Engelse Kanaal, aldus Ass. Press. Hier zijn in de Victoriaanse tijd mannen begonnen met graafwerk voor een verbinding van Engeland met Frankrijk onder het water teneinde wél vaart en vrede te bevorderen. Zij maakten in het krijt een ongeveer 235 meter diepe schacht, waarvan de ingang door de hut wordt verborgen cn van de bodem van die schacht groeven zij over een lengte van ongeveer 800 meter onder het kanaal. Dat stuk tunnel bestaat nog, vochtig en verlaten, een voor niets bruikbaar getuige nis van 's mensen wantrouwen jegens zijn nabuur. Voor 44 pet. Thans echter is de hoop op een Kanaaltunnel, een project, waar aan men het eerst heeft ge dacht in de 18e eeuw. herleefd. Britse. Franse en Amerikaanse be langen zullen in dit jaar beslis sen of zij kan worden gebouwd. Men zou cr nooit op komen, maar de vader van deze nieuwe hoop om het zo uit te drukken is president Gamal Abdel Nas ser van de Verenigde Arabische Republiek <VAR>. die in 1956 het Suezkanaal naastte. Dit deed de Brits-Franse Suezkanaalmaat- schappij, die van haar kostbaar bezit werd beroofd, uitzien naar een ander belang en een kanaal tunnel leek het voor de hand lig gende antwoord. Thans is de Kanaalmaatschap pij. die voor 44 pet. In handen van de Britse regering is, op voet van gelijkheid vertegenwoordigd In een studiegroep, die de laatste twee Jaar 670.000 dollar heeft uit gegeven aan een onderzoek van de kansen op succes van de Amerikaanse financiers en Britse en Franse Kanaaltunnel maatschappijen, die in 1881 met graven zijn begonnen en zich na twee jaar gedwongen zagen het 1960 de antwoorden te tunnel te bouwen en wat kost het? Kan zij genoeg verkeer tot zich trekken om zichzelf te bedruipen? Op het ogenblik lijken de voor tekenen gunstig. Om het antwoord op de eerste vraag te vinden heeft een explora- tiesi'.iip gaten van ongeveer 70 meter diepte in de bedding van het kanaal geboord. De onderzoekers vonden drie la gen krijt en daaronder klei. De onderlaag van klei, zeggen zij. lijkt bestemd om het volmaakte medium voor het bouwen van een tunnel te zijn. Krijt en klei Economen verwachten van het steeds toenemende wegverkeer in Europa gezonde inkomsten voor de tunnel. Toch zou het geen auto tunnel worden. Personen- en vrachtauto's, zo zeggen zij, kun nen vlugger, veiliger en goedko per worden vervoerd op platte goederenwagens van de spoorwe gen. Het laten rijden van auto's op eigen kracht door de tunnel /.ou grote ventilatiemoeilijkheden scheppen en het autorijden in een tunnel is gevaarlijk, omdat som mige bestuurders last krijgen van „tunnelduizelig'ieid". In de best geïnformeerde krin gen worden op het ogenblik de kosten van een dubbele spoorweg tunnel van ongeveer 58 km, waar van ruim 35 onder water, op 364 miljoen dollar geschat. Volgens een schatting van des kundigen zou de tunnel spoedig een miljoen spoorwagens, zes miljoen passagiers en een half miljoen ton ijlgoed aantrekken. Een en ander zou 30,8 miljoen dollar aan inkomsten opleveren. Zij menen, dat na aftrek van de exploitatiekosten 7,75 pet. per Jaar van het kapitaal zou overblij ven, hetgeen genoeg is om inves teringen uit de gehele wereld aan te trekken. Taai verzet Hoe financieel aantrekkelijk het ook is, toch stuit het project op Onverzettelijke Britten hebben het Kanaal altijd gezien als hun betrouwbaarste verdediging tegen een aanval van het continent op hun land in oorlogs- en op hun zeden in vredestijd. In 1802, toen het project voor het eerst in de publiciteit kwam, zeide Napoleon tot de Britse am bassadeur in Parijs: „Dit is een van de dingen, die wij samen moesten doen". Maar kort daarna tekende een Brits caricatuurtekenaar Franse troepen via een tunnel op weg Tho- Engeland. Een Frans hydrograaf me de Raymond, kwam midden van de 19de eeuw opnieuw met het idee. Omstreeks 1869 had hij een En- gels-Franse commissie gevormd om concessies van beide regerin gen te verkrijgen. In 1872 werden de Engelse en Franse kanaaltunnelmaatschap pijen dezelfde die nu nog be staan opgericht. Negen jaar later begon men te Dover en op de Franse Kust bij Sangatte te graven. Het Franse graafwerk is nog maar twee jaar geleden geïnspecteerd en verras send droog bevonden. Terwijl de Victoriaanse tunne laars onder de golven groeven, gooide een opgewonden menigte de ruiten van de bureaux van de Engelse kanaalmaatschappij in. De Engelsen zagen de Fransen nog als hun erfvijanden. Vrees De Hertog; van Cambridge, oom van Koningin Victoria en opper bevelhebber van het Britse le ger, voorzag, dat horden Franse soldaten, vermomd als toeristen, uit de tunnel zouden opduiken om vervolgens sabels uit hun bagage te plukken en het koninkrijk te veroveren terwijl de Britten slie pen. Zijn verzet en dat van an ten. Frankrijk is niet langer de vij and van Engeland, maar oude soldaten in Engeland spreken nog dezelfde taal. Ditmaal is het ech ter mogelijk, dat zij niet het laat ste woord krijgen. In het Britse parlement bestaat nl. een sterke stroming ten gun ste van een tunnel. In Frankrijk is de krachtig ste voorstander van een tunnel tiet 54-jarige organisatiegenie Louis Armand, die de Franse staatsspoorwegen tot de modern ste van Europa heeft gemaakt. Hij ziet in de tunnel een onfeil baar middel om de inkomsten van de spoorwegen te vermeerde- De Franse voorzitter van de studiegroep inzake de Kanaaltun nel is René Massigli, voormalig ambassadeur te Londen en de Britten hebben altijd goed met hem kunnen opschieten. Zijn Brit se medevoorzitter is sir Ivone Kirkpatrick, die sinds lang be kend staat als een van de „Euro peanen" in het Britse m' van Buitenlandse zaken. Invloed Dit zijn invloedrijke mannen, de Franse en Britse regeringen zijn gewend naar hun advies te luisteren en dat advies zal zeker ten gunste van de tunnel luiden. Ten slotte echter zal wellicht de voornaamste hinderpaal, wel ke de tunnelmcnsen zullen ont moeten. de zich verbredende kloof tussen twee handelsblokken zijn. In 1957, toen de studiegroep met haar werk begon, verwacht te men vol vertrouwen, dat En geland zich evenals Frankrijk zou aansluiten bij de gemeenschappe lijke markt van zes landen en dat de handel over hel Kanaal met sprongen zou toenemen. Maar de Engelsen bleven bulten de Euromarkt en zo ls het moge lijk, dat het insulaire Isolationis me van Engeland, ditmaal niet ln het militaire maar op bet ge bied van de handel, het einde zal betekenen van een boeiende droom. Maaike van Andel? Wat heb jij een prachtig rap port. Wat leuk, dat jij voor heks mocht spelen Jullie hebben zeker wel gelachen? Corrie moet nu zeker veel huiswerk maken. Mat- tie Bagchus? Vind je het fijn op de grote school? Hoe is je kijkdoos? An neke v. d. Berg is de kerst boom mooi geworden op school? Hebben jullie groot feest gehad, toen de juf frouw jarig was? Irene Bergman ik kreeg geen briefje van jou. De volgen de keer wel? Juri den Besten nog van harte gefe liciteerd met je verjaar dag. Is je boek mooi? Heb je de puzzels al gemaakt? Waar hebben jullie ge zongen Ellie Blom? Heb jij nog meer broertjes en zus jes? Bij ons stormde het ook hard, hoor Corrie Blom! Gaan jullie op een zangkoor? Annemarle Boekesteljn doe jij er de volgende keer ook een briefje bij? Wat leuk, die witte «n zwarte zwanen. Jij hebt ook een'mooi rap port Arle Boelhouwer. Be dankt voor je raadsels. Was het leuk bij Hans? Ger- da Boender krijg ik de vol gende keer een briefje van jou? Hartelijk welkom bij de neven en nichten Koos Boender. Natuurlijk mag jij ook meedoen. Nou, ik vind oliebollen ook heel lekker. Jan Bol, ben jij nog uitgeweest in de vakan tie? Hebben jullie ook een kerstboom? Ja, dat is een mooi boek Heidi", Jeannette Bolderheij. Is je 'trui lekker warm? Wat knap, dat jij al zo'n brief kan schrijven, Marijke Bonteval! Je moet voort aan wat eerder schrijven Marijke, anders komt het niet meer in de krant. Wat leuk, dat jouw poes Mies heet. Is zij wel eens on deugend? Was het leuk op Peter's verjaardag Ada Bos? Heb je de boeken al gelezen? Zijn ze piooi.' Mooi postpapier is he-., An neke Bos! Welke kleur heb ben je handschoenen? Fred v. d. Bosch, graag zou ik van jou de volgende keer een briefje ontvangen. Ben jij nog bij opa en oma geweest Hilda Both? Het is een mooi boek Jaap Holm en zijn vrienden. Be dankt voor je gedichtje Jo ke Breederland. Ben jij nog naar Hoogvliet geweest? Hoe vind je het in de kolo nie Ada Brandwijk? Ben je al een beetje dikker gewor den? Goed eten maar hoor! Wat ben jij ver wend met je verjaardag en Sinterklaas. Sary Brobbel. Kan jij orgel spelen? Zijn de boeken mooi? Wille- ke van Brummelen, schrijf jij er de volgende keer ook een briefje bij? Heb jij nog meer broertjes en zusjes? Wat ben jij somber ge stemd, Ineke Brussé. Na tuurlijk zal jij ook wel eens wat winnen, maar ieder op z'n beurt. Er zijn zoveel nichten en neven. Hoe was de kerstuitvoering Jenncke Cornet? Dat was zeker wel prachtig al die koren bij elkaar. Jullie zijn tweelingetjes heb ik rijke Dat is even leuk! Ik heb ook tweelingnichtjes, maar ze zijn alleen wat jonger dan jullie. Geweldig, dat jij voor zwarte piet mocht spelen, Marijke. Ging het goed? Heb jij een leu ke dag gehad op 29 decem ber, Peter van Dam? Zijn je vriendjes nog geweest? Teunl Dankers, is je boek mooi? Hebben jullie goed je best gedaan op de zondagsschool? Zijn opa en oma nog geweest Ineke Dekker? Wat leuk, dat jij Donald Duck hebt gekre gen. Albert Duiker, in welke klas zit jij? Had jij een mooi rapport? Kees van Dijk jij wordt hartelijk bedankt voor je gedicht. Droom jij Veel? Fijn, dat jouw broertje zo hard groeit, Ans van Elderen! Kent hij je al een beetje? Zijn je tenen al weer be ter? In welke klas zit jouw broertje op de kleu terschool, Gerard Elkhui- zen? Had jij al vakantie op die Vrijdag? Wat een bofferd, dat jij zo maar een fiets hebt gekregen. Is het boek mooi? Heb jij een mooi leesboek gekregen, Marieke van Es? Ging het zingen goed? Jij hebt een een heel mooi rapport, Mar leentje Eijgenraam. Heb jij de brief zelf getikt? Jul lie hebben het wel leuk ge had op Ivo's verjaardag, heb ik wel begrepen. Margriet Feüx, doe jij er de volgende keer een brief je bij? Tante Jos vindt het altijd fijn, veel brieven te ontvangen. Winifred van Geest ben jij nog bij oma geweest met Kerst feest? Is je rapport mooi? Wat een lange hengel, Gerrlt Goudkamp! Ga jij altijd in de haven vissen? Was het leuk op pappa's verjaardag Johan v. d. Griend? Heb jij ook een mooi rapport, Johan! Hoe heet jullie hond Ma rianne Groenewoud? Heeft hij de krant opgegeten, of niet? Is de kerstboom mooi geworden? Hoe vond je het op de konijnententoon stelling Nellie Grooten- dorst? Heb je het tafella ken nog afgekregen, Nellie? Ik vind het helemaal niet leuk dat Hans helemaal niet wil schrijven, hoor! Kees Guijt Tante Jos is toch geen Mevrouw maar tante Jos. Schrijf je voor taan een dag eerder Kees? Het gaat anders niet meer Jongens en meisjes jullie hebben je best weer gedaan deze week. De namen, die met de letters H t.m. N be ginnen zijn nu aan de beurt. Schrijven jullie allemaal op tijd? Dus voor dinsdag. Ada de Boer zond ons nog laat een kerstgedicht. Hier komt het: De sneeuw ligt op de De vlokjes dwarlen neer. Het is alsof een laken, Zich neervlijt keer op keer. De kaarsjes in de kerst- Zij twinkelen van licht. Kijk toch naar al die kin deren Hoe straalt er hun gezicht. Want Jezus is gekomen, Voor U en ook voor mij. En daarom zijn die kinde- Het lied van Stille nacht. Dat is de grootste feestdag, Waar iedereen op wacht. Hartelijk gegroet Op dit plaatje staan weer verschillende afbeel dingen. Nu moeten jullie dit keer niet vertellen wat die afbeeldingen voorstellen, maar welke bij elkaar horen. Het zijn er negen in totaal, waarvan er drie steeds met elkaar te maken hebben. Jullie krijgen dus 3x3 afbeeldingen. Oplossingen moeten vóór dinsdag 5 januari wor den ingestuurd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1960 | | pagina 8