WILLEM DRAVER ,B
wat zit er achter
MENSEN IN NOOD
ZONDAGS
BLAD
ZATERDAG 2 JANUARI 1960
biuiiiimjwjiMfi
ER MOET EEN EIND AAN KOMEN, ZEGT P.T.T.
"TTET is een eigenaardig
wereldje, dat wereldje
van de clandestiene radio-
lendamateurs, om niet te
zeggen een droevig wereldje.
Want daar gebeuren her
haaldelijk dingen, die de bui
tenstaander nu eens wit
doen worden van ergernis
dan weer sprakeloos maken
van ontroering en die een
enkele keer ook nog wel
eens willen werken op de
lachspieren. We hebben dan
speciaal het oog op die
categorie illegalen, die
er zo ongeveer hun da
gelijks werk van maken met
veel tamtam grammofoon
platen de ether in te slinge
ren, afgewisseld met wat ge
sproken woord, dat op z'n
best wat leutigheid behelst,
maar vaak een inhoud heeft,
die varieert van grove bele
diging of een ordinaire
scheldpartij, tot schunnige
moppen toe.
Denk nu niet. dat we hier te
doen hebben met lieden, die een
technische knobbel hebben en dus
daarom al maar willen experi
menteren. Verre van datl Dc
meesten van hen zijn op hulp van
anderen aangewezen om zo'n zen
dertje in elkaar te zetten en we
ten alleen maar welke knopjes ze
moeten hanteren om het appa
raat in of uit te schakelen. Door
gaans zijn ze juist erg dom, ter
wijl ze veelal behoren tot die
mensen, die men als a-socialer
pleegt aan te duiden. Vaak door
liepen ze maar enkele klassen var.
de lagere school, voelen weinig
voor geregelde arbeid, hebben dik
wijls een minderwaardigheids
complex en willen zich toch graag
op een of andere manier doen gel
den. Bijvoorbeeld als de held van
een clandestiene radiozender. En
worden ze op een kwade dag be
trapt, dan komen de opsporings
ambtenaren van de P.T.T. en de
politie nogal eens tot de ontdek
king, dat ze amper lezen en soms
helemaal niet schrijven kunnen.
Papa's hobby
Toch stichtten ze gezinnen, ge
zinnen met tal van kinderen, die
het ,.so wie so" nooit breed zou
den hebben, maar die nu vaak
gebrek lijden, omdat papa's ra
dio-hobby op een veel te groot
deel van de inkomsten beslag
legt. Want bij zo'n (gebrekkige)
zend-installatie blijft het niet. Die
kost soms lang nog geen honderd
gulden. Maar er moet een ver
sterker bij, een microfoon, een
platenspeler, een bandrecorder,
een collectie zwarte schijven en
een radio-ontvangtoestel, dat
meestal tot de duurste prijsklas
sen behoort. Voor televisie hebben
ze echter helemaal geen be
langstelling.
Er zijn er nog meer dan honderd in Nederland
vJ
lands. Wel in het oosten
den, waar men zelfs van diverse
haarden kan spreken. In de oude
Drentse veengebieden bijvoor
beeld, met plaatsen als Hóoge-
veen, Emmen, Musselkanaal en
Stadskanaal, gemeenten, die door
haar grote uitgestrektheid niet zo
gemakkelijk onder controle te hou
den zijn. Voorts zitten er heel
wat in de Friese wouden, zoals
Murmerwoude. En in Buitenpost,
in Zwaagwesteinde en Drachten.
Maar evengoed op de Veluwe.
langs de bosrand, dus in het ge
bied van Nunspeet tot Zwolle. En
natuurlijk nog altijd in Twente en
in de Achterhoek, waar plaatsen
als Groenlo. Ruurlo en Borculo
liggen, die al jaren lang met een
zekere regelmaat in het nieuws
terug plegen te keren.
Over Limburg, Brabant en Zee
land leest men wat dit aangaat
zelden iets. Ook niet over de bei
de Hollanden, Utrecht en Gronin
gen. Waarmee niet vvil zijn ge
zegd. dal het in deze streken al
lemaal zulke brave Hendrikken
zijn. Integendeel! Doch de illega
liteit heeft hier een ander karak
ter. dat wel niet fraai kan wor
den genoemd, maar toch minder
gevaarlijk is.
Machtiging
Het westen, met zijn vele in
dustrieën en uiterst dichte be
volking, herbergt voornamelijk dc
clandestiene zendamateurs, die
over een behoorlijke apparatuur
beschikken en die precies weten
wat ze moeten doen en laten.
Zulks omdat ze zich ais regel ten
doel stellen een officiële zend
machtiging te krijgen, gelijk er
al zo'n elfhonderd personen, ver
spreid over heel ons land, een be
zitten.
,.'t Is een prachtige vrije-tijds-
besteding, die echt niet zoveel
geld kost", zo zeiden ons men
sen van de P.T.T. ,,Men behoeft
er slechts een eenvoudig examen
voor af te leggen, dat zelfs voor
hen, die alleen maar lager onder
wijs genoten, geen heksenwerk is.
Dan mag men spreken met ama
teurs in Japan, in Australië, in
Afrika, in Noord- en Zuid-Ameri-
ka, ja met amateurs over de gan
se wereld. Hetzij gewoon (telefo
nie). hetzij in tekens (telegrafie),
waaromtrent de P.T.T. gaarne al
le gewenste inlichtingen ver
schaft. Men kan zich voorts aan
sluiten bij een vereniging als de
„Veron", die haar leden vooral
in de randstad Holland telt, of bij
de V.R.Z.A., die in Groningen is
gevestigd. Beide bieden alle mo
gelijke hulp en adviezen, terwijl
men er eveneens terecht kan
voor het volgen van schriftelijke
lessen. De leden van deze vereni
gingen doen soms prachtig werk
denk aan de watersnood van
1953! en hoeven geen schuile
vinkje te spelen, daar ze zich stuk
voor stuk openlijk kunnen aankon
digen onder de eigen roepletters
Waarom dus zenden zonder eer
machtiging van Waterstaat? Dit
laatste zou er op kunnen wijzen,
dat men zich zelf niet bekwaam
voelt om het vereiste examentje
af te leggen en dan ligt het voor
de hand, dat er moet worden in
gegrepen. Men kan dus beter z'n
laksheid met betrekking tot het
examen doen laten varen en zo
snel mogelijk in de rijen der le
gale amateurs plaats nemen".
Al 650
Keren we echter terug tot
he domme grammofoonplaten-
draaiers van wie er gedurende de
laatste tien jaar al 650 in de
kraag werden gegrepen door de
Bijzondere dienst van de P.T.T..
belast met het opsporen van deze
Hoofd van deze dienst is de heer
D. Neuteboom uit Den Haag, die
met enkele medewerkers allen
ook ambtenaren er voortdu
rend op uittrekt om het kwaad
uit te roeien. Iedere ambtenaar
opereert in zijn eigen rayon, be
schikt over een luxe auto met
een kleine peil-installatie en doet
herhaaldelijk een beroep op de
plaatselijke of rijkspolitie, omdat
deze mannen nu eenmaal het best
met de toestandeh in een bepaal
de omgeving op de hoogte zijn.
Hoeveel zijn er nu nog van d
soort illegalen?
Dat is moeilijk te zeggen, daar
er vandaag hier een wordt ont
maskerd en er morgen weer er
gens anders een zich in de ether
aandient. Trouwens, er zijn veel
meer personen, die zich met die
praktijken bezighouden, dan zen
dertjes, daar ze gezamenlijk dik
wijls met één apparaat hun ge
vaarlijke sport beoefenen. Doch
als we beweren, dat er zeker nog
honderd van die apparaten in ge
bruik zijn, overdrijven we stellig
Gevaarlijke sport
Gevaarlijke sport dus?
Inderdaad. Niet nog in de eer
ste plaats vanwege hetgeen er uit
gezonden wordt maar alleen al
door het feit, dat er zulke zr>nd-
mogelijsheden worden gecreëerd
en er dus ook gebruik van wordt
Mensen in nood, door Jan
van Rijscl. Uitgave N.V. Kos
mos, Amsterdam.
De roman „Mensen in nood'
brengt het voor ons land zo fatal<
jaar 1953 weer in gedachte: #hel
jaar van de verschrikkelijke wa
tersnood. Hoewel het onderwer)
dus niet bepaald actueel meer is
tracht de auteur toch zoveel mo
gelijk actualiteit in het boek t<
brengen. In de eerste plaats ver
mijdt hij een zuiver documentai
karakter te scheppen. Dit bereikl
hij door een gefingeerde plaat:
van handeling aan te nemen:
Roemerswaal, het verdronker
stadje. In dit stadje speelt, zoals
gezegd, het verhaal zich in hoofd
taak af. De hoofdpersoon is Deta
van Steenderen, een blasé jonk
heer, die als gemeente-ambtenaar
aan de landelijke monotoonheid
tracht te ontkomen door een ver-
ïouding aan te gaan met de be
vallige Jeanne (die getrouwd is).
Jan komt de stormvloed Het
stadje wordt opgeschrikt uit zijn
Jaap, de mensen worden opge
schrikt; ook Van Steenderen. Hij
vordt zich bewust van zijn tot nu
oe waardeloos geleid leven. Met
nzet van zijn gehele energie
leemt hij deel aan het reddings-
verk. Nu leert hij de bewoner.'
van het stadje, waarmee hij tot
ïu toe niet overweg kon, goed
kennen en waarderen. Nu leert
V»n Steenderen ook zichzelf ken-
gemaakt. Immers, in tegenstel
ling tot de andere zendamateurs
ilegale en illegale), die alles doen
om anderen niet te hinderen, zen
den de grammofoonplatendraai-
ers maar raak, zonder zich in het
minst te bekommeren om de
werkzaamheden van de N.Z.H
Reddingmij., het loodswezen, de
luchtvaart etc. In de regel kun
nen ze zoiets niet eens, daar dc
kwaliteit van hun zenders haast
altijd alles te wensen overlaat. Zó
zelfs, dat ze alleen maar met hun
•oigen ontvangtoestel kunnen na
gaan of de zender werkt of niet.
Bovendien zenden ze, behalve op
hun gebruikelijke golflengten (rond
de 200 meter), ook nog vaak uit
zij het ongewild op 8 of 10
zg. harmonische golven, zoals bv.
op de 80 meter, 40 meter, 20 me
ter, 10 meter,* 5 meter en 2 me
ter. Al weer als gevolg van de in
ferieure kwaliteit van hun appa
ratuur. En deze nevenuitzendingen
zijn soms nog veel kwaadaardi
ger dan die op de 200 meter
Want terwijl hun 200 meter-uit
zendingen zicti maximaal uitstrek
ken over een cirkelvormig gebied
met een straal van 50 tot 70 km,
reiken de harmonische golven nog
Veel en veel verder, speciaal de
80 en 20 meter.
Met dat al is het reeds ver
scheidene malen gebeurd, dat een
reddingboot, die op weg was om
hulp te bieden aan een schip-in-
nood, daarin door die clandestie
ne zendamateurs verhinderd
werd. Soms door onwetendheid,
maar soms ook met opzet, getui
ge de banale commentaren, die
ze lieten volgen op dringende
verzoeken om hun uitzendingen
'erstond tc staken.
Dank tij het energieke optre
len van de P.T.T., die constanl
:>p z'n hoede is en binnenkort nog
veel intensiever gaat reageren,
heeft men, gelijk al opgemerkt,
gelukkig reeds weten te bereiken,
cends vrijaf hebben, dan
s middags, of 's avonds. Oor
spronkelijk zonden ze bepaalde
grammofoonplaten uit tegen beta-
ing van een gulden per lied. En
lan bij voorkeur liedjes als „Twee
eebruine ogen" en „Hij was een
imokkelaar", kortom liedjes van
iet soort waarmee Johnny Jor-
laan en Zwarte Riek zoveel suc-
:es hadden. Dat „tegen betaling"
comt echter niet veel meer voor,
laar de burgerij, die er aanvan
kelijk veel plezier in had, steeds
neer is gaan beseffen, hoe fa-
aal dat clandestiene zenden kan
•ijn. Tegenwoordig gaat het daar-
>m aldus: ..Hallo, hallo, hier is
De blauwe engel". Ik hoorde
lat die schele meid van manke
Vrie vandaag jarig is. Daarom
Iraai ik dit nummertje van Max
an Praag". En dan volgt er bij
oorbeeld een schimpscheut als:
Die rooie dochter van Willem
/an Gerrit moet niet zo verwaand
/oorbij lopen anders zullen we ze
sens mores leren".
„Opmerkingen"
Soms zijn de opmerkingen ech
ter nog veel ruwer en platter,
wat enerzijds vele luisteraars
kwetst, doch aan de andere kant
ook nog „goodwill" kweekt bij be
paalde lieden. Maar hoe het ook
zij, zowel het een als hel ander
bewijst, dat er nog altijd veel ge
luisterd wordt naar die illegale
heren en steeds over hen ge
praat. Hetgeen hun ijdelheid he
laas nog streelt en aanleiding is
om een volgende keer nog wat
driester voor de microfoon te ko-
Totdat ze op een
gegeven ogenblik
worden betrapt,
x-i' Dan is de straf niet
meer gering, daar
alle romantiek voor
de opsporingsamb-
Vroeger traden we
nog wel eens ge
moedelijk tegen die
zendamateurs op".
„Thans zijn we glas
hard, omdat er be
slist een eind aan
hun bedrijf moet
tomen. Want zelfs
van de Duitse kust-
itations bereiken
>ns' klachten over
rnstige storingen".
Ook de gerech
telijke instanties
hebben hun aan
hankelijke mildheid
laten varen. Zelfs
de rechtbank te
Zwolle, die tot voor
cort nogal eens met
inbeslagneming en
een kleine geld
boete volstond, is
nu ook overgegaan
tot het opleggen
van gevangenis
straffen. Deze straf-
van 1 tot 8 maan
den, doch de el
lende is, dat de achterblijvende
vrouwen en kinderen dan geheel
op de gemeenschap zijn aange-
Korf
Intussen is het lang niet altijd
gemakkelijk om de heren te pak
ken te krijgen. Want zodra een
P.T.T.-ambtenaar in zo'n dorp op
duikt, gaat het nieuws van mond
tot mond. Daar komt nog bij, dal
men, door schade en schand<
„wijs" geworden, heus niet meei
een uur achter elkaar in de lucht
blijft. De piraten bepalen zich
tot korte uitzendingen, om niet
verrast te worden door de pell-
installaties.
„Het mooiste is", aldus een op
sporingsambtenSar, „als we met
de auto tot voor de deur kunneri
rijden en onverhoeds de woning
betreden kunnen. Dan heeft ont
kennen geen zin meer en is dr
zaak voor de rechtbank meteen
rond. Lukt het ons niet, zo plot
seling toe te slaan, dan vernieti
gen de heren zo snel mogelijk hun
zender en verklaren ze met een
stalen gezicht, dat ze onschuldig
zijn. Toch lukt het ons dan nóg
vaak wel, ons doel te bereiken
door te constateren, dat de plaat,
die we zojuist op onze gewone
auto-radio hoorden, ook net op d(
draaitafel van de verdachte ligt;
of dat de zender nog warm is;
of dat we nog vanuit de woning
paar regels konden opvan-
Niettemin geeft men zich
niet gauw gewonnen. Liever
gaat raen soms op de vuist,
ook al lopen de kinderen in
doodsangst om de tafel. Maar
dat is dan niet de schuld van
de mannen van de opsporings
dienst, maar uitsluitend van de
mannen, die het gevaarlijke
bedrijf van clandestien zenden
tot hobby kozen. Zelfs ook
nog, nadat ze al vier of vijf
maal voor hun misdadig op
treden werden betrapt en be
straft.
In beslag genomen apparaten worden nauwkeurig bestudeerd en vervolgens in grote doxen opgeborgen.
„Alle roeiers raakten te wa
ter, verscheidene hunner had
den verwondingen opgelopen
Dirk Koper spoelde levenloos
aan het strand aan. Van een
van de roeiers, Willem Drayer
werd een oor afgerukt; hij stop
te dit in zijn zak".
En kijk, die twee laatste zin
nen nu kan ik maar niet ui-
mijn gedachten bannen. Dirk
Koper, uitgevaren om mensen
te redden, dreef levenloos aar.
het strand aan. Bij het omslaat
van de reddingboot werd hr
vermoedelijk zo zwaar gewond
clat hij het hoofd niet boven
oater kon houden. Hij ver
dronk. En Willem Drayer be
merkte plotselmg, dat hem een
oor werd afgerukt. Hij wist hel
te grijpen en stak het in zijn
akin de hoop, dat de doktei
er later wel raad mee zot
weten.
Roeiend dooi
de brandine
De twee zinnen zijn te lezer
in het decembernummer van Dc
Reddingboot, het orgaan van dc
Koninklijke Noord- en Zuid-Hol
landsche Redding-Maatschappij
die op 11 november 1824 werd
opgericht („en sindsdien in stand
gehouden door vrijwillige bijdra
gen") en dus kortgeleden haar
135-jarig bestaan vierde. Ter ge
legenheid van dit jubileum heeft
de secretaris onder de suggestie
ve titel „Roeiend door de bran
ding" enkele spectaculaire red
dingen in die jaren tussen Loos
duinen en Rottumeroog verricht,
bijeengebracht.
Hij heeft daar wel aan gedaan.
In die beginperiode, en nog
lang daarna, toen de organisa
tie van het reddingwezen nog
verre van volkomen was,, zijn
door de kustbewoners staaltjes
van heldhaftigheid ten toon ge
spreid, die-het nageslacht dient 1
le kennen. „Thans vinden we
bet vanzelfsprekend, dat in de
havens motorreddingboten ge
reed liggen in staat om, zelfs tij
dens het zwaarste noodweer,
nulp te brengen aan door woes
te zeeën geteisterde schepen op
de buitengronden". Maar het
reddin^wezen begon zijn zware
aak met roeireddingboten, en
het uitvaren daarmee eiste
meer dan alleen maar met ster
ce armen en taaie volharding
\an de riemen trekken.
Duitse bark
De feiten zijn er om dit te be
wijzen. „De Greifswald. een hou
ten Duitse bark, geladen met
dwarsliggers kwam in de mid
dag van zondag 25 november tij
dens hevig stormweer uit het
Noordnoordwesten voorgaats van
IJmuiden. De loodsdienst, die
destijds door loodskotters werd
verricht, was gestaakt en ten ge
volge van een misverstand tus
sen de kapiteins van de Greifs-
vald en de sleepboot, die loods-
aanwijzingen zou geven, zeilde
le bark de havenmond mis. De
Greifswald kwam ten anker
maar het anker hield niet en
het schip strandde bij paal 58.
benoorden Zantvoort. Nu hield
het anker wél, en dit werd schip
en opvarenden noodlottig, want
daardoor werd de Greifswald
niet over de bank heengeslagen.
Na korte tijd lagen de grote mast
en fokkemast overboord en toen
Nu de opsporingsambtenaren
straffen steeds zwaarder word,
ook steeds voorzichtiger. Dat
de Zantvoortse reddingboot de
strandingsplaats had bereikt,
was het schip reeds door de
hevige branding verbrijzeld. De
zee lag bedekt met wrakstuk
ken en dwarsliggers, die zeer
groot gevaar opleverden voor de
reeds in zee gestoken redding
boot van IJmuiden. De IJmuide-
naren slaagden erin twee schip
breukelingen op te pikken. Ook
de Zantvoortse reddingboot ging
in zee, maar helaas zagen de
Zantvoortse roeiers hun boven
menselijke pogingen om schip
breukelingen te redden, die zich
aan wrakstukken hadden vastge
klampt, niet met succes be
kroond. Tot overmaat van ramp
werd de reddingboot door een
zware breker ondersteboven ge
smeten. De roeiers dreven op
hun zwemvesten naar het strand
maar C. Koning, de zoon van
de reddingbootschipper Leendert
Koning, bleek reeds te zijn over-
Boot sloeg om
Dat „een zware breker" de
reddingboot ondersteboven smeet
was in die jaren geen uitzonde
ring. In meer dan een rapport,
dat berust in het archief van de
Koninklijke Noord- en Zuid-Hol-
landsche, valt die zin te lezen.
De boot sloeg om. En meerma
len wordt er de naam van een
roeier, die daarbij het leven
verloor, genoemd. Óp weg naar
een schip in nood, met de boot
omgeslagen en verdronken.
Op 18 oktober 1890 meldde de
kustwacht van IJmuiden, dat be
noorden het Noorderhavenhoofd
noodseinen waren gezien. De
reddingbootbemanning werd ge
waarschuwd en deze bleef gerui
me tijd in het boothuis bij het
Zuiderhavenhoofd wachten. Het
schip, de Nederlandse bark F.
H. von Lindern komende van
Batavia op weg naar Amster
dam, dreef in zuidelijke richting
langs de kust. Tot ongeveer 11
uur 's avonds werd het schip
langs het strand gevolgd tot on
geveer 6 km bezuiden IJmuiden,
en zo nu en dan werden seinen
gegeven met lichtfakkels. Toen
werd besloten terug te keren
naar IJmuiden en de dag af te
wachten.
Mislukt
Inmiddels was de von Lindern
op 19 oktober om half twee be
noorden Zantvoort op de derde
bank blijven hangen. Het weel
was stormachtig, er stond een
Noorderwind en hevige buien
maakten een holle zee. Het was
een zeer donkere nacht.
De eerste poging van de Zand-
voorter reddingboot om de von
Lindern te bereiken mislukte
Drie keer werd getracht verbin
ding te krijgen met een schiet-
lijn, maar het schip was zo ver
j van de kust verwijderd, dat do
i vuurpijlen de afstand niet haal-
y den. Nadat de reddingboot onver-
k richter zake was teruggekeerd
l werd de vierde vuurpijl afge-
1 schoten. De von Lindern was
De bark F. H. von Lindern, die
in oktober 1890 strandde tus
sen Zandvoort en IJmuiden.
bij het opkomen van de vloed
dichter de kust genaderd en zat
nu op de tweede bank. De lijn
viel over de voorsteng, die met
het tuig langszij van het schip
over boord hing, maar de schip
breukelingen konden de lijn niet
te pakken krijgen en na enige
tijd raakte zij Tos en dreef zij
weg. Intussen was de boot weer
op de wagen gezet en noord
waarts vervoerd.
Ten tv/eden male
Te zes uur 's ochtends ging
de boot voor de tweede maal de
branding in. De reddingcom
missie verklaarde nog nimmer
zo veel angst voor het behoud
der redders te hebben uitge
staan. „Nu kon ze eerst goed
zien hoe fel de branding was,"
De Zandvoorters slaagden erin
het wrak te bereiken Ze wier
pen een werpdreg over. maar
de lijn brak, de boot dreef af
en weer moest zij naar het
strand terug. Een vijfde vuurpijl
ging de lucht in. De schietlijn,
zwaar geworden door zand en
water, kwam echter niet ver ge
noeg. Gelukkig begon de wind
af te nemen en ook de zee werd
minder woest. Weer werd de
boot om de Noord vervoerd en
gelanceerd. Weer kwam de red
dingboot bij het schip, de schip
breukelingen wierpen een touw
toe en haalden de reddingboot
onder de boegspriet. Daar raak
te zij vast op het overboord han
gend tuig en kreeg dientengevol
ge slagzij.
En nu komt het.
Een aanstormende hoge bre
ker deed de boot omslaan...
Alle roeiers raakten te wa-
Wie die roeiers zijn geweest
staat in het verslag niet ver
meld. Slechts twee hunner wor
den met name genoemd. En dat
allen verwondingen hadden opge-
gelopen. Zware verwondingen.
Drie man klommen op de om
geslagen boot en dreven daar
mee aan wal. De overigen volg
den spoedig, drijvende op hun
vesten. Zij waren zo verkleumd,
dat zij aanvankelijk geen van
allen konden lopen.
Eén man werd vermist. Dirk
Koper. Waarschijnlijk was hij zo
zwaar gewond, dat hij de kracht
niet meer bezat het hoofd boven
water te houden. Zijn stoffelijk
overschot spoelde later aan
i«r?,n man miste een oor.
Willem Drayer. Toen de boot
omsloeg werd hem een oor afee-
1 Iü. het verslag staat: hij
stopte dit in z'n zak...
Voor hen. die dit nog interes
seert: alle achttien opvarenden
van de von Lindern werden ge
red. Ten koste van een roeier, I
die verdronk, en van een mari i
die zijn oor moest missen.
-fca Uij ótak
Uet in zijn zak