De sprookjes-ridder en
liet Kerstfeest
féfli
Kolonel Palstra leider
van Leger des Heils
Ook bewegingsonderwijs
hoort bij de opvoeding
Wilt U
De Nijenburgh reikte 36
erkende diploma's uit
KOOTE-
BICBBSS
Een woord voor vandaag
Kanttekening
HE
Een kerstmeditatie
Dagelijks publiceren wij op
deze plaats een actuele uitspraak
over een onderwerp dat de pen
nen in beioeging brengt en de
geesten gevangen houdt. Maar
op deze dag voor het Kerstfeest
willen wij een uitzondering ma
ken en alleen maar een van de
talloze kerstmeditaties in de
kerkelijke pers doorgeven. In
hel „Gereformeerd Weekblad"
(Uitg. Kokschreef prof. dr. J.
H. Bavinck over de sprookjes-
ridder:
TTET BEGINT langzamerhand
11 voelbaar te worden, dat het
Kerstfeest nadert. Vroeg valt el
ke avond het donker in, als
vreemde silhouetten steken de nu
al geheel bladloze bomen af te
gen wolkige luchten, met het fij
ne kantwerk van hun takken en
twijgen smekend omhoog naar de
hemel. In de winkeletalages han
gen al weer rode, papieren klok
ken ep er is veel hulst en hier
en daar branden al de kaarsen.
Het wacht nu nog op de Kerst
boom met zijn stralende, zilve-
in stijl. Het heeft zijn uitbundig
programma van sinterklaasvers
jes nu ingewisseld voor weemoe
dige Kerstliederen rondom het al
oude „Stille Nacht". Ja, het Kerst
feest komt nu elke dag nader.
Het schijnt wel alsof speciaal
dat Kerstfeest een week plekje in
het mensenhart raakt. Het draagt
een zekere romantische bekoring
met zich mee, een bekoring waar
aan ook die mensen, die overi
gens riiet aan godsdienst „doen",
zich moeilijk onttrekkrn kunnen.
Zelfs onze geweldige eeuw die
spoetniks het heelal in slingert en
de verborgen achterzijde van de
maan in foto's bloot legt, is blijk
baar nog niet geheel los van dit
romantische levensgevoel.
bewuste buitenkant
derne mens alleen maar een bol
ster is en datdaar ergens binnen
in nog altijd sluimert het kind in
hem, het kind, dat zich beangst
voelt in deze door donkere mach
ten bedreigde wereld? In deze
Kerstweken lijkt het inderdaad
wel alsof hij toch niet zo onver
schillig is als hij wel schijnt, en
alsof er diep in zijn hart nog slui-
mert een soort van heimwee naar
een betere wereld, waarin een
klein beetje meer liefde en
schoonheid huizen. Het is alsof hij
nog nooit helemaal kwijt geraakt
is de verschrikkelijke huivering
voor de onheilskrachten, die naar
het oude geloof der Germanen
eenmaal zelfs de goden overweldi
gen zullen en het heelal in kil
heid en dood zullen doen verstij
ven. En misschien, heel mis
schien leeft er ook nog iets in
hem van het oeroude sprookje,
waarin verteld wordt dat eens,
heel lang geleden, een fiere prins
met zijn houwdegen griezelige
monsters versloeg en binnen trad
in het onder de ban van betove
ring geslagen kasteel om de sla
pende prinses wakker te roepen
tot het leven.
opslaan, valt het aanstonds op,
dat daar sommige woorden in
voorkomen, die werkelijk herinne
ren aan die Sprookjesprins. Jezus
zelf vergelijkt zich ergens met
Iemand, die het huis van een
Sterke indringt en hem zijn huis
raad ontrooft. (Matth. 12 29'.
Het is niet onduidelijk wie Hij
met die Sterke bedoelt. Jezus
noemt hem ergens de „Overste
God, samen met God. De leugen
die ons zelfbesef opblaast, dik
maakt, waardoor we wanen dat
we iets heel groots betekenen, ter
wijl we in werkelijkheid natuur
lijk alleen maar iets betekenen in
God en door God en tot God. De
leugen die als een onmerkbaar
vergif kruipt door al onze gedach
ten en die onze wil in zijn fatale
teugels houdt. Dat alles bestaal
wel. En de Bijbel voegt er ook
aan toe. dat wij er nooit uit kun
nen ontsnappen, uit die betoverde
burcht, dat er nergens een open
dakvenstertje is, waaruit we een
touw kunnen werpen om daar
langs te ontkomen. Die Sterke,
die ons met die ban geslagen
heeft, is wel zo wijs geweest, dat
hij alle uitgangen dicht gemetseld
heeft.
En toen is de Prins gekomen, de
Iemand, Die in het huis van de
Sterke is binnengedrongen. En
dat is Kerstfeest, ja, dat is Kerst-
A zelfde is als het oude sprookje
van de Ridder met de houwde
gen. Nee, dit is toch helemaal an
ders. Alleen al daarom omdat het
om God gaat. omdat het God zelf
is, die die Ridder gezonden heeft.
In het sprookje komt God niet
eens voor, daar zijn wel heksen
en wolven en prinsen en daar is
wel betovering en maja en voort
durende bedreiging, maar God
speelt nergens1 een rol. Misschien
speelt God in het levensgevoel
van de moderne mens, met zijn
angst en zijn tastende zoeken
naar een betere wereld, ook ner
gens een rol. Het evangelie weet
ook wel iets te vertellen over een
betere wereld, maar daar wordt
altijd onmiddellijk achter dat
woord gezegd: „waar gerechtig
heid woont'". (2 Petr. 3 13). En
gerechtigheid heeft altijd iets te
maken met God. met verzoening,
met genade, met aanneming tot
kinderen.
EN da
Biib
neg iets. In de
Bijbel is de diepste oorzaak
van de moeite nooit alleen maar
betovering, alleen maar leugen,
maar daar achter is altijd ver
borgen dat ondoorgrondelijke ding,
dat de Bijbel zonde noemt. En
zonde moet zoiets wezen als „de-
duisternis - liever - hebben - dan
- het - licht" (Joh. 3 19). Dat
moet wel de oorzaak wezen, waar
om die machtige Ridder, die in
het huis van de Sterke binnen
drong, neergelegd werd in een
kribbe en genageld werd aan een
kruis. Opdat een ieder die in
Hem gelooft en geloven onder
stelt toch altijd een „verbroken
en verbrijzeld hart" niet verlo
ren ga, maar eeuwig leven hebbe.
„Vader-der-leugen"
toch wel waarheid schuilt
het verhaal van dat betoverde
kasteel. Deze wereld schijnt toch
wel enigermate te gelijken op een
onder de ban van een vreemde
betovering geslagen burcht. De
Indiërs kennen het begrip maja
en ze bedoelen daarmee de nood
lottige illusie, waaronder elk mens
leeft, de illusie die hem prachtige
perspectieven voortovert waar in
werkelijkheid alleen maar dorre
woestijnen liggen. Welnu, de Bij
bel kent ook wel zoiets als het be
grip maja. alleen maar: 'hij
noemt het de leugen. Maar die is
er dan ook inderdaad, grillig, on
doorgrondelijk. geheimzinnig op
permachtig, onontkoombaar. Ja,
daar weet de Bijbel veel van te
vertellen. De leugen, die de din
gen verft met een bekoorlijke
glans, waardoor we wanen dat ze
iets zeer wezenlijks zijn. terwijl
ze in werkelijkheid natuurlijk al
leen maar iets zijn in God, om
ÉMHHgi
Commissioner R. Ahlberg naar Zweden
Commissioner R. Ahlberg, terri
toriaal leider van het Leger des
Heils in Nederland, is door gene
raal Wilfred Kitching per 28 janu
ari a.s. aangesteld tot territoriaal
leider van het Leger des Heils in
Zweden. Hij zal zich te zamen met
zijn echtgenote in januari naar zijn
nieuwe arbeidsterrein begeven.
Met ingang van dezelfde datum Is
tot territoriaal leider in Nederland
aangesteld kolonel W. F. Palstra, de
huidige chef-secretaris.
De nieuwe territoriaal leider van het
Leger des Heils in Nederland, kolonel W.
F. Palstra, is de tweede Nederlander, die,
sedert de vestiging van het Leger des
Heils in ons land in 1887, in deze functie
werd benoemd.
OOST-llSDlE
Kolonel Palstra werd op 9 november
1904 te Utrecht geboren. Als jongen van
zestien jaar vertrok hij met zijn ouders
naar het toenmalige Nederlands Oost-
Indië waar zijn vader werd aangesteld
tot divisie-officier van Midden-Celebes.
Zelf vond hij echter een werkkring op
Java, waar hij o.m. zijn medewerking
verleende in het korps, verbonden
het militair tehuis te Batavia.
Spoedig wijdde hij zich geheel aai
arbeid van het Leger des Heils en
ving, nadat hij zijn opleiding aar.
kweekschool te Djokjakarta had vol
tooid, zijn eerste aanstelling als officier
op 4 december 1925.
Te zamen met zijn vrouw werkte hij
in korpsen en militaire tehuizen. In de
crisistijd van de jaren dertig beheerde
het echtpaar enkele crisistehuizen, die
het leger toen op Java en Sumatra had
ingericht voor het grote aantal werkloze
landgenoten, o.a. assistenten van plan
tages. Aan het nationaal hoofdkwartier
te Bandoeng heeft hij verschillende
belangrijke functies bekleed o.a. als per
soonlijke secretaris van de territoriaal
Advertentie
Snuif en wrijf
Uw verkoudheid van neus.
keel of borst weg met
Studiedag lichamelijke opvoeding
(Van een onzer verslaggevers) zetting zal
Voor de tweede maal in dit
jaar heeft het Christelijk Paeda-
gogisch Studiecentrum een stu
diedag voor de lichamelijke op
voeding gehouden.
Kwam men in het voorjaar te
Zwolle bijeen, ditmaal zat men
nog dichter bij het vuur, namelijk
in de Chr. Academie voor licha
melijke opvoeding (Calo), die ge
vestigd is in een hooggelegen
soort sprookjeskasteel te Arn
hem.
(Het gebouw dat inwendig allerminst
een sprookje is. zal eerlang door een
passende behuizing op hetzelfde prach
tig gelegen terrein worden vervangen.)
Dr. C. C. F. Gordijn, aan wie de lei
ding van de Calo is toevertrouwd, sprak
op deze studiedag over didactiek en
methode van het bewegingsonderwijs.
Ten dele was dit een samenvatting
van hetgeen hij in zijn dissertatie
heeft behandeld. De populaire uiteen-
Advertentie
Pracht handen
Uruw of schraal n
nmEn^V
Het is de Hamamelis die het i
druk verschijnen.
De heer Gordijn stelde voorop, dat het
bij bewegingsonderwijs gaat om leren
en doen leren. Dit onderwijs is niet al
lereerst er op gericht, dat het lichaam
goed wordt ontwikkeld, maar dat het
kind zich leert bewegen in de samen
leving. Vandaar dat dit onderwijs óók
opvoèding is.
Wij grijpen het ,.ik" aan. niet het
lichaam: en van daaruit komt de per
soonlijk-harmonieuze en adaequate be
weging tot stand, zei de heer Gordijn.
Wie belast is met het geven van be-
wegingsonderwijs. heeft tot taak het kind
Dit is kolonel W. F. Palstra, die per
28 januari a.s. is benoemd tot
territoriaal leider van het Leger des
Heils in Nederland. Hij is momen
teel chef-secretaris. Commissioner
R. Ahlberg wordt territoriaal leider
van het Leger in Zweden.
leider, secretaris voor regeringszaken
maatschappelijk secretaris en plv. finan
cieel secretaris.
Toen er een nieuwe divisie in Oost-
Ja va werd gevormd werd adjudant Pal
stra aangewezen om deze te organiseren.
Tijdens het begin van de Japanse be
zetting was hij één van de leiders van de
centrale keuken, waar honderden Euro
peanen dagelijks voedsel ontvingen. Dit
werk moest hij opgeven toen hij op 15
december 1942 met de territoriaal leider
en andere stafofficieren werd gearresteerd.
Drie jaar verbleef hij in verschillende
kampen.
In december 1946 werd kolonel Palstra
naar Nederland overgeplaatst waar hij
leider werd van de William Booth
kweekschool te Amstelveen. In 1950 werd
hij aangesteld in de functie van veld-
secretaris op het nationaal hoofdkwartier
te Amsterdam.
Bijbelrooster van de
Oecumenische Raad
Ook voor 1960 heeft .de Oecumenische
Raad van Kerken in Nederland weereen
bijbelrooster samengesteld dat kan dienen
als leidraad bij het persoonlijk bijbel
lezen 's morgens en 's avonds. De tekst
gedeelten voor de zondagen zijn aange
past bij het zogenaamde „kerkelijk jaar".
De bijbelgedeelten zijn over het algemeen
betrekkelijk kort.
Beroepingswerk
NED. HERV. KERK
Beroepen te Ee, Fr.: A. F Verheule,
kand. te 's-Gravenhage.
GEREFORMEERDE KERKEN
Beroepen te Grijpskerk: II. J. Heinen
te Oude- en Nieuwe-Bildtzijl; te Dirks-
horn en te Munnekeburen: A. v. d,
Zwaag, kand. te Groningen.
DOOPSGEZ. BROEDERSCHAP
Benoeming en ontslag
aan G.U. Amsterdam
De gemeenteraad van Amsterdam heeft
gistermiddag eervol ontslag verleend per
1 september 1960 aan prof. dr. J. A. A.
Ketelaar uit zijn ambt van gewoon hoog-1
leraar in de fysische scheikunde, de
chemische kristallografie en de chemische
thermodynamica aan de Gemeente Uni
versiteit van Amsterdam Prof. Ketelaar
zal op die datum de leiding van
speurwerk op zich gaan nemen bij het
nieuwe laboratorium van de zoutindustrie
in Hengelo.
De raad benoemde voorts prof. dr-
R. J. Forbes, tot dusver bijzonder hoog
leraar vanwege de Allard-Piersonstich-
ting, tot buitengewoon hoogleraar in de
geschiedenis der natuur- en scheikunde
aan de Gemeente Universiteit.
Besloten werd voorts het Koninklijk
Instituut voor de Tropen te Amsterdam
toe te laten tot het vestigen van
bijzondere leerstoel in Nieuw-Indische
talen en de letterkunde aan de Gemeente
Universiteit.
Advertentie
mooie witte tanden hebben,
gebruikdan IVOROLtandpasta
UOF.KENHOEIK
Het Kerstmaal, door Jacoba M.
Vreugdenhll. Uitgave Bosch
Keuning N.V., Baarn.
Vijf kerstverhalen, die Jacoba M. Vreug-
denhil in de laatste jaren schreef, zijn
gebundeld en, naar de titel van het eerste
verhaal. „Het Kerstmaal" genoemd. Het
zijn vijf bijzonder mooie schetsen, ge
schreven in een poëtische bewogenheid
met de grote en de kleine mens: het
domineesdochtertje, dat haar lievelings
gans moet opofferen voor de familie-
kerstdis: de gedetineerde vrouw; de
drankzuchtige koetsier, het hulpvaardige
jongetje het zijneigenlijk allemaal
kleine gewone mensen, die ohistreeks
Kerstfeest hun eigen kleine drama bele
ven. De schrijfster heeft hun belevenis
sen welbewust op de Kersttijd afgestemd
maar toch krijgt men nergens het
gevoel, dat de intrige „er met de haren
bijgesleept" is. wat helaas zo vaak het
geval is met de specifieke kerstverhalen.
zo goed, gezond, stérk en voordelig! hemdjes 0.75-1.60
3)é&ma DUBBEL-RIBSTEEK ONDERGOED
broekjes 0.85-1.45; 2-16 jaar; ook in wol en witte katoen
te helpen bij de ontdekking, ontsluiting,
togëigening en coördinering van de be
wegingsconstituanten, die in de mense
lijke samenhang voorkomen.
Men kan de bewegingsrijkdom van
de mens in drie modaliteiten onder
scheiden: het subjectiverende bewegen,
het objectiverende bewegen en het func
tionele bewegen. Naar gelang er per
soonsstructuren zijn, onderscheidt men
soorten van beweging.
Het komt er nu op aan, dat het kind
zich leert bewegen in de structuur mens
wereld. want die twee kunnen nooit los
van elkaar gedacht worden.
Voor de eerste maal
Voor het eerst heeft De Nijen-
burgli als I Baarnse I Gereformeerde
school voor maatschappelijk werk
erkende diploma's uitgereikt en wel
aan 14 afgestudeerde leerlingen die
Voor de praktijk van dit bewegings- }]c vierfari£c cursus hchben gevolgd
onderwiis heeft dr. Gordijn een leer- '00
stof samengesteld, die hij toelichtte e» aan -2 speciaal ooi het eikende
en waarover de talrijke aanwezigen J diploma bijgeschoolde oud-leerlingen
op deze studiedag in discussiegroepen
van gedachten wisselden.
Het kruis van Kerstmis, door dr. E.
A. Franken-Duparc. Uitgave W. ten Ha
ve N.V.. Amsterdam.
Het eenzame kind, door R. Scnulte
Nordholt-Treep. Uitgave G. F. CaHen-
bach N.V.. Nijkerk.
Nijenburgh
internaat. Zoals
herinneren werd De
i 1958 dagschool.
Een en ander ging gepaard met een
kleine plechtigheid, waarbij ook ouders
van vele gediplomeerden aanwezig waren.
Nadat de dames en (twee) heren candi
date» in optocht waren binnengekomen.
een ondertoon van
zou u geen onrecht
ik ben blij
»i de Saraceen met in de stem
trots en onzekerheid. Van ons
te lijden hebben gehad, maar
u niet verslagen te hebben nu ik weet
vrijgeleide van de koning der koningen
hebt." Men zou mijn daad een misdaad hel
noemd en terecht zou men mij gestraft hebben met
galg of zwaard.
Ik ben blij te vernemen dat het paspoort mij
van zoveel nut kan zijn. zei de ridder, want men
heeft mij verteld dat mijn weg langs het gebied
van rovershorden voert die nergens eerbied voor
hebben en slechts aan plunderen denken.
Zo is het, waarschuwde de Mohammedaan,
maar als iemand het waagt u één haar te krenken
zal hij met mij af te rekenen hebben. Ik zal niet
aarzelen er met vijfduizend dappere ruiters op al
te trekken om uw dood te wreken. De hele stam
zal ik uitroeien zodat geen man overblijft en de
vrouwen zal ik verbannen naar afgelegen oorden,
zodat de naam der rovers nooit meer zal gehoord
worden tot op honderd mijl van Damascus. Op hun
grond zal ik zout zaaien en nóóit zullen in hun streek
nog mensen vertoeven.
Dank u, glimlachte de ridder, maar het zou
mij liever zijn als u een ander mocht wreken dan
mij. Maar hoe dan ook, mijn reis moet ik voort
zetten, want mijn belofte staat opgetekend, zodat ik
mij daar niet aan mag onttrekken, hoe groot de
gevaren ook zijn. Alleen wil ik u verzoeken mij de
weg te wijzen naar de rustplaats die ik voor de
nacht heb uitgekozen en waar ik voorheen nooit
geweest ben.
De nacht kunt gij doorbrengen in de tent van
mijn vader, haastte de Emir zich zijn gezel uit te
nodigen,
Zeer vriendelijk, antwoordde de ridder, maar
uw aanbod mag ik niet aanvaarden. Ik heb namelijk
SIR WALTER SCOTT
in gebed en boete bij
li Engaddi. die hier
i zijn leven in dienst
beloofd de nacht te doorwaken
een heilig man, Theodorik va
ergens in de woestijn woont ei
van God heeft gesteld.
Laat mij u dan naar hem vergezellen, stelde
de Saraceen voor. om er voor te zorgen dat gij er
veilig aanlandt.
Ook 'dat is vriendelijk, hernam de noorderling
maar ik mag de veiligheid van' deze goede mai
voor de toekomst niet in gevaar brengen. De hander.
van uw volk zien rood van het biped der dienaren
van de Heer en juist daarom zijn wij hier naartoe
gekomen, met harnas en zwaard, om de weg naar
het Heilig Graf voor onze pelgrims opnieuw open
te maken, alsook om de eenzame kluizenaars te be
schermen tegen de haat van uw geloofsgenoten. Ik
mag dus niet het risico nemen een Saraceen in zijn
nabijheid te brengen.
Moedige Nazarener, riep de Muzelman veront
waardigd, de Grieken en Syriërs hebben ons belas
terd. Wij gehoorzamen slechts het bevel van Abu-
beker Alwakel, de opvolger van onze profeet, die ons
het volgende op het hart heeft gedrukt: Gedraagt u
onversaagd in de strijd, doch doodt geen ouden of
zwakken, geen vrouwen of kinderen. Verwoest nooit
stand als u dat eenmaal gegeven hebt, ook al blijkt
het achteraf in uw nadeel te zijn. Vindt u heilige
mannen. God dienend in de woestijn, laat hen met
rust en vernietigt hun woonplaatsen niet. Maar vindt
gij mannen met geschoren kruin, beschouwt hen dan
als trawanten van satan en hebt geen erbarmen
voor zij zich hebben bekeerd.. Dit zei de opvolger
van de profeet cn zijn bevel is ons heilig. Wij keren
ons zwaard slechts tegen de priesters van de duivel,
maar de brave mannen die zonder het ene volk
tegen het andere op te ruien in eerlijkheid de Heei
hun God aanbidden, mogen rekenen op onze goedei
tierenheid en onze bescherming. Als de man die u
zoekt een der hunnen is zal hem geen leed geschie
den. Het licht van de profeet heeft hem niet bereikt,
doch niettemin zal ik slechts achting en eerbied voor
hem koesteren.
De kluizenaar naar wie ik op weg ben is geen
priester, zei de ridder eenvoudig, doch als hij het
wei was zou ik niet aarzelen het zwaard op te ne
men om hem te beschermen. Geen heiden of onge
lovige heeft het recht.
Laten wij elkaar niet uitdagen, broeder, onder
brak hem de Saraceen, er zijn al Franken en Muzel
mannen genoeg die zwaard en lans tegen elkaar op
heffen. Deze Theodorik wordt beschermd door de
Turken en Arabieren en over het algemeen gedraagt
hij zich even goed als een volgeling van de profeet,
zodat hij onze achting verdient. Weliswaar bevindt
hij zich af en toe in een zonderlinge toestand, doch
voor de rest..
Zwijg, riep nu de ridder. Ik verbied u dè naam
van de kameeldrijver van Mekka uit te spreken in
één adem met.
Een trilling van toorn deed de Emir rechtsprin-
gen, doch eens te meer slaagde hij er in zich te
beheersen en antwoordde waardig:
(Wordt vervolgd)
het ds. J. M. van Krimpen uit Rot
terdam namens de Stichting Gereformeer
de Opleidingen die het welkomstwoord
sprak.
„Wanneer wij ons laten leiden door de
boodschap van het Kerstfeest „En het
Woord is vlees geworden en heeft onder
ons gewoond", aldus ds Van Krimpen
na de Schriftlezing, „hebben wij tegelijk
de basis van de opleiding op De Nijen-
burgh en het gehele christelijke maat
schappelijke werk gevonden. Dit werk
immers heeft tot doel humanisering van
de samenleving en is zo een afschaduwing
van de menswording van Christus. Wie
daarin zijn levensvervuiling mag vinden
moet zich elke dag realiseren, dat Jezus
noodlenigend op aarde was en als Mens
onder de mensen vernieuwing en her
schepping bracht."
De directeur van De Nijenburgh. ris.
R. C. Harder, reikte met een hartelijk
toespraakje voor elk van de groepen
candidaten de diploma's uit en daarna
was het woord aan dr P. G. Kunst uit
Amsterdam, voorzitter van de Gen. Depu-
taten van de Geref. Kerken.
constateerde met vreugde, dat De
Nijenburgh zich voortreffelijk van zijn
taak heeft gekweten, niet alleen wat de
scholing, maar ook wat de veeleisende
bijscholing betreft. Vooral de staf komt
voor veel extra werk een woord van lof
toe.
Daarom hebben Deputaten gemeend
dat dit het moment was, de tot nu toe
in bruikleen aan de school gegeven
goeder-1 bibliotheek definitief te schenken en
daarbij nog een cheque van 1000 aan
te bieden voor uitbreiding" van de
boekerij.
Een gelukwens voor bestuur, staf en
gediplomeerden werd ook uitgesproken
door prof. dr. R. Schippers, voorzitter van
de Nat. Raad voor maatschappelijk werk
en oud-voorzitter van De Nijenburgh.
„Er is nog altijd," aldus prof. Schip
pers, een groot gebrek aan maat
schappelijk werkers(sters), ook in ge
reformeerde kring. Daarom rijst de
hoop, dat het evenement van deze di
ploma-uitreiking vele jonge mensen
zal inspireren tot het kiezen van een
opleiding op De Nijenburgh."
Namens de oud-leerlingen zei mejuf
frouw N. Koen dat het „een geweldig
fijne dag" was voor allen en zij bedankte
de staf hartelijk. Zo deed ook mejuffrouw
Akke Blom namens de „normaal gedlplo-
De vader en moeder van onze Heiland vonden geen plaats in
de herberg. Het jonge gezin vond geen plaats in het Israël, dat
werd geregeerd door Herodes. De Heiland vond geen plaats
in de synagoge. Hij werd verstoten. Christus vond geen plaats
in de wereld, maar werd ter dood veroordeeld door Joden en
heidenen.
„De genade van God is verschenen", schrijft Paulus aan Titus
(2:11), maar de mensheid wil geen genade, maar loon. Een
schooljongen worstelt om onder zijn vriend vandaan te komen,
die hem met zijn rug op de grond heeft gekregen en zegt:
Eerst genade vragen". En wij ouderen spreken van „genade
brood eten" en het laat een bittere nasmaak achter in onze
mond.
Kerstmis is het feest van Gods komst in de wereld. Kerstmis
is ook reeds het feest van 's mensen zelfverheffing. Hoe gaan
wij naar de stal? De herders en wijzen kwamen om te aan
bidden. Wij ook? Of komen we de stal versieren, mistletoe
ophangen boven de ingang, een kerstbal boven de kribbe,
Wie slechts de stal versiert laat Christus liggen.
In de stal is Christus gekomen en tegelijkertijd buitengesloten.
„Hebt gij dan geen plaats voor Jezus?" zingt een oud evangeli
satielied. Wilt gij met Kerstmis Christus niet weghalen uit de
stal en Hem plaats geven in uw hart, uw leven.
In Openbaringen 3 lezen wij, dat Christus zei: Zie Ik sta aan
de deur en Ik klop". In Mattheüs is er geen plaats, in Open
baringen staat Hij nog steeds buiten. Maar nog altijd klopt
Hij. Christus forceert Zich geen plaats in de wereld en in ons
leven. Hij klopt. Hij wachtook op u!
DE VIERING VAN DE VIJFDE MEI
dat de werk- worden, dat we de vrijheid herkre-
ies teruggeko- gen.
i zijn op hun besluit om te wei- De vrijheid om onszelf te zijn. Ons-
geren hun leden te adviseren vrijaf ze" te zijn als volk. Onszelf te zijn
van het
ook in de beleving van de vrijheden,
zonder welke ons menszijn ingrij
pend zou verschralen.
dat besluit van de werkfevers- °aar0m "0U?en we de
o ons °P de gave van de vrijheid
te bezinnen. Te bezinnen als op een
gave van onze goede God.
te geven op de vijfde
komende jaar.
korte beschouwing hadden wij
organisaties ons leedwezen uitgespro
ken. En wij hadden dringend in over
weging gegeven, daarop terug te ko- Die bezinning blijft noodzakelijk,
men. Zulks is thans geschied. Des- Want vrijheid betekent ruimte. En
wege past ons erkentelijkheid.
ruimte moet worden gevuld. Toen
Van de viering: van de vijfde mei is de Duitsers aftrokken, lieten re toen
binnen het geheel
mer gemaakt wat
diende te worden. Hoe komt dat?
Ligt dat aan ons allen als volk? Kun
nen wij als volk geen blij en zinvol
feest vieren? Ontaardt het in jool Ook
en pret? Of onttrekken wij
het feest?
volk nim- alleen maar een vacuum achter?
gemaakt Neen, er werd ruimte geschapen. Die
gevuld mocht worden. Vrijheid is
een gave, maar zij is méér, zij is ook
opgave.
de viering van de vijfde
mei is nu de ruimte geboden: het
wordt een dag vrijaf. Er moet nu
De vijfde mei is geen dag voor jool Van die dag iets goeds en waarde-
i pret. Het is echter al evenmin e
vols worden gemaakt, iets dat ge
dag, die zomaar passeren mag. Want heel in overeenstemming is met haar
het is binnen het bestaan
en wezen. Gemakkelijk zal i
volk een dag met een heel bijzondere dat misschien'niet zijn. Maar het is
betekenis weJ iets dat met oprechtheid en toc.
Is het alleen maar de dag waarop wijding moet worden nagestreefd.
"ViS werden Laten we ook als volk, nu de ruim-
D u nu' ?te"'s al een reden ervoor is gemaakt, voor die vie-
L'a ?1«dSfhaP„"aar de ?in "e vijfde mei de kansen
de dag dringt duidelijker nog tot scheppen en de gelegenheid benut-
ons door, wanneer we ons bewust ten. In een geest van dankbaarheid.
HEEL WAT BETER DAN DE TOTO
gTEEDS hebben wij gesteld, dal wij de bijzonderheden lezen kan.
er met de afwijzing van de toto. Het plan is op dit ogenblik nog in
hoe noodzakelijk deze afwijzing op studie hij de protestants-christelijke
zichzelf ook is, niet zijn. organisaties. Het is op dit ogenblik
.Wij hebben de indruk, dat er onder dus nog volop een plan-ds. Kret.
de beoefenaars van de sport velen Maar onze overtuiging is het, dat de
geneigd zijn, de toto te aanvaarden, protestants-christelijke sportorgani
saties het zullen aanvaarden. Daar
mede zullen ze dan te kennen geven,
maar omdat ze in de toto het onver- dat ze het vertrouwen, dat ds. Kret
mijdelijk middel zien om voor d» in protestants-christelijk Nederland
hoe noodzakelijk, zijn we er niet. De Nederland zal het dan straks moeten
sport zélf moet worden geholpen. En aankomen. Het heeft al meer laten
wanneer er straks toch een toto komt zien, dat het bereid is om van zijn
of blijft, ondanks het verzet daarte
gen van protestants-christelijk Ne
derland, dan zullen we in ejk geval aanstekelijk gewerkt op anderen,
ervoor hebben te zorgen, dat de pro- Tegen de toto, goed! Maar daarmee
testants-christelijke sportorganisaties is de sport er niet, een sportbeoefe-
op een andere en betere manier aan ning die we niet gaan overdrijven,
het geld komen, dat ze nodig hebben, maar die, juist op redelijke proporties
de
i het plan, dat door de haar zin heeft.
i vooral in de goede geest beoefend,
hervormde predikant Kret met
veel vindingrijkheid, en vooral ook
met zoveel vertrouwen in protestants-
christelijk Nederland, is opgesteld
waarvan men elders
We mogen ds. Kret dankbaar zijn
voor de weg die hij ons wijst uit dc
impasse waarin we ook als protes
tants-christelijk Nederland dreigden
dit nummer te geraken. Aan ons nu de daad.
TEGEN DE COMMERCIËLE TELEVISIE
JN duidelijke en onmiskenbare be- gen: een televisie die op de een of
woordingen heeft de A.R. Partij andere manier, op wélke manier ook,
met het televisieprogramma van
doen krijgt. De ervaring dienaan-
zich uitgesproken tegen de
ciële televisie. De formulering
haar bondige uitspraak is van eenzelf- gaande in andere landen" is al
de geest als waarin ook wij nog dezer
dagen over dit pijnlijke thema ge
schreven hebben. Het behoeft daar
om niet te verrassen, dat de uit
spraak van de A.R. Partij naar ons
gevoelen terecht is gedaan.
dien aard, dat men daar over moge
lijke voornemens van Nederland in
deze richting verbaasd het hoofd
schudt.
Commerciële televisie zou verder
neerkomen op een ingaan tegen het
Moet liet komen tot reclame in de omroepbestel, zoals dit in ons land
televisie? Wij zijn er nog altijd niet
van overtuigd, maar een interimka-
binet, aan het thans zittende kabinet volksgeheel, waarin de levensbe-
voorafgaande, heeft in deze richting schouwing op haar volle waarde
wordt geschat.
De A.R. Partij, die getoond heeft dit
Wij voor ons zien nog altijd niet in, te doorzien, heeft niet geschroomd,
waarom een regering op een besluit zich met volle klaarheid tegen het
niet kou kunnen terugkomen. Ook streven naar commerciële televisie
selijkheid daarvan inziet, ook de De ministers, uit haar kring afkom-
moed ertoe wel weet op te brengen, stig, zullen met dat verstaan geen
meerden'
Tenslotte sprak ds. Harder nog een kort
ernstig woord over het werk dat de ge
diplomeerden nu gaan doen of voort
moeite hebben. Maar de openbaar
making van haar uitspraak heeft
stellig wijdér strekking. Een politie-
De wenselijkheid is hier zeker gebo
den.
Maar, wij herhalen wat wij bij een
vorige gelegenheid schreven, moet ke partij heeft er alle recht op
het dan komen tot toelating van re- ten overstaan van wie of wat ook,
clame binnen dc televisie, dan toch te doen uitkomen wat naar haar oor
deel nog acceptabel is, en wat niet.
ONTVANGEN BOEKEN
Toen bliezen de poortwachters, pro
za en poëzie van 1880 tot 1920, door
Hans van Straten. Uitgave Salaman
der, Querido. Amsterdam.
Voor wie dit leest, proza en poëzie
van 1920 tot heden, door Adi'iaan Mor-
riën. Uitgave Salamander, Querido,
Amsterdam.
Hiroshima, door John Hersey. Verta
ling mr. E. Straat. Tweede druk. Uit
gave W. ten Have N.V., Amsterdam.
Ons geloof, door Emil Brunner. Ver
taling E. Franken-Liefrlnck. Aanteke
ningen ds. J. C. Koningsberger. Zeven
de druk. Uitgave W. ten Have N.V.,
Amsterdam.
De sleutel tot het geheim, door C. S.
Lewis. Vertaling A. L. Boeser, Uitga
ve W. ten Have N.V.. Amsterdam.
Brieven uit de hel, door 'C. S. Lewis.
Vertaling J. A. Schreuder. Negende
druk. Ter inleiding van mr. A. W. Kist.
Uitgave W. ten Have N.V., Amsterdam.
Luther ziin weg en werk, door W.
J. Kooiman. Vijfde druk. Uitgave W.
ten Have N.V., Amsterdam.