De sprookjes-ridder en liet Kerstfeest féfli Kolonel Palstra leider van Leger des Heils Ook bewegingsonderwijs hoort bij de opvoeding Wilt U De Nijenburgh reikte 36 erkende diploma's uit KOOTE- BICBBSS Een woord voor vandaag Kanttekening HE Een kerstmeditatie Dagelijks publiceren wij op deze plaats een actuele uitspraak over een onderwerp dat de pen nen in beioeging brengt en de geesten gevangen houdt. Maar op deze dag voor het Kerstfeest willen wij een uitzondering ma ken en alleen maar een van de talloze kerstmeditaties in de kerkelijke pers doorgeven. In hel „Gereformeerd Weekblad" (Uitg. Kokschreef prof. dr. J. H. Bavinck over de sprookjes- ridder: TTET BEGINT langzamerhand 11 voelbaar te worden, dat het Kerstfeest nadert. Vroeg valt el ke avond het donker in, als vreemde silhouetten steken de nu al geheel bladloze bomen af te gen wolkige luchten, met het fij ne kantwerk van hun takken en twijgen smekend omhoog naar de hemel. In de winkeletalages han gen al weer rode, papieren klok ken ep er is veel hulst en hier en daar branden al de kaarsen. Het wacht nu nog op de Kerst boom met zijn stralende, zilve- in stijl. Het heeft zijn uitbundig programma van sinterklaasvers jes nu ingewisseld voor weemoe dige Kerstliederen rondom het al oude „Stille Nacht". Ja, het Kerst feest komt nu elke dag nader. Het schijnt wel alsof speciaal dat Kerstfeest een week plekje in het mensenhart raakt. Het draagt een zekere romantische bekoring met zich mee, een bekoring waar aan ook die mensen, die overi gens riiet aan godsdienst „doen", zich moeilijk onttrekkrn kunnen. Zelfs onze geweldige eeuw die spoetniks het heelal in slingert en de verborgen achterzijde van de maan in foto's bloot legt, is blijk baar nog niet geheel los van dit romantische levensgevoel. bewuste buitenkant derne mens alleen maar een bol ster is en datdaar ergens binnen in nog altijd sluimert het kind in hem, het kind, dat zich beangst voelt in deze door donkere mach ten bedreigde wereld? In deze Kerstweken lijkt het inderdaad wel alsof hij toch niet zo onver schillig is als hij wel schijnt, en alsof er diep in zijn hart nog slui- mert een soort van heimwee naar een betere wereld, waarin een klein beetje meer liefde en schoonheid huizen. Het is alsof hij nog nooit helemaal kwijt geraakt is de verschrikkelijke huivering voor de onheilskrachten, die naar het oude geloof der Germanen eenmaal zelfs de goden overweldi gen zullen en het heelal in kil heid en dood zullen doen verstij ven. En misschien, heel mis schien leeft er ook nog iets in hem van het oeroude sprookje, waarin verteld wordt dat eens, heel lang geleden, een fiere prins met zijn houwdegen griezelige monsters versloeg en binnen trad in het onder de ban van betove ring geslagen kasteel om de sla pende prinses wakker te roepen tot het leven. opslaan, valt het aanstonds op, dat daar sommige woorden in voorkomen, die werkelijk herinne ren aan die Sprookjesprins. Jezus zelf vergelijkt zich ergens met Iemand, die het huis van een Sterke indringt en hem zijn huis raad ontrooft. (Matth. 12 29'. Het is niet onduidelijk wie Hij met die Sterke bedoelt. Jezus noemt hem ergens de „Overste God, samen met God. De leugen die ons zelfbesef opblaast, dik maakt, waardoor we wanen dat we iets heel groots betekenen, ter wijl we in werkelijkheid natuur lijk alleen maar iets betekenen in God en door God en tot God. De leugen die als een onmerkbaar vergif kruipt door al onze gedach ten en die onze wil in zijn fatale teugels houdt. Dat alles bestaal wel. En de Bijbel voegt er ook aan toe. dat wij er nooit uit kun nen ontsnappen, uit die betoverde burcht, dat er nergens een open dakvenstertje is, waaruit we een touw kunnen werpen om daar langs te ontkomen. Die Sterke, die ons met die ban geslagen heeft, is wel zo wijs geweest, dat hij alle uitgangen dicht gemetseld heeft. En toen is de Prins gekomen, de Iemand, Die in het huis van de Sterke is binnengedrongen. En dat is Kerstfeest, ja, dat is Kerst- A zelfde is als het oude sprookje van de Ridder met de houwde gen. Nee, dit is toch helemaal an ders. Alleen al daarom omdat het om God gaat. omdat het God zelf is, die die Ridder gezonden heeft. In het sprookje komt God niet eens voor, daar zijn wel heksen en wolven en prinsen en daar is wel betovering en maja en voort durende bedreiging, maar God speelt nergens1 een rol. Misschien speelt God in het levensgevoel van de moderne mens, met zijn angst en zijn tastende zoeken naar een betere wereld, ook ner gens een rol. Het evangelie weet ook wel iets te vertellen over een betere wereld, maar daar wordt altijd onmiddellijk achter dat woord gezegd: „waar gerechtig heid woont'". (2 Petr. 3 13). En gerechtigheid heeft altijd iets te maken met God. met verzoening, met genade, met aanneming tot kinderen. EN da Biib neg iets. In de Bijbel is de diepste oorzaak van de moeite nooit alleen maar betovering, alleen maar leugen, maar daar achter is altijd ver borgen dat ondoorgrondelijke ding, dat de Bijbel zonde noemt. En zonde moet zoiets wezen als „de- duisternis - liever - hebben - dan - het - licht" (Joh. 3 19). Dat moet wel de oorzaak wezen, waar om die machtige Ridder, die in het huis van de Sterke binnen drong, neergelegd werd in een kribbe en genageld werd aan een kruis. Opdat een ieder die in Hem gelooft en geloven onder stelt toch altijd een „verbroken en verbrijzeld hart" niet verlo ren ga, maar eeuwig leven hebbe. „Vader-der-leugen" toch wel waarheid schuilt het verhaal van dat betoverde kasteel. Deze wereld schijnt toch wel enigermate te gelijken op een onder de ban van een vreemde betovering geslagen burcht. De Indiërs kennen het begrip maja en ze bedoelen daarmee de nood lottige illusie, waaronder elk mens leeft, de illusie die hem prachtige perspectieven voortovert waar in werkelijkheid alleen maar dorre woestijnen liggen. Welnu, de Bij bel kent ook wel zoiets als het be grip maja. alleen maar: 'hij noemt het de leugen. Maar die is er dan ook inderdaad, grillig, on doorgrondelijk. geheimzinnig op permachtig, onontkoombaar. Ja, daar weet de Bijbel veel van te vertellen. De leugen, die de din gen verft met een bekoorlijke glans, waardoor we wanen dat ze iets zeer wezenlijks zijn. terwijl ze in werkelijkheid natuurlijk al leen maar iets zijn in God, om ÉMHHgi Commissioner R. Ahlberg naar Zweden Commissioner R. Ahlberg, terri toriaal leider van het Leger des Heils in Nederland, is door gene raal Wilfred Kitching per 28 janu ari a.s. aangesteld tot territoriaal leider van het Leger des Heils in Zweden. Hij zal zich te zamen met zijn echtgenote in januari naar zijn nieuwe arbeidsterrein begeven. Met ingang van dezelfde datum Is tot territoriaal leider in Nederland aangesteld kolonel W. F. Palstra, de huidige chef-secretaris. De nieuwe territoriaal leider van het Leger des Heils in Nederland, kolonel W. F. Palstra, is de tweede Nederlander, die, sedert de vestiging van het Leger des Heils in ons land in 1887, in deze functie werd benoemd. OOST-llSDlE Kolonel Palstra werd op 9 november 1904 te Utrecht geboren. Als jongen van zestien jaar vertrok hij met zijn ouders naar het toenmalige Nederlands Oost- Indië waar zijn vader werd aangesteld tot divisie-officier van Midden-Celebes. Zelf vond hij echter een werkkring op Java, waar hij o.m. zijn medewerking verleende in het korps, verbonden het militair tehuis te Batavia. Spoedig wijdde hij zich geheel aai arbeid van het Leger des Heils en ving, nadat hij zijn opleiding aar. kweekschool te Djokjakarta had vol tooid, zijn eerste aanstelling als officier op 4 december 1925. Te zamen met zijn vrouw werkte hij in korpsen en militaire tehuizen. In de crisistijd van de jaren dertig beheerde het echtpaar enkele crisistehuizen, die het leger toen op Java en Sumatra had ingericht voor het grote aantal werkloze landgenoten, o.a. assistenten van plan tages. Aan het nationaal hoofdkwartier te Bandoeng heeft hij verschillende belangrijke functies bekleed o.a. als per soonlijke secretaris van de territoriaal Advertentie Snuif en wrijf Uw verkoudheid van neus. keel of borst weg met Studiedag lichamelijke opvoeding (Van een onzer verslaggevers) zetting zal Voor de tweede maal in dit jaar heeft het Christelijk Paeda- gogisch Studiecentrum een stu diedag voor de lichamelijke op voeding gehouden. Kwam men in het voorjaar te Zwolle bijeen, ditmaal zat men nog dichter bij het vuur, namelijk in de Chr. Academie voor licha melijke opvoeding (Calo), die ge vestigd is in een hooggelegen soort sprookjeskasteel te Arn hem. (Het gebouw dat inwendig allerminst een sprookje is. zal eerlang door een passende behuizing op hetzelfde prach tig gelegen terrein worden vervangen.) Dr. C. C. F. Gordijn, aan wie de lei ding van de Calo is toevertrouwd, sprak op deze studiedag over didactiek en methode van het bewegingsonderwijs. Ten dele was dit een samenvatting van hetgeen hij in zijn dissertatie heeft behandeld. De populaire uiteen- Advertentie Pracht handen Uruw of schraal n nmEn^V Het is de Hamamelis die het i druk verschijnen. De heer Gordijn stelde voorop, dat het bij bewegingsonderwijs gaat om leren en doen leren. Dit onderwijs is niet al lereerst er op gericht, dat het lichaam goed wordt ontwikkeld, maar dat het kind zich leert bewegen in de samen leving. Vandaar dat dit onderwijs óók opvoèding is. Wij grijpen het ,.ik" aan. niet het lichaam: en van daaruit komt de per soonlijk-harmonieuze en adaequate be weging tot stand, zei de heer Gordijn. Wie belast is met het geven van be- wegingsonderwijs. heeft tot taak het kind Dit is kolonel W. F. Palstra, die per 28 januari a.s. is benoemd tot territoriaal leider van het Leger des Heils in Nederland. Hij is momen teel chef-secretaris. Commissioner R. Ahlberg wordt territoriaal leider van het Leger in Zweden. leider, secretaris voor regeringszaken maatschappelijk secretaris en plv. finan cieel secretaris. Toen er een nieuwe divisie in Oost- Ja va werd gevormd werd adjudant Pal stra aangewezen om deze te organiseren. Tijdens het begin van de Japanse be zetting was hij één van de leiders van de centrale keuken, waar honderden Euro peanen dagelijks voedsel ontvingen. Dit werk moest hij opgeven toen hij op 15 december 1942 met de territoriaal leider en andere stafofficieren werd gearresteerd. Drie jaar verbleef hij in verschillende kampen. In december 1946 werd kolonel Palstra naar Nederland overgeplaatst waar hij leider werd van de William Booth kweekschool te Amstelveen. In 1950 werd hij aangesteld in de functie van veld- secretaris op het nationaal hoofdkwartier te Amsterdam. Bijbelrooster van de Oecumenische Raad Ook voor 1960 heeft .de Oecumenische Raad van Kerken in Nederland weereen bijbelrooster samengesteld dat kan dienen als leidraad bij het persoonlijk bijbel lezen 's morgens en 's avonds. De tekst gedeelten voor de zondagen zijn aange past bij het zogenaamde „kerkelijk jaar". De bijbelgedeelten zijn over het algemeen betrekkelijk kort. Beroepingswerk NED. HERV. KERK Beroepen te Ee, Fr.: A. F Verheule, kand. te 's-Gravenhage. GEREFORMEERDE KERKEN Beroepen te Grijpskerk: II. J. Heinen te Oude- en Nieuwe-Bildtzijl; te Dirks- horn en te Munnekeburen: A. v. d, Zwaag, kand. te Groningen. DOOPSGEZ. BROEDERSCHAP Benoeming en ontslag aan G.U. Amsterdam De gemeenteraad van Amsterdam heeft gistermiddag eervol ontslag verleend per 1 september 1960 aan prof. dr. J. A. A. Ketelaar uit zijn ambt van gewoon hoog-1 leraar in de fysische scheikunde, de chemische kristallografie en de chemische thermodynamica aan de Gemeente Uni versiteit van Amsterdam Prof. Ketelaar zal op die datum de leiding van speurwerk op zich gaan nemen bij het nieuwe laboratorium van de zoutindustrie in Hengelo. De raad benoemde voorts prof. dr- R. J. Forbes, tot dusver bijzonder hoog leraar vanwege de Allard-Piersonstich- ting, tot buitengewoon hoogleraar in de geschiedenis der natuur- en scheikunde aan de Gemeente Universiteit. Besloten werd voorts het Koninklijk Instituut voor de Tropen te Amsterdam toe te laten tot het vestigen van bijzondere leerstoel in Nieuw-Indische talen en de letterkunde aan de Gemeente Universiteit. Advertentie mooie witte tanden hebben, gebruikdan IVOROLtandpasta UOF.KENHOEIK Het Kerstmaal, door Jacoba M. Vreugdenhll. Uitgave Bosch Keuning N.V., Baarn. Vijf kerstverhalen, die Jacoba M. Vreug- denhil in de laatste jaren schreef, zijn gebundeld en, naar de titel van het eerste verhaal. „Het Kerstmaal" genoemd. Het zijn vijf bijzonder mooie schetsen, ge schreven in een poëtische bewogenheid met de grote en de kleine mens: het domineesdochtertje, dat haar lievelings gans moet opofferen voor de familie- kerstdis: de gedetineerde vrouw; de drankzuchtige koetsier, het hulpvaardige jongetje het zijneigenlijk allemaal kleine gewone mensen, die ohistreeks Kerstfeest hun eigen kleine drama bele ven. De schrijfster heeft hun belevenis sen welbewust op de Kersttijd afgestemd maar toch krijgt men nergens het gevoel, dat de intrige „er met de haren bijgesleept" is. wat helaas zo vaak het geval is met de specifieke kerstverhalen. zo goed, gezond, stérk en voordelig! hemdjes 0.75-1.60 3)é&ma DUBBEL-RIBSTEEK ONDERGOED broekjes 0.85-1.45; 2-16 jaar; ook in wol en witte katoen te helpen bij de ontdekking, ontsluiting, togëigening en coördinering van de be wegingsconstituanten, die in de mense lijke samenhang voorkomen. Men kan de bewegingsrijkdom van de mens in drie modaliteiten onder scheiden: het subjectiverende bewegen, het objectiverende bewegen en het func tionele bewegen. Naar gelang er per soonsstructuren zijn, onderscheidt men soorten van beweging. Het komt er nu op aan, dat het kind zich leert bewegen in de structuur mens wereld. want die twee kunnen nooit los van elkaar gedacht worden. Voor de eerste maal Voor het eerst heeft De Nijen- burgli als I Baarnse I Gereformeerde school voor maatschappelijk werk erkende diploma's uitgereikt en wel aan 14 afgestudeerde leerlingen die Voor de praktijk van dit bewegings- }]c vierfari£c cursus hchben gevolgd onderwiis heeft dr. Gordijn een leer- '00 stof samengesteld, die hij toelichtte e» aan -2 speciaal ooi het eikende en waarover de talrijke aanwezigen J diploma bijgeschoolde oud-leerlingen op deze studiedag in discussiegroepen van gedachten wisselden. Het kruis van Kerstmis, door dr. E. A. Franken-Duparc. Uitgave W. ten Ha ve N.V.. Amsterdam. Het eenzame kind, door R. Scnulte Nordholt-Treep. Uitgave G. F. CaHen- bach N.V.. Nijkerk. Nijenburgh internaat. Zoals herinneren werd De i 1958 dagschool. Een en ander ging gepaard met een kleine plechtigheid, waarbij ook ouders van vele gediplomeerden aanwezig waren. Nadat de dames en (twee) heren candi date» in optocht waren binnengekomen. een ondertoon van zou u geen onrecht ik ben blij »i de Saraceen met in de stem trots en onzekerheid. Van ons te lijden hebben gehad, maar u niet verslagen te hebben nu ik weet vrijgeleide van de koning der koningen hebt." Men zou mijn daad een misdaad hel noemd en terecht zou men mij gestraft hebben met galg of zwaard. Ik ben blij te vernemen dat het paspoort mij van zoveel nut kan zijn. zei de ridder, want men heeft mij verteld dat mijn weg langs het gebied van rovershorden voert die nergens eerbied voor hebben en slechts aan plunderen denken. Zo is het, waarschuwde de Mohammedaan, maar als iemand het waagt u één haar te krenken zal hij met mij af te rekenen hebben. Ik zal niet aarzelen er met vijfduizend dappere ruiters op al te trekken om uw dood te wreken. De hele stam zal ik uitroeien zodat geen man overblijft en de vrouwen zal ik verbannen naar afgelegen oorden, zodat de naam der rovers nooit meer zal gehoord worden tot op honderd mijl van Damascus. Op hun grond zal ik zout zaaien en nóóit zullen in hun streek nog mensen vertoeven. Dank u, glimlachte de ridder, maar het zou mij liever zijn als u een ander mocht wreken dan mij. Maar hoe dan ook, mijn reis moet ik voort zetten, want mijn belofte staat opgetekend, zodat ik mij daar niet aan mag onttrekken, hoe groot de gevaren ook zijn. Alleen wil ik u verzoeken mij de weg te wijzen naar de rustplaats die ik voor de nacht heb uitgekozen en waar ik voorheen nooit geweest ben. De nacht kunt gij doorbrengen in de tent van mijn vader, haastte de Emir zich zijn gezel uit te nodigen, Zeer vriendelijk, antwoordde de ridder, maar uw aanbod mag ik niet aanvaarden. Ik heb namelijk SIR WALTER SCOTT in gebed en boete bij li Engaddi. die hier i zijn leven in dienst beloofd de nacht te doorwaken een heilig man, Theodorik va ergens in de woestijn woont ei van God heeft gesteld. Laat mij u dan naar hem vergezellen, stelde de Saraceen voor. om er voor te zorgen dat gij er veilig aanlandt. Ook 'dat is vriendelijk, hernam de noorderling maar ik mag de veiligheid van' deze goede mai voor de toekomst niet in gevaar brengen. De hander. van uw volk zien rood van het biped der dienaren van de Heer en juist daarom zijn wij hier naartoe gekomen, met harnas en zwaard, om de weg naar het Heilig Graf voor onze pelgrims opnieuw open te maken, alsook om de eenzame kluizenaars te be schermen tegen de haat van uw geloofsgenoten. Ik mag dus niet het risico nemen een Saraceen in zijn nabijheid te brengen. Moedige Nazarener, riep de Muzelman veront waardigd, de Grieken en Syriërs hebben ons belas terd. Wij gehoorzamen slechts het bevel van Abu- beker Alwakel, de opvolger van onze profeet, die ons het volgende op het hart heeft gedrukt: Gedraagt u onversaagd in de strijd, doch doodt geen ouden of zwakken, geen vrouwen of kinderen. Verwoest nooit stand als u dat eenmaal gegeven hebt, ook al blijkt het achteraf in uw nadeel te zijn. Vindt u heilige mannen. God dienend in de woestijn, laat hen met rust en vernietigt hun woonplaatsen niet. Maar vindt gij mannen met geschoren kruin, beschouwt hen dan als trawanten van satan en hebt geen erbarmen voor zij zich hebben bekeerd.. Dit zei de opvolger van de profeet cn zijn bevel is ons heilig. Wij keren ons zwaard slechts tegen de priesters van de duivel, maar de brave mannen die zonder het ene volk tegen het andere op te ruien in eerlijkheid de Heei hun God aanbidden, mogen rekenen op onze goedei tierenheid en onze bescherming. Als de man die u zoekt een der hunnen is zal hem geen leed geschie den. Het licht van de profeet heeft hem niet bereikt, doch niettemin zal ik slechts achting en eerbied voor hem koesteren. De kluizenaar naar wie ik op weg ben is geen priester, zei de ridder eenvoudig, doch als hij het wei was zou ik niet aarzelen het zwaard op te ne men om hem te beschermen. Geen heiden of onge lovige heeft het recht. Laten wij elkaar niet uitdagen, broeder, onder brak hem de Saraceen, er zijn al Franken en Muzel mannen genoeg die zwaard en lans tegen elkaar op heffen. Deze Theodorik wordt beschermd door de Turken en Arabieren en over het algemeen gedraagt hij zich even goed als een volgeling van de profeet, zodat hij onze achting verdient. Weliswaar bevindt hij zich af en toe in een zonderlinge toestand, doch voor de rest.. Zwijg, riep nu de ridder. Ik verbied u dè naam van de kameeldrijver van Mekka uit te spreken in één adem met. Een trilling van toorn deed de Emir rechtsprin- gen, doch eens te meer slaagde hij er in zich te beheersen en antwoordde waardig: (Wordt vervolgd) het ds. J. M. van Krimpen uit Rot terdam namens de Stichting Gereformeer de Opleidingen die het welkomstwoord sprak. „Wanneer wij ons laten leiden door de boodschap van het Kerstfeest „En het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond", aldus ds Van Krimpen na de Schriftlezing, „hebben wij tegelijk de basis van de opleiding op De Nijen- burgh en het gehele christelijke maat schappelijke werk gevonden. Dit werk immers heeft tot doel humanisering van de samenleving en is zo een afschaduwing van de menswording van Christus. Wie daarin zijn levensvervuiling mag vinden moet zich elke dag realiseren, dat Jezus noodlenigend op aarde was en als Mens onder de mensen vernieuwing en her schepping bracht." De directeur van De Nijenburgh. ris. R. C. Harder, reikte met een hartelijk toespraakje voor elk van de groepen candidaten de diploma's uit en daarna was het woord aan dr P. G. Kunst uit Amsterdam, voorzitter van de Gen. Depu- taten van de Geref. Kerken. constateerde met vreugde, dat De Nijenburgh zich voortreffelijk van zijn taak heeft gekweten, niet alleen wat de scholing, maar ook wat de veeleisende bijscholing betreft. Vooral de staf komt voor veel extra werk een woord van lof toe. Daarom hebben Deputaten gemeend dat dit het moment was, de tot nu toe in bruikleen aan de school gegeven goeder-1 bibliotheek definitief te schenken en daarbij nog een cheque van 1000 aan te bieden voor uitbreiding" van de boekerij. Een gelukwens voor bestuur, staf en gediplomeerden werd ook uitgesproken door prof. dr. R. Schippers, voorzitter van de Nat. Raad voor maatschappelijk werk en oud-voorzitter van De Nijenburgh. „Er is nog altijd," aldus prof. Schip pers, een groot gebrek aan maat schappelijk werkers(sters), ook in ge reformeerde kring. Daarom rijst de hoop, dat het evenement van deze di ploma-uitreiking vele jonge mensen zal inspireren tot het kiezen van een opleiding op De Nijenburgh." Namens de oud-leerlingen zei mejuf frouw N. Koen dat het „een geweldig fijne dag" was voor allen en zij bedankte de staf hartelijk. Zo deed ook mejuffrouw Akke Blom namens de „normaal gedlplo- De vader en moeder van onze Heiland vonden geen plaats in de herberg. Het jonge gezin vond geen plaats in het Israël, dat werd geregeerd door Herodes. De Heiland vond geen plaats in de synagoge. Hij werd verstoten. Christus vond geen plaats in de wereld, maar werd ter dood veroordeeld door Joden en heidenen. „De genade van God is verschenen", schrijft Paulus aan Titus (2:11), maar de mensheid wil geen genade, maar loon. Een schooljongen worstelt om onder zijn vriend vandaan te komen, die hem met zijn rug op de grond heeft gekregen en zegt: Eerst genade vragen". En wij ouderen spreken van „genade brood eten" en het laat een bittere nasmaak achter in onze mond. Kerstmis is het feest van Gods komst in de wereld. Kerstmis is ook reeds het feest van 's mensen zelfverheffing. Hoe gaan wij naar de stal? De herders en wijzen kwamen om te aan bidden. Wij ook? Of komen we de stal versieren, mistletoe ophangen boven de ingang, een kerstbal boven de kribbe, Wie slechts de stal versiert laat Christus liggen. In de stal is Christus gekomen en tegelijkertijd buitengesloten. „Hebt gij dan geen plaats voor Jezus?" zingt een oud evangeli satielied. Wilt gij met Kerstmis Christus niet weghalen uit de stal en Hem plaats geven in uw hart, uw leven. In Openbaringen 3 lezen wij, dat Christus zei: Zie Ik sta aan de deur en Ik klop". In Mattheüs is er geen plaats, in Open baringen staat Hij nog steeds buiten. Maar nog altijd klopt Hij. Christus forceert Zich geen plaats in de wereld en in ons leven. Hij klopt. Hij wachtook op u! DE VIERING VAN DE VIJFDE MEI dat de werk- worden, dat we de vrijheid herkre- ies teruggeko- gen. i zijn op hun besluit om te wei- De vrijheid om onszelf te zijn. Ons- geren hun leden te adviseren vrijaf ze" te zijn als volk. Onszelf te zijn van het ook in de beleving van de vrijheden, zonder welke ons menszijn ingrij pend zou verschralen. dat besluit van de werkfevers- °aar0m "0U?en we de o ons °P de gave van de vrijheid te bezinnen. Te bezinnen als op een gave van onze goede God. te geven op de vijfde komende jaar. korte beschouwing hadden wij organisaties ons leedwezen uitgespro ken. En wij hadden dringend in over weging gegeven, daarop terug te ko- Die bezinning blijft noodzakelijk, men. Zulks is thans geschied. Des- Want vrijheid betekent ruimte. En wege past ons erkentelijkheid. ruimte moet worden gevuld. Toen Van de viering: van de vijfde mei is de Duitsers aftrokken, lieten re toen binnen het geheel mer gemaakt wat diende te worden. Hoe komt dat? Ligt dat aan ons allen als volk? Kun nen wij als volk geen blij en zinvol feest vieren? Ontaardt het in jool Ook en pret? Of onttrekken wij het feest? volk nim- alleen maar een vacuum achter? gemaakt Neen, er werd ruimte geschapen. Die gevuld mocht worden. Vrijheid is een gave, maar zij is méér, zij is ook opgave. de viering van de vijfde mei is nu de ruimte geboden: het wordt een dag vrijaf. Er moet nu De vijfde mei is geen dag voor jool Van die dag iets goeds en waarde- i pret. Het is echter al evenmin e vols worden gemaakt, iets dat ge dag, die zomaar passeren mag. Want heel in overeenstemming is met haar het is binnen het bestaan en wezen. Gemakkelijk zal i volk een dag met een heel bijzondere dat misschien'niet zijn. Maar het is betekenis weJ iets dat met oprechtheid en toc. Is het alleen maar de dag waarop wijding moet worden nagestreefd. "ViS werden Laten we ook als volk, nu de ruim- D u nu' ?te"'s al een reden ervoor is gemaakt, voor die vie- L'a ?1«dSfhaP„"aar de ?in "e vijfde mei de kansen de dag dringt duidelijker nog tot scheppen en de gelegenheid benut- ons door, wanneer we ons bewust ten. In een geest van dankbaarheid. HEEL WAT BETER DAN DE TOTO gTEEDS hebben wij gesteld, dal wij de bijzonderheden lezen kan. er met de afwijzing van de toto. Het plan is op dit ogenblik nog in hoe noodzakelijk deze afwijzing op studie hij de protestants-christelijke zichzelf ook is, niet zijn. organisaties. Het is op dit ogenblik .Wij hebben de indruk, dat er onder dus nog volop een plan-ds. Kret. de beoefenaars van de sport velen Maar onze overtuiging is het, dat de geneigd zijn, de toto te aanvaarden, protestants-christelijke sportorgani saties het zullen aanvaarden. Daar mede zullen ze dan te kennen geven, maar omdat ze in de toto het onver- dat ze het vertrouwen, dat ds. Kret mijdelijk middel zien om voor d» in protestants-christelijk Nederland hoe noodzakelijk, zijn we er niet. De Nederland zal het dan straks moeten sport zélf moet worden geholpen. En aankomen. Het heeft al meer laten wanneer er straks toch een toto komt zien, dat het bereid is om van zijn of blijft, ondanks het verzet daarte gen van protestants-christelijk Ne derland, dan zullen we in ejk geval aanstekelijk gewerkt op anderen, ervoor hebben te zorgen, dat de pro- Tegen de toto, goed! Maar daarmee testants-christelijke sportorganisaties is de sport er niet, een sportbeoefe- op een andere en betere manier aan ning die we niet gaan overdrijven, het geld komen, dat ze nodig hebben, maar die, juist op redelijke proporties de i het plan, dat door de haar zin heeft. i vooral in de goede geest beoefend, hervormde predikant Kret met veel vindingrijkheid, en vooral ook met zoveel vertrouwen in protestants- christelijk Nederland, is opgesteld waarvan men elders We mogen ds. Kret dankbaar zijn voor de weg die hij ons wijst uit dc impasse waarin we ook als protes tants-christelijk Nederland dreigden dit nummer te geraken. Aan ons nu de daad. TEGEN DE COMMERCIËLE TELEVISIE JN duidelijke en onmiskenbare be- gen: een televisie die op de een of woordingen heeft de A.R. Partij andere manier, op wélke manier ook, met het televisieprogramma van doen krijgt. De ervaring dienaan- zich uitgesproken tegen de ciële televisie. De formulering haar bondige uitspraak is van eenzelf- gaande in andere landen" is al de geest als waarin ook wij nog dezer dagen over dit pijnlijke thema ge schreven hebben. Het behoeft daar om niet te verrassen, dat de uit spraak van de A.R. Partij naar ons gevoelen terecht is gedaan. dien aard, dat men daar over moge lijke voornemens van Nederland in deze richting verbaasd het hoofd schudt. Commerciële televisie zou verder neerkomen op een ingaan tegen het Moet liet komen tot reclame in de omroepbestel, zoals dit in ons land televisie? Wij zijn er nog altijd niet van overtuigd, maar een interimka- binet, aan het thans zittende kabinet volksgeheel, waarin de levensbe- voorafgaande, heeft in deze richting schouwing op haar volle waarde wordt geschat. De A.R. Partij, die getoond heeft dit Wij voor ons zien nog altijd niet in, te doorzien, heeft niet geschroomd, waarom een regering op een besluit zich met volle klaarheid tegen het niet kou kunnen terugkomen. Ook streven naar commerciële televisie selijkheid daarvan inziet, ook de De ministers, uit haar kring afkom- moed ertoe wel weet op te brengen, stig, zullen met dat verstaan geen meerden' Tenslotte sprak ds. Harder nog een kort ernstig woord over het werk dat de ge diplomeerden nu gaan doen of voort moeite hebben. Maar de openbaar making van haar uitspraak heeft stellig wijdér strekking. Een politie- De wenselijkheid is hier zeker gebo den. Maar, wij herhalen wat wij bij een vorige gelegenheid schreven, moet ke partij heeft er alle recht op het dan komen tot toelating van re- ten overstaan van wie of wat ook, clame binnen dc televisie, dan toch te doen uitkomen wat naar haar oor deel nog acceptabel is, en wat niet. ONTVANGEN BOEKEN Toen bliezen de poortwachters, pro za en poëzie van 1880 tot 1920, door Hans van Straten. Uitgave Salaman der, Querido. Amsterdam. Voor wie dit leest, proza en poëzie van 1920 tot heden, door Adi'iaan Mor- riën. Uitgave Salamander, Querido, Amsterdam. Hiroshima, door John Hersey. Verta ling mr. E. Straat. Tweede druk. Uit gave W. ten Have N.V., Amsterdam. Ons geloof, door Emil Brunner. Ver taling E. Franken-Liefrlnck. Aanteke ningen ds. J. C. Koningsberger. Zeven de druk. Uitgave W. ten Have N.V., Amsterdam. De sleutel tot het geheim, door C. S. Lewis. Vertaling A. L. Boeser, Uitga ve W. ten Have N.V.. Amsterdam. Brieven uit de hel, door 'C. S. Lewis. Vertaling J. A. Schreuder. Negende druk. Ter inleiding van mr. A. W. Kist. Uitgave W. ten Have N.V., Amsterdam. Luther ziin weg en werk, door W. J. Kooiman. Vijfde druk. Uitgave W. ten Have N.V., Amsterdam.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1959 | | pagina 2