DE ST. J05EPHKERK TE VfiSLS
^^weeclóe prinó
óckilder werd
GEESTELIJKE MUZIEK
VOOR DEZE TIJD
ee*t
EXPEDITIE APOKAJAN
Hun huis is het oerwoud
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 19 DECEMBER 1959
(Van onze kunstredacteur)
op het slot Drottning-
holm in Zweden een prins
geboren werd als jongste
zoon van Koning Oscar II en
Koningin Sophia, wist men
nog niet dat deze nieuwe
telg uit het huis Bernadotte
later al zyn prinselijke ver
plichtingen zou verwaarlo
zen om zjjn roeping als
kunstenaar te volgen. Prins
Eugène had namelijk van
zijn prilste jeugd af al een
grote artistieke begaafdheid
getoond. Elk moment dat hij
vrij was tijdens zijn HBS-tijd
en tijdens zijn opleiding tot
officier gebruikte Prins
Eugène om te schilderen en
te tekenen. En toen hij een
maal als officier was be
ëdigd gaf Koning Oscar II
na heel veel moeilijkhe
den toestemming, dat
Prins Eugène zich voortaan
geheel aan de kunst zou
gaan wijden. Dat was ook
in het zeer artistieke ge
slacht der Bernadottes
voor het eerst, dat een prins
van den bloede het kunste
naarschap als beroep koos.
Na eent In Zweden te hebben
gestudeerd, kwam Prins Eugène
in 1887 in Parijs, waar hij 3 jaar
lang zijn atudie als kunstschilder
voltooide. En toen ging hij weer
terug naar Zweden, want het
Zweedse landschap
geten. En zo
kwam hij weer in
zijn land, niet als
een schilderende
prins, maar als een
kunstschilder die
toevallig ook prins
Hij trok van
Noord naar Zuid,
bleef vrijgezel en
kon zich geheel ge- 1
ven aan een kunst,
die al spoedig erg
Sopulair was in
weden Opdrach
ten werden hem
gegeven voor grote
muurschilderingen,
o m. in het stad-
hihs te Stockholm
>46 m lang en 4.42
m hoog>. in het
Concertgebouw te
Götcnburg en In
het Caroliner Zie
kenhuis te Stock
holm. En in 1905
verhuisde hij naar Waldemarsudde.
zijn nieuw gebouwde slot op Djur-
garden, aan de voorhaven van
Stockholm. Daar kon hU dagelijks
uren lang werken; daar ook legde
hij een unieke kunstverzameling
aan. Als voordeel bij de gewone
kunstenaar had Prins Eugène het
ontbreken van materiële zorgen.
HET Prinsenhof te Delft heeft
nu tot 15 februari een enorme
collectie gouaches, schetsen en
schilderijen van Prins Eugène ge
ëxposeerd. waarvan het overgrote
deel afkomstig is uit Waldemar
sudde. na de dood van Prins Eu
gène op 17 aug. 1947 als museum
ingericht onder directie van dr
Gustaf Lindgren.
Wie de zalen met deze prinselij
ke kunstwerken doorloopt, zal ei
genlijk nergens geschokt worden
door een heel sterke belevenis,
door een grote verrassing of door
een gewaagd experiment Prins
Eugène wilde de artistieke wereld
niet schokken, wilde geen oude
waarden omverwerpen, wilde geen
kunstrevolutie Hij was en bleef
romanticus als kunstschilder en
kon als een kind zo verrukt zijn
over iets moois. Het Zweedse land
schap oefende een blijvend fasci
nerende werking op hem uit, de
hem bekoren, de omgeving van
zijn Waldemarsudde had steeds
nieuwe aspecten voor hem Er
TpR IS een typisch verschil
in de verschijningsvorm
van Protestantse en Rooms
Katholieke kerken. Bij het
zien van de hier afgebeelde
kerk te Vaals zal niemand
in twijfel verkeren; dit is
een Roomse kerk.
Uit de plattegrond, die wij niet
konden afbeelden, blijkt dit niet.
Deze kerk is een zuiver recht
hoekige basiliek met slechts
een zeer kleine apsis, waarin het
sacramentsaltaar is geplaatst. Het
zogenaamde priesterkoor, waar
het sacrament aan de gemeente
wordt uitgereikt, bevindt zich in
de kerkruimte en is aan drie zij
den door banken omgeven. Zou
men in deze ruimte een kansel
plaatsen en het daarachter ge
plaatste altaar
had r
volledige Protestant-
Een der fraaie havengezichten ion
de Zweedse Print Eugène, wiens
werk thans in Het Prinsenhof wordt
tentoongesteld.
Prins Eugène tan Zweden tijden:
nijn dagelijkse schilderingen in dt
open lucht, altijd vergezeld i an ryV
hond. Deze foto uerd in 1934
gemaakt.
soms naar een eigen beleven.
Daar waar hij het meest afstand
genomen heeft van
servatie. is zijn kunst het sterkst,
het meest doorvoeld, he) meest
mystiek.
Deze opzet van archit
mans om het priesterkoor niet
van de kerkruimte afzonderlijk te
houden, maar het er geheel in te
plaatsen, is een daad geweest, die
de aandacht verdient. Hij had
echter reeds voorgangers, zoals
bijv. de architect ir. J. A. van
der Laan, die de
R.K. kerk aan het
Haagse Bezuiden-
hout herbouwde.
Wij hebben hier
dtfs bepaald te
doen met een nieu
we opzet van het
R.K. kerkgebouw
die bewust afwijkt
van de overgeleverde vorm
Het uiterlijk van deze kerk vin
den wij wellicht vreemd. Het
heeft moeite gekost, in Vaals een
bruikbare plaats te vinden, en wij
willen niet zeggen, dat de gekozen
situering een gelukkige is. De
kerk ligt op ongeveer 75 m van
de rijksweg en drie meter lager
den, dat hij de drie even brede
beuken van het kerkschip van gol
vende daken heeft voorzien. Alles
of kunstenaars zijn Prins Eugène
was dat ongetwijfeld en zijn wer
ken bewijzen de zeer grote liefde
veg. Dit is weinig be
vorderlijk om een gebouw van
slechts 12 meter hoogte behoor
lijk te doen uitkomen.
Achter de kerk wordt het terrein
beheerst door een ronde heuvel
rug en de architect heeft zich
daardoor zozeer laten beïnvloe-
Ondanks verkenningen in het
heelal, blijkt het dat de mens tel
kens weer op witte vlekken van de
wereldbol stuit, gebieden waarvan
nauwelijks iets bekend is. Zelfs
het voormalige Nederlands-Indië
is op sommige plaatsen een blan
ke topografische vlek temidden
van het groen van honderden ki
lometers diepe bossen, waarin men
sen leven die geen aanraking met
de westerse cultuur hebben ge
had. Op boeiende wijze laat Pi-
azzini ons de tocht van hem en
zijn drie metgezellen meemaken
op de Klejne Soenda-eilanden op
zoek naar de pre-historische wa-
raan van bijna vijf meter lengte.
Het op Groenland na grootste
eiland, Borneo, is het Volgende
doel van de reis. Daar maken we
een bezoèk mee aan de D'ajkks,
nog steeds koppensnellers van pro
fessie en uit liefhebberij. In het
diepst van de oerwouden leven de
primitieve Punans, die hun gebied
nooit hebben verlaten en leven van
de wilde zwijnen en de apen. Als
historisch waardevol mag zéker
worden geacht de beschrijving van-
het dodenfeest na de oogst, wan
neer de lichamen der gestorvenen,
na maandën boven aarde te heb
ben gestaan, voor de eigenlijke
begrafenis worden klaargemaakt.
Barbaars en prachtig, zijn de
woorden die in het boek veelvuldig
samen voorkomen. Lijkt de cere
monie van de overgang van de
jongen tot man barbaars, hoewel
de betrokkenen zeil door gebrek
aan vergelijkingsmateriaal dit nor
maal vinden, daartegenover staan
beschrijvingen van het alledaagse
leven van voor ons geheel onbe
kende volksstammen, zodat men
vergeet dat de auteur soms meer
de romantiek dan de werkelijk
heid ziet. Fraaie foto's verluchten
de smaakvol uitgevoerde reis
beschrijving.
Het toegepaste materiaal, een
gewapend betonskelet, maakte het
gemakkelijk, deze gebogen con
structies toe te passen. Het dak
is afgedekt met een gegolfde be-
tonschaal van slechts 6 cm dikte,
die aan de binnenzijde van gor
dingen is voorzien, niet ten be
hoeve van de sterkte maar van
de akoestiek.
De toegepaste materialen, ook
van de buitenmuren wijzen erop,
dat Vaals uit overig Nederland
niet per trein of per schip bereik-
Daarom werden materialen ge
bezigd, die van korte afstand kon
den worden aangevoerd: breuk
steen uit de Eifel voor de buiten
muren, Aachener Blaustein voor
de vloeren en het offeraltaar. De
glaselementen, die voor de dag
verlichting zorgen, zijn van Bel
gisch fabrikaat.
Boven het priesterkoor met het
offeraltaar is een lage toren op
getrokken, die slechts een kleine
3 meter boven het hoogste punt
van het dak uitsteekt, doch rond-
ke viering (de samenkomst van Zo hebben wij deze kerk die
vier daknokken) geen sprake. met zijn breuksteen-buitenwanden
Op deze toren staat een ijzer- aanvankelijk wat uitheems aan-
constructie, waarin het cirkelmo- doet- rondgewandeld. Wellicht
tief, dat de gehele kerk beheerst, hebben wij daardoor de bedoeling
weer terugkomt. Hier zal te zij- van de architect wat beter begre-
ner tijd een klokkestoel met luid- Pen-
klokken worden geplaatst. Prof. Dr. Ir. H. G. v. BEUSEKOM
roman over 92 ieuw-(§uinea
door het hoofdmoment van de
kerk overvloedig licht ontvangt
Men noemt dit de vieringstoren"
al is hier door de afwezigheid van
een dwarsjchip van een eigenlij-
zijn weinig schilders geweest, die
zo bezeten waren van de eigen-
landse natuur als Prins Eugène
Allereerst zocht hij naar de
sfeer en de stemming van het mo
ment. Die sfeer vertaalde hij dan
in zijn eigen kleurentaal en zijn
eigen vormbeleving. In dit op
zicht veroorloofde hij zich wel
vrijheden, alhoewel hij verder
toch zeer sterk aan het visuele
beeld gebonden was. Soms maak
te hij van het landschap zijn eigen
sprookje, zoals Selma Lagerlöff
ook haar eigen sprookjes maak
te in de sfeer van haar land.
Men ontkomt bij het werk van
Prins Eugène echter niet altijd
aan de idee, dat het hem wat te
gemakkelijk afging, wellicht een
gevolg van het ontbreken van elke
..struggle for life". Er zijn nogal
wat gouaches die èn technisch èn
beeldend zwak zijn. Maar daar
naast ziet men weer werken van
zulk een schone lyriek en van
zo'n vakmanschap, dat men be
treurt dat de tentoongestelde col
lectie zo groot is. Een kleine
meer selecte keuze zou de kun
stenaar Prins Eugène meer goed
hebben gedaan.
Ondanks het zeer sterk in één
richting getrokken kleurgevoel
van Prins Eugène. vertonen zijn
werken toch wel afwisseling,
waarschijnlijk veroorzaakt door
het feit dat hij soms naar een
reportage of vertelling zocht.
VIA NAALD
ÉN PLAAI
IN deze laatste Naald- en Plaat-
rubriek van dit jaar wil ik
me bepalen tot muziek, die juist
in deze tijd zo'n aantrekkings-
^Cbria'hJ'eicéls'iTd'™",™" muziek van de Kribbe en de muziek Mozart (25 cm langspeelplaat
ran het geloof, de muziek van de ernst en de
schap. De ernst om loat er voor ons daar tn die stal van aethlenem mct groot stijlgevoel uitgevoerd,
gebeurde, de blijdschap om het feit dat het gebeurde. Naast de zonder de zoetelijkheden die zo
bede van het ..Agnus Dei, qui tollis peccata mundi" is er ook de graag rond de Kerststal worden
lofzang van het ..Glorificamus te". En in die blijdschap is het alsof gehangen. De beide vocale solis-
alles meezingt en meespeelt om tot de enige waarachtige jubel te
komen, zoals de engelen die uitzongen
overnamen.
zoals de herders die
i zingen prachtig.
Alles moet mee instemmen, zo
als het Franse Kerstlied zo duide
lijk zegt:
„11 est ni, le diuin Enfant:
Jouez hautbois. résonnez
musettes
gerknaben, maar o.
dit knapenkoor in ei
vende samenzang,
leefd. doorzichtig
rbij het orkest
Grossmann
prachtige le-
n objectief,
de solisten
Zweedse ^kerstvertellingen
„In een Zweedse stad was een
Domkerk en in die Domkerk was
een jongenskoor en op dat Jon
genskoor was een jongen die
Staffan heette. KliJ was de Jong
ste van allemaal. Hij was
ook de kleinste. Zijn vader was
expediteur en had paarden in de
stal en zodoende kreeg Staffan
de bijnaam van Staffan de paar
deknecht, naar de beginregel
van het veelgezongen kinder
lied."
Zo begint het eerste van de
twaalf Zweedse kerstverbalen, ge
schreven door Axel Hambraeus
en In verzorgd Nederlands vertaald
door E. H. Grolle. Van deze ver-
tellingenbundel is veel goeds te
zeggen. In de eerste plaats treft
de eenvoudige, onopgesmukte ver
telstijl, die de manier van het
mondelinge vertellen nabijkom*
zoals reeds bleek uit het citaat
aan het begin. De verhalen heb
ben iets lichts zowel in de zin
van onzwaar als in de betekenis
van helder en vriendelijk. Dc
tweede deugd die men kan noe
men, is de verscheidenheid van
milieus, die de auteur ons binnen
voert, al is het toneel van hande
ling dan ook overwegend het
Zweedse, nu niet bepaald platte,
land. Een van de beste vertellin
gen voert da lezer naar de Fin
mark In da derde plaata la ta
prijzen, dat sentimentaliteit ont
breekt. terwijl toch al deze korte
veitialen worden gedragen door
sentiment. De Zweden uit deze
vertellingen hebben allemaal een
teer plekje in hun hart en de
schrijver weet zulke situaties te
schepper., dat dit openbaar wordt
in daden van naastenliefde. Dat
zulke daden juist omtrent Kerst
mis worden verricht, lijkt het
zwakke punt i zoals dat de zwakke
stee is bij de meeste kerstvertel
lingen'. maar gezien de betekenis
van hèt Kerstfeest in het Zweed
se volksleven, vooral in de provin
cie waar de oude gewoonten en
gebruiken een taaier leven hebben
dan in de steden, is dit synchro
niseren van Kerstmis met betering
des levens en goede werken niet
onaanvaardbaar Als vierde credit-
post kan worden genoemd di
Zweedse sfeer die meebrengt da:
wij als Hollanders tegelijk herken
nen. en geboeid worden door eer
geheel andersoortige locale kleur
De verhalen gaan niet diep, maar
mogen toch ook niet oppervlakkig
worden genoemd: hier en daai
wordt de lezer zelfs getroffen en
ontroerd. Alle twaalf verhalen, dit
zich op gelijk niveau bewegen
men treft nergens een inzinking
aan hebben één tendens, name
lijk deze. dat het christelijk gc
loof de mens pas waarlijk tot
mens maakt. Door het ..respect
voor God", zoals de spoorwegwer
ker Englund het noemde, en door
liefde tot de naaste.
Een geslaagde uitgave van J
N. Voorhoeve, Der. Haag.
C RIJNSDORP
De ernst en de vreugde
geloof heeft ook Schubei
ne en verheven muziek geïnspi
reerd. tot werken die eigenlijk
weinig bekend
schreef hij een Salve Regi
maal een Tantum Ergo, viermaal
een Kyrie, zesmaal een Mis, enz.
De religieuze muziek van Schu
bert behoort tot de minst bekende
uit zijn oeuvre. En het is daarom
zo verheugend dat Classique is uit
gekomen met de Mis in G-dur van
Schubert, uitgevoerd door de Wie
ner Sangerknaben en het Wiener >oll |ltl
Konzerthaus-Kammerorchester o 1 thedraal
eert jongenssopraan, de tenor
Kurt Equiluz en de bas Alois
Buchbauer» zich uitnemend aan
sluiten. Als aanvulling is op de
het 2c plaatzijdc hét'korte koorwerkje
tót* scho- ..Omnes de
venient'
Weense componist Joseph Eybler
d'e m zijn tijd bijzonder gewaar-
Zev'énmaal deerd werd door Haydn en Mo
Kerstfeest i
van Electrola ..Singende klingende
Weihnachtzeit" met Kerstliederen
het koor der St. Hedwigska-
gehele wereld de eigen liede
ren heeft wordt o.m. bewezen door
een plaatje van Studio S.M.
..Noëls roumains", Roemeense
kerstliederen gezongen door het
Trajan Popesco-koord, a cappella
(45-toerenplaat SM 45-27). Het is
niet alleen interessant eens kennis
te maken met 6 prachtige kerst
liederen uit Roemenië (die naar
volksgebruik op 24 december ge
zongen worden door een groep
kinderen, welke van huis naar
huis trekken in de dorpen), maar
ook met een koorzang die niet an
ders dan subliem kan worden ge
noemd. In deze kerstliederen voelt
men het ritme van de Roemeen
se volksmuziek. Ongetwijfeld een
der mooiste kerstplaatjes.
Omega uit met de bekende
ocalisten Mado Robin
en Jean Borthayre <ba-
- „.et koor en orkest o.l.v. J.
Oost-Berlijn dir. Karl Bastide. Het zijn ..Trois Anges
een strijkorkest en hel sont venus ce soir", ..Minuit Chré-
Bielefelder Kinderkoor o.l.v. Frie- tien ..Petite étoile de Noël" ?n
drich Oberschelp. Aan de andere ..Prologue de Jésus" '45-toeren-
plaatzijde leidt Wilhelm Schuchter plaat Omega 455.6131. De Franse
olko- het Hedwigskoor en het strijkor- kerstliederen ik schreef daar-
de kest alsmede de solisten Anny <jver reeds vorige week zijn at
Ferdinand
cm langspeelplaat 13339 LD.
Deze mis schreef Schubert tus
sen 2 en 7 maart 1815 «als 18-jar
ge dus» en het werk t
men dc echte Schubei
schone lyriek Het is in vele delen Schlem isopraan» en Rudolf tijd bijzonder mooi van sfeer,
ontroerend wat Schubert hier heeft Schock (tenor» in het befaamde ver en bekoorlijk Vooral als ze
Largo van Handel „Ave Verum" var worden uitgevoerd zoals op dit
ons Heer". ..Boven de sterren",
..Op u mijn Heiland blijf ik ho
pen" en Gezang 300A 2 (45-toeren
plaat C.I.D. 75-918Persoonlijk
houd ik niet zo van die harmo
nisch zo geromantiseerde bewer
kingen van J. v. d. Waart en de
sterk romantiserende orgelbegelei
ding van Asma. Deze liederen
kunnen veel positiever en veel ob
jectiever klinken, minder in een
Liedertafelstijl dus. nog afgezien,
van het niet geheel zuiver intone
ren. Er zijn echter altijd nog vol
doende liefhebbers voor dit soort
zingen en zij hebben hieraan een
yEEL ZUIVERDER en ook stijl-
voller zingen de Chr. Haagse
meisjeskoren ..Juliana" en „Jubi
late" o.l.v. Bernard Verboom op
een ander C.I.D.-plaatje het duet
uit de Bach-cantate 78. „Wir eilen
mit schwachen doch emsigen
Schritten" en „Sjtlit er kommt
mit Preis gekront" uit het ora
torium „Josuah" van Handel. Dat
is frisse en goed geleide zang,
waarbij echter het Bach-duet iets
puntiger en iets sneller had ge
kuild. Maar toch is er heel veel te
waarderen. Niet te, waarderen is
de veel te dikke orgelbegeleiding
van Feike Asma. die het geheel
trekt. Waarom hier dan niet liever
een klavecimbel genomen? (45-
toerenplaat C.I.D. 75-916).
CORN. BASOSKI
17 EN ZEER boeiende, op me
nig punt zelfs verrassende
roman over Nicuw-Guinea zag
zojuist in de Fontein-Boekerij
van de uitgeverij De Fontein te
Utrecht het licht. Anny Matti
en Wini Spekking tekenden het
leven van een kleine gemeen
schap van blanken in een mis
siepost in het oerwoud van
Nieuw-Guinea en gaven hun
roman, die zowel de trekken
draagt van een reportage van
het primitieve leven aldaar, als
van de tekening van een con
flictsituatie in een blanke ne
derzetting in de tropen, de ti
tel mee „Hun huis is
het oerwou d". Daarmee
wordt terstond al aangegeven,
van welk een geweldige invloed
de natuur op het leven daar is.
In deze natuurwereld komen wij
met onze westerse (en in dit ge
val ook specifiek roomse) bescha
ving. De problematiek in de ont
moeting alleen al van beschaving
en natuur weet als zodanig in dit
boek reeds te boeien.
De auteurs hebben bovendien
een open oog voor de onderlinge
moeilijkheden van een blanke sa
menleving daarginds. Iedere figuur
brengt zijn eigen merkwaardig
heden mee. Aan het hoofd van de
missie staat een robuuste pastoor.
Een ronde, joviale kerel, zonder
stralenkrans. Hij wordt verliefd
op een mooi Keiees meisje. Een
bewijs, dat er bij Rome wel wat
aan het veranderen is De
anderen zijn: juffrouw Truus, het
hoofd van het meisjesinternaat,
einöe
Kille gedachten
in misleidende gedaanten-
borrelend opstijgend
uit de peilloze diepte
der verborgen valkuilen
onder de dode
herfstbladeren
van het schreiende gras
woedend en eenzaam
vederlicht
omhooggezweefd
maar neergehaald
door kreunende
kabeltouwen
gebonden aan een strohalm
van versplinterend riet.
MIES VREUGDENHIL
j
die alle roomse begrippen omtrent
kuisheid en moraal plompverloren
wil overplanten in de wildernis:
een pater, het hoofd van het jon-
gensinterpaat, die juffrouw Truus
op het punt van roomse bekrom
penheid niets nageeft; meester
en mevrouw Gorissen, goede
Brabantse gelovigen; een jong on
derwijzeresje, dat gelukkig ver
loofd raakt en de onderwijzer
Henk Veldkamp met zijn vrouw,
een rasechte Jordaner, die lak
heeft aan allerlei heilige huisjes
en probeert zijn Papua's dat bij
te brengen, waaraan zij als Pa
pua's werkelijk behoefte hebben.
Waarom zijn wij in Nieuw-Gui
nea?, is de onuitgesproken
vraag, die dit boek begeleidt. Pas
toor Althof, die aanvankelijk weg
had willen gaan, blijft, want al-
dus besluit deze roman: „Dit land
had hem nodig. Deze mensen, met
hun onsterfelijke zielen, hadden
hem nodig."
„Hun huis is het oerwoud" is
een boeiend boek over een missie
post in Nieuw-Guinea, bij ver
andering van wat er in dat geval
veranderd moet worden, zou het
ook een zendingspost kunnen gel
den, want het probleem is hetzelf
de: wat doen wij met het Evan
gelie in Nieuw-Guinea?
Ev. G.
Nederland
Nederland voor honderd jaar,
door dr. W. Jappe Alberts en
jonkvrouwe J. M. van Winter.
Uitgave ter gelegenheid van het
honderdjarig bestaan van de
Nillmij.
Het concern, dat de naam
draagt van Nillmij d.i. Neder-
landsch-Indische Levensverzeke
ring- en Lijfrente-Maatschappij
bestaat op 31 december 100 jaar,
en voor de directie was dit aan
leiding zich te beraden op een uit
gave, die de herinnering aan de
oprichting en aan de voorbije pe
riode van een eeuw levend zou
houden. Ze heeft zich gogd bera- i
den. Er is gelukkig geen weten-
schappelijk werk verschenen,
maar een boek, dat we met zeer
groot genoegen en met een inten
se belangstelling zijn gaan lezen.
Het is een boek. dat in woord en
beeld tot uitdrukking brengt hoe
men in Nederland werkte, leefde,
dacht en schreef omstreeks het 1
midden van de 19de eeuw. Koste
lijke sctietsen bevat het, en fraaie
platen 'om de bladzijde een
61aat', gekleurde en zwart-witte.
t. W. Jappe Alberts, weten
schappelijk hoofdambtenaar aan
de rijksuniversiteit te Utrecht en
jonkvrouwe J. M. van Winter heb
ben zich uitstekend van hun op
dracht gekweten. De elf provin
ciën zijn èn in proza èn in beeld
goed vertegenwoordigd. En daar
door is: Nederland voor honderd
jaar, echt een boek geworden om
te bezitten. Een woord van geluk
wens aan de firma J B. Wolters.
die typografie, reproduktie, zet
werk, druk- en bindwerk verzorg
de, en aan Susanne Heynemann.
van wie de sierlijke stofomslag is.
gedaan
derlijk. Nu eens niet de sentimen- Mozart
teel-romantiserende Wiener Sah-
..Laudate Dominum"
het geval
kleine maar rijke aanwinst voor
elke discotheek.
r\M EVEN in Frankrijk te blij
ven: Studio S.M. bracht ook
een plaatje uit met Franse psal
men van Robert Jef onder de ti
tel „TeVre et Ciel" (aarde en he-
nel). Het koor ..La Psalette-de
Lyon" o.l.v. César Geoffray zingt
tiit de Vulgata de in het Frans ver-
aaide psalmen 94. 115 en J2 en
Terre et Ciel" op tekst van J
3avel en met muziek van Robert
Tef (45-toerenplaat S M45-38». Het
zijn eenvoudige, maar schone
oonzettingen en ze worden over-
uigend gezongen. De S.M.-serie
.Chants des fidèles" is er zeker
mee verrijkt.
EN DAN tenslotte twee plaat
jes uit ons eigen land De
I C.I.D. gaf een nieuwe opname van
f het Chr Residentie kamerkoor
o.l.v. J v d. Waart en met Feike
Aima san het orgel met ..Blijf bij
DE beide jongste
van Maatstaf, 7
de zevende jaargang (uitg.
Daamen N.V., Den Haag), be
vatten weer die voor Maatstal
typische, nogal uiteenlopende
bijdragen, met veel flair link'
en rechts losgebrand, die geen
bepaalde school of richting ver
tegenwoordigen, maar in dc
meeste gevallen wel de moeite
waard zijn.
Zo is er in no 7 een studie van
Hans Warren over Boutens, die
dit aantrekkelijke heeft, dat men
een jongere met begrip en niet
zonder genegenheid ziet schrijven
over een oudere. Toen Boutens
nog en vogue was. schreef men
over hem op een bepaalde, toen
geijkte manier, die op den duur
byzantijns *verd en ging vervelen.
Fris doet het aan nu van een ge
heel andere geestesgesteldheid uit
over Boutens te lezen. Ja. de
oudere literatuur zal door de jon
ge generatie langzamerhand wel
weer worden ontdekt, daden van
meer nogal
uiteenlopende bijdragen
eenvoudige rechtvaardigheid", om
met Kloos te spreken, Kloos wist
ook van herontdekken mee te
praten: hij ontdekte zelfs Augus-
tinus! De Herinneringen uit de
Oude Tijd van Annie Salomons
zijn een onmisbare bijdrage tot de
literatuurhistorie. Deze vrouw
heeft velen van haar schrijvende
tijdgenoten ontmoet en verscheide-
nen goed gekend; deze mensen
gaan aan de hand van wat ze
over hen vertelt voor ons leven,
vooral als mensen. Van A. Ro
land Holst moet ik even citeren
zijn korte vers
CIVILISATIE
Alles zal geregeld wezen
en niets valt er meer te vrezen
en de ment staat in zijn hemd.
als de goden zijn gevloden
«n de dieren *(jn getemd.
In no. 8 schr ift Wim J. Simons
over Jacob Is 1 de Haan's rei
zen naar Rus 1; J. B. Charles
geeft een ver nd gedicht Gro
ningen 1946, r sterk, maar stuk
ken beter dan de in vers ge
brachte oorlogsherinneringen van
Victor van Vriesland. Terugko
mend op Annie Salomons: de
centrale figuur van haar herin
neringen was in no. 7 Frans
Mijnssen, in no. 8 is het Hélène
Swarth, met een aanhangsel over
de Vereniring van Letterkundigen
en de merkwaardige figuur van
haar voorzitter, Lodewijk van
Deyssel. Men ziet belangstellend
naar haar verdere herinneringen
uit. maar vraagt zich tegelijker
tijd af of de grootste buit al niet
binnen is. Misschien komen er
nog wat figuren van het tweede
plan.
CR.