DE ST. J05EPHKERK TE VfiSLS ^^weeclóe prinó óckilder werd GEESTELIJKE MUZIEK VOOR DEZE TIJD ee*t EXPEDITIE APOKAJAN Hun huis is het oerwoud ZONDAGSBLAD ZATERDAG 19 DECEMBER 1959 (Van onze kunstredacteur) op het slot Drottning- holm in Zweden een prins geboren werd als jongste zoon van Koning Oscar II en Koningin Sophia, wist men nog niet dat deze nieuwe telg uit het huis Bernadotte later al zyn prinselijke ver plichtingen zou verwaarlo zen om zjjn roeping als kunstenaar te volgen. Prins Eugène had namelijk van zijn prilste jeugd af al een grote artistieke begaafdheid getoond. Elk moment dat hij vrij was tijdens zijn HBS-tijd en tijdens zijn opleiding tot officier gebruikte Prins Eugène om te schilderen en te tekenen. En toen hij een maal als officier was be ëdigd gaf Koning Oscar II na heel veel moeilijkhe den toestemming, dat Prins Eugène zich voortaan geheel aan de kunst zou gaan wijden. Dat was ook in het zeer artistieke ge slacht der Bernadottes voor het eerst, dat een prins van den bloede het kunste naarschap als beroep koos. Na eent In Zweden te hebben gestudeerd, kwam Prins Eugène in 1887 in Parijs, waar hij 3 jaar lang zijn atudie als kunstschilder voltooide. En toen ging hij weer terug naar Zweden, want het Zweedse landschap geten. En zo kwam hij weer in zijn land, niet als een schilderende prins, maar als een kunstschilder die toevallig ook prins Hij trok van Noord naar Zuid, bleef vrijgezel en kon zich geheel ge- 1 ven aan een kunst, die al spoedig erg Sopulair was in weden Opdrach ten werden hem gegeven voor grote muurschilderingen, o m. in het stad- hihs te Stockholm >46 m lang en 4.42 m hoog>. in het Concertgebouw te Götcnburg en In het Caroliner Zie kenhuis te Stock holm. En in 1905 verhuisde hij naar Waldemarsudde. zijn nieuw gebouwde slot op Djur- garden, aan de voorhaven van Stockholm. Daar kon hU dagelijks uren lang werken; daar ook legde hij een unieke kunstverzameling aan. Als voordeel bij de gewone kunstenaar had Prins Eugène het ontbreken van materiële zorgen. HET Prinsenhof te Delft heeft nu tot 15 februari een enorme collectie gouaches, schetsen en schilderijen van Prins Eugène ge ëxposeerd. waarvan het overgrote deel afkomstig is uit Waldemar sudde. na de dood van Prins Eu gène op 17 aug. 1947 als museum ingericht onder directie van dr Gustaf Lindgren. Wie de zalen met deze prinselij ke kunstwerken doorloopt, zal ei genlijk nergens geschokt worden door een heel sterke belevenis, door een grote verrassing of door een gewaagd experiment Prins Eugène wilde de artistieke wereld niet schokken, wilde geen oude waarden omverwerpen, wilde geen kunstrevolutie Hij was en bleef romanticus als kunstschilder en kon als een kind zo verrukt zijn over iets moois. Het Zweedse land schap oefende een blijvend fasci nerende werking op hem uit, de hem bekoren, de omgeving van zijn Waldemarsudde had steeds nieuwe aspecten voor hem Er TpR IS een typisch verschil in de verschijningsvorm van Protestantse en Rooms Katholieke kerken. Bij het zien van de hier afgebeelde kerk te Vaals zal niemand in twijfel verkeren; dit is een Roomse kerk. Uit de plattegrond, die wij niet konden afbeelden, blijkt dit niet. Deze kerk is een zuiver recht hoekige basiliek met slechts een zeer kleine apsis, waarin het sacramentsaltaar is geplaatst. Het zogenaamde priesterkoor, waar het sacrament aan de gemeente wordt uitgereikt, bevindt zich in de kerkruimte en is aan drie zij den door banken omgeven. Zou men in deze ruimte een kansel plaatsen en het daarachter ge plaatste altaar had r volledige Protestant- Een der fraaie havengezichten ion de Zweedse Print Eugène, wiens werk thans in Het Prinsenhof wordt tentoongesteld. Prins Eugène tan Zweden tijden: nijn dagelijkse schilderingen in dt open lucht, altijd vergezeld i an ryV hond. Deze foto uerd in 1934 gemaakt. soms naar een eigen beleven. Daar waar hij het meest afstand genomen heeft van servatie. is zijn kunst het sterkst, het meest doorvoeld, he) meest mystiek. Deze opzet van archit mans om het priesterkoor niet van de kerkruimte afzonderlijk te houden, maar het er geheel in te plaatsen, is een daad geweest, die de aandacht verdient. Hij had echter reeds voorgangers, zoals bijv. de architect ir. J. A. van der Laan, die de R.K. kerk aan het Haagse Bezuiden- hout herbouwde. Wij hebben hier dtfs bepaald te doen met een nieu we opzet van het R.K. kerkgebouw die bewust afwijkt van de overgeleverde vorm Het uiterlijk van deze kerk vin den wij wellicht vreemd. Het heeft moeite gekost, in Vaals een bruikbare plaats te vinden, en wij willen niet zeggen, dat de gekozen situering een gelukkige is. De kerk ligt op ongeveer 75 m van de rijksweg en drie meter lager den, dat hij de drie even brede beuken van het kerkschip van gol vende daken heeft voorzien. Alles of kunstenaars zijn Prins Eugène was dat ongetwijfeld en zijn wer ken bewijzen de zeer grote liefde veg. Dit is weinig be vorderlijk om een gebouw van slechts 12 meter hoogte behoor lijk te doen uitkomen. Achter de kerk wordt het terrein beheerst door een ronde heuvel rug en de architect heeft zich daardoor zozeer laten beïnvloe- Ondanks verkenningen in het heelal, blijkt het dat de mens tel kens weer op witte vlekken van de wereldbol stuit, gebieden waarvan nauwelijks iets bekend is. Zelfs het voormalige Nederlands-Indië is op sommige plaatsen een blan ke topografische vlek temidden van het groen van honderden ki lometers diepe bossen, waarin men sen leven die geen aanraking met de westerse cultuur hebben ge had. Op boeiende wijze laat Pi- azzini ons de tocht van hem en zijn drie metgezellen meemaken op de Klejne Soenda-eilanden op zoek naar de pre-historische wa- raan van bijna vijf meter lengte. Het op Groenland na grootste eiland, Borneo, is het Volgende doel van de reis. Daar maken we een bezoèk mee aan de D'ajkks, nog steeds koppensnellers van pro fessie en uit liefhebberij. In het diepst van de oerwouden leven de primitieve Punans, die hun gebied nooit hebben verlaten en leven van de wilde zwijnen en de apen. Als historisch waardevol mag zéker worden geacht de beschrijving van- het dodenfeest na de oogst, wan neer de lichamen der gestorvenen, na maandën boven aarde te heb ben gestaan, voor de eigenlijke begrafenis worden klaargemaakt. Barbaars en prachtig, zijn de woorden die in het boek veelvuldig samen voorkomen. Lijkt de cere monie van de overgang van de jongen tot man barbaars, hoewel de betrokkenen zeil door gebrek aan vergelijkingsmateriaal dit nor maal vinden, daartegenover staan beschrijvingen van het alledaagse leven van voor ons geheel onbe kende volksstammen, zodat men vergeet dat de auteur soms meer de romantiek dan de werkelijk heid ziet. Fraaie foto's verluchten de smaakvol uitgevoerde reis beschrijving. Het toegepaste materiaal, een gewapend betonskelet, maakte het gemakkelijk, deze gebogen con structies toe te passen. Het dak is afgedekt met een gegolfde be- tonschaal van slechts 6 cm dikte, die aan de binnenzijde van gor dingen is voorzien, niet ten be hoeve van de sterkte maar van de akoestiek. De toegepaste materialen, ook van de buitenmuren wijzen erop, dat Vaals uit overig Nederland niet per trein of per schip bereik- Daarom werden materialen ge bezigd, die van korte afstand kon den worden aangevoerd: breuk steen uit de Eifel voor de buiten muren, Aachener Blaustein voor de vloeren en het offeraltaar. De glaselementen, die voor de dag verlichting zorgen, zijn van Bel gisch fabrikaat. Boven het priesterkoor met het offeraltaar is een lage toren op getrokken, die slechts een kleine 3 meter boven het hoogste punt van het dak uitsteekt, doch rond- ke viering (de samenkomst van Zo hebben wij deze kerk die vier daknokken) geen sprake. met zijn breuksteen-buitenwanden Op deze toren staat een ijzer- aanvankelijk wat uitheems aan- constructie, waarin het cirkelmo- doet- rondgewandeld. Wellicht tief, dat de gehele kerk beheerst, hebben wij daardoor de bedoeling weer terugkomt. Hier zal te zij- van de architect wat beter begre- ner tijd een klokkestoel met luid- Pen- klokken worden geplaatst. Prof. Dr. Ir. H. G. v. BEUSEKOM roman over 92 ieuw-(§uinea door het hoofdmoment van de kerk overvloedig licht ontvangt Men noemt dit de vieringstoren" al is hier door de afwezigheid van een dwarsjchip van een eigenlij- zijn weinig schilders geweest, die zo bezeten waren van de eigen- landse natuur als Prins Eugène Allereerst zocht hij naar de sfeer en de stemming van het mo ment. Die sfeer vertaalde hij dan in zijn eigen kleurentaal en zijn eigen vormbeleving. In dit op zicht veroorloofde hij zich wel vrijheden, alhoewel hij verder toch zeer sterk aan het visuele beeld gebonden was. Soms maak te hij van het landschap zijn eigen sprookje, zoals Selma Lagerlöff ook haar eigen sprookjes maak te in de sfeer van haar land. Men ontkomt bij het werk van Prins Eugène echter niet altijd aan de idee, dat het hem wat te gemakkelijk afging, wellicht een gevolg van het ontbreken van elke ..struggle for life". Er zijn nogal wat gouaches die èn technisch èn beeldend zwak zijn. Maar daar naast ziet men weer werken van zulk een schone lyriek en van zo'n vakmanschap, dat men be treurt dat de tentoongestelde col lectie zo groot is. Een kleine meer selecte keuze zou de kun stenaar Prins Eugène meer goed hebben gedaan. Ondanks het zeer sterk in één richting getrokken kleurgevoel van Prins Eugène. vertonen zijn werken toch wel afwisseling, waarschijnlijk veroorzaakt door het feit dat hij soms naar een reportage of vertelling zocht. VIA NAALD ÉN PLAAI IN deze laatste Naald- en Plaat- rubriek van dit jaar wil ik me bepalen tot muziek, die juist in deze tijd zo'n aantrekkings- ^Cbria'hJ'eicéls'iTd'™",™" muziek van de Kribbe en de muziek Mozart (25 cm langspeelplaat ran het geloof, de muziek van de ernst en de schap. De ernst om loat er voor ons daar tn die stal van aethlenem mct groot stijlgevoel uitgevoerd, gebeurde, de blijdschap om het feit dat het gebeurde. Naast de zonder de zoetelijkheden die zo bede van het ..Agnus Dei, qui tollis peccata mundi" is er ook de graag rond de Kerststal worden lofzang van het ..Glorificamus te". En in die blijdschap is het alsof gehangen. De beide vocale solis- alles meezingt en meespeelt om tot de enige waarachtige jubel te komen, zoals de engelen die uitzongen overnamen. zoals de herders die i zingen prachtig. Alles moet mee instemmen, zo als het Franse Kerstlied zo duide lijk zegt: „11 est ni, le diuin Enfant: Jouez hautbois. résonnez musettes gerknaben, maar o. dit knapenkoor in ei vende samenzang, leefd. doorzichtig rbij het orkest Grossmann prachtige le- n objectief, de solisten Zweedse ^kerstvertellingen „In een Zweedse stad was een Domkerk en in die Domkerk was een jongenskoor en op dat Jon genskoor was een jongen die Staffan heette. KliJ was de Jong ste van allemaal. Hij was ook de kleinste. Zijn vader was expediteur en had paarden in de stal en zodoende kreeg Staffan de bijnaam van Staffan de paar deknecht, naar de beginregel van het veelgezongen kinder lied." Zo begint het eerste van de twaalf Zweedse kerstverbalen, ge schreven door Axel Hambraeus en In verzorgd Nederlands vertaald door E. H. Grolle. Van deze ver- tellingenbundel is veel goeds te zeggen. In de eerste plaats treft de eenvoudige, onopgesmukte ver telstijl, die de manier van het mondelinge vertellen nabijkom* zoals reeds bleek uit het citaat aan het begin. De verhalen heb ben iets lichts zowel in de zin van onzwaar als in de betekenis van helder en vriendelijk. Dc tweede deugd die men kan noe men, is de verscheidenheid van milieus, die de auteur ons binnen voert, al is het toneel van hande ling dan ook overwegend het Zweedse, nu niet bepaald platte, land. Een van de beste vertellin gen voert da lezer naar de Fin mark In da derde plaata la ta prijzen, dat sentimentaliteit ont breekt. terwijl toch al deze korte veitialen worden gedragen door sentiment. De Zweden uit deze vertellingen hebben allemaal een teer plekje in hun hart en de schrijver weet zulke situaties te schepper., dat dit openbaar wordt in daden van naastenliefde. Dat zulke daden juist omtrent Kerst mis worden verricht, lijkt het zwakke punt i zoals dat de zwakke stee is bij de meeste kerstvertel lingen'. maar gezien de betekenis van hèt Kerstfeest in het Zweed se volksleven, vooral in de provin cie waar de oude gewoonten en gebruiken een taaier leven hebben dan in de steden, is dit synchro niseren van Kerstmis met betering des levens en goede werken niet onaanvaardbaar Als vierde credit- post kan worden genoemd di Zweedse sfeer die meebrengt da: wij als Hollanders tegelijk herken nen. en geboeid worden door eer geheel andersoortige locale kleur De verhalen gaan niet diep, maar mogen toch ook niet oppervlakkig worden genoemd: hier en daai wordt de lezer zelfs getroffen en ontroerd. Alle twaalf verhalen, dit zich op gelijk niveau bewegen men treft nergens een inzinking aan hebben één tendens, name lijk deze. dat het christelijk gc loof de mens pas waarlijk tot mens maakt. Door het ..respect voor God", zoals de spoorwegwer ker Englund het noemde, en door liefde tot de naaste. Een geslaagde uitgave van J N. Voorhoeve, Der. Haag. C RIJNSDORP De ernst en de vreugde geloof heeft ook Schubei ne en verheven muziek geïnspi reerd. tot werken die eigenlijk weinig bekend schreef hij een Salve Regi maal een Tantum Ergo, viermaal een Kyrie, zesmaal een Mis, enz. De religieuze muziek van Schu bert behoort tot de minst bekende uit zijn oeuvre. En het is daarom zo verheugend dat Classique is uit gekomen met de Mis in G-dur van Schubert, uitgevoerd door de Wie ner Sangerknaben en het Wiener >oll |ltl Konzerthaus-Kammerorchester o 1 thedraal eert jongenssopraan, de tenor Kurt Equiluz en de bas Alois Buchbauer» zich uitnemend aan sluiten. Als aanvulling is op de het 2c plaatzijdc hét'korte koorwerkje tót* scho- ..Omnes de venient' Weense componist Joseph Eybler d'e m zijn tijd bijzonder gewaar- Zev'énmaal deerd werd door Haydn en Mo Kerstfeest i van Electrola ..Singende klingende Weihnachtzeit" met Kerstliederen het koor der St. Hedwigska- gehele wereld de eigen liede ren heeft wordt o.m. bewezen door een plaatje van Studio S.M. ..Noëls roumains", Roemeense kerstliederen gezongen door het Trajan Popesco-koord, a cappella (45-toerenplaat SM 45-27). Het is niet alleen interessant eens kennis te maken met 6 prachtige kerst liederen uit Roemenië (die naar volksgebruik op 24 december ge zongen worden door een groep kinderen, welke van huis naar huis trekken in de dorpen), maar ook met een koorzang die niet an ders dan subliem kan worden ge noemd. In deze kerstliederen voelt men het ritme van de Roemeen se volksmuziek. Ongetwijfeld een der mooiste kerstplaatjes. Omega uit met de bekende ocalisten Mado Robin en Jean Borthayre <ba- - „.et koor en orkest o.l.v. J. Oost-Berlijn dir. Karl Bastide. Het zijn ..Trois Anges een strijkorkest en hel sont venus ce soir", ..Minuit Chré- Bielefelder Kinderkoor o.l.v. Frie- tien ..Petite étoile de Noël" ?n drich Oberschelp. Aan de andere ..Prologue de Jésus" '45-toeren- plaatzijde leidt Wilhelm Schuchter plaat Omega 455.6131. De Franse olko- het Hedwigskoor en het strijkor- kerstliederen ik schreef daar- de kest alsmede de solisten Anny <jver reeds vorige week zijn at Ferdinand cm langspeelplaat 13339 LD. Deze mis schreef Schubert tus sen 2 en 7 maart 1815 «als 18-jar ge dus» en het werk t men dc echte Schubei schone lyriek Het is in vele delen Schlem isopraan» en Rudolf tijd bijzonder mooi van sfeer, ontroerend wat Schubert hier heeft Schock (tenor» in het befaamde ver en bekoorlijk Vooral als ze Largo van Handel „Ave Verum" var worden uitgevoerd zoals op dit ons Heer". ..Boven de sterren", ..Op u mijn Heiland blijf ik ho pen" en Gezang 300A 2 (45-toeren plaat C.I.D. 75-918Persoonlijk houd ik niet zo van die harmo nisch zo geromantiseerde bewer kingen van J. v. d. Waart en de sterk romantiserende orgelbegelei ding van Asma. Deze liederen kunnen veel positiever en veel ob jectiever klinken, minder in een Liedertafelstijl dus. nog afgezien, van het niet geheel zuiver intone ren. Er zijn echter altijd nog vol doende liefhebbers voor dit soort zingen en zij hebben hieraan een yEEL ZUIVERDER en ook stijl- voller zingen de Chr. Haagse meisjeskoren ..Juliana" en „Jubi late" o.l.v. Bernard Verboom op een ander C.I.D.-plaatje het duet uit de Bach-cantate 78. „Wir eilen mit schwachen doch emsigen Schritten" en „Sjtlit er kommt mit Preis gekront" uit het ora torium „Josuah" van Handel. Dat is frisse en goed geleide zang, waarbij echter het Bach-duet iets puntiger en iets sneller had ge kuild. Maar toch is er heel veel te waarderen. Niet te, waarderen is de veel te dikke orgelbegeleiding van Feike Asma. die het geheel trekt. Waarom hier dan niet liever een klavecimbel genomen? (45- toerenplaat C.I.D. 75-916). CORN. BASOSKI 17 EN ZEER boeiende, op me nig punt zelfs verrassende roman over Nicuw-Guinea zag zojuist in de Fontein-Boekerij van de uitgeverij De Fontein te Utrecht het licht. Anny Matti en Wini Spekking tekenden het leven van een kleine gemeen schap van blanken in een mis siepost in het oerwoud van Nieuw-Guinea en gaven hun roman, die zowel de trekken draagt van een reportage van het primitieve leven aldaar, als van de tekening van een con flictsituatie in een blanke ne derzetting in de tropen, de ti tel mee „Hun huis is het oerwou d". Daarmee wordt terstond al aangegeven, van welk een geweldige invloed de natuur op het leven daar is. In deze natuurwereld komen wij met onze westerse (en in dit ge val ook specifiek roomse) bescha ving. De problematiek in de ont moeting alleen al van beschaving en natuur weet als zodanig in dit boek reeds te boeien. De auteurs hebben bovendien een open oog voor de onderlinge moeilijkheden van een blanke sa menleving daarginds. Iedere figuur brengt zijn eigen merkwaardig heden mee. Aan het hoofd van de missie staat een robuuste pastoor. Een ronde, joviale kerel, zonder stralenkrans. Hij wordt verliefd op een mooi Keiees meisje. Een bewijs, dat er bij Rome wel wat aan het veranderen is De anderen zijn: juffrouw Truus, het hoofd van het meisjesinternaat, einöe Kille gedachten in misleidende gedaanten- borrelend opstijgend uit de peilloze diepte der verborgen valkuilen onder de dode herfstbladeren van het schreiende gras woedend en eenzaam vederlicht omhooggezweefd maar neergehaald door kreunende kabeltouwen gebonden aan een strohalm van versplinterend riet. MIES VREUGDENHIL j die alle roomse begrippen omtrent kuisheid en moraal plompverloren wil overplanten in de wildernis: een pater, het hoofd van het jon- gensinterpaat, die juffrouw Truus op het punt van roomse bekrom penheid niets nageeft; meester en mevrouw Gorissen, goede Brabantse gelovigen; een jong on derwijzeresje, dat gelukkig ver loofd raakt en de onderwijzer Henk Veldkamp met zijn vrouw, een rasechte Jordaner, die lak heeft aan allerlei heilige huisjes en probeert zijn Papua's dat bij te brengen, waaraan zij als Pa pua's werkelijk behoefte hebben. Waarom zijn wij in Nieuw-Gui nea?, is de onuitgesproken vraag, die dit boek begeleidt. Pas toor Althof, die aanvankelijk weg had willen gaan, blijft, want al- dus besluit deze roman: „Dit land had hem nodig. Deze mensen, met hun onsterfelijke zielen, hadden hem nodig." „Hun huis is het oerwoud" is een boeiend boek over een missie post in Nieuw-Guinea, bij ver andering van wat er in dat geval veranderd moet worden, zou het ook een zendingspost kunnen gel den, want het probleem is hetzelf de: wat doen wij met het Evan gelie in Nieuw-Guinea? Ev. G. Nederland Nederland voor honderd jaar, door dr. W. Jappe Alberts en jonkvrouwe J. M. van Winter. Uitgave ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van de Nillmij. Het concern, dat de naam draagt van Nillmij d.i. Neder- landsch-Indische Levensverzeke ring- en Lijfrente-Maatschappij bestaat op 31 december 100 jaar, en voor de directie was dit aan leiding zich te beraden op een uit gave, die de herinnering aan de oprichting en aan de voorbije pe riode van een eeuw levend zou houden. Ze heeft zich gogd bera- i den. Er is gelukkig geen weten- schappelijk werk verschenen, maar een boek, dat we met zeer groot genoegen en met een inten se belangstelling zijn gaan lezen. Het is een boek. dat in woord en beeld tot uitdrukking brengt hoe men in Nederland werkte, leefde, dacht en schreef omstreeks het 1 midden van de 19de eeuw. Koste lijke sctietsen bevat het, en fraaie platen 'om de bladzijde een 61aat', gekleurde en zwart-witte. t. W. Jappe Alberts, weten schappelijk hoofdambtenaar aan de rijksuniversiteit te Utrecht en jonkvrouwe J. M. van Winter heb ben zich uitstekend van hun op dracht gekweten. De elf provin ciën zijn èn in proza èn in beeld goed vertegenwoordigd. En daar door is: Nederland voor honderd jaar, echt een boek geworden om te bezitten. Een woord van geluk wens aan de firma J B. Wolters. die typografie, reproduktie, zet werk, druk- en bindwerk verzorg de, en aan Susanne Heynemann. van wie de sierlijke stofomslag is. gedaan derlijk. Nu eens niet de sentimen- Mozart teel-romantiserende Wiener Sah- ..Laudate Dominum" het geval kleine maar rijke aanwinst voor elke discotheek. r\M EVEN in Frankrijk te blij ven: Studio S.M. bracht ook een plaatje uit met Franse psal men van Robert Jef onder de ti tel „TeVre et Ciel" (aarde en he- nel). Het koor ..La Psalette-de Lyon" o.l.v. César Geoffray zingt tiit de Vulgata de in het Frans ver- aaide psalmen 94. 115 en J2 en Terre et Ciel" op tekst van J 3avel en met muziek van Robert Tef (45-toerenplaat S M45-38». Het zijn eenvoudige, maar schone oonzettingen en ze worden over- uigend gezongen. De S.M.-serie .Chants des fidèles" is er zeker mee verrijkt. EN DAN tenslotte twee plaat jes uit ons eigen land De I C.I.D. gaf een nieuwe opname van f het Chr Residentie kamerkoor o.l.v. J v d. Waart en met Feike Aima san het orgel met ..Blijf bij DE beide jongste van Maatstaf, 7 de zevende jaargang (uitg. Daamen N.V., Den Haag), be vatten weer die voor Maatstal typische, nogal uiteenlopende bijdragen, met veel flair link' en rechts losgebrand, die geen bepaalde school of richting ver tegenwoordigen, maar in dc meeste gevallen wel de moeite waard zijn. Zo is er in no 7 een studie van Hans Warren over Boutens, die dit aantrekkelijke heeft, dat men een jongere met begrip en niet zonder genegenheid ziet schrijven over een oudere. Toen Boutens nog en vogue was. schreef men over hem op een bepaalde, toen geijkte manier, die op den duur byzantijns *verd en ging vervelen. Fris doet het aan nu van een ge heel andere geestesgesteldheid uit over Boutens te lezen. Ja. de oudere literatuur zal door de jon ge generatie langzamerhand wel weer worden ontdekt, daden van meer nogal uiteenlopende bijdragen eenvoudige rechtvaardigheid", om met Kloos te spreken, Kloos wist ook van herontdekken mee te praten: hij ontdekte zelfs Augus- tinus! De Herinneringen uit de Oude Tijd van Annie Salomons zijn een onmisbare bijdrage tot de literatuurhistorie. Deze vrouw heeft velen van haar schrijvende tijdgenoten ontmoet en verscheide- nen goed gekend; deze mensen gaan aan de hand van wat ze over hen vertelt voor ons leven, vooral als mensen. Van A. Ro land Holst moet ik even citeren zijn korte vers CIVILISATIE Alles zal geregeld wezen en niets valt er meer te vrezen en de ment staat in zijn hemd. als de goden zijn gevloden «n de dieren *(jn getemd. In no. 8 schr ift Wim J. Simons over Jacob Is 1 de Haan's rei zen naar Rus 1; J. B. Charles geeft een ver nd gedicht Gro ningen 1946, r sterk, maar stuk ken beter dan de in vers ge brachte oorlogsherinneringen van Victor van Vriesland. Terugko mend op Annie Salomons: de centrale figuur van haar herin neringen was in no. 7 Frans Mijnssen, in no. 8 is het Hélène Swarth, met een aanhangsel over de Vereniring van Letterkundigen en de merkwaardige figuur van haar voorzitter, Lodewijk van Deyssel. Men ziet belangstellend naar haar verdere herinneringen uit. maar vraagt zich tegelijker tijd af of de grootste buit al niet binnen is. Misschien komen er nog wat figuren van het tweede plan. CR.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1959 | | pagina 18