ZONDAGSBLAD Acht kolommen om te vullen JOOP (die schreef) QUUS (die tekende) CEES THEO (die dichtte ZATERDAG 19 DECEMBER 1959 „Ontzettend leuk, 'k had het zelfs niet durven hopen", zei Theo van Roon en hij gaf een brede glimlach ten beste. „Verheugend", vond joop N. Cranendonk, omdat je tenslotte als pril Leienaar er niet zoiets als „machtig" uit kunt flappen, joop flapt trou wens nooit. ,/t Is toch niet waar. Fantastisch", klonk het enthousiast door de telefoon met aan de andere kant van de lijn Cees van Dop, die er best voor uit wil komen echt Rotterdams te kunnen reageren. En in een Haagse huiskamer ging een veer tienjarige broer met een zwaai de lucht in, waar door de moeder van „Quus", mevrouw Kool, bijna haar lamp door een andere had moeten vervangen. Theo (gedichten), Joop (verhalen), Cees (nét die éne foto) en Guus (cartoons): dat zjjn ze dan, de vier vrjj geregelde medewerkers aan onze eigen rubriek, die de prijzen hebben gewonnen. Waarom zjj? 't Ljjkt me het beste dan maar even heel fragmentarisch overigens de juryleden aan het woord te laten. De heer Corn. Basoski, die de gedichten heeft be oordeeld, meende over het werk van Theo van Roon: goede literaire kwaliteiten" en hjj zou geen goed kunstkritikus zjjn, als hjj er niet bjj had opgemerkt: „alleen zou Van Roon misschien iets suggestiever en minder beeldend kunnen zijn". Waardering had hfl trouwens ook voor de gedichten van Piet (uit Middelharnis) Koster en Cees van Dop, die dus hierbjj eervol worden genoemd. 4 De heer Hein J. Waalwijk, het jurylid voor de ver halen, vond het werk van Joop Cranendonk ,,met fan tasie en bijzonder gevoelig geschreven, 'n Volkomen eigen stijl". Hij wilde graag de eervolle vermelding in deze categorie geven aan Kees van der Velden (uit Rotterdam) voor diens verhaal over het goede en het kwade. En dan: Cees van Dop, die jullie als „dichter" en bijna niet als „fotograaf" kennen. Voor die éne foto, welke hjj onlangs inzond, gaf de heer Jas van Hof wegen hem de prijs met de argumenten: „goede compositie, illustratief uitstekend èn een plaat met sfeer". Dit jurylid vond Anneke Winkelman (uit Schiedam) en Mieke Hille (Pjjnacker) zeker in aan merking komen voor een eervolle vermelding wat hun foto's betreft. De heer Otto Dicke tenslotte heeft het beslist het moeilijkst gehad. Een tijd lang heeft hij getwijfeld „Quus" of Cor den Duik? Het werd „Quus", omdat hij die iets subtieler vond, maar direkt op de tweede èn belangrijke plaats wilde hij Cor den Duik (uit Scheveningen) zetten, die in dit geval dus met zijn cartoons de eervolle vermelding ontvangt. Anneke van Leeuwen (Rotterdam) tekent volgens de heer Dicke ook helemaal niet slecht! Dr. E. Diemer, onze hoofdredakteur, kon het met de beslissingen van de jury eens zijn en wilde er dan ook graag zijn fiat aan geven. En dat was dan het „hot news" over de uitslag. Maar, omdat ik jullie heb beloofd aan deze uitslag een speciaal karakter te geven, wil ik je even mee nemen naar de vier „uitgekozenen" om dooi* een korte schets te laten zien, wie er achter die namen staan. We hebben zelfs voor deze éne keer van hen, die iets te vergeven hebben, een héle pagina gekre gen. Dus daarom konden we vandaag ook een „Ruimte voor hen" meenemen! Een h •t Is EN HELE PAGINAAcht lege zondagsblad-kolommen om te vullen dan ook een bijzondere dag vandaag. De uitslag, waarop we met z'r allen bijna vier maanden hebben gewacht kom je in de eerste plaats tegen: „Ruimte voor hén" maar natuurlijk ook een „Ruimte voor jullie", jullie, die dan de prijzen wel niet wonnen, maar die het naar ik hoop toch wel eens kun nen zijn met de beslissing van de jury. Laat het een kleine troostprijs zijn, dat de wellicht in hun hart teleurgestelden, vandaag toch een kans krijgen iets te zien opgenomen op deze feestelijke pagina. Want meer ruimte betekent immers ook meer namen en misschien is de jouwe er wel bij! Golden fiction Dit U het: middernacht, je draait wat verveeld aan de knoppen van de kleine radio, het ene volkslied na het andere wordt gespeeld, daarna de absolute stilte. Dit is het: nacht, het wordt heel koud.) Er wordt gebeld en ze komt de trap op, my fair lady, ze heeft voor ons allebei een speelgoedbeest meegebracht, alles wordt snel anders. Laten we naar de maan kijken, zegt zij. Terwijl onze speelgoeddieren elkaar nieuwsgierig besnuffelen, maken we de gordijnen open. De maan is hoog en geel, we kijken er naar tot onze ogen pijn doen. (Dit is het: de piano is vol dromen, de engeltjes aan het plafond hebben hun kleine bazuinen laten zakken, ze zijn de muziek vergeten, dit alles is ver drietig genoeg.) Zij glimlacht, my fair lady. 70 de» Crai N. Iets nooit horen vertellen, nooit Maar Joop hourly horen zoggen, als je hem lang: goed kent héél misschien cc In een ogenschijnlijk verloren ón het konijn. Van poezen, om- lands studeert, al zc zo menselijk ontrouw zijn schrijft van zijn minder van honden omdat veertiende af. he- ."■""'"i*. le schoolkranten It ook over poezen, over 1 die kleine dieren spe- vulde met f?raP- len in zijn gedachten dus ook in verhaaltjes en nu zijn verbalen. En als op de blan- nog liefst zijn ge- ke blocnote-vellen een meisje ge- dachten op papier zijn kamer stalte krijgt, kijkt hij vaak naar zet ^plaats van die (bijzonder artistieke) pop in te anre- haar lange broek en strakke trui. k tastbare cn j: .srss «kkü.'Se /Kirr*,1 .,'n Rock-and-roll" meisje, die pop. da* h'J «raag en véél. véél leest, nou ja....meisje, op het gezicht is bijna overbodig te zeggen. Beet- na dan. dat je brutaal en oud hoven uit de kleine radio en hoe- aankijkt. ..Ze ziet cr een beetje zen van jazz-platen aan de muur slecht uit" vindt Joop en hij voor muziek, alle muziek, van steekt een afgebrande lucifer als iThe paper m0on" af tot „Mari- ...v. een "'Wagende sigaret in de even na„ toe aUes wat daar maaf dan niet geopende poppenmond. praat niet veel doet hij het zachtjes. Daarom kun je ook de muizen horen, de habitué'» van dat hoge oude huis aan de Leldse Haagweg, hU net student zijn heeft. Ze trippelen onder het MhniM zolderraam, waardoor Je jaar4 lange broek een vierkant stuk grijze winter- fl 1 urht ziet. De potkachel brandt, de lamp Is aan en het konijn staat lussen ccn asbak en wat hoeken op de tafel. Muizen ..houdt u van muizen? Jawel, als ze maar in de buurt van de dakgoot blijven. Het wol lige speelgocdkonijn met zijn haren van plastic mag zo'n warm velletje hebbi. onder Je het leven voelt kloppen. Nu heb je vorige week kunnen dagen heb binnengekregen, leek lezen, dat de kopij, die oorspron- het me goed zoveel mogelijk op kelijk zo'n beetje voor de negen- deze twee dagen afgestemde kopij t.ende was gepland ook door de d b k vandaag mee te jury is beoordeeld. Ik kan je ver- eekeren. dat dit inderdaad is ge- nemm De beoordeelde m- beurd! En toch gaat een groot deel zendingen blijven natuurlijk be- van deze uitgekozen kopij vandaag waard tot de eerstvolgende keer. niet mee De oorzaak ligt in Zo en dat was dan een heel ver- het feit, dat het volgende week haal. Nu gauw de bijdragen. Een immers Kerstfeest is. Dan zal er overigens héél korte impressie geen zondagsblad uitkomen en kreeg ik van Annie van der Wijn- omdat ik van verschillende mede- gaard (bibL-assistente, 20 en uit werkers juist iets voor deze Kerst- Den Haag) die schreef: Ik was een dichter. Ik was een dichter en ik dicht te een gedicht. En zie, het was slecht! Ik verscheurde het be smette blad en dacht optimitisch: „morgen is er weer een dag" en bracht mijn dagelijks offer aan Bacchus. En zie, de volgende morgen was ik weer dichter en dichtte weer een gedicht en wederom was het slecht. „Het geluk is niet met me", mompelde ik en zocht het ergens anders! Maar zie, de volgendedag was ik eerst recht dichter, al leen, het gadicht bleef nu weg. En zo ging het zes dagen lang. En toen was het zondag en rust te ik van de arbeid omdat het zondag was. En de rozen bloeiden, en de struiken geurden, en de vogels zongen hun schoonste lied. En zie, een traan welde op uit mijn hart en spatte in het zonlicht uiteen. En toen was ik geen dichter, alleen maar een secre taris, die gehoorzaam opschreef wat gedicteerd werd door God. Het is voor de eerste keer, dat Jullie in „Ruimte" een gedicht tegenkomen van Bert den Braber (chr. kweekschool en uit Rotterdam). H!j schreef over Kerstfeest: "A Och kon ik Wat heb ik aan een groene boom, de takken vol met gulden strengen, de bollen, die als zonnen zengen. Als 'k willoos drijf op 'n brede stroom? Wat heb ik aan het koude licht, dat in mijn hart niets doet ontbranden, het vrome woord dat zal verzanden, als ik op u niet ben gericht? Snel vliedt de tijd, zonder dat 'k vind mijn bonkend hart trekt naar de zwarte grónd die wenkt, opdat ik kan vergeten. Och, kon ik als een bevend kind maar nader komen en met blijde .mond een zacht gefluisterd danklied spreken. BERT DEN BRABER Als er ergens in een hoekje „Prettig Kerstfeest" zou staan in van die gouden lettertjes, zou deze foto zo kunnen doorgaan voor een traditionele Kerstkaart.... Sjaan Bijl (uit Rotterdam) maakte dit plaatje bij de Plaszoom in Kralingen. eens wat mee. Dit koos lk uit: Na d® storm Het is allemaal zo moe, zo raoa de bomen, die niet mee willen de wolken, schuwe dieren het licht zo grijs en mat boven de stad ik zie de straten glimmen en ga slapen Ook dit: de woorden zijn zo groot over de dagen heen gelegd er Is al veel te veel gezegd ze drukken alles dood en tenslotte dit» Ziek zijn In lange eenzaamheid van slape loze nachten die kringen, wallen legden in 't koortsklein gezicht heeft hij zo vaak gezucht van pijn het ls niet zwaar om ziek te zijn maar rust te vinden in de onrust van een geschonden tempel. MARIANNE VAN RAAY En dit schreef NIc. van Domme, len (17 cn uit Rotterdam) naai aanleiding van de komende Kerst dagen. Gabriël tot Zacharias Een gedicht van Jan de Berg (die als ik me goed herinner op een kantoor zit. en in Rotterdam woont) Kerstfeest... Christus' feest. KerstfeestHeilig feest, NIC. VAN DOMMELEN Hoog stond hij Sprak luide Sprak overluide loekt dwaas die my ziet En gij ziet mij niet Ben ik Gabriël niet Die sta voor de troon van de Koning der Koningen En de Koningszoon? Zijn hoge waarheid duldt het niet De stamel van uw twijfel niet! Daarom: verstom! Totdat al deze dingen zijn geschied. jan de berg (die fotografeerde TE hoort niet alleen reeds bij de eerste woorden, J dat Cees van Dop een Rotterdammer ls, je merkt het ook zodra je eens wat met hem praat. Want, generaliserend gezegd, is het wel typisch Rotter dams als je blijft volhouden, nadat je je eerste in zending met het bekende „begeleidende schrijven" terugkrijgt. Dat je naar „Ruimte" blijft sturen, de paar kritische kreten in een „Eruit gelicht" ter harte neemt, gaat schaven, nog eens overlezen en dan maar weer een enveloppe dichtplakt om hem zegen" in de bus te doen. tussen kan liggen, én klassiek. Het verbaast je even als je hoort dat Lij, nog maar pas in Leiden, een dispuut heeft opge richt en 't lijkt een vage ver ontschuldiging als hij er „vak dispuut" bij zegt. Joop Cranendonk....hij won dus de verhalen-prljs. Je zult zijn naam wellicht niet kennen, omdat zijn werk steeds onder een pseudoniem lepU.UI u. wit hij ov.rl,™ m« «n -°P h»°P zal blijven doen en daarom lijkt T<>t je je min of meer een vaste plaats in de ru- het nlot sportlef dit pseudo te ver- briek hebt veroverd en dat kan van Cees van Dop tellen. Wat lk nog wél even wil toch we, worden geseffd! Zijn gedichten „De auto zeggen. ia dat hij, na deze pas begonnen Leldse jaren In de baan" en „Liften" waren het begin en sindsdien richting van de journalistiek zijn jullie zo op geregelde tijden zijn naam en zijn denkt. „Boeken bespreken enzo... status (Chr. Kweekschool) tegengekomen, kim Jo veel lezen". Dat je er dan ook over schrijven moet: we mo- En tochhet waren niet zijn een man, die zich zogezegd niet wachten, gedichten, die de aanleiding wa- voor een gat laat vangen. Toen gen aannemen, dat nlj dat el ren het toekennen van een de map al voller en voller werd zal weten, maar, hij schrijft lm- Prijs. Het was een foto, nét die en hij, evenals velen van .jullie, mers graag? éne foto. Want Cees Sfemmingsplaten Als illustraties voor de ru briek van vandaag koos ik enkele stemmingsplaten, omdat naast de feestelijke uitslag toch ook aandacht wordt geschonken aan Kerst feest. Deze foto van Wout van der Kooy (uit Leiden) vond ik bijzonder sfeervol. Het is een opname van de Rapenburg. Bijzonder prettig vond ik het ook weer eens een brief uit Flakkce te krijgen. L. Kats, die al eerder gedichten zag opgenomen, zond ook nu weer iets, afgestemd op de komende dagen. Hij gaf zijn vers als titel mee: Kinderkerstdroom Dat zette H. E. van Gilst (21, en studerend in Doorn) boven het ge dicht, dat hij me stuurde. Wat is er? Hoe komt het, dat wij nu hier gaan? Wij zaten toch thuis met de kerstlichtjes aan? De nachtlucht is licht en toch schijnt er geen maan. Zie ons tegemoet komen herders daar aan. Zij komen met haast en nu blijven ze staan voor de deur van de herberg en één klopt er aan en vraagt iets zij spreken men wijst, hoe Ie gaan; wij lopen in 't donker stil achteraan. i '-TJMË* y" HIJ spreekt de namen van zijn jazz-favorieten uit in een Amerikaans slang en zijn stem klinkt op dat mo ment even donker als die van Pete Felleman. Dan is hij wel zo eerlijk te vertel len, dat hij er best van houdt „nogal hard" op zijn brom fiets te rijden (al is die dan gewoon zwart) en dat hij in die boekhandel in Loosdui nen de romans, gedichten bundels, pockets en tijd schriften verkoopt, omdat je nu eenmaal wat moet doen eer je in dienst gaat. Zijn „baas" in die boekwinkel is overigens een „fijne kerel", zodat het daar best is uit te houden. overgav j_JET is ruim veertig jaar geleden, dat er op de eer ste pagina van onze zaterdagse extra uitgave in die tijd was er nog geen sprake van een Zon- hij intussen negentien is gewor- dagsblad, zoals dat thans elke week uitkomt zo hem1 bijzon* d"> *edlcl" verechren. Lydi. stond er on- der boeien. der en die Lydla was zeventien jaar. In de huiskamer achter zijn va- ders zaak aan de Haagse Prins Nu, zoveel jaar later, hebben wij haar ontmoet, Hendrikstraat, zijn er dan ook al schrijft ze nooit gedichten meer en is die heel wat van die „gekke plaat- jes gemaakt, het ene na het an- naam Lydia voor haar allang herinnerirg geworden, dere. het ene ook beter dan weer Xoch heeft ze de laatste tijd vrij veel juist aan die dat andere. Hoe Guus Kool te- kent dat heeft iedereen, die ene naam gedacht en met bijna hetzelfde gevoel R.j"ï?.tc ,£cre£c[d v.?'8t- zel' al als vroeger vouwde zij zaterdag de krant open om ontdekt. Quus heeft een eigen stijl, niet altijd is zijn humor di- het eerst haar ogen te laten gaan over „Ruimte rekt, je moet het zogezegd „door j_iii.ii hzbbrn voor Juule Maar dat hij tekenen kan al moet hij volgens de heer Otto „5" J™ J?/ R Dicke nog heel wat leren he- dicht van Theo van Roon l;ic*c nog nee» wa-. leien oe- w,_, j_, ff 5™rit' nT.iï1'i|ren die ""rf""' komen. Wat in de eerste plaats wel ...%TDarM srursus. r-t'Lr'jz E"JslreaSs5 zonder verrast én gelukkig, dat vell€n of nu van Th€Q of hij zelf het was geworden. epn ander zjjn je moet eerst h»; lang. kort geknipt Het heeft hem moed gegeven om proberen het te begrijpen, je moet meer dan tot nu toe zijn car- er over lezen en pas dan mag Je toons „ter plaatsing aan te bie- geloof ik met een zekere voorzicb- J dat zeker niet alleen tigheld in je mening een oordeel u 't Zijn ieg hel nu Guus Kool haar, een gezellig prater een beetje ongedurig. Heel lang almaar met hetzelfde bezig zijn ligt hem niet, nee. een taaie doorzetter zou Je hem beslist niet kunnen noemen. Met éér uitzondering na., tekenen. Want wat er ook gebeurt, wat hij ook onderneemt rekenen doei hij veel en altijd Al op zijn derdf jaar grepen zijn toen nog kleine handen ieder stuk papier, dat hij te pakken kon krijgen om er op te gaan zitten kladderen, vol met betrekkng tot c i verstandige wat opvallend was. vonden we het feit dat deze negen tienjarige onder wijzer, die thans bezig is aan zijn il hoofdakte, pas de eerste dacht- thans n regels op papier zette, toen was r hij onze rubriek had gelezen. „Ruimte" bleek voor hem een sti- Wat lk Je verder nog mulans hetzelfde te doen als zijn kan vertellen? Dat hij bijzonder moeder veertig jaar geleden: een graag kampeert, vist, gedicht maken en het opsturen, siasme volleybalt cn ook een deel impliceert overigens niet, dat van zijn tijd geeft aan de Gercf. Hopelijk zal het hem lukken, den en aj pratend blijkt het al hij tot dat moment n;et veel met Jeugdvereniging „Christo Volen- •orden opgenomen, heeft hij he\ soort „injectie" rnaar ..t een plaat geprobeerd heel tijdje moest Een foto, gemaakt met een dóód simpele camera, maar wel zó raak. dat de jury juist dat plaat je uitkoos. Waarmee maar gezegd wil zijn, dat de aanhouder toch op welke manier dan ook we] eens 't Spreekt vanzelf, dat we met Cees in zijn huis aan de Oide- gaarde meer hebben gepraat over zijn gedichten, dan over zijn foto- en filmhobby. De twee camera's hebben we de camera's gelaten Ni iet graag cn we zijn in een dik schrift ge doken, waar heel wat verzen de pagina's vullen, gedichten, die vooral de laatste maanden zijn geschreven, omdat Cees, evenals Theo van Roon, pas zijn gedach ten deze vorm heeft gegeven toen hij „Ruimte" had gelezen. Een paar weken na onze eerste start jegon hij er mee, een enkele naand later kwam zijn eerste en veloppe op de redaktie binnen.. Gedichten, soms lukt het niet, lelemaal niet, dan staan er in- -■ens een stuk of tien op het pa pier en kan zijn pen de woorden oijna niet bijhouden. Hij houdt »rvan om boven in zijn eigen tamer zijn impressies en gevoe lens zó te formuleren, dat het woorden en zinnen worden, zoals jullie die van hem zijn tegenge komen. En als het eens helemaal niet wil, „leent" hij zijn vaders filmcamera om bijvoorbeeld in hem de haven eens wat rond te dwa- nder len en vast te leggen wat hij voor enthou- zUn lens krijgt. Op Brienenoord in de buurt van IJsselmonde, zag hij op een voor hem wel bijzon- Verwachting In de bedding van de nacht jagen de stromen der twijfel ons voort het strand der tijden breken onze dromen in de branding der uitzichtloosheid Monotoon verglijden de beelden van onrecht en verwoesting op het scherm boven de grauwe kusten der dreiging markeren morgensterren ons Zijn komst. l. kats Het i zij blijven weer staan; ze kunnen naar binnen: de staldeur staat aan. Ook wij gaan er in de deur valt zacht dicht 't is hier heerlijk warm en door 't raam valt het licht van een heldere ster op een kribje in de hoek, en er in ligt een Kindje, gïwikkeld in doeken, e herders en wij knielen vol eerbied neer en vinden geen woorden dan: „Jezus, O, Heer.. Dan zie ik naar buiten de sterren ...zij beven, zij schijnen te leven, daarboven, daarbuiten, Maar zie, 't zijn geen sterren, Er uit gelicht Zynde althans voor dit jaar de laatste korte opmerkingen, die ik naar aanleiding van binnengekomen brieven wil spuien. leurenHet bekende „nee" bedoel k hiermee, dat deze maal betrekking leeft op inzendingen van Jac. K. Rotterdam), Jaap C. (uit Rotterdam) :n B. Andcrsson (Goudriaan), die het iverigens veel beter kan. Weinig irigineel kon ik tevens vinden hel erhaal van E. L. C. van D. (uit Rot- erdam), terwijl ik het verhaal van oanne L. (uit Rysoord) niet uitge- proken slecht knn noemen, maBr iets Niet mee gaat het gedicht, dat Hans Bink (uit Leiden) over Kerstfeest inzond, wél deze fo to, die ik van hem ontving. een begin i i in die huiskamer imse Christiaan t" Wetstraat met de prijswinna; :al Van Roon. als met zijn moeder en zomaar wat van gedachten te wis- en selen. rubriek Maar. 't was niet „Lydi n heeft opgehad. Integendeel, te" Is gedichtenbundels en kritie- toel ken heeft hij en op het ogenblik het onontkoombare „dienst" is hij zalfs bezig met een scriptie houden en dan. naar hij hoopt, e de experimentelen. Maar be- gezellige school ergens in Die klomp, die knoestige en dat water. Hij had in dit geva 'iin fotobox meegenomen, schoot en schoot zich zó een prijs. Met vriendelijke stad. To( zoiets mag je de dichtende Cees ter gaat geven. i lichtvoetig karak- slotte. beste dichter uit de bus die als de hij dacht direkt schnj- je hem tr' Hij had een duwtje nodig al- „Ruimte" tegenkomen Dop dan ook wel gelukwe gen, hetgeen we dan hierbij zeker ook niet willen nalaten.... Voor de eerste keer ontving ik tekenwerk van Evert van der Veer (16, H.B.S.-B. en uit Den Haag). Ik vind het een goeie tekening! Graag méér van jou. j

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1959 | | pagina 14