worótelt met een probleem
A.W. GR00TE,
ZATERDAG 19 DECEMBER 1959
SCHAKEN DOET ZE ALS DE BESTE, EN TOCH
nationale sehaakkantpioei
kaft vol trofeeën in haar
Imersfoort. In haar hand e
do zilvere
„Kijk maar eens op de markt", had men ons in Amers
foort gezegd, „daar staat ze in een kraam met vitrage".
En dus keken we op die markt, vroegen links en rechts
informaties, maar zelfs de marktmééster kon ons geen
opheldering geven. Ze was er nl. toevallig niet omdat
ze gezellig thuis haar 39ste verjaardag vierde. In een
mooi hoekhuis van een rij, staande in een dier aardige
buitenwijken, waar de stad van de Lange Jan zo rfjk aan
is.
Fanny Heemskerk, onze nationale schaakkampioene,
woont hier al ongeveer net zo lang als ze die titel bezit.
Van dat huis wil ze niet af. Van die titel wel. Maar er
schjjnt onder de Nederlandse vrouwen nog steeds geen
schaakster te zijn, die het Fanny Heemskerk verbetert.
Eigenlijk hoeft dat
niemand, die haar
van nabij leerde
kennen, te verbazen.
Want ze is nog zó
enthousiast, gaat nog
dermate op in haar
geliefde sport, dat
ze waarschijnlijk on
verslaanbaar zal blij
ken te zijn. Tenzij
die man, die we bij
haar in de familie
kring ontmoetten, de
circa 40-jarige koop
man in schuimrub
ber J. P. van Uxem,
erin slaagt haar tot
andere gedachten te
brengen. Een moge
lijkheid, die lang
niet als uitgesloten
mag worden be
schouwd, daar Fan
ny weer rondloopt
met trouwplannen.
Toen ze negentien
was, trouwde ze voor
de eerste keer. Al
gauw echter brak
ook voor haar de
zeer moeilijke tijd
aan van de oorlogs
jaren. In 1945 werd
haar huwelijk ont
bonden, zodat ze
achterbleef met een
dochtertje van 7
jaar, eveneens Fan
ny geheten. En al
die jaren daarna hebben moeder
en dochter alle lief en leed ge
deeld. Doch Fanny Jr. is intus
sen haast twintig geworden, heeft
dus de huwbare leeftijd bereikt en
vandaar die plannen van Fanny
Sr.
zo eens uitkomt. Maar dat scha
ken... Hoogoventoernooi. Philips-
toernooi, wedstrijden in Duitsland,
simultaan spelen tegen personeels
verenigingen. Op 17 januari be
gint het Hoogoventoernooi weer
Daar hoop ik weer van de parti
„Mannen spelen sterker, omdat ze
meer vrije tijd hebben
Meer tijd
vrfh het heren
internationaal niveau zij ij
■ris een uitstekende gastvrouw,
i is nl. nauwelijks binnen, o)
thee is al gereed. Daarbij be
en don nog. behalve de snoep
allerlei kwinkslagen. IT am
ze houdt van lachen!
begoi
Het
Russische aangelegenheid, daar
èn bij de strijd om 't laatste we
reldkampioenschap èn bij die van
het kandidatentoernooi een Russin
als eerste eindigde. Deze dames
de titelhoudster Bykova en haar
tegenstandster Zvorykina blijken
elkaar aan kracht weinig te ont
lopen, want na vijf partijen was
de stand 2^2',i.
Doch dank zij de heer L. Ver
straten, directeur van een kou-
senfabriek, die vier jaar geleden
het initiatief nam voor het jaar
lijks houden van het zgn. Dam-
ion-toernooi (internationaal en
alleen voor dames), valt er ook
in Nederland nog wel wat te scha
ken op hoog niveau. Enkele we
ken geleden eindigde ik op het
vierde Damlon-toernooi als eerste,
nadat ik in 1956, 1957 en 1958 res
pect. geëindigd was als eerste
tegelijk met een Franse dame
als tweede én als derde.
Ongeluk
Probleem
,,We staan echter voor een pro
bleem", zegt Fanny Sr. „Mijn aan
staande man, ofschoon zelf een
groot liefhebber van schermen,
heeft met al dat schaken van mij
niets op. 't Interesseert hem geen
bal, zodat hij niet de minste sti
mulans voor me betekent. Liever
zou hij zien dat ik er vandaag
mee ophield dan morgen...
Van Uxem kijkt ons, terwijl hij
z'n kopje thee uitdrinkt, eens even
met een glimlach aan. Een echte
Amsterdammer, die veel langs z'n
koude kleren kan laten gaan. Al
is daarmee het probleem natuur
lijk nog niet opgelost. ,,Komt tijd,
komt raad", schijnt hij echter te
denken. En zo denkt Fanny er,
blijkbaar ook over. Want na deze
netelige inleiding lacht ze honderd
uit, maakt grappen met haar oude
moeder ook een echte Amster
damse en met een lieftallige
nicht, die met een dochtertje
Trix het gezelschap voor deze
feestdag completeert.
Van ons
„Dat schaken heeft ze van óns",
zegt moeder Heemskerk niet zon
der trots. „Vooral van haar va
der, Gerrit Heemskerk. De held
van het spel". Hü was o.a. vijf
maal biljartkampioen van Neder
land. Hij zat, net als Fanny, in
de handel. Maar als hij maar even
tijd had greep hij naar de schaak
stukken, en was ik eveneens van
de partij. Dat is allemaal nu voor
bij. Omdat hij twee jaar geleden
stierf. Nog slechts 63 jaar oud."
„Ik begon er omstreeks 1935
mee", gaat Fanny verder, 'k Was
toen vijftien. Dat kwam door die
beroemde match van Euwe tegen
Aljechin. Heel ons land had de
schaakkoorts. Ik had gewone
koorts en lag dus in bed. 'k Las
echter de verhalen in de krant en
hoorde papa elke avond over die
wedstrijd praten. Zo kwam ik er
toe, eens een partij tussen die
twee grootmeesters na te gaan
spelen. En nog een. En nog
Eerste wedstrijd
In 1936. toen in Watergraafs
meer wedstrijden werden georga
niseerd om het kampioenschap van
Amsterdam, zei papa tegen me:
„Meid. laat jc inschrijven. Jij
schaakt zó goed, dat ik je best
een kans geef." Moe vond ook
dat ik het doen moest. En al durf
de 'k eigenlijk niet goed, ik gaf
me toch maar op mèt een
vriendinnetje. Er waren 36 deel
neemsters, onder wie een school
juffrouw, die heel erg bij de pin
ken was. Die werd mijn partner.
Zij schoof de stukken in bliksem-
tempo over het bord. Ik moest on
elke zet lang nadenken. En toc'.i
kwam ik als overwinnaar uit de
strijd, 'k Eindigde zelfs als twee
de van het hele toernooi. Was het
een wonder, dat we, op weg naa*
huis, walsjes maakten op de fiets"
Een dag om nooit te vergeten.'
Als Fanny deze eerste herinne
ringen voor ons ophaalt, slaat ze
zichzelf op de knieën en walst
even nu op haar stoel.
Sterker
„Nou", vervolgt ze, toen ben ik
lid geworden van de Amsterdam
se schaakclub „Max Euwe". Ik
had geen enkele schroom meer.
omdat het Euwe was, die me in
Watergraafsmeer ontdekte. Hij
toch zei na afloop tegen m'n va
der: „Uw dochter heeft een ech
te schaakknobbel". En dat gaf
me een maximum aan zelfver
trouwen. Ik ging steeds meer spe
len. En steeds sterker. En zo be
haalde ik al in 1937 voor de eer
ste keer het kampioenschap voor
dames van Nederland.
In 1938 raakte ik het weer kwijt
aan mevrouw Roodzant uit Rot
terdam. Dat wai wel jammer,
daar z(j nu naar Buenos Aires
mocht voor het wereldkampioen
schap. Doch in 1939 werd ik voor
de tweede keer kampioene van
Nederland. Toen brak helaas de
oorlog uit en moest de strijd om
het wereldkampioenschap worden
gestaakt.
Intussen was ik al wel enkele
malen op een internationaal tor
nooi uitgekomen. Zo bijv. in 1937
in Hastings. En in 1938 in Mar
gate. Beide keren in Engeland dus.
Het waren geen specifieke dames
wedstrijden, maar gemengde,
waarvan ik de prettigste indruk
ken mocht meenemen.
Na de oorlog, in 1946. werd ik
opnieuw nationaal kampioene en
in 1948 weer. In 1947 kon ik het
niet worden, omdat er een nieu
we regeling getroffen was, vol
gens welke het ene jaar vóórwed
strijden werden gehouden, om de
beste speelsters te kunnen selecte
ren en het volgend jaar de wed
strijden tussen deze schaaksters
om de nationale titel. Zo is het
nu nog.
In 1949 mocht ik deelnemen aan
de wedstrijden voor het wereld
kampioenschap-dames te Moskou.
Dat vond ik natuurlijk geweldig.
Ik ging er heen per trein, kreeg
aan de Pools-Russische grens Rus
sisch geld om het eten in de
trein te kunnen betalen, kreeg in
Moskou alle logieskosten vergoed
en bovendien een flink zakgeld.
Ik werd er, kort en goed, erg ver
wend.
Pro-schaak
Communiste ben ik evenwel be
slist niet. Ik doe eenvoudig niet
aan politiek. Ik ben anti-alles,
maar pro-schaak. Dat wil zeggen:
ik hoop dat ook met zulke inter
nationale wedstrijden de weder
zijdse waardering er: ach
ting onder de mensen versterkt
wordt. Enfin, in Moskou eindigde
ik toen als achtste, van enkeie
tientallen deelneemsters. We wer
den met geschenken overladen.
En zoals alle dames, die voor het
eerst uitkomen op een tomooi
voor het wereldkampioenschap,
ontving- ik de titel van „interna
tionaal schaakmeesteres". Geluk
kig echter, dat de Kon. Ned.
Schaakbond mij voor a! die we
ken, dat ik uit m'n gewone doen
was, 60 per weex uitkeerde, an
ders zou zo'n tornooi eeh veel te
kostbare geschiedenis voor me
Nadien is men het, ook inter
nationaal, moeilijker gaan ma
ken om voor wedstrijden om het
wereldkampioenschap in aanmer
king te komen. Er zouden voor
taan twee selectie-toernooien aan
voorafgaan. Daarom moest ik in
1951 eerst deelnemen aan het in
ternationale zone-toernooi in Ve
netië. waar ik als nr. één eindig
de. En vervolgens aan het inter
nationale kandidatentoernooi in
Moskou in 1952.
Vader ging met me mee. En
ook de schaker Prins, die optrad
als secondant. Ditmaal maakten
we de reis per vliegtuig. Resul
taat was. dat ik tweede werd en
dus afviel voor de wedstrijd om
het wereldkampioenschap. Maar
de positie, die ik wist te bereiken
op het kandidatentoernooi, gaf me
in elk geval het recht, de volgen
de keer terstond aan het kandi
datentoernooi deel te nemen. Dus
met voorbijgaan van het zone-toer-
In 1958 had ik opnieuw te kam
pen met gebrek aan concentratie,
daar we kort tevoren in Amers
foort een auto-ongeluk hadden ge
had. Ik kwam er vrij goed af,
doch m'n dochter liep een zwa
re hersenschudding op. Dit nu
wreekte zich tijdens het derde
Damlon-toernooi, waaraan ook
m'n dochter deelnam. Ze werd
onwel, moest het toernooi laten
voor wat het was en toen was
ik net zo min meer gedisponeerd.
Zo ben ik wel méér door pech
achtervolgd tijdens belangrijke
wedstrijden. Ik denk bijv. nog
aan het eerste toernooi om het
wereldkampioenschap-dames lan
denteams in Emmen (1957), geor
ganiseerd door de K.N.S.B. en ge
financierd door die kousenta-
briek. Op de tweede dag van dat
toernooi overleed m'n vader. Ik
moest de strijd dus staken, waar
na mevrouw Van der Veen m'n
plaats innam. Wel erg jammer,
daar haast alle landen twee af
gevaardigden naar Emmen had
den gezonden. En dan te weten,
dat ik er heen was gegaan met
m'n been nog in het gips. daar ik
er kort te voren bij moeder in
Amsterdam een bed op gekregen
had, waardoor het brak."
„Wat vindt
schaak?"
„De heren spelen over het alge
meen sterker, wat ik geheel toe
schrijf aan het feit, dat ze.,
veèl meer tijd hebben om te trai-
„O, ja", laat ze er meteen op
volgen, „vermeld u vooral dat ik,
wat het trainen betreft, zo heel
veel te danken heb aan de scha
ker Van Scheltinga. Hij vergezel
de me in 1955 ook naar Moskou."
En daarmee moeten we het ge
sprek met mevrouw Heemskerk
beëindigen. Anders zaten we er
misschien nu nog. Want als er
één ding is, waarover ze nooit
raakt uitgepraat, dan is het over
dat geruite bord en wat er mee
annex is. Waarvoor Euwe en Al
jechin haar belangstelling wekten,
dat papa en mama krachtig sti
muleerden, dat haar leidde tot de
hoogste top in Nederland en haar
een uitstekende reputatie verschaf
te in het buitenland. Maar waar
van haar a.s. man meent, dat
het nu eindelijk wel eens welletjes
is geweest.
We nemen afscheid van de fa
milie, worden hartelijk uitgeleide
gedaan, maar moeten „het pro
bleem" achterlaten op Lorentz-
straat 10.
C-.
ir,n~-Q.
Die niet wil aU hij kan, kan niet alt hij wil
schepper van hel Nederlands alfabeiisch kortschrift
Competitie
Veel geld
Misschien vragen sommigen
zich af, waarom toch telkens die
grote toernooien in Moskou plaats
vinden. Dat komt alleen, omdat
de Russen er zoveel geld voor
over Hebben, Want zulke toer
nooien kosten kapitalen, daar al
le deelneemsters gedurende vele
weken nu eenmaal ook moeten
eten. drinken, slapen en in de
vrije uren aangenaam worden be
zig gehouden. In laatstgenoemd
jaar eindigde ik als nr. acht of
negen van de achttien deelneem
sters. Dat was dus minder goed
dan in 1952. Doch daar eerst va
der en toen moeder ernstig ziek
was geweest, had ik me eigen
lijk niet voldoende kunnen prepa-
Wa
ik
het
olgende kandidatentoernooi had
willen deelnemen, had ik eerst
weer op het zone-tocrnool in Ve
netië moeten uitkomen. In 1957
zag ik daarvan echter af, daar
m'n dochter examen moest doen
voor het diploma Handelsschool.
Zodoende traden mevrouw Rood-
In
Heemskerk de
vraag stellen, hoe vaak ze thans
nog schaakt vertelt ze, dat ze
zich moet beperken tot eenmaal
per week. En wel 's woensdags
avonds, als lid van het eerste
tiental van het Schaakgenootschap
Amersfoort, waarvan ze sinds 1940
deel uitmaakt. „Wij spelen in de
eerste klas van de K.N.S.B. in
competitieverband en trekken dus
nu eens hierheen en dan weer
daarheen. Mijn dochter is even
eens lid van dat genootschap. Al
van haar achtste jaar af. Zij speelt
in het derde tiental en heeft ook
wel aanleg. Maar de laatste tijd
heeft ze een andere hobby erbij
gekregen: het amateurtoneel, waar
ze eigenlijk veel meer in opgaat.
Dat vind ik eigenlijk niet zo leuk.
Zelf leef ik nog zó met de scha-
kerij mee, dat ik er soms van
droom. Als ik gewonnen heb is
het een „very pleasant dream",
maar als ik heb verloren is het
een nachtmerrie".
Mevrouw Heemskerk lacht weer
geducht, nadat ze dit geheimpje
er tegen ons heeft uitgeflapt. En
moeder en nicht hebben ook de
grootste pret.
Dan wordt onze aandacht ge
trokken door een prachtige kast
vol bekers en andere trofeeën. En
door een niet minder mooie pia-
,.Ja, ik houd ook veel van mu
ziek", zegt mevrouw Heemskerk
als we haar ernaar vragen. „En
bovendien doe ik nog altijd aai'
soort. Vroeger korfbalde ik in het
Amsterdamse „Rhoda". Aan sport
wedstrijden doe ik echter niet
meer mee. Daarom tennis en
zwem ik alleen nog maar als het
Dit is de heer J. P. ton Uxem.
ipman in schuimrubber, mkt
Fanny binnen afzienbare tijd
in het huwelijk hoopt te treden.
Evenals de wieg van Fanny stond
tok de z\jne in Amsterdam. Toch
iroblee
liet laatst van dc vorige
eeuw heerste er een bijzon
dere belangstelling voor steno
grafie bij het leger. Waarom?
Men meende, en hogere mi
litairen bevestigden dit, dat het
voor officieren en onder-officie
ren heel noodzakelijk was, om
vlug en correct orders over te
brengen. Die orders in gewoon
schrift op te schrijven, duurde
te lang en ze mondeling door
te geven, was te gevaarlijk:
allicht kon de boodschap ver
keerd zijn verstaan cn dus ver
keerd worden overgebracht en
wat zouden daarvan de funeste
gevolgen kunnen zijn! Er bleef
dus niets over dan de orders
zo vlug mogelijk op te nemen,
dus.... stenografisch!
Die belangstelling bij het leger
uitte zich in de vele lessen in
stenografie, gegeven door de heer
J. L. Wery, die het Duitse stelsel
Stolze voor de Nederlandse taal
had bewerkt en aan wie de grote
eer toekomt, dat liij de stenogra
fie wist te populariseren. Groepen
van onder-officieren kregen les
in steno en ook aan de Hogere
Krijgsschool was steno een der
vakken, waarin de officieren wer
den onderwezen.
Toch vernemen wij niets van de
invoering der steno bij het leger!
Of de heer Wery veel succes
gehad heeft met zijn lessen?
De geschiedenis zwijgt erover
Maar hij trof het ook zeer on
gelukkig!
In 1897 verscheen de Nederland
se vertaling van het Duitse stelsel
Scheithauer door de heer Rients
Balt.
Nu wordt een Duits stelsel door
een vertaling in het Hollands nog
geen Nederlands systeem. Er zijn
tussen de twee talen te grote ver
schillen. dan dat een vertaling die
zou kunnen te niet doen. Daartoe
zou nodig zijn een grondige om
werking, waarbij alleen het grond
principe. het kenmerkende princi
pe van het stelsel zou worden be
houden. maar overigens de keuze-
der tekens, enz. zou geschieden
naar de kenmerkende eigenschap
pen der nieuwe taal.
Om een voorbeeld te geven: In
het Duits kan men volstaan met
een teken te geven voor lange en
korte ie, maar in het Hollands
niet, terwijl omgekeerd in het
Hollands volstaan kan worden
in het Duits niet zou kunnen.
Gemakkelijker
De vertaling van Rients Balt
sloeg in, want Scheithauer was
beslist gemakkelijker aan te le
ren dan Stolze. Scheithauer was
nl. bijna alfabetisch: hij kende
geen symboliek, geen hoog- en
taagplaatsing van de woorden, om
daarmede de klinker aan te dui
den. Ja, het scheen wel, dat Balt
de stenografie van de toekomst
zou worden.
Tot in 1899 Gröote op het to
neel trad!
Hij schrijft daarover het vol
„December 1891 bataljons-adju
dant geworden, begreep ik, dal
het in mijn werkkring van belang
zou zijn, te kunnen stenograferen,
om de mededelingen of bevelen
van dc bataljons-commandanl
snel te kunnen opschrijven, zodat
een paar minuten op het gevechts
veld gewonnen konden worden en
Sij de dagelijkse dienst in de ka
zerne een uur schrijven tot eer
kwartier kon worden terugge
bracht. Daartoe leerde ik de ste
nografie van Stolze, door Wery op
onze taal overgebracht, waarmede
ik toevallig het vorig jaar had
kennis gemaakt.
Bij de toepassing van dat stel
sel drong zich direct de gedachte
bij mij op, of met ongeveer de
zelfde letters, tekens dus, die uit
de grondtrekken van het schrift
waren afgeleid, volgens de metho
de Gabelsberger, niet een eenvou
dig alfabet was samen te stel
len, waarmede even kort de taal
kon worden afgebeeld, zonder dat
daartoe ingewikkelde regels met
uitzonderingen «n verschillende
Op 30 december: lOOste geboortedag
Er is een Erecomité gevormd, dat zich heeft belast met de
viering van de honderdste geboortedag van A. W. Groote, de man,
die Nederland een eigen stenografie-systeem gaf. Van een tijd
genoot van de heer Groote, de heer C. de Neef, die al veertig
jaar voorzitter was van de organisatie van stenografie-leraren,
ontvingen we het nevenstaande herdenkingsartikel, dat een beeld
geeft van de moeilijkheden, die moesten worden overwonnen
voordat het kortschrift-Groote ingang had gevonden.
en J. van Aals. beiden bekende
stenografen volgens de systemen
Pitman en Stolze. benevens de
heer Grasé uit het Comité.
schrijfwijzen voor lettercombina
ties nodig waren.
Maart 1896 gaf ik 't eerst on
derwijs in dit kortschrift aan eni
ge onder-officieren. 4 maart ont
ving ik een briefje, door een hun
ner in mijn schrift geschreven,
waarin mij verzocht werd. het on
derwijs voort te zetten. Ik heb er
Loen over gedacht, het werkje uit
te geven en heb werkelijk enige
stappen daartoe gedaan. Ik be
waar nog een briefje van de uit
gever, de heer Van Looij uit die
tijd (april '96) waarin wordt
meegedeeld, dat hij tot drukken
wenst over te gaan. In 1895 wer
den volgens dezelfde beginselen
als in de uitgave van het leer
boek in 1899 de klinkers met
medeklinkers verbonden.
Bij verdere studie zag ik,
dat de Duitse uitvinders
Arends Roller, Brauns in
dezelfde richting haddei
De verbindingen van
medeklinkers met klin-
cers geschiedde als in ons
kortschrift, maar bij vaak
voorkomende medeklin
ker-combinaties of klin
ker-combinaties bleef het
bij het oude en werd het
3lfabet met afzonderlijke tekens
uitgebreid.
Voor mij was uit die stelsels dus
niets te leren, evenmin als uit dat
van Scheithauer, waarmede ik in
1897 door de Nederlandse bewer
king van Balt kennis maakte."
het alfabet,
het alfabetisch Kort-
de gewone
Drie jaren
i hel
Drie jaren zijn besteed,
manuscript 1896 steeds om te wer
ken; letters werden nog veran
derd, maar., het principe bleef:
een eenvoudig, stenografisch alfa
bet met niet meer tekens dan het
gewone alfabet, waarbij iedere let
ter altijd op dezelfde wijze werd
weergegeven.
De heer Groote vervolgt:
„In maart 1897 hield ik een
voordracht over het alfabetisch
stelsel van Stenografie in de Ver
eniging „Onze kring" te Amers
foort. Na die tijd heb ik niets
meer gewijzigd. Wat ik dus wilde
vinden in 1895. en in 1896 meen
de gevonden te hebben, en nadien
meer volkomen uitgewerkt had in
1897. heb ik eindelijk uitgegeven
in 1899.
Toen meende ik te mogen zeg
gen: Nu is het Nederlands Alfabe
tisch Kortschrift niet alleen goed
voor enkelen, maar voor ieder
een: nu is de tijd gekomen om
net uit te geven."
Hoe werd de nieuwe stenografie
ontvangen?
Goed door het grote publiek,
slecht door de steno-vertalers en
lun vrienden.
Een half jaar na de verschij
ning, op 25 april 1900. vond een
vergadering plaats van de Ver
eniging ter beoefening der Krijgs
wetenschap. onder leiding vsn Ge
neraal Bergansius. waarop A. W.
Groote zou spreken over: „Een
Nederlandse Stenografie voor het
Nederlandse leger."
Tot die vergadering waïen ook
uitgenodigd de kopstukken van de
stenografie: Rients Balt en zijn
(toen nog) medestander de luite
nant-kwartiermeester M. A. Pont:
J L. Wery, Van den Berg (sys
teem Steger) J van Waardhuizen
kampioen van Groote, vooral in
Na een waardig betoog voor de
invoering der steno bij het leger,
gaf da inleider in het kort de ge
schiedenis weer van het schrift
vanaf het beeldschrift en stond
daarbij lang stil bij de grote be
komen
lettertekens nog kortere tekens
worden gekozen.
En natuurlijk verzuimde Groote
niet, erop te wijzen, hoe zijn stel
sel terdege rekening heeft gehou
den met de eigenaardigheden der
Nederlandse taal. Met lichtbeel
den werd alles verduidelijkt.
Na deze voordracht kwamen de
tongen recht los!
De heer Pont verwees naar zijn
artikel in de Militaire Spectator,
waarin hij zijn critiek geuit had.
Als dc redactie het niet met hem
eens was geweest, zou ze
die critiek niet geplaatst
hebben. Slotsom? Niet
geschikt voor algemeen
gebruik!
De heer Wery meende,
dat het toepassen van
„Groote" alleen maar mo
gelijk zou zijn bij een
langzame spreker.
De heer Balt bepaalde
zich tot het voorlezen van
enkele beoordelingen door
anderen, waarin o.m.
voorkwam: „het stelsel is
beslist onmogelijk als snelschrift".
De heer Van den Berg wijst
erop, dat met geen enkele steno
grafie een vlotte spreker bij te
houden is, en dat vooral het te
ruglezen ondoenlijk is.
Inmiddels gaat alles zijn gewo
ne gang. In de pers, vooral in de
schoolpers, gaat de strijd verder
Volgelingen van Groote vormen
een vereniging en Groote geeft
een Tijdschrift uit, (1900), waarin
hij zijn verkortings-systeem ont
wikkelt, later verzameld in het
Reporterschrift"
Jeugdige Amsterdamse Middel
bare School-leerlingen richten in
1902 een oefenvereniging op met
de animerende naam „Steeds
Sneller". Voorzitter is Nico Blok
ker (later Rem. predikant), se
cretaris Willem Drees (later mi
nister-president). Men begon met
slechts acht leden, waarvan de
helft de verkortingen nog niet
kende. En toch wat is er ge
werkt! De leden behaalden diplo
ma's van 130, 180. 200, ja zelfs
250 lettergrepen per minuut!!!
En zo brak de gloriedag aan
voor het jonge systeem en zijn
jonge beoefenaars.
Op 23 mei 1903 werd een open
bare vergadering belegd in het
American Hotel te Amsterdam,
uitgeschreven door de heren J. C.
Grasé, J. J. Medcr, P J Prin
sen Geerlings, J. G. Verbeek cn
C. de Neet. allen te Amsterdam
en bij het onderwijs betrokken.
Iedereen werd uitgenodigd, voor
al dc stenografie-deskundigen
en dezen verschenen ook.
Wat was er aan dc hand?
Drie van de leden van „Steeds
Sneller". N. Blokker. W. Drees en
J. J. d'Olievera «later directeur
van de Wereldbibliotheek, omge
komen in een Duitse gaskamer)
zouden in het openbaar een proef
afleggen van de snelheid, die men
na de oefening, met het stelsel
„Groote" in schrijven en lezen
kon bereiken.
Een hun onbekend stuk uit de
„Handelingen der Staten-Gene-
raal". gedicteerd met een snel
heid van 250 lettergrepen per mi
nuut. zou door hen worden opge
nomen en daarna worden uitge
werkt of teruggelezen. Als jury
traden on de heren dr. R A. Kol-
ltwljn, dir. H.B.S., G. Anne veld t
En het resultaat?
De heer Anneveldt schreef in
zijn orgaan:
Bij het voorlezen van het uit
gewerkte deel van het stenogram
las er een (W. Drees) zeer zui
ver, zonder een fout, zijn gedeelte
voor en de anderen met twee of
drie fouten hun gedeelte. Als lid
der Commissie, door de vergade
ring aangewezen ter controle, mag
ik constateren, dat het werk ever
het algemeen zeer goed is ge-
De 'heer Van Aals schreef in de
Stenografische Revue:
„De heer Jonkmans dicteerde
het stuk. dat in de vergadering
in druk werd rondgedeeld, binnen
de tijd van 10 minuten, dus nog
iets sneller dan met 250 lettergre
pen. Wij controleerden en bevon
den dat de snelheid 254 lgr. be-
iroeg.
Drie der stenografen lazen ver
volgens zonder al te grove fouten
hetgeen zij uitgewerkt hadden in
de vergadering voor, een van hen,
de heer Drees. bijna geheel zon
der fouten, zodat een warm ap
plaus opsteeg.
En nog verder:
Voor de heer Groote echter is
deze avond een grote voldoening,
Er is bij de verschijning van zijn
stelsel beweerd, dat het onmoge
lijk zou zijn als snelschrift en
dit kan thans, op feiten steunend
worden weerlegd. Ook vele ge
maakte bedenkingen omtrent de
leesbaarheid kunnen nu worden
ontzenuwd.
En het Nieuws van de Dag
schreef: Toen uit het publiek
werd gevraagd of het mogelijk
was, het met deze snelheid ge
stenografeerde voor te lezen, zon
der het eerst uit te werken, bood
de heer Drees zich daartoe aan
en las zonder haperen en nog snel
ler dan gedicteerd was, het noch
door hem, noch door een der an
deren uitgewerkte deel van het
stenogram voor als ware het ge-
Een luid applaus beloonde hem
voor zijn kranig werk.
De genomen proef met het stel
sel Groote mag dus volkomen ge
slaagd heten, wat vele aanwezi
gen, waaronder stenografen naar
andere stelsels, door hun handte
kening constateerden. (Volgt de
lijst der handtekeningen)."
Deze proef was een soort zweep
slag: ter aansporing van de tal
rijke beoefenaars om tot grotere
snelheid te geraken:
ter aanvuring van hen, die nog
twijfelen, of ze met stenografie
zullen beginnen en met welk stel
sel, en ter beschaming van ben,
die op de vergadering van
„Krijgswetenschap" hun vaak
dwaze crltleken hebben geuit.
Zestig jaar
het stelsel te verbeteren. Of het
na te maken. Alle pogingen zijn
volkomen mislukt. En geen stel
sel uit den vreemde is in die ja
ren voor onze taal bewerkt.
Een commissie, bestaande uit
de kopstukken der verschillende
Menograficveremgingen. heeft ge
durende enige jaren vergaderd, om
eenheid te brengen in het gebruik
der verkortingen Tevens is met
alle deskundigheid nagegaan, of
er soms kleine wijzigingen moes
ten worden aangebracht in vorm
der tekens of in bun verbindingen.
Resultaat? Het werk van 1899 is
in 1959 gebleken menselijk vol
maakt te zijn.
Neen. de wens van Groote In
1900 ..Een Nederlands kortschrift
voor het Nederlandse leger" U
niet vervuld. Maar wel een veel
hoger doel:
„Een Nederlands kortschrift
voor het gehele Nederlandse
Volk."
C. DE NEEF