Laat mij in de duistere wereld HO. anneer is de Heiland eigenlijk geboren I I Sylvia Ursula Laurentia f ZONDAGSBLAD ZATERDAG 12 DECEMBER 1959 GEESTELIJK LEVEN Wachten op de Trooster Als Christus op het punt staat om zich aan Zijn vijan den over te geven, belooft Hij Zijn discipelen dat de Trooster, de Heilige Geest zal komen. Er is dus ook een advent van de Heilige Geest. De Geest van God kwam niet slechts voor de gelovi gen. Christus laat duidelijk zien dat Hij een opdracht heeft voor de gehele wereld, die Hij zal overtuigen van zonde ën van gerechtigheid en van oordeel" (Joh. 16:3). Maar het komen van de Geest Is niet tot de wereld, maar tot u (Joh. 16:7), dus tot de discipelen, tot de gemeente. De komst van de Geest tot de wereld is dus altijd via Gods Kerk op aarde. De advent van Gods Geest voor de wereld hangt dan ook nauw sa men'met het zendings- en evangelisatiewerk. Daar om juist is het zo verblijdend dat de Nederlandse kerken weer nieuwe zendingsopdrachten zien liggen. De hervormden trekken naar Centraal-Afrika, de ge reformeerden zoeken een nieuwe opdracht in Zuid- Amerika, West-Pakistan en Oeganda-Oeroendi. De vrije-evangelischen beginnen een nieuw werk in Zuid- west-Afrika en de baptisten hebben een taak opgevat T in de Belgische Congo. De Kerk is 2000 jaar oud. Maar ondanks alle evange lisatie- en zendingswerk zijn er op het ogenblik meer mensen op de wereld, die nog nimmer de naam van Jezus Christus gehoord hebben, dan in de dagen van de omwandeling van de Here Jezus op aarde. Per minuut sterven 80 mensen in de wereld, en de meesten van hen zonder dat zij weten dat de Troos ter is gekomen. Miljoenen wachten nog op Hem, Die slechts tot hen komen kan, omdat Hij gekomen is tot de gelovigen. Vertragen of versnellen wij Zijn r%E middagdienst in een van Rotterdams gere formeerde kerken had maar vijftig minuten geduurd. Het laatste lied was gezongen, de woor den van de zegen waren weggestorven. Maar de mensen stonden niet op om weg te gaan. Integen deel zij gingen er nog eens echt opnieuw voor zitten. Een kleine, wat gezette dame met diep donkere ogen en spierwit haar beklom de kansel. Het meest opmerkelijk echter was misschien wel dat ze een uniform droeg, de uniform van het Leger des Heils. Toen ze begon te spreken in keurig, zij het grammaticaal wat verwrongen Nederlands, was het intens stil. Ontroerd luis terden de aanwezigen naar het getuigenis van sSenior-majoor^^antea, de moeder van de lepra' advent? majoor van het Leger des Heils zitten praten. Vrijmoedig ver telde ze van haar leven in het vooroorlogse Hongarije, waar ze in een klein dorpje is geboren, en van haar werk in de leprozenkampen van Indonesië. Voor ze zich voor haar levensavond gaat vestigen Ih •aderland zien. Wachten op de belofte In Handelingen 1 spreekt de Heiland over advent e de gemeente. Christus gebood Zijn discipelen ,,Jeru- Nieuw-Zeeland wil -/e ?n irraatr nn<r een keer haar zalem niet te verlaten, maar te blijven wachten op £ieuvv ^eiana, wn ze zo graag nog een Keer naar de belofte van de Vader. agen langwaren de ^discipelen dan ook met hun t de opperkamer om vrienden en vriendinnen bij te wachten op Pinksteren. Nu is Pinksteren al een oud Joods feest dat In Le viticus 23:15 werd ingesteld. Op die dag moesteh de gelovigen uit de dorpen en steden twee beweegbroden naar Jeruzalem brengen als offer het feest van de eerstelingen. Zeven weken daarvoor was de garve als beweegoffer gebruikt met een beetje bloem. De garve is een beeld j die zijn vermalen, zou kunnen spreken van de gelovigen, die met Chris tus onder de druk zijn doorgegaan. Maar met Pinksteren worden de afzonderlijke korrels, de gelovigen aaneengesmeed tot broden. Daartoe kwam de Heilige Geest, om de gelovigen samen te smeden tot het Lichaam van Christus. Het weinige geld dat ze van haar ouders had geërfd heeft ze uitge geven om de reis naar Europa te maken. Maar toen deze Hongaarse, die van kleuters in een Indonesisch kinderhuis van het Leger des Heils het Nederlands heeft geleerd, en die in 1952 de Nederlandse nationaliteit heeft gekozen, op het consulaat in Wenen om een visum God." Het is ging vragen, moest ze zeggen waarom ze van nationaliteit was ver anderd. Er was maar een reden: omdat ze zich niet kon verenigen met het communistische regime over haar land. Dat antwoord was voldoende. Ze kreeg geen visum en strandde na duizenden kilo meters te hebben afgelegd nog geen honderd kilometer van de Hon gaarse grens. Zoals eens haar geloof zich plaatste tussen haar en haar moeder, zo plaatste nu haar nationaliteit zich tussen haar en haar broer en zusters. Ze had precies voldoende geld om naar het dorp te komen waar een oom woonde die calvinist was. Hij kon wel een flink meis je in dc huishouding gebruiken en nam haar op. Iedere zondag ging ze mee naar de protestantse kerk. Maar wat zij op zondag hoorde, werd door de week door haar oom weer weggevloekt. Drie jaar bleef ze bij hem wo nen tot ze het besluit nam om weg te gaan. Toen ze het baar oom vertelde, werd hij razend. Hij zou een gratis werkkracht moeten missen en dat wilde hij niet. De man dreigde haar met haar moeder en dc politie en voor de tweede maal moest ze in de nacht stiekum wegvluchten. Ze ging meteen maar ver genoeg en vluchtte de grens over naar de hoofdstad van Roemenië. Een half jaar werkte ze daar tot het helmwee haar weer naar Honga rije terug trok. Boedapest Wachten op de Geest Er zijn mensen, die zo blij zijn met de historische komst van de Heilige Geest voor de gemeente op Pinksteren, dat zij vergeten dat er ook "een persoon lijke komst moet zijn in het leven van iedere gelovi ge. Christus zegt: Indien iemand Mij liefheeft, zal hij Mijn Woord bewaren en Mijn Vader zal hem lief hebben en Wij zullen tot Hem komen." Hoe komen de Vader en de Zoon? door de Heilige Geest. Let er op hoe in deze tekst (Johannes 14:23) het gemeenschappelijke „u" verandert in een per soonlijk „hem". Wij spreken veel over de komst van Christus, maar zijn wij er ons ook van bewust dat de Heilige Geest tot ons persoonlijk wil komen? Hebben wij ons al eens de vraag gesteld of de Vader en de Zoon in de Geest tot ons gekomen zijn? Zeg nu niet: ,,Ik ben i christen", of ,,ik ben immers al lang bekeerd" JIJAJOOR PANTEA kan niet terug zien op een erge blijde jeugd. Ze was het derde kind in een rooms-katholiek gezin en reeds voor haar geboorte had haar moe der haar gewijd aan de kerk. Ze zou en moest worden. Het-merk waardige van jongs af aan een af keer heeft gehad van d< kerk. Toen ze nog maar en kele dagen op de open bare school was, kwa de predikant of „ik ga toch regelmatig naar de kerk", want dat heeft met deze vraag eigenlijk niets te maken. In dit pastoor godsdienstonder- verband komt de Heilige Geest niet om u tot beke- wijs geven. Hoewel ring te roepen, tot wedergeboorte te brengen, zelfs niet om u tot een christen te maken die de verlei dingen in Gods kracht kan weerstaan. Hier is spra ke van de komst van de Heilige Geest voor gemeen schap: „Wij zullen, tot hem komen en bij hem wo nen," Woont God bij i rooms-katholiek ging ze echter mee met een vriendinnetje naar de protestantse les. De pastoor las de namen voor en miste haar. Hij liet zijn kinderen alleen en ging bij de predikant informeren of zijn ..ver loren schaapje" mis schien bij hem was. Aan haar oor nam hij haar mee naar zijn eigen klas. Onderweg schold hij haar uit voor een ketter, die haar kerk verraden had. En toen ze zich los rukte, roste de priester, die kenne lijk gespeend was van alle paedagogisch inzicht haar af. Hij had het toen voorgoed verkorven. Vlucht Als haar moeder sprak over haar toekomst als non, mokte ze en zei: „Dat doe ik toch lekker niet". Haar ouders en de priester, die wel begre pen dat ze haar niet goedschiks mee zouden kunnen krijgen, besloten drastischer maatregelen te nemen, toen ze van de lagere school af kwam. Op haar twaalfde ver jaardag, toen ze al in bed lag, kwam de pries- tfer u>eer eens bij haar ouders op bezoek. Stie kum sloop ze uit haar bed en luisterde aan het sleutelgat. Daar hoorde ze hoe besloten werd om haar op een avond met tioee sterke mannen te komen halen en mee te nemen naar het klooster. Haar besluit stond vast. Toen haar ouders slie pen, kleedde ze zich stil aan, greep wat geld en verliet he* hv*s. Na een kort bezoek aan haar moeder trok ze verder naar Boe dapest. Ze kreeg een baan in een groothandel voor wollen stoffen. Ze verdiende tamelijk goed. maar was toch innerlijk onvoldaan. Een enkele keer ging ze nog eens naar de kerk. maar het zei haar weinig. Een paar maal be zocht ze een baptisten of metho disten kerk, maar ze was een meisje van de wereld geworden en kon niet wennen aan de eng hartigheid en het negativisme dat in die kerken naar haar gevoel overheersten. Ze voelde er niet6 voor haar leven lang in het zwart gekleed te gaan. En toch, als majoor Pantea nu op haar leven terugkijkt, weet ze dat God met haar bezig was. Zij had wel met God gebroken, maar Hij niet met haar. Ze werd wat ouder, sloot zich aan bij de feipipistenbeweging en was een van de actiefste leden. Om te la ten zien dat de vrouwen ook wat konden en durfden, gooide ze de ruiten in van het politiebureau en vrijwel avond aan avond stond ze op de hoek van een straat om te getuigen tegen de drankzucht van Tijdens een wandeling door een winkelstraat offreerde een soldaat van het Leger des Heils, dat juist zijn eerste samenkomsten in Boedapest hield haar een „Strijd kreet". Verontwaardigd zei ze: Hebben we al niet genoeg oorlog gehad. Maar de man gaf niet op. Hij praatte met haar en kreeg haar zover dat ze het blad kocht en beloofde naar de samenkomst te zullen komen. derlijke stem zei hij: „Ik weet niet wat bekering is, maar ik weet dat sinds vader hier komt, ik elke dag een volle maag heb. Vader kwam altijd dronken thuis en moeder kon alleen maar geld genoeg ver dienen voor de huur en het gas. Daarom stuurde ze ons er altijd op uit om eten te gaan stelen. Nu z?2gt moeder dat we niet meer mogen stelen, omdat vader een christen is geworden. Elke dag leest hij uit de bijbel en voor het eerst van mijn leven heb ik een nieuwe jas gekregen. Kijk maar." Hij stond op en liet zijn nieuwe Van de preek kan majoor Pan tea zich niets meer herinneren. Alleen dat de man hard schreeuw de en zei dat zij een zondaar was. Toen hij tegen het einde be gon te vragen of de mensen niet naar de zondaarsbank wilden ko men stond ze op om weg te gaan. Maar op de een of andere ma nier werd ze naar de zondaars- bank getrokken. Zonder dat iemand met haar sprak of haar hielp vocht ze het daar uit. Indonesië Even rustig als ze vertelt over haar bekering spreekt ze over haar werk in Indonesië. En toch is het besluit om zich geheel aan het zendingswerk te geven een geweldig besluit geweest. Haar moeder met wie ze weer enig con tact gekregen had, was kwaad toen ze het hoorde. „Als jij daar heen gaat, lig ik binnen een half jaar in het graf", zei ze. Maar majoor Pantea, die de eerste Hon gaarse kadettencursus volgde ën officier werd, wist dat God haar had geroepen. Nauwelijks was ze evenwel enkele maanden in Indo nesië toen er een brief kwam, waarin werd medegedeeld dat haar moeder was gestorven. Op haar sterfbed had ze haar ande re kinderen een dure eed laten zweren dat ze nooit meer met el kaar over haar afgevallen doch ter zouden spreken. In de brief stond ook dat de laatste bood schap voor haar was dat haar moeder het haar nooit vergeven had. Majoor Pantea, die omdat ze de taal niet kende, haar eerste werk begon in een kleuterhuis, voelde zich al spoedig aangetrok ken tot het werk onder de lepro zen. Wat zij daar zelf allemaal gedaan heeft, vertelt ze nauwe lijks. Dat is niet zo belangrijk zegt ze, het is veel belangrijker wat God deed. kamp om in de kampong kleren te ruilen voor eten. Maar als ze terug kwam zeiden de kinderen: ,,U moet dat maar niet aan ons geven. Geef het maar aan de on bekeerde kinderen". Alle drie de kinderen zijn niet aan hun ziek te, maar van honger omgekomen. Maar de moeder leeft nog Toen majoor Pantea na de oor log in Bandoeng een kindertehuis bezocht ontmoette ze daar deze zelfde Indonesische vrouw weer, nu met spierwitte haren. Ze kwam op haar af en vroeg „kent u mij nog?" Toen vertelde ze wie ze was. Ze was aangesteld door het Leger als moeder over acht babies, die in het leprozenkamp geboren waren, maar zelf niet aan de ziekte leden. Deze babies worden dan onmiddellijk wegge haald, opdat zij niet besmet zul len worden. Zwerven Na de oorlog brak een zwer vend leven voor majoor Pantea aan. Vele predikanten van Ne derlandse en Indonesische ge meenten waren gedwongen hun gemeenten in de steek te laten. Overal in de Archipel waren groepen gelovigen zonder herder. Ze reisde van eiland tot eiland, sprak in hervormde en gerefor meerde kerken, bij baptisten en in Chinese en Indonesische ker ken. In het begin stonden de mensen wat vreemd tegenover de vrouw in de -kansel, maar al spoedig werd haar hulp gewaar deerd. Overal waar ze kwam stonden de mensen klaar. „Ik ben altijd gewillig geweest om overal te gaan waar God mij bracht, op dat ik de mensen kon laten zien wat God voor mij heeft gedaan", Nu is majoor Pantea gepensio neerd. Meer dan 30 jaar is ze of ficier geweest en ze meende dal het tijd werd om een wat rusti ger leven te gaan leiden. Ze hoopt zich in Nieuw Zeeland te vesti gen, maar stil zitten kan ze niet en ze zal er daar ook wel weer op uit trekken. Voor alle zeker heid heeft ze ln Nederland een grote hoeveelheid kleurendia's aangeschaft en zelf gemaakt. Ze zal dan de mensen over Een klein lichtje Nederland en andere landen ln Europa gaan vertellen, maar altijd met het doel voor ogen om hen ook iets te laten zien van dc overweldigende liefde van Christus. „Hoewel gepen sioneerd", vertelde ze ons ten slotte, „hoop ik toch in de duis tere wereld nog een klein licht je te zijn". De wereld van de Bijbel door dr. Anton Jlrku, Vertaling mr. R. M. F. Houwink. Met medewerking van dr. F. M. Th. de Liagre Böhl. Eén der vijf de len van: Grote culturen der oudheid, rcdaktle van dr. Hel- muth Tli. Bossert. Uitgave Hol land, Amsterdam. Deze kostbare uitgave, waarvan ongeveer de helft bestaat uit af beeldingen op kunstdrukpapier, beschrijft het verloop van cultuur en godsdienst van oude tijden her in Palestina en Syrië. Ook heel de heilige historie van het oude Testament is er in opgenomen. Hoewel deze zich volgens de au teur „scherp onderscheidt nesis gezegd dat ze verdichtsel en waarheid zijn, dat de besnijdenis bij Israël wel door Egyptische in vloeden zal moeten worden ver klaard, dat Mozes de Tien Gebo den vervaardigde, dat Samuel en David tegen Saul complotteerden enz. De auteur hanteert de bijbel se stof met wel erg grote vrij heid, waardoor ze haar bijzonder karakter naar onze mening eigen lijk verliest. Wat niet wegneemt dat dit boek veel materiaal biedt voor wie zich wil oriënteren over religie en cultuur vóór Christus" geboorte in. en rondom het land van de Bijbel. Getuigenis Leproxen (Van een medewerker) In de Adventsweken zijn we gewend om onze aandacht te richten op het komend Kerst feest, op de geboorte van onze Heiland in Bethlehem. Maar hebt U zich wel eens afgevraagd, wanneer dat nu eigenlijk geweest is? Misschien vindt U het wel een dwaze, en een overbodige vraag. Het antwoord is nogal delijk aan de hand van de boven- logische gegevei aangehaalde komst van de Wijzen tientallen jaren uit het Oosten. Hefodes leefde nog. Maar Herodes heett lang ge- en alie overige mededelingen van leefd. En daarom kunnen we uit Lucas uit de toenmalige samen- deze mededeling, die de Bijbel leving (namen van ambten, hoog- i geeft niet s i heel komen.. Niet de enige Het is echter niet de enige tijds aanduiding, die we in de Evange liën vinden. Het bekende hoofd stuk Lucas 2 vertelt ons, dat in de dagen van de keizer Augustus .ardigheidsbekleders etc.) een nauwgezet onderzoek te onder werpen. Met verrassend resultaat! uit de eerste En vervolgens, het moet geweest onze kalender 7-'.Jn in het jaar 8'v. Chr., of ten minste niet al te lang daarna. Lucas vertelt immers, dat die beschrijving gedurende Quirinius' stadhouderschap plaats vond. Moeilijkheid ■impel. We leven immers in het gehele wereld moest besehre- ™tcrh^tbj"'^ Jaar 1959? En dat WH toch «eg- ^,Vb!SrlK"n "uit 'de tijd la"? J"'" Lucas' mededelingen bleken heel ïauwkeurig te zijn! Maar waarin hij ook slagen t*jj'd "j Inderdaad, zo schijnt het; zo eenvoudig liggen de dingen toch boortejaar niet. Het is beslist onjuist, dat we nu 1959 jaar na de nacht in Bethlehem leven. Eigenlijk kon den we dat allemaal ook weten. In het verhaal van de Wijzen uit het Oosten immers wordt ons verteld, dat zij in Jeruzalem kwa- Augustus buiten de Bijbel En kunnen we misschien zo ach ter het jaartal van de beschrij ving komen en zo achter het ge- -ordt r Want. deze beschrijving geschiedde de dagen, dat Quirinius over Sy rië stadhouder was. Als we daar nu de jaartallen weten en we zouden boven- Eén moeilijkheid bleef er tenminste voor de mensen, die, voor ze een historische medede- de Bijbel aanvaarden al- - - vjv «vn. een bewijs willen uit de gegevens profane literatuur Ramsay kon de fiei- njet bewijzen, dat er omstreeks j :te hem die tijd, dat Quirinius stadhouder niet. Hij kon het met verder bren- was metterdaad een beschrijving gen dan te betogen, dat gezien bad piaa-ts gevonden, het feit dat alle overige medede- Nu wist mcrii dat deze be_ Lingen van Lucas zo uitermate schrijvingen gemeenlijk plaats juist bleken, het VOnden om de 14 jaar. Ook wist mên van een beschrij- de geboorte toch wel in hoge mate w ook verteld, lijk HHHPHHHHHHrschijb-1 dat ook deze mededelin gen inzake Quirinius en de be schrijving juist zouden zijn, maar een strikt bewijs is dat natuurlijk dat ving (uit de - profane literatuur) die omstreeks 6-7 na Chr. had plaats gegrepen, men vermoedde op goede grond, dat 'toen Herodes regeerde. Maar dien het geluk hebben, dat het eerste geschiedenisboek, dat U durende zijn tijd inkijkt kan U vertellen, dat die schrijving - Herodes gestorven is 4 vóór Christus, d.w.z.. dus vier jaar voor het jaar één van onze jaar telling. Ramsay veronderstelde, ge. Quirinius (volledig geheten Publi- Méén be- us Sulpicius Quirinius) t<"«~ geweest, dan kwa- stadhouder was geweest 20 Chr. Hoe dat dan i In 525 Wel, de gewoonte om onze jaar telling te laten aanvangen bij de geboorte van onze Heiland is het eerst, voor zover wij weten, opge komen in het brein van een Scyth, geheten Dionysius Exiguus, een verdienstelijk abt in Rome. Hij leefde in het begin van de 6e eeuw, dus laten we zeggen om streeks het jaar 525. Wij heeft echter zelf de natuurlijk heel dicht bij ons doel. In kringen, die aan de medede lingen in de Bijbel altijd minder waarde hechten dan aan die van profane schrijvers, was men tot het begin van deze eeuw met zijn conclusies heel gauw klaar. Lu- terdege cas had het alles maar gefanta seerd! Het was, zo zei men, be^ paald onmogelijk, dat er geduren- te en de de regering van Herodes ooit ciele één beschrijving geweest was. schrijving Dat strookte imm niet met de politiek van een man als keizer Augustus, die het natio naal gevoel van alle volken in zijn rijk zo veel mogelijk ontzag en vooral dat van de aan hem eer heel zeker, dat had gehad in 34 i ïu toe gchter had n - -. van o-7 n. Chr. (waarvai von _a J rL J spreekt in Hand. 5 3', Mnmrncpn hS' de absoluut eerste gehoudi waarvoor Mommsen m zijn oven- Ramsay d ei gens complete lijst toch ook geen d hestriiri, nanm knn nnampn- Pn dat de be- °e. De?.lr,Ja! i het gehe- 37) schrijving niet alleen i le Romeinse rijk, maar ook w Judea had plaatsgevo Oschoon Mommsen er mee spot en betoogde, dat men uit offi- het Romeinse rijk, hefemaal laat staaa in Judea toch maar niets wist, hield Ramsay vol. Het zou toch al te dwaas zijn, zo meende hij, te menen, dat een ontwikkeld man als Lucas (een arts!), afkomstig uit de hoofd- Ramsay daarentegen hield :ijn eigen bestrijders het eenvoudige feit voor, dat een be schrijving, als in Luc. 2 ver meld, omstreeks het jaar 8 v. Chr. (en dus heel. precies veer tien jaar voor de bekende uit Die samenkomst staat nog le vendig in haar geheugen gegrift, al weet ze zich lang niet alles meer te herinneren. Heel duide lijk echter ziet ze zelfs nu, na al die jaren, nog de bekeerde dronk aard voor zich, die getuigde van de reddende macht van Christus. Misschien was zij ook zijn ge tuigenis vergeten, net als de preek als de man niet had gezegd: En wie mij kennen weten dat ik de waarheid spreek." Op dat ogenblik stond zijn zoontje, een jongen van negen jaar op. Met zijn kin- Hand. 5) of een heel intelligente vergissing moest zijn, of kwade trouw. En van geen van beide kon men toch Lucas verdenken! Als zo vele malen brachten ook hier de opgravingen in Egypte uitkomst. Inderdaad had, althans in Egypte, omstreeks het jaar 8 v. Chr. een beschrijving plaats gehad, en men kon dus niet vol houden, dat die in 6-7 n. Chr. bepaald de absoluut eerste was. Ofschoon we dit als winst kun nen boeken, brengt het ons toch niet veel verder, dan dat we we ten, dat de Heiland dus geboren moet zijn tussen 8 en 4 voor de aanvang van onze jaartelling. Het klinkt enigszins humoris tisch, maar men zou kunnen zeg gen, dat de Heiland dus geboren werd tussen 8 en 4 voor Christus. Het kan ook 7 v. Chr. geweest zijn, of misschien wel 6 v. Chr., we weten het niet. In een vol gend artikel leest u over dit on derwerp meer. En ze begint te vertellen van de jonge ambtcnaarsvrouw wier man onverwacht gestorven was en die met drie kleine kinderen ln het kamp kwam. Alle drie dc kinderen hadden lepra. Eigenlijk moest ze haar kinderen achter la ten, maar ze wilde niet. Pas toen koningin Wilhelmina op haar re quest geantwoord had en toege stemd had dat ze tn het icpradorp mocht blijven zorgen voor haar kinderen was het in orde. Merk-, waardig is dat deze vrouw zelf nooit lepra heeft gekregen. De kinderen gingen naar de zondagsschool en kwamen tot ge loof, en de moeder kwam weer door de kinderen tot een per soonlijk geloofsleven. De ogen van majoor Pantea blijven niet droog als ze vertelt van deze drie kin deren. Een felle mohammedaan gooide op een dag een van de bei de meisjes met een steen. Het was een fikse wond. Majoor Pan tea verbond haar en zei: „Je sen, want hij is gevaarlijk." Maar het kind antwoordde: „Ik ben niet bang voor hem, maar ik zal voor hem bidden." Twee jaar la ter, de drie kinderen hadden nimmer een dag verzuimd hem in het gebed te herdenken kwam de man tot geloof. De kinderen groeiden op maar hun ziekte werd erger. Toen het oudste meisje zestien was had ze 68 wonden op haar lichaam. Het kostte haar moeder iedere dag drie uur om de wonden te reinigen en le verzorgen. Toen kwam de oorlog. Majoor Pantea werd geïnterneerd, maar het werk in het kamp ging door. Van tijd tot tijd verliet de moeder het t ALS PAULUS in de brief aan de Romeinen schrijft over V Israels tijdelijke verwerping en over de verkiezing der g heidenen gebruikt hij daarbij een beeld, dat enerzijds beslist ij. -tt niet gelukkig is. Elke tuinder en elke boomkiveker weet dat. Het enten heeft anders plaats dan zoals Paulus het beschrijft: ■5 er worden daarbij geen goede takken weggebroken en ver- vangen door wilde loten. De stadsmens Paulus kan men X zeggen die maar bitter weinig en dan op doorreis op 't Uit dé praktijk van een MAATSCHAPPELIJK WERKSTER geen het duurde tot het i •«ks 1450 dus. deze jaartel- voor men algen- ling aanvc^rdde Onze abt moest natuurlijk gaan uitrekenen, wamx de Heiland dan wel geboren en het staat vast. dal hij in zi bereke ning een fout maakte n ten hoogste 1 jaar. en ten minste 4 ge moeilijkheden alstublieft, dat was zijn politiek. Dat was trouwens niet de pijl, die men op zijn boog had. Een van de grootste kenne: van de Romeinse oudheid, Momm sen. had aan de hand van aller lei gegevens een lijst samenge steld van de stadhouders, die in Syrië hun ambt hadden uitgeoej onnodi- sta(l van Syrië zelf, de residentie die stadhouder, niet op de hoogte zou zijn geweest van de namen van de stadhouders, die e tijdens zijn leven daar hun amot de grootste kenners hadden uitgeoefend. Maar Mommsen overtuigen, ;en, dat kon hij niet. Inscripties Prof. dr. H. Bergema Nog steeds ben ik nl. „Opdracht en Dienst:' Dat laatste is zonder i „Kerkbouwactie' 20 kilom Ver arin de gemeei lelijke en kerkelijke autoriteite werkten aan de houw van een niei we parochiekerk, De parochiane ginpen daarop zelf aan het werk e ze sloopten niet zware hamers hu nude kerk. Dar ttÊÊÈÊm ?rlijkheid en betrouwba heid van Lucas i van historische risch gedateerde feiten te laken. Zij mildste verklaring 1 Lucas wel niet opzettelijk heid had gesproken, maar zich gen. Kortweg, hij had vergist! Hij zou nameLijk de beschrijving, die hij vermeldt ln Tot Ramsay ln Syrië twee in- ripties ontdekte, die onomstote- Quirinius wel stadhouder was geweest, zoals hij ook had veron dersteld. Alleen zijn gissing, dat dit van 64 voor Christus was n vergissing. Tn dit stadhouder- :chap vóór het jaar 7 v. Chr. ten dat einde en het was waarschijnlijk het jaar 12 v. Chr. aangevan- Kortweg, hij was stadhouder 12r8 v. Chr. Of Mommsen nu al beweerde, de bouwplan nieuwe kerk. r ohus (Antiquitates) verward heb- geweest was nog wilde hij niet ben met die uit Luc. 2 en idem toegeven dat deed er minder •.oveel jaren hebben geantedateerd toe; algemeen aanvaardde men Niet iedereen had er echter ie mee, hoe groot de autoriteit van Mommsen ook was. Ramsay, een Angelsaksische ge leerde, maakte er zijn levens werk schier van, om alle cbrono- Ramsay's ietwat ingewikkelde betoog nebt gevolgd, dan kunnen we dus vast stellen: de plaat* van Israël in h na dt komst van dt Hn ;eval de mogelijkheid van OMWENTELING Ds. D. Ypma in het „Evang. Luthers-Week- blad." Binnen het beatek van vijftig jaar heeft de omwen teling van petroleumpitje tot spoetnik zich voltrok ken. Op onze bureau* slingeren geen essays of ge dichtenbundels meer. De boeken hebben afgedaan. Daarvoor zjjn in de plaats gekomen morizBam sa mengestelde grafieken en statistieken, kaartsystemen, ingenieuze rckenlinialen en luidruchtige rekenma chines. In plaats van boek tot boek, leven we van auto tot auto en overmorgen wellicht van raket lot raket, van Venua tot maan. NUTTIGHEID Ds. P. J. Mietes in het maandblad van de Vrije Evangelische Gemeenten in Amsterdam over „utilisme." In de politieke wereld gaat men halfhartige hond genootschappen aan en laat vrienden in de steek en zwijgt onrecht dood. vanwege de n zo practische nut tigheid In kerkelijke wereld heeft men eigenlijk wel bezwaar tegen loterijen, kansspelen, dansen, maar. 't brengt wat op, 't brengt gezelligheid, 'l brengt men sen samen en 'l maakt het chri*ten«Ü'* «at meer populair. Sommige predikers vallen alles aai. wal ..orthodox" is. want dit oogst bijval bij de mu**a. Nu het in dc bedoeling ligt dal de Internationale Zen dingsraad een Onderdeel zal worden van H. Wereld- raad van Kerken, heeft men eigenlijk wel bezwaren tegen de. ultra-vrijzinnigheid welke ook in dit lichaam het biedt zoveel hulp op Maar aan de andere kant zou ik het beeld toch niet graag willen missen omdat hier zo duidelijk sprake is van een „natuurlijke'' band lussen God en Israël. Al moeten we dan ook weer bezwaar maken om hier van iets „natuurlijks" te spreken, want het lag beslist niet aan Israels eigenaardig heden dat de Here het verkoren Eén ding efchter is zeker: bij de bekeerde Jood resoneren Wet, psalmen en profetieën anders dan bij ons, die christenen uit de heidenen zijn. Ik herinner nic dat heel scherp uit de oorlogsjaren, toen ik veel met hen le maken had. We zaten dan bij elkaar en lazen een schriftgedeelte. We lazen van vijandschap en vervolgingen, we lazen beloften en toezeggin gen van uitredding, we lazen van uitkomsten uit de dood en dwars door de dood heen. We lazen ook van het Lam Gods. dat de zonde der wereld wegneemt en van de lijdende Knecht des Heren, op Wie de plage was. Nu heb ik die schriftgedeel ten vaak samen met anderen gelezen; zó vaak dat Ik durf te zeggen dat op een of andere verborgen wijze de klankbodem bij de bekeerde Joden toch anders is dan bij het kerkvolk. En dat kerkvolk dan genomen in dc diepste zin van God ken nende en door God gekend. Ik kan het verder niet onder woorden brengen. Ik kan alleen maar denken aan dat aan vechtbare Paulinische beeld van Romeinen 11: „hoe veel te meer. zullen dezen, naar hun natuur, op hun eigen olijf geënt worden.1" TK BEN zo uitvoerig op dit alles ingegaan omdat ik U wil- 1 de laten beseffen welk een voorrecht Sylvia te beurt viel toen een bewuste christin uit Israël zich haar lot aantrok. Omtrent negen jaar lang heeft deze pleegmoeder haar ge koesterd, opgevoed, verzorgd, geleid. Haar letterlijk maar oral g :t naar die hier 1 talmen haar op doorreis deed zijn naar ccn ander, beter Va derland, dat tegelijk verder weg én dichterbij ligt dan de Sta in die bijna negen jaar heeft deze Sylvia onmetelijk icndin iveld. SYNODE Ds. J. B. van Mechelen in de „Zeeuwse kerk bode" (Geref.): De taken op een Generale Synode spreken vaak veel meer toe. Maar de invloed, die kerken en telfs classicale vergaderingen en ten slotte zelfs particu liere synoden daar hebben is zo gering, dat deze vergaderingen te ver zijn komen af te staan van onze kerken. De Generale Synoden liggen meer in het krachtenveld van enkele hoogleraren, die besprekin gen en besluiten beheersen, samen met enkele vrijwel permanente leden van de Synode. Men kan daarom hoe langer hoe minder zeggen, dat de stem der synode ook de stem der kerken is. Er is heel wat nodig, voor de stem der kerken op een synode door klinkt. Dan spreken wy van een wonder Gods. personeel, dat een tijd lang eigen heer i ter gespeeld heeft, zal niet graag een strakke leiding accep teren. Zeker niet van iemand, die de eigen taal van dat per soneel slechts gebroken spreekt. En zeker niet van een Jo din. Maar de pleegmoeder kwam. zag en overwon en ieder schikte zich onder haar bevelen. Misschien voelde men intuï tief dat die bevelen gegeven werden door iemand, die zich op offerde; die uit louter liefde handelde. Maar kostbaarder dan alle regelmaat is die liefde zelf. De vrouw hield 1 derloze kind en het kind hield van haar. De verhouding doet me weer naar een bijbels beeld grijpen. De voorgaande vrou wen waren huurlingen geweest wip het schaap niet eigen was, Deze trad op als de vervangster van de Eigenaar. SYLVIA Is door haar gevormd in die liefde. Van haar va der, hoe een beste man dat ook was, zou ze nooit van Christus gehoord hebben. Hij deed niet aan de kerk en die dingen O. hij war gaarne bereid om Kerkelijk werk te steu nen, maar hij verleende die hulp buiten zijn eigen hart om. Hij begreep het niet en hij had er geen feeling voor. Er zijn veel van die mensen en ze beschamen de naam-christenen, die zo moeilijk tot een offertje te porren zijn. Maar ze heb ben geen heilsgeheim dat ze doorgeven kunnen. Zij kende het met een zeer persoonlijk ndrr: pleegdochter. Ën tot klnT dagen ten einde liepen, was dat ds alleen verder kon gaan omdat het geleerd had haar hand te leggen in Zijn hand. Ook om- wist dat Zijn hand ons ook door zeer diepe dalen kan leiden en toch niet onhoudt Zijn hand te zijn WIJKPREDIKANT.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1959 | | pagina 17