M':
M1
^Bejaarden wegwijs MAKEN
EEN HANDVOL PAS VERSCHENEN BOEKEN
@233389
Doris Dolifant
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 12 DECEMBER 1959
PROFESSOR DOCTOR JOANNES BACKX liet de vloed van woorden
geduldig over zich heen gaan. Hij lag lui achterover In zijn leren
clubfauteuil en keek met half gesloten ogen naar de student, die
tegenover hem zat en al langer dan een half uur aan het woord
was. Hij dacht: „Wat wil die jongen toch!" Steeds weer opnieuw probeerde
hij hem te volgen, maar voortdurend dwaalden zijn gedachten af en het
waren slechts enkele flarden van zinnen, die tot hem doordrongen. Plot
seling veerde hij op en spitste hij de oren. Hij hoorde de student zeggen:
en daarom, professor, wilde ik maar ineens achter elkaar alles af
werken, ook al zegt Liesbeth
„Liesbeth", dacht hij, „ja, Liesbeth", cn
hij zuchtte diep. „Neen. gaat u verder",
zei hij haastig tot de student, die hem ver
baasd aankeek en zijn betoog een ogen
blik onderbrak. „Neen, gaat u rustig ver
der, De luister".
Hij sloot de ogen. Van het begin van de
•vond af had hij zich afgevraagd waaraan
dit gesprek hem toch deed denken, en in
eens wist hij het. Toen de student de naam
Liesbeth noemde. Natuurlijk, dat was het.
Hij wist ook dat hij niet meer hoefde te
luisteren, omdat hij het vervolg van het
gesprek al kende. Hij dacht: „Als die oude
Van Weeren mij destijds wat had afge
remd, zou het anders zijn gelopen". Hij
dacht: „Hoe lang is het nu al weer gele
den? Dertig jaren
Alsof er sinds die avond geen dertig ja
ren waren voorbij igegaan, zag hij zich
weer pijnlijk scherp zitten in de studeer
kamer van professor Henri van Weeren,
de Leidse chirurg, wiens naam bekend
was aan alle universiteiten van enige be
tekenis in de wereld. Hij was toen 25 jaar
en had zijn medische studie bijna voltooid.
Zijn laatste examen had de aandacht van
zijn leermeesters op hem gevestigd, en
Van Weeren had hem uitgenodigd een
avond te zijnen huize te komen om over
zijn verdere plannen te spreken. Van Wee
ren, herinnerde hij zich, had net zo gezeten
als hij nu zat. Hij glimlachte stil voor zich
heen. Veel van de gewoonten van Van
Weeren had hij tot de zijne gemaakt, uit
verering voor zijn knappe leermeester.
Wat die man zei en deed. was toen voor
hem wet. en daarom had hij ook slaafs
zijn mening overgenomen en de richting
gevolgd, die hij hem had aangewezen, naar
niemand anders luisterend, ook niet naar
de smeekbeden van
Liesbeth staat namelijk op het
standpunt, dat ik mijn studie nu eerst
even moet onderbreken en dat we best
zouden kunnen trouwen, omdat er in de
eerste jaren van het huwelijk genoeg tijd
zal overblijven om mijn proefschrift te
schrijven en verder te studeren, maar
3? JE
professor, ik houd van Liesbeth, ik kan
me een leven zonder haar niet indenken,
maar aan de andere kant, mijn studie
WEL EEN kwartier had Van Weeren
hem strak aangekeken, voordat
hij begon te praten. „Beste
Backx", had hij tenslotte gezegd,
,.je bent een gladde vogel. Je wil
de verantwoordelijkheid over een beslis
sing, die jij hebt te nemen, op mijn schou
ders leggen. Jij wil tegen Liesbeth zeggen:
Je oom...., maar daar tippel ik niet in.
Liesbeth is een schat van een kind, mijn
liefste nicht, een kind met hersens, maar
ook met gevoel. Ik geloof niet, dat je mak
kelijk een tweede zoals zij zal vinden.
Maar ja, je studie. Ik kan me dat heel
goed indenken, dat je eerst wil afstuderen.
In mijn naaste omgeving zijn er voorbeel
den te over van, dat ie in je huwelijk niet
tot studeren komt. Met bosjes kan
imen noemen van veelbelovende
Vast stond, dat hij een geweldige toekomst
tegemoet ging.
Toen hij doctor was. was hij Liesbeth
gaan opzoeken. Ze had een praktijk in een
plattelandsgemeente. De ontmoeting na zo
veel jaren was voor beiden wat vreemd
geweest. Het gesprek was niet zo vlot ver
lopen als hij had gedacht. Maar van het
begin af aan merkte hij, dat van Lies-
beths zijde geen behoefte tot toenadering
bestond. Ze vertelde van haar werk en
vroeg belangstellend naar het zijne. En tot
slot zei ze: „Ik hoop, dat je er nooit spijt
van krijgt, dat je je eigen weg bent ge
volgd. Ik wens je verder het beste".
Had hij er spijt van gekregen? In de
eerste jaren had hij geen tijd gehad om
over iets anders te denken dan aan zijn
werk. Zijn leven verliep, zoals hij het zich
had gedacht. Hij trok met zijn boeken
Hij werd gezien e
en ik geloof, dat ik eerst dan
gelukkig zou zijn, als ik de doctorsbul jn
mijn handen heb
li r;
p ERKW AARDIG, dacht Joannes
Backx. merkwaardig, weer Lies
beth. Hij zag haar zitten op de
voorste rij van de collegebanken,
een frêle figuurtje, knap van
uiterlijk en knap van geest, in het bezit
van een geweldige wilskracht. Alle studen
ten waren verliefd op haar geweest, maar
hem. Joannes Backx had ze haar hart ge-
chonken. Ze was een nicht van Van Wee
ren. een dochter van diens broer, de grote
geoloog. En daarom had hij destijds zo
openlijk met Van Weeren over dc zaak
kunnen spreken. Het was een moeilijk ge
val gewoest.
Joannes Backx kreunde zachtjes. Alsof er
geen dertig jaren tussen lagen, zo duidelijk
stond het gesprek, dat hij met hem had
gevoerd, voor de geest. Hij, Joannes Backx.
ha«d zijn studie geheel willen afronden. Wat
klaar ts. is klaar, had hij zichzelf altijd
voorgehouden. Er kan, had hij altijd tot
zichzelf gezegd, zoveel gebeuren, waardoor
het verder studeren in de knel komt, dat
ik geen risico wil nemen. In dien zin had
hij ook gesproken met Liesbeth van Wee
ren. Maar ze had hem niet begrepen, of
niet willen begrijpen. Het ging toen wel
hard tegen hard, overdacht hij. Liesbeth
was van oordeel, dat hij een praktijk moest
beginnen. Dan konden ze trouwen. Als hij
eerst zijn studie afmaakte, zou hun verlo
ving nog ccn aantal Jaren langer duren, en
dat wilde ze beslist niet.
Uren achtereen hadden ze gedebatteerd,
beiden even fel en hartstochtelijk hun
standpunt verdedigend. Maar daarna
ren ze nog geen stap nader tot
sing gekomen. Beiden wisten niet van ne
men noch geven. Beiden waren even stijf
hoofdig en vasthoudend aan een gevorm
de mening. Hij hoorde zich zeggen: „Ik
heb verplichtingen tegenover de weten
schap", en haar vragen: „En niet tegen
over mij?". Op die vraag had hij geen
antwoord gegeven, ook niet toen zij met
nadruk de vraag herhaalde
Joannes Backx bedekte de ogen met bei
de handen. Wel tien minuten hadden
H II. i geef i1
•Iuitsel", Toen had ze zich omgedraaid
was zijn kamer uitgegaan. Half in zie
zelf mompelde hij: „En dat was ons laa
en eerlijk gezegd, professor,
geloof ik, dat Liesbeth de verloving wil
verbreken, als ik niet toegeef, en daarom
kom ik bij u om raad
mij niet r
beth had naar hem geluisterd
knikt. „Als dat beter
het
i ge-
EEN KORT VERHAAL
DOOR
H. J. WAALWIJK
studenten, die na hun artsenexamen zijn
getrouwd en de studie er aan hebben ge
geven. Voor de wetenschap zijn ze verloren
gegaan. Het zijn knappe doktoren gewor
den, mensen, die de mensheid grote dien
sten hebben bewezen. Maar er is niet uit
gegroeid wat er van werd verwacht. En
wat moet ik je nu zeggen! Ik ben er van
overtuigd, dat het het beste zou zijn als je
Je studie eerst afrondde, maar aan de an
dere kant.... Weet je. de medische we
tenschap is nog steeds in opmars. We heb
ben veel ontdekt, maar nog veel meer is
er voor ons verborgen. En ieder mens
heeft de opdracht om zoveel als in zijn
vermogen ligt, licht te brengen in de duis
ternis, ik bedoel, te vorsen en te speuren
in al die geheimen, rond het menselijk le
ven. En vooral zij hebben dat te doen, die
de medische studie tot hun levensdoel heb
ben gekozen. Natuurlijk, je hebt een plicht
tegenover Liesbeth. Maar je hebt ook een
plicht tegenover de wetenschap, tegenover
de mensheid, en je moet zelf kiezen, wat
bij jou het zwaarste weegt. Liesbeth of de
studie. Een gelukkig man. een man, die
leeft voor zijn vrouw en zijn gezin, of een
man, die later vooral geëerd wordt om
zijn kunde
als u nu in mijn plaats stond,
wat zou u dan doen, en nogmaals ik houd
van Liesbeth, ik wil haar niet missen,
maar wat wordt er van mij als ik aan
haar verzoek gehoor geef, ik meen, wat
wordt er wetenschappelijk van mij.,.."
HIJ HAD Van Weeren verlaten vast
van plan verder te studeren. Het
was toch duidelijk, dat zijn leer
meester hem dit ook had aange
raden te doen. Hij vertelde het de
volgende morgen aan Liesbeth. „Je zult
nog twee jaar geduld moeten hebben", had
hij gezegd. „Heus, het is voor ons beiden
beter, dat ik eerst afstudeer. Ik weet, dat
het moeilijk voor je is. maar zet dan de
tanden op elkaar. De komende jaren zul
len ook voor mij niet makkelijk zijn". Lies-
AAR WAS hij gelukkig? Nooit had
hij zich die vraag durven stellen,
maar nu op dit moment, kon hij
haar niet ontwijken. En hij wist,
dat hij niet gelukkig was. Nooit
was hij getrouwd. Hij had Liesbeth niet
kunnen vergeten. Hij had alleen maar ge
leefd voor zijn werk, voor de wetenschap,
en wat was er van hem geworden?
Hij zei, harder dan hij wilde: „Niets,
Joannes Backx, niets".
De student tegenover hem vroeg: „Zei
u iets, professor?"
Hij zei, langzaam en vermoeid: ..Ja, ik
zei wat. Ik zei, dat je een dwaas bent, als
je dat meisje laat schieten. Ja, een dwaas.
Wat zegt de wetenschap tegenover het ge
luk, dat je op het punt staat weg te gooi
en, te vermorzelen, zoals ik dat heb ge
daan. Wat zegt een doctorsbul, wat zegt
een professoraat, wat zeggen onderschei
dingen. Man schei uit, met je gebazel
Ga naar hui^, smijt je boeken neer, sticht
een gezin en probeer dan verder te stude
ren. Misschien lukt het, misschien lukt het
niet. maar wat dan nog
De student protesteerde zwak. Hij zei:
„Maar u, professor, u. die als geleerde.."
Hij stond op uit zijn stoel. „Man",
schreeuwde hij, „ik, een geleerde, ja, maar
ten koste van wat....".
Voordat de student hem had kunnen op
vangen. was hij in elkaar gezakt. De dok
ter. die ijlings werd gewaarschuwd, stelde
vlug zijn diagnose. ,.'t Is niets bijzonders",
zei hij. „Een flauwte, vermoedelijk over
spannen. Hij heeft te hard gewerkt, al ja
ren achtereen. Hoe is het feitelijk ge
beurd?" De student haalde de schouders
op. Hij zei: „Ik weet het niet. Maar voor
dat hij viel, zei hij een paar maal zacht
Liesbeth, Liesbeth
„Liesbeth?". herhaalde de dokter, „is
dat een familielid of zo""
..Welnee", zei de student, „dat is het
meisje met wie ik ga
„Over een Amerikaanse wij
ze van pastoraat", een proef
schrift van ds. L. G. Wagenaar,
uitg. Boekencentrum, Den Haag.
De hervormde predikant van
Deurne is aan de Rijksuniversiteit
van Groningen gepromoveerd op
een proefschrift: „Over een Ame
rikaanse wijze van pastoraat." In
zijn vergelijking met het Ameri
kaanse pastoraat komt de schrij
ver tot de conclusie dat het Ne
derlandse pastoraat ver is achter
gebleven. Sterk verzet de schrij
ver zich tegen het woord „ziel
zorg", dat de laatste jaren begint
in te burgeren en pleit voor de
uitdrukking pastoraat of „herder
lijke zorg". De schrijver gaat,
wat in een proefschrift natuurlijk
is, in op de.visies van een zeer
groot aantal geleerden die zich op
theologisch en psychologisch ge
bied bewegen. Volgens hem is de
enige „inner resource" of „inner
lijke krachtbron", het door de
Heilige Geest op soevereine wijze
gewekte geloof. Hiermee distanci-
eert hij zich van talloze moderne
visies met Arminiaanse tendenzen.
Het boek legt een uitstekende
theoretische basis voor wie met
de practische problemen van de
pastorale zorg in aanraking komt.
door dr. Anker Aggobo. Uitga
ve Boekencentrum N.V., Den
Haag.
Een zeer apart boek, half po-
pulair-wetenschappelijke studie,
uitgave van het Boekencentrum
in Den Haag: De kunst van ziek
zijn en van het omgaan met zie
ken. Het is geschreven door de
60-jarige Noorse huisarts dr. An
ker Aggebo en bedoeld voor zie
ken, artsen, verplegenden, fami
lieleden van zieken, jonge men
sen en bejaarden. Het doet even
vreemd aan, dat het boek is ge
schreven in de tweede persoon
enkelvoud, hierdoor maakt het de
indruk zich uitsluitend tot de
jeugd te richten.
De auteur behandelt, zeer een
voudig en niet diepgaand, met ge
bruikmaking van tal van uitspra
ken van andere schrijvers, alle
aspecten van het ziek worden en
ziek zijn. Maar hij wijst bij elke
situatie op de kracht van het ge
bed en het geloofsoven. In feite
is dit dan ook de grootste bete
kenis van het boek. dat wij in
veler handen zouden wensen.
De boer en zijn wereld, de boe
renbevolking van de N.W.-Velu-
we sociaal-typologisch be
schouwd, door dr. H. A. Sllle-
vis. Uitgave Van Gorcum
Comp. N.V. - dr. II. J. Prakkc
H. M. G. Prakke, Assen.
Een wij aarzelen niet het
vast te stellen bijzonder knap
pe studie over de boerenbevolking
in het noordwestelijk gedeelte van
de Veluwe en een belangrijke
aanwinst voor Van Gorcum's so
ciaal-psychologische reeks. De be
volking van de streek wordt hier
in haar onderscheidene aspecten
alleszins verantwoord benaderd,
ook voor wat betreft het geeste
lijk aspect. Een en ander heeft
niet de uitwerking, dat de dra
ger van het getekende beeld als
het ware in facetten uiteenvalt,
doch geschiedt integendeel zó,
dat hij als mens van eigen we
zen en karakter voor ons ver
schijnt.
Met Rozerood en Zonnehoed,
door Peter Jaspers. Uitgave
Hollandia N.V., Baarn.
De schrijfster Peter Jaspers
heeft haar tweede bundeltje kin
dergedichten onder de titel Met
Rozerood en Zonnehoed gepubli
ceerd. In de veelheid van de mo
derne kinderpoëzie welke op het
ogenblik op de boekenmarkt ver-
Schijnt en waarbij de voorkeur
van het kind ongetwijfeld uitgaat
naar de dwaze situatie en het
geestige rijm, moet deze bundel
van 28 verzen slechts als een po
ging tot dichten worden gezien.
Hier en daar valt plotseling iets
aardigs op dat wel dicht bij poë
zie ligt, maar over het geheel
komt het werk niet boven het
traditionele rijm uit. Het boekje
is netjes, maar wat stijfjes in kar
tonnen band uitgegeven en met
vrij grove tekeningen matig ge
ïllustreerd door I. Spreekmeester.
Goud. gesel der mensheid,
door Albert Hochheimer. Uitga
ve C. de Boer Jr., Hilversum.
Geen moeite is Albert Hochhei
mer te veel geweest' om de rol
van het goud in de geschiedenis
der mensheid na te gaan. Tal
van bronnen, waaronder het Boek
der Boeken, raadpleegde hij hier
voor. Zijn moeite werd beloond.
De lezer wordt een prachtig en
boeiend overzicht geboden over
een periode, die eeuwen omspant.
De titel van zijn boek zegt vol
doende. Hochheimer kan maar tot
één conclusie komen: Goud is een
gesel der mensheid geweest. En
wie het boek goed leest, zal moei
lijk tot een andere conclusie kun
nen komen.
Luthers Werken. vertaald
door dr.C. N. Impeta. Boeket
reeks. Uitgave J. H. Kok
N.V. Kampen.
Men kan moeilijk volhouden,
dat oppervlakkigheid het kenmerk
is van deze tijd als er plaats
is voor een pocket met drie
geschriften van dr. Maarten
Luther. Het zijn: de babyloni-
sche gevangenschap der kerk,
brief aan paus Leo X, en de vrij
heid van een christen. Wat is
Luther een ander mens dan Cal-
vijn. Met eigen bijna bekoorlijke
eenzijdigheden. De lezing van
zijn geschriften moge velen
goed doen. Het kan dit stellig. De
verzorgde vertaling van dr. Impe
ta is een prachtige hulp.
Beste 7
i nichten,
DOOR C. A. BUIJK
(Vervolg van
saampjes
Toen gingen
„Amalia. m'n neus doet zo'n zeer!", z
..Nou, hij ziet ook helemaal rood; wel
vorige week)
laar de dier en-dokter; Ama-
Sinterklaas is erg goed op jullie geweest, heb ik wel uit de
brieven begrepen. Zijn jullie niet stout geweest dit jaar?
Jullie moeten eens goed luisteren. Graag zou ik van allemaal
precies willen weten, wanneer je jarig bent. Dus de dag waarop
en het jaar waarin je geboren bent. Schrijven jullie me dat alle
maal? Niet vergeten hoor! Als je het niet weet, vraag het dan
even aan mamma, afgesproken?
De oplossing van de vorige week is: kip, kar, arm, tak, elf,
til, iep. ton, gat-
Verticaal kregen we dus het woord „krakeling".
o rood als
tomaat, maar dan groter," zei Amalia.
Toen moest Doris zomaar tussen z'n tranen door lachen.
Die gekke Amalia, stel je voor dat hij een tomaat in
plaats van een slurf als neus had. Dat zou eventjes raar
bij de dokter. En opeens durfde Doris
dingen. Een
binnen te
zijn.
Daar i
weer niet meer.
„Amalia, als de dokter mij nou tóch eens heel erg
schrikkelijk pijn doet?", vroeg Doris heel erg bang
z'n vriendinnetje.
„Onzin, Doris, zeg toch niet van die ra
dokter wil jou helemaal niet heel erg verscbrikkenjK pijn
doen. Een dokter wil je alleen maar beter maken! En als
het een heel klein beetje pijn doet, dan zal ik je poot vast
houden; goed?"
Toen durfde Doris gelukkig toch
gaan bij de dokter.
„Zo, Doris." zei de dokter. „Jij hebt flink geniesd, jon
gen. Hoe krijg je het voor elkaar om zo'n knoop in je
neus te krijgen. Maar we zullen hem er wel uit halen,
,,Doet het pijn?", moest Doris toch nog eventjes gauw
,',Wel, nee," zei de dokter, „misschien een héél klein
pietsje, maar zó heel weinig, dat je het niet eens voelt!"
„Zie je nou wel", zei Amalia.
„Au!", zei Doris, maar hij zei het te laat, want de dok
ter nad de knoop er allang uit gehaald.
„Nou, Doris, de knoop is er nu wel uit. maar je neus
ziet nog aardig rood. Als ik jou was, dan zou ik mor
gen maar een dagje thuis blijven", zei de dokter.
„Oh, Doris", riep Amalia blij uit, „Dan hoe' je morgen
tóch die sommen repetitie niet te maken!!!"
Nu beginnen we aan de
brieven.
Wat heeft Sinterklaas jou
verwend. Lientje Hampel!
Moet je het allemaal alleen
opeten? Hoe heet het boek?
Riekie Hazeleger wat
heb jij een mooi plaatje op
de kaart geplakt, Ben jij
vaak bij je opa? Heb jij
nog meer broertjes en zus
jes? John v. d. Heiden
heeft ook al zoveel gekre
gen. Wat heb jij je Vader
gefopt! Is je bouwplaat al
klaar? Puzzel jij graag
Hans van Hemert? Vooral
nu het winter is, kanje dat
veel doen. Wanneer krijg
jij je kerstrapport? Har
telijk welkom bij de neven
en nichten Beppie v. d.
Heuvel. Natuurlijk moet je
weer schrijven, dat is erg
leuk. Heb jij nog meer
broertjes en zusjes? Sin
terklaas heeft mij ook niet
bezoek bracht. Is
je boek mooi? Hebben
jullie vrijdag een gezellige
n li IN HET MODERNE VERKEER
IE AVOND was hij naar Van Weeren
legaan om zijn raad in te winnen
Weeren had direct gezien, dat
gezegd:
I W hem iets dwars zat,
..Praat maar eens uit, let
op mij. Ik luister wel". Toen was hij lui
achterover in zijn leren clubfauteuil
zittem even lui als h:'
..Drie uren heb ik toen gesproken, zonder
dat Van Weeren me maar een ogenblik on
derbrak. Dat was toch wel netjes van
hem". Hij keek naar de klok. Dc student
tegenover hem. was, zag hij, nog geen uur
aan het woord, en hij wist. dat hij geen
due uren zou behoeven te praten.
HQ had. die avond, zijn hort uitgestort
Verteld, hoe hij er toe was gekomen voor
dokter te gaan studeren, en dat hij chirurg
wilde worden, zoals Van Weeren Dat hij
er nog niets voor voelde om te trouwen
omdat hij dan niet meer over zijn eigen
tijd kon beschikken, cn op den duur zeker
zijn studie zou verslonsen. Maar Liesbeth
maakte het hem moeilijk, stond er op. dat
hij een ogenblik zijn studie afbrak om wat
op adem te komen, en over een Jaar of
zo weer opnam Hij had. herinnerde hij
zich. zijn standpunt met gloed verdedigd,
cn af cn toe had Van Weeren hem geamu
seerd aangekeken. En tenslotte had hij hem
gezegd: ..En nu kom ik u vragen, profes
sor. wat ik het beste kan doen Wat raadt
ng terug
gestuurd en hun verloving verbroken. In
het begeleidende briefje stond: „Ik hoop.
dat je in het leven zult slagen, en dat zal
ook wel. Ik zie jou rvog eens als professor
voor de collegebanken staan. Je hebt je
keus gemaakt, ik ook de mijne. Ik kan
niet trouwen met een man, die zijn studie
stelt boven mij. Ik heb er veel verdriet
om. maar goed, het is beter, dat onze we
gen scheiden".
Een ogenblik toen was hij van streek ge
weest. en hij had nog in twijfel verkeerd.
Een ogenblik nog had hij in een opwelling
naar haar toe willen gaan om te zeggen,
dat hij van een verdere studie afzag, maar
uiteindelijk had hij die stap toch niet kun-
Als een bezetene had hij zich op zijn
studie geworpen, en twee jaar later was
hij klaar, gepromoveerd. Zijn proefschrift
had de medische wereld in beroering ge
bracht. Aller ogen waren op hem gericht.
J^IJK MEVROUW, als dat
groene licht met dat
niannetje erin gaat branden,
mag u naar de overkant.
Maar als het rood is moet u
blijven wachten". Begrijpend
knikt het oude vrouwtje naar
de agente van de Haagse ver
keerspolitie. Om haar heen
staat een groep ouden-van-
dagen mee te luisteren. Het
is op een van de drukste ver
keersaders van de hofstad.
In lange rijen schieten de au
to's, motoren en brommers
voorbij. Dan staat alles ineens
stil. Het voetgangerslicht
springt op groen en voetje
voor voetje gaat de groep on
der begeleiding van agenten
en ageftites naar de overkant.
Het is een tafereeltje dat
in Den Haag al meermalen te
zien is geweest: oude i
begr\jpt mijn moeilijkheid,
met een politieman zich in
het verkeer wagen. Uitgere
kend op de drukste punten van
de binnenstad.
Want daar is het nu juist om
te.doen: de bejaarden wegwijs
te maken in het moderne ver
keer. In het doolhof van stop
lichten. knipperbollen. zebra's
en met de armen zwaaiende
verkeersagenten. Ze staan er
dikwijls wat vreemd tegen
over. de bejaarden. Weten niet
precies wat zij moeten doen in
deze op een chaos lijkende
Toegegeven: als je de zeven
tig al bent gepasseerd, en
vroeger nooit zelfs maar van
verkeersproblemen hebt ge
hoord, is het ook wat moei
lijk je er ineens in thuis te
voelen.
Mevrouw V. I. van der Does-
Enthoven, presidente van de
Haagse afdeling van de Neder
landse Vereniging tot Bescher
ming van Voetgangers, heeft
dat ingezien. En aan haór is
het te danken, dat kortgeleden
in Den Haag is gestart met
verkeerscursussen voor ouden
van-dagen. bewoners van de
bejaardentehuizen.
Idee
Het plan kwam bij haar op
toen zij zich enkele jaren gele
den zélf als een bejaarde voel
de. Ze had haar enkel gebro
ken en kon zich daardoor
slechts voetje voor voetje ver
plaatsen. „Toen heb ik beseft,
hoe een bejaarde zich op straat
moet voelen", zegt zij.
Met de Haagse verkeerspoli
tie werd over het plan gespro
ken en het resultaat was dat
nu al enkele honderden oud
jes veel meer van het verkeer
begrijpen dan voorheen. Met
theoretische én praktijklessen
worden zij op deskundige wij
ze voorgelicht.
Hoofdagent W. J. Esseling
heeft al verschillende lessen
gegeven Met dia's en een
bord met een stukje krijt laat
hij hun zien. waarop zij in het
verkeer moeten letten. Dat
doet hij zo enkele uren.
Dan gaan de oudjes zelf de
stad in. Met busjes van de ver
keerspolitie worden zij er naar
toegebracht om ter plaatse de
theorie in praktijk te brengen.
Stoplichten, knipperbollen en
zebra's, ze worden allemaal
bekeken; en vriendelijke agen
ten <s> geven daarbij uitleg.
Dit alles om het aantal onge
lukken. waarbij ouden-van-da-
gen zijn betrokken te vermin
deren. Want dit aantal is
vergeleken met dat in de tn-
i schrik- Het voetgangerslicht springt op
Cijfers
Vorig jaar bljvoorb
tal
its In de groep kinderen
0 tot 14 jaar werd dit aan-
ivertroffcn.
De voornaamste oorzaak van
deze hoge cijfers is de onvol
doende kennis die de bejaarden
hebben van de verkeersregels.
Waar zij bijvoorbeeld weinig
besef van hebben is de rem
weg van auto's. Velen verkeren
nog in de veronderstelling, dat
wanneer de automobilist op dc
rem trapt, de wagen direct stil
staat. Een groot aantal onge
lukken is hieraan te wijten.
Ook het afbuigend verkeer
geeft moeilijkheden. De bejaar
den vergeten wel eens dat
ook al klapt de verkeersagent
het bord op groen zij op een
kruispunt altijd eerst naar
links moeten kijken voordat zij
oversteken.
Lichten
En dan de lichten op
de voetgangersoversteekplaat
sen. Het gebeurt nogal eens
dat. terwijl de bejaarden over
steken. het licht plotseling op
rood springt. Bij het normale
systeem heeft men dan altijd
nog negen seconden om aan de
overkant te komen voordat het
verkeer gaat rijden. Maar heeft
men te maken met het zgn.
Deense systeem, dan trekt het
verkeer onmiddellijk op. Het is
zaak direct als het licht groen
wordt over te steken.
Dit zijn zo van die proble
men. waarmee de bejaarden
dagelijks tobben, maar waarin
zij nu door de cursussen een
beter inzicht zullen krijgen. Dat
acties wel gebleken.
Landelijk
Er is een grote kans dat het
initiatief van mevrouw Van
der Does ook landelijk zal wor
den uitgevoerd. Verscheidene
om in de winter met dergelij
ke cursussen te starten.
.vant dit wordt wel ingezien:
de bejaarde in het moderne
verkeer, is een vraagstuk dat
snel om een oplossing vraagt.
Over twintig jaar zal Neder
land anderhalf miljoen bejaar
den tellen, zeggen de statisti
ci. Wil men dus het ongeluk-
kencijfer niet nóg meer doen
stijgen, dan zal een spoedig in
grijpen noodzakelijk zijn.
dag gehad, Jenny v. d.
Heuvel? Ben je al weer be
ter? Is jouw bode ook mooi?
Wat hebben jullie
je vader verwend Ria
v. d. Heijden. Was het leuk
op school? Nu weer hard.
leren voor het kerstrapport.
Wat heb jij veel vissen
Peter Hofman! Brandt het
lampje goed? Wat knutsel
jij? Het is mooi postpa
pier Nezia v. d. Horst.
Fijn, dat jullie zo'n aardige
juffrouw op school hebben.
Geweldig. Koos van 't
Hof, dat jij brigadier bent
geworden. Is het erg moei
lijk? Zit er een echt te
levisietoestel in jouw pun
tenslijper? Gerrit van Hou-
welingcn? Je moet het me
de volgende keer maar eens
vertellen. Zijn de boeken
mooi? Van jou kreeg ik
geer. briefje Ar le Houwe-
ling! Volgende keer wel?
Fijn, dat de juffrouw
weer naar school komt
Henny van Houwelingen.
Het postpapier is erg mooi.
Wat zou die kabouter op
de schoorsteen spelen?
Dik van Iterson krijg ik de
volgende keer een briefje
van jou? In welke klas zit
jij? Van jou kreej
ook geen briefje Kees
sen. De volgende keer wel?
Ellie de Jong schreef er
ook al geen briefje bij.
Schrijf je de volgende keer
wel? Was het leuk op de
verjaardag van je zusje,
Wllma Kalkman? Nou, je
hebt prachtig postpapier
gekregen. De konijnenklas
is druk aan de gymnastiek
oefening bezig. Maar o wee,
daar achter die heg is het
niet pluis. Freddie Kei
ler, schrijf jij er de volgen
de keer ook een briefje bij?
Doe jij er in 't vervolg
ook een briefje bij Dikkie
Kerson? Hoe oud ben jij?
Jan Kees van Kleef ben
jij al weer beter? Was jij
met het Sinterklaasfeest
ook al ziek? Jij bent
ook al ziek Annie van
Kleef. Het lijkt wel een
klein ziekenhuisje bij jul
lie. vind je niet? Heb jij je
schooletui al gebruikt?
Schrijf jij er de volgende
keer ook een briefje bij Li-
dla de Kok. Tante 'Jos vindt
het altijd fijn brieven van
jullie te ontvangen. Heb jij
nog meer broertjes .en zus
jes? Jij mag altijd de
puzzel insturen Hans v. d.
Kooy, maar je staat pas in
de krant als je letter aan
de beurt is. Dtekie de
sC Ja?
Korte van jou kreeg ik ook
geen briefje. De volgende
keer wel? Heb jij nog meer
broertjes en zusjes? Ik
vind jou erg knap om al
zo'n brief te schrijven, Jan
Kraak! Ja, jij hebt erg
veel gekregen van die goe
de Sint. Heb jij nog meer
broertjes en zusjes, Jan?
Heb jij al wat moois ge
maakt van het legospel,
Arjen de Leeuw van W'ee-
nen? Wat een groot poppen
huis heeft je zusje gekre
gen. Heb jij nog meer zus
jes en broertjes? Harte
lijk welkom bij de neven
n.'.qhten EHle de Lorm.
W il jij me eerst schrijven
hoe oud je bent? Wat leuk
zoveel poesjes! Schrijf
Jij er de volgende keer ook
briefje bij, Ina Molen-
In «'elke klas zit jij,
Kees Muit, is Sin
terklaas niet bij jou gp-
weest? Je hebt me er he-
u'6-1/ van geschre
ven. Schrijf je me het de
volgende keer nog? jjj
bent ook 'hartelijk welkom
bij de neven en nichten, He-
leen Naaborgh! Je postpa-
?H6rJ.S frg m,00i' Wat beb
JU grootse plannen. Ja,
wat het posbpapier betreft
Heieen. ZOu ik het leuk vin
den om allebei de kleuren
eens te zien. Je moet zelf
maar zien welke je eerst
wil sturen. Hebben jul
lie zondag een leuke dag
gehad, toen opa jarig was.
Rietje van Noordenne? Wel
ke kleur heeft je nieuwe
mantel? Schrijf je dat de
volgende keer eens? Ge
lukkig, dat jullie weer be
ter zijn Jannie en Klement
Notenboom. Heb je maan
dag een fijne dag op school
gehad, Jannie? Heb je al
geborduurd'?
Jongens en meisjes, jul
lie moeten natuurlijk alle
maal hard leren voor het
kerstrapport. Toch verwacht
ik weer veel brieven van
jullie. Nu zijn de namen,
die met de letters O t.m.
Z beginnen, aan de beurt.
Hoe vinden jullie deze puz
zel? Allemaal hartelijk ge
groet van Tantè Jos.
Hebben jullie wel eens een orkest zien en horen
spelen? Op dit plaatje zien we allerlei muziekin
strumenten, die bij een orkest horen. Nu staan er
zes afbeeldingen op, die ni et bij een orkest horen.
Jullie moeten maar eens opzoeken welke dat zijn.
Oplossingen moeten
worden ingestuurd.
dinsdag 15 december