Gymnasium wordt de dupe van de mammoetwet Bij het heengaan van profdr. G. Brom KWATTA CHEFAROX Amerikaanse discussie over geboortebeperking Een woord voor vandaag Kanttekening Nestor van de r.k. wetenschap BIJ het doodsbericht va dr. G. Bro.n treit het i hij ons nog plotseling ontviel, maar ook dat rijn groot levenswerk vol bracht is. Want wat Schaepman in zijn jaren bewezen heelt met zijn optreden in de Tweede Kamer en in zijn geschriften op politiek ge bied. demonstreerde G. Brom op wetenschappelijk gebied, dat de rooms-katholiek een eigen taak in onze natie heeft te volbrengen, ge grondvest op eigen overtuiging, le vende vanuit eigen traditie. En die arbeid van G. Brom is van een dusdanig overweldigende rijkdom geweest, dat de zonen van Rome en de Reformatie gelijkelijk naar hem hadden te luisteren, van wege de zeer bijzondere wijze waarop hij de traditie en de ge- jchiedenis van ons rooms-katholie- ke volksdeel als het ware in kaart heeft gebracht. Beginnende met een dissertatie te Utrecht, die aan Vondel gewijd was (1907), werd zijn werkthema al meer gevonden in de titel van het boek dat hij in 1930 publiceer de: ..Herleving van de wetenschap in Katholiek Nederland". De rooms-katholieke mens in Nederland kreeg daarbij gestalte in een aantal historische figuren, die hij met brlllante pen getekend heeft in een onvergelijkelijk boei ende taal, vol onverwachte woord spelingen. Zijn kleine, nobele boekje over Schaepman, zijn tweedelig mees terwerk over Alfons Ariëns, zijn onlangs nog gepubliceerde barok ke levensbeschrijving over Corne- liitf Broere alsmede zijn rijke bio grafie over Alberdingk Thym, zijn stuk voor stuk monumenten in onze cultuurgeschiedenis. Man van bewogen, strijdbaar elan, die bij ontmoetingen zeld zaam beantwoordde aan de hoge verwachtingen, die zijn boeken om trent zijn persoonlijkheid opwek ten, was hij in de polemiek even onwrikbaar waar het gold verzet tegen atheïsme en al wat de reli gie minimaliseerde (Multatull en Lodewijk Deijssel!) als in persoon lijk contact met de orthodoxe pro testanten welwillend en behulp- Zonder de grenzen ooit te ver doezelen was hij ervan overtuigd, dat alleen een indringende, gedul dige confrontatie van beide con fessionele groepen en een herziene houding bij het persoonlijk contact meer helderheid kon brengen in de diepe controverse, die hij ook als historicus fel en persoonlijk be leefde. MET zijn weelderige werken op het gebied der cultuurgeschie denis heeft Gerard Brom uitdruk king gegeven aan de diverse in terne stromingen van het rooms- katholieke volksdeel in Nederland, waarvan hij deel uitmaakte, en aijn even nationale als oer-roomse standpunt veroorzaiktC dat hij oriënterend was, zowel voor zijn rooms-katholieke ais voor zijn pro testantse en vrijzinnige landgeno ten. Zijn levensgang en de ontwikke ling der natie veroorzaakten, dat hij zich in de loop van een nijver geleerden-leven ontwikkelde van een fel apolocheet tot de père-noble en nestor der rooms-katholieke we tenschap. Niemand die weten wil uit welke krachten het rooms- katholieke leven momenteel ge voed wordt, kan zijn werken ge heel voorbij gaan. Nu hij is heengegaan gevoelen wij zo diep dat hij nog jaren lang een der betrouwbare wachtposten blijft vormen, die wij passeren moeten, wanneer wij weten willen wat de natie in de afgelopen hon derd jaren heeft geboden. Met Huizinga eD Gerritson be hoort Gerard Brom tot die weinige historici, imwier werk de overtui ging van een gehele gezindte ge stalte heeft gekregen: daarom zul len wij ook in de komende halve eeuw vaak moeten teruggrijpen naar hun arbeid, om te weten wel ke de impulsen dezer gezindten De overtuiging dat Gerard Brom zijn wetenschappelijke taak voor het forum der Natie heeft mogen volbrengen, en bovenal de voldoe ning dat hij daarin de erkenning mocht ontvangen niet alleen van zijn geloofsgenoten, maar ook van tallozen die buiten de rooms- katholieke wetenschapskring zijn arbeid volgden en zich daarin ge lukkig prezen, tempert het ver driet dat hij nu voorgoed van ons is weggenomen, al zal er een ge neratie blijven bestaan die zich in studie en levensontwikkeling voor goed met hem verbonden weet. Gymnasia-rectoren tot regering ICCC- jongeren stichten eigen organisatie Vorige week is opgericht het I.C.C.C.-jongerencontact. een onder afdeling van de Raad van Bijbelge- trouwe Kerken. Streven van deze nieuwe vereniging is de activering van de jeugd voor het werk en de opzet van de I.C.C.C. Men hoopt in de toe komst door oprichting van plaatselijke comités het werk een meer landelijke vorm te geven. In Rotterdam is zo'n comité vrijwel gereed. Voorzitter van het jongerencontact is de heer L. van Valen te Dordrecht, secretaris de heer P. Langeler. Broekweg 6 te Valken burg (Z.-H.). De leden van het jongerencontact zullen nog dit jaar op Woudschoten een conferentie houden, waar men de ge dragslijn nader zal uitstippelen en de propagandavorm zal bespreken. Men hoopt die door lezingen e.d. te voeren. De leden, bestaande uit Jongeren van de Christelijke Gereformeerde Kerken, de Gereformeerde Gemeenten, de Unie van Baptisten en de Vrij-evangellsche Gemeenten, en ook enkele Jongeren uit Gereformeerde en Hervormd-Gerefor- meerde kring hebben uiteraard niet na mens de Kerken zitting ln dit jongeren contact, maar als zelfstandige personen. Men hoopt in de loop der Jaren te komen tot Internationale uitwisseling. Voor berichten en mededelingen heeft men nu de beschikking gekregen over het maandblad Getrouw van de I.C.C.C. Prof. Gerard Brom overleden Gisteren is in het Canisiusziekenhuis te Nijmegen overleden prof. dr. Gerard Prof. Brom was oud-hoogleraar aan de r.k. universiteit te Nijmegen. Sedert 29 maart 1952 verbleef hij in huize „St Josephzorg" te Wijchen. Op 18 april van dit jaar werd hij ln het ziekenhuis te Nijmegen opgenomen, waar hy een ope ratie moest ondergaan. Gerard Brom werd 17 april 1882 te Utrecht geboren. Na het gymnasium te Roermond te hebben afgelopen (van 189919011 studeerde hij aan de Utrechtse universiteit in de geneeskunde In 1901 kwam hij echter op zijn aanvankelijke keuze terug, om zich toe te leggen op de studie der Nederlandse letteren, welke studie hij in het jaar 1907 bekroond zag met een promotie Cum laude op een proefschrift over „Vondels bekering". In middels was hij reeds sedert 1905 als leraar aan verschillende gymnasia ver bonden. Van 1911 tot 1913 maakte hij een studiereis naar Italië. Van 1916 tot 1926 trad hij op als redac teur-secretaris van „De Beiaard", waarin van zijn hand een groot aantal bijdragen verschenen op bet gebied van godsdienst, letterkunde en schilderkunst In 1923 volgde zijn benoeming aan de \k. universiteit te Nijmegen met de op dracht om onderwijs te geven ln de kunst geschiedenis. In 1946 werd hij hoogleraar in Nederlands en algemene letterkunde aan deze universiteit uit welke functies h(j ln 1957 wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd eervol ont slag verkreeg. Uit de lange reeks van zjjn geschriften noemen w(j „Barok en Romantiek" (1923). „De dominee in onze literatuur" (1924), „Romantiek en katholicisme in Neder land" (1926), „Hollandse schilders en schrijvers in de vorige eeuw" (1927) en .Java en de kunst" (1931). In 1937 ver wierf prof. Brom het doctoraat hon. causa in de faculteit der letteren van de uni versiteit van Leuven. Hij was lid van de Kon Ned. Akademie voor Wetenschappen en van de Kon. Vlaamse Akademie. hebben in een adres aan de beide Kamers der Staten-Gene- raal bezwaren geuit tegen de mammoetwet, tegen het rapport van een werkgroep uit het rijks- schooltoezicht over de inrichting van het voortgezet onderwijs (het „Bilderbergrapport") tegen een rondschrijven van de minister van O., K. en W. uit 1958 betreffende de inspectie van het v.h.m.o. De ondertekenaars van het adres zijn dr. H. J. M. Broos, rector van het het Praedinius-gymnasium te Gronin gen, dr. J. A. Schuursma, rector van het Vossius-gymnasium te Amsterdam, en prof. dr. L. G van den Wal, rector van het Grotius-gymnasium te Delft Er zijn 155 adhaesiebetuigingen vai rectoren, curatoren en ouderverenigin gen van openbare, christelijke en rJc gymnasia aan toegevoegd. De adressuiten vragen aandacht voor zes punten, namelijk: De dreigende op heffing van vele kleine gymnasia en gymnasiale afdelingen van lycea, de denatureringvan het gymnasium, indien de zogenaamde brugklasse al gemeen wordt ingesteld; de verbreking van de aansluiting tussen voorberei dend hoger en hoger onderwijs, indien bij verruiming van studierechten de betrokkenen zelf voor de aanvulling van eventuele lacunes in hum kennis moeten zorgen; het facultatief stellen van het Grieks in de b-afdeling het gymnasium; de vermindering de lessen in Nederlands en Frans en drastische besnoeiing van het geschie denisonderwijs aan het gymnasium volgens het lessenschema van het „Bilderbergrapport"en de opheffing van de afzonderlijke inspectie der gym- NORMEN De rectoren menen dat de uitvoering van deze maatregelen, tezamen of ge deeltelijk, een onherstelbare slag aan het gymnasium zal toebrengen, tot scha de van de begaafde jeugd die deze school bezoekt en dus van de Nederlandse natie als geheel. Het kan toch niet de bedoeling der regering zijn, zo vragen zij zich af, een zo bloeiend en echtlevend school type door in wezen administratieve maat regelen te vernietigen. Bij de normen voor het leerlingental, die de minister in het ontwerp van wet op het voortgezet onderwijs (de mam moetwet) voorstelt, zouden op grond van de cijfers over 1955, 1956 en 1957 van de 178 gymnasia en gymnasiale afdelingen van lycea tussen de zeventig en de tachtig moeten worden opgeheven (plm. 40 procent). Wel kan de minister naast de scholen, die aan de gestelde getalsnormen voldoen, nog andere, waar aan behoefte is, in zijn scholenplan op nemen. Het zal dais in de praktijk wel wat meevallen, maar dan, aldus het adres, zijn de zo scherp gestelde getals normen verkeerd. Indien men een overtuigd voorstander is van het gymnasiale onderwijs, zal men het op de koop toe willen nemen dat er een aantal gymnasia en gymnasiale af delingen van lycea blijft bestaan, dat, beneden de getalsnorm en wellicht een heel eind daarbeneden, zijn reeds histo rische culturele taak in een bepaalde streek vervult. Niet het getal, maar de geest moet in zaken als deze prevaleren, menen de adressanten. Over de consequenties van het ln de mammoetwet voorgestelde „algemene brugjaar" voor het onderwijs in het La- Bloeiende school administratief vernietigd ^/GRATIS 1 Kwatta Manoeuvre 20 ets reep voor lO Kwatta-soldaatjes bij Uw winkelier 't is weer tijn wordt in het adres opgemerkt Als uitgangspunt heeft golden dat het Latijn in de eerste klas van het gymnasium aan het brugjaar moet worden opgeofferd. De minister heeft echter toch de mogelijkheid open gelaten dit vak voor het gymnasium aan de vakken van het brugjaar toe te voe gen. Het aantal lessen zou dan echter gebonden worden aan een maximum, dat lager ligt dan het gebruikelijke aantal. Het brugjaar heeft ten doel, voor leer lingen van dezelfde leeftijdsgroep zon der tijdverlies overgang van de ene naar de andere onderwijsvorm mogelijk te maken. Dit nu ls sympathiek, aldus het adres, maar het Is een illusie. In een eerste gymnasiumklasse zonder La tijn zou men op geen enkele betrouw bare wijze een prognose kunnen ge ven van de geschiktheid van een leer ling om het onderwijs ln de oude talen ln latere jaren te volgen. Uit een eerste gymnasiumklas met een zeker aantal uren Latijn is de overgang naar bijvoorbeeld een tweede klas athe neum niet vanzelfsprekend: in het gun-, stigste geval zal een zekere achterstand in het vak, dat in het andere schooltype de plaats van het Latijn inneemt, moe ten worden ingehaald. Indien in de eerste gymnasiumklas een zeker aantal lesuren Latijn ls gegeven, is overkomst van een schooltype zonder Latijn naar de tweede klas van het gymnasium uitgesloten zon der inhalen vande behandelde Latijnse leerstof, UNIVERSITEIT Het komt adressanten onjuist voor, de vervulling van de voorwaarden, waaronder toegelatenen tot de universi teiten en de hogescholen geacht kunnen worden met succes de door hen gekozen studie te zullen volbrengen, geheel aan de betrokkenen ovér te laten. Met de minister achten adressanten het sy steem van eindexamens onmisbaar; maar dan dienen -deze ook ernstig ge nomen te worden. Dan dient men niet zonder meer met een a-diploma een typische b-richting te kunnen gaan vol gen of omgekeerd. Bepaalde faculteiten zullen stellig te lijden krijgen onder niet te verwaar lozen percentages van niet-voldoende iu...jvde GRIEKS In het „Bilderbergrapport'* is voor gesteld, het Grieks bij het gymnasium b facultatief te stellen. Volgens het adres zou dit ten gevolge hebbén dat de meer derheid van de leerlingen, de weg van de minste weerstand kiezend, de richting zonder Grifeks zal kiezen. Was er nie mand in de werkgroep, zo vragen adres santen zich af, die het opnam voor de hoge culturele waarde van het Grieks in het gymnasium, juist ook voor de b-leerlingen. Was er niemand die zijn medeleden vertelde, dat als het op het gymnasium om de culturele vorming het volgende gaat' het niet met z^n doelstemn« verenigen is een belangrijk onderdeel dezer vorming af te breken, wanneer de lectuur van Homerus, die in de b- afdeling een hoofdschotel vormt, nog niet tot een afsluiting is gekomen? Met de vermindering van het aantal lessen in Nederlands en Frans en met de drastische besnoei ing van het geschiedenisonderwijs, voorgesteld in het „Bilderbergrap port", raakt men volgens adressanten de slagader van het gymnasium. INSPECTIE Verder komt het adressanten onjuist voor, dat juist nu, nu het voortbestaan van het gymnasium op het spel staat, de zelfstandige inspectie der gymnasia is opgeheven. Die inspectie is volgens het adres „weggeadministreerd" door een simpele zinsnede in het ministeriële schrijven van augustus 1958 betreffende de uitbreiding van de inspectie van het v.h.m.o. Het routinewerk zal ook in de niéuwe vorm naar behoren geschieden, maar het specifieke van het gymna sium, het onderwijs in de oude talen, zal van de meeste inspecteurs minder aandacht kunnen krijgen. En wie hen springt voor het gymnasium in de bres wanneer het wordt aangevallen? Adressanten vragen zich tenslotte af, of het verlangen een groot, in zekere zin samenhangend geheel te regelen, niet ten koste van een eigensoortig en daardoor toch ook weer ten dele auto noom onderdeel verwerkelijkt is. Spe ciaal het gymnasium dreigt daarvan de dupe te worden, zo menen zij. Advertentie Bliiveude verbetering! Maagzuur niei alleen HJdrUJk blijvende verbetering I Het is zéér belangrijk dal bij maagklachten wordt gezorgd voor blijvende verbete ring, anders loopt men gevaar van kwaad tot erger te komen. Met een Chdarox-kuur kunt U inderdaad blijvende verbetering bereiken, daar zich een genezende laag op de maagwand vormt. Bovendien kunt - U er voldoende van gebruiken ook wan neet li erg veel last van zuur hebt - want het bevat geen schadelijke bestanddelen. IN Amerika is een felle discussie losgekomen over de noodzaak om in onderontwikkelde gebieden te komen tot geboortebeper king. Hoewel dit ondrwerp mets te maken heeft met de presidents verkiezingen is*het niet onmogelijk dat discussie daarop toch in vloed kan hebben. De rooms-katholieke democratische senator John F. Kennedy die graag naar het presidentschap zou willen dingen heeft namelijk in de discussie stelling gekozen en zich ge schaard achter het standpunt van de Rooms Katholieke Kerk die kunstmatige geboortebeperking verwerpt. In Juli is een rapport verschenen van] het Amerikaanse ministerie van buiten landse zaken dat voörspelt dat over heid cn particuliere instanties in onder ontwikkelde gebieden in de toekomst „krachtige propaganda" voor de geboor tebeperking zullen gaan maken om de snelle groei van de bevolking af te rem- De situatie is thans volgens het rap port zo, dat wat de levensstandaard aan gaat de kloof tussen geïndustrialiseerde landen en de zich nieuw ontwikkelende landen van Azië, Afrika en Zuid-Ame- rika wijder wordt, omdat de economi sche groei achter blijft bij de bevolkings groei en daaraan verbonden toenemende vraag naar voedsel en kleren. hij. Maar ziet u, het gaat zo niet langer met de jongen. Als het niet was dat het mij erg moeilijk zou vallen, hem niet meer te zien. zou ik vragen hem naar Gryt te mogen sturen, naar mijn ouders, maar ik zou het zo vreselijk vinden als hij mij helemaal ver- Is het dan zo erg. Malmberg? Elisabet hief baar handen uit het water en keek hem aan, en hij knikte. Het is elgec dingcu -- gcr aanzien dat de Jongen verknoeid wordt. Niet alleen dat zij geen orde kan houden, alhoewel dat al heel erg is. of dat zij telkens driftbuien heeft ik kan zelf ook driftig worden, dus dat begrijp ik wel. Maar er is letterlijk niets waars aan haar. en dat is het ergste. Ja, het hoort niet dat ik hier alle ellende zo openlijk beken. Wees gerust, Malmberg, zei Elisabet. Verder komt het niet. Men spreekt tegenwoordig zoveel over erfe lijkheid. De heb lezingen gevolgd en ik heb er boe ken over gelezen, ik werd als 't ware gedwongen er over na te denken. Svea weet niet eens van wie zij afstamt, maar veel goeds heeft zij niet meegekregen, de stakkerd. En haar pleegoudera hebben haar verwend, en hebben haar steeds haar zin gegeven. Maar mijn ouders in Gryt zijn goede mensen, dus iets goeds heeft Torbjörn toch wel 'ja. Slalmberg, wees daar maar van over tuigd Maar hij kan niet thuis blijven, dat gaat niet. Svea kent het verschil tussen waarheid en leugen niet Het dient tot niets met haar te pra ten. zij begrijpt niet wat ik zeg Ja. nu zult u zergen. da', ik dat wel dadelijk had kunnen mer ken, vóór mijn huwelijk. Dat zal ook wel het geval geweest zijn, ja. niet zoals nu, natuurlijk niet nou Ja. het heeft geen zin daarover uit te weiden. Maar de Jongen mag zo niet worden. Ik kan die gedachte niet verdragen. Hij was opge- Buiten waait de zomerwind staan en kwam naar haar toe, waar zij bij de wasteil stond. Als u hem op zoudt willen nemen, fru Eriks son; ik zal goed voor hem betalen. Maar beste Malmberg, hoe zou dat kunnen! Er is vóór vieren nooit iemand thuis bij ons. En in hetzelfde huis waar u woont, neen, dat zou geen Dat begrijp ik wel, zei de man. Maar als dat had gekund, had ik het met beter kunnen wensen. U bent altijd zo aardig voor hem geweest, en hij was zo graag bij u. En Svea kan het niets schelen waar hij is; het is vreemd en ellendig en ik be grijp het niet. Maar daar dat nu eenmaal zo is, is dat misschien wel bet beste ook. Het is of zij niet in staat is aan iemand anders te denken dan aan zichzelf. Elisabet knikte. Zo was het en zij had dat me nigmaal overdacht. Het was een waar ongeluk dat deze nette kerel verliefd was geworden en zich gebonden had aan zo iemand. Soms doen kinderen wonderen, dacht zij. Maar Svea Malmberg scheen zo los van ziel te zijn. dat niets of niemand vat op haar had. Svea ziet er niet sterk uit, zei zij. Daar had zij ook al eens over gedacht. Vindt u? vroeg Malmberg. Dat had hij nle' gemerkt. Ja, zij hoest een beetje de laatste tijd. Wat zegt u? Elisabet zweeg plotseling. Neen. neen, niets. Ik vind wel. dat u eens met haar naar een dokter moet gaan, Malmberg, zo voortdurend hoesten en kuchen is niet goed. Het kleine voorval, dat plaats had gehad toen Torbjörn toevallig bij hen was tegelijk meubelmaker en zijn vrouw, stond haar plotseling levendig voor de geest. Zij herinnerde zich de woorden van haar schoonzuster, toen zij wegging. Zou daarin een vingerwijzing liggen? vroeg Zij zich af. Neen, dat kon toch niet Malmberg, die enige minuten zwijgend to de keuken heen en weer had gelopen, kwam bij haar staan. Als ik mij tegenover een ander zo had laten gaan, dan hazj ik er nu spijt van, zei hij- Maar nu heeft het mij goed gedaan om mij eens uit te spreken men wordt zo ellendig door alles alleen te verwerken, vooral wanneer men géén uitweg ziet. O een uitweg vinden wij wel, Malmberg, zei Elisabet. Zij overdacht dit ook toen zij na hel eten Elin vroeg Torbjörn te halen. Hij moest al tijd gewassen worden wanneer hij boven kwam, maar ditmaal zag hij er onverzorgder uit dan ooit. Het is een schande, dacht zij, dat het kind ei zo onder moet lijden, en zij zag weer haar schoon zuster voor zich Zoals zij daar met de j< schoot had gezeten, en Emil Eriksson's king, toeo hij naar' hen beiden keek. Maar gesteld dat het zou gaan. dacht zij, zou Oliva met haar hebzuchtige natuur het kunnen verdragen, dat zij het kind alleen maar te leen had. dat de vader het telkens weer zou willen zien en het misschien de een of andere dag weer op zou eisen? Ik geloof het niet. Hoe ook. zij moest telkens weer aan Malmberg en aan zijn zorgen denken en aan de enige mo gelijke oplossing, die zii voor 't ogenblik zag. Torbjörn was daarna bijna dagelijks bij hen, of Elin of Ragnhild gingen met hem wandelen. Dit was het enige wat zij voorlopig kon doen. Twee meisjes zaten op de stenen stoep van een grijshouten zomerhuisje. Vóór hen lag een smalle strook water onderaan een hoge rotsige oever en nog verder weg een rij lage grijze bergen. Het regende; een licht westenwindje dreef de regen naar bet meer. Van de zelfde kant scheen ook de zon en nu hing de regen als een schitterende sluier voor het water. Wordt vervolgd Het hoge tempo van de bevolkings uitbreiding wordt niet ♦oegesrh-ovri aan een hoger geboortecijfer maar aan de snelle daling van de steriiec^.c.s als gevolg van de betere medische hulp. Deze daling komt tot stand voor dat er sprake is van een wezenlijke verbetering van de lévensstandaard. In het rapport worden alleen feiten geconstateerd en gèen beleidsvoorstel- Het rapport heeft in de afgelopen dagen grote belangstelling in de Ver enigde Staten gewekt en er is een dis cussie op gang gekomen over de bevor dering van maatregelen ter beperking van de geboorten. De r.k. bisschoppen van de Verenigde Staten hebben woens dag j.l. een verklaring uitgegeven waar in zij zeggen- dat de Amerikaanse rooms- katholieken gekant zijn tegen het ge bruik vanfondsen uit de Amerikaanse hulpverlening aan het buitenland voor de bevordering van kunstmatige geboor tecontrole. Een woordvoerder van het Bureau x>r de Hulpverlening, de ICA, heeft de controverse „een academische kwes tie" genoemd, omdat tot nu toe geen cent van de fondsen gebruikt is voor de verspreiding van inlichtingen ter bevor dering van de geboortebeperking en dat er evenmin plannen zijn dit wel te doen. Intussen heeft de rooms-katholieke senator John F. Kennedy, die hoopt op de benoeming tot kandidaat van de De mocratische Party voor de presidents verkiezingen, verklaard dat bet een fout zou zyn indien de Verenigde Staten ge boortebeperking in andere landen zou den bepleiten. Te Los Angeles heeft bisschop James A. Pike verklaard dat het tijd wordt dat leidende rooms-katholieken het feit in de openbaarheid brengen dat vele Amerikaanse rooms-katholieken het ker kelijk verbod voor het gebruik van mid delen ter voorkoming van zwangerschap negerérl. Pike heeft ook de vraag opgeworpen of een r.k. president de kerkregels zou eerbiedigen en het gebruik van openbare fondsen voor de bevordering van ge boortebeperking in onderontwikkelde landen zou verbieden. Hij zei dat het beslist niet waar is dat de kerk geleidelijk de kunstmatige geboor tebeperking aanvaardt. Kennedy zei trog dat het tegen het nationaal belang is om daarvoor Ame rikaanse fondsen te gebruiken. Dit is een zaak die de landen zelf aangaat Gebruik van Amerikaanse staatsgelden zou de V.S. In een verkeerde psycholo gische situatie plaatsen. Het gebed wordt pas werkelijk een gebed als we tot God mogen komen, niet als Zijn schepselen, maar als Zijn kinderen. Als koning Josafat in 2 Kronieken 20 met zijn volk gaat bidden zegt hij eerst: „God onzer vaderen". Hij spreekt daarmede over Gods genadige hiilp in het verleden. Maar hij houwt niet alleen op traditie. Dat God onze vaderen zegendewil nog niet zeggen dat God ook ons zegent. Dat onze vaderen Hem als Vader mochten aanspreken wil nog niet zeggen dat ook wij dat mogen doen. Daarom zegt Josafat enige verzen verder ook: „Zijt -gij niet onze God?" Daar ligt de kern van het verhoorde gebed. Christus heeft gezegd: „Niemand komt tot de Vader dam door Mij." Dat geldt niet slechts voor het heil, maar voor iedere vorm van gemeen schap met God, dus ook voor het gebed. Zolang God niet door genade „onze God" is geworden, kunnen wij niet tot Hem komen, en is ons gebed slechts het uitspreken van woorden in de ruimte. Maar wij kunnen slechts tot God komen door Jezus Christus, als we gaan beseffen dat wij zelf geen enkel recht op Zijn genade hebben, noch op Zijn hulp, noch op Zijn kracht. Dan kan de Heiland ons wijzen op wat Hij voor ons volbracht heeft; dan mogen wij bidden tot God als „onze Vader"; dan mogen wij de verhoring beleven. KERK, TOTO EN SPORTJEUGD F\E grote meerderheid van het pro testants-christelijk volksdeel wijst de sporttoto af, ook de totalisator in de gereglementeerde vorm zoals die in het dezer dagen ingediende wets ontwerp tot wijziging van de loterij- wet aan de volksvertegenwoordiging is gepresenteerd. De gronden voor deze afwijzing zijn algemeen bekend: de Hervorm de Synode heeft ze in haar rapport over deze zaak uiteengezet, en in de gereformeerde kring denkt men er niet anders over, getuige de studie die de classis Almkerk hieraan heeft gewijd. Het resultaat van die studie is in vele kerkbodes in den lande met instemming begroet. Geen toto dus. Terwille van de gees telijke volksgezondheid. Maar nie mand denke, dat daarmee de kous af is! Met een negatief antwoord al leen komt men er niet er dient iets positiefs tegenover te staan, want de moeilijke financiële situatie waarin sport en lichamelijke opvoeding ver keren is onmiskenbaar. De argumen ten waarmee de sportwereld vóór de toto pleit, zijn, in dit licht bezien, sterke argumenten. Nu is het zaak bij het begin te be ginnen, en dat begin ligt niet in het materiële vlak. Aan de vraag, of ker kelijke instanties en christelijk-poii- tieke partijen materieel iets voor de sport en delichamelijke opvoeding kunnen doen, gaat vooraf de vraag, of zij dat willen doen. En het is dat punt waarop de Nederlandse Christe lijke Sport Unie (overkoepelend or gaan van de christelijke sportbonden) niet gerust is. Inderdaad, er is een beginnend con tact tussen de christelijke sportorga nisaties en de protestants-christelijke politieke partijen, en er zijn gelukkig Kamerleden die daar warm voor lo pen. En er zijn ook kerkelijke ambts dragers die zich de zorgen der sport - jeugd hebben aangetrokken. In het genoemde Almkerk heeft de gereformeerde kerkeraad zich uit voerig laten voorlichten over doel en streven van de christelijke sportor ganisaties. En in Zwolle heeft de hervormde kerkeraad een der re creatiezalen van de kerk ter beschik king gesteld van de christelijke gym nastiekvereniging. En er zijn ande re plaatsen te noemen, waar kerke lijke ambtsdragers intens meeleven met het wel en wee van plaatselijke clubs. Maar helaas, we praten nu alleen maar over uitzonderingen een door de Hervormde Synode gehouden enquête heeft uitgewezen, dat 77 pet. van alle kerkeraden geen interesse hebben voor sportzaken, en als men aan 100 gereformeerde kerkeraden de vraag zou voorleggen wat de let ters N.C.S.U. betekenen we vre zen dat méér dan 77 pet. het ant woord schuldig zal blijven Dit is een ernstige zaak. Want die duizenden jongens en meisjes die op vrije avonden en op de zaterdagmid dag ontspanning zoeken in turnzaal of zwembad of hun krachten meten op het sportveld deze jeugd is ook de jeugd van de kerk. En als de kerk hen links laat liggen, vindt men het dan vreemd, dat deze jeugd op den duur van de kerk vervreemdt? Na tuurlijk, de jeugd treft dan ook schuld maar de kerkelijke ambts dragers niet minder. En de christe- lijk-politieke leiders al evenzeer. Het is misschien niet helemaal juist om de rooms-katholieke kerk hier ais voorbeeld ie stellen, ma^r het maakt weieens jaloers, als men ziet, hoe de roomse geestelijkheid optrekt met de sportjeugd en..... de jeugd zo aan de kerk bindt! De toto drukt christelijk Nederland met de neus op de feiten. En wie in zijn eigen kring rondkijkt en een eer- tijkè conclusie wil trekken, die weet, dat de lust tot gokken ook het chris telijk volksdeel heeft besmet. De schuldvraag blijve hier in het mid den, ieder mag die voor zich per soonlijk beantwoorden. Maar, dat het beeld anders zou zijn, als men de sport en de lichamelijke opvoeding wat minder alleen had laten voort tobben voor ons staat dat als een paal boven water. EEN SCHOOLVOORBEELD T\E ONTSPANNING, die volgens Chroesjtsjef haar intrede in de wereld heeft gedaan, sinds hij in Camp David besprekingen met pre sident Eisenhower voerde, geldt blijk baar niet voor Hongarije. In de afgelopen weken hebben ge ruchten de ronde gedaan, dat de Sowjetunie haar troepen uit Hon garije zou terugtrekken. Zjj waren heel hardnekkig, en toen bekend werd, dat de Russische premier zelf naar Boedapest zou gaan om het congres van de Hongaarse commu nistische partij bij te wonen, werd aangenomen, dat hij zelf de spectacu laire mededeling zou doen. Niets bleek minder waar te zijn. Gisteren reeds op de eerste dag van het congres heeft Janos Ka- dar, die als leider van de commu nistische partij achter de schermen in Hongarije aan de touwtjes trekt, laten weten, dat er van terugtrek king van de Russische strijdkrach ten geen sprake zal zijn. De verklaring van Kadar, dat de Russische troepen niet om „interne rendenen" in Hongarije zijn maar „als resultaat van internationale kwes ties, die nog niet opgelost zijn", be vat niets nieuws, na alles wat er in het land is gebeurd. Wat wel opvalt is, dat hij nu Iaat weten, dat de troe pen in Hongarije zullen blijven, zo lang de internationale toestand dat nodig maakt. In de eerste plaats verkondigt men ln Boedapest al geruime tijd, dat de toestand in het land is genormali seerd en suggereert men zelfs, dat de meerderheid van de bevolking achter het regiem van Kadar staat. Ook het Hongaarse leger zou be trouwbaar zijn, nu het van alle „on zuivere elementen" is bevrijd. Bovendien is de baas van Kadar, de Russische premier en partijleider Chroesjtsjef ongeveer de enige, die de wereld wil doen geloven, dat er een ontspanning in de internationale situatie is ingetreden, dat niets de wereldvrede meer zou kunnen bevor deren dan het ontruimen van buiten landse militaire bases en dat de Sow jetunie het meest van alle landen verlangt naar algemene en algehele ontwapening. De Russische politiek ten opzichte van Hongarije is een schoolvoorbeeld van wat de vrije wereld te wachten staat als zij geloof schenkt aan de mooie woorden van de Russische pre mier. Als Chroesjtsjef zijn zin krijgt, zal er in het Sowjetblok niets ver anderen. Alle plannen, die hij ter tafel brengt, doen slechts dienst om de waakzaamheid van de vrije we reld te laten verslappen en haar weerstandsvermogen te ondermij nen. Dat is de betekenis van de vreed zame coëxistentie-politiek, die ook loor Chroesjtsjef wordt gepropageerd. In de komende maanden bereidt het Westen zich voor op een gesprek met de Sowjetunie. Het zal er goed aan doen, zich geen enkele illusie te ma ken over hetgeen aan de conferentie tafel kan worden bereikt. Wellicht is een dergelijke houding de enige, die de Russen tot andere gedachten kan brengen. Het is de vraag hoe liet Amerikaanse volk op deze uitspraak zal reageren. Nog nimmer hebben de V.S. een rooms- katholieke president gehad Vooral in protestantse kringen leeft de angst dat een dergelijke president het traditio nele dogma van de scheiding van kerk en staat zal doorbreken. Het feit dat Kennedy nu reeds de kant van de kerk in deze kwestie heeft gekozen, zal zijn populariteit niet bevorderen. Boven dien leven bij vele protestanten lang niet die grote bezwaren tegen een kunstmatige geboortebeperking die in rooms-katholieke kringen leven. BOEKENHOEK Mythen en sagen uit het oude Euro- £a. Negen verhalen, naverteld door D. Daalder. Prisma-Doek. Uitgave Spec-. Beroeping?w^rk NED. HERV. KERK Beroepen te Annerveen (toez.): W. A. G. Meeuwsen, kand. te Rotterdam: te Bovenkarspel: W. J. Fournier te Goutum. GEREFORMEERDE KERKEN Beroepen te Scheemda: R. Petersen te Oudemirdum; te Vriezenveen: W. Struys te Krommenie. Bedankt voor Bovensmilde: J. N. Nam- mensma te Roodeschool. CHRIST. GEREF. KERKEN Beroepen te Midwolda, Old: H. U. Wes terterp te Wormerveer. Bedankt voor Eemdijk: G. Blom te UNIE VAN BAPT. GEM. Aangenomen naar Alkmaar: N. J. van Beek te Delfzijl.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1959 | | pagina 2