Gymnasium wordt de dupe
van de mammoetwet
Bij het heengaan van
profdr. G. Brom
KWATTA
CHEFAROX
Amerikaanse discussie
over geboortebeperking
Een woord voor vandaag
Kanttekening
Nestor van de r.k.
wetenschap
BIJ het doodsbericht va
dr. G. Bro.n treit het i
hij ons nog plotseling ontviel, maar
ook dat rijn groot levenswerk vol
bracht is. Want wat Schaepman in
zijn jaren bewezen heelt met zijn
optreden in de Tweede Kamer en
in zijn geschriften op politiek ge
bied. demonstreerde G. Brom op
wetenschappelijk gebied, dat de
rooms-katholiek een eigen taak in
onze natie heeft te volbrengen, ge
grondvest op eigen overtuiging, le
vende vanuit eigen traditie.
En die arbeid van G. Brom is
van een dusdanig overweldigende
rijkdom geweest, dat de zonen van
Rome en de Reformatie gelijkelijk
naar hem hadden te luisteren, van
wege de zeer bijzondere wijze
waarop hij de traditie en de ge-
jchiedenis van ons rooms-katholie-
ke volksdeel als het ware in kaart
heeft gebracht.
Beginnende met een dissertatie
te Utrecht, die aan Vondel gewijd
was (1907), werd zijn werkthema
al meer gevonden in de titel van
het boek dat hij in 1930 publiceer
de: ..Herleving van de wetenschap
in Katholiek Nederland".
De rooms-katholieke mens in
Nederland kreeg daarbij gestalte
in een aantal historische figuren,
die hij met brlllante pen getekend
heeft in een onvergelijkelijk boei
ende taal, vol onverwachte woord
spelingen.
Zijn kleine, nobele boekje over
Schaepman, zijn tweedelig mees
terwerk over Alfons Ariëns, zijn
onlangs nog gepubliceerde barok
ke levensbeschrijving over Corne-
liitf Broere alsmede zijn rijke bio
grafie over Alberdingk Thym, zijn
stuk voor stuk monumenten in
onze cultuurgeschiedenis.
Man van bewogen, strijdbaar
elan, die bij ontmoetingen zeld
zaam beantwoordde aan de hoge
verwachtingen, die zijn boeken om
trent zijn persoonlijkheid opwek
ten, was hij in de polemiek even
onwrikbaar waar het gold verzet
tegen atheïsme en al wat de reli
gie minimaliseerde (Multatull en
Lodewijk Deijssel!) als in persoon
lijk contact met de orthodoxe pro
testanten welwillend en behulp-
Zonder de grenzen ooit te ver
doezelen was hij ervan overtuigd,
dat alleen een indringende, gedul
dige confrontatie van beide con
fessionele groepen en een herziene
houding bij het persoonlijk contact
meer helderheid kon brengen in
de diepe controverse, die hij ook
als historicus fel en persoonlijk be
leefde.
MET zijn weelderige werken op
het gebied der cultuurgeschie
denis heeft Gerard Brom uitdruk
king gegeven aan de diverse in
terne stromingen van het rooms-
katholieke volksdeel in Nederland,
waarvan hij deel uitmaakte, en aijn
even nationale als oer-roomse
standpunt veroorzaiktC dat hij
oriënterend was, zowel voor zijn
rooms-katholieke ais voor zijn pro
testantse en vrijzinnige landgeno
ten.
Zijn levensgang en de ontwikke
ling der natie veroorzaakten, dat
hij zich in de loop van een nijver
geleerden-leven ontwikkelde van
een fel apolocheet tot de père-noble
en nestor der rooms-katholieke we
tenschap. Niemand die weten wil
uit welke krachten het rooms-
katholieke leven momenteel ge
voed wordt, kan zijn werken ge
heel voorbij gaan.
Nu hij is heengegaan gevoelen
wij zo diep dat hij nog jaren lang
een der betrouwbare wachtposten
blijft vormen, die wij passeren
moeten, wanneer wij weten willen
wat de natie in de afgelopen hon
derd jaren heeft geboden.
Met Huizinga eD Gerritson be
hoort Gerard Brom tot die weinige
historici, imwier werk de overtui
ging van een gehele gezindte ge
stalte heeft gekregen: daarom zul
len wij ook in de komende halve
eeuw vaak moeten teruggrijpen
naar hun arbeid, om te weten wel
ke de impulsen dezer gezindten
De overtuiging dat Gerard Brom
zijn wetenschappelijke taak voor
het forum der Natie heeft mogen
volbrengen, en bovenal de voldoe
ning dat hij daarin de erkenning
mocht ontvangen niet alleen van
zijn geloofsgenoten, maar ook van
tallozen die buiten de rooms-
katholieke wetenschapskring zijn
arbeid volgden en zich daarin ge
lukkig prezen, tempert het ver
driet dat hij nu voorgoed van ons
is weggenomen, al zal er een ge
neratie blijven bestaan die zich in
studie en levensontwikkeling voor
goed met hem verbonden weet.
Gymnasia-rectoren tot regering
ICCC- jongeren
stichten eigen
organisatie
Vorige week is opgericht het
I.C.C.C.-jongerencontact. een onder
afdeling van de Raad van Bijbelge-
trouwe Kerken. Streven van deze
nieuwe vereniging is de activering van
de jeugd voor het werk en de opzet
van de I.C.C.C. Men hoopt in de toe
komst door oprichting van plaatselijke
comités het werk een meer landelijke
vorm te geven. In Rotterdam is zo'n
comité vrijwel gereed. Voorzitter van
het jongerencontact is de heer L. van
Valen te Dordrecht, secretaris de heer
P. Langeler. Broekweg 6 te Valken
burg (Z.-H.).
De leden van het jongerencontact
zullen nog dit jaar op Woudschoten een
conferentie houden, waar men de ge
dragslijn nader zal uitstippelen en de
propagandavorm zal bespreken. Men
hoopt die door lezingen e.d. te voeren.
De leden, bestaande uit Jongeren van
de Christelijke Gereformeerde Kerken,
de Gereformeerde Gemeenten, de Unie
van Baptisten en de Vrij-evangellsche
Gemeenten, en ook enkele Jongeren uit
Gereformeerde en Hervormd-Gerefor-
meerde kring hebben uiteraard niet na
mens de Kerken zitting ln dit jongeren
contact, maar als zelfstandige personen.
Men hoopt in de loop der Jaren te
komen tot Internationale uitwisseling.
Voor berichten en mededelingen heeft
men nu de beschikking gekregen over
het maandblad Getrouw van de I.C.C.C.
Prof. Gerard Brom
overleden
Gisteren is in het Canisiusziekenhuis te
Nijmegen overleden prof. dr. Gerard
Prof. Brom was oud-hoogleraar aan de
r.k. universiteit te Nijmegen. Sedert 29
maart 1952 verbleef hij in huize „St
Josephzorg" te Wijchen. Op 18 april van
dit jaar werd hij ln het ziekenhuis te
Nijmegen opgenomen, waar hy een ope
ratie moest ondergaan.
Gerard Brom werd 17 april 1882 te
Utrecht geboren. Na het gymnasium te
Roermond te hebben afgelopen (van
189919011 studeerde hij aan de Utrechtse
universiteit in de geneeskunde In 1901
kwam hij echter op zijn aanvankelijke
keuze terug, om zich toe te leggen op de
studie der Nederlandse letteren, welke
studie hij in het jaar 1907 bekroond zag
met een promotie Cum laude op een
proefschrift over „Vondels bekering". In
middels was hij reeds sedert 1905 als
leraar aan verschillende gymnasia ver
bonden. Van 1911 tot 1913 maakte hij een
studiereis naar Italië.
Van 1916 tot 1926 trad hij op als redac
teur-secretaris van „De Beiaard", waarin
van zijn hand een groot aantal bijdragen
verschenen op bet gebied van godsdienst,
letterkunde en schilderkunst
In 1923 volgde zijn benoeming aan de
\k. universiteit te Nijmegen met de op
dracht om onderwijs te geven ln de kunst
geschiedenis. In 1946 werd hij hoogleraar
in Nederlands en algemene letterkunde
aan deze universiteit uit welke functies
h(j ln 1957 wegens het bereiken van de
pensioengerechtigde leeftijd eervol ont
slag verkreeg.
Uit de lange reeks van zjjn geschriften
noemen w(j „Barok en Romantiek" (1923).
„De dominee in onze literatuur" (1924),
„Romantiek en katholicisme in Neder
land" (1926), „Hollandse schilders en
schrijvers in de vorige eeuw" (1927) en
.Java en de kunst" (1931). In 1937 ver
wierf prof. Brom het doctoraat hon. causa
in de faculteit der letteren van de uni
versiteit van Leuven.
Hij was lid van de Kon Ned. Akademie
voor Wetenschappen en van de Kon.
Vlaamse Akademie.
hebben in een adres aan de
beide Kamers der Staten-Gene-
raal bezwaren geuit tegen de
mammoetwet, tegen het rapport
van een werkgroep uit het rijks-
schooltoezicht over de inrichting
van het voortgezet onderwijs
(het „Bilderbergrapport")
tegen een rondschrijven van de
minister van O., K. en W. uit
1958 betreffende de inspectie van
het v.h.m.o.
De ondertekenaars van het adres
zijn dr. H. J. M. Broos, rector van het
het Praedinius-gymnasium te Gronin
gen, dr. J. A. Schuursma, rector van
het Vossius-gymnasium te Amsterdam,
en prof. dr. L. G van den Wal, rector
van het Grotius-gymnasium te Delft
Er zijn 155 adhaesiebetuigingen vai
rectoren, curatoren en ouderverenigin
gen van openbare, christelijke en rJc
gymnasia aan toegevoegd.
De adressuiten vragen aandacht voor
zes punten, namelijk: De dreigende op
heffing van vele kleine gymnasia en
gymnasiale afdelingen van lycea, de
denatureringvan het gymnasium,
indien de zogenaamde brugklasse al
gemeen wordt ingesteld; de verbreking
van de aansluiting tussen voorberei
dend hoger en hoger onderwijs, indien
bij verruiming van studierechten de
betrokkenen zelf voor de aanvulling
van eventuele lacunes in hum kennis
moeten zorgen; het facultatief stellen
van het Grieks in de b-afdeling
het gymnasium; de vermindering
de lessen in Nederlands en Frans en
drastische besnoeiing van het geschie
denisonderwijs aan het gymnasium
volgens het lessenschema van het
„Bilderbergrapport"en de opheffing
van de afzonderlijke inspectie der gym-
NORMEN
De rectoren menen dat de uitvoering
van deze maatregelen, tezamen of ge
deeltelijk, een onherstelbare slag aan
het gymnasium zal toebrengen, tot scha
de van de begaafde jeugd die deze school
bezoekt en dus van de Nederlandse natie
als geheel. Het kan toch niet de bedoeling
der regering zijn, zo vragen zij zich af,
een zo bloeiend en echtlevend school
type door in wezen administratieve maat
regelen te vernietigen.
Bij de normen voor het leerlingental,
die de minister in het ontwerp van wet
op het voortgezet onderwijs (de mam
moetwet) voorstelt, zouden op grond
van de cijfers over 1955, 1956 en
1957 van de 178 gymnasia en gymnasiale
afdelingen van lycea tussen de zeventig
en de tachtig moeten worden opgeheven
(plm. 40 procent). Wel kan de minister
naast de scholen, die aan de gestelde
getalsnormen voldoen, nog andere, waar
aan behoefte is, in zijn scholenplan op
nemen. Het zal dais in de praktijk wel
wat meevallen, maar dan, aldus het
adres, zijn de zo scherp gestelde getals
normen verkeerd.
Indien men een overtuigd voorstander
is van het gymnasiale onderwijs, zal men
het op de koop toe willen nemen dat er
een aantal gymnasia en gymnasiale af
delingen van lycea blijft bestaan, dat,
beneden de getalsnorm en wellicht een
heel eind daarbeneden, zijn reeds histo
rische culturele taak in een bepaalde
streek vervult. Niet het getal, maar de
geest moet in zaken als deze prevaleren,
menen de adressanten.
Over de consequenties van het ln de
mammoetwet voorgestelde „algemene
brugjaar" voor het onderwijs in het La-
Bloeiende school
administratief
vernietigd
^/GRATIS
1 Kwatta
Manoeuvre
20 ets reep voor
lO Kwatta-soldaatjes
bij Uw winkelier
't is weer
tijn wordt in het adres
opgemerkt Als uitgangspunt heeft
golden dat het Latijn in de eerste klas
van het gymnasium aan het brugjaar
moet worden opgeofferd. De minister
heeft echter toch de mogelijkheid open
gelaten dit vak voor het gymnasium aan
de vakken van het brugjaar toe te voe
gen. Het aantal lessen zou dan echter
gebonden worden aan een maximum, dat
lager ligt dan het gebruikelijke aantal.
Het brugjaar heeft ten doel, voor leer
lingen van dezelfde leeftijdsgroep zon
der tijdverlies overgang van de ene naar
de andere onderwijsvorm mogelijk te
maken.
Dit nu ls sympathiek, aldus het
adres, maar het Is een illusie. In een
eerste gymnasiumklasse zonder La
tijn zou men op geen enkele betrouw
bare wijze een prognose kunnen ge
ven van de geschiktheid van een leer
ling om het onderwijs ln de oude
talen ln latere jaren te volgen.
Uit een eerste gymnasiumklas met een
zeker aantal uren Latijn is de overgang
naar bijvoorbeeld een tweede klas athe
neum niet vanzelfsprekend: in het gun-,
stigste geval zal een zekere achterstand
in het vak, dat in het andere schooltype
de plaats van het Latijn inneemt, moe
ten worden ingehaald. Indien in de eerste
gymnasiumklas een zeker aantal lesuren
Latijn ls gegeven, is overkomst van een
schooltype zonder Latijn naar de tweede
klas van het gymnasium uitgesloten zon
der inhalen vande behandelde Latijnse
leerstof,
UNIVERSITEIT
Het komt adressanten onjuist voor,
de vervulling van de voorwaarden,
waaronder toegelatenen tot de universi
teiten en de hogescholen geacht kunnen
worden met succes de door hen gekozen
studie te zullen volbrengen, geheel aan
de betrokkenen ovér te laten. Met de
minister achten adressanten het sy
steem van eindexamens onmisbaar;
maar dan dienen -deze ook ernstig ge
nomen te worden. Dan dient men niet
zonder meer met een a-diploma een
typische b-richting te kunnen gaan vol
gen of omgekeerd.
Bepaalde faculteiten zullen stellig te
lijden krijgen onder niet te verwaar
lozen percentages van niet-voldoende
iu...jvde
GRIEKS
In het „Bilderbergrapport'* is voor
gesteld, het Grieks bij het gymnasium b
facultatief te stellen. Volgens het adres
zou dit ten gevolge hebbén dat de meer
derheid van de leerlingen, de weg van
de minste weerstand kiezend, de richting
zonder Grifeks zal kiezen. Was er nie
mand in de werkgroep, zo vragen adres
santen zich af, die het opnam voor de
hoge culturele waarde van het Grieks
in het gymnasium, juist ook voor de
b-leerlingen. Was er niemand die zijn
medeleden vertelde, dat als het op het
gymnasium om de culturele vorming
het volgende gaat' het niet met z^n doelstemn«
verenigen is een belangrijk onderdeel
dezer vorming af te breken, wanneer
de lectuur van Homerus, die in de b-
afdeling een hoofdschotel vormt, nog
niet tot een afsluiting is gekomen?
Met de vermindering van het
aantal lessen in Nederlands en
Frans en met de drastische besnoei
ing van het geschiedenisonderwijs,
voorgesteld in het „Bilderbergrap
port", raakt men volgens adressanten
de slagader van het gymnasium.
INSPECTIE
Verder komt het adressanten onjuist
voor, dat juist nu, nu het voortbestaan
van het gymnasium op het spel staat,
de zelfstandige inspectie der gymnasia
is opgeheven. Die inspectie is volgens
het adres „weggeadministreerd" door
een simpele zinsnede in het ministeriële
schrijven van augustus 1958 betreffende
de uitbreiding van de inspectie van het
v.h.m.o. Het routinewerk zal ook in de
niéuwe vorm naar behoren geschieden,
maar het specifieke van het gymna
sium, het onderwijs in de oude talen,
zal van de meeste inspecteurs minder
aandacht kunnen krijgen. En wie
hen springt voor het gymnasium in de
bres wanneer het wordt aangevallen?
Adressanten vragen zich tenslotte af,
of het verlangen een groot, in zekere
zin samenhangend geheel te regelen,
niet ten koste van een eigensoortig en
daardoor toch ook weer ten dele auto
noom onderdeel verwerkelijkt is. Spe
ciaal het gymnasium dreigt daarvan de
dupe te worden, zo menen zij.
Advertentie
Bliiveude verbetering!
Maagzuur niei alleen HJdrUJk
blijvende verbetering I
Het is zéér belangrijk dal bij maagklachten
wordt gezorgd voor blijvende verbete
ring, anders loopt men gevaar van kwaad
tot erger te komen. Met een Chdarox-kuur
kunt U inderdaad blijvende verbetering
bereiken, daar zich een genezende laag
op de maagwand vormt. Bovendien kunt
- U er voldoende van gebruiken ook wan
neet li erg veel last van zuur hebt - want
het bevat geen schadelijke bestanddelen.
IN Amerika is een felle discussie losgekomen over de noodzaak
om in onderontwikkelde gebieden te komen tot geboortebeper
king. Hoewel dit ondrwerp mets te maken heeft met de presidents
verkiezingen is*het niet onmogelijk dat discussie daarop toch in
vloed kan hebben. De rooms-katholieke democratische senator
John F. Kennedy die graag naar het presidentschap zou willen
dingen heeft namelijk in de discussie stelling gekozen en zich ge
schaard achter het standpunt van de Rooms Katholieke Kerk die
kunstmatige geboortebeperking verwerpt.
In Juli is een rapport verschenen van]
het Amerikaanse ministerie van buiten
landse zaken dat voörspelt dat over
heid cn particuliere instanties in onder
ontwikkelde gebieden in de toekomst
„krachtige propaganda" voor de geboor
tebeperking zullen gaan maken om de
snelle groei van de bevolking af te rem-
De situatie is thans volgens het rap
port zo, dat wat de levensstandaard aan
gaat de kloof tussen geïndustrialiseerde
landen en de zich nieuw ontwikkelende
landen van Azië, Afrika en Zuid-Ame-
rika wijder wordt, omdat de economi
sche groei achter blijft bij de bevolkings
groei en daaraan verbonden toenemende
vraag naar voedsel en kleren.
hij. Maar ziet u,
het gaat zo niet langer met de jongen. Als het
niet was dat het mij erg moeilijk zou vallen, hem
niet meer te zien. zou ik vragen hem naar Gryt
te mogen sturen, naar mijn ouders, maar ik zou
het zo vreselijk vinden als hij mij helemaal ver-
Is het dan zo erg. Malmberg? Elisabet hief
baar handen uit het water en keek hem aan, en
hij knikte.
Het is
elgec dingcu --
gcr aanzien dat de Jongen verknoeid wordt. Niet
alleen dat zij geen orde kan houden, alhoewel dat
al heel erg is. of dat zij telkens driftbuien heeft
ik kan zelf ook driftig worden, dus dat begrijp
ik wel. Maar er is letterlijk niets waars aan haar.
en dat is het ergste. Ja, het hoort niet dat ik hier
alle ellende zo openlijk beken.
Wees gerust, Malmberg, zei Elisabet. Verder
komt het niet.
Men spreekt tegenwoordig zoveel over erfe
lijkheid. De heb lezingen gevolgd en ik heb er boe
ken over gelezen, ik werd als 't ware gedwongen
er over na te denken. Svea weet niet eens van
wie zij afstamt, maar veel goeds heeft zij niet
meegekregen, de stakkerd. En haar pleegoudera
hebben haar verwend, en hebben haar steeds haar
zin gegeven. Maar mijn ouders in Gryt zijn goede
mensen, dus iets goeds heeft Torbjörn toch wel
'ja. Slalmberg, wees daar maar van over
tuigd
Maar hij kan niet thuis blijven, dat gaat
niet. Svea kent het verschil tussen waarheid en
leugen niet Het dient tot niets met haar te pra
ten. zij begrijpt niet wat ik zeg Ja. nu zult u
zergen. da', ik dat wel dadelijk had kunnen mer
ken, vóór mijn huwelijk. Dat zal ook wel het
geval geweest zijn, ja. niet zoals nu, natuurlijk
niet nou Ja. het heeft geen zin daarover uit te
weiden. Maar de Jongen mag zo niet worden. Ik
kan die gedachte niet verdragen. Hij was opge-
Buiten waait
de zomerwind
staan en kwam naar haar toe, waar zij bij de
wasteil stond.
Als u hem op zoudt willen nemen, fru Eriks
son; ik zal goed voor hem betalen.
Maar beste Malmberg, hoe zou dat kunnen!
Er is vóór vieren nooit iemand thuis bij ons. En
in hetzelfde huis waar u woont, neen, dat zou geen
Dat begrijp ik wel, zei de man. Maar als dat
had gekund, had ik het met beter kunnen wensen.
U bent altijd zo aardig voor hem geweest, en hij
was zo graag bij u. En Svea kan het niets schelen
waar hij is; het is vreemd en ellendig en ik be
grijp het niet. Maar daar dat nu eenmaal zo is,
is dat misschien wel bet beste ook. Het is of zij
niet in staat is aan iemand anders te denken dan
aan zichzelf.
Elisabet knikte. Zo was het en zij had dat me
nigmaal overdacht. Het was een waar ongeluk dat
deze nette kerel verliefd was geworden en zich
gebonden had aan zo iemand. Soms doen kinderen
wonderen, dacht zij. Maar Svea Malmberg scheen
zo los van ziel te zijn. dat niets of niemand vat
op haar had.
Svea ziet er niet sterk uit, zei zij. Daar had
zij ook al eens over gedacht.
Vindt u? vroeg Malmberg. Dat had hij nle'
gemerkt. Ja, zij hoest een beetje de laatste tijd.
Wat zegt u?
Elisabet zweeg plotseling.
Neen. neen, niets. Ik vind wel. dat u eens
met haar naar een dokter moet gaan, Malmberg,
zo voortdurend hoesten en kuchen is niet goed.
Het kleine voorval, dat plaats had gehad toen
Torbjörn toevallig bij hen was tegelijk
meubelmaker en zijn vrouw, stond haar plotseling
levendig voor de geest. Zij herinnerde zich de
woorden van haar schoonzuster, toen zij wegging.
Zou daarin een vingerwijzing liggen? vroeg Zij
zich af. Neen, dat kon toch niet
Malmberg, die enige minuten zwijgend to de
keuken heen en weer had gelopen, kwam
bij haar staan.
Als ik mij tegenover een ander zo had laten
gaan, dan hazj ik er nu spijt van, zei hij- Maar
nu heeft het mij goed gedaan om mij eens uit
te spreken men wordt zo ellendig door alles
alleen te verwerken, vooral wanneer men géén
uitweg ziet.
O een uitweg vinden wij wel, Malmberg, zei
Elisabet. Zij overdacht dit ook toen zij na hel
eten Elin vroeg Torbjörn te halen. Hij moest al
tijd gewassen worden wanneer hij boven kwam,
maar ditmaal zag hij er onverzorgder uit dan ooit.
Het is een schande, dacht zij, dat het kind ei
zo onder moet lijden, en zij zag weer haar schoon
zuster voor zich Zoals zij daar met de j<
schoot had gezeten, en Emil Eriksson's
king, toeo hij naar' hen beiden keek.
Maar gesteld dat het zou gaan. dacht zij, zou
Oliva met haar hebzuchtige natuur het kunnen
verdragen, dat zij het kind alleen maar te leen
had. dat de vader het telkens weer zou willen
zien en het misschien de een of andere dag weer
op zou eisen? Ik geloof het niet.
Hoe ook. zij moest telkens weer aan Malmberg
en aan zijn zorgen denken en aan de enige mo
gelijke oplossing, die zii voor 't ogenblik zag.
Torbjörn was daarna bijna dagelijks bij hen, of
Elin of Ragnhild gingen met hem wandelen. Dit
was het enige wat zij voorlopig kon doen.
Twee meisjes zaten op de stenen stoep van een
grijshouten zomerhuisje. Vóór hen lag een smalle
strook water onderaan een hoge rotsige oever en
nog verder weg een rij lage grijze bergen. Het
regende; een licht westenwindje dreef de regen
naar bet meer. Van de zelfde kant scheen ook de
zon en nu hing de regen als een schitterende
sluier voor het water. Wordt vervolgd
Het hoge tempo van de bevolkings
uitbreiding wordt niet ♦oegesrh-ovri
aan een hoger geboortecijfer maar aan
de snelle daling van de steriiec^.c.s
als gevolg van de betere medische
hulp. Deze daling komt tot stand voor
dat er sprake is van een wezenlijke
verbetering van de lévensstandaard.
In het rapport worden alleen feiten
geconstateerd en gèen beleidsvoorstel-
Het rapport heeft in de afgelopen
dagen grote belangstelling in de Ver
enigde Staten gewekt en er is een dis
cussie op gang gekomen over de bevor
dering van maatregelen ter beperking
van de geboorten. De r.k. bisschoppen
van de Verenigde Staten hebben woens
dag j.l. een verklaring uitgegeven waar
in zij zeggen- dat de Amerikaanse rooms-
katholieken gekant zijn tegen het ge
bruik vanfondsen uit de Amerikaanse
hulpverlening aan het buitenland voor
de bevordering van kunstmatige geboor
tecontrole.
Een woordvoerder van het Bureau
x>r de Hulpverlening, de ICA, heeft
de controverse „een academische kwes
tie" genoemd, omdat tot nu toe geen
cent van de fondsen gebruikt is voor de
verspreiding van inlichtingen ter bevor
dering van de geboortebeperking en dat
er evenmin plannen zijn dit wel te doen.
Intussen heeft de rooms-katholieke
senator John F. Kennedy, die hoopt op
de benoeming tot kandidaat van de De
mocratische Party voor de presidents
verkiezingen, verklaard dat bet een fout
zou zyn indien de Verenigde Staten ge
boortebeperking in andere landen zou
den bepleiten.
Te Los Angeles heeft bisschop James
A. Pike verklaard dat het tijd wordt
dat leidende rooms-katholieken het feit
in de openbaarheid brengen dat vele
Amerikaanse rooms-katholieken het ker
kelijk verbod voor het gebruik van mid
delen ter voorkoming van zwangerschap
negerérl.
Pike heeft ook de vraag opgeworpen
of een r.k. president de kerkregels zou
eerbiedigen en het gebruik van openbare
fondsen voor de bevordering van ge
boortebeperking in onderontwikkelde
landen zou verbieden. Hij zei
dat het beslist niet waar is dat de
kerk geleidelijk de kunstmatige geboor
tebeperking aanvaardt.
Kennedy zei trog dat het tegen het
nationaal belang is om daarvoor Ame
rikaanse fondsen te gebruiken. Dit is
een zaak die de landen zelf aangaat
Gebruik van Amerikaanse staatsgelden
zou de V.S. In een verkeerde psycholo
gische situatie plaatsen.
Het gebed wordt pas werkelijk een gebed als we tot God
mogen komen, niet als Zijn schepselen, maar als Zijn kinderen.
Als koning Josafat in 2 Kronieken 20 met zijn volk gaat bidden
zegt hij eerst: „God onzer vaderen". Hij spreekt daarmede over
Gods genadige hiilp in het verleden. Maar hij houwt niet alleen
op traditie. Dat God onze vaderen zegendewil nog niet zeggen
dat God ook ons zegent. Dat onze vaderen Hem als Vader
mochten aanspreken wil nog niet zeggen dat ook wij dat mogen
doen. Daarom zegt Josafat enige verzen verder ook: „Zijt -gij
niet onze God?"
Daar ligt de kern van het verhoorde gebed. Christus heeft
gezegd: „Niemand komt tot de Vader dam door Mij." Dat geldt
niet slechts voor het heil, maar voor iedere vorm van gemeen
schap met God, dus ook voor het gebed. Zolang God niet door
genade „onze God" is geworden, kunnen wij niet tot Hem
komen, en is ons gebed slechts het uitspreken van woorden
in de ruimte.
Maar wij kunnen slechts tot God komen door Jezus Christus,
als we gaan beseffen dat wij zelf geen enkel recht op Zijn
genade hebben, noch op Zijn hulp, noch op Zijn kracht. Dan
kan de Heiland ons wijzen op wat Hij voor ons volbracht
heeft; dan mogen wij bidden tot God als „onze Vader"; dan
mogen wij de verhoring beleven.
KERK, TOTO EN SPORTJEUGD
F\E grote meerderheid van het pro
testants-christelijk volksdeel wijst
de sporttoto af, ook de totalisator in
de gereglementeerde vorm zoals die
in het dezer dagen ingediende wets
ontwerp tot wijziging van de loterij-
wet aan de volksvertegenwoordiging
is gepresenteerd.
De gronden voor deze afwijzing
zijn algemeen bekend: de Hervorm
de Synode heeft ze in haar rapport
over deze zaak uiteengezet, en in de
gereformeerde kring denkt men er
niet anders over, getuige de studie
die de classis Almkerk hieraan heeft
gewijd. Het resultaat van die studie
is in vele kerkbodes in den lande met
instemming begroet.
Geen toto dus. Terwille van de gees
telijke volksgezondheid. Maar nie
mand denke, dat daarmee de kous
af is! Met een negatief antwoord al
leen komt men er niet er dient iets
positiefs tegenover te staan, want de
moeilijke financiële situatie waarin
sport en lichamelijke opvoeding ver
keren is onmiskenbaar. De argumen
ten waarmee de sportwereld vóór de
toto pleit, zijn, in dit licht bezien,
sterke argumenten.
Nu is het zaak bij het begin te be
ginnen, en dat begin ligt niet in het
materiële vlak. Aan de vraag, of ker
kelijke instanties en christelijk-poii-
tieke partijen materieel iets voor de
sport en delichamelijke opvoeding
kunnen doen, gaat vooraf de vraag,
of zij dat willen doen. En het is dat
punt waarop de Nederlandse Christe
lijke Sport Unie (overkoepelend or
gaan van de christelijke sportbonden)
niet gerust is.
Inderdaad, er is een beginnend con
tact tussen de christelijke sportorga
nisaties en de protestants-christelijke
politieke partijen, en er zijn gelukkig
Kamerleden die daar warm voor lo
pen. En er zijn ook kerkelijke ambts
dragers die zich de zorgen der sport -
jeugd hebben aangetrokken.
In het genoemde Almkerk heeft de
gereformeerde kerkeraad zich uit
voerig laten voorlichten over doel en
streven van de christelijke sportor
ganisaties. En in Zwolle heeft de
hervormde kerkeraad een der re
creatiezalen van de kerk ter beschik
king gesteld van de christelijke gym
nastiekvereniging. En er zijn ande
re plaatsen te noemen, waar kerke
lijke ambtsdragers intens meeleven
met het wel en wee van plaatselijke
clubs.
Maar helaas, we praten nu alleen
maar over uitzonderingen een
door de Hervormde Synode gehouden
enquête heeft uitgewezen, dat 77 pet.
van alle kerkeraden geen interesse
hebben voor sportzaken, en als men
aan 100 gereformeerde kerkeraden
de vraag zou voorleggen wat de let
ters N.C.S.U. betekenen we vre
zen dat méér dan 77 pet. het ant
woord schuldig zal blijven
Dit is een ernstige zaak. Want die
duizenden jongens en meisjes die op
vrije avonden en op de zaterdagmid
dag ontspanning zoeken in turnzaal
of zwembad of hun krachten meten
op het sportveld deze jeugd is ook
de jeugd van de kerk. En als de kerk
hen links laat liggen, vindt men het
dan vreemd, dat deze jeugd op den
duur van de kerk vervreemdt? Na
tuurlijk, de jeugd treft dan ook
schuld maar de kerkelijke ambts
dragers niet minder. En de christe-
lijk-politieke leiders al evenzeer.
Het is misschien niet helemaal juist
om de rooms-katholieke kerk hier ais
voorbeeld ie stellen, ma^r het maakt
weieens jaloers, als men ziet, hoe de
roomse geestelijkheid optrekt met
de sportjeugd en..... de jeugd zo
aan de kerk bindt!
De toto drukt christelijk Nederland
met de neus op de feiten. En wie in
zijn eigen kring rondkijkt en een eer-
tijkè conclusie wil trekken, die weet,
dat de lust tot gokken ook het chris
telijk volksdeel heeft besmet. De
schuldvraag blijve hier in het mid
den, ieder mag die voor zich per
soonlijk beantwoorden. Maar, dat het
beeld anders zou zijn, als men de
sport en de lichamelijke opvoeding
wat minder alleen had laten voort
tobben voor ons staat dat als een
paal boven water.
EEN SCHOOLVOORBEELD
T\E ONTSPANNING, die volgens
Chroesjtsjef haar intrede in de
wereld heeft gedaan, sinds hij in
Camp David besprekingen met pre
sident Eisenhower voerde, geldt blijk
baar niet voor Hongarije.
In de afgelopen weken hebben ge
ruchten de ronde gedaan, dat de
Sowjetunie haar troepen uit Hon
garije zou terugtrekken. Zjj waren
heel hardnekkig, en toen bekend
werd, dat de Russische premier zelf
naar Boedapest zou gaan om het
congres van de Hongaarse commu
nistische partij bij te wonen, werd
aangenomen, dat hij zelf de spectacu
laire mededeling zou doen.
Niets bleek minder waar te zijn.
Gisteren reeds op de eerste dag
van het congres heeft Janos Ka-
dar, die als leider van de commu
nistische partij achter de schermen
in Hongarije aan de touwtjes trekt,
laten weten, dat er van terugtrek
king van de Russische strijdkrach
ten geen sprake zal zijn.
De verklaring van Kadar, dat de
Russische troepen niet om „interne
rendenen" in Hongarije zijn maar „als
resultaat van internationale kwes
ties, die nog niet opgelost zijn", be
vat niets nieuws, na alles wat er in
het land is gebeurd. Wat wel opvalt
is, dat hij nu Iaat weten, dat de troe
pen in Hongarije zullen blijven, zo
lang de internationale toestand dat
nodig maakt.
In de eerste plaats verkondigt men
ln Boedapest al geruime tijd, dat de
toestand in het land is genormali
seerd en suggereert men zelfs, dat
de meerderheid van de bevolking
achter het regiem van Kadar staat.
Ook het Hongaarse leger zou be
trouwbaar zijn, nu het van alle „on
zuivere elementen" is bevrijd.
Bovendien is de baas van Kadar, de
Russische premier en partijleider
Chroesjtsjef ongeveer de enige, die
de wereld wil doen geloven, dat er
een ontspanning in de internationale
situatie is ingetreden, dat niets de
wereldvrede meer zou kunnen bevor
deren dan het ontruimen van buiten
landse militaire bases en dat de Sow
jetunie het meest van alle landen
verlangt naar algemene en algehele
ontwapening.
De Russische politiek ten opzichte
van Hongarije is een schoolvoorbeeld
van wat de vrije wereld te wachten
staat als zij geloof schenkt aan de
mooie woorden van de Russische pre
mier. Als Chroesjtsjef zijn zin krijgt,
zal er in het Sowjetblok niets ver
anderen. Alle plannen, die hij ter
tafel brengt, doen slechts dienst om
de waakzaamheid van de vrije we
reld te laten verslappen en haar
weerstandsvermogen te ondermij
nen.
Dat is de betekenis van de vreed
zame coëxistentie-politiek, die ook
loor Chroesjtsjef wordt gepropageerd.
In de komende maanden bereidt het
Westen zich voor op een gesprek met
de Sowjetunie. Het zal er goed aan
doen, zich geen enkele illusie te ma
ken over hetgeen aan de conferentie
tafel kan worden bereikt.
Wellicht is een dergelijke houding
de enige, die de Russen tot andere
gedachten kan brengen.
Het is de vraag hoe liet Amerikaanse
volk op deze uitspraak zal reageren.
Nog nimmer hebben de V.S. een rooms-
katholieke president gehad Vooral in
protestantse kringen leeft de angst dat
een dergelijke president het traditio
nele dogma van de scheiding van kerk
en staat zal doorbreken. Het feit dat
Kennedy nu reeds de kant van de kerk
in deze kwestie heeft gekozen, zal zijn
populariteit niet bevorderen. Boven
dien leven bij vele protestanten lang
niet die grote bezwaren tegen een
kunstmatige geboortebeperking die in
rooms-katholieke kringen leven.
BOEKENHOEK
Mythen en sagen uit het oude Euro-
£a. Negen verhalen, naverteld door D.
Daalder. Prisma-Doek. Uitgave Spec-.
Beroeping?w^rk
NED. HERV. KERK
Beroepen te Annerveen (toez.): W. A.
G. Meeuwsen, kand. te Rotterdam: te
Bovenkarspel: W. J. Fournier te Goutum.
GEREFORMEERDE KERKEN
Beroepen te Scheemda: R. Petersen te
Oudemirdum; te Vriezenveen: W. Struys
te Krommenie.
Bedankt voor Bovensmilde: J. N. Nam-
mensma te Roodeschool.
CHRIST. GEREF. KERKEN
Beroepen te Midwolda, Old: H. U. Wes
terterp te Wormerveer.
Bedankt voor Eemdijk: G. Blom te
UNIE VAN BAPT. GEM.
Aangenomen naar Alkmaar: N. J. van
Beek te Delfzijl.