De slangen van Modin DICHTERBIJ KOMEN m mr vemM |:hs 111® ^otoiipdc^ Doris Dolifaiit ZONDAGSBLAD ZATERDAG 21 NOVEMBER 1959 's Morgens vertrokken wij uit Er Ramle. Na verloop van tijd bereikten we Loedd. Daar bogen we af naar het oosten. Het gebergte van Efraim lag nu recht voor ons. Daarachter moest ergens de grens zijn. Links en rechts van ons strekte zich de vruchtbare vlakte uit. Maar naarmate we verder trokken werd de bodem droger en wilder. De weg begon te stijgen. We bevonden ons op het oude grondgebied van de stam van Dan en onwillekeurig moesten we weer denken aan de woorden van Jakob, die we bij het ontbijt nog gelezen hadden: „Dan zal een slang aan de weg, een adderslang nevens het pad, bijtende de verzenen van het paard, dat zijn rijder achterovervalle". „Spion, spion!" tierden de mensen. Nog eens werd er aan de baard getrok ken. En plotseling men moest wel een oosterling zijn om nu nog ernstig te blij ven plotseling verdween die baard. Een jong gezicht verscheen. Ik schoot in de lach, ondanks het droevige van het toneel- „Ik ben blij, dat Ik niet op zit", zei mijn vrouw. Ik lachte maar eens. Mtjn vrouw heeft de bijzondere gave. de woorden van de Bij bel onmiddellijk te betrekken op het prak- Sische leven. Maar zij lachte niet. Ze wees Iets. Ik stopte de wagen. „Wat ga je doen?" vroeg ze. „Rijd asje blieft door". ,.Nee", antwoordde ik, „mijn jachtin stinct is ontwaakt". Uiterst voorzichtig liep ik op de slang toe. Hij bewoog zich niet. ..Herman, kom hier", riep mijn vrouw Ik zocht een stok, maar vond die niet. Daarom raapte ik een steen op. „Pas nou op", gilde mijn vrouw. Ik legde de vinger op mijn lippen om haar aan te duiden, dat ze stil moest zijn. Ik stond nu vlak achter de slang. Had hij me door? Ik zag zijn tongetje snel be- „Ik moet me haasten", dacht ik. Even zwaaide ik de steen hoog boven chnam kronkelde nog een ogenblikje Daarna werd het stil. Ik richtte me op. Triomfantelijk keek ik naar mijn vrouw. Ze lachte. Nu lachte ze. „Kijk eens achter je", riep ze. Daar stond een man. Ik had hem blijk baar niet opgemerkt, omdat ik al mijn aan dacht op de slang gericht had. De man was oud. Zijn hoofdhaar was wit, evenals zijn baard. Hij droeg een lang kleed, dat hem tot op dc voeten hing. ..Zo moet Abraham er uit gezien heb ben", dacht ik. Ik boog. „Vrede zij tl". „Vrede zij U", antwoordde hij. Hij bleef onbeweeglijk staan. Wat wilde hij van me? Was het niet goed, wat ik ge daan had? Ik wilde iets zeggen, maar ik wist niet wat. Toen haalde ik mijn siga retten te voorschijn. yiJN ogen begonnen te glinsteren. Hij keek begerig naar het pekje in mijn hand. Dat verbaasde mij. Ik trachtte me Abraham voor te stellen met een sigaret In zi'n mondhoek. „Wilt U ook roken?" vroeg ik. Ik hield hem mijn pakje vcor. Hij strekte zijn hand uit. Die hand deed me op de een of andere manier aan een klauw denken: de klauw van een aasgier Hij graaide naa' de sigaretten Er vielen er een paar op de grond. Bliksemsnel buk te hij zich om die op te rapen. Hij verborg zc ergens onder zijn wijde mantel. Ik deed. of ik zijn handelwjze heel gewoon vond en gaf hem vuur. Daarna ging hij zi'ten. Aarzelend nam ik tegenover hem plaats. Zwijgend rookten we Vanuit mijn ooghoeken gluurde ik naar de wagen. Mijn vrouw was daar niet meer. merkte ik. Ze was naderbij gekomen en stond nu achter Maar de oude lette niet op haar. Hij keek onafgebroken naar mij. De stilte begon op mijn zenuwen te wer ken. Ik vroeg me af. hoelang we hier zou- n. Die 1 - JOS A. BRUSSE hij: Hussaï is de beste man uit iheel Modin. ALs hij in het huis van Gersom kwam, zei hij: Gersom is de beste man uit heel Modin. Maar ieder wist, dat Hussaï en Gersom vijanden waren. Zo deed Zoheleth jarenlang. Maar ten slotte werden de ogen van de mensen ge opend. Iemand heeft eens gezegd ik meen. dat het Jehoschua bar Josef was, die gij Jezus noemt Laat uw ja Ja en uw nee nee zijn. Ik geloof niet, dat deze Jehoschua iets was. Maar zijn woorden zijn het overdenken waard. De woorden van Zoheleth waren geslepen als de tong van een slang. Zijn ja was nee en zijn nee was ja. De inwoners van Modin begrepen dat eerst niet. Later begrepen ze het wel. Ze hebben hem toen het dorp uit- gestenigd. Zijn graf ligt daar -jd| aarschuwing voor ons 1 slang, die in ons zit, vergaan als D", gesleurd 1 als een blijvende allen. We moeten c._ doden. Anders zal het Hij zweeg. Daarna stond hij op ging len", zei De soldaten deden hun°best de man te- gon de woedende aanvallen te beschermen. Ik moest ineens aan Paulus denken en aan de Heiland zelf. „Laten we gaan", stelde ik voor. „Hier 1« voor ons niets moois te zien". We gooiden het geld voor onze verterin gen op tafel, omdat de waard in de me- gil' - Jvas en vertrokken. vermeldden de kranten, gevaarlijke buitenlandse spion gearresteerd was. Hij had handig gebruik gemaakt van de bijgelovigheid der be volking. Jarenlang had hij zich opgehouden ln de grensstrook.... volgende dag, toen we onze tocht voortzetten, zei mijn vrouw: „Wat ben Je stil. Moot je nog aan het gebeurde van gisteren denken?" „Ja", antwoordde ik. „Zou die man zelf wel beseft hebben, wat hij zei. toen hij beweerde, dat wij de slang in ons moesten doden? Zou hij wel beseft hebben, dat hij Jehoschua bar Josef nasprak, die hij ver achtte? Wij hebben allemaal een slang in ons. We zijn adderengebroedsel. We moe ten die slang doden. We moeten onze oude mens doden. We moeten ons leven verlie zen om het te behouden." Mijn vrouw dacht na. Toen wees ze door de voorruit. „Kijk, de heuvel Golgotha", riep ze. Ze had gelijk. We naderden Jeruzalem. „Op die heuvel heeft onze Heiland zijn leven gegeven", dacht ik. „Op die heuvel ls Hij tot niets geworden". „Maar nu is Hij Alles", zei mijn vrouw, alsof ze mijn gedachten raadde. Ze lachte. groette hij. die slang te ..U deed er goed 1 nietigen", zei hij ine Ik achrok. „Ja. die slang", dacht ik Ik heb hem gedood. Waarom eigenlijk? Het beest deed „sfangen zijn onze grootste vijanden", vervolgde de man. HU sprak langzaam en zacht. Toch had zijn stem iets dreigends. Ik begon bang te worden. Mijn sigaret was op. ik nam een nieuwe. Door dc rookwolken heen zag ik Ik knikte. „Ik zal U een verhaal vertellen", zei hij. ..Ginds ligt de nederzetting Modin. Daar wonen mensen. Ik woon er ook. Lang gele den werd ik er geboren. Ik was de oudste zoon van mijn moeder. Wc waren heel ge lukkig. Alle mensen in Modin zijn geluk kig. Wc zijn het in veel dingen niet met elkaar eens. We hebben onderlinge twisten. Maar dat belet ons niet gelukkig tc zijn, Er was een man in Modin. Zoheleth ge naamd. Iedereen hield van hem. hoewel hij ren slangenkind was. Zoheleth praatte met de mensen. Iedereen vond het prettig, als hij kwam. Iedereen slachtte het beste kalf. als hij kwam. Zoheleth gaf alle mensen gelijk. Hij was een witgepleisterd graf. Hij probeerde het iedereen r r de 1 t te r Als hij ln het huis van Hussaï kwam, zei TK stond eveneens op. Mijn vrouw pak te me bij de hand. Samen keken wc de vreemde, oude grijsaard na. De ban. waarin we gevangen geweest waren, was verbroken. De wereld vertoonde zich weer aan ons in zijn ware verhouding. Ik zag de vermorzelde slang. Kom", zei mijn vrouw huiverend, „la ten we verder gaan". We keerden terug naar de wagen. De weg voerde ons dicht langs de steenhoop, waarover de oude ons gesproken had. Er was niets bijzonders aan die stenen te zien. Toch voelde ik me niet op mijn gemak. Ik gaf vol gas en reed zo snel mogelijk do plaats voorbij. In Modin hielden we stil voor een kleine herberg. Modin is een afgelegen plaatsje. De mensen leven er nog bijna net zo als tweeduizend jaar geleden. Maar in de herberg was de nieuwe tijd doorgedrongen. We zagen er verschillende moderne reclameplaten. Ik deed mijn be stelling en maakte een praatje met de her berg!- r Ik vertelde hem van onze ontmoe ting. Hij schrok merkbaar. ,.De geest van Zoheleth is wakker ge worden". fluisterde hij. ,,U had er beter aan gedaan, als U niet naar hem geluisterd had". Ik lachte ongelovig. ..De geest heeft een sigaret gerookt", zei ik. ,.U moet niet lachen", waarschuwde de herbergier. „Af en toe wordt Zoheleth wak- Anders zullen ze zelf gestenigd worden". Ik keek mijn vrouw aan en mijn vrouw keek mij aan en allebei dachten we het zelfde. Natuurlijk geloofden we de praat jes niet. Nee, maar toch... We hadden dorst. We dronken de ene kop koffie na de andere. De herbergier bedien de ons verder zwijgend. In zijn ogen waren we besmet: we hadden met de geest van Zoheleth gesproken. Na ongeveer een half uur besloten we weg tc gaan. Ik riep de herbergier om af te rekenen. „Wacht even, meneer", zei hij. „Hoort U dat rumoer? We luisterden. Er klonken woeste kreten op straat „Hoort U het. meneer?" herhaalde de Wc gingen naar buiten. Heel Modin scheen uitgelopen te zijn. ..Herman", nep mijn vrouw. ..zie Je dat"" Ze pakte me bij de schouders. „Wat?" vroeg ik onnozel. „Nou, kijk dan. Daar!" TK keek tussen de door elkaar heen krioelonde mensen door en toen zag ik hem: de geest van Zoheleth. De grijs aard liep tussen een groep soldaten in. „Een spion", loeide de menigte. „Hij ls Wat wc daarna te zien kregen, zal ik niet spoedig meer vergeten. Het leek wel. of een boze geest zich van de maFsa had meester gemaakt Ze spuwden de oude man in het gez cht. ze sloegen hem, ze trokken aan zijn baard. Van tijd tot tijd hopen wij op deze plaats in ons Zondagsblad een hoekje in te ruimen, waarin vooral beginnende amateurfotografen zeer veel nuttige wenken zullen vinden voor een betere beoefening van hun hobby. Bij een van de laatste grote fotowedstrijden ln Nederland wer den duizenden foto's ingezonden. Fotowedstrijden zijn blijkbaar erg in trek bij ons volk. Foto's uit alle uithoeken van ons land en natuurlijk ook uit Europa, want wij zijn allen bereisd ln deze moderne tijd. Telkens bleek echter de grote fout die de inzenders maakten, ze stonden veel te ver van het onderwerp vandaan. Als u ergens op een heuveltop staande in de weidse verte staart en u ziet te gen de horizon een dorpje, dan vertelt uw verstand u „dat is het dorp Zeddam in Montferland". Ge ziet echter niets dan vaag en blauwig wat kleine huisjes en een torenspitsje. U raakt ge boeid en grijpt naar de camera (misschien zit er wel een kleu renfilm in), „klik" uw sluiter gaat over en tevreden gaat u verder. Later, als het bepaalde kiekje thuis is, ziet u dit „een horizon met een wollige streep (geboom te) een paar minuscule blokjes (huizen), en een klein rechtop 1H Me VprUnrpnl Wereld 1 heeft ook geen fantasie duidelijk beeld raar herinneringsvermo- omstandigheden in die plaats, letterlijk strepen Foto-vragenbus v. d. V. te Z. vraagt, „zijn er ook met een Box. binnenshuis kleurenfoto's te maken?" Zeker, we moeten in dit geval wel onze toevlucht tot de flits lamp nemen. Gebruik bij z.g. daglicht kleurenfilms de beken de blauwe flitslampjes. Bij andere soorten gebruiken we de de bijzondere flitslampjes. welke in de gebruiks- aanwijzing worden aanbevolen. Tips: Mevr. M. in X. Het helle flits- cht is niet nadelig voor de oog- o - :s van uw Jongste pupil van mrornnri drie maanden. Maakt u zich ab- U'®lU „oer, 7Ar«pr wee r V.O+ «rol. Fotografeer panorama' met een goede voor "nd7. dan ,uw. DOODSTIL, want onscherpte gaat zÜn van Baby's kijker de foto met „net dorp Qp die afstand veej meer sto- heren Medici hebben dit Een jury die tot taak heeft foto's te beoordelen, kan natuur lijk nog minder dan uw vriend raden wat de Zeddam" voorstelt. Zij legt de foto opzij. Daarom is het fotograferen van dorpjes of eilanden enz. kortom ook voor ae 1 z.g. panorama's in het algemeen ^an df. bl) Panorama-foto s vaak onschadelijk is_ teleurstellend. U legt een brok hinderlijke „hengheid" onderdruk- misschien 20 km groot ken. soluut geen zorgen voor het wei- Baby's kijkertjes. De nauwge- onderzocht en zij zijn tot de slotsom gekomen, dat het flits- Een geelfilter bij zwart-wit licht, mede door zijn korte duur. 1. de teerste babyoogjes foto Beter Uw herinneringsbeeld beeld aan, het zegt „daar is Zed dam weer" en wellicht plakt u het kiekje tevreden in u„ album. ^^.ThaTgendV^kK.' De kans is echter veel groter, dat u niet tevreden bent, omdat u in die vlekjes en strepen het voorgrond dorp niet meer herkent. Een vriend aan wie ge dat kiekje laat z U vergt te veel! -#■ Een panorama wint aan het al, als u zorgt kracht als er een fikse wolken- aardig voorgrondje, een lucht boven staat. Polderland- inde takken, een schappen enz. Kunnen dan echt reisgenoot enz. We krijgen nu „spreken"! vergelijkingspunt tussen de horizon -g- Bij kleurenfilm nooit een geel filter gebruiken. Wel dat dorp loos U.V. of Hazefilter. herkent het al helemaal te doen. ga er dan heen niet. Hij was immers niet bij 1 op die heuveltop. Onze heeft immers maar een oog (de lens) fo- Kees Jonger! vraagt zich af, hoe het komt dat zijn foto's zo vaak onscherp zijn. Het is moei lijk om de foto's te beoordelen van hieruit. De grootste boosdoe ner is echter de z.g. bewegings- onscherpte. Houdt daarom de ca mera tijdens de opname altijd DOODSTIL Zoek desnoods een kleur- steunpunt, leun tegen een boom of hek b.v. Ook bestaat de kans, dat er een mankement aan het enkele weken toestel is. In dat geval raden wij tografeer die kerk en die huis- In de loop jes ter plaatse. Dat geeft u al kregen we ook enkele vragen op je aan onverwijld bevrediging, fotografisch gebied. Die worden handelaar te gaan, hieronder beantwoord de knoeien! DOOR C. A. BUIJK Doris, je moet opschieten joh, anders kom je niet op tijd op school!", zei de moeder van Doris. Weet je wie Doris is? Nee?! Doris is een olifantje: ééntje met een héél klein staart je, grote flaporen en een hele lange slurf. En net als alle kindertjes gaat Doris ook naar school. Nee, natuurlijk niet naar een school voor mensen-kinder- tjes. Stel je voor zeg, zomaar een olifant tussen allemaal jongens en meisjes! Nee, Doris gaat op een dierenschool. Doris vindt het best fijn op school. Hij 'heeft ook e heleboel vriendjes. En hij heeft één vriendinnetje. Dat Amalia, een leuk meisjes-konijntje. Ja, Doris vindt het helemaal niet erg om naar school te gaan; hij vindt het juist fijn. Alleen rekenen, dat^vindt Doris toch zo mc lijk. Nee, rekenen vindt Doris helemaal niet leuk. En gaan al tot 20! Aftrekken en optellen. Maar Doris kan het helemaal niet. Hij kan nog niets eens tot 10 tellen!! En nou is er iets verschrikkelijks. De juffrouw 'heeft ge zegd dat ze morgen een repetitie-rekenen krijgen! Doris weet niet eens wat dat moeilijke woord betekent, r het zal vast wel heel erg vreselijk verschrikkelijk vi lend zijnen moeilij-k, want het is een repetitie r k e dat ik morgen maar ziek v tegen Amalia, z'n vriendinnetje. „Oh. Doris, dat mag je zo maar niet willen! Dat heel slecht van jou. Ziek-zijn kan héél erg zijn!!", Amalia. „Ja, maar ik wil niet érg ziek zijn. Alleen maar f klein beetje." „Dat mag je ook niet willen!", zei Amalia. Die arme Doris, hij wist niet wat ie doen moest. W; neer Amalia het zei, zou het wel zo zijn. 'Maar hoe mo dat nou morgen? Hij wist het niet meer. „Doris, wat kijk je nou toch verdrietig", zei. Amalia. „Weet je wat, zal ik jou morgen stiekem ihelpen' „Ja maar Amalia, dat is óók slecht. Dat mag toch ook niet?", zei Doris. Tja. voorzeggen is ook niet goed. Die arme Doris e Amalia nou wisten ze het allebei niet meer. „Lust jij een snoepje van mij; ik heb er nog twee' zei Amalia. „En zullen we dan samen gaan knikkeren, of zullen we haasje-over gaan spelen". Ze vond het lig voor haar vriendje. (Volgende week verder) Beste neven en nichten, Jullie hebben goed je best gedaan met schrijven. Het is altijd weer fijn zoveel brieven te ontvangen. Hebben jullie van Sinter klaas gedroomd? We zijn natuurlijk erg benieuwd, of hij dit jaar nog iets voor ons meebrengt. Nou, ik ook hoor! De puzzel deze week is wel moeilijk, maar 'k verwacht toch veel brieven van jullie. Van verschillende meisjes en jongens kreeg ik gedichtjes, die te zijnertijd in de krant komen. De oplossing van de vorige week is: tafel, zadel, bel, bal, bril en knol. Deze week krijgt de hoofdprijs M ar ius v. d. Hoeven, troostprijzen krijgen Marijke Jansen, Kees Muit Corrie de Kok. En 1 de brieven. Lientje Hampel van kreeg ik geen briefje, volgende keer wel Be denkt voor je mooie kaart Gerry Harteweld. Ga jij wel eens meer naar de televi sie kijken Leuk, dat jij al klanten mag helpen Anke Heerema. Je mag altijd brieven schrijven, maar je staat in de krant, als de let ter je de beurt is. Wat heb jij mooie tekening gemaakt, Anneke van Herp! Heb je groot feest gehad, toen de meester jarig was Ben jij ook op de boot geweest Nellie van Harten Wel leuk, zo'n boottocht. Jij hebt Sinterklaas goed gezien Peter Hebly Komt hij ook bij jullie Is je nieuwe mantel lekker warm Jenny v. d. Heuvel Jij bent erg verwend door je der. Kan jij ook blokfluit spelen? Jij verlangt al naar het St.Nicolaasavondje Saartje v. d. Heuvel Welke versjes zingen jullie als het Kerstfeest is Nee ik kan niet komen luisteren, hoor! Jij vindt het station met z'n gouden beelden in Gou da zo mooi, John v. d. Hei. den. Wat hebben jullie j( moeder erg verwend, toen zij jarig was. Hebben jullie een prettige dag gehad Hoe is je rode rok gewor den Ria v. d. Heiden? Wa ren de flensjes lekker? Jam mer. dat je niet met de uit voering mee kon doen. Wat wordt je broertji groot Annetje Heij stek. Kan Janek. de vluchteling 45. Wat is er in de toren gebeurd? Dat die klokken luiden, kun je wel begrüpen. Janek is immers langs het klokketouw naar beneden gegeleden en toen zijn de klokken wild gaan lui den. Maar wat je niet wist, is dat Janek vliegensvlug naar be neden is gegaan. Hij is er zelfs nog iets eerder dan Harry. Die heeft ook al eens raar gekeken, dat die klokken opeens begonnen te luiden. Maar ja. Janek is opgesloten en hij heeft de broche terug. Wie kan hem iets doen? Harry let dus niet meer op. En als hij beneden in de toren is, voelt hij zich kip lekker. Mooi, de broche is nu van hem! Dat dacht hij maar! Janek springt boven op hem. Harry schrikt zo, dat hij op de grond terecht komt. Janek er boven op. Geef mijn broche terug, roept hij. Die is niet van jou! Ha- ha lacht Harry, wat wil je kereltje. Ik zal je wel Maar hij zal niets meer. Want de torendeur gaat wijd open. Er komen jongens binnen. Het eerst wat ze zien is dat Janek aan het vechten is met een vreemde man. Mooi. ze zullen Janek helpen. En met zijn allen vallen ze boven op Harry. Die kan nu niet meer wegkomen. En Janek? Die heeft de broche weer te pakken.... hij al praten Fijn, dat je moeder weer beter is Tineke v. d. Hil. Ja, inkt is raar spulletje. Welke spelletjes doen jullie op de padvinderij Marius v. d. Hoeven Joop en Grie- tus Hobers, graag volgende keer een briefje van jullie. Heb je Sinterklaas goed gezien Tiny Hoedemaker Waar woont je opa Har telijk welkom Koos van 't Hof. Wat een stout hondje om zomaar twee carbona- des uit de keuken te halen. Jij bent ook hartelijk welkom Peter Hofman, welke vissen zijn het Van jou kreeg ik geen brief je, R. van Holtz. Hoe heet de nieuwe juf frouw Nezla v. d. Horst Kan jij ook blokfluit spe len Hebben jullie leuke spelletjes gedaan, toen de meester jarig was Gerrit van Houwelingen Was het fijn op papa's verjaardag Is de juffrouw nog niet beter Hennie van Houwe lingen Wat maak jij op handwerkles Krijg ik de volgende keer een brief je Janie Houweling Wij waren niet in Amsterdam, hoor Jopie Huisman! Veel sterkte op 30 november, Jopie! Vind je het fijn op school Anneke Husselman Is Je meet- lap al af Kan je kleine zusje al lopen, Marijke Jansen Wat leuk. dat je opa en oma er ook waren Corrie de Jong. Was het afscheidsmaal lek ker op school, WIjnie de Jong Heb jij Sinter klaas al gezien Annic Jo- chem. Vind je het fijn, weer naar school? Nog van harte gefeliciteerd Har ry Kalkman. Heeft mam ma lekker gebakken Hoe was het in Bennekom, Wilma Kalkman Ben jij altijd 's morgens zo vroeg wakker Hartelijk be dankt voor je mooie teke ning, Hans Kant! Ga jij graag naar school Har telijk welkom, Freddie Kei ler! Zo moeilijk is het toch niet op school Ook jij bent hartelijk welkom, Ria Keiler. Heb jij nog meer zusjes Gertje de Kievit is ook hartelijk wel kom bij de neven en nich ten. Wat flink, dat jij al zo'n brief kan schrijven Nog van harte gefeliciteerd Annle v. Kleef. Wat ben jij verwend. Is je boek' mooi Ook jij bent nog van harte gefeliciteerd, Kees Kleef. Is je grootmoe der weer helemaal beter Mag je al weer na school, Corrie de Kok Je pen schrijft mooi, J hannes de Koning. Heb jij nog kleine zusjes Wat leuk, dat je zusje zo'n mooie pop heeft gewonnen, Marga de Kooter! Komt Sinterklaas nog bij jullie Jammer, dat je i kon voetballen Hans v. Kooij. Nu gaat het zeker wel weer Volgende keer graag een briefje, Marga ret Koree! Van jou kreeg ik ook geen briefje Dicky de Korte. Ja, ik heb oma en opa in de krant ge zien, Jan Kraak. Had jij geen slaap om twaalf uur Welke muziek speel jij op de piano, Ans Kroon Op welke school ga jij Hartelijk welkom Joke La- ros. Was het goochelen leuk Nog van harte ge feliciteerd Arjan de Leeuw. Wat ben jij verwend. Ook jij bent van harte wel kom Matty de Leeuw. Har telijk bedankt voor je ge dichtjes. Denken jullie, dat tante Jos in de zak moet Ad en Leo van Leeu wen? Bedankt voor je stem pel. Wat een stoute jon gens op school Herma Lot- term an. In welke klas zit jij Gaat het zwemmen fijn, Jannie Luijten. Hoe was het in Delft? Is je zus je weer beter Hoe heet je vriendin Tineke v. d. Maaden Vind je het leuk op de blokfluitles, Conja Meijers Speel je al versjes? Hartelijk wel- kom Nellie Moerman. Jij mag elke week schrijven, maar je komt in de krant, wanneer je letter aan de beurt is. Wat een knap pe hamster Kees Muit, dat hij zomaar knipoogjes geeft. Leeft het visje nog Is je overgooiertje al klaar Rietje van Noordenne Schieten je sokjes al op Heb je St. Nicolaas nog op de televisie gezien, Dic ky NoordervJiet Is je knikkerzak al klaar Jul lie zijn dus ge weest, Jannie Nolenboom! Was het fijn in Rotterdam Wat een ondeugend vriend je, hè. - Vind je het fijn op de tractor Klement No tenboom Dat zal wel mooi geweest zijn, al die vliegers in de lucht. Deze week zijn aan de beurt de namen, die met de letters O t.m. Z begin- TANl'E JOS. phouden met vechten, klinkt het opeens. De jongens en Harry kijken op. Daar staat de politie, de inspecteur en de sergeant. Janek gaat meteen naar hen toe. Alstublieft, meneer. Verdraaid, zegt sergeant Foster. Dat is die broche, die een Ëaar dagen geleden gestolen is. En daar hebben we Harry, ie kennen we maar al te goed bij de politie. Zeg. Harry hoe ben jij door dat raam boven de deur gekomen? Dat deed hij niet, zegt Janek vlug. Dat deed ik! Zo, zegt de inspecteur, heb jij er ook wat mee te maken? Maar nu toont Harry, dat hij toch eerlijk kan zijn. Nee hoor. zegt hij. Hij heeft ons geholpen, maar hij wisl helemaal niet wat hij deed. Hij kwam voorbij het huis en toen is hij voor ons door het raam geklommen, maar hij dacht, dat wij er woonden. Nee. Janek heeft niets verkeerds gedaan. Sergeant Foster heeft nog een vraag: Harry, je werkt altijd samen met Fingers. Waar zit die? Maar dat vertelt Harry niet. Zoek dat zelf maar uit. De politie hoeft niet te zoeken. Want daar komt Fingers aan sukkelen. Hé, Harry roept hij. Maak, dat je wegkomt, roept Harry terug. Wegkomen, zegt Fingers. Ik zak gewoon door mijn benen heen. Nee hoor! En Fingers loopt rustig naar Har ry toe. En zonder het te merken, loopt hij zomaar de politie in de handen. Hij kijkt raar op, als sergeant Fosters hem beet pakt. Zo, Fingers, zegt die. Was je daar weer eens? Jongens en meisjes, op dit plaatje zien we 5 jon gens. No. één en twee hebben een gezicht, de andere drie niet. Jullie moeten nu invullen wat de jongens doen. 'k Zal jullie een beetje helpen. No. één staat te denken. De no's 2, 3, 4 en 5 staan Oplossingen moeten vóór dinsdag 24 rovember worden ingestuurd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1959 | | pagina 18