De slangen van Modin
DICHTERBIJ KOMEN
m mr vemM |:hs
111®
^otoiipdc^
Doris Dolifaiit
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 21 NOVEMBER 1959
's Morgens vertrokken wij uit Er Ramle.
Na verloop van tijd bereikten we Loedd. Daar bogen we af naar het
oosten. Het gebergte van Efraim lag nu recht voor ons. Daarachter moest
ergens de grens zijn. Links en rechts van ons strekte zich de vruchtbare
vlakte uit. Maar naarmate we verder trokken werd de bodem droger en
wilder. De weg begon te stijgen.
We bevonden ons op het oude grondgebied van de stam van Dan en
onwillekeurig moesten we weer denken aan de woorden van Jakob, die
we bij het ontbijt nog gelezen hadden: „Dan zal een slang aan de weg,
een adderslang nevens het pad, bijtende de verzenen van het paard, dat
zijn rijder achterovervalle".
„Spion, spion!" tierden de mensen.
Nog eens werd er aan de baard getrok
ken. En plotseling men moest wel een
oosterling zijn om nu nog ernstig te blij
ven plotseling verdween die baard. Een
jong gezicht verscheen. Ik schoot in de
lach, ondanks het droevige van het toneel-
„Ik ben blij, dat Ik niet op
zit", zei mijn vrouw.
Ik lachte maar eens. Mtjn vrouw heeft
de bijzondere gave. de woorden van de Bij
bel onmiddellijk te betrekken op het prak-
Sische leven. Maar zij lachte niet. Ze wees
Iets.
Ik stopte de wagen.
„Wat ga je doen?" vroeg ze. „Rijd asje
blieft door".
,.Nee", antwoordde ik, „mijn jachtin
stinct is ontwaakt".
Uiterst voorzichtig liep ik op de slang
toe. Hij bewoog zich niet.
..Herman, kom hier", riep mijn vrouw
Ik zocht een stok, maar vond die niet.
Daarom raapte ik een steen op.
„Pas nou op", gilde mijn vrouw.
Ik legde de vinger op mijn lippen om
haar aan te duiden, dat ze stil moest zijn.
Ik stond nu vlak achter de slang. Had
hij me door? Ik zag zijn tongetje snel be-
„Ik moet me haasten", dacht ik.
Even zwaaide ik de steen hoog boven
chnam kronkelde nog een ogenblikje
Daarna werd het stil.
Ik richtte me op. Triomfantelijk keek ik
naar mijn vrouw. Ze lachte. Nu lachte ze.
„Kijk eens achter je", riep ze.
Daar stond een man. Ik had hem blijk
baar niet opgemerkt, omdat ik al mijn aan
dacht op de slang gericht had. De man was
oud. Zijn hoofdhaar was wit, evenals zijn
baard. Hij droeg een lang kleed, dat hem
tot op dc voeten hing.
..Zo moet Abraham er uit gezien heb
ben", dacht ik. Ik boog.
„Vrede zij tl".
„Vrede zij U", antwoordde hij.
Hij bleef onbeweeglijk staan. Wat wilde
hij van me? Was het niet goed, wat ik ge
daan had? Ik wilde iets zeggen, maar ik
wist niet wat. Toen haalde ik mijn siga
retten te voorschijn.
yiJN ogen begonnen te glinsteren. Hij
keek begerig naar het pekje in mijn
hand. Dat verbaasde mij. Ik trachtte me
Abraham voor te stellen met een sigaret
In zi'n mondhoek.
„Wilt U ook roken?" vroeg ik. Ik hield
hem mijn pakje vcor.
Hij strekte zijn hand uit. Die hand deed
me op de een of andere manier aan een
klauw denken: de klauw van een aasgier
Hij graaide naa' de sigaretten Er vielen
er een paar op de grond. Bliksemsnel buk
te hij zich om die op te rapen. Hij verborg
zc ergens onder zijn wijde mantel. Ik
deed. of ik zijn handelwjze heel gewoon
vond en gaf hem vuur. Daarna ging hij
zi'ten. Aarzelend nam ik tegenover hem
plaats. Zwijgend rookten we Vanuit mijn
ooghoeken gluurde ik naar de wagen. Mijn
vrouw was daar niet meer. merkte ik. Ze
was naderbij gekomen en stond nu achter
Maar de oude lette niet op haar. Hij
keek onafgebroken naar mij.
De stilte begon op mijn zenuwen te wer
ken. Ik vroeg me af. hoelang we hier zou-
n. Die 1 -
JOS A. BRUSSE
hij: Hussaï is de beste man uit iheel Modin.
ALs hij in het huis van Gersom kwam,
zei hij: Gersom is de beste man uit heel
Modin. Maar ieder wist, dat Hussaï en
Gersom vijanden waren.
Zo deed Zoheleth jarenlang. Maar ten
slotte werden de ogen van de mensen ge
opend. Iemand heeft eens gezegd ik
meen. dat het Jehoschua bar Josef was,
die gij Jezus noemt Laat uw ja Ja en
uw nee nee zijn. Ik geloof niet, dat deze
Jehoschua iets was. Maar zijn woorden zijn
het overdenken waard.
De woorden van Zoheleth waren geslepen
als de tong van een slang. Zijn ja was nee
en zijn nee was ja. De inwoners van Modin
begrepen dat eerst niet. Later begrepen ze
het wel. Ze hebben hem toen het dorp uit-
gestenigd. Zijn graf ligt daar
-jd| aarschuwing voor ons
1 slang, die in ons zit,
vergaan als
D",
gesleurd 1
als een blijvende
allen. We moeten c._
doden. Anders zal het
Hij zweeg. Daarna stond hij op
ging
len", zei
De soldaten deden hun°best de man te-
gon de woedende aanvallen te beschermen.
Ik moest ineens aan Paulus denken en
aan de Heiland zelf.
„Laten we gaan", stelde ik voor. „Hier
1« voor ons niets moois te zien".
We gooiden het geld voor onze verterin
gen op tafel, omdat de waard in de me-
gil' - Jvas en vertrokken.
vermeldden de kranten,
gevaarlijke buitenlandse spion
gearresteerd was. Hij had handig gebruik
gemaakt van de bijgelovigheid der be
volking. Jarenlang had hij zich opgehouden
ln de grensstrook....
volgende dag, toen we onze tocht
voortzetten, zei mijn vrouw: „Wat ben
Je stil. Moot je nog aan het gebeurde van
gisteren denken?"
„Ja", antwoordde ik. „Zou die man zelf
wel beseft hebben, wat hij zei. toen hij
beweerde, dat wij de slang in ons moesten
doden? Zou hij wel beseft hebben, dat hij
Jehoschua bar Josef nasprak, die hij ver
achtte? Wij hebben allemaal een slang in
ons. We zijn adderengebroedsel. We moe
ten die slang doden. We moeten onze oude
mens doden. We moeten ons leven verlie
zen om het te behouden."
Mijn vrouw dacht na.
Toen wees ze door de voorruit.
„Kijk, de heuvel Golgotha", riep ze.
Ze had gelijk. We naderden Jeruzalem.
„Op die heuvel heeft onze Heiland zijn
leven gegeven", dacht ik. „Op die heuvel
ls Hij tot niets geworden".
„Maar nu is Hij Alles", zei mijn vrouw,
alsof ze mijn gedachten raadde. Ze lachte.
groette hij.
die slang te
..U deed er goed 1
nietigen", zei hij ine
Ik achrok.
„Ja. die slang", dacht ik Ik heb hem
gedood. Waarom eigenlijk? Het beest deed
„sfangen zijn onze grootste vijanden",
vervolgde de man.
HU sprak langzaam en zacht. Toch had
zijn stem iets dreigends. Ik begon bang te
worden. Mijn sigaret was op. ik nam een
nieuwe. Door dc rookwolken heen zag ik
Ik knikte.
„Ik zal U een verhaal vertellen", zei hij.
..Ginds ligt de nederzetting Modin. Daar
wonen mensen. Ik woon er ook. Lang gele
den werd ik er geboren. Ik was de oudste
zoon van mijn moeder. Wc waren heel ge
lukkig. Alle mensen in Modin zijn geluk
kig. Wc zijn het in veel dingen niet met
elkaar eens. We hebben onderlinge twisten.
Maar dat belet ons niet gelukkig tc zijn,
Er was een man in Modin. Zoheleth ge
naamd. Iedereen hield van hem. hoewel hij
ren slangenkind was. Zoheleth praatte met
de mensen. Iedereen vond het prettig, als
hij kwam. Iedereen slachtte het beste kalf.
als hij kwam. Zoheleth gaf alle mensen
gelijk. Hij was een witgepleisterd graf. Hij
probeerde het iedereen r
r de 1
t te r
Als hij ln het huis van Hussaï kwam, zei
TK stond eveneens op. Mijn vrouw pak
te me bij de hand. Samen keken wc
de vreemde, oude grijsaard na. De ban.
waarin we gevangen geweest waren, was
verbroken. De wereld vertoonde zich weer
aan ons in zijn ware verhouding. Ik zag
de vermorzelde slang.
Kom", zei mijn vrouw huiverend, „la
ten we verder gaan".
We keerden terug naar de wagen. De
weg voerde ons dicht langs de steenhoop,
waarover de oude ons gesproken had. Er
was niets bijzonders aan die stenen te zien.
Toch voelde ik me niet op mijn gemak.
Ik gaf vol gas en reed zo snel mogelijk
do plaats voorbij. In Modin hielden we
stil voor een kleine herberg. Modin is een
afgelegen plaatsje. De mensen leven er nog
bijna net zo als tweeduizend jaar geleden.
Maar in de herberg was de nieuwe tijd
doorgedrongen. We zagen er verschillende
moderne reclameplaten. Ik deed mijn be
stelling en maakte een praatje met de her
berg!- r Ik vertelde hem van onze ontmoe
ting. Hij schrok merkbaar.
,.De geest van Zoheleth is wakker ge
worden". fluisterde hij. ,,U had er beter
aan gedaan, als U niet naar hem geluisterd
had".
Ik lachte ongelovig. ..De geest heeft
een sigaret gerookt", zei ik.
,.U moet niet lachen", waarschuwde de
herbergier. „Af en toe wordt Zoheleth wak-
Anders zullen ze zelf gestenigd worden".
Ik keek mijn vrouw aan en mijn vrouw
keek mij aan en allebei dachten we het
zelfde. Natuurlijk geloofden we de praat
jes niet. Nee, maar toch...
We hadden dorst. We dronken de ene kop
koffie na de andere. De herbergier bedien
de ons verder zwijgend. In zijn ogen waren
we besmet: we hadden met de geest van
Zoheleth gesproken.
Na ongeveer een half uur besloten we
weg tc gaan. Ik riep de herbergier om af
te rekenen.
„Wacht even, meneer", zei hij. „Hoort
U dat rumoer?
We luisterden. Er klonken woeste kreten
op straat
„Hoort U het. meneer?" herhaalde de
Wc gingen naar buiten. Heel Modin
scheen uitgelopen te zijn.
..Herman", nep mijn vrouw. ..zie Je
dat"" Ze pakte me bij de schouders.
„Wat?" vroeg ik onnozel.
„Nou, kijk dan. Daar!"
TK keek tussen de door elkaar heen
krioelonde mensen door en toen zag
ik hem: de geest van Zoheleth. De grijs
aard liep tussen een groep soldaten in.
„Een spion", loeide de menigte. „Hij ls
Wat wc daarna te zien kregen, zal ik
niet spoedig meer vergeten. Het leek wel.
of een boze geest zich van de maFsa had
meester gemaakt Ze spuwden de oude
man in het gez cht. ze sloegen hem, ze
trokken aan zijn baard.
Van tijd tot tijd hopen wij op deze plaats
in ons Zondagsblad een hoekje in te ruimen,
waarin vooral beginnende amateurfotografen
zeer veel nuttige wenken zullen vinden voor
een betere beoefening van hun hobby.
Bij een van de laatste grote
fotowedstrijden ln Nederland wer
den duizenden foto's ingezonden.
Fotowedstrijden zijn blijkbaar erg
in trek bij ons volk. Foto's uit
alle uithoeken van ons land en
natuurlijk ook uit Europa, want
wij zijn allen bereisd ln deze
moderne tijd.
Telkens bleek echter de grote
fout die de inzenders maakten,
ze stonden veel te ver van het
onderwerp vandaan. Als u ergens
op een heuveltop staande in de
weidse verte staart en u ziet te
gen de horizon een dorpje, dan
vertelt uw verstand u „dat is het
dorp Zeddam in Montferland".
Ge ziet echter niets dan vaag en
blauwig wat kleine huisjes en
een torenspitsje. U raakt ge
boeid en grijpt naar de camera
(misschien zit er wel een kleu
renfilm in), „klik" uw sluiter gaat
over en tevreden gaat u verder.
Later, als het bepaalde kiekje
thuis is, ziet u dit „een horizon
met een wollige streep (geboom
te) een paar minuscule blokjes
(huizen), en een klein rechtop 1H
Me VprUnrpnl Wereld
1 heeft ook geen fantasie duidelijk beeld
raar herinneringsvermo- omstandigheden in die plaats,
letterlijk strepen
Foto-vragenbus
v. d. V. te Z. vraagt, „zijn er
ook met een Box. binnenshuis
kleurenfoto's te maken?"
Zeker, we moeten in dit geval
wel onze toevlucht tot de flits
lamp nemen. Gebruik bij z.g.
daglicht kleurenfilms de beken
de blauwe flitslampjes. Bij
andere soorten gebruiken we de
de bijzondere flitslampjes. welke in de gebruiks-
aanwijzing worden aanbevolen.
Tips:
Mevr. M. in X. Het helle flits-
cht is niet nadelig voor de oog-
o - :s van uw Jongste pupil van
mrornnri drie maanden. Maakt u zich ab-
U'®lU „oer, 7Ar«pr wee r V.O+ «rol.
Fotografeer panorama'
met een goede voor
"nd7. dan ,uw. DOODSTIL, want onscherpte gaat zÜn van Baby's kijker
de foto met „net dorp Qp die afstand veej meer sto- heren Medici hebben dit
Een jury die tot taak heeft
foto's te beoordelen, kan natuur
lijk nog minder dan uw vriend
raden wat de
Zeddam" voorstelt. Zij legt de
foto opzij.
Daarom is het fotograferen van
dorpjes of eilanden enz. kortom ook voor ae 1
z.g. panorama's in het algemeen ^an df. bl) Panorama-foto s vaak onschadelijk is_
teleurstellend. U legt een brok hinderlijke „hengheid" onderdruk-
misschien 20 km groot ken.
soluut geen zorgen voor het wei-
Baby's kijkertjes. De
nauwge-
onderzocht en zij zijn tot de
slotsom gekomen, dat het flits-
Een geelfilter bij zwart-wit licht, mede door zijn korte duur.
1. de teerste babyoogjes
foto
Beter
Uw herinneringsbeeld
beeld aan, het zegt „daar is Zed
dam weer" en wellicht plakt u
het kiekje tevreden in u„ album. ^^.ThaTgendV^kK.'
De kans is echter veel groter,
dat u niet tevreden bent, omdat
u in die vlekjes en strepen het voorgrond
dorp niet meer herkent. Een
vriend aan wie ge dat kiekje
laat z
U vergt te veel! -#■ Een panorama wint aan
het al, als u zorgt kracht als er een fikse wolken-
aardig voorgrondje, een lucht boven staat. Polderland-
inde takken, een schappen enz. Kunnen dan echt
reisgenoot enz. We krijgen nu „spreken"!
vergelijkingspunt tussen de
horizon -g- Bij kleurenfilm nooit een geel
filter gebruiken. Wel
dat dorp loos U.V. of Hazefilter.
herkent het al helemaal te doen. ga er dan heen
niet. Hij was immers niet bij 1
op die heuveltop. Onze
heeft immers maar een
oog (de lens)
fo-
Kees Jonger! vraagt zich af,
hoe het komt dat zijn foto's zo
vaak onscherp zijn. Het is moei
lijk om de foto's te beoordelen
van hieruit. De grootste boosdoe
ner is echter de z.g. bewegings-
onscherpte. Houdt daarom de ca
mera tijdens de opname altijd
DOODSTIL Zoek desnoods een
kleur- steunpunt, leun tegen een boom
of hek b.v. Ook bestaat de kans,
dat er een mankement aan het
enkele weken toestel is. In dat geval raden wij
tografeer die kerk en die huis- In de loop
jes ter plaatse. Dat geeft u al kregen we ook enkele vragen op je aan onverwijld
bevrediging, fotografisch gebied. Die worden handelaar te gaan,
hieronder beantwoord
de knoeien!
DOOR C. A. BUIJK
Doris, je moet opschieten joh, anders kom je niet op
tijd op school!", zei de moeder van Doris.
Weet je wie Doris is? Nee?!
Doris is een olifantje: ééntje met een héél klein staart
je, grote flaporen en een hele lange slurf.
En net als alle kindertjes gaat Doris ook naar school.
Nee, natuurlijk niet naar een school voor mensen-kinder-
tjes. Stel je voor zeg, zomaar een olifant tussen allemaal
jongens en meisjes! Nee, Doris gaat op een dierenschool.
Doris vindt het best fijn op school. Hij 'heeft ook e
heleboel vriendjes. En hij heeft één vriendinnetje. Dat
Amalia, een leuk meisjes-konijntje. Ja, Doris vindt het
helemaal niet erg om naar school te gaan; hij vindt het
juist fijn. Alleen rekenen, dat^vindt Doris toch zo mc
lijk. Nee, rekenen vindt Doris helemaal niet leuk. En
gaan al tot 20! Aftrekken en optellen. Maar Doris kan
het helemaal niet. Hij kan nog niets eens tot 10 tellen!!
En nou is er iets verschrikkelijks. De juffrouw 'heeft ge
zegd dat ze morgen een repetitie-rekenen krijgen! Doris
weet niet eens wat dat moeilijke woord betekent, r
het zal vast wel heel erg vreselijk verschrikkelijk vi
lend zijnen moeilij-k, want het is een repetitie
r k e
dat ik morgen maar ziek v
tegen Amalia, z'n vriendinnetje.
„Oh. Doris, dat mag je zo maar niet willen! Dat
heel slecht van jou. Ziek-zijn kan héél erg zijn!!",
Amalia.
„Ja, maar ik wil niet érg ziek zijn. Alleen maar f
klein beetje."
„Dat mag je ook niet willen!", zei Amalia.
Die arme Doris, hij wist niet wat ie doen moest. W;
neer Amalia het zei, zou het wel zo zijn. 'Maar hoe mo
dat nou morgen? Hij wist het niet meer.
„Doris, wat kijk je nou toch verdrietig", zei. Amalia.
„Weet je wat, zal ik jou morgen stiekem ihelpen'
„Ja maar Amalia, dat is óók slecht. Dat mag toch ook
niet?", zei Doris.
Tja. voorzeggen is ook niet goed. Die arme Doris e
Amalia nou wisten ze het allebei niet meer.
„Lust jij een snoepje van mij; ik heb er nog twee'
zei Amalia. „En zullen we dan samen gaan knikkeren, of
zullen we haasje-over gaan spelen". Ze vond het
lig voor haar vriendje.
(Volgende week verder)
Beste neven en nichten,
Jullie hebben goed je best gedaan met schrijven. Het is altijd
weer fijn zoveel brieven te ontvangen. Hebben jullie van Sinter
klaas gedroomd? We zijn natuurlijk erg benieuwd, of hij dit jaar
nog iets voor ons meebrengt. Nou, ik ook hoor!
De puzzel deze week is wel moeilijk, maar 'k verwacht toch
veel brieven van jullie. Van verschillende meisjes en jongens kreeg
ik gedichtjes, die te zijnertijd in de krant komen.
De oplossing van de vorige week is: tafel, zadel, bel, bal, bril
en knol.
Deze week krijgt de hoofdprijs M ar ius v. d. Hoeven,
troostprijzen krijgen Marijke Jansen, Kees Muit
Corrie de Kok.
En
1 de brieven.
Lientje Hampel van
kreeg ik geen briefje,
volgende keer wel Be
denkt voor je mooie kaart
Gerry Harteweld. Ga jij wel
eens meer naar de televi
sie kijken Leuk, dat jij
al klanten mag helpen Anke
Heerema. Je mag altijd
brieven schrijven, maar je
staat in de krant, als de let
ter
je
de
beurt is. Wat heb jij
mooie tekening gemaakt,
Anneke van Herp! Heb je
groot feest gehad, toen de
meester jarig was Ben
jij ook op de boot geweest
Nellie van Harten Wel
leuk, zo'n boottocht. Jij
hebt Sinterklaas goed gezien
Peter Hebly Komt hij ook
bij jullie Is je nieuwe
mantel lekker warm Jenny
v. d. Heuvel Jij bent
erg verwend door je
der. Kan jij ook blokfluit
spelen? Jij verlangt al
naar het St.Nicolaasavondje
Saartje v. d. Heuvel Welke
versjes zingen jullie als het
Kerstfeest is Nee ik kan
niet komen luisteren, hoor!
Jij vindt het station met
z'n gouden beelden in Gou
da zo mooi, John v. d. Hei.
den. Wat hebben jullie j(
moeder erg verwend, toen
zij jarig was. Hebben jullie
een prettige dag gehad
Hoe is je rode rok gewor
den Ria v. d. Heiden? Wa
ren de flensjes lekker? Jam
mer. dat je niet met de uit
voering mee kon doen.
Wat wordt je broertji
groot Annetje Heij stek. Kan
Janek. de vluchteling
45. Wat is er in de toren gebeurd? Dat die klokken luiden,
kun je wel begrüpen. Janek is immers langs het klokketouw
naar beneden gegeleden en toen zijn de klokken wild gaan lui
den. Maar wat je niet wist, is dat Janek vliegensvlug naar be
neden is gegaan. Hij is er zelfs nog iets eerder dan Harry.
Die heeft ook al eens raar gekeken, dat die klokken opeens
begonnen te luiden. Maar ja. Janek is opgesloten en hij heeft
de broche terug. Wie kan hem iets doen? Harry let dus niet
meer op. En als hij beneden in de toren is, voelt hij zich kip
lekker. Mooi, de broche is nu van hem!
Dat dacht hij maar! Janek springt boven op hem. Harry
schrikt zo, dat hij op de grond terecht komt. Janek er boven
op. Geef mijn broche terug, roept hij. Die is niet van jou! Ha-
ha lacht Harry, wat wil je kereltje. Ik zal je wel
Maar hij zal niets meer. Want de torendeur gaat wijd open.
Er komen jongens binnen. Het eerst wat ze zien is dat Janek
aan het vechten is met een vreemde man. Mooi. ze zullen
Janek helpen. En met zijn allen vallen ze boven op Harry. Die
kan nu niet meer wegkomen.
En Janek? Die heeft de broche weer te pakken....
hij al praten Fijn, dat
je moeder weer beter is
Tineke v. d. Hil. Ja, inkt
is raar spulletje. Welke
spelletjes doen jullie op de
padvinderij Marius v. d.
Hoeven Joop en Grie-
tus Hobers, graag volgende
keer een briefje van jullie.
Heb je Sinterklaas goed
gezien Tiny Hoedemaker
Waar woont je opa Har
telijk welkom Koos van 't
Hof. Wat een stout hondje
om zomaar twee carbona-
des uit de keuken te halen.
Jij bent ook hartelijk
welkom Peter Hofman,
welke vissen zijn het
Van jou kreeg ik geen brief
je, R. van Holtz.
Hoe heet de nieuwe juf
frouw Nezla v. d. Horst
Kan jij ook blokfluit spe
len Hebben jullie leuke
spelletjes gedaan, toen de
meester jarig was Gerrit
van Houwelingen Was het
fijn op papa's verjaardag
Is de juffrouw nog niet
beter Hennie van Houwe
lingen Wat maak jij op
handwerkles Krijg ik
de volgende keer een brief
je Janie Houweling Wij
waren niet in Amsterdam,
hoor Jopie Huisman! Veel
sterkte op 30 november,
Jopie! Vind je het fijn
op school Anneke
Husselman Is Je meet-
lap al af Kan
je kleine zusje al lopen,
Marijke Jansen Wat leuk.
dat je opa en oma er ook
waren Corrie de Jong.
Was het afscheidsmaal lek
ker op school, WIjnie de
Jong Heb jij Sinter
klaas al gezien Annic Jo-
chem. Vind je het fijn,
weer naar school? Nog
van harte gefeliciteerd Har
ry Kalkman. Heeft mam
ma lekker gebakken
Hoe was het in Bennekom,
Wilma Kalkman Ben jij
altijd 's morgens zo vroeg
wakker Hartelijk be
dankt voor je mooie teke
ning, Hans Kant! Ga jij
graag naar school Har
telijk welkom, Freddie Kei
ler! Zo moeilijk is het
toch niet op school Ook
jij bent hartelijk welkom,
Ria Keiler. Heb jij nog
meer zusjes Gertje de
Kievit is ook hartelijk wel
kom bij de neven en nich
ten. Wat flink, dat jij al
zo'n brief kan schrijven
Nog van harte gefeliciteerd
Annle v. Kleef. Wat ben jij
verwend. Is je boek' mooi
Ook jij bent nog van
harte gefeliciteerd, Kees
Kleef. Is je grootmoe
der weer helemaal beter
Mag je al weer na
school, Corrie de Kok
Je pen schrijft mooi, J
hannes de Koning. Heb jij
nog kleine zusjes Wat
leuk, dat je zusje zo'n
mooie pop heeft gewonnen,
Marga de Kooter! Komt
Sinterklaas nog bij jullie
Jammer, dat je i
kon voetballen Hans v.
Kooij. Nu gaat het zeker
wel weer Volgende keer
graag een briefje, Marga
ret Koree! Van jou kreeg
ik ook geen briefje Dicky
de Korte. Ja, ik heb
oma en opa in de krant ge
zien, Jan Kraak. Had jij
geen slaap om twaalf uur
Welke muziek speel jij
op de piano, Ans Kroon
Op welke school ga jij
Hartelijk welkom Joke La-
ros. Was het goochelen
leuk Nog van harte ge
feliciteerd Arjan de Leeuw.
Wat ben jij verwend.
Ook jij bent van harte wel
kom Matty de Leeuw. Har
telijk bedankt voor je ge
dichtjes. Denken jullie,
dat tante Jos in de zak
moet Ad en Leo van Leeu
wen? Bedankt voor je stem
pel. Wat een stoute jon
gens op school Herma Lot-
term an. In welke klas zit
jij Gaat het zwemmen
fijn, Jannie Luijten. Hoe
was het in Delft? Is je zus
je weer beter Hoe heet
je vriendin Tineke v. d.
Maaden Vind je het
leuk op de blokfluitles,
Conja Meijers Speel je al
versjes? Hartelijk wel-
kom Nellie Moerman. Jij
mag elke week schrijven,
maar je komt in de krant,
wanneer je letter aan de
beurt is. Wat een knap
pe hamster Kees Muit, dat
hij zomaar knipoogjes geeft.
Leeft het visje nog Is
je overgooiertje al klaar
Rietje van Noordenne
Schieten je sokjes al op
Heb je St. Nicolaas nog
op de televisie gezien, Dic
ky NoordervJiet Is je
knikkerzak al klaar Jul
lie zijn dus
ge
weest, Jannie Nolenboom!
Was het fijn in Rotterdam
Wat een ondeugend vriend
je, hè. - Vind je het fijn
op de tractor Klement No
tenboom Dat zal wel mooi
geweest zijn, al die vliegers
in de lucht.
Deze week zijn aan de
beurt de namen, die met
de letters O t.m. Z begin-
TANl'E JOS.
phouden met vechten, klinkt het opeens. De jongens en
Harry kijken op. Daar staat de politie, de inspecteur en de
sergeant. Janek gaat meteen naar hen toe. Alstublieft, meneer.
Verdraaid, zegt sergeant Foster. Dat is die broche, die een
Ëaar dagen geleden gestolen is. En daar hebben we Harry,
ie kennen we maar al te goed bij de politie. Zeg. Harry hoe
ben jij door dat raam boven de deur gekomen?
Dat deed hij niet, zegt Janek vlug. Dat deed ik! Zo, zegt de
inspecteur, heb jij er ook wat mee te maken?
Maar nu toont Harry, dat hij toch eerlijk kan zijn. Nee hoor.
zegt hij. Hij heeft ons geholpen, maar hij wisl helemaal niet
wat hij deed. Hij kwam voorbij het huis en toen is hij voor
ons door het raam geklommen, maar hij dacht, dat wij er
woonden. Nee. Janek heeft niets verkeerds gedaan.
Sergeant Foster heeft nog een vraag: Harry, je werkt altijd
samen met Fingers. Waar zit die? Maar dat vertelt Harry niet.
Zoek dat zelf maar uit.
De politie hoeft niet te zoeken. Want daar komt Fingers aan
sukkelen. Hé, Harry roept hij. Maak, dat je wegkomt, roept
Harry terug. Wegkomen, zegt Fingers. Ik zak gewoon door
mijn benen heen. Nee hoor! En Fingers loopt rustig naar Har
ry toe. En zonder het te merken, loopt hij zomaar de politie
in de handen. Hij kijkt raar op, als sergeant Fosters hem beet
pakt. Zo, Fingers, zegt die. Was je daar weer eens?
Jongens en meisjes, op dit plaatje zien we 5 jon
gens. No. één en twee hebben een gezicht, de
andere drie niet. Jullie moeten nu invullen wat de
jongens doen. 'k Zal jullie een beetje helpen. No.
één staat te denken. De no's 2, 3, 4 en 5 staan
Oplossingen moeten vóór dinsdag 24 rovember
worden ingestuurd.