emm
Regering moet acht geven
op stem van arbeiders
Pleidooi voor geref.
huwelij ksbureau
Toekomstige taken nog
niet afgebakend
Een woord voor vandaag
Ook hier een pastorale
taak
ln het maandblad van de Ne
derlandse Christen Vrouwen
bond ,.De Christenvrouw" heeft
mevr. E. v. d. Berg-Lindeboom
een artikel geschreven onder de
titel „De weg tot elkander" over
huwelijksbemiddelingsbureaus.
Uitvoerig gaat zij in op de
grote vlucht die deze bureaus in
de afgelopen jaren hebben ge
nomen. Omdat het artikel te
lang was om in zijn geheel over
te nemen, kozen wij enkele ge
deelten over het Hervormd Hu
welijks-contactbureau (H.H.C.)
en de wens dat ook de Gere
formeerde Kerken een dergelijk
initiatief zullen nemen:
Voor toelating begint men ook
hier met het invullen van een
vragenlijst, waarvan de beant
woording ten dele verplicht, ten
dele vrijblijvend is.
De aanvrager moet zich nu een
vertrouwenspersoon kiezen, die
bereid is te verklaren, dat de
vragen naar waarheid beantwoord
zijn en deze figuur moet de
lijst vergezeld van zijn verklaring
inzenden. Daarop wordt de aan
vrager t.z.t. uitgenodigd tot een
gesprek met een pastorale en me
dische medewerker, van wie de
i-amen en adressen worden mee
gedeeld. Pas na dit gesprek, en
na ontvangst van een verklaring
dat er medisch gezien geen hu-
welijksbeleUelcn zijn. wordt door
het bestuur een beslissing geno
men over de toelating.
Deze medische rapporten komen
slechts in handen van de medi
ci-bestuursleden. de pastorale rap
porten komen in handen van de
directie van het bureau. Bij deze
zeer serieuze werkwijze zal het
niemand gelukken om uit scherts
zich eens te laten inschrijven.
Daarvoor ook is de zaak te ern
stig.
HET maken van winst wordt niet
toelaatbaar geacht; maar de te
maken kosten moeten uit de
bijdragen der deelnemers worden
bestreden. Vandaar dat men al
leen een tarief heeft bij inschrij
ving van 65.eventueel 55.
of 45.—. Daarvoor ontvangt men
4 correspondentiebulletins, voor
de volgende 4 is een vergoeding
verplicht van 25.—. De bulletins
verschijnen op ongeregelde tijden
afhankelijk van de aantaUen deel
nemers; gestreefd wordt naar
vier bulletins per jaar. Zij bevat
ten onder nummer gegevens van
ingeschrevenen.
Deze gegevens worden niet ge
publiceerd. alvorens het nieuwe
lid zijn goedkeuring aan de door
het bureau ontworpen tekst heeft
"&r men nu ,nk„e „urn-
mers uitzoekt van personen met
wie men zou willen corresponde
ren. dan loopt de correspondentie
over het bureau, waar men wel
voor doorzending zorgt, doch nim
mer brieven opent.
Geadviseerd wordt tot het ano
niem schrijven tot uitsluitend door
tussenkomst van het bureau de
namen en adressen gelijktijdig
aan elkaar worden vrijgegeven.
Het bureau kan ook op verzoek
foto's uitwisselen. Is er een vas
te correspondentie ontstaan, dan
worden de betreffende nummers
in het bulletin geblokkeerd voor
verdere doorzending van brieven
en in een volgend bulletin niet
meer opgenomen.
PROFESSOR Smelik wees er eens
op. dat het werk van H.H.C.
van pastoraal, zowel als van dia
conaal belang is. Aanvankelijk
had het een experimenteel karak
ter, maar in hervormde kring is
nu de bevreemding en de afwij
zing wel verdwenen. Bestuursle
den zowel als betrokkenen zijn
diep onder de indruk van de
merkwaardige dienst die dit se
rieus verrichte werk vervult.
Het verdwijnen van de ..kramp
achtige" levenshouding kan op
zichzelf al een bevrijding beteke-
VVe zien dit ook bij kinder-
Voor. dat pleegmoeder binnen het
jaar zwanger is. terwijl ze tevo
ren de hoop op een eigen kind
geheel had opgegeven. Zo komt
het ook voor dat een positieve in
stelling tegenover het huwelijk,
het op vertrouwelijke wijze, vrij
moedig en openhartig hierover
kunnen praten, maakt dat belem
meringen wegvallen. Dan blijken
er in eigen kring contactmogelijk
heden te liggen, die men tevoren
niet kon ontdekken.
\fAN gereformeerde zijde wordt
officieel noch officieus iets
gedaan op dit terrein. Sommige
predikanten of didkenen hebben
al eens op deze leemte gewezen.
Maar een zodanig initiatief eist
een grondige voorbereiding. Het
is niet zo. dat ,.iets beter is dan
niets". Als er iets gebeurt, dan
zal het verantwoord moeten ge
beuren. Vorig jaar sprak een dia
ken op een vergadering van een
stichting voor gereformeerd maat
schappelijk werk in een bepaalde
classis over deze grote nood en
een mogelijke oplossing daarvan.
Een oplossing hiervan moet o.l.
echter op landelijk niveau wor
den gevonden. Dit werk kan niet
ter hand genomen worden door
een classicaal of provinciaal or-
in de landelijke
gereformeerde
de wandeling
I stichting
sociale arbeid.
G.S.A. genoemd. En ook
vereniging voor geestelijke volks
gezondheid op gereformeerde
grondslag. Mogelijk ook, dat uit
een samenspreking tussen deze
organen het initiatief kan groei
en. waardoor ook in gereformeer
de kring aandacht, belangstelling
on medewerking aan de oplossing
van de nood, die hier bestaat,
wordt gegeven.
Ook al zal een enkeling een
dankbaar gebruik van het her
vormd bureau kunnen maken, de
kansen om daar in eigen kring
een huwelijkspartner te vinden,
zijn uiteraard gering. En van bei-
An -;;J .J de regei
dam een Amerikaans theoloog M.
D. Hugen op een in het Engels
geschreven proefschrift over ker
kelijke zielszorg aan oudere on-
gehuwden. Van de daarbij ge
voegde stellingen luidde de twee
de:
..Er zijn geen gewichtige re
denen waarom de kerk geen hu
welijksbureau zou oprichten en
er zijn belangrijke redenen
waarom zij het wèl zou doen".
De hervormde kerk heeft dit al
lang begrepen. In gereformeerde
kring is men nog niet zover. We
spreken de wens uit, dat hierin
spoedig verandering zal komen.
Dr. Berghuis over invloed vakbeweging
Verantwoordelijke deelgenoten
hebben taak in ondernemingen
(Van onze parlementsredactie)
XI EN ZEGT NOGAL EENS dat de regering aa
-LV1 beweging loopt. Een feit is dat de regering c
de leiband van de vak-
en ook de politieke partijen
op de stem van de werknemersgroep acht geven. Politiek gezien is dit juist.
De overheid moet op alles wat in de geestelijke en maatschappelijke groepe
ringen van het volk leeft acht geven.
Het zou uiteraard beslist onjuist zijn, indien aan de arbeidersvakbeweging
ln onderscheiding van andere sociale organisaties een bijzondere positie en
een speciale invloed op de regering of op de politieke partijen zou worden
toegekend. Men kan dit wel beweren, maar daarom is het nog niet waar.
In elk geval zal men er de sociale organisaties nooit een verwijt van kunnen
maken, indien zij zich niet alleen gerechtigd, maar ook verplicht achten zich
bij de overheid en in de politiek zo krachtig en zo sterk mogelijk te doen
geiden ten gunste van de belangen die zij voorstaan.
Dit zei de voorzitter van de Antirevolutionaire Partij, dr. W. P. Berghuis,
vanmorgen in Esplanade te Utrecht op de bijeenkomst van het a.r. partij
convent.
Advertentie
Het valt niet te ontkennen dat de
arbeidersvakbeweging zich in de loop
van de tijd wel bijzonder sterk als een
bekwame „pressure-group" (druk-
groep) heeft ontwikkeld. Daar was,
historisch gezien, bepaald ook wel
aanleiding toe en het heeft voor onze
samenleving zegenrijke gevolgen ge
had. Daarbij denken wij in het bijzon
der aan het werk van de christelijke
vakbeweging, aldus dr. Berghuis.
Indien er al sprake mocht zijn van
een grote feitelijke invloed van de vak
beweging op de politiek, dan zal men
dit niet aan haar moeten verwijten,
maar aan de overheid en de politiek,
die zelf voor de vervulling van de eigen
taak verantwoordelijk zijn. Er zijn tal
rijke pressure-groups. De overheid
moet daarnaar luisteren en daarmee
rekening houden en zelfstandig, onder
eigen verantwoordelijkheid en onder
een evenwichtige afweging van belan
gen. haar algemeen publiek beleid naar
eigen maatstaven bepalen.
Vragen
DE eCkte. PIJNSTILLER
Schouderpij'n... maar ook
andere plagende pijnen raakt
u prompt kwijt met WITTE
KRUIS.
Tabletten, poeders
of cachets l
Beroepingswerk
NED. HERV. KERK
Aangenomen naar Ouddorp. ZH.: J
van Vliet te Zetten; naar Varsseveld
<Ned. Prot. Bond): J. Bosch te Berkhout.
GEREFORMEERDE KERKEN
Beroepen te Amsterdam-Zuid, Sloter-
vaart: W. Griffioen te Ntjkerk.
Beroepbaarstelling. De classis Assen
heeft prep. geëx. en beroepbaar ver
klaard: H. Kremer, Hoofdstraat 7 te
Een, Dr.
GEREF. KERKEN (Vrijgemaakt)
Beroepen te Toronto. Canada (miss.
predikant): H. Knigge te Groningen.
Hervormde synode
in november bijeen
De Generale Synode der Nederlandse
Hervormde kerk zal op 16 en 17 novem
ber 1959 op „Woudschoten" te Zeist ver
gaderen.
De synode zal tijdens deze vergade
ring een aantal benoemingen doen. on
der andere die van een kerkelijk hoog
leraar aan de Rijksuniversiteit te Leiden
:n de a s. vacature professor dr. K. H.
M:skntte
De erkenning van de grote waarde
der vakbeweging, wil niet zeggen dat
er ten opzichte van haar niet bepaalde
vragen kunnen opkomen. Eén van die
vragen is of de vakbeweging soms niet
de indruk wekt de pretentie te hebben,
dat zij als bij uitstek is belast met de
taak de hoedster van het sociale be
lang te zijn en zich min of meer be
schouwt als draagster van een soort
toezichthoudende functie op de sociale
verhoudingen, zei de voorzitter van de
A.R. Partij.
De sociale kwestie is in wezen geen
specifiek arbeidersvraagstuk. Zij omvat
het vraagstuk van de rechtvaardigheid
in de tussenmenselijke verhoudingen
als geheeL Daarom is elke neiging om
de maatschappij in twee klassen van
arbeiders en niet-arbeiders op te delen
onaanvaardbaar. Gelukkig Is dit dilem
ma ook buiten onze kring wel overwon
nen. Maar ook elke vage afspiegeling
daarvan, zich uitend in een zekere arg
waan over en weer en in een neiging
zich tegen elkaar af te zetten, is m we
zen strijdig met de christelijk-sociale
opvattingen.
Een andere vraag die men als vriend
van de vakbeweging wel mag stellen.
Is of zij soms niet de aangeboren vecht-
houdlng teveel lot uiting doet komen
en om zij soms niet te sterk een eisen
de toon laat horen, die onnodig prik
kelt. aldus dr. Berghuis. De vakbewe
ging heeft, om zich te laten gelden, be
slist geen intimidatiestijl meer nodig.
Maar aan deze vraag moet onmiddellijk
een andere vraag toegevoegd worden,
namelijk of van andere zijde bij de be
handeling van sociale vraagstukken
niet vaak een grote rol speelt een vrees
voor het verloren gaan van eigen posi
ties en een conservatisme nlt eigen be
lang.
Onderneming
onderneming zei dr. Berghuis dat het
hier niet in de eerste plaats gaat om
een verdere verbetering van de rechts
positie der arbeiders of om de bezits
vorming. De arbeider moet zich als
mens, als deelgenoot in de onderneming
verantwoordelijk weten voor de onder
neming zelf en voor het welslagen
daarvan. Om voor die verantwoordelijk
heid geplaatst te worden, moet hij als
volwaardig en verantwoordelijk deelge
noot in de onderneming erkend wor
den en als zodanig worden ingeschakeld
in de organisatievorm daarvan.
In beginsel zullen de maatschappij-
vormen voortdurend voor verandering
vatbaar moeten zijn. Het is een chris
telijk-sociale eis daarvoor steeds open
te staan.
Gewenste veranderingen in de maat-
schappijvormen en dus ook van de
rechtsvorm der onderneming moeten
echter wortel schieten en groeien op
vrijwillige basis in de maatschappij
en in het bedrijfsleven zelf. De wet
geving zal daarbij zeker in dit
stadium niet dwingend moeten op
treden, voorzover er geen sprake is
van het weren van apert onrecht. Wel
zal de wetgeving de ruimte moeten
bieden voor de gewenste ontwikkeling.
Vertegenwoordigers van de arbeiders
in de ondernemingsorganen moeten niet
over hun hoofd heen worden aangewe
zen door organen die buiten de onder
neming staan, maar zo rechtstreeks
mogelijk door de arbeiders in de on
derneming zelf.
Inschakeling van het arbeiderselement
in de beheervorm der onderneming
zal niet mogen leiden tot een aantas
ten van de gezagsverhouding in de re
latie werkgever—werknemer. Voorts zal
herziening van de rechtsvorm der
onderneming in genen dele mogen lei
den tot een al is het gedeeltelijke
socialisatie, zoals in het rapport van
de Wiardi Beckmanstichting (het we
tenschappelijk instituut van de P.v.d.A.)
wordt voorgesteld, aldus de heer Berg-
Democratie
In het begin van zijn rede had dr.
Berghuis gezegd dat de democratie wel
een zegenrijke, maar niet de gemakke
lijkste vorm van staatsbestuur is. voor-
iu de zaken steeds ingewikkelder
worden. Het heeft iets beangstigends,
dat het leven steeds meer wordt opge
hangen aan formules, die alleen maar
door superspecialisten gehanteerd kun
nen worden. Dat men als normaal ont
wikkeld mens de systematiek van bijv.
de loonvorming niet meer kan volgen,
wijst er op dat ergens van iets als een
overspanning sprake is. Het gevaar zit
hem niet in de formules zelf. maar in
de mogelijkheid dat het algemene be
stuursbeleid aan deze formules onder
geschikt raakt.
Wat de binnenlandse toestand betreft,
hoopte dr. Berghuis dat wij nu enkele
jaren zonder verkiezingen en zonder ka
binetsformaties voor de boeg hebben.
Een zekere periode van rust niet om
uit te rusten, maar om ongestoord ac
tief te kunnen werken zou niet on
dienstig zijn. Wij zitten voor de toekomst
met zoveel plannen, dat ik mij afvraag
of het niet verstandig is, nu eerst
maar eens te inventariseren en te groe
peren wat er is en desnoods af te kap
pen wat ons kan brengen in een „mer
a boire" (letterlijk: een zee om leeg
te drinken), aldus de voorzitter van de
A.R. Partij.
Tegenover het kabinet staan wij posi
tief, zolang het ons dit mogelijk
maakt door rekening te houden met es
sentiële punten van a.r. politiek Inzicht,
merkte dr. Berghuis op. Bij de over
gang naar de vrijere loonvorming zijn
geduld en een doelbewust beleid nodig.
Aangezien hier de structuur wordt ge
raakt, kan een dnldelijk aanwijsbare
verandering niet te snel en niet pijn
loos worden verwacht. Het Is nogal
naïef om het te doen voorkomen, zoals
de socialisten proberen, dat het hier
gaat om een zaak van liberaal stempel.
Het is hier juist te doen om beleids
punten waarvoor speciaal de christe
lijke politieke partijen zijn opgekomen,
zei de heer Berghuis.
Advertentie
Zenuwrust
nodig voor goede nachtrust
Mijnhard»'* ZanuwtabUtten
Kontaktconfereerde in Baarn
Verhouding tot
NJG besproken
(Van een onzer verslaggevers)
Ongeveer vijf jaar geleden is eer
soort verband van protestants-chris
telijke jeugdorganisaties gesticht, on
der de naam „Kontakt". Het was
vooral de heer R. Bos, secretaris
de Chr. Bond van Jonge Boeren en
Tuinders, die in de totstandkoming
Kontakt een actieve rol speelde.
Vrijdag en zaterdag hebben leden
de aangesloten organisaties deel
genomen aan een conferentie van
Kontakt te Baarn. Daar waren o.a.
rtegenwoordigers bijeen van jeugd
organisaties op het gebied van sport,
politiek, vakbeweging en de vrije
jeugdvorming.
Op deze conferentie, geleid door de
heer J. Kuilman, voorzitter van de chr.
korfbalbond, Leeft de heer Bos de vraag
beantwoord: Wat is, wat wil Kontakt.
i hoe is de positie in de toekomst?
De heer Bos herinnerde eraan, dat in
JIWW OTERDAHL-
Zonder zich d« Ujd te gunnen haar bebloede handen
af te spoelen, ging zij mee. en volgde de draagbaar
naar beneden langs de smalle binnentrap. Zorg
voor het kind. knikte zij Mant toe. die op de drempel
bleef staan, en blijf tot Malmberg thuis komt!
Marit knikte terug, sloot de deur en liep vlug de
kamer in. Vreemd nu alleen en ongestoord in de wo
ning van andere mensen te zijn. die zij haast niet
kende Wat zag het er hier uit!
Tante Oliva zou dadelijk dood neervallen, dacht
Marit, als zij maar een voet over de drempel zou
zetten. Maar zij had geen tijd voor verdere overwe
gingen, zij nam het kind op. dat blijkbaar nat was
cn honger had. en óf. door-en-door nat was de stak
kerd. trouwens een geweldig schattig kereltje..
Waar zou het kindergoed liggen? Marit keek eens
rond. Uit een halfgeopende la hing een kousje, daar
misschien, ja, daar lag bet.
Het was al een hele tijd geleden sedert zij moeder
Ragnhiid had zien verzorgen, en na die tijd had z;j
nooit iets uit te staan gehad met dergelijk klein
grut. Maar zo moeilijk kon dat toch niet zijn en zij
zou het wel klaar spelen. Het kind ztfeeg. zodra het
opgenomen werd cn nu lag het tevreden geluidjes te
maken op Marits schoot, trachtte zijn grote teen in
zijn mond te stoppen cn scheen hoogst voldaan met
zijn droge luier. Het bedje was ook nat, het zeildoek
moest zij aflappen. Marit legde het kleintje zolang
op de sofa en trok er een stoel voor. opdat hij niet
op de grond zou vallen. Nu begon hij weer te jam
meren. zeker honger, dacht Marit. stakkerd, wacht,
wacht, «rij zullen wel wat vinden, zul je zien!
Op de latafel, tussen toiletartikelen en andere
rommel, lag een half opgegeten banaan. Marit greep
er verrukt naar. Zoveel wist zij wel van kleine babies
dat zij al heel gauw bananen mochten eten, en deze
baby was bijna een Jaar.
Nu zul je eens wat zien! Ja hoor. het bleek
dat hij aan dit soort voedsel gewend was Hij kreeg
alles wat er over was. werd toen in zijn bedje ge
legd en lag gezellige geluidjes te maken, terwijl Ma-
Buiten waait
de zomerwind
t de woning
de opzichter nader in ogenschouw
Zij dacht weer aan tante Oliva's absolute dood, in
geval zij bij ongeluk de drempel van de woning der
Malmbergs zou overschrijden. Van het begin was
het een mooi ingerichte woning geweest, dat was te
zien en nieuw ook. zolang waren zij nog niet ge
trouwd blijkbaar. Het ameublement van de kamer
was bepaald van berkenhout, gevlamd berkenhout,
met lila-kleurig overtrek, veel mooier en moderner
dan hun oud eikenhouten ameublement
geweest. Maar geen
zijn plaats, het tafelkleed hing scheef
vlekken, de gordijnen ook. Een der gordijnen
vol
toonde een lange scheur, met veiligheidsspelden bij
elkaar gehouden. Op alles lag een laag stof, de hoge
spiegel van de toilettafel was erg vuil. Op de ronde
tafel midden in de kamer lag een open manicure
etui naast een bord met een half geledigde koffie
kop en wat koekjes, een glas met verlepte bloemen
in vuil water stond bovenop een pak gescheurde tijd
schriften. Kledingstukken lagen hier en daar over de
stoelen verspreid en enige lagen op de grond, die
zeker in geen dagen was aangeveegd.
Marit wierp een blik in de keuken. Daar stond
een massa ongewassen vaat. en de kachel stond vol
gebruikte pannen. Maar ook daar was alles nieuw en
van het beste soort.
Verbeeld Je. zei zij tot zichzelf. Als Je zoveel
dingen hebt, die je toebehoren, en dat je er dan niet
beter voor zorgt!
Zij weifelde wat te doen: aanpakken en opruimen.
de vloer opnemen, afwassen, alles netjes maken, zo
dat alles tot zijn recht zou komen, en het gevoel dat
dit eigenlijk een vergrijp zou zijn tegen de vrouw
des huizes, een aanmerking maken op dingen, die
haar niet aangingen. Met het kind was het iets
ders: Dat moest verzorgd worden. Terwijl
daar stond en niet recht wist wat te doen en
eens de kamer, dan eens de keuken in keek. werd
zij zich voor het eerst bewust hoe verschillend de
dingen er uitzien, wanneer de bezitter van ze houdt
of ze veronachtzaamt. In hun sombere woning,
trappen lager gelegen, was niet één enkel voor'
dat niet verzorgd en gewaardeerd werd. Het
dikwijls erg nauw in de keuken, waar moeder haar
wastobben had. ze kreeg gelden gelegenheid bene
den in het gemeenschappelijke washuis te wassen, er
met alles wat zij nodig had voor het stijven en strij
ken der was. was het er toch nooit slordig. En ir
de kamer was weliswaar niet veel meer van wat zij
vroeger hadden bezeten, maar elk ding dat er was
werd als iets dierbaars beschouwd Niet alleen omdat
het moeilijk zou zijn er iets nieuws voor in de plaats
te kopen, maar omdat al die voorwerpen als 't wart
een deel van henzelf uitmaakten, op een onverbreek
bare wijze aan hun leven verbonden waren. Alles
thuis keek hen aan zoals vrienden kijken, de sofa
met het versleten overtrek, de naaimachine, de boe
ken. de enkele kleinigheden op de latafel, moeders
mooie kist en vooral het portret en de schilderij
Juffrouw Kempendaal.
Maar hier Marit fronste de wenkbrauwen hier
zagen de dingen er vijandig uit. Er was iets vals
en akeligs in al deze voorwerpen, die slecht behan
deld waren, en die niemand met tederheid of liefde
scheen aan te raken.
Het enige verzoenende clement was het kind, dat
schoon en verzadigd in zijn bedje lag. met zijn vi
gertjes in de lucht speelde en zo nu en dan et
energieke kreet slaakte.
Ik zal tenminste de boel in de keuken maar o
ruimen, dacht zij. Het karpet is vol bloed. Ma:
zij was ternauwernood begonnen, of de deur ging
open en de politie-agent trad binnen, stijf en correct,
met een sabel opzij en witte handschoenen aan
bleef op de drempel staan en keek zo bars als in
volle dienst.
(Wordt vervolgd)
de kring van het georganiseerde jeugd
leven verschillende overkoepelende or
ganen bestaan, zoals de Nederlandse
Jeugd Gemeenschap. Er bestaat echter
geen enkele plaats, waar de protestants-
christelijke jeugdorganisaties elkaar
ontmoeten. Kontakt heeft zulk een ont
moetingsplaats willen zijn, zonder ech-
;r een koepelorganisatie te worden.
Totnogtoe heeft men die ontmoeting al
leen gebruikt om elkaar eens te leren
kennen cn zich te oriënteren over de
bestaande situatie. Hoe moet dit echter
de toekomst gaan?
Een uitgebreide discussie is op deze
uiteenzetting gevolgd, zonder dat men
tot een voor elk bevredigende oplossing
kon komen. Inzonderheid de verhouding
tot de N.J.G. kwam ter sprake. Enkele
Kontakt deelnemende organisaties,
zoals het Chr. Jongerenverbond, zijn bij
de N.J.G. aangesloten. Andere organisa
ties hebben dat niet kunnen doen. omdat
de N.J.G. christendom en humanisme
op één lijn stelt en dit als basis voor
tiaar arbeid gebruikt.
Aangezien er bij de N.J.G. iets aan
het veranderen schijnt te zijn, zou de
mogelijkheid er misschien komen voor
niet-aangesloten protestants-christelijke
organisaties om toch in de N.J.G. zit-
Ds. G. N. Lammens, voorzitter van
de Bond van Geref. Jeugdverenigin
gen, verklaarde dat deze bond. die
aanvankelijk ook lid was van de
N.J.G., maar om principiële redenen
uittrad, niet bereid is tot samenwer
king zolang de situatie bij de N.J.G.
eender blijft Zou echter de N.J.G. in
plaats van een werkgemeenschap een
gespreksplaats worden, dan achtte hij
het voor de hand liggen dat ook het
gereformeerde jeugdwerk cfaaraan deel
zou nemen. Want deze organisatie wil
rekening houden met het feit dat er
een antithese is, maar zij wenst geen
steriel isolement. Samenspreken is
mogelijk en wordt ook wel nuttig ge
acht.
Dr. C. C. F. Gordijn, rector
C.A.L.O., besprak het onderwerp „He
dendaagse jeugd en christelijke jeugd".
Hij legde er zeer sterk de nadruk op, dat
in het christelijk jeugdwerk wezenlijk
alles op Christus gericht moet zijn. Bij
de vorming der jeugd werd vroeger het
accent gelegd op de vermeerdering
kennis. De vorming moet echter r
dan ooit het belijden ten doel hebben.
Belijden is niets anders dan „telkens,
ook in gewone dingen, waarmaken wat
je gelooft." Wie de jeugd wil leiden,
moet zelf een binding hebben met Chris
tus. K(j moet bovendien weten dat jeugd
werk primair is: luisteren. In deze tij
den. nu zoveel waarden veranderd zijn
is de roep om een persoonlijk antwoord
bij de jengd zeer groot. De verhouding
van ouderen tot de jeugd moet zijn de
verhouding van de Goede Herder tot zijn
schapen. Dat is heel iets anders dan
het „oom-en-tantecomplex", dat men zo
vaak bij jeugdleiders en ouderen aan
treft.
Tweede spreker was ds. N. O. Steen
beek, voorzitter NJ.G. over de vraag
wat zijn in deze tijd de kanalen waar
door het evangelie tot de jeugd kan
komen?
Enkele dagen geleden schreven we, dat Daniël een vriend
voor zich won om hem zo voor God te winnen. Het kan zijn,
dat een aantal lezers een vraagteken gezet hebben achter dit
uitdrukking. Dat kunnen we begrijpen, want zij geeft slechtt
een kant van de medalje weer. We legden toen sterk de nadruk
op de persoonlijke verantwoordelijkheid van Daniël.
Maar we kunnen ook zeggen, dat wij geen vriendschappen
kunnen maken, maar dat zij ons door God moeten worden
gegeven. We lezen tenminste in Daniël I „Toen schonk God
aan Daniël gunst en barmhartigheid bij de overste der hove
lingen."
Let op die woorden „schonk God". De overste gaf zich zei
niet, hij werd gegeven. Zelf zou hij waarschijnlijk beslis
bezwaar gemaakt hebben tegen deze uitdrukking. Hij leefdt
zijn eigen leven immers. Hij nam zijn beslissingen in allt
vrijheid. Zo zal deze man gedacht hebben en toch werd hij
aan Daniël gegeven, toch legde God beslag op zijn hart.
Wij zijn geroepen om te getuigen van Christus en het evan
gelie te verkondigen, maar God moet de harten van de mensen
bewerken. Nu is dit het wonderlijke, dat God ons de vriend
schap van mensen wil toevertrouwen, maar met slechts één
doel, opdat zij God zullen leren kennen door ons.
DE ANTITHESE
IJET is een niet te loochenen feit,
dat over de hoofdbeginselen van
staatsbeleid verschillend wordt ge
dacht. En dat verschil vindt vooral
hierin zijn grond, dat niet allen in
de eens gekerstende landen de Open
baring Gods in Schrift en natuur
aanvaarden als het licht, ook op
staatkundig terrein.
Sedert in de achttiende eeuw de
zogenaamde „Verlichting" vele gees
ten bekoorde, zijn beginselen gepre
dikt, die toepassing vonden in de
Revolutie van 1789.
Het is onzerzijds nooit ontkend,
dat er en niet alleen in Frankrijk
alle reden was om aan de drin
gen op diepgaande hervormingen.
Het „oude regime" vindt ln ons geen
verdediger. Het was zelf ook de
vrucht van een revolutionaire ont
wikkeling, van de ontaarding van
het koningsambt, dat een absolutis
tische staatsmacht deed ontstaan,
die, via Lodewijk XIV, in handen
viel van de Jacobijnen en ten slotte
van Napoleon.
Het was een regime, dat weinig of
niets deed voor de leniging van de
volksnoden, maar dat niet schroom
de om de geestelijke vrijheid met
ruwe handen aan te tasten. Terwijl
de christelijke overheidsopvatting in
feite werd verworpen en het staats-
absolutisme werd aanvaard, baande
het als een reactie de weg naar de
leer van de volkssouvereiniteit. Deze
ondergraaft de bijbelse grondslag
van het gezag en geeft het aanzien
aan een „democratie", die tot de
chaos voert. Indien althans zich geen
weerhoudende krachten doen gevoe
len.
De aanvaarding of de verwerping
van het gezag der Openbaring be
slist over iemands principieel oordeel
met betrekking tot oorsprong en ka
rakter van het overheidsgezag, over
de bron van het recht, over de ver
houding tussen overheid en volk,
over de grenzen der overheidsmacht,
over de normen waaraan de overheid
bij de vervulling van haar taak is
gebonden.
Alleen wanneer beleden en beleefd
wordt naar Romeinen 13 dat
de overheid door God is ingesteld,
dat zü dienaresse Gods is „ons ten
goede", staan overheid en volk op
een onwankelbaar fundament.
De Schrift leert ons duidelijk, dat
aan de overheidsmacht grenzen zijn
gesteld. Reeds in het Oude Testa
ment vindt men daarvoor aanwijzin
gen. In Deuteronomium 17 wordt ge
zegd, dat 's konings hart zich niet
verheffe boven zijn broeders en dat
hij niet afwijke van het gebod. Uit
de Schrift blijkt voorts, dat ei; tus
sen volk en vorst in Israël een ver-
bondsbetrekking bestond, dat er over
leg werd gepleegd. Er was een ze
kere vertegenwoordiging van het
volk, waarbij de familie- en stam
indeling een rol speelde. De gezags
verhouding tussen vorst en volk
werd niet miskend. Maar het begin
sel van gelijkheid voor "de wet, van
gelijk recht voor allen, werd ten
volle gehandhaafd. Samuel sprak
tot het volk „het recht des ko-
ninkrijks", schreef het in een boek,
cn legde het voor het aangezicht des
Heren (1 Samuel 10:25).
Wij zouden hier bijna denken aan
een grondwet. De bestuursinrich
ting van Israël was sterk gedecen
traliseerd. Zelfs de Romeinen heb
ben dit systeem niet radicaal durven
aantasten.
Nu moet men de praktijk in oud-
Israël niet idealiseren. Onder aller
lei invloeden werden vele wetten
slecht nageleefd. Ook waren dc ko
ningen niet steeds afkerig van ab
solutistische methoden. De sociale
voorschriften werden men kan
het lezen bij de profeten dikwijls
geschonden. De zonde liet haar in
vloed soms in sterke mate gevoelen.
Maar dit doet niets af aan de prin
cipiële betekenis van de wetgeving,
waaruit ook wij in onze moderne toe
standen en verhoudingen nog lering
kunnen putten.
De Schriftgcgevens hebben de Cal
vinisten vooral gestimuleerd tot hun
streven naar burgerlijke en politieke
vrijheden. Tegen alle absolutisme, te
gen de totale staat hebben velen,
ook nog in het jongste verleden, ver
zet geboden.
De overheid mag zich niet vergrij
pen aan de menselijke persoonlijk
heid. Zij behoort in het gezin, in de
kerk, in de wetenschap en kunst, in
onderwijs en bedrijfsleven, levens
kringen te zien, waarvoor God een
eigen aard en karakter heeft ge
geven.
Door de werking der zonde in het
vol keren leven, ook in het gezin en
andere kringen, kan het noodzakelijk
zijn, dat de overheid hier ingrijpt en
regelen stelt. Velerlei nood en gemis
aan intitiatief kunnen de overheid
nopen om steun te verlenen. Ook
kan de gerechtigheid eisen, dat de
overheid Ingrijpt om het zwakke te
beschermen en op te heffen.
Onder bepaalde omstandigheden kan
de overheid geroepen worden tot het
geven van leiding aan het economisch
leven. Maar toch moeten de bemoei
ingen als einddoel hebben, dat het
leven in de volkskringen, in gezin
maatschappij, niet wordt vernietigd,
doch weer kan gaan functioneren
overeenkomstig zijn aard.
Hoever de overheidsbemoeiing
concreto kan en mag gaan, kan niet
voor alle tijden worden vastgesteld.
Veel hangt hier uiteraard af va
cultuur- en ontwikkelingspeil der be.
volking en van haar initiatief. Dt
overheid heeft een andere taak in
een georganiseerde maatschappij dan
in een samenleving, waarin de eigen
inspanning van de bevolking gering
In een georganiseerd maatschappelijk 1
leven zal de overheid geroepen i
den om botsingen te voorkomen, om k
machtsmisbruik te keren. Ook kan
het overheidsoptreden in het
land beïnvloed worden door maatre
gelen, in een ander land genomen, of
door internationale overeenkomsten.
Wij hebben in de laatste jaren reedj v
een en ander daarvan gezien. En wij
zullen er nog wel meer van
schouwen.
Het oud-liberale standpunt inzakt
het optreden der overheid is niet het
onze. Het hield geen rekening met
de macht der zonde ook in het be
drijfsleven. Maar verwerpelijk
eveneens het socialistische principe,
dat leidt tot een bijzondere voor
keur voor zo ver mogelijke staatsbe- I
moeiing, tot een wantrouwen in par
ticuliere activiteit een schier onfeil- j
baar achten van de staat. Alsof ook
de staatsmacht niet in dienst gesteld
kan worden van de zonde. Wie de ge
schiedenis kent, weet, dat het niet
voor de eerste keer zou zijn, indien
de staat in machtswaan het recht
zou vertrappen.
Is voor de ontwikkeling van het c
stitutionele staatsleven, zoals wij ge
zien hebben, partijvorming een
eiste, dan mag toch gevraagd worden,
of het eigenlijk niet vanzelf spreekt,
dat zij, die ook op maatschappelijk
en staatkundig gebied voor het ge
zag van Gods Openbaring willen bui
gen, die daarin richtlijnen voor hun i
optreden menen te vinden en
men voor hun handelingen daaruit
afleiden, tot principiële partijvor
ming besluiten. Het logische ant
woord moet bevestigend luiden.
Stellen zij zich daarmede op de
grondslag van de „antithese"? Zo
kreupel mag men het toch niet for
muleren. Zij aanvaarden eenvoudi(
de christelijke these, dat het Woord
Gods op alle gebieden van het leven
voor de mens moet zijn de lamp voor
zijn voet en het licht op zijn pad.
Maar er zijn anderen, die helaas dit
inzicht niet delen. Zij zijn van oor
deel, dat de Heilige Schrift ons niets
zegt voor het moderne staatkundige
bedrijf, dat zij hoogstens waarde
heeft voor het persoonlijke, geeste
lijke en kerkelijke leven. Op staat
kundig terrein heerst de menselijke
rede.
Zó wordt de antithese op politiek ge
bied openbaar.
Kunnen nu beide groepen in één
partij samengaan? Zal men dan tot
constructieve arbeid kunnen komen?
Wanneer men van beide zijden dt
consequenties van de aanvaarde uit
gangspunten zich indenkt, moet het
antwoord op de gestelde vraag ont
kennend luiden.
Nu zijn er, bepaaldelijk ook in ons
land, verschillende omstandigheden,
die de principiële tegenstellingen
enigszins verzachten. Daar is
eerste plaats de werking van Gods
algemene genade. In de tweede plaats
doet de christelijke traditie, met n
me ook ten aanzien van huwelijk en
gezin, nog in brede kringen haar in
vloed gelden. In de derde plaats daf-
tekent de christelijke partijvorminj
reeds van 1878 af, terwijl ook vóór
die datum christen-staatslieden hun
woord lieten horen.
Dank zij dit optreden van de chris
telijke groepen is veel bereikt, met
name op het gebied van het onder
wijs. Maar daarop niet alleen. En
velen, ook onder andersdenkenden,
zouden dit bereikte niet ongedaan
willen maken. Wel is er nog steeds
verzet tegen voortgaan in deze lijn.
Dit alles heeft ten gevolge, dat dt
antithese niet steeds in haar scherpt*
tot uitdrukking komt.
Maar zij blijft, met dat al, een reali
teit. Ook in ons staatskundig leven-
Wij mogen niet de illusie koesteren,
dat zij in de wereld van vandaag niet
weer in al haar scherpte openbaar
zal worden.
Nederland staat niet buiten de gees
telijke strijd, die in Europa en in an
dere werelddelen wordt gevoerd.