emm Regering moet acht geven op stem van arbeiders Pleidooi voor geref. huwelij ksbureau Toekomstige taken nog niet afgebakend Een woord voor vandaag Ook hier een pastorale taak ln het maandblad van de Ne derlandse Christen Vrouwen bond ,.De Christenvrouw" heeft mevr. E. v. d. Berg-Lindeboom een artikel geschreven onder de titel „De weg tot elkander" over huwelijksbemiddelingsbureaus. Uitvoerig gaat zij in op de grote vlucht die deze bureaus in de afgelopen jaren hebben ge nomen. Omdat het artikel te lang was om in zijn geheel over te nemen, kozen wij enkele ge deelten over het Hervormd Hu welijks-contactbureau (H.H.C.) en de wens dat ook de Gere formeerde Kerken een dergelijk initiatief zullen nemen: Voor toelating begint men ook hier met het invullen van een vragenlijst, waarvan de beant woording ten dele verplicht, ten dele vrijblijvend is. De aanvrager moet zich nu een vertrouwenspersoon kiezen, die bereid is te verklaren, dat de vragen naar waarheid beantwoord zijn en deze figuur moet de lijst vergezeld van zijn verklaring inzenden. Daarop wordt de aan vrager t.z.t. uitgenodigd tot een gesprek met een pastorale en me dische medewerker, van wie de i-amen en adressen worden mee gedeeld. Pas na dit gesprek, en na ontvangst van een verklaring dat er medisch gezien geen hu- welijksbeleUelcn zijn. wordt door het bestuur een beslissing geno men over de toelating. Deze medische rapporten komen slechts in handen van de medi ci-bestuursleden. de pastorale rap porten komen in handen van de directie van het bureau. Bij deze zeer serieuze werkwijze zal het niemand gelukken om uit scherts zich eens te laten inschrijven. Daarvoor ook is de zaak te ern stig. HET maken van winst wordt niet toelaatbaar geacht; maar de te maken kosten moeten uit de bijdragen der deelnemers worden bestreden. Vandaar dat men al leen een tarief heeft bij inschrij ving van 65.eventueel 55. of 45.—. Daarvoor ontvangt men 4 correspondentiebulletins, voor de volgende 4 is een vergoeding verplicht van 25.—. De bulletins verschijnen op ongeregelde tijden afhankelijk van de aantaUen deel nemers; gestreefd wordt naar vier bulletins per jaar. Zij bevat ten onder nummer gegevens van ingeschrevenen. Deze gegevens worden niet ge publiceerd. alvorens het nieuwe lid zijn goedkeuring aan de door het bureau ontworpen tekst heeft "&r men nu ,nk„e „urn- mers uitzoekt van personen met wie men zou willen corresponde ren. dan loopt de correspondentie over het bureau, waar men wel voor doorzending zorgt, doch nim mer brieven opent. Geadviseerd wordt tot het ano niem schrijven tot uitsluitend door tussenkomst van het bureau de namen en adressen gelijktijdig aan elkaar worden vrijgegeven. Het bureau kan ook op verzoek foto's uitwisselen. Is er een vas te correspondentie ontstaan, dan worden de betreffende nummers in het bulletin geblokkeerd voor verdere doorzending van brieven en in een volgend bulletin niet meer opgenomen. PROFESSOR Smelik wees er eens op. dat het werk van H.H.C. van pastoraal, zowel als van dia conaal belang is. Aanvankelijk had het een experimenteel karak ter, maar in hervormde kring is nu de bevreemding en de afwij zing wel verdwenen. Bestuursle den zowel als betrokkenen zijn diep onder de indruk van de merkwaardige dienst die dit se rieus verrichte werk vervult. Het verdwijnen van de ..kramp achtige" levenshouding kan op zichzelf al een bevrijding beteke- VVe zien dit ook bij kinder- Voor. dat pleegmoeder binnen het jaar zwanger is. terwijl ze tevo ren de hoop op een eigen kind geheel had opgegeven. Zo komt het ook voor dat een positieve in stelling tegenover het huwelijk, het op vertrouwelijke wijze, vrij moedig en openhartig hierover kunnen praten, maakt dat belem meringen wegvallen. Dan blijken er in eigen kring contactmogelijk heden te liggen, die men tevoren niet kon ontdekken. \fAN gereformeerde zijde wordt officieel noch officieus iets gedaan op dit terrein. Sommige predikanten of didkenen hebben al eens op deze leemte gewezen. Maar een zodanig initiatief eist een grondige voorbereiding. Het is niet zo. dat ,.iets beter is dan niets". Als er iets gebeurt, dan zal het verantwoord moeten ge beuren. Vorig jaar sprak een dia ken op een vergadering van een stichting voor gereformeerd maat schappelijk werk in een bepaalde classis over deze grote nood en een mogelijke oplossing daarvan. Een oplossing hiervan moet o.l. echter op landelijk niveau wor den gevonden. Dit werk kan niet ter hand genomen worden door een classicaal of provinciaal or- in de landelijke gereformeerde de wandeling I stichting sociale arbeid. G.S.A. genoemd. En ook vereniging voor geestelijke volks gezondheid op gereformeerde grondslag. Mogelijk ook, dat uit een samenspreking tussen deze organen het initiatief kan groei en. waardoor ook in gereformeer de kring aandacht, belangstelling on medewerking aan de oplossing van de nood, die hier bestaat, wordt gegeven. Ook al zal een enkeling een dankbaar gebruik van het her vormd bureau kunnen maken, de kansen om daar in eigen kring een huwelijkspartner te vinden, zijn uiteraard gering. En van bei- An -;;J .J de regei dam een Amerikaans theoloog M. D. Hugen op een in het Engels geschreven proefschrift over ker kelijke zielszorg aan oudere on- gehuwden. Van de daarbij ge voegde stellingen luidde de twee de: ..Er zijn geen gewichtige re denen waarom de kerk geen hu welijksbureau zou oprichten en er zijn belangrijke redenen waarom zij het wèl zou doen". De hervormde kerk heeft dit al lang begrepen. In gereformeerde kring is men nog niet zover. We spreken de wens uit, dat hierin spoedig verandering zal komen. Dr. Berghuis over invloed vakbeweging Verantwoordelijke deelgenoten hebben taak in ondernemingen (Van onze parlementsredactie) XI EN ZEGT NOGAL EENS dat de regering aa -LV1 beweging loopt. Een feit is dat de regering c de leiband van de vak- en ook de politieke partijen op de stem van de werknemersgroep acht geven. Politiek gezien is dit juist. De overheid moet op alles wat in de geestelijke en maatschappelijke groepe ringen van het volk leeft acht geven. Het zou uiteraard beslist onjuist zijn, indien aan de arbeidersvakbeweging ln onderscheiding van andere sociale organisaties een bijzondere positie en een speciale invloed op de regering of op de politieke partijen zou worden toegekend. Men kan dit wel beweren, maar daarom is het nog niet waar. In elk geval zal men er de sociale organisaties nooit een verwijt van kunnen maken, indien zij zich niet alleen gerechtigd, maar ook verplicht achten zich bij de overheid en in de politiek zo krachtig en zo sterk mogelijk te doen geiden ten gunste van de belangen die zij voorstaan. Dit zei de voorzitter van de Antirevolutionaire Partij, dr. W. P. Berghuis, vanmorgen in Esplanade te Utrecht op de bijeenkomst van het a.r. partij convent. Advertentie Het valt niet te ontkennen dat de arbeidersvakbeweging zich in de loop van de tijd wel bijzonder sterk als een bekwame „pressure-group" (druk- groep) heeft ontwikkeld. Daar was, historisch gezien, bepaald ook wel aanleiding toe en het heeft voor onze samenleving zegenrijke gevolgen ge had. Daarbij denken wij in het bijzon der aan het werk van de christelijke vakbeweging, aldus dr. Berghuis. Indien er al sprake mocht zijn van een grote feitelijke invloed van de vak beweging op de politiek, dan zal men dit niet aan haar moeten verwijten, maar aan de overheid en de politiek, die zelf voor de vervulling van de eigen taak verantwoordelijk zijn. Er zijn tal rijke pressure-groups. De overheid moet daarnaar luisteren en daarmee rekening houden en zelfstandig, onder eigen verantwoordelijkheid en onder een evenwichtige afweging van belan gen. haar algemeen publiek beleid naar eigen maatstaven bepalen. Vragen DE eCkte. PIJNSTILLER Schouderpij'n... maar ook andere plagende pijnen raakt u prompt kwijt met WITTE KRUIS. Tabletten, poeders of cachets l Beroepingswerk NED. HERV. KERK Aangenomen naar Ouddorp. ZH.: J van Vliet te Zetten; naar Varsseveld <Ned. Prot. Bond): J. Bosch te Berkhout. GEREFORMEERDE KERKEN Beroepen te Amsterdam-Zuid, Sloter- vaart: W. Griffioen te Ntjkerk. Beroepbaarstelling. De classis Assen heeft prep. geëx. en beroepbaar ver klaard: H. Kremer, Hoofdstraat 7 te Een, Dr. GEREF. KERKEN (Vrijgemaakt) Beroepen te Toronto. Canada (miss. predikant): H. Knigge te Groningen. Hervormde synode in november bijeen De Generale Synode der Nederlandse Hervormde kerk zal op 16 en 17 novem ber 1959 op „Woudschoten" te Zeist ver gaderen. De synode zal tijdens deze vergade ring een aantal benoemingen doen. on der andere die van een kerkelijk hoog leraar aan de Rijksuniversiteit te Leiden :n de a s. vacature professor dr. K. H. M:skntte De erkenning van de grote waarde der vakbeweging, wil niet zeggen dat er ten opzichte van haar niet bepaalde vragen kunnen opkomen. Eén van die vragen is of de vakbeweging soms niet de indruk wekt de pretentie te hebben, dat zij als bij uitstek is belast met de taak de hoedster van het sociale be lang te zijn en zich min of meer be schouwt als draagster van een soort toezichthoudende functie op de sociale verhoudingen, zei de voorzitter van de A.R. Partij. De sociale kwestie is in wezen geen specifiek arbeidersvraagstuk. Zij omvat het vraagstuk van de rechtvaardigheid in de tussenmenselijke verhoudingen als geheeL Daarom is elke neiging om de maatschappij in twee klassen van arbeiders en niet-arbeiders op te delen onaanvaardbaar. Gelukkig Is dit dilem ma ook buiten onze kring wel overwon nen. Maar ook elke vage afspiegeling daarvan, zich uitend in een zekere arg waan over en weer en in een neiging zich tegen elkaar af te zetten, is m we zen strijdig met de christelijk-sociale opvattingen. Een andere vraag die men als vriend van de vakbeweging wel mag stellen. Is of zij soms niet de aangeboren vecht- houdlng teveel lot uiting doet komen en om zij soms niet te sterk een eisen de toon laat horen, die onnodig prik kelt. aldus dr. Berghuis. De vakbewe ging heeft, om zich te laten gelden, be slist geen intimidatiestijl meer nodig. Maar aan deze vraag moet onmiddellijk een andere vraag toegevoegd worden, namelijk of van andere zijde bij de be handeling van sociale vraagstukken niet vaak een grote rol speelt een vrees voor het verloren gaan van eigen posi ties en een conservatisme nlt eigen be lang. Onderneming onderneming zei dr. Berghuis dat het hier niet in de eerste plaats gaat om een verdere verbetering van de rechts positie der arbeiders of om de bezits vorming. De arbeider moet zich als mens, als deelgenoot in de onderneming verantwoordelijk weten voor de onder neming zelf en voor het welslagen daarvan. Om voor die verantwoordelijk heid geplaatst te worden, moet hij als volwaardig en verantwoordelijk deelge noot in de onderneming erkend wor den en als zodanig worden ingeschakeld in de organisatievorm daarvan. In beginsel zullen de maatschappij- vormen voortdurend voor verandering vatbaar moeten zijn. Het is een chris telijk-sociale eis daarvoor steeds open te staan. Gewenste veranderingen in de maat- schappijvormen en dus ook van de rechtsvorm der onderneming moeten echter wortel schieten en groeien op vrijwillige basis in de maatschappij en in het bedrijfsleven zelf. De wet geving zal daarbij zeker in dit stadium niet dwingend moeten op treden, voorzover er geen sprake is van het weren van apert onrecht. Wel zal de wetgeving de ruimte moeten bieden voor de gewenste ontwikkeling. Vertegenwoordigers van de arbeiders in de ondernemingsorganen moeten niet over hun hoofd heen worden aangewe zen door organen die buiten de onder neming staan, maar zo rechtstreeks mogelijk door de arbeiders in de on derneming zelf. Inschakeling van het arbeiderselement in de beheervorm der onderneming zal niet mogen leiden tot een aantas ten van de gezagsverhouding in de re latie werkgever—werknemer. Voorts zal herziening van de rechtsvorm der onderneming in genen dele mogen lei den tot een al is het gedeeltelijke socialisatie, zoals in het rapport van de Wiardi Beckmanstichting (het we tenschappelijk instituut van de P.v.d.A.) wordt voorgesteld, aldus de heer Berg- Democratie In het begin van zijn rede had dr. Berghuis gezegd dat de democratie wel een zegenrijke, maar niet de gemakke lijkste vorm van staatsbestuur is. voor- iu de zaken steeds ingewikkelder worden. Het heeft iets beangstigends, dat het leven steeds meer wordt opge hangen aan formules, die alleen maar door superspecialisten gehanteerd kun nen worden. Dat men als normaal ont wikkeld mens de systematiek van bijv. de loonvorming niet meer kan volgen, wijst er op dat ergens van iets als een overspanning sprake is. Het gevaar zit hem niet in de formules zelf. maar in de mogelijkheid dat het algemene be stuursbeleid aan deze formules onder geschikt raakt. Wat de binnenlandse toestand betreft, hoopte dr. Berghuis dat wij nu enkele jaren zonder verkiezingen en zonder ka binetsformaties voor de boeg hebben. Een zekere periode van rust niet om uit te rusten, maar om ongestoord ac tief te kunnen werken zou niet on dienstig zijn. Wij zitten voor de toekomst met zoveel plannen, dat ik mij afvraag of het niet verstandig is, nu eerst maar eens te inventariseren en te groe peren wat er is en desnoods af te kap pen wat ons kan brengen in een „mer a boire" (letterlijk: een zee om leeg te drinken), aldus de voorzitter van de A.R. Partij. Tegenover het kabinet staan wij posi tief, zolang het ons dit mogelijk maakt door rekening te houden met es sentiële punten van a.r. politiek Inzicht, merkte dr. Berghuis op. Bij de over gang naar de vrijere loonvorming zijn geduld en een doelbewust beleid nodig. Aangezien hier de structuur wordt ge raakt, kan een dnldelijk aanwijsbare verandering niet te snel en niet pijn loos worden verwacht. Het Is nogal naïef om het te doen voorkomen, zoals de socialisten proberen, dat het hier gaat om een zaak van liberaal stempel. Het is hier juist te doen om beleids punten waarvoor speciaal de christe lijke politieke partijen zijn opgekomen, zei de heer Berghuis. Advertentie Zenuwrust nodig voor goede nachtrust Mijnhard»'* ZanuwtabUtten Kontaktconfereerde in Baarn Verhouding tot NJG besproken (Van een onzer verslaggevers) Ongeveer vijf jaar geleden is eer soort verband van protestants-chris telijke jeugdorganisaties gesticht, on der de naam „Kontakt". Het was vooral de heer R. Bos, secretaris de Chr. Bond van Jonge Boeren en Tuinders, die in de totstandkoming Kontakt een actieve rol speelde. Vrijdag en zaterdag hebben leden de aangesloten organisaties deel genomen aan een conferentie van Kontakt te Baarn. Daar waren o.a. rtegenwoordigers bijeen van jeugd organisaties op het gebied van sport, politiek, vakbeweging en de vrije jeugdvorming. Op deze conferentie, geleid door de heer J. Kuilman, voorzitter van de chr. korfbalbond, Leeft de heer Bos de vraag beantwoord: Wat is, wat wil Kontakt. i hoe is de positie in de toekomst? De heer Bos herinnerde eraan, dat in JIWW OTERDAHL- Zonder zich d« Ujd te gunnen haar bebloede handen af te spoelen, ging zij mee. en volgde de draagbaar naar beneden langs de smalle binnentrap. Zorg voor het kind. knikte zij Mant toe. die op de drempel bleef staan, en blijf tot Malmberg thuis komt! Marit knikte terug, sloot de deur en liep vlug de kamer in. Vreemd nu alleen en ongestoord in de wo ning van andere mensen te zijn. die zij haast niet kende Wat zag het er hier uit! Tante Oliva zou dadelijk dood neervallen, dacht Marit, als zij maar een voet over de drempel zou zetten. Maar zij had geen tijd voor verdere overwe gingen, zij nam het kind op. dat blijkbaar nat was cn honger had. en óf. door-en-door nat was de stak kerd. trouwens een geweldig schattig kereltje.. Waar zou het kindergoed liggen? Marit keek eens rond. Uit een halfgeopende la hing een kousje, daar misschien, ja, daar lag bet. Het was al een hele tijd geleden sedert zij moeder Ragnhiid had zien verzorgen, en na die tijd had z;j nooit iets uit te staan gehad met dergelijk klein grut. Maar zo moeilijk kon dat toch niet zijn en zij zou het wel klaar spelen. Het kind ztfeeg. zodra het opgenomen werd cn nu lag het tevreden geluidjes te maken op Marits schoot, trachtte zijn grote teen in zijn mond te stoppen cn scheen hoogst voldaan met zijn droge luier. Het bedje was ook nat, het zeildoek moest zij aflappen. Marit legde het kleintje zolang op de sofa en trok er een stoel voor. opdat hij niet op de grond zou vallen. Nu begon hij weer te jam meren. zeker honger, dacht Marit. stakkerd, wacht, wacht, «rij zullen wel wat vinden, zul je zien! Op de latafel, tussen toiletartikelen en andere rommel, lag een half opgegeten banaan. Marit greep er verrukt naar. Zoveel wist zij wel van kleine babies dat zij al heel gauw bananen mochten eten, en deze baby was bijna een Jaar. Nu zul je eens wat zien! Ja hoor. het bleek dat hij aan dit soort voedsel gewend was Hij kreeg alles wat er over was. werd toen in zijn bedje ge legd en lag gezellige geluidjes te maken, terwijl Ma- Buiten waait de zomerwind t de woning de opzichter nader in ogenschouw Zij dacht weer aan tante Oliva's absolute dood, in geval zij bij ongeluk de drempel van de woning der Malmbergs zou overschrijden. Van het begin was het een mooi ingerichte woning geweest, dat was te zien en nieuw ook. zolang waren zij nog niet ge trouwd blijkbaar. Het ameublement van de kamer was bepaald van berkenhout, gevlamd berkenhout, met lila-kleurig overtrek, veel mooier en moderner dan hun oud eikenhouten ameublement geweest. Maar geen zijn plaats, het tafelkleed hing scheef vlekken, de gordijnen ook. Een der gordijnen vol toonde een lange scheur, met veiligheidsspelden bij elkaar gehouden. Op alles lag een laag stof, de hoge spiegel van de toilettafel was erg vuil. Op de ronde tafel midden in de kamer lag een open manicure etui naast een bord met een half geledigde koffie kop en wat koekjes, een glas met verlepte bloemen in vuil water stond bovenop een pak gescheurde tijd schriften. Kledingstukken lagen hier en daar over de stoelen verspreid en enige lagen op de grond, die zeker in geen dagen was aangeveegd. Marit wierp een blik in de keuken. Daar stond een massa ongewassen vaat. en de kachel stond vol gebruikte pannen. Maar ook daar was alles nieuw en van het beste soort. Verbeeld Je. zei zij tot zichzelf. Als Je zoveel dingen hebt, die je toebehoren, en dat je er dan niet beter voor zorgt! Zij weifelde wat te doen: aanpakken en opruimen. de vloer opnemen, afwassen, alles netjes maken, zo dat alles tot zijn recht zou komen, en het gevoel dat dit eigenlijk een vergrijp zou zijn tegen de vrouw des huizes, een aanmerking maken op dingen, die haar niet aangingen. Met het kind was het iets ders: Dat moest verzorgd worden. Terwijl daar stond en niet recht wist wat te doen en eens de kamer, dan eens de keuken in keek. werd zij zich voor het eerst bewust hoe verschillend de dingen er uitzien, wanneer de bezitter van ze houdt of ze veronachtzaamt. In hun sombere woning, trappen lager gelegen, was niet één enkel voor' dat niet verzorgd en gewaardeerd werd. Het dikwijls erg nauw in de keuken, waar moeder haar wastobben had. ze kreeg gelden gelegenheid bene den in het gemeenschappelijke washuis te wassen, er met alles wat zij nodig had voor het stijven en strij ken der was. was het er toch nooit slordig. En ir de kamer was weliswaar niet veel meer van wat zij vroeger hadden bezeten, maar elk ding dat er was werd als iets dierbaars beschouwd Niet alleen omdat het moeilijk zou zijn er iets nieuws voor in de plaats te kopen, maar omdat al die voorwerpen als 't wart een deel van henzelf uitmaakten, op een onverbreek bare wijze aan hun leven verbonden waren. Alles thuis keek hen aan zoals vrienden kijken, de sofa met het versleten overtrek, de naaimachine, de boe ken. de enkele kleinigheden op de latafel, moeders mooie kist en vooral het portret en de schilderij Juffrouw Kempendaal. Maar hier Marit fronste de wenkbrauwen hier zagen de dingen er vijandig uit. Er was iets vals en akeligs in al deze voorwerpen, die slecht behan deld waren, en die niemand met tederheid of liefde scheen aan te raken. Het enige verzoenende clement was het kind, dat schoon en verzadigd in zijn bedje lag. met zijn vi gertjes in de lucht speelde en zo nu en dan et energieke kreet slaakte. Ik zal tenminste de boel in de keuken maar o ruimen, dacht zij. Het karpet is vol bloed. Ma: zij was ternauwernood begonnen, of de deur ging open en de politie-agent trad binnen, stijf en correct, met een sabel opzij en witte handschoenen aan bleef op de drempel staan en keek zo bars als in volle dienst. (Wordt vervolgd) de kring van het georganiseerde jeugd leven verschillende overkoepelende or ganen bestaan, zoals de Nederlandse Jeugd Gemeenschap. Er bestaat echter geen enkele plaats, waar de protestants- christelijke jeugdorganisaties elkaar ontmoeten. Kontakt heeft zulk een ont moetingsplaats willen zijn, zonder ech- ;r een koepelorganisatie te worden. Totnogtoe heeft men die ontmoeting al leen gebruikt om elkaar eens te leren kennen cn zich te oriënteren over de bestaande situatie. Hoe moet dit echter de toekomst gaan? Een uitgebreide discussie is op deze uiteenzetting gevolgd, zonder dat men tot een voor elk bevredigende oplossing kon komen. Inzonderheid de verhouding tot de N.J.G. kwam ter sprake. Enkele Kontakt deelnemende organisaties, zoals het Chr. Jongerenverbond, zijn bij de N.J.G. aangesloten. Andere organisa ties hebben dat niet kunnen doen. omdat de N.J.G. christendom en humanisme op één lijn stelt en dit als basis voor tiaar arbeid gebruikt. Aangezien er bij de N.J.G. iets aan het veranderen schijnt te zijn, zou de mogelijkheid er misschien komen voor niet-aangesloten protestants-christelijke organisaties om toch in de N.J.G. zit- Ds. G. N. Lammens, voorzitter van de Bond van Geref. Jeugdverenigin gen, verklaarde dat deze bond. die aanvankelijk ook lid was van de N.J.G., maar om principiële redenen uittrad, niet bereid is tot samenwer king zolang de situatie bij de N.J.G. eender blijft Zou echter de N.J.G. in plaats van een werkgemeenschap een gespreksplaats worden, dan achtte hij het voor de hand liggen dat ook het gereformeerde jeugdwerk cfaaraan deel zou nemen. Want deze organisatie wil rekening houden met het feit dat er een antithese is, maar zij wenst geen steriel isolement. Samenspreken is mogelijk en wordt ook wel nuttig ge acht. Dr. C. C. F. Gordijn, rector C.A.L.O., besprak het onderwerp „He dendaagse jeugd en christelijke jeugd". Hij legde er zeer sterk de nadruk op, dat in het christelijk jeugdwerk wezenlijk alles op Christus gericht moet zijn. Bij de vorming der jeugd werd vroeger het accent gelegd op de vermeerdering kennis. De vorming moet echter r dan ooit het belijden ten doel hebben. Belijden is niets anders dan „telkens, ook in gewone dingen, waarmaken wat je gelooft." Wie de jeugd wil leiden, moet zelf een binding hebben met Chris tus. K(j moet bovendien weten dat jeugd werk primair is: luisteren. In deze tij den. nu zoveel waarden veranderd zijn is de roep om een persoonlijk antwoord bij de jengd zeer groot. De verhouding van ouderen tot de jeugd moet zijn de verhouding van de Goede Herder tot zijn schapen. Dat is heel iets anders dan het „oom-en-tantecomplex", dat men zo vaak bij jeugdleiders en ouderen aan treft. Tweede spreker was ds. N. O. Steen beek, voorzitter NJ.G. over de vraag wat zijn in deze tijd de kanalen waar door het evangelie tot de jeugd kan komen? Enkele dagen geleden schreven we, dat Daniël een vriend voor zich won om hem zo voor God te winnen. Het kan zijn, dat een aantal lezers een vraagteken gezet hebben achter dit uitdrukking. Dat kunnen we begrijpen, want zij geeft slechtt een kant van de medalje weer. We legden toen sterk de nadruk op de persoonlijke verantwoordelijkheid van Daniël. Maar we kunnen ook zeggen, dat wij geen vriendschappen kunnen maken, maar dat zij ons door God moeten worden gegeven. We lezen tenminste in Daniël I „Toen schonk God aan Daniël gunst en barmhartigheid bij de overste der hove lingen." Let op die woorden „schonk God". De overste gaf zich zei niet, hij werd gegeven. Zelf zou hij waarschijnlijk beslis bezwaar gemaakt hebben tegen deze uitdrukking. Hij leefdt zijn eigen leven immers. Hij nam zijn beslissingen in allt vrijheid. Zo zal deze man gedacht hebben en toch werd hij aan Daniël gegeven, toch legde God beslag op zijn hart. Wij zijn geroepen om te getuigen van Christus en het evan gelie te verkondigen, maar God moet de harten van de mensen bewerken. Nu is dit het wonderlijke, dat God ons de vriend schap van mensen wil toevertrouwen, maar met slechts één doel, opdat zij God zullen leren kennen door ons. DE ANTITHESE IJET is een niet te loochenen feit, dat over de hoofdbeginselen van staatsbeleid verschillend wordt ge dacht. En dat verschil vindt vooral hierin zijn grond, dat niet allen in de eens gekerstende landen de Open baring Gods in Schrift en natuur aanvaarden als het licht, ook op staatkundig terrein. Sedert in de achttiende eeuw de zogenaamde „Verlichting" vele gees ten bekoorde, zijn beginselen gepre dikt, die toepassing vonden in de Revolutie van 1789. Het is onzerzijds nooit ontkend, dat er en niet alleen in Frankrijk alle reden was om aan de drin gen op diepgaande hervormingen. Het „oude regime" vindt ln ons geen verdediger. Het was zelf ook de vrucht van een revolutionaire ont wikkeling, van de ontaarding van het koningsambt, dat een absolutis tische staatsmacht deed ontstaan, die, via Lodewijk XIV, in handen viel van de Jacobijnen en ten slotte van Napoleon. Het was een regime, dat weinig of niets deed voor de leniging van de volksnoden, maar dat niet schroom de om de geestelijke vrijheid met ruwe handen aan te tasten. Terwijl de christelijke overheidsopvatting in feite werd verworpen en het staats- absolutisme werd aanvaard, baande het als een reactie de weg naar de leer van de volkssouvereiniteit. Deze ondergraaft de bijbelse grondslag van het gezag en geeft het aanzien aan een „democratie", die tot de chaos voert. Indien althans zich geen weerhoudende krachten doen gevoe len. De aanvaarding of de verwerping van het gezag der Openbaring be slist over iemands principieel oordeel met betrekking tot oorsprong en ka rakter van het overheidsgezag, over de bron van het recht, over de ver houding tussen overheid en volk, over de grenzen der overheidsmacht, over de normen waaraan de overheid bij de vervulling van haar taak is gebonden. Alleen wanneer beleden en beleefd wordt naar Romeinen 13 dat de overheid door God is ingesteld, dat zü dienaresse Gods is „ons ten goede", staan overheid en volk op een onwankelbaar fundament. De Schrift leert ons duidelijk, dat aan de overheidsmacht grenzen zijn gesteld. Reeds in het Oude Testa ment vindt men daarvoor aanwijzin gen. In Deuteronomium 17 wordt ge zegd, dat 's konings hart zich niet verheffe boven zijn broeders en dat hij niet afwijke van het gebod. Uit de Schrift blijkt voorts, dat ei; tus sen volk en vorst in Israël een ver- bondsbetrekking bestond, dat er over leg werd gepleegd. Er was een ze kere vertegenwoordiging van het volk, waarbij de familie- en stam indeling een rol speelde. De gezags verhouding tussen vorst en volk werd niet miskend. Maar het begin sel van gelijkheid voor "de wet, van gelijk recht voor allen, werd ten volle gehandhaafd. Samuel sprak tot het volk „het recht des ko- ninkrijks", schreef het in een boek, cn legde het voor het aangezicht des Heren (1 Samuel 10:25). Wij zouden hier bijna denken aan een grondwet. De bestuursinrich ting van Israël was sterk gedecen traliseerd. Zelfs de Romeinen heb ben dit systeem niet radicaal durven aantasten. Nu moet men de praktijk in oud- Israël niet idealiseren. Onder aller lei invloeden werden vele wetten slecht nageleefd. Ook waren dc ko ningen niet steeds afkerig van ab solutistische methoden. De sociale voorschriften werden men kan het lezen bij de profeten dikwijls geschonden. De zonde liet haar in vloed soms in sterke mate gevoelen. Maar dit doet niets af aan de prin cipiële betekenis van de wetgeving, waaruit ook wij in onze moderne toe standen en verhoudingen nog lering kunnen putten. De Schriftgcgevens hebben de Cal vinisten vooral gestimuleerd tot hun streven naar burgerlijke en politieke vrijheden. Tegen alle absolutisme, te gen de totale staat hebben velen, ook nog in het jongste verleden, ver zet geboden. De overheid mag zich niet vergrij pen aan de menselijke persoonlijk heid. Zij behoort in het gezin, in de kerk, in de wetenschap en kunst, in onderwijs en bedrijfsleven, levens kringen te zien, waarvoor God een eigen aard en karakter heeft ge geven. Door de werking der zonde in het vol keren leven, ook in het gezin en andere kringen, kan het noodzakelijk zijn, dat de overheid hier ingrijpt en regelen stelt. Velerlei nood en gemis aan intitiatief kunnen de overheid nopen om steun te verlenen. Ook kan de gerechtigheid eisen, dat de overheid Ingrijpt om het zwakke te beschermen en op te heffen. Onder bepaalde omstandigheden kan de overheid geroepen worden tot het geven van leiding aan het economisch leven. Maar toch moeten de bemoei ingen als einddoel hebben, dat het leven in de volkskringen, in gezin maatschappij, niet wordt vernietigd, doch weer kan gaan functioneren overeenkomstig zijn aard. Hoever de overheidsbemoeiing concreto kan en mag gaan, kan niet voor alle tijden worden vastgesteld. Veel hangt hier uiteraard af va cultuur- en ontwikkelingspeil der be. volking en van haar initiatief. Dt overheid heeft een andere taak in een georganiseerde maatschappij dan in een samenleving, waarin de eigen inspanning van de bevolking gering In een georganiseerd maatschappelijk 1 leven zal de overheid geroepen i den om botsingen te voorkomen, om k machtsmisbruik te keren. Ook kan het overheidsoptreden in het land beïnvloed worden door maatre gelen, in een ander land genomen, of door internationale overeenkomsten. Wij hebben in de laatste jaren reedj v een en ander daarvan gezien. En wij zullen er nog wel meer van schouwen. Het oud-liberale standpunt inzakt het optreden der overheid is niet het onze. Het hield geen rekening met de macht der zonde ook in het be drijfsleven. Maar verwerpelijk eveneens het socialistische principe, dat leidt tot een bijzondere voor keur voor zo ver mogelijke staatsbe- I moeiing, tot een wantrouwen in par ticuliere activiteit een schier onfeil- j baar achten van de staat. Alsof ook de staatsmacht niet in dienst gesteld kan worden van de zonde. Wie de ge schiedenis kent, weet, dat het niet voor de eerste keer zou zijn, indien de staat in machtswaan het recht zou vertrappen. Is voor de ontwikkeling van het c stitutionele staatsleven, zoals wij ge zien hebben, partijvorming een eiste, dan mag toch gevraagd worden, of het eigenlijk niet vanzelf spreekt, dat zij, die ook op maatschappelijk en staatkundig gebied voor het ge zag van Gods Openbaring willen bui gen, die daarin richtlijnen voor hun i optreden menen te vinden en men voor hun handelingen daaruit afleiden, tot principiële partijvor ming besluiten. Het logische ant woord moet bevestigend luiden. Stellen zij zich daarmede op de grondslag van de „antithese"? Zo kreupel mag men het toch niet for muleren. Zij aanvaarden eenvoudi( de christelijke these, dat het Woord Gods op alle gebieden van het leven voor de mens moet zijn de lamp voor zijn voet en het licht op zijn pad. Maar er zijn anderen, die helaas dit inzicht niet delen. Zij zijn van oor deel, dat de Heilige Schrift ons niets zegt voor het moderne staatkundige bedrijf, dat zij hoogstens waarde heeft voor het persoonlijke, geeste lijke en kerkelijke leven. Op staat kundig terrein heerst de menselijke rede. Zó wordt de antithese op politiek ge bied openbaar. Kunnen nu beide groepen in één partij samengaan? Zal men dan tot constructieve arbeid kunnen komen? Wanneer men van beide zijden dt consequenties van de aanvaarde uit gangspunten zich indenkt, moet het antwoord op de gestelde vraag ont kennend luiden. Nu zijn er, bepaaldelijk ook in ons land, verschillende omstandigheden, die de principiële tegenstellingen enigszins verzachten. Daar is eerste plaats de werking van Gods algemene genade. In de tweede plaats doet de christelijke traditie, met n me ook ten aanzien van huwelijk en gezin, nog in brede kringen haar in vloed gelden. In de derde plaats daf- tekent de christelijke partijvorminj reeds van 1878 af, terwijl ook vóór die datum christen-staatslieden hun woord lieten horen. Dank zij dit optreden van de chris telijke groepen is veel bereikt, met name op het gebied van het onder wijs. Maar daarop niet alleen. En velen, ook onder andersdenkenden, zouden dit bereikte niet ongedaan willen maken. Wel is er nog steeds verzet tegen voortgaan in deze lijn. Dit alles heeft ten gevolge, dat dt antithese niet steeds in haar scherpt* tot uitdrukking komt. Maar zij blijft, met dat al, een reali teit. Ook in ons staatskundig leven- Wij mogen niet de illusie koesteren, dat zij in de wereld van vandaag niet weer in al haar scherpte openbaar zal worden. Nederland staat niet buiten de gees telijke strijd, die in Europa en in an dere werelddelen wordt gevoerd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1959 | | pagina 2