Zal de regering recht
doen in Nieuw-Guinea?
Ds. Brussaard wilde een
kleine kerk dienen
grootste
Bankbedrijf: een sociaal
achtergebleven gebied
Een woord voor vandaag
771e ZTMan'4 PINDAKAAS
School maatschappelijk werk
werd „Sociale Academie"
ffeithen
Kanttekening
Vraag in het
„Hervormd Nederland"
JN het blad „Hervormd Neder
land" heeft dr. G. P. H. Lo
cher de zendingssecretaris van
Oegstgeest een artikel gewijd
aan een geruchtmakende zaak
betreffende Nieuw-Guinea. On
der de vorige regering is er een
subsidie verstrekt aan een
rooms-katholieke vervolgschool
die wordt opgezet in een geheel
protestants gebied. Ondanks al
le protesten is deze subsidie niet
ingetrokken. Dr. Locher schrijft:
maanden achter ons. Een nieuwe
regering is gevormd. Na een
overgangsperiode is de Minister
van Binnenlandse Zaken, mr. E.
H. Toxopeus, onlangs aangewezen
als de verantwoordelijke bewinds
man voor Nieuw-Guinea. Nu dit
alles geregeld is, vragen wij op
nieuw de aandacht voor de Pri
maire Middelbare School der mis
sie te Hollandia.
Nieuw-
Guinea voor het jaar 1958 zou de
r.k. missie een gesubsidieerde
P.M.S. te Merauke mogen ope
nen. Gezien de ligging van de
..voedingsscholen" voor deze
school, was dit voorstel geheel in
overeenstemming met de belan
gen van het onderwijs. Buiten
voorkennis van de minister gaf de
directeur van Culturele Zaken ech
ter m.i.v. september 1958 subsi
die voor zo'n school te Hollandia.
hetgeen naar het oordeel der
apostolische vicarissen meer in
overeenstemming was met de be
langen der missie. Op vragen van
het Tweede-Kamerlid, de heer N.
Stufkens, gaf de toenmalige mi
nister van Zaken Overzee, begin
februari tot antwoord, dat naar
de mening van de regering in
derdaad niet Hollandia doch Me
rauke de plaats voor een gesub
sidieerde P.M.S. der missie dien
de te zijn. Merkwaardigerwijze
gaf hij echter geen opdracht
i de bedoeling der
niet
DEZE medewerking is
leend. De r.k. P.M.S. te Hol
landia ontvangt nog steeds subsi
die. En uit betrouwbare bron
vernamen wij, dat binnenkort de
subsidiëring van een tweede r.k.
P.M.S. te verwachten is, tenzij
de minister of het parlement zorgt
dat er recht gedaan wordt.
van de regering een verbod
missie-activiteiten in Noord-Nieuw-
Guinea verlangt. Maar wij vra
gen dit niet, hebben dat ook her
haaldelijk uitgesproken. Het goed
der godsdienstvrijheid is ons kost
baar. Natuurlijk moet de rege
ring de missie de vrijheid laten
om protestantse Papoea's rooms
te maken. Wij erkennen zelfs, dat
Rome hiernaar volgens haar be
ginselen moet streven. Zij meent
nl. dat er uiteindelijk buiten de
r.k.-kerk geen kerk is. Wij ver
werpen deze leer. Daarom betreu
ren wij deze actie der missie. En
daarom ijvert de hervormde zen
ding er op haar beurt niet voor
om roomse Papoea's protestants
te maken. Maar wij zullen nooit
de regering verzoeken om dit mis
siewerk onder protestantse Pa
poea's te verhinderen.
beid onder protestantse Papoea's
regeringssubsidie vraagt en
krijgt. Dat is in strijd met onze
Nederlandse staatsinstellingen.
Daarom vragen wij dat de rege
ring recht in dezen zal doen. Een
storm van verontwaardiging on
der de r.k. Nederlanders zou op
steken als de regering een pro
testantse middelbare school zou
subsidiëren in een totaal roomse
plaats. Is het verwonderlijk dat
de protestanten in Nieuw-Guinea
en de Nederlandse zending met
hen fel verontwaardigd zijn over
de subsidiëring ener r.k. P.M.S.
in Hollandia, d.w.z. in Noord-
Nieuw-Guinea. welks gekerstende
bevolking protestants is? De mis
sie was dan ook niet bij machte
om de eerste klas in september
1958 alleen met roomse leerlingen
te bezetten. Een flink aantal was
protestants. En wij menen te we
ten, dat een groot percentage der
rooms-katholieke leerlingen niet
uit Hollandia maar uit de missie
gebieden in het zuiden afkomstig
leerlingen
sie terecht,
omdat de zendingsscholen vol
waren. In Noord-Nieuw-Guinea
begeren nl. talloze Papoea's on
derwijs voor hun kinderen. Men
wil vooruit. Zal de economische
ontwikkeling echter ook zo snel
gaan dat al deze Papoese jonge
lui een met hun scholing overeen
komstige plaats in de maatschap
pij zullen vinden? Daarom streef
de de regering in de voorbije ja
ren naar een geleidelijke uitbrei
ding van het onderwijs. Naar ons
oordeel ging het op bepaalde pun
ten beslist te langzaam. Dat weet
de regering ook wel.
Wij hebben het echter steeds
onjuist geacht om dan maar zelf
ongesubsidieerde scholen te ope
nen. Dat zou een onverantwoorde
doorbreking van het gouverne
mentele economische en onder
wijsbeleid geweest zijn, die
dun bevolkte land in 't algt
misplaatst zou zijn. Dus vonden
vele Papoese jongeren op onze
scholen geen plaats door onze
loyaliteit tegenover de regering
en kwamen terecht op missie
scholen.
Want de missie opende wel on
gesubsidieerde scholen, doorbrak
doelbewust wel de bedoelingen der
regering en kreeg soms later nog
subsidie van deze zelfde regering
ook! Onlangs (d.d. 21 augustus)
stond in de N.R.C., dat zending
en missie door him onderlinge
concurrentie het gouvernement
brengen tot een onverantwoorde
uitbreiding van het onderwijs in
Nieuw-Guinea.
Op grond van het bovenstaan
de wijzen wij dit verwijt wat de
zending betreft beslist van de
hand. Vele protestanten in Nieuw-
Guinea verwijten ons juist onze
loyaliteit tegenover de overheid in
dezen.
openbaar de aandacht te vragen.
Wij wisten, hoe veler reactie zou
zijn! Gelukkig is er maar één he
mel, al denken jullie van zending
en missie dat er twee zijn: een
roomse en een protestantse, zei
iemand nog dezer dagen.
Op deze wijze, alsof het ons
slechts gaat om het afkapen van
Papoese zielen aan de missie,
schijnen sommigen alleen te kun
nen denken over de tegenstelling
tussen zending en missie. Dus
zwegen wij lang. Na de subsidië
ring der r.k. M.P.S. te Hollandia
mochten wij dit niet langer vol
houden. Ds. F. H. Landsman
vroeg in het nummer van 10 ok
tober 1958 van dit blad de aan
dacht ervoor. In de nummers van
17. 24 en 31 januari deden dit op
nieuw ds. I. S. Kijne, steller de
zes en mr. S. C. Graaf van Rand-
wijck. Om de aan het begin ge
noemde reden stellen wij deze
zaak opnieuw aan de orde.
Radio-predikant jubileerde
God gaf hem
Beroepingswerk
NED. HERV. KERK
Beroepen te Breskens: L. Spaans te
Vrouwenparochie; te Luttelgeest( toez.):
E. Kempenaar te Nieuw-Leusen; te Wer.
kendam: G. Kaastra te Oosthem.
de
van Nederland
(Van een onzer verslaggevers)
DE eerste Nederlandse radio-
pastor en de reeds voor de
oorlog vurige pleiter voor het
Gereformeerde oecumenische
leven, emeritus predikant van
Oegstgeest, ds. J. C. Brussaard,
vierde gisteren zijn gouden
ambtsjubileum in de kerk, waar
hij meer dan twintig jaar elke
zondag tweemaal via de radio
was te beluisteren: Bloemen-
daal. Er was grote belangstel
ling voor deze dienst, die recht
streeks via dit in de wereld wel
heel ongewone golfbereik werd
uitgezonden. Ds. G. Toornvliet,
de tegenwoordige Gereformeer
de predikant van Bloemendaal,
bracht de 75-jarige, ondanks
ziekte van de laatste jaren nog
vitale predikant naar de kansel.
Ds. Brussaard. die het woord bediende
naar aanleiding van 2 Petrus 119
sprak over het kostbare, betrouwbare
en aanvaardbare van de boodschap
van God. Hij bracht in herinnering hoe
meer dan 20 jaar geleden tienduizen
den onbekende hoorders elke zondag
naar hem hebben meegeluisterd, eerst
in een uiterst klein kerkje, later in
een grotere en nu in de onlangs
gebruik genomen nieuwe kerk.
Het woord Gods, waarop wij bouwen,
heb ik proberen te ontvouwen en de
mensen opgewekt ernst te maken met
het heil, om de straf te ontkomen. De
jubilerende predikant dankte God
voor Zijn grote genade in hem
halve eeuw bewezen en hij hoopte,
dat de Here hem kracht zou geven
tot drie dagen voor zijn begrafenis te
kunnen werken. Laten wij allen echter
in <--is leven trachten door te dringen
in de heilige dingen des Heren.
Ds. Toornvliet sprak namens de kerk
Bloemendaal en de, inmiddels, hon
derdduizenden, die zondag aan zondag,
hebben meegeluisterd. Er is humor bij
dit gedenken. Ds. Brussaard wilde al
leen maar een kleine kerk dienen,
geen stadskerk. God stelde hem echter
als voorganger van de grootste kerk
in Nederland, een gemeenschap
kerkelijken en buitenkerkelijken.
Nog kort voor de oorlog alleen staande
in de oecumenische strijd, b
door afgunst, hebben leerlingen
lijn doorgetrokken. Geen predikant In
Nederland kan op een dergelijke staat
van dienst terugzien en het i;
traditionele wens, wanneer de Gere
formeerde Kerken als geheel ds. Brus
saard een gezegende levensavond toe-
bidden.
De jubilerende predikant, die op hoge
leeftijd al.'
tingen ver
gezongen.
Bid- en dankdagen
in het leger
Het hoofdbestuur van de nationale
christen onder-officieren vereniging heeft
aan de minister van defensie een re
quest gezonden met verzoek de desbe
treffende reglementen te willen aanvul
len met een bepaling dat de protestantse
militairen op bid- en dankdagen ln de
gelegenheid worden gesteld na zes
de godsdienstoefeningen van de kerk
hun gezindte bij te wonen of, indien deze
gehouden wordt, de samenkomst va
leger-of luchtmachtpredikant.
Resolutie Chr. Beambtenbond:
Hogere lonen en
meer vakantie
gevraagd
(Van onze sociaal-economische redactie)
In de algemene vergadering van de
bedrijfsgroep geld- en effectenhandel
van de Nederlandse Christelijke Be
ambtenbond is een resolutie aangeno
men, waarin gevraagd wordt om ver
hoging van de salarisschalen voor de
bankemployé's. Elke employé zou in
aanmerking moeten komen voor een
reële verhoging. Het hoge werktempo,
dat van de bankemployé wordt ver
wacht, maakt voorts een ruimere re
creatie noodzakelijk in de vorm van
meer vakantiedagen en/of vrije za
terdagen. Met nadruk wordt gesteld,
dat de ondernemingsraden in de ge
legenheid gesteld zullen moeten wor
den de hun opgelegde taken te ver
vullen. Het bestuur werd opgedragen
alle gewettigde maatregelen te nemen
om deze verlangens te verwerkelijken
en het deed daarbij een beroep op alle
Aan de opstelling van deze reso
lutie ging een uitvoerige discussie
vooraf, waaruit men concludeerde,
dat op het ogenblik in het bankbe
drijf van een toenemende welvaart
kan worden gesproken. De rechts
positie van de bankemployé blijft
echter achter bij wat als redelijk
mag worden beschouwd. De vaststel
ling van de salarissen geschiedt nog
steeds zo dat de employe's enig in
zicht in het beleid dienaangaande
ontbreekt. De ondernemingsraden
worden in het algemeen niet in staat
gesteld de wettelijk opgedragen taak
van controle op de arbeidsvoorwaar
den te verrichten.
Ontstemming werd uitgesproken
over de trage gang van zaken bij de
onderhandelingen met de werkge
versvereniging voor het bankbedrijf
De werkgevers zijn nog te veel van
mening, dat zij alles alleen moeten
doen en daarbij niet voor kritiek be
hoeven open te staan, aldus ver
klaarde de algemeen secretaris van
de bond, de heer A. Niemantsver-
driei.
In het jaarverslag van de bedrijfs-
CHRIST. GEREF. KERKEN
Barendrecht: M. Baan
EVANG. LUTH. KERK
Benoemd tot geestelijk verzorger van
wijk Amsterdam-Noord: J. W. Gunning,
prop. te Muiderberg.
De duivel in de kerk, zouden we boven het vierde hoofdstuk
van Lucas kunnen schrijven. Over het algemeen zien we een
bezetene, zoals hij ons in dit hoofdstuk wordt beschreven,
als een soort krankzinnige. Maar het is de vraag of dit tue!
juist is. Als deze man echt krankzinnig was geweest, hadden
de Joden hem zeker niet toegestaan om in de synagoge u
komen. Veeleer moeten we deze man als een rustig meelevend
lid van de kerk zien, die op geen enkele manier aanstoot gaf
De duivel laat deze man rustig naar de kerk gaan, en hij laai
de mensen op wie hij beslag heeft gelegd even rustig gaan.
Hij is niet tegen een uiterlijke vorm van godsdienstigheid.
Hij vindt dat zelfs mooi, want hoe godsdienstiger de mens i»,
hoe moeilijker het is voor hem om een waarachtig christen
te worden.
Pas als Christus met gezag gaat spreken komt de tegenstand
De duivel kan op veel vroomheid ,JLmen" zeggen, maar ni
op de boodschap van verlossing door het bloed van Christx
Christus laat de mens zien wie en wat hij is: zondig, verloren
zonder de kracht om zichzelf te redden. Maar Christus laoi
ook zien dat de duivel verslagen is, geen recht op ons leven
heeft. En daarom kan Hij ons tot zich trekken.
Uniecollecte
Lijst van de 81e Uniecollecte voor de
Scholen met de Bijbel bevatte de vol
gende bedragen: Waverveen 183,25; Wijk
bij Duurstede 100,Egmond aan Zee
311,—; Marken 223.64; Velsen-N.
138,—; IJmuiden-O. 504.50; Berken-
woude 38,81; Nieuw-Beijerland 660,
Giessen-Nieuwkerk 440,58: 's-Graven-
deel 939,50; Hazerswoude (dorp)
1.035,—; De Lier 973,21; Naaldwijk
1.861,62; Ouddorp 305,—; Poeldijk
623,25; Rotterdam-Z. 1.745,51; Schoon-
hoven 300,50; Zuidland 505,73; Dom
burg 36,02; Kamperland 200,77;
Schoondijke 169,65; Spui 197,50; Yer-
seke 196,85; Almkerk 236,41; Etten
in kwaliteit de BAAS
Liëring met universiteit nodig
fyiER gelegenheid van de der
tiende dies natalis van de
school voor sociale wetenschap
pen en maatschappelijk werk te
Rotterdam heeft de directeur
van de school, drs. J. G. van der
Ploeg, een rede gehouden, die
Billy Graham komt
drie weken naar
West-Duitsland
De bekende Amerikaanse evange
list Billy Graham zal in de zomer van
1960 drie evangelisatiecampagnes van
een week in Duitsland houden. Hij
komt naar de steden Essen, Hamburg
en Berlijn.
Advertentie
BABY ZEPHYR
groep over 1957 en 1958 merkt de se
cretaris, de heer A. de Graaf, op, dat het
terrein van de geld- en effectenhandel
sociaal opzicht nog steeds tot de ach
tergebleven gebieden behoort. Dit ver
klaart wellicht ook de vele vacatures in
het bankbedrijf. De gemeenteklasse-in
deling in de c.a.o. Handelsbanken wijkt
nog steeds belangrijk af van die welke
elders wordt toegepast. De c.a.o. Han
delsbanken dateert op het ogenblik van
1950. Telkens werd deze c.a.o. per 1
januari met een jaar verlengd, na aan
vulling van enkele verbeteringen. Het
overleg in het bankbedrijf kan worden
aangeduid als een serie min om meer in
cidentele ontmoetingen. Het wezenlijke
karakter van overleg, namelijk het ge
zamenlijk beraadslagen en naar oplos
singen zoeken, is nauwelijks tot ontplooi
ing gekomen.
27
Moeder, zei Ragnhild. toen zij die avond in
bed lag, mijn beste vriendin woont in dit huis.
maar in de andere opgang, waar de kamers aan
de straat liggen en haar vader is directeur, en zij
heeft geen broertjes of zusjes. Zij
waren, maar ik zei neen, dan heb
jokt hè, moeder?
Neen, dat heb je niet. We lijden geen kou en
geen honger. Wij hebben een dak boven het hoofd
en we zijn heel en schoon. Waarom zouden wij ons
zelf dan arm noemen? Of een ander dat vindt, dat
kan ons niet schelen.
Goed, zei Ragnhild. Zij vroeg of ik eens bij
haar wilde komen om haar speelgoed te zien, mag
ik dat. moeder?
Met genoegen, als je gevraagd wordt. Maar
dring je niet op.
Mag zij ook eens hier komen, moeder?
Zeker mag zij dat, als ze wil.
Marit, die bij het venster zat te naaien, keek
eens onderzoekend de kamer rond en knikte
keurend. Hier kon, wie het ook zij, best komen. Het
was netjes en gezellig, het was thuis".
Hoe heet je bestp vriendin? vroeg zij.
Ragnhild ging rechtop, in bed zitten.
Ja, stel je voor. zei zij. Zij heet Ann-Charlot-
te! Het is bijna Charlottendaal.
De hele familie voelde zich vriendelijk gestemd
jegens de draagster van zo'n goed-klinkende naam.
Niemand dacht er meer over, dat zij hen arm had
genoemd, zij had zeker gedacht dat ze arm waren,
en dan nog! Iedereen weet trouwens hoe kleine kin
deren kunnen praten. Ann-Charlotte zou welkom zijn.
Elisabet Eriksson had een bijzondere reden om
die benaming van de hand te wijzen. Nadat alles
na de dood van haar man geregeld was. en nadat
zij geld opzij had gelegd voor de belasting en voor
de eerstkomende maanden dat zij niet noemenswaard
zou verdienen, had zij nog honderd kronen van de
levensverzekering overgehouden.
Daar zal ik niet aankomen, had zij gedacht.
Die zullen een soort zekerheid zijn. Als ik weet
dat ik die heb, behoef ik niet ongerust te zijn. Maar
JEANNA OTEKDAUL-
Buiten waait
de zomerwind
best voor Elin kon worden veranderd, en meestal
kwam het dan later Ragnhild weer ten goéde. Het
was hoofdzakelijk Marits verdienste, dat het zo goed
ging als het ging. Zij had een aangeboren talent
van een lap iets te maken. Kreeg zij ec-n paar
de jurken in handen, dan kon zij er iets van
ken dat misschien niet zo sterk was, maar
er aardig uitzag.
Wat ls er nu aan om van nieuw goed iets
nieuws te maken! Dat kan iedereen. O neen, van
oude dingen iets nieuws te maken, dat is aardig
werk, en kijk nu maar eens
la.
Marit Campanu-
alleen in de uiterste nood mag ik ze aanspreken.
Zij legde ze op de spaarbank, toonde Marit het
blauwe boekje, Marit, die meer en meer een vrien
din en een levenskameraad werd, en verborg het
boekje in een la van de linnenkast. En omdat dat
kleine sommetje er was en zijn bescheiden rente
afwierp, kon Elisabet Eriksson met een rechtere
rug de moeilijke jaren trotseren, dan zij anders had
kunnen doen.
Sven Eriksson s weduwe had het talent om zon
der gierig te zijn en zonder ooit over zuinigheid
te spreken, toe te komen met haar geld. Zij bakte
goed, en al kregen zij weinig op het brood, nooit
behoefden zij hongerig naar bed te gaan. Er zat
pit in het eten, al was het dan wat spaarzaam toe
bedeeld. Toen Ann-Charlotte, die op de etage aan
de straat woonde, op bezoek kwam, en een beschuit
van roggemeel en een klontje suiker kreeg, smaak
te haar dat beter dan alle dingen waarop zij an
ders thuis werd getrakteerd.
De kinderen bezaten nooit een cent. Toen Ragn
hild eens thuis kwam met een gevonden geldstuk
je, werd haar bevolen om het dadelijk terug te leg
gen op de plaats waar zij het gevonden had. Het
was meer dan waarschijnlijk, zei de moeder, dat
iemand anders dan de eigenaar het op zou rapen,
maar geen van de haren zou zich iets toeëigenen
wat hun niet toebehoorde. Ragnhild zag de juistheid
er van in en deed wat haar gezegd was.
Zij zagen er netjes en keurig uit Waar Marit was
uitgegroeid was zo zorgvuldig gedragen, dat het
gedragen, en een groengestreepte jurk, die Elin
had toebehoord; Marit herinnerde zich nog dat die
jurk jaren geleden moeders zondagse japon
geweest.
Maar goed dat je zo klein en zo smalletjes
bent, Ragnhild, anders weet ik niet hoe het moest
gaan. Maar nu zullen we wel eens zien.
Krijg je nooit iets nieuws? vroeg Ann-Char
lotte, die er ook bij was.
Je ziet toch, dat ik nu een nieuwe jurk krijg.
Ja, maar ik bedoel echt nieuw, iets dat voor
ie wordt gekocht.
Dat kriig ik wel later als ik groter word,
meende Ragnhild.
Stakkerd, riep Ann-Charlotte uit, oprecht bekla
gend. Niet eerder!
Stakker wat'minder, zei Marit. En ga nu eer
beetje op zij, dat ik er bij kan om te knippen.
Ik moet het echt uitrekenen, zie je. en knip ik
fout, dan mag je stakkerd zeggen.
Marit was altijd goed geluimd, vrolijk en grap
pig-
Het is maar goed om te weten wat je wor
den wil hier in de wereld, zeide zij," terwijl de
schaar door het harde kamgaren knipte. Het staat
vast, dat ik naaister word. En kleren hebben de
mensen toch altijd nodig, dus ik zal wel genoeg
werk krijgen.
(Wordt vervolgd)
getiteld was „Positiebepaling
van onze opleiding".
Op verscheidene gronden stelde de di
recteur vast, dat het beroep van maat
schappelijk werker een wetenschap
pelijk verantwoorde opleiding vereist.
Op grond daarvan dient men tot de
opleiding uitsluitend diegenen toe te
laten, die met vrucht zulk een oplei
ding kunnen volgen.
Een zekere liëring van onze opleiding,
aldus spreker, aan de universiteit ii
voor het tegenwoordige maatschappe
lijke werk reeds noodzaak, maar za
met de dag dringender worden. Deze
liëring is ook belangrijk voor de ver
dere studie van onze gediplomeerden
aan een universiteit.
In het vervolg van zijn betoog vertelde
hij verder, dat besloten is de opleiding
van de school te splitsen in drie stu
dierichtingen. Naast de studierichting
maatschappelijk werk komt er ook
een voor personeelsaangelegenheden
en een derde voor sociaal opbouwwerk.
Hij zag aan deze splitsing een nadeel
verbonden, nL dat de mobiliteit van
de afgestudeerden door deze voort
gaande specialisatie wordt vei
derd.
In het slot van zijn betoog merkte hij
op, dat de verbreding van opleiding
het, curatorium niet alleen heeft doen
besluiten de studie te verlengen tot
vier jaar, maar ook de naam van de
school per 1 januari a.s. te verande
ren in „academie voor sociale weten
schappen en maatschappelijk werk".
De naamsverandering verwijst volgens
drs. Van der Ploeg naar het acade
mische karakter, dat de opleiding
steeds meer wenst te realiseren. Hij
hoopte ten slotte, dat deze ontwikke
ling te zijner tijd mag leiden tot
verwantschap van dit instituut
de universiteit.
Spaanse dominee
vrij na oordeel
Een burgerlijke rechtbank te
Madrid heeft de baptistenpredi
kant José Manuel Nunez Moreno
veroordeeld tot één maand ge
vangenisstraf en een boete van
1.000 peseta.
De predikant had de zegels van
politie op de deuren van zijn kapel
een van de buitenwijken van de Spaanse
hoofdstad verbroken om de godsdienst
oefeningen te kunnen hervatten.
De openbare aanklager heeft op 3
oktober drie maanden gevangenisstraf
en een boete van 2.500 peseta geëist.
Zoals bekend profiteert Dominee Nunes
Moreno automatisch van de amnestie,
die het staatshoofd, generaal Franco,
verleend heeft ter gelegenheid van de
verkiezing van paus Johannes de 23ste.
Volgens die amnestie worden alle ge
vangenen met straffen van minder dan
twee jaar onmiddellijk op vrije voeten
gesteld.
Jaarverslag van de
vereniging „Philadelphia''
uitgekomen
De Protestants-Christelijke vereniging
„Philadelphia", een organisatie waarin
zich ouders en vrienden van het afwij
kende kind hebben verenigd, heeft een
verslag het licht doen zien, waarin een
overzicht wordt gegeven van de werk
zaamheden van 1956 af (het jaar vaz
oprichting) tot heden.
De vereniging, die de belangen behar
tigt van 50.000 tot 60.000 kinderen, heeft
in de afgelopen jaren een actie gevoerd,
zo blijkt uit het verslag, onder het mot
to „Een ton voor ons mongooltje". Deze
actie, die reeds ƒ90.000 heeft opgebracht,
heeft ten doel gelden bijeen te brengen
voor de bouw van een vakantiehuis.
In het verslag wordt verder gezegd
dat in bijna alle grote plaatsen van ons
land reeds onderafdelingen zijn opge
richt, terwyl de oprichting van afdalin
gen in kleinere plaatsen in voorberei
ding is.
«ei
BIJ DE REDE VAN PROF. ROMME
TVE algemene beschouwingen in de
Tweede Kamer over het regeer-
beleid zijn achter de rug. Ze zijn uit
gelopen op enig schermutsel over
een punt van staatsrechtelijk karak
ter. Dit mag reeds een aanwijzing
zijn, dat het regeerbeleid niet zo
conservatief is, dat het de oppositie
kans en gelegenheid biedt, er zich
in vast te bijten.
Het kabinet heeft het debat door
staan, en thans staat het, departe-
mentsgewijze, voor de verdediging
van elke begroting afzonderlijk. De
lange vergadertijd, die zich op zijn
minst tot de Kerst gaat uitstrekken,
kan nu beginnen. Na de ouverture
komen nu de solisten aan de beurt,
al mene men niet, dat het nu met het
samenspel van deze solisten wel af
gelopen kan zijn.
In deze stilte tussen twee bedrijven
heeft prof. Romme vorige week zijn
overzichtsrede gehouden voor de
raad van zijn partij. Als steeds het
luisteren en lezen waard. Zo in zijn
adviserend toespreken van V.V.D. en
P.v.d.A. De eerste kreeg de wenk,
zich niet al te zeer als doorbraakpar
tij te gaan ontwikkelen. De tweede
kreeg de raad, de oppositie niet zo
danig te gaan voeren dat de re
geringspartijen de lust zou vergaan,
in de komende tijd ooit nog de deur
van het regeerhuis voor haar open
te maken.
Bij beide wenken en adviezen zouden
heel wat kanttekeningen te maken
zijn. De V.V.D. legt zich inderdaad
meer en meer op de doorbraak toe,
en het is de partij van de heer Rom
me die dit bij de laatste verkiezingen,
vooral in het zuiden van ons land,
ervaren heeft. Of het de liberalen
veel zal opleveren? We vermoeden
van niet. Voor wie doordenkt ken
merkt het liberalisme zich in onze
dagen toch vooral door negatieve
factoren, die aanvankelijk wellicht
ontevredenen wat voldoening kun
nen geven, maar die op langere duur
toch geen bevrediging kunnen schen
ken.
Waar dan tegenover staat, dat het
zelfde streven naar doorbraak de
samenwerking met dc confessionele
partijen alleen maar kan bemoeilij
ken. Een V.V.D. die blijkbaar nogal
begerig is naar meedoen aan het re
geerbeleid, zal verstandig doen die
kans op moeilijkheden met de ande
re partijen in haar overwegingen te
betrekken.
En dan de P.v.d.A. Zij hinkt duidelijk
op twee gedachten. Zij kan zich niet
losmaken van haar heimwee naar de
tijd, waarin ze mee het regeerbeleid
bepalen mocht. Aan de andere kant,
eenmaal in de oppositie zijnde, heeft 1
ze moeite om aan haar oppositie eti
positieve gestalte te geven. Vandau
de veelszins kwalijke wijze waarop jigë
thans nog of reeds de opposite er
gevoerd wordt, te weten op een wij» itior.
die, nemen wij aan, tal van partijge- !r
noten nauwelijks tot genoegen nl F
kunnen strekken.
Ook voor de protestantse partijei
had de heer Romme een suggest» t
En wel opperde hij de mogelijkheid
om bij de komende verkiezingu
eens samen met de K.V.P. met
program voor de dag te komen.
Zit daar wat in? Eén program bete
kent vermoedelijk ook één fractie.pl
Of we daaraan toe zijn? En of
ooit aan toe moeten komen?
Terecht stelde de heer Romme vast,L
dat reeds de beide grotere protestant- par
se partijen elkaar nog niet hebbel a's.
gevonden. Laat staan dat men, hoe »r
men daarover overigens denken mo-
ge, een gemeenschappelijke partij vu
protestanten en rooms-katholieken li
het verschiet mag zien.
Neen, anders dan in Duitsland, waak
trouwens de achtergronden anden
waren en zijn, zien we daartoe bij on v
weinig kans op verwezenlijking.
Hier is de plaats om te herhalen w
we reeds bij zovele gelegenhedeif^
hebben neergeschreven. En we
len het nog vaak moeten doen,
dat het zozeer verband houdt met w
het, mee historisch bepaalde, karak
ter van ons volk.
Het is dit: Ons volk denkt principi 3
eel; het maakt van de politiek «i
zaak van overtuiging en van leven»
beschouwing; daaraan torne
niet; maar zich baserende op deri
werkelijkheid, een werkelijkheü sh;
waarover wij intussen niet vermogo
te treuren, blijve men openstaan vooi u
samenwerking. Zulk een samenwer
king is dan eerst recht mogelijk, wan
neer men elkanders eigenheid respec-
teert.
Eén program voor protestanten ei
rooms-katholieken? Voorlopig zie»
we meer in samenwerking op alle
punten waarop men elkaar met aas-1?
vaarding van elkanders eigenheid, n
weet te vinden. We zouden die eigen
heden niet gaarne uit de program! ;s
geschrapt zien.
Maar we erkennen: reeds de samen
werking op de punten waarop s
werking mogelijk is heeft reeds iels
van een lofwaardig en stimulerend
program. Zij het dan wellicht in an
dere zin dan prof. Romme als gedach
te heeft geopperd.
BASIS VOOR GESPREK
TVE NIEUWE minister voor de
Kongo, August de Schrijver, is
na het aftreden van zijn voorganger
Van Hemelrijck met grote voortva
rendheid te werk gegaan.
Vrijdag legde hij reeds een verkla
ring af, waarin de vorming van een
Kamer, een Senaat, een regering
(waarvan de leden door de koning
zullen worden benoemd) en volle
dige onafhankelijkheid in 1964 in het
vooruitzicht werden gesteld.
Op deze verklaring is ongeveer ne
gen maanden gewacht. Op 13 januari
heeft België zich nl. bereid ver
klaard, de Kongo volledige onafhan
kelijkheid te geven. Er werd toen
echter niet bij gezegd, hoe en wan
neer dat zou gebeuren.
Ook in het Belgische kabinet waren
de meningen verdeeld, en minister
Van Hemelrijck was een van dege
nen, die streefden naar versnelling
van het proces, dat de onafhanke
lijkheid van de Kongolezen moest
verwezenlijken.
De meerderheid van het kabinet
wilde echter een meer bedachtzame
politiek voeren. Dit leidde tot het
aftreden van Van Hemelrijck en tot
een hernieuwd optreden van de be
kende staatsman De Schrijver. Deze
heeft, gebruikmakend van het gezag,
dat hij in België en daarbuiten heeft,
spoedig de knoop doorgehakt.
Vanzelfsprekend is men in de Kongo
niet geheel tevreden met de oplos
sing, welke De Schrijver aan de
hand heeft gedaan. Vooral het feit,
dat het nog vier jaren duurt, voor
dat de volledige onafhankelijkheid
een feit wordt, zal voor velen een
tegenvaller zijn.
Hetzelfde geldt voor de aankondi
ging, dat de Belgische gouverneur-
generaal voorzitter zal zijn van de
regering, die volgend jaar reeds ka»
worden gevormd.
Nu is het niet waarschijnlijk, dal
de Belgische regering onverkort aan
de plannen, welke nu ter tafel lig-
gen, zal vasthouden. Zij zullen dienst
doen als uitgangspunt voor nieufff
besprekingen met de Kongolese lei
ders, bij wie het besef zal moetc»
groeien, dat zij niet van de ene daf
op de andere onafhankelijkheid voor
hun land kunnen verwerven.
Dit geldt zeker voor Kongo, waar
van de bevolking nog lang geen
tionale eenheid vormt.
België is er steeds op uit geweest
een Belgisch-Kongolese samenwer
king te doen groeien. Aanvankelijk
heeft het accent te veel gelegen of
economische terrein, waardoor een
politiek vacuum dreigde te ontstaan-
Nu dit langzamerhand wordt opge
vuld en de Kongolese leiders meer
verantwoordelijkheid gaan dragen-
bestaat wellicht nog de mogelijkheid,
dat de economische samenwerking
tussen België en de Kongo een
hechte politieke basis behoudt, al*
laatstgenoemd gebied eenmaal onaf
hankelijk is geworden.
Dit is het doel, waar de Belgische
regering onder de krachtige leiding
van minister De Schrijver naar
streeft. Verwezenlijking er van mu
beide volken ten voordeel kunnen
strekken Daarom wensen we
Zuiderburen veel wijsheid toe bij het
uitvoeren van hun plannen en veel
begrip van de zijde der Kongolese
leiders.
HER EN DER
In Finland hebben 21 predikanten
de Lutherse Staatskerk besloten
zes weken in een fabriek te gaan w
ken om de levensomstandigheden v
de fabrieksarbeiders die tot hun ge
meenten behoren beter te leren ken
nen. Z(j krfjgen het normale uurloon
uitbetaald, maar zullen dit afsta»»
voor sociaal werk.