Zal de regering recht doen in Nieuw-Guinea? Ds. Brussaard wilde een kleine kerk dienen grootste Bankbedrijf: een sociaal achtergebleven gebied Een woord voor vandaag 771e ZTMan'4 PINDAKAAS School maatschappelijk werk werd „Sociale Academie" ffeithen Kanttekening Vraag in het „Hervormd Nederland" JN het blad „Hervormd Neder land" heeft dr. G. P. H. Lo cher de zendingssecretaris van Oegstgeest een artikel gewijd aan een geruchtmakende zaak betreffende Nieuw-Guinea. On der de vorige regering is er een subsidie verstrekt aan een rooms-katholieke vervolgschool die wordt opgezet in een geheel protestants gebied. Ondanks al le protesten is deze subsidie niet ingetrokken. Dr. Locher schrijft: maanden achter ons. Een nieuwe regering is gevormd. Na een overgangsperiode is de Minister van Binnenlandse Zaken, mr. E. H. Toxopeus, onlangs aangewezen als de verantwoordelijke bewinds man voor Nieuw-Guinea. Nu dit alles geregeld is, vragen wij op nieuw de aandacht voor de Pri maire Middelbare School der mis sie te Hollandia. Nieuw- Guinea voor het jaar 1958 zou de r.k. missie een gesubsidieerde P.M.S. te Merauke mogen ope nen. Gezien de ligging van de ..voedingsscholen" voor deze school, was dit voorstel geheel in overeenstemming met de belan gen van het onderwijs. Buiten voorkennis van de minister gaf de directeur van Culturele Zaken ech ter m.i.v. september 1958 subsi die voor zo'n school te Hollandia. hetgeen naar het oordeel der apostolische vicarissen meer in overeenstemming was met de be langen der missie. Op vragen van het Tweede-Kamerlid, de heer N. Stufkens, gaf de toenmalige mi nister van Zaken Overzee, begin februari tot antwoord, dat naar de mening van de regering in derdaad niet Hollandia doch Me rauke de plaats voor een gesub sidieerde P.M.S. der missie dien de te zijn. Merkwaardigerwijze gaf hij echter geen opdracht i de bedoeling der niet DEZE medewerking is leend. De r.k. P.M.S. te Hol landia ontvangt nog steeds subsi die. En uit betrouwbare bron vernamen wij, dat binnenkort de subsidiëring van een tweede r.k. P.M.S. te verwachten is, tenzij de minister of het parlement zorgt dat er recht gedaan wordt. van de regering een verbod missie-activiteiten in Noord-Nieuw- Guinea verlangt. Maar wij vra gen dit niet, hebben dat ook her haaldelijk uitgesproken. Het goed der godsdienstvrijheid is ons kost baar. Natuurlijk moet de rege ring de missie de vrijheid laten om protestantse Papoea's rooms te maken. Wij erkennen zelfs, dat Rome hiernaar volgens haar be ginselen moet streven. Zij meent nl. dat er uiteindelijk buiten de r.k.-kerk geen kerk is. Wij ver werpen deze leer. Daarom betreu ren wij deze actie der missie. En daarom ijvert de hervormde zen ding er op haar beurt niet voor om roomse Papoea's protestants te maken. Maar wij zullen nooit de regering verzoeken om dit mis siewerk onder protestantse Pa poea's te verhinderen. beid onder protestantse Papoea's regeringssubsidie vraagt en krijgt. Dat is in strijd met onze Nederlandse staatsinstellingen. Daarom vragen wij dat de rege ring recht in dezen zal doen. Een storm van verontwaardiging on der de r.k. Nederlanders zou op steken als de regering een pro testantse middelbare school zou subsidiëren in een totaal roomse plaats. Is het verwonderlijk dat de protestanten in Nieuw-Guinea en de Nederlandse zending met hen fel verontwaardigd zijn over de subsidiëring ener r.k. P.M.S. in Hollandia, d.w.z. in Noord- Nieuw-Guinea. welks gekerstende bevolking protestants is? De mis sie was dan ook niet bij machte om de eerste klas in september 1958 alleen met roomse leerlingen te bezetten. Een flink aantal was protestants. En wij menen te we ten, dat een groot percentage der rooms-katholieke leerlingen niet uit Hollandia maar uit de missie gebieden in het zuiden afkomstig leerlingen sie terecht, omdat de zendingsscholen vol waren. In Noord-Nieuw-Guinea begeren nl. talloze Papoea's on derwijs voor hun kinderen. Men wil vooruit. Zal de economische ontwikkeling echter ook zo snel gaan dat al deze Papoese jonge lui een met hun scholing overeen komstige plaats in de maatschap pij zullen vinden? Daarom streef de de regering in de voorbije ja ren naar een geleidelijke uitbrei ding van het onderwijs. Naar ons oordeel ging het op bepaalde pun ten beslist te langzaam. Dat weet de regering ook wel. Wij hebben het echter steeds onjuist geacht om dan maar zelf ongesubsidieerde scholen te ope nen. Dat zou een onverantwoorde doorbreking van het gouverne mentele economische en onder wijsbeleid geweest zijn, die dun bevolkte land in 't algt misplaatst zou zijn. Dus vonden vele Papoese jongeren op onze scholen geen plaats door onze loyaliteit tegenover de regering en kwamen terecht op missie scholen. Want de missie opende wel on gesubsidieerde scholen, doorbrak doelbewust wel de bedoelingen der regering en kreeg soms later nog subsidie van deze zelfde regering ook! Onlangs (d.d. 21 augustus) stond in de N.R.C., dat zending en missie door him onderlinge concurrentie het gouvernement brengen tot een onverantwoorde uitbreiding van het onderwijs in Nieuw-Guinea. Op grond van het bovenstaan de wijzen wij dit verwijt wat de zending betreft beslist van de hand. Vele protestanten in Nieuw- Guinea verwijten ons juist onze loyaliteit tegenover de overheid in dezen. openbaar de aandacht te vragen. Wij wisten, hoe veler reactie zou zijn! Gelukkig is er maar één he mel, al denken jullie van zending en missie dat er twee zijn: een roomse en een protestantse, zei iemand nog dezer dagen. Op deze wijze, alsof het ons slechts gaat om het afkapen van Papoese zielen aan de missie, schijnen sommigen alleen te kun nen denken over de tegenstelling tussen zending en missie. Dus zwegen wij lang. Na de subsidië ring der r.k. M.P.S. te Hollandia mochten wij dit niet langer vol houden. Ds. F. H. Landsman vroeg in het nummer van 10 ok tober 1958 van dit blad de aan dacht ervoor. In de nummers van 17. 24 en 31 januari deden dit op nieuw ds. I. S. Kijne, steller de zes en mr. S. C. Graaf van Rand- wijck. Om de aan het begin ge noemde reden stellen wij deze zaak opnieuw aan de orde. Radio-predikant jubileerde God gaf hem Beroepingswerk NED. HERV. KERK Beroepen te Breskens: L. Spaans te Vrouwenparochie; te Luttelgeest( toez.): E. Kempenaar te Nieuw-Leusen; te Wer. kendam: G. Kaastra te Oosthem. de van Nederland (Van een onzer verslaggevers) DE eerste Nederlandse radio- pastor en de reeds voor de oorlog vurige pleiter voor het Gereformeerde oecumenische leven, emeritus predikant van Oegstgeest, ds. J. C. Brussaard, vierde gisteren zijn gouden ambtsjubileum in de kerk, waar hij meer dan twintig jaar elke zondag tweemaal via de radio was te beluisteren: Bloemen- daal. Er was grote belangstel ling voor deze dienst, die recht streeks via dit in de wereld wel heel ongewone golfbereik werd uitgezonden. Ds. G. Toornvliet, de tegenwoordige Gereformeer de predikant van Bloemendaal, bracht de 75-jarige, ondanks ziekte van de laatste jaren nog vitale predikant naar de kansel. Ds. Brussaard. die het woord bediende naar aanleiding van 2 Petrus 119 sprak over het kostbare, betrouwbare en aanvaardbare van de boodschap van God. Hij bracht in herinnering hoe meer dan 20 jaar geleden tienduizen den onbekende hoorders elke zondag naar hem hebben meegeluisterd, eerst in een uiterst klein kerkje, later in een grotere en nu in de onlangs gebruik genomen nieuwe kerk. Het woord Gods, waarop wij bouwen, heb ik proberen te ontvouwen en de mensen opgewekt ernst te maken met het heil, om de straf te ontkomen. De jubilerende predikant dankte God voor Zijn grote genade in hem halve eeuw bewezen en hij hoopte, dat de Here hem kracht zou geven tot drie dagen voor zijn begrafenis te kunnen werken. Laten wij allen echter in <--is leven trachten door te dringen in de heilige dingen des Heren. Ds. Toornvliet sprak namens de kerk Bloemendaal en de, inmiddels, hon derdduizenden, die zondag aan zondag, hebben meegeluisterd. Er is humor bij dit gedenken. Ds. Brussaard wilde al leen maar een kleine kerk dienen, geen stadskerk. God stelde hem echter als voorganger van de grootste kerk in Nederland, een gemeenschap kerkelijken en buitenkerkelijken. Nog kort voor de oorlog alleen staande in de oecumenische strijd, b door afgunst, hebben leerlingen lijn doorgetrokken. Geen predikant In Nederland kan op een dergelijke staat van dienst terugzien en het i; traditionele wens, wanneer de Gere formeerde Kerken als geheel ds. Brus saard een gezegende levensavond toe- bidden. De jubilerende predikant, die op hoge leeftijd al.' tingen ver gezongen. Bid- en dankdagen in het leger Het hoofdbestuur van de nationale christen onder-officieren vereniging heeft aan de minister van defensie een re quest gezonden met verzoek de desbe treffende reglementen te willen aanvul len met een bepaling dat de protestantse militairen op bid- en dankdagen ln de gelegenheid worden gesteld na zes de godsdienstoefeningen van de kerk hun gezindte bij te wonen of, indien deze gehouden wordt, de samenkomst va leger-of luchtmachtpredikant. Resolutie Chr. Beambtenbond: Hogere lonen en meer vakantie gevraagd (Van onze sociaal-economische redactie) In de algemene vergadering van de bedrijfsgroep geld- en effectenhandel van de Nederlandse Christelijke Be ambtenbond is een resolutie aangeno men, waarin gevraagd wordt om ver hoging van de salarisschalen voor de bankemployé's. Elke employé zou in aanmerking moeten komen voor een reële verhoging. Het hoge werktempo, dat van de bankemployé wordt ver wacht, maakt voorts een ruimere re creatie noodzakelijk in de vorm van meer vakantiedagen en/of vrije za terdagen. Met nadruk wordt gesteld, dat de ondernemingsraden in de ge legenheid gesteld zullen moeten wor den de hun opgelegde taken te ver vullen. Het bestuur werd opgedragen alle gewettigde maatregelen te nemen om deze verlangens te verwerkelijken en het deed daarbij een beroep op alle Aan de opstelling van deze reso lutie ging een uitvoerige discussie vooraf, waaruit men concludeerde, dat op het ogenblik in het bankbe drijf van een toenemende welvaart kan worden gesproken. De rechts positie van de bankemployé blijft echter achter bij wat als redelijk mag worden beschouwd. De vaststel ling van de salarissen geschiedt nog steeds zo dat de employe's enig in zicht in het beleid dienaangaande ontbreekt. De ondernemingsraden worden in het algemeen niet in staat gesteld de wettelijk opgedragen taak van controle op de arbeidsvoorwaar den te verrichten. Ontstemming werd uitgesproken over de trage gang van zaken bij de onderhandelingen met de werkge versvereniging voor het bankbedrijf De werkgevers zijn nog te veel van mening, dat zij alles alleen moeten doen en daarbij niet voor kritiek be hoeven open te staan, aldus ver klaarde de algemeen secretaris van de bond, de heer A. Niemantsver- driei. In het jaarverslag van de bedrijfs- CHRIST. GEREF. KERKEN Barendrecht: M. Baan EVANG. LUTH. KERK Benoemd tot geestelijk verzorger van wijk Amsterdam-Noord: J. W. Gunning, prop. te Muiderberg. De duivel in de kerk, zouden we boven het vierde hoofdstuk van Lucas kunnen schrijven. Over het algemeen zien we een bezetene, zoals hij ons in dit hoofdstuk wordt beschreven, als een soort krankzinnige. Maar het is de vraag of dit tue! juist is. Als deze man echt krankzinnig was geweest, hadden de Joden hem zeker niet toegestaan om in de synagoge u komen. Veeleer moeten we deze man als een rustig meelevend lid van de kerk zien, die op geen enkele manier aanstoot gaf De duivel laat deze man rustig naar de kerk gaan, en hij laai de mensen op wie hij beslag heeft gelegd even rustig gaan. Hij is niet tegen een uiterlijke vorm van godsdienstigheid. Hij vindt dat zelfs mooi, want hoe godsdienstiger de mens i», hoe moeilijker het is voor hem om een waarachtig christen te worden. Pas als Christus met gezag gaat spreken komt de tegenstand De duivel kan op veel vroomheid ,JLmen" zeggen, maar ni op de boodschap van verlossing door het bloed van Christx Christus laat de mens zien wie en wat hij is: zondig, verloren zonder de kracht om zichzelf te redden. Maar Christus laoi ook zien dat de duivel verslagen is, geen recht op ons leven heeft. En daarom kan Hij ons tot zich trekken. Uniecollecte Lijst van de 81e Uniecollecte voor de Scholen met de Bijbel bevatte de vol gende bedragen: Waverveen 183,25; Wijk bij Duurstede 100,Egmond aan Zee 311,—; Marken 223.64; Velsen-N. 138,—; IJmuiden-O. 504.50; Berken- woude 38,81; Nieuw-Beijerland 660, Giessen-Nieuwkerk 440,58: 's-Graven- deel 939,50; Hazerswoude (dorp) 1.035,—; De Lier 973,21; Naaldwijk 1.861,62; Ouddorp 305,—; Poeldijk 623,25; Rotterdam-Z. 1.745,51; Schoon- hoven 300,50; Zuidland 505,73; Dom burg 36,02; Kamperland 200,77; Schoondijke 169,65; Spui 197,50; Yer- seke 196,85; Almkerk 236,41; Etten in kwaliteit de BAAS Liëring met universiteit nodig fyiER gelegenheid van de der tiende dies natalis van de school voor sociale wetenschap pen en maatschappelijk werk te Rotterdam heeft de directeur van de school, drs. J. G. van der Ploeg, een rede gehouden, die Billy Graham komt drie weken naar West-Duitsland De bekende Amerikaanse evange list Billy Graham zal in de zomer van 1960 drie evangelisatiecampagnes van een week in Duitsland houden. Hij komt naar de steden Essen, Hamburg en Berlijn. Advertentie BABY ZEPHYR groep over 1957 en 1958 merkt de se cretaris, de heer A. de Graaf, op, dat het terrein van de geld- en effectenhandel sociaal opzicht nog steeds tot de ach tergebleven gebieden behoort. Dit ver klaart wellicht ook de vele vacatures in het bankbedrijf. De gemeenteklasse-in deling in de c.a.o. Handelsbanken wijkt nog steeds belangrijk af van die welke elders wordt toegepast. De c.a.o. Han delsbanken dateert op het ogenblik van 1950. Telkens werd deze c.a.o. per 1 januari met een jaar verlengd, na aan vulling van enkele verbeteringen. Het overleg in het bankbedrijf kan worden aangeduid als een serie min om meer in cidentele ontmoetingen. Het wezenlijke karakter van overleg, namelijk het ge zamenlijk beraadslagen en naar oplos singen zoeken, is nauwelijks tot ontplooi ing gekomen. 27 Moeder, zei Ragnhild. toen zij die avond in bed lag, mijn beste vriendin woont in dit huis. maar in de andere opgang, waar de kamers aan de straat liggen en haar vader is directeur, en zij heeft geen broertjes of zusjes. Zij waren, maar ik zei neen, dan heb jokt hè, moeder? Neen, dat heb je niet. We lijden geen kou en geen honger. Wij hebben een dak boven het hoofd en we zijn heel en schoon. Waarom zouden wij ons zelf dan arm noemen? Of een ander dat vindt, dat kan ons niet schelen. Goed, zei Ragnhild. Zij vroeg of ik eens bij haar wilde komen om haar speelgoed te zien, mag ik dat. moeder? Met genoegen, als je gevraagd wordt. Maar dring je niet op. Mag zij ook eens hier komen, moeder? Zeker mag zij dat, als ze wil. Marit, die bij het venster zat te naaien, keek eens onderzoekend de kamer rond en knikte keurend. Hier kon, wie het ook zij, best komen. Het was netjes en gezellig, het was thuis". Hoe heet je bestp vriendin? vroeg zij. Ragnhild ging rechtop, in bed zitten. Ja, stel je voor. zei zij. Zij heet Ann-Charlot- te! Het is bijna Charlottendaal. De hele familie voelde zich vriendelijk gestemd jegens de draagster van zo'n goed-klinkende naam. Niemand dacht er meer over, dat zij hen arm had genoemd, zij had zeker gedacht dat ze arm waren, en dan nog! Iedereen weet trouwens hoe kleine kin deren kunnen praten. Ann-Charlotte zou welkom zijn. Elisabet Eriksson had een bijzondere reden om die benaming van de hand te wijzen. Nadat alles na de dood van haar man geregeld was. en nadat zij geld opzij had gelegd voor de belasting en voor de eerstkomende maanden dat zij niet noemenswaard zou verdienen, had zij nog honderd kronen van de levensverzekering overgehouden. Daar zal ik niet aankomen, had zij gedacht. Die zullen een soort zekerheid zijn. Als ik weet dat ik die heb, behoef ik niet ongerust te zijn. Maar JEANNA OTEKDAUL- Buiten waait de zomerwind best voor Elin kon worden veranderd, en meestal kwam het dan later Ragnhild weer ten goéde. Het was hoofdzakelijk Marits verdienste, dat het zo goed ging als het ging. Zij had een aangeboren talent van een lap iets te maken. Kreeg zij ec-n paar de jurken in handen, dan kon zij er iets van ken dat misschien niet zo sterk was, maar er aardig uitzag. Wat ls er nu aan om van nieuw goed iets nieuws te maken! Dat kan iedereen. O neen, van oude dingen iets nieuws te maken, dat is aardig werk, en kijk nu maar eens la. Marit Campanu- alleen in de uiterste nood mag ik ze aanspreken. Zij legde ze op de spaarbank, toonde Marit het blauwe boekje, Marit, die meer en meer een vrien din en een levenskameraad werd, en verborg het boekje in een la van de linnenkast. En omdat dat kleine sommetje er was en zijn bescheiden rente afwierp, kon Elisabet Eriksson met een rechtere rug de moeilijke jaren trotseren, dan zij anders had kunnen doen. Sven Eriksson s weduwe had het talent om zon der gierig te zijn en zonder ooit over zuinigheid te spreken, toe te komen met haar geld. Zij bakte goed, en al kregen zij weinig op het brood, nooit behoefden zij hongerig naar bed te gaan. Er zat pit in het eten, al was het dan wat spaarzaam toe bedeeld. Toen Ann-Charlotte, die op de etage aan de straat woonde, op bezoek kwam, en een beschuit van roggemeel en een klontje suiker kreeg, smaak te haar dat beter dan alle dingen waarop zij an ders thuis werd getrakteerd. De kinderen bezaten nooit een cent. Toen Ragn hild eens thuis kwam met een gevonden geldstuk je, werd haar bevolen om het dadelijk terug te leg gen op de plaats waar zij het gevonden had. Het was meer dan waarschijnlijk, zei de moeder, dat iemand anders dan de eigenaar het op zou rapen, maar geen van de haren zou zich iets toeëigenen wat hun niet toebehoorde. Ragnhild zag de juistheid er van in en deed wat haar gezegd was. Zij zagen er netjes en keurig uit Waar Marit was uitgegroeid was zo zorgvuldig gedragen, dat het gedragen, en een groengestreepte jurk, die Elin had toebehoord; Marit herinnerde zich nog dat die jurk jaren geleden moeders zondagse japon geweest. Maar goed dat je zo klein en zo smalletjes bent, Ragnhild, anders weet ik niet hoe het moest gaan. Maar nu zullen we wel eens zien. Krijg je nooit iets nieuws? vroeg Ann-Char lotte, die er ook bij was. Je ziet toch, dat ik nu een nieuwe jurk krijg. Ja, maar ik bedoel echt nieuw, iets dat voor ie wordt gekocht. Dat kriig ik wel later als ik groter word, meende Ragnhild. Stakkerd, riep Ann-Charlotte uit, oprecht bekla gend. Niet eerder! Stakker wat'minder, zei Marit. En ga nu eer beetje op zij, dat ik er bij kan om te knippen. Ik moet het echt uitrekenen, zie je. en knip ik fout, dan mag je stakkerd zeggen. Marit was altijd goed geluimd, vrolijk en grap pig- Het is maar goed om te weten wat je wor den wil hier in de wereld, zeide zij," terwijl de schaar door het harde kamgaren knipte. Het staat vast, dat ik naaister word. En kleren hebben de mensen toch altijd nodig, dus ik zal wel genoeg werk krijgen. (Wordt vervolgd) getiteld was „Positiebepaling van onze opleiding". Op verscheidene gronden stelde de di recteur vast, dat het beroep van maat schappelijk werker een wetenschap pelijk verantwoorde opleiding vereist. Op grond daarvan dient men tot de opleiding uitsluitend diegenen toe te laten, die met vrucht zulk een oplei ding kunnen volgen. Een zekere liëring van onze opleiding, aldus spreker, aan de universiteit ii voor het tegenwoordige maatschappe lijke werk reeds noodzaak, maar za met de dag dringender worden. Deze liëring is ook belangrijk voor de ver dere studie van onze gediplomeerden aan een universiteit. In het vervolg van zijn betoog vertelde hij verder, dat besloten is de opleiding van de school te splitsen in drie stu dierichtingen. Naast de studierichting maatschappelijk werk komt er ook een voor personeelsaangelegenheden en een derde voor sociaal opbouwwerk. Hij zag aan deze splitsing een nadeel verbonden, nL dat de mobiliteit van de afgestudeerden door deze voort gaande specialisatie wordt vei derd. In het slot van zijn betoog merkte hij op, dat de verbreding van opleiding het, curatorium niet alleen heeft doen besluiten de studie te verlengen tot vier jaar, maar ook de naam van de school per 1 januari a.s. te verande ren in „academie voor sociale weten schappen en maatschappelijk werk". De naamsverandering verwijst volgens drs. Van der Ploeg naar het acade mische karakter, dat de opleiding steeds meer wenst te realiseren. Hij hoopte ten slotte, dat deze ontwikke ling te zijner tijd mag leiden tot verwantschap van dit instituut de universiteit. Spaanse dominee vrij na oordeel Een burgerlijke rechtbank te Madrid heeft de baptistenpredi kant José Manuel Nunez Moreno veroordeeld tot één maand ge vangenisstraf en een boete van 1.000 peseta. De predikant had de zegels van politie op de deuren van zijn kapel een van de buitenwijken van de Spaanse hoofdstad verbroken om de godsdienst oefeningen te kunnen hervatten. De openbare aanklager heeft op 3 oktober drie maanden gevangenisstraf en een boete van 2.500 peseta geëist. Zoals bekend profiteert Dominee Nunes Moreno automatisch van de amnestie, die het staatshoofd, generaal Franco, verleend heeft ter gelegenheid van de verkiezing van paus Johannes de 23ste. Volgens die amnestie worden alle ge vangenen met straffen van minder dan twee jaar onmiddellijk op vrije voeten gesteld. Jaarverslag van de vereniging „Philadelphia'' uitgekomen De Protestants-Christelijke vereniging „Philadelphia", een organisatie waarin zich ouders en vrienden van het afwij kende kind hebben verenigd, heeft een verslag het licht doen zien, waarin een overzicht wordt gegeven van de werk zaamheden van 1956 af (het jaar vaz oprichting) tot heden. De vereniging, die de belangen behar tigt van 50.000 tot 60.000 kinderen, heeft in de afgelopen jaren een actie gevoerd, zo blijkt uit het verslag, onder het mot to „Een ton voor ons mongooltje". Deze actie, die reeds ƒ90.000 heeft opgebracht, heeft ten doel gelden bijeen te brengen voor de bouw van een vakantiehuis. In het verslag wordt verder gezegd dat in bijna alle grote plaatsen van ons land reeds onderafdelingen zijn opge richt, terwyl de oprichting van afdalin gen in kleinere plaatsen in voorberei ding is. «ei BIJ DE REDE VAN PROF. ROMME TVE algemene beschouwingen in de Tweede Kamer over het regeer- beleid zijn achter de rug. Ze zijn uit gelopen op enig schermutsel over een punt van staatsrechtelijk karak ter. Dit mag reeds een aanwijzing zijn, dat het regeerbeleid niet zo conservatief is, dat het de oppositie kans en gelegenheid biedt, er zich in vast te bijten. Het kabinet heeft het debat door staan, en thans staat het, departe- mentsgewijze, voor de verdediging van elke begroting afzonderlijk. De lange vergadertijd, die zich op zijn minst tot de Kerst gaat uitstrekken, kan nu beginnen. Na de ouverture komen nu de solisten aan de beurt, al mene men niet, dat het nu met het samenspel van deze solisten wel af gelopen kan zijn. In deze stilte tussen twee bedrijven heeft prof. Romme vorige week zijn overzichtsrede gehouden voor de raad van zijn partij. Als steeds het luisteren en lezen waard. Zo in zijn adviserend toespreken van V.V.D. en P.v.d.A. De eerste kreeg de wenk, zich niet al te zeer als doorbraakpar tij te gaan ontwikkelen. De tweede kreeg de raad, de oppositie niet zo danig te gaan voeren dat de re geringspartijen de lust zou vergaan, in de komende tijd ooit nog de deur van het regeerhuis voor haar open te maken. Bij beide wenken en adviezen zouden heel wat kanttekeningen te maken zijn. De V.V.D. legt zich inderdaad meer en meer op de doorbraak toe, en het is de partij van de heer Rom me die dit bij de laatste verkiezingen, vooral in het zuiden van ons land, ervaren heeft. Of het de liberalen veel zal opleveren? We vermoeden van niet. Voor wie doordenkt ken merkt het liberalisme zich in onze dagen toch vooral door negatieve factoren, die aanvankelijk wellicht ontevredenen wat voldoening kun nen geven, maar die op langere duur toch geen bevrediging kunnen schen ken. Waar dan tegenover staat, dat het zelfde streven naar doorbraak de samenwerking met dc confessionele partijen alleen maar kan bemoeilij ken. Een V.V.D. die blijkbaar nogal begerig is naar meedoen aan het re geerbeleid, zal verstandig doen die kans op moeilijkheden met de ande re partijen in haar overwegingen te betrekken. En dan de P.v.d.A. Zij hinkt duidelijk op twee gedachten. Zij kan zich niet losmaken van haar heimwee naar de tijd, waarin ze mee het regeerbeleid bepalen mocht. Aan de andere kant, eenmaal in de oppositie zijnde, heeft 1 ze moeite om aan haar oppositie eti positieve gestalte te geven. Vandau de veelszins kwalijke wijze waarop jigë thans nog of reeds de opposite er gevoerd wordt, te weten op een wij» itior. die, nemen wij aan, tal van partijge- !r noten nauwelijks tot genoegen nl F kunnen strekken. Ook voor de protestantse partijei had de heer Romme een suggest» t En wel opperde hij de mogelijkheid om bij de komende verkiezingu eens samen met de K.V.P. met program voor de dag te komen. Zit daar wat in? Eén program bete kent vermoedelijk ook één fractie.pl Of we daaraan toe zijn? En of ooit aan toe moeten komen? Terecht stelde de heer Romme vast,L dat reeds de beide grotere protestant- par se partijen elkaar nog niet hebbel a's. gevonden. Laat staan dat men, hoe »r men daarover overigens denken mo- ge, een gemeenschappelijke partij vu protestanten en rooms-katholieken li het verschiet mag zien. Neen, anders dan in Duitsland, waak trouwens de achtergronden anden waren en zijn, zien we daartoe bij on v weinig kans op verwezenlijking. Hier is de plaats om te herhalen w we reeds bij zovele gelegenhedeif^ hebben neergeschreven. En we len het nog vaak moeten doen, dat het zozeer verband houdt met w het, mee historisch bepaalde, karak ter van ons volk. Het is dit: Ons volk denkt principi 3 eel; het maakt van de politiek «i zaak van overtuiging en van leven» beschouwing; daaraan torne niet; maar zich baserende op deri werkelijkheid, een werkelijkheü sh; waarover wij intussen niet vermogo te treuren, blijve men openstaan vooi u samenwerking. Zulk een samenwer king is dan eerst recht mogelijk, wan neer men elkanders eigenheid respec- teert. Eén program voor protestanten ei rooms-katholieken? Voorlopig zie» we meer in samenwerking op alle punten waarop men elkaar met aas-1? vaarding van elkanders eigenheid, n weet te vinden. We zouden die eigen heden niet gaarne uit de program! ;s geschrapt zien. Maar we erkennen: reeds de samen werking op de punten waarop s werking mogelijk is heeft reeds iels van een lofwaardig en stimulerend program. Zij het dan wellicht in an dere zin dan prof. Romme als gedach te heeft geopperd. BASIS VOOR GESPREK TVE NIEUWE minister voor de Kongo, August de Schrijver, is na het aftreden van zijn voorganger Van Hemelrijck met grote voortva rendheid te werk gegaan. Vrijdag legde hij reeds een verkla ring af, waarin de vorming van een Kamer, een Senaat, een regering (waarvan de leden door de koning zullen worden benoemd) en volle dige onafhankelijkheid in 1964 in het vooruitzicht werden gesteld. Op deze verklaring is ongeveer ne gen maanden gewacht. Op 13 januari heeft België zich nl. bereid ver klaard, de Kongo volledige onafhan kelijkheid te geven. Er werd toen echter niet bij gezegd, hoe en wan neer dat zou gebeuren. Ook in het Belgische kabinet waren de meningen verdeeld, en minister Van Hemelrijck was een van dege nen, die streefden naar versnelling van het proces, dat de onafhanke lijkheid van de Kongolezen moest verwezenlijken. De meerderheid van het kabinet wilde echter een meer bedachtzame politiek voeren. Dit leidde tot het aftreden van Van Hemelrijck en tot een hernieuwd optreden van de be kende staatsman De Schrijver. Deze heeft, gebruikmakend van het gezag, dat hij in België en daarbuiten heeft, spoedig de knoop doorgehakt. Vanzelfsprekend is men in de Kongo niet geheel tevreden met de oplos sing, welke De Schrijver aan de hand heeft gedaan. Vooral het feit, dat het nog vier jaren duurt, voor dat de volledige onafhankelijkheid een feit wordt, zal voor velen een tegenvaller zijn. Hetzelfde geldt voor de aankondi ging, dat de Belgische gouverneur- generaal voorzitter zal zijn van de regering, die volgend jaar reeds ka» worden gevormd. Nu is het niet waarschijnlijk, dal de Belgische regering onverkort aan de plannen, welke nu ter tafel lig- gen, zal vasthouden. Zij zullen dienst doen als uitgangspunt voor nieufff besprekingen met de Kongolese lei ders, bij wie het besef zal moetc» groeien, dat zij niet van de ene daf op de andere onafhankelijkheid voor hun land kunnen verwerven. Dit geldt zeker voor Kongo, waar van de bevolking nog lang geen tionale eenheid vormt. België is er steeds op uit geweest een Belgisch-Kongolese samenwer king te doen groeien. Aanvankelijk heeft het accent te veel gelegen of economische terrein, waardoor een politiek vacuum dreigde te ontstaan- Nu dit langzamerhand wordt opge vuld en de Kongolese leiders meer verantwoordelijkheid gaan dragen- bestaat wellicht nog de mogelijkheid, dat de economische samenwerking tussen België en de Kongo een hechte politieke basis behoudt, al* laatstgenoemd gebied eenmaal onaf hankelijk is geworden. Dit is het doel, waar de Belgische regering onder de krachtige leiding van minister De Schrijver naar streeft. Verwezenlijking er van mu beide volken ten voordeel kunnen strekken Daarom wensen we Zuiderburen veel wijsheid toe bij het uitvoeren van hun plannen en veel begrip van de zijde der Kongolese leiders. HER EN DER In Finland hebben 21 predikanten de Lutherse Staatskerk besloten zes weken in een fabriek te gaan w ken om de levensomstandigheden v de fabrieksarbeiders die tot hun ge meenten behoren beter te leren ken nen. Z(j krfjgen het normale uurloon uitbetaald, maar zullen dit afsta»» voor sociaal werk.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1959 | | pagina 2