Piet van Hoorn
Vincent van Gogh
leeft van de violen
zoekt vocfeineótjeó voor*
VRIJDAG 2 OKTOBER 1959
De Hervormde pastorie te Nunen, d<
leden grondig gerestaureerd om al
Griffioen. Maar eenmaal woonde ei
vader, ds. Theodore van Gogh, toei
woordig duidt men deze pastorie aar
geen doek meer van
grote ijzeren slinger, zwaait die
driftig en met kracht ettelijke
malen in het rond, waarna met
een oorverdovend lawaai het vie
ze water van de Kleine Dommel
achter ons, zich vóór ons uitstort
in de voortzetting van het git
zwarte riviertje, waar de water
stand enkele meters lager is. Dan
nóg een handbeweging. En één
van de twee reusachtige schepra
deren komt in beweging en draait
er weldra lustig op los.
Het 7000 inwoners tellende I
stadje Mittenwald in Opper-
Beieren aan de voet van het
Karwendelgebergte heeft
vorige maand het feest van
de viool gevierd. Het was
namelijk 100 jaar geleden, §aan naar andere
dat in Mittenwald de viool- verdiensten en
bouwersschool werd ge- raakten aan het
opend, die het stadje een R^,n
F c, vak dat in Beie-
grotere wereldnaam heeft ren veelvuldig
gegeven dan de luxe-hotels, wordt beoefend
die in de sneeuw- en ijs- Het toeval wilde:
maanden de wintersport- dat de aan de
gasten bedienen. zonzijde van het
Karwendelgeberg-
Mittenwald is nu weliswaar niet de te groeiende spar
ren een prachtig
„toonhout" lever
den. De daaruit
door de Mitten-
walders onder
Klotz' leiding ver
vaardigde violen
vonden onder rei-
Z'SZT zende kooplieden
de viool- ujt Duitsla"nd en
Italië grif aftrek
Zo maakte Mit
tenwald toen al
zijn „Wirtschafts-
Vincent van Gogh, omdat zijn
in die gemeente stond. Tegen-
als het „Van Gogh-huis", hoewel
aard. Trouwens in heel Nunen is
T~\E 'vioolbouwer-school
enige meer ter wereld; zij is echter wel de oudste
schijnlijk nog steeds de beste. Zij telt ook op het ogenblik nog 40
leerlingen uit binnen- en buitenland. Het schoolgebouw ligt. aan
de weg naar het beroemde wintersport-oord Garmisch-Parten-
kirchen, maar wordt door de meeste toeristen gewoon over het
hoofd gezien. Er is een concertzaal met 180 zitplaatsen, waar de
voltooide producten kunnen worden geprobeerd. Vele bekende
violisten, die kennis willen maken met het oord van herkomst
van hun instrumenten, hebben in de concertzaal
bouwer-school in Mittenwald gespeeld.
Er heerst over de gehele we- hun studiejaren vervaardigen
Uren naar kijken reld een tekort aan vioolbou- worden verkocht. Zij zijn zeer
wers en het is een beroep, gevraagd. De studie duurt vier wunder" door. In
waarin nog veel geld valt te jaren< welke tijd de leer- januari _1858_ be-
er zijn vele vrouwe- si°°t
..Daar kon Vincent soms uren
naar kijken", vervolgt Piet van
Hoorn. Maar toen was het water
nog zuiver en het schuim zo
blank als linnen. Vooral als beide
raderen rondwentelden was dat
een boeiend schouwspel, dat op
hem een machtige indruk maak
te. Dus legde z'n tekenstift het
vast. Het linkerrad heeft van al
les gedaan: het werd in dienst ge
steld voor de bewerking van vlas,
van wol, voor het pletten van olie
zaden en tegenwoordig nog, als we
willen, voor het zagen van hout.
Met het andere rad is altijd
graan gemalen. Twee eeuwen
lang. Want zo oud zijn beide mo-
In 't begin van 1800 kwam Mul
der Zangers erop. Toen mijn va
der, die ook molenaar was, in
1870 met een dochter van Zangers
trouwde kwam hij op de molen.
En ik volgde m'n vader weer op.
De laatste tijd gaat er een zoon
van m'n 15 jaar jongere broer
Frans over. Ik ben namelijk nooit
getrouwd gelukkig en woon
bij Frans in. Maar die jongens
tegenwoordigDat moet alles
maar elektrisch. Met die molen
kost het niks. Soms zegt hij: ,,'k
Heb vandaag weer 53 verdiend
met hout zagen. Dat er echter
30 stroom afgaat tellen ze niet.
Toch gaat het met die molen net
verdienen in alle landen ter we-
reld. De schooldirectie krijgt ooibouwer-school
uit de gehele wereld brieven 1,Jk,e studenten - ongeveer 10
van vioolbouwer-firma's, die ge- violen bouwt. De verkoop van september Van het
slaagden van de Mittenwaldse de door leerlingen gebouwde voigende jaar
school in dienst willen nemen, violen behoort tot de bronnen Werd geopend.
De meeste eindexaminandi heb- van inkomsten der school. Alle
ben al lang vóór zij de school violen wordeii een jaar lang op
verlaten een baan. Anderen ves- speciaal balkon in het Sparrehout
tigen zich ergens als particulie- -
re vioolbouwer. De directeur hooggebergte ui de zon
van de bekende New Yorkse vi- droogd. Telkens komt er
oolbouwer-firma Leonhardt zal nieuwe laklaag overheen,
tot het volgende j;
--***$&» /-
wE®»* v
Een van de vioolbouwers, die de
wereldberoemde school in het
Beierse Mittenwald bezochten,
aan de arbeid.
moeten
uit
Subsidie
kele machine. Alle violen
den met de hand gemaakt. Aan
een goede viool wordt 150 uren
gewerkt. De violen, die de
leerlingen der school tijdens
De viool.heeft voor zijn hui
dige positie in het orkest moe
ten vechten. Zij was aanvanke-
i/i f Jiïk helemaal niet populair. Men de latere toon van de viool, die
IXIOrZ vond haar toon te schril, eruit wordt gebouwd, Dat is het
door Matthias vergeleken met de zachtere geheim van Mittenwald, alsook
n 1653 tot 1743 „viola". De viool, zoals zij dat van het lakken. Vele Mitten-
Mittenwald ge- thans wordt gebouwd, is in waldse vioolbouwers passen zo
principe nog precies dezelfde JSfSS® hU"
als die van vierhonderd jaren
De viool
Klotz die
De school in Mittenwald wordt Ife 77..na
door de Beierse staat gesubsi- bracht.Hij was een zoon van
j x j - een kleermaker. Op tienjarige
dieerd. Het is de enige door lcef(ijd emigreerde hij naar
een staat gesubsidieerde viool- Italië en trad in de leer bij de geleden,
bouwersschool in Europa. Een beroemde Italiaanse vioolbou-
groot deel van de school be- wer Nicold Amati in Cremona. De voor de vioolbouw
staat uiteraard uit werkplaat- Amati was ook de leermees- stemde sparren worden in de ren aan de school. De levens-
sen. Ook in de 20ste eeuw staat ter van Stradivari. In Mitten- winter gekapt. Dan laat men de duur van een Mittenwaldse vi-
in deze werkplaatsen geen en- wald vond Klotz het geschikte stammen drogen, 15 jaren lang. ooi bedraagt ongeveer 300 ja-
economische klimaat voor zijn De beste violen zijn gebouwd ren. Hoe ouder de viool is, des
nieuwe onderneming: de viool- uit sparrehout, dat men 50 ja- te beter haar toon wordt. Maar
bouw. Het plaatsje ligt nl. zo r?n had laten drogen De ma- de bespeling van de viool ver
hoog, dat er aan de landbouw nier waarop dit Karwendel- oorzaakt trillingen, die haar on
weinig te beleven valt. De be- se sparrehout wordt opgeslagen verbiddelijk na driehonderd ja-
woners waren dus op zoek ge- €n gedroogd is beslissend voor ren vernietigen.
lakken, dat zij het niet
wagen haar aan papier toe te
vertrouwen en haar mondeling
doorgeven. De vioolbouwers van
Mittenwald zijn tevens de lera-
Vijf en tachtig
jarige
weet het
nog goed
IN een wankele, rieten zorgstoel, die op zijn beurt w
tegen een bouwvallige houten schuur, zat Piet 1
leunde
i Hoorn
naar de rood gestoofde vruchten te staren, welke zijn kleine
boomgaard in feesttooi zetten. De krachtige herfstzon maakte de
appels nog roder dan ze al waren en deed het gelende ge
bladerte bijna totaal verbleken.
Waar toefden de gedachten van die bijkans 86-jarige, met dat
fijne grijze krulbaardje, dat zich onder de neus zowel als boven
de oren voortzette, om dan ongemerkt in het dikke hoofdhaar
over te gaan.
Hij had een helder en vrien
delijk gezicht. Zijn donkerbruine
3gen keken nog scherp de
,vereld in. En later zou tevens
blijken, dat in zijn lange, schrale
ichaam méér spierkracht huisde
dan in dat van menig jongere.
Aanvankelijk kwamen we el-
caar nogal eens tegen in het veld.
Tij was namelijk een echte na-
iuurmens en dat ben ik ook altijd
feweest. Vincent hield ervan, zo
paar in z'n eentje door de lan-
lerijen te dwalen. Net als ik. Na
lat onze wegen zich al verschei-
lene keren hadden gekruist, zon-
5er dat er een woord werd gezegd,
egroètte hij me op een vroege
fnorgen met „hu!". Ik zei ook
naar „hu!" en ging verder, zo-
^ls hij verder ging. Toen bleef ik
:och even stil staan, keek eens
>m en zag dat hij nogal
ireemd deed. Nu eens liep hij
vat naar rechts, dan weer plot-
leling naar links, verroerde nu
jeen vin meer en tuurde almaar
n dezelfde richting. Ik vertelde
iet aan m'n kameraden, die
la'rd lachten en de bokkespron-
gen van die zonderling ook wel
iens wilden gade slaan. We loer
den dus op hem, wanneer hij weer
{en veldwandeling
fing maken, volg-
ien hem op enige
ifstand door de
kronkelpaden
angs de korenak-
ters en brulden
(oms van het
achen, als hij
wachte sprong
Raakte en zich
lan niet meer be
loog. Op één
vandeling deèd
lij zoiets soms wel
fijf tot tien keer.
Daar hij lange
iroeste haren had,
h de kleur van
ten vos,, en hij
>ok op z'n gezicht
files maar raak
iet groeien, spra-
jen wij jongens al
jauw van „die
jek". Maar als ik
lan weer alleen
vas en Vincent te-
gehuurd om zijn schetsen uit te
werken. Als ik die lange zaal be
trad was hij opnieuw zo gecon
centreerd, dat hij me nooit onmid
dellijk opmerkte. Soms stond hij
op grote afstand z'n tekening lang
durig te aanschouwen, liep er op
een gegeven ogenblik met z'n stift
of penseel op af, zette hier nog
een punt en daar nog een streep
je. en pas als hij zich dan om
keerde, om nogmaals het resul
taat op een afstand te kunnen be
kijken, viel het hem op dat ik er
was. Voor zo'n vogelnestje kreeg
ik vijf cent of een dubbeltje. Dik
wijls waren het vinkennestjes
Maar ook wel nestjes van de riet
mus. En als ik hem een nest van
de wielewaal bracht betaalde hi
me het dubbele loon. Zulke
ten vind je immers niet zc
makkelijk, daar ze vrij zeldzaam
zijn. Hij waardeerde zoiets dus
wel, al deed hij meestal heel erg
zuur. Daarom voelde ik me zo ge-
Ik begreep trouwens al gauw
iets méér van hem dan m'n ki
neraden. Want ik had gezien, hoe
aij op een volgende wandeling
regelrecht naar een plek liep,
waar hij zo'n vreemde sprong had
gemaakt. Daar zette hij dan z'n
ezel neer, waarop hij thuis al het
linnen gespannen had en begon te
tekenen: een groepje bomen, een
ploegende boer, een roggenakker-
Ije, of een vrouw onder een koe.
doorzichtig kwam ik wel eens na
der, zonder dat hij er iets van ge-
Waar werd. En soms had ik al bij
na een half uur naast hem ge
staan, voordat hij me in de ga
ten kreeg. Hij lachte dan zowaar,
doch praatte erg weinig. Totdat
hij me eens de vraag stelde, of
ik vogelnestjes voor hem verza
melen wilde. Die had hij nodig
om na te tekenen.
Gelukkig met opdracht
Met die opdracht voelde ik me
erg gelukkkig. Want hij mocht
dan kunnen tekenen, van nestjes
opsporen had ik verstand. Die
nestjes bracht ik bij hem in de
kosterij van de katholieke kerk.
Daar had hij een groot vertrek
Aan zijn werk stelde hij hoge
eisen. Herhaaldelijk kwam het dan
ook voor, dat hij, als hij een
landschap voltooid had, het linnen
onverschillig van z'n ezel verwij
derde en in een hoek smeet. Ik
heb dat-slechts een paar maal
gezien. Doch de stapel tekeningen
in die hoek werd op den duur zo
hoog, dat daar wel honderden af
beeldingen moesten liggen. Als ik
toen eens geweten had wat ik nu
In die dagen echter vond je ze
waardeloos, omdat hij ze zelf
waardeloos vond. En koster L. J.
Schafrat dacht er natuurlijk net
zo over, al heeft hij ze nog enige
tijd na het vertrek van Vincent
naar het buitenland bewaard.
In het washok
'k Heb hem ook nog zien teke
nen In het washok, achter de her
vormde pastorie, waar zijn vader,
ds. Theodores van Gogh, woonde.
Dat washok moest hij evenwel al
gauw verlaten, daar het zo lek
werd als een mandje en niet meer
voor atelier geschikt was. Daar
om zocht hij dat onderkomen bij
de r.k. kerk.
Daar kwam nog bij, dat z'n va
der het niet erg op hem had. Als
dominee verdiende hij nu eenmaal
niet veel. En telkens viel Vincent,
ofschoon weinig eisend, op het
ouderlijke huis terug. Altijd weer
moest zoonlief financieel geholpen
worden, ook toen hij elders in het
land, of over de grens zijn geluk
probeerde te zoeken. Zodoende
draaide papa, die zo graag gezien
had dat Vincent, net als hij, pre
dikant was geworden, zelfs nog
voor de huur van het vertrek bij
de roomse koster op
Piet van Hoorn weet dat alle
maal nog heel precies, staakt nu
even z'n bedachtzaam verteld ver
haal, om zich uit z'n leunstoel op
te duwen en vervolgt dan: „Ga
maar eens mee, dan zal ik u on
ze watermolen laten zien, die
Vincent ook geschilderd heeft."
We lopen de krasse baas die
de pet wat naar achteren schuift
omdat de zon hem nu toch niet
meer hinderen kan een tiental
meters na en belanden zo op een
zwaar gewapend betonbruggetje,
dat boven een afschuwelijk stin
kend sluisje is gebouwd. „Die
geurtjes hebben we te danken aan
de fabrieken in Gemert", zegt hij
wat korzelig. Is daar nou niets
aan te doen?"
W. --
Nog drie inwoners van Nunen, die persoonlijke herinneringen meedra
gen aan de wereldvermaarde tekenaar en schilder Vincent. Van rechts
naar links Martinus Bakel (84), Karei Engelander (81) en Martinus van
Reek (72) welke laatste Van Gogh wel nooit heeft gezien, maar onbe
wust tal van zijn doeken door de schoorsteen joeg van een timmerf abriek,
zo hard. Tenminste, als het wa
terpeil gunstig is."
Piet van Hoorn zwijgt nu even.
Hij speelt wat met de wit meta
len horlogeketting die dwars over
z'n vest gespannen is, kijkt tege
lijk langs z'n klompen-met-zwar-
te-leertjes in het kolkende water,
en draait dan met enkele forse
armbewegingen de sluis weer
dicht. De gang van de molen
wordt nu al gauw trager, raakt
er dan helemaal uit, zodat de bre
de schoepen gelegenheid krijgen
zich te ontdoen van de inkt-achti-
ge waterdroppels, die eraan wil
den blijven hangen.
„Nu moet u niet denken, dat
Vincent alleen deze watermolen
geschilderd heeft. Dit is de zg.
Opwettense molen", gaat Piet van
Hoorn verder. „Je hebt hier in
de buurt ook nog de „Kreylse mo
len" en de „Néderwettense mo
len". Die heeft hij eveneens gete
kend. Het zijn nu allemaal ha
mermolens geworden, maar als 't
moet kunnen ze stuk voor stuk
nog op de ouderwetse manier ma-
Dwaze verhalen
't Is jammer, dat er zoveel
dwaze verhalen over Vincent de
ronde hebben gedaan. Nu ja, hij
was vreemd. Eigenlijk mensen
schuw. Zodat hij erg op zich zelf
was. Slechts bij enkele families
ging hij nogal eens op bezoek. Bij
voorbeeld bij dat gezin, dat door
zijn tekening zo'n bekendheid
kreeg als „De aardappeleters".
Er werd toen jaren achtereen ge
fluisterd, dat hij daar een kind
had achtergelaten. Dat waren
echter kletspraatjes. Wat dat aan
gaat viel er in Nunen niets van
hem te zeggen, 'k Heb hem zelfs
nooit zien drinken of roken
Ik was nog eens een keer op
bezoek bij een familie in de
buurt, toen ik daar Vincent aan
trof met het schetsen van de
vrouw achter haar weefstoel. Des
avonds vertrok hij met de groet
„Tot morgen". Maar hij kwam
er nooit meer terug. Die familie
heeft die tekening tientallen jaren
zo'n natuurmens als Vincent van Gogh, bleef volmaakt onbewogen toen we piot-
men te staan. Waarheen daalden zijn gedachten, terwijl hij daar zo in z'n eentje zat
oude schuur? Toch waren we van harte welkom, vooral nadat hij had vernomen
ieten wilden. Op 1 december hoopt hij 86 jaar te worden.
bewaard. Totdat iemand uit Eind
hoven erachter kwam en erom te
koop ging. Op voorwaarde echter,
dat experts het doek als een Van
Gogh erkenden. Deze experts ver
klaarden tot m'n verbazing, dat
het misschien een tekening van
een leerling van Vincent was. Van
Vincent zelf was hij volgens hen
beslist niet. Zodoende ging de
koop niet door. Later is er nog
eens een liefhebber op af gegaan.
Ook deze deinsde eerst terug,
daar hij van „deskundigen" een
negatieve verklaring kreeg. Toe
vallig kwam me dit thans ter ore
en ik wist zo te pleiten voor de
echtheid van de tekening, dat de
persoon er voor honderd gulden
eigenaar van werd. Had ik
maar wat vooruit kunnen kij-
Andere herinneringen
Hiermee is Piet van Hoorn aan
het eind van z'n Latijn. Als we
nog wat meer willen weten moe
ten we Karei Engelander (geb. in
1878) maar opzoeken. „Die kan
ook nog wel wat vertellen".
Karei Engelander, Beekstraat 8,
blijkt inderdaad ook nog iemand
te zijn, die Vincent heeft gekend.
Een keurige oude baas, met een
bril op, en een even bedachtzame
causeur, die ons onmiddellijk bin
nenlaat in z'n eeuwenoude wo
ning. De vloer bestaat uit gewel
dige tegels van bijna één meter
in 't vierkant. Op deze tegels
staan zo maar enkele oude liber-
ty-stoeler... Vlak voer het raam,
dat uitziet op een grote tuin
waar Vincent verscheidene voet
stappen heeft liggen staan nog
twee gewone stoelen en een klein
tafeltje met een stukje wasdoek
erop. Aan de witgekalkte muur
tikt een Brabantse klok.
„Ik weet nog heel goed, dat Vin-
cent daar bij die bomen stond te
schilderen", zegt Engelander. „Hij
had één broer Theo, die veel in
't buitenland zat en hem vaak
geld stuurde. En verder had hij
nog enkele zusters, van wie er
nog één aanwezig was toen hier
op 't dorp in 1933 een gedenksteen
voor hem werd opgericht. De
oude dokter Wiegersma uit Deur-
ne heeft daar hard voor geijverd.
Deze schilderde nl. zelf ook. Eerst
toen is Vincent eigenlijk overal
bekend geworden. Voorheen sprak
haast niemand over zijn werk.
Merkwaardige gang van zaken.
Dikwijls heb ik naar zijn teke
nen staan kijken, als ik de koei
en van de boer moest hoeden.
„En ik heb nog gezien dat hij
m'n zuster Johanna schilderde",
zegt de 84-jarige Martinus Bakel,
die juist met de 72-jarige Martinus
van Reek bij Engelander is bin
nengestapt voor een buurpraatje.
„Ja", vervolgt Bakel, „M'n zus
was toen achttien jaar. Veertien
dagen achter elkaar, zowel 's och
tends als 's avonds, kwam Vin
cent bij ons thuis tekenen, 't Was
in november. Hij schetste haar
tijdens het weven van stof. Wat
er met die tekening gebeurd is
weet ik niet. Ik heb ze nooit ge
zien toen ze helemaal af was. En
m'n zuster ook niet. Die is nu al
lang overleden....
Zet alsjeblieft geen onzin in de
krant. Daar hadden enkele jaren
terug,- ter gelegenheid van de Van
Gogh-herdenking, die Amerikanen
zo'n slag van! Ze kwamen hier
om te filmen en lieten allerlei
oude mensen een rol spelen, men
sen echter, die Vincent mog nooit
hadden gezien. Daarvddr waren
ze nu eenmaal niet oud genoeg.
Er was er maar één bij, die wel
van wanten wist: smid Jan de
Rooy, geboren 1 november 1873
en overleden 21 mei 1958. Hier heb
Door de schoorsteen
„En weet u, wat ik nog weet"
merkt nu Martinus van Reek op.
„Dat ik als hulpstoker op de tim
merfabriek „De Noor" manden
vol „oude rommel" heb verbrand
uit de pastorie van Vincent's va
der, toen ze werd verbouwd. Wie
zal zeggen welk een kapitaal ik
toen door de schoorsteen heb ge-
Na deze gesprekken gaan we
nog even langs die pastorie, die
een jaar geleden nog maar gron
dig werd gerestaureerd en nu
wordt aangeduid als het Van
Gogh-huis. Aan weerszijden van
de brede groene voordeur hangt
een klein wit lantaarntje net
als toen. Achter de ramen werkt
tegenwoordig elke week ds.
Griffioen aan z'n preek. Zoals
eenmaal ds. Van Gogh dat daar
deed, die begraven ligt op het
kleine „protestantse kerkhof"
waar voorheen een r.k. kerk
stond.
Zijn beide zoojis rusten in
Franse grond, in de grond van
het kerkhof te Ausver-sur-Oise,
waar twee stenen naast elkaar
staan. Op de 'ene leest mén:
lei repose Vincent van Gogh
(1853-1890), op de andere: lei
revose Theodore van Gogh
(1857-1891).
Ook dat weten ze in Nunen.
Zoals ze voorts weten, dat deze
Theodore één zoon naliet, die
nu als ir. Vincent Willem tussen
de schilders in Laren woont