CHRISTELIJK Een ferme duik in de synodale zee Kapinga wijst 53 profs op een grote fout vELPorfi „Zwingli" steunt hervormde kerkbouw-actie niet Een woord voor vandaao Kanttekenino Filmverslaving valt nogal mee Ds. Boerboel mocht alleen maar „pootjebaaje" Als we dr. J. D. Boerkoel moe ten geloven voelde hij zich op de synode van de Gereformeerde Kerken zoiets als „Sil, de strand jutter." De gereformeerde kerk bladen staan vol synodale be schouwingen en uit de veelheid van meningen hebben we voor vandaag het artikel in „De (Kamper) Bazuin" gekozen van ds. Boerkoel: den in de Westerkerk te Utrecht nog wel enkele niet op en in elkaar geschoven banken, die tot zitten nodigden. Ze waren zandkleurig geverfd; dat past in het beeld van de zee; u kunt ze zich als zand banken voorstellen. De meeste toe hoorders hadden zich genesteld op de lange, door stevige pilaren ge dragen pieren, die zich als gale rijen langs de wanden uitstrekken. Het betaamt mij niet, vanuit de hoogte op een kerkelijke vergade ring neer te zien; dus vlijde ik me op één dier zandbanken neer. Even terloops: stemt het met de waar digheid van een Generale Synode overeen, dat ze vergadert in een ruimte, waarvan het voorste deel keurig voor haar ingericht en de rest pakhuis of bewaarplaats van inboedel is? Ongeveer vier jaar geleden heb ik in dit olad eens ge pleit voor een kerkelijk gebouw met een stemmige, deftige zaal, waar de Synode haar vaste plaats zou vinden. Ik wil dit pleit even herhalen, nu ik de Westerkerk heb bewonderd. Van dit gebouw kun je enkel maar zeggen, dat het een ruimte is. Ik hoop niet, i ut ik Utrechte naren tn hun trots krenk; maar als ik van bewondering spreek, dan slaat dat op de wonderlijke com binatie van stijlen en kleuren. Recht toe recht aan ligt daar het intérieur als de onder ons be faamde pijpenla. Tegen de choco ladeachtige achterwand springt een barok orgel uitdagend vooruit bo ven een preekstoelbak in moderne trant; en boven het orgel loenst een rozet uit weer een heel andere stijlperiode, eigenlijk: uit géén periode. Alle charme, elegantie, warmte, gezelligheid, ontbreekt. kers één kwartje, waar vind je dat? zich met koffie en thee konden laven; en goed, want van dezelfde kwaliteit als die de synodeleden ge schonken werd, hing een ingelijste tekening, die in de verte aan Mus- sert deed denken, met een duit.se uniformpet op, waarop een medail lon prijkte. Toen ik r dan moesten we maar raden, wat daar stond, of als het geciteerd werd, ontging ons toch het ver band. Gelukkig hadden we ons lijfblad bij ons met een prachtig overzichtelijke samenvatting van het rapport. We waren dus ietwat georiënteerd. Maar het was slechts een hulpmiddel, in de geest van: help u met Spaans op reis. rapport. Niet enkel lijk gebruik, maar ook als redac teur van een kerkelijk blad zag ik me graag een ter hand gesteld. Maar: hel moch nie! De dagblad pers had persoon- i ter be- toch wel schikking? Ja. dat was om het Nederlandse volk in te lichten. Of dan onze Bazuin niet de taak had, ons kerkvolk in te lichten? Ant woord: dat is een weekblad en komt daardoor toch achteraan. Ik vertaalde dit toen maar als: laat De Bazuin van de strandjut- terij leven; en ds. W. de Graaf, die erbij stond sprak me al aan als Sil. Een hoogleraar was zo vriende lijk, het voor me te proberen. Zelfs hij slaagde niet. Een andere hoogleraar probeer de het nog eens; kwam ook met de kous op de kop terug. naar te ring, dat het onderwerp synode en publiciteit op het agendum voorkomt. U weet, daar is wat om te doen geweest, toen enkele redacties, die uit hoofde van een synodale func tie de rapporten kenden, daar al tevoren iets uit meedeelden. Nu jagen wjj heus niet naar pri meurs. Wy zijn geen beroepsjour nalisten. Maar waarom ons een rapport, dat in de openbaarheid is gebracht door de bespreking ter synode, onthouden wordt, snappen we niet goed. Dicht by me in de buurt zat een familielid van een synodelld met het rapport voor zich. En „Centraal Weekblad" van 12 september begint een artikel met de bekentenis: vlak vóór het slui ten van deze editie kregen wij kennnis van het rapport wilde gewissën, of dat nu werkelijk het portret van Mussert zou zijn, bleek de lijst het afgebeelde liturgische centrum van de kerk te omvat ten. De medaillon was het rozet. Aldaar dan zit de Synode 1959. RUSTIG ebden de golfjes der betogen tot voor mijn voeten. De zee was niet onstuimig, maar een effen vlak. Alleen de rappor teur, professor Herman Ridderbos, zorgde voor een beetje schuimende branding; dat was aan het eind van de middag, en het was de aan gewezen tijd, dat de vloed op kwam. Professor Nauta zou dit al eerder teweeg hebben kunnen brengen, als hij niet zo'n kalme stem had. Het waren geoefende zwemmers, die met breder of korter armzwaai zich met de stroom mee of tegen de stroom in bewogen. Wij, op het strand, konden alleen maar een beetje pootjebaaje. We moesten de discussies volgen zon der een rapport voor ons te heb ben, en dit werd vaak nog lastiger doordat van het gesprokene veel verloren ging. Vooral bij vloed maakt de zee veel geruis; profes sor Ridderbos was goed hoorbaar, doch vaak slecht verstaanbaar. Herhaaldelijk verwezen de spre kers naar bladzijden van het rap port; met name pagina 17 kwam keer op keer op de proppen. En Dringend beroep op allen, die nog aan de kant staan (Van onze sociaal-economische redactie) TAE voorzitter van de Nederlandse Christelijke Beambtenbond, de heer P. Kapinga, heeft vandaag in zijn openingsrede tot het congres van de bond te Rotterdam, ook uitvoerig aandacht besteed aan het adres, dat 53 hoog leraren aan de ministerraad hebben gezonden. Bij de groepen, welke de hoogleraren afzonderlijk bij het loonoverleg ln Nederland erkend willen zien, eventueel in een nieuwe vakcentrale, worden immers ook de ambtenaren genoemd. De grote fout, die de schrijvers van de brief maken is, dat zij niet aan tonen, waarom de door hen genoemde organisaties geen deel van een der drie grote vakcentrales kunnen uitmaken. Waarom leden van die bonden geen lid zouden kunnen zijn van een der organisaties van de drie richtingen, die wel tot een vakcentrale zijn toegetreden. De heren staan blijkbaar op het standpunt, dat ieder, die lust heeft om categorale organisaties op te rich ten, aldus de heer Kapinga, voor het behartigen van enge groepsbelangen, tot het georganiseerd overleg moet worden toegelaten, mits men zich maar in een federatie verenigt. In zijn kritiek merkte de N.C.B.O.- voorzitter verder op, dat het christelijk georganiseerde overheidspersoneel belang heeft bij het aangesloten zijn bij het C.N.V., omdat het mede de verantwoor delijkheid wil dragen voor het algemene sociale beleid, dat in ons land wordt ge voerd in het belang van het gehele volk. Van het dragen van die verantwoor delijkheid hebben de bestaande catego rale- en groepsbelangen-organisaties nog nooit enig blijk gegeven. Nog dieper da deze zakelijke argumenten gaat echti de principiële verbondenheid met de mannen en vrouwen van het C.N.V., welke uitdrijft tot de christelijk-sociale aktie. De hoogleraren echter geven steun aan het stichten van nog meer groepsbelan gen-organisaties, waarvan er in de sector van het overheidspersoneel toch reeds te Advertentie Htm en plak alles met V van Ceta-Bever 5 In het Groothandelsgebouw te! Rotterdam werd zaterdag en zon dag de jaarlijkse conferentie van de links vrijzinnig christelijke „Zwingli"-bond gehouden onder leiding van de voorzitter ds. H. van Lunen uit Odoorn. In zijn ope ningswoord wees ds. Van Lunzen erop dat precies op het zelfde uur de Hervormde Kerk in de Domkerk te Utrecht haar kerk- bouw-inzamelingsactie aanvangt met een bidstond. Hij hoopte dat deze actie zo zal slagen, dat mén nog veel meer zal inzamelen dan de beoogde 16 miljoen gulden. Maar tevens stelde hij vast, dat er he laas geen sprake van zal kunnen zijn, dat werkelijk-vrijzinnigen deze actie zullen steunen, omdat de Hervormde Kerk zich sedert 1 mei 1951 gesteld heeft op een grondslag, die geen legi tieme levensruimte meer toekent aan de vanouds vrijzinnigen in die kerk. Men kan niet van ons verwachten, al dus spreker, dat wij stenen zullen hel pen aandragen voor de uitbouw een geestelijk huis, waaruit men zo dadelijk zal verdrijvr- De eerste inleiding J gehouden door ds. J. van Rossum uit Winterswijk over een kernregel uit art. 10 der heer sende herv. kerkorde; gehoorzaamheid aan de Heilige Schrift. Hij bracht naar voren, dat deze term een atavisme is en dat hij in onze tijd niet thuis hoort. Het Nieuwe Tes tament aldus deze spreker, bedoelt ons te brengen een religie des gees- tes, die op waarheid is gegrond en die niet kent gebondenheid aan welke overlevering en aan welke schrifturen Des avonds werd door de ontvangende vereniging aan de bezoekers en de leden der geloofsgemeenschap voorstelling aangeboden van het gezel schap De Toverfuit. Op zondagmor gen preekte ds. Joh. P. van Mullem over Wat wij zagen in de Michael Ser vetstraat te Genève. Hij memoreerde het feit dat Joh. Cal- vijn tijdens zijn bewind te Genève niet heeft belet, dat 400 mensen werden Verbrand of onthoofd, omdat zij het enig opzicht niet met deze hervormer De voorganger van de Unitarische ge meenten van Berlijn, Pf. H. G. Re- mus sprak 's middags over De nood zakelijke consequenties van het vrijzin nig christendom en zijn bijzondere be tekenis voor West-Berlijn en de hele wereld. Op voorstel van de spreker werd besloten een werkcommissie te vormen tot gezamenlijk overleg algemene richtsnoeren. veel zijn. De tijd zal echter wel leren, aldus de heer Kapinga, dat, indien er een nieuwe vakcentrale moet komen, wij nog wel even de tijd hebben voordat het vraagstuk zich komt aandienen. Deze vak. centrale zal dan namelijk op dezelfde I grondslagen moeten rusten als de be staande vakcentrales en dezelfde ver antwoordelijkheid willen dragen. De heer Kapinga voegde hieraan nog toe, dat er ook een aantal hoogleraren lid N.GB.O. zich hier volkomen thuis Ernstig beroep Een ernstig beroep deed de voorzitter op alle ambtenaren, die zich nog afzijdig gehouden hebben tot nog toe. Tienduizen den arbeiders en ambtenaren van chris telijke belijdenis weigeren eenvoudig om op maatschappelijk terrein hun belijdenis te beleven. Zl} zitten vaak vooraan in de kerk, blaken van ijver in de chris telijke politiek, doen mee aan allerlei christelijk aktiewerk, maar laten hun stoel by de christelijke vakbeweging leeg. De N.C.B.O. telde mei 1957 40.356 leden en op 31 december 1958 40.423. slechts ccn geringe netto-ledenwinst kon dus ge boekt worden. Het C.N.V. heeft de 250.000 leden nog niet vol kunnen maken, laat staan de 300.000, die zeker gehaald kunnen wor den. Het percentage georganiseerden on der het overheidspersoneel ligt niet ho ger dan dat van de gehele vakbeweging namelijk 40 a 42%. De heer Kapinga noemde het ook een onbegrijpelijke zaak, dat duizenden chris telijke overheidsdienaren, die „bij ons horen", in neutrale organisaties zitten. Zij menen daar rustig te mogen blijven, omdat, zo zeggen zij vaak, hen in hun diepste levensovertuiging daarin geen geweld wordt aangedaan. Dit is een nega tieve levenshouding waarachter zij zich verschuilen. Zeer velen, die het Evangelie belijden, staan koud en onverschillig tegenover de oproep om de strijd tegen de ontbindende en anti-christelijke mach ten in de maatschappij mee te voeren. Het gaat in de vakbeweging niet aller eerst om grote of' kleine materiële posi tieverbeteringen, maar om de heiliging van Gods Naam, om de komst van Gods Koninkrijk en dat Zijn wil geschiedt in alle verhoudingen van de samenleving. Daarom zijn wij allereerst lid van de christelijke vakbeweging, zo verklaarde de heer Kapinga, Twee leden, die steeds een belangrijke plaats hebben ingenomen, ontvielen de bond door de dood. Het waren de heren J. Mennes te Groningen en W. van der Have te Rotterdam, wier verscheiden door de vergadering plechtig werd her dacht. Beroepingswerk NED. IIERV. KERK Beroepen te Winterswijk: J. Hadders te Eindhoven; te Marken (toez.): H. G Oostinga, kand. te Groningen; te Wad- dinxveen: J. v. d. Velden te Dordrecht. Aangenomen naar Oudwoude-Wester- geest; G. J. F. Versteegh te Sloten, Fr.; naar Wognum: H. J. Bos te Makkinga. Bedankt voor Ee, Fr.: E. J. Loor te Heemse. GEREFORMEERDE KERKEN Beroepen te Papendrecht: K Vegter te Noord-Scharwoude; te Oude-Pekela. J. Nieuwsma te Drachtstercompagnie, te Eernewoude: J. Bakker, kand. te 's-Gra- vènhagè. Aangenomen naar Ede (vac. B. Slin- genberg): J. A. van de Peppel te Lochem. GEREF. KERKEN (vrijgemaakt) Aangenomen naar Ferwerd-Hallum: C. Olij te Utrecht. CHRIST. GEREF. KERKEN Tweetal te Doesburg: W. van 't Spijker te Drogeham en D. van Wilsum te Dedemsvaart. UNIE VAN 'BAFT.-GEM. Bedankt voor Enschede (2e beroep): S. Zijlstra te Eindhoven. DOOPSGEZ. BROEDERSCHAP Aangenomen naar Amsterdam (vac. O. L. v. d. Veen): F. R. v. d. Meulen te Ternaard. Oecumenische Raad komt met een welvaartsrapport Op de vorige week gehouden maande lijkse vergadering van de Oecumenische Raad van Kerken in Nederland heeft de raad onder meer besloten het rapport 1 de sociale commissie over „welvaart welvaartsdenken" uit te geven. In dit rapport wordt gesteld, dat het begrip welvaart het kernprobleem van de economische wetenschap ligt. Hier komt op zichzelf geen zedelijk oor deel bij te pas Men dient er van uit te gaan, dat het streven naar welvaart krachtig zal blijven. De groei van de welvaart wordt a wel een rechtstreekse bedreiging va mens als hij te kort schiet in een groei aan verantwoordelijkheid tegenover God en tegenover de medemens. De mens object van reclame te maken, moet afge wezen worden, aldus het rapport, ir verband wijst het rapport invoeren reclame in televisieuitzendingen af. Met enige overwegingen over welvaart ascese sluit het rapport. Gift van anderhalve ton voor S.S.K. De Stichting Steun Kerkbouw van de Gereformeerde Kerken, die aan staande zondag haar „bouwzondag" zal houden, heeft een gift ontvangen van 150.000 van een gever'die on bekend wenst te blijven. De Heiland draait er in Zijn brieven nan de zeven gemeenten in Azië niet omheen. Heel rustig maar ook heel eerlijk zegt Hij tegen drie v,an de gemeenten: Maar Ik heb tegen u. De Heiland prijst deze gemeenten eerst om hun geloof, maar verheelt niet, dat er dingen zijn die beslist zullen moeten ver anderen. Efeze wordt verweten, dat zij haar eerste liefde heeft verlatenPergamum en Thyatira dat zij de tucht niet gehand haafd hebben. Waarin zou God ons kunnen prijzen? En als Hij ons heefi geprezen wat zou Hij tegen ons hebben? Hoe staat het met onze eerste liefde? Efeze was een gemeente waar de tucht werd gehandhaafd en de liefde ontbrak, de beide andere gemeenten en vooral Thyatira bezitten de liefde (God zegt: Ik weet uw werken en liefde), maar kennen geen tucht. Altijd weer zijn wij geneigd die twee te scheiden. Maar als toe de liefde opofferen aan de tucht, of de tucht aan de liefde zal het altijd klinken: „Ik heb tegen u". Dit geldt niet alleen voor gemeenten, maar ook in het persoonlijk leven, bijv. in de verhouding van ouders en kinderen en voor gelovigen ondei elkaar. Wij brengen scheiding aan, omdat anderen niet geloven zoals wij. Maar is het een scheiding die aangebracht is dooi de liefde? Wij zoeken eenheid en liefde trekt ons samen. Maai is het een eenheid op grond van Gods Waarheid? DUITS SOCIALISTISCH PROGRAM Advertentie Academische Filmstudie-week begonnen Met een pleidooi voor de Zevende kunst", de film, als een middel, dat in de huidige dynamische maatschap pij een belangrijke bijdrage kan le veren tot het leiden van sociale ver anderingen in de goede richting en liet wegnemen van het wantrouwen, de angst, de haat en het misverstand tussen volkeren en rassen, heeft de Utrechtse hoogleraar in de sociologie, prof. dr. J. P. Kruyt, vanmorgen in de aula van de Rijksuniversiteit de Academische Filmstudieweek inge leid. ii Toen juffrouw Dubois 't zover had gebracht en dat had een hele tijd geduurd, kwam zij terug bij haar uitgangspunt. En het uitgangspunt was de tuinjon gen zij wist nu zeker dat het Krister was. Kris ter Videberg die in haar verbeelding zo sprekend geleek op de verdronken luitenant, Hij kon er niet buiten blijven, hij was de tastbare werkelijkheid, die haar droom leven inblies. En zo werd hij in het verband geplaatst. Hij werd Ar thur's oudste zoon, die later het landgoed van de ouders zou overnemen en nu zijn leertijd doorbracht in de tuin van Charlottendaal, om onder leiding van. een knap tuinbouwkundige ook dat te.leren wat een grondbezitter moet kennen. Zodoende kreeg Krister, buiten zijn weten om. door al die fantasie, nog een paar ouders en een grootmoeder erbij. De roodhari ge Karl werd er door juffrouw Dubois geheel en al buiten gehouden. Hij was een doodgewone, een voudige leerling, die weliswaar vereerd werd met de bijzondere vriendschap van haar kleinzoon, maar met wie zij zelf niets te maken had. Wat Krister er wel van gezegd zou hebben, in dien bij enig vermoeden had gehad van de rol, die hij speelde in Dubois' wereld, is moeilijk te vertel len. Waarschijnlijk zou hij voor haar fantasieën niets anders hebben over gehad dan een hartelijke lach bui. Maar zij toonde, noch zeide het allergeringste, dat hem kon doen geloven, dat zij enige bijzondere belangstelling in hem koesterde. Och neen! Daartoe was de oude juffrouw veel te verlegen. Van heel klein af hadden de kinderen Eriksson hun Midzomerfeest in de Elkberg-kolonie gevierd, waar oom Emil en tante Oliva een stuk grond en een huisje hadden. Voor de kinderen, die in zulk een ruimte waren groot gebracht als zij, moest zo'n tuin-kolonie erg benauwd en klein zijn. Minstens honderd zulke stuk jes grond en huisjes zouden plaats kunnen vinden op de grond thuis, zei Marit, maar Ragnhild zei dui zend. En toch vonden zij het altijd weer even aar dig al die kleine tuinhuisjes te zien, die in alle mo gelijke kleuren waren geverfd. Er waren rode huis- JE ANNA OTEBDAHE Buiten waait de zomerwind jes en witte, bruine en groene huisjes, huisjes die roze waren en andere die geel waren. Ja, er was zells een lichtblauw huisje, maar dat was niet, mooi, daar waren zij het allen over eens. Lichtblauw is een kleur voor de hemel en voor bloemen en zo merjurken, maar niet voor huizen. Oom Emil had zijn huisje bruin geverfd met witte raamkozijnen en een witte deur, en dat vonden ze mooi. Het zag er uit ais een huisje van peperkoek: men kreeg lust er een stukje af te breken om het op te knabbelen. Rondom het huisje was een pop- pentuin aangelegd, met een half dozijn dwerg-appel boompjes, een paar groentenbedden en een paar kleine randen bloemen. Dat was nu helemaal geen kunst zo'n lapje grond vrij van «--kruid te hou den. Daar was geen zuring, driest brandnetel te zien; zodra het minste sprietje tev. nschijn kwam, was tante Oliva erbij en kneep het weg. Tante Oliva was een ordentelijk mens, zó orden telijk, dat de ijskoude rillingen langs je rug liepen, als je het ongeluk had iets om te gooien, of een vlekje op haar glanzend wit tafelkleed te maken. De kinderen hadden zo'n gevoel, dat het niet altijd even prettig was oom Emil te zijn. Het kwam wei eens voor dat hij, alhoewel zij al zo lang getrouwd waren, in het vuur van het gesprek as uit zijn pijp klopte op plaatsen waar geen as behoort te worden uitgeklopt. Tante Oliva zei niets, maar zij keek. en je kon er zeker van zijn. dat de koude rillingen ook langs oom Emil's rug liepen. Hij haastte zich dan staan. Maar dadelijk was hij weer alles vergeten, sloeg vader op zijn knie en lachte dat het daverde om zijn eigen verhalen. En vader lachte ook, allen lachten, men kon het niet laten. Allen, behalve tan te Oliva, natuurlijk, die daar zat met een zuur glim lachje rond haar dunne lippen, als dacht zij: wat zijn jullie toch allemaal kinderachtig. Maar goed, dat tante Oliva geen kinderen heeft, vond Marit. Zij zouden sterven van ordentelijkheid. Ja, zei Elin. Maar oom Emil kon best kinde ren hebben. Die zouden pret hebben! Maar nu was het eenmaal zo en er was niets aan te doen. Zij hielden alle drie veel van oom Emil, dat kon niet anders. Hij was niet voor niets vaders tweelingbroer, alhoewel zij eigenlijk niet bij zonder veel op elkaar geleken, noch uiterlijk, noch in hun manier van doen. Zij waren beiden altijd vrolijk en daarin schuilde wel de grootste overeen komst. Oom Emil was alleen luidruchtiger dan va der. Zijn vrolijkheid ging met zoveel leven gepaard, zodat zij er soms wat beduusd naaidoos. Die naaidoren had oom Emii voor hen gemaakt. Hij had hun ook een poppenhuis ge geven met een poppenameublement, sofa, tafel en stoelen, en dat had een plaatsje in de mooie kamer. Zij vonden het heerlijk oom Emil te bezoeken in zijn werkplaats en hem aan het werk te zien. Dan waren zij ook helemaal gevrijwaard voor koude ril lingen, want in de werkplaats kwam tante Oliva nooit. Zii hadden haar daar tenminste nog nooit aan getroffen. Dat zij niet veel van tante Oliva hielden, al was zij dan ook getrouwd met hun eigen oom, was niet te verwonderen. Zij hield namelijk vol strekt niet van kinderen, vermoedelijk omdat kinde ren de natuurlijke vijanden waren van haar grote ordentelijkheid. En er bestaan geen kinderen op de wereld, die niet voelen of grote mensen van hen houden of niet. (Wordt vervolgd) Prof. Kruyt, die het onderwerp deze studieweek „De film als m communicatiemiddel" inleidde, begon met een bepaling van het begrip communicatie. Communicatie, zo stel de hij, is typisch voor de menselijke samenleving. Intussen kan men on derscheiden een communicatie tussen mensen naar mensen, dat wil zeggen een éénrichtingverkeer. Tot deze laat ste behoren het boek, de pers, de dio en televisie en de film. Prof. Kruyt signaleerde, dat aan term „massa" dikwijls een ongunsti ge betekenis wordt gehecht, in het bij zonder in verband met communicatie middelen. Naast de technische onvol maaktheden, die aan deze middelen in de aanvangsperiode kleven, zijn daarvoor mede verantwoordelijk de verslaving die zij met zich mee zou den brengen. Aan de hand van cijfers van het CBS. toonde prof. Kruyt overigens aan. dat het met die slaving wel meevalt. Bij een onderzoek in de winter 1955-'56 bleek bijvoorbeeld, dat aan het lezen van boeken nog altijd 6 maal tijd werd besteed dan aan bioscoopbe zoek, dat ongeveer de helft van Nederlanders boven de 12 jaar maal per jaar deelneemt aan de acti viteiten van een vereniging, tegen bioscoopbezoek van 3 maal per jaar. De inleider noemde het een intellectua listische overschatting van de woord cultuur om de film aan te wrijven, dat zij de kijkers passief maakt, een ontkenning van de ontspannende aard van het medium en de compensatie, die de vrijetijdsbesteding moet ge- Deze academische filmstudieweek, dc zesde in successie, is vanmorgen ge opend door de voorzitter van het Ne derlands Filminstituut, prof. dr. Ph. J. Idenburg, die onder meer opmerk te, dat deze studiebijeenkomst geen forum voor levensvreemde bespiegelin gen wil zijn. Wel wil men op deze bij eenkomst de film als massa-commu nicatiemiddel ernstig nemen en daar bij heeft men ook de belangstelling van de universiteit nodig. De filmwe tenschap, zo betoogde prof. Idenburg, kan het bijvoorbeeld niet stellen zon der de wetenschap der sociologie. In verband met de ontwikkeling van de filmwetenschap releveerde prof. Iden burg ook de filmvakopleiding door het Nederlands Filminstituut, die zich nu in een bevredigende richting ont- pi het verleden vertoonde de Duitse sociaal-democratie een scherp ge tekend Marxistisch karakter. Haar leiders, de oude Liebknecht en Bebel, waren volgelingen van Marx door dik en dun. De grote theoreticus van de partij, Kautsky, hield met al zijn kracht vast aan de Marxistische dog matiek. Tegen het revisionisme ver zette hij zich in woord en geschrift. Deze dogmatische gebondenheid aan een stelsel, dat al minder bleek te passen bij de zich allengs wijzi gende maatschappelijke en politieke verhoudingen, heeft de Duitse sociaal, democratie gebracht in een betrek kelijk zwakke positie. Jaurès, de bekende Franse leider, riep op het internationale congres, in 1904 te Amsterdam gehouden, de Duitsers toe: „Gij verstopt uw on macht achter de onverzoenlijkheid, het intransigente van theoretische formules, die uw uitnemende partij genoot Kautsky u tot zijn dood toe zal blijven leveren". Alle programs, tot het program van 1925 toe, waren sterk Marxistisch gekleurd, al waren er in de praktijk wel revisionistische invloeden op te merken. Dezer dagen heeft de Westduitse S.P.D. een nieuw program gepubli-' ceerd, dat het Heidelberger program van 1925 zal vervangen. Het behoeft echter nog de goedkeuring van het partijcongres. De positie van de sociaal-democratie is in de laatste jaren stellig opnieuw verzwakt. Zij heeft na 1945 niet veel successen kunnen boeken. Innerlijk is er verdeeldheid over vele vraag stukken, b.v. over de buitenlandse politiek, over de bewapening. Er werden dan ook al meer stemmen gehoord, die voor vernieuwing pleit ten. Het oude program sprak noch vele arbeiders, noch vele „midden groepen" toe. De welvaart, waarin het Westduitse volk zich mag ver heugen, heeft deze stemming uiter aard mede beïnvloed. Met het oog op de komende verkie zingen heeft men thans gemeend niet langer te moeten wachten met de openbaarmaking van het concept. Tot degenen, die het hebben ontwor pen, behoort ook de Oostenrijker Kautsky, die wel dezelfde naam draagt als de vermaarde Duitser, maar die niet van diens geest is. Kautsky is geen Marxist in de oude zin van het woord. Uit het nieuwe concept-program blijkt, dat de vrije concurrentie EEN KRACHTPROEF TJET plan van generaal De Gaulle, waarin hij de Algerijnen het recht op zelfbeschikking gee'ft, heeft de regering in ballingschap, door Fer- hat Abbas in Cairo gevormd, in een uitermate moeilijke positie gebracht. Het liefst zou zij dit plan zonder meer van de hand willen wijzen, omdat er een aantal voorwaarden in voorko men, die voor de opstandige natio nalisten beslist niet aantrekkelijk zijn. Zou zij deze aanvaarden, dan zou zij medewerken aan haar ont binding, en het Nationale bevrij dingsfront (FLN), waaraan zij haar macht ontleent, als politieke factor uitschakelen. Hiertoe zal zij nooit bereid worden gevonden, tenzij De Gaulle erin slaagt, Algerije te pacificeren on danks het verzet, dat door de strijd krachten van de FLN zal worden ge boden. En wanneer De Gaulle blijft weigeren, met de vertegenwoordigers van de regering in ballingschap te onderhandelen, moet worden ge vreesd, dat de strijd op het slagveld zal worden uitgevochten. Dat Ferhat Abbas het plan van De Gaulle niet van de hand heeft ge wezen, vindt mee zijn oorzaak in het feit, dat het in de westelijke we reld over het algemeen gunstig is beoordeeld. Ook bespeurt men hier de invloed van Habib Bourguiba, dc presiden' van Tunesië, die Abbas heeft aangeraden, De Gaulle's plan nen als basis voor een gesprek te ac cepteren. De opstandige nationalisten kunnen het zich niet veroorloven, de raad van Bourguiba te negeren. Willen zij met succes tegen de Franse strijd- wordt aanvaard en het ondernemers initiatief wordt gewaardeerd. Socia lisatie van de grote bedrijven, waar bij de leiding wordt gelegd in han den van de staat of zijn organen, wil men niet meer eisen. Althans niet als algemeen patroon. Wel wil men kartel- en investerings controle, concurrentie tussen open bare bedrijven en vrije ondernemin gen, en een vergaande publiciteil over de financiële resultaten van de ondernemingen. Bedrijven moeten alleen gesocialiseerd worden, wan neer „een gezonde ordening van de economische machtsverhoudingen niet tot stand komt". Medezeggen schap van de arbeiders wordt als eis gesteld. Politiek wil de partij vasthouden aan de democratie, waarbij zij openbare controle wil van „iedere macht die de democratische staat tot buit van haar bijzondere belangen zou kunnen maken". De aandacht verdient hetgeen over de verhouding tot de kerk wordt ge zegd: „De S.P.D. betuigt haar ach ting voor de kerkelijke instituten en de religieuze gemeenschappen. Zij aanvaardt de bijzondere taak en de zelfstandigheid der kerken. Zij is bereid tot samenwerking". Er ligt wel een afstand tussen de tijd, waarin van sociaal-democratische zijde in Duitsland een actie werd gevoerd om aan de kerk de rug toe te keren, en het heden, waarin men tot de geciteerde verklaring komt, Waarschijnlijk heeft de S.P.D. zich eigen zwakheid in de Hitlertijd en het moedige gedrag van de belijden de kerk herinnerd. Of het program op het partijcongres ongewijzigd aanvaard zal worden? Vermoedelijk zal er van linkse kant nogal oppositie worden gevoerd. Wij gaan het program nu verder niet beoordelen. Het zou ons, van christe lijk standpunt, zeker niet bevredigen, Maar het bewijst in elk geval, dai het socialisme een ontwikkeling doormaakt, waarbij het oude Marxis me al meer wordt verloochend. De leiding van de Duitse S.P.D. zou, naar het zich laat aanzien, wel gaar ne aan de regering van de Bonds republiek deelnemen. Zoals ook reeds het geval is in een aantal „Lander": Hamburg, Berlijn, Hessen en Neder- Saksen. Stellig heeft de invloed van deze „ministers-presidenten" zich ook doen gelden bij de herziening van het program. krachten in Algerije kunnen optre den, dan moeten zij zich verzekerd weten van de steun van de Tunesi sche regering, die totdusver heeft toe gestaan, dat de eenheden van de FLN van Tunesië uit opereren. Een andere factor, die Abbas ervan weerhoudt, het plan te verwerpen, li het optreden van Messali Hadj, een veel gematigder nationalistisch lei der uit Algerije, die zich thans in Frankrijk bevindt. Hij is zij hel met enig voorbehoud bereid, me de te werken aan de uitvoering van De Gaulle's plan. Enkele weken geleden werd een aan slag op zijn leven gepleegd, die mis lukte. Uit deze daad bleek echter dat men in FLN-kringen bezorgd it over de grote invloed, die deze ge matigde Algerijnse politicus op d« gang van zaken in zijn land kan uit oefenen. Het is ook in verband hiermede, dai de leiders van de FLN, via Marok ko en Tunesië, zullen proberen. Frankrijk te bewegen tot vrijlating van een aantal nationalistische lei ders, waarvan Ben Bella verreweg de belangrijkste is. Abbas heeft nu laten weten, dat hij met Frankrijk wil praten over vrede in Algerije en over zelfbeschikking voor de bevolking van dit land. Een andere weg was er voor hem niet. Toch zal die weg niet leiden tot een gesprek op het niveau, dat Abbas wenst. En daarom moet worden ge vreesd, dat beide partijen in het Al gerijnse conflict het binnen niet al tc lange tijd op een krachtproef zullen laten aankomen. wikkelt. Het feit, dat er een „school" is, zo zei prof. Idenburg, bevordert de filmwetenschap. Onder de deelnemers aan deze filmstu die week zijn onder meer vertegen woordigers van film, televisie en on derwijs. Er zijn ook Belgische deel nemers aan de bijeenkomst. De ope ning van de Filmstudieweek werd bij gewoond namens het 'departement van onderwijs, kunsten en wetenschappen door de heer Schuller, hoofd van de afdeling film van dit departement. Onderwgsbenoemingen Benoemd tot onderwijzeres: aan da Christ. School te Oosterwolde, Geld. mevr. R. Westerink-Drost te Elburg; aan de Groen van Prinstererschool tg Assen: mevr, Schutte Nordholt te As sen: aan de School met de Bijbel te Nieuw-Vennep: Mej. R. Corts te Koude- kerke aan de Rijn; aan de Christ, te Garderen: P. D. Reiff te Apeldoorn! aan de Vrije Prot. School te Gemertt J. W. Rijkse te Breda.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1959 | | pagina 2