,SUIKERDOCENT'ADVISEERDE IN PARAQUAY Het avontuur op de grienddijk ZATERDAG 19 SEPTEMBER 1959 Het winnende doelpunt hing in de lucht. Het doelpunt, dat het elftal ook kampioen van de bedrijfsvoetbal-compe titie zou doen zijn. De spanning was ondragelijk. Eén minuut voor het einde kwam Joop vrij voor het doel te staan. De keeper lag verslagen op het veld. De goal was leeg. Toen gebeurde het. Of liever, er gebeurde niets. Niemand begreep er iets van. Het was absurd. Een klein tikje betekende de overwinning, maar. DE atmosfeer in de kleedkamer is geladen. De eerste helft van de wed strijd is achter de rug en het bedrijfselftal van de N.V. Bergers reageert af. Deze avond gaat het er om. ledereen heeft wat te zeggen en maakt zijn opmerkingen. Maar er is geen sprake van een redelijke discussie over spel en tactiek. Dan komt de voorzitter van de personeels vereniging binnen. Van Daalen, zelf oud-voetballer, heeft een paar jaar geleden de kwijnende personeelsvereniging nieuw leven ingeblazen. Vooral voor het voetbalelflal heeft hij veel gedaan. Vorig jaar stond het nog onderaan de ranglijst van de zomeravondcompetitie. Nu, vanavond kan het elftal kampioen worden van de afdeling. ons het kampioenschap in de voetbalcom petitie ontgaan. Joop Brandt, die soms goed spel liet zien, maar dikwijls een af wezige indrwk maakte, kwam vrij voor het doel te staan. De keeper was uit positie gespeeld. De enkele seconden, die hij aarzelde, waren fataal. De bal werd voor zijn voeten weggetrapt. Overigens. ..Jongens", zegt de procuratiehouder. ..het zit er gemakkelijk in. Ik hoef het jul lie eigenlijk niet meer te vertellen. Als we gelijkspelen, staan we op de tweede plaats. Winnen we deze wedstrijd, dan zijn we kampioen. Het is 11. Nog een klein schep je er boven op." Als één man wordt er geluisterd. Alleen tot Joop Brandt dringen de woorden van Van Daalen nauwelijks door. Hij zit stil in een hoek. Er zit hem iets dwars en hij weet niet wat. Eigenlijk weet hij het wel. imaar hij wil het niet voor zichzelf beken- „De fout is, dat jullie teveel door het midden spelen. Zo kom je er nooit door. Gooi het spel toch over de vleugels. Dan krijg je openingen„Brandt", gaat Van Daalen verder en Joop schrikt op, „je moet als buitenspeler veel feller sprinten. Je hebt een paar ballen laten lopen, die je beslist had kunnen hebben. Je bent soms wat afwezig. Het lijkt wel of je met je ge dachten ergens anders bent." Alle aandacht is op hem gevestigd. Elk woord van Van Daalen voelt hij als een klap in zijn gezicht. Het is benauwd in de houten keet. Joop heeft het idee, dat plotseling alle planken op hem zullen val- Buiten klinkt het verlossende fluitje van de scheidsrechter. Stommeling met zijn missers. Wat loopt hij toch te piekeren. Zijn houding valt op. Van Daalen heeft gelijk. Nu alleen maar spelen, denkt Joop. "TVE eerste minuten van de tweede helft Ï-J gaat het beter. Hij zit er helemaal in. Een hard schot van hem suist rakelings over de lat. Een teleurgesteld „Oh" deint over het veld. Joop ondergaat de sensatie, alsof hij door deze reactie van het publiek wordt opgetild, en zijn voeten het veld niet meer raken. Een blij, zwevend gevoel gaat door hem heen. Maar dan zoekt hij de rij toeschouwers af. Zijn blik ontmoet die van Van Daalen. Deze knikt goedkeurend. de procuratiehouder de dagstaten. „Het lijkt wel of je met je gedachten ergens anders bent", zei hij net in de kleed- Natuurlijk begrijpt Van Daalen er niets van. Hij heeft er nooit wat van begrepen. Onwillekeurig kijkt Joop weer langs de lijn. „Zou ze dan toch misschien Onzin. Dat ze dat juist vanmiddag moest zeggen „Jullie met je voetballen. Voetbal len is geen ridderlijk spel. Het is ruw en grof en ook nog onsportief. Er zijn duizend manieren om de scheidsrechter te bedrie gen. Dat primitieve gedoe. Mij niet gezien". „Zeg, zijn de staten compleet?" Was het plagerij van haar? Plaagde ze altijd niet? Speel zo maar eens, zoals je moet spelen. Overdreven van hem om zo veel waarde aan haar woorden te hechten. I OOP". Hij vindt zichzelf ergens verdwaald u bij de zijlijn. De waarschuwing is te laat. De bal vliegt langs hem en gaat uit. Wim loopt naar hem toe en zegt: „Alsje blieft, sta niet zo te stiffen. We hebben het nog lang niet gewonnen. Let nou op, want jij moet het doen." Het spel golft op en neer. Joop wordt door de tegenpartij zwaar bewaakt. Ze laten hem niet los. Het streelt hem. Een paar keer heeft hij de bal gevaarlijk voor het doel geplaatst. „Tempo jongens, volhouden", roept Van Daalen. T\IE dagelijkse tochten naar de kamer van i-f de procuratiehouder zijn goed beschouwd een marteling. Hoe lang doet hij dat nu al? En wat is het resultaat? Wat schiet hij er mee op? Toch loop* hij elke dag weer de brede trap op en dan naar de deur aan de overkant van de gang Steeds weer hetzelfde klopje en dat „Ja, binnen". Meestal is ze druk bezig en doet ze of ze hem nauwelijks opmerkt. „Hier. de dagstaten", zegt hij dan. „Dank u. Geen bijzonderheden?", is het „Wat zeg je ervan" verte. ,,'k Weet niet. Ik Het was stom van ra „Wat stom", zegt heeft hij nog klinkt het als uit de eageerde niet goed. haar bure, gemeen verslag. Het eerlijk, wat je deed. Bert van Berkel antwoord steeds. Soms heeft hij een ge sprek met haar. Maar dan wil ze hem dik wijls opzettelijk kwetsen. Van Daalen aan het andere bureau werkt door en doet of niemand verder in het vertrek is. En toch. Hij heeft wel eens het gevoel, dat ze niet helemaal onverschillig tegenover hem staat. hij. Voor het eigen doel wordt een corner genomen. Joop kijkt even gespannen, hoe het zal aflopen. Nu wegwerken, die bal. Het spel wordt fel ler. Deze laatste minuten gaat het er om. Er is niets meer te verliezen en alles te winnen. Het elftal van Bergers dringt op. Nog lukt het niet. Steeds is er weer een voet van de tegenpartij. In de krant zou staan „Er hangt een doelpunt in de lucht", denkt Joop. Nee, nou niet meer piekeren. Alleen maar spelen. Wim is afgezwenkt tot bij de hoek- vlag. Ze zitten hem op de hielen. Maar hij speelt zich vrij en zet hoog voor. Voor het doel ontstaat een paniek. Joop loopt toe. Nu of nooit. Maar de doelman valt uit en grijpt de bal. Joop slaat de bal uit zijn handen. „Niemand kan het gezien hebben", flitst het door hem heen. De keeper ligt op de grond. Het doel is vrij en de bal ligt voor zijn voeten. Een klein tikje. voor zijn geest heeft gehaald, lijkt alles te beslaan. Hij ziet haar alleen. Haar donkere ogen lachen spottend. 's Avonds op bed weet hij het niet meer. Had ze nog geroepen: „Nee, niet doen", Of verbeeldde hij zich dat? Had hij lang met de bal voor zijn voeten voor het vrije doel gestaan? Nee, dat winnende doelpunt zou geen eer lijk doelpunt geweest zijn. De bal werd voor zijn voeten weggetrapt en vloog over de zijlijn. De scheidsrechter liet niet meer ingooien. Hij floot voor het einde. Joop Brandt kan de slaap niet vatten. Ze zijn nijdig op hem. Telkens ziet hij de verontwaardigde gezichten weer. Wat heb ben ze allemaal wel niet tegen hem'ge zegd? Maar langzamerhand vervagen deze beel den. En eindelijk is daar alleen nog het lege doel. En zij staat er achter. Toch te vreden slaapt Joop in. niet op. Ze lijkt onbereikbaar. „De twee laatste factuurs zijn nog niet verwerkt", zegt hij. ,,'t Is goed", is het antwoord. Meer niet. „We hebben het druk gehad". Wat be zielt hem, dat hij hier blijft praten? „Ik geloof het graag", zegt ze. Ik doe het niet meer, denkt Joop. Het is de laatste keer, dat ik hier ben. Er zijn genoeg anderen, die de staten kunnen bren gen. Ik ga ergens anders werken. Maar weer bij de deur is het, alsof hij wordt vastgehouden. Hij voelt, dat ze naar hem kijkt. „Het personeelsorgaan is uit. Wil je het voetbalverslag niet even inzien?" vraagt ze. Leunend tegen de deurpost leest Joop. Een vette kop grijnst hem aan: Geen kampioen door blunder! Dan volgt het verslag: Ze staat i „Het is goed, het kan mij het schelen, dat gewonnen." Ze staat een paar passen bij hem van daan. Joop loopt naar haar toe, maar hij weet niet, dat hij dit doet. „Joop". Het gaat dwars door hem heen. Haar stem is zachter geworden. „Wat ben ik blij, dat je niet inschoot." Eindelijk durft Joop haar aan te kijken. En hij ziet in haar ogen, wat hij er zo lang tevergeefs in probeerde te ontdekken. „Annie", komt over zijn lippen. Ze staan recht tegenover elkaar. Hij voelt haar handen in de zijne. Van Daalen. de procuratiehouder, die er niets van begrepen zou hebben, is uit de kamer verdwenen Twee kleine potjes suiker staan op het (sobere) bureau van ir. J. Deinema bij het praktikum-lokaal in de Rijks Hogere School voor Tropische Landbouw te Deventer. Nu Is dat op zichzelf niets bij zonders; Ir. Deinema heeft prak tisch heel zijn (volwassen) leven „in de suiker" gezeten en van zijn ervaring en kennis deelt hij dage lijks mee aan de leerlingen van de Deventer „landbouwschool". Uiteraard komen daar ook dik wijls potjes suiker aan te pas, niet om te proeven maar om te beproeven. Evenwel deze twee potjes met suiker goudig-bruine ruwe sui ker en witte suiker zijn af komst?.? van de grootste suikerfa briek in Paraguay, de Azucarera Paraguaya S.A. in Asuncion. Aan dit door een Nederlander gesticht en nu nog mee door diens kleinzoon geleid bedrijf na melijk heeft ir. Deinema zes we ken vertoefd om er een paar moeilijkheden op te lossen. De Azucarera Paraguaya stond namelijk voor het probleem om op korte termijn over te schakelen van de fabricage van witte suiker voor binnenlands verbruik op ru we suiker voor de (buitenlandse) raffinaderijen. Ook vorig jaar had men daar al mee geëxperimen teerd, maar toen zag men geen kans om een ruwe suiker te ma ken. die voldeed aan de (hoge) eisen van, de raffinaderijen. En dus dacht men aan de school in Deventer en aan ir. Deinema. Ir. Deinema beschikt namelijk over een zeer bijzondere ervaring en bekwaamheid wat de suiker- fabricage betreft, zoals slechts zeer weinigen die bezitten. Hij was namelijk chemisch ad viseur op het hoofdkantoor van de Ver. Vorstenlanden Cultuur Mij. en had tot de oorlog als zodanig 12 suikerfabrieken van deze maat schappij onder zijn leiding, ter wijl hij na de oorlog tot aan zijn repatriëring in 1952 de suikerfa- bricage weer op gang hielp bren gen. Hij had kwaliteiten die in vakkringen niet onbekend bleven en zo was het eigenlijk voor de directie van Azucarera Paraguaya vanzelfsprekend, dat men zich tot ir. Deinema om hulp wendde. Produktie nam toe De Azucarera Paraguaya is de grootste van de zeven suikerfabrie ken in Paraguay en waarschijn lijk ook het verst mee gegaan -in de moder.ie ontwikkeling. Tot voor kort was het zo, dat deze briek geëxperimenteerd en sla de er toen in om inderdaad een bricage-methode voor'ruwe sui vast te stellen die volledig ker maakten. De moderniseringen brachten evenwel mee, dat de pro ductie vrij sterk groeide en dat men dus ook op export was aan gewezen, een omschakeling der halve op de fabricage van ruwe suiker voor de raffinaderijen. Vorig jaar nu ondervond men, dat de raffinaderijen geen belang stelling hadden voor prijs en kwa liteit van deze ruwe suiker. De ter technisch directeur van het be drijf en kleinzoon van dp stich ter de heer A. BosCh wendde zich tot de heer Deinema die on middellijk bereid Witte suiker duurder j Toch is die goudig-bruine suiker |i dit jaar niet in produktie geno- j" men. Op het laatste moment na- j melijk bleek het niet nodig te j; zijn. Een staking in Argentinië j had daar de suikerfabricage lam gelegd en dus werd het voor de f Azucarera Paraguaya interessan- de duurdere witte suiker 1 te gaan maken: „Maar ze weten j de raf- j kantieweken aan deze taak te wij- siajy nu in elk geval hoe finaderijen geschikte ruwe suiker moet worden gemaakt en daar ligt het bedrijf volgend jaar een hoogste as overigens niet de eer- dat de heer Deinema el- de wereld als redder in i D voldeed. De heer ndertijd nog door hem ry, vuurbereide) fabriek in bedrijf' te Tebicuary - de brengen, evaar men daar geen de fabriek staat, het kans toe zag. En waarschijnlijk zal hij volgend jaar drie maan den door de V.N. worden uitgezon den naar India. Dat lag nu al voor dit najaar in de bedoeling, maar werd een jaar uitgesteld. hoofdkantoor is in Asuncion een modern geoutilleerd bedrijf behoorlijke krachten. Hij heeft kele weken in laboratorium en DOOR MEEUW VAN ROTTERDAM Een ogenblik later beschenen achter hem sterke kop lampen het modderige pad. Het was de dokter, die op weg was naar vader. Peter ging al aan de kant staan om de auto te laten passeren. Maar toen hij in het volle licht stond, begon de auto opeens zijn vaart te minderen en wat verderop stond hij stil. Het portier werd openge daan en een vriendelijke stem riep: „Kom jongen, stap maar in. Dat gaat vlugger dan lopen hè?" Een beetje verlegen nam Peter plaats naast de dokter. Hè, wat was het gezellig hier binnen. Met een licht schokje gleden ze weg. Stilletjes genoo* hij van dit heerlijke tocht je. En de dokter praatte maar. Hij vroeg in welke klas hij al zat en of hij graag naar school ging. En Peter antwoordde maar. Ondertussen kwam het lichtje van zijn huis steeds dichterbij. Wat ging dat snel. Na een ogen blik stonden ze al voor de deur en stapten ze uit. „Zo.., dat is snel gegaan hè?" deed de dokter vriende lijk. „Nu zullen we eens gauw bij je zieke vader gaan Beiden stapten ze naar binnen, waar moeder met on geduld wachtte. Gelukkig viel het met vader nogal mee. Maar een week lang móest hij toch onder de wol blijven. De dokter zou een drankje voor hem klaar maken en dan zou hij weer heel vlug beter zijn. Moeder was er helemaal van opgelucht. Ze keek nu in elk geval niet meer zo bezorgd. Toen de auto even later zacht snorrend weer wegreed, begon Peter aan zijn avontuurlijke verhaal. Hier in de war me huiskamer, waar moeder stil naar hem luisterde leek zijn avontuur nóg spannender, nog griezeliger. „Gelukkig maar, dat ik er niets van afwist", zei i der met eer, bezorgd gezicht. „Maar je bent tóch een flin ke jongen geweest." Ze streek hem over zijn krullend haar en was trots op hem. Ev?n later ging ze nog even naar boven bij vader zien. Buiten loeide de wind en donkere wolken joegen voorbij. Op de grienddijk bleef het eenzaam. Ergens tussen het hoge riet lag nog steeds de roeiboot gemeerd. 't Was nacht geworden. In het donker, klotsende water van de rivier, pinkelden de vele lichtjes van de overzijde. Aan de grienddijk stonden de huisjes eenzaam wegge scholen tussen hoge. donkere bomen. In één van die hui zen lag Peter op zijn kamertje en sliep. Heel even vóórdat hij slapen ging. had hij door het raampje buiten gekeken. Huu.. wat was de rivier grillig en spook achtig. Vlug was hij onder de warme dekens gekropen stil had hij genoten van de vreemde geluiden, die de w maakte om de hoeken van het huis. Heerlijk veilig was hier in zijn warme bed. Hoor hoe de wind aan de bomen rukte. Nog even luisterde hij. Maar weldra werden zijn ogen zwaar en moe... en langzaam sliep hij in. EINDE ONZE BRIEVENBUS Beste neven ,en nichten, Het lijkt wel of jullie deze week weinig zin hadden om naa\ mij te schrijven. Ik kreeg tenminste niet veel brieven toegestuurd Volgende week misschien weer beter? De oplossing van de puzzel van vorige week: nr. 1 ging buitel om en tussen 4 en 5 door naar boom 1, nr. 2 ineens rechtdoo, naar 2, nr. 3 tussen boom 2 en 4 naar boom 3, nr. 4 ineens naa- boom 4 en nr. 5 helemaal buitenom naar boom 5. De hoofd-prijs heeft John v. d. H i week, J op ie Hu de Jongste gewonnen dezt En dan nu de letters van HN. José Hoekstra vond de puzzel niet erg gemakkelijk. Jij gaat dus iedere week fijn zwem men José. Moet je al gauw diplomazwemmen?' Ne- zia v. d. Horst schreef en kele weken geleden. Hoe gaat het in de vierde klas? Jullie kunnen dus alle drie naar hartelust schommelen in de tuin Jenny v, d. Heuvel. Gaan jullie allemaal bij pappa op de bromfiets? Of ieder op z'n beurt? Ben jij ook lid van de blokfluit club Saartje v. d. Heuvel? Tippie kent jullie zeker al goed? Wijnie de Jong heeft het prima naar haar zin op school. Geen won der, als je al die lekkere dingen, die je kookt, zelf mag opeten! Hoe is 't nu met jou Corrie de Jong? Nog niet naar school? Juultje Jerphanion is een nieuwe nicht. Ze maakte al gelijk een mooie kleur plaat voor me. Hartelijk bedankt Juultje. Jan Kraak is pas nog in Rot terdam geweest. Wanneer ben jij jarig Jan? Jouw zusje kan dus nu fijn spe len met de poppenkamer. Leuk dat je het knikker- Janek, «le vluchteling 27. In het Kinderdorp is het er nu ook bij zijn. Of liever, hij móet er bij zijn. Hij is mers penningmeester en schatbewaarder. Hij moet op de tweehonderd gulden passen, die nu weer veilig in de brand kast zitten. Janek heeft het geld weer teruggelegd. Het wès zijn geld niet, dat weet hij heel goed. En eigenlijk heel eigenlijk zou hij toch ook wel graag in het Kinderdorp blij ven. Als mevrouw MacGregor er maar niet was. En als hij die Harry maar vergeten kon. Jongens en meisjes, zegt de voorzitter, en dit is nu onze nieuwe penningmeester, Janek! Alle kinderen juichen. Janek zegt heel deftig: ik dank jullie allemaal hartelijk, dat jullie mij gekozen hebben. Goed zo, zegt de voorzitter. En wat gaan we op deze vrije middag doen? Dat moet de afdeling sport maar eens vertel- De sportofficier gaat staan en vertelt, dat er een vosse- jacht op het programma staat. Alleen voor jongens. Dat plan valt best in de smaak. Maar wie moet de vos zijn? P-iüMPir |PP^ HpJHpPlf IP j BAV Kf&Vl'1 J f' d%jjÈ IRv 28. Daaraan heeft de sportofficier al lang gedacht. We loten er om, wie de vos zal zijn. Ik heb de namen van alle jon gens op papiertjes geschreven. Al die papiertjes zitten in deze doos. Nu halen we er één papiertje uit. Wiens naam daarop staat, wordt de vos. Alle andere jongens moeten de jachthonden zijn. Wie wil even een papiertje trekken? Joe zal het wel even doen. Hij steekt zijn hand in de doos, zoekt en tast even en geeft dan een papiertje aan de sport officier. Die vouwt het open: Janek is de vos. De kinderen vinden het kostelijk, dat nu juist Janek geko zen is voor vos. Maar Janek zelf protesteert een beetje. Je kan toch wel hard lopen? vraagt de sportofficier. Nou, dat kan Janek. Dat heeft hij de laatste dagen ook heel wat gedaan Ja natuurlijk kan ik dat, zegt Janek. Maar ik bedoel, dat ik hier nergens de weg weet. Hoe moet ik dan lopen? de tuinjt, Deze week een kleurplaat voor de kinderen i O. Z. Doe je best! Oplossingen insturen (met een briefj r 22 september. spel gaat namaken Marga de Kooter. Je vindt het vast niet erg dat je broer tje zó af en toe eens on deugend is. Annie van Kleef gaat later naar de huishoudschool. Jij zult dus wel goed leren naaien en koken énz. -r Jan Kees van Kleef schrijft dat ze in Alblasserdam als maar aan 't vliegeren zijn. Jij hebt geloof ik een prach tige vliéger zeg! Drie leuke raadsels stuurde Marja Keemink me toe. Als er weer eens een stuk je over is komt het in de krant hoor Marja. Je hebt een mooie klas getekend. Janny Lyyten is op de handwerkles ijverig aan 't kousen breien Weet je al wat je j'e moeder geeft voor haar verjaardag? Jullie hebt dus aan druk te geen gebi-ek in de sep tembermaand Arjan de Leeuw van Weenen. Schrijf je me eens over de feesten? Tineke Luyk bedankte me voor haar prijs. Fijn dat ze naar je zin was Tineke. Nu, of ik het fijn vind, dat het zo lang mooi weer is ge weest. Jij bent zeker vaak naar het strand gegaan' Jij bent helemaal niet te oud om mee te doen hoor Lia Mulder. Heb je het naar je zin op het lyceum. Geen wonder dat jij een prettige vakantie hebt ge had zeg, je kon daar met van alles meedoen. Riet je Nuyt is pas jarig ge weest en 'hooft mooie ca deaus gekregen. Ga je vaak zwemmen? Leuk zijn die M-zegels. Een ge kleurde oplossing stuurden Janny en Klenient Noten boom mij. Er is bij jullie op 't dorp dus genoeg te beleven. Heel hartelijk ge feliciteerd hoor Janny. Je schrijft me maar eens wat je hebt gekregen. Dit waren de antwoorden op brieven van HN. Sommi ge neven en nichten vroe gen mij of ik nog meer spelen wist, dan dat knik kerspel waarover ik verle den week schreef. Wat den ken jullie van wedstrL tollen? Kijk, dat gaat il Met z'n tweeën zet je lebei je tol op. Je spref van tevoren af tot hoeT 81 jullie je tol wilt slaan b j® 25 meter. Wie het eerst; t< eindstreep haalt, is de w naar (of de winnares). Misschien zijn er o wel onder jullie die e leuk spel weten, schi g| het me dan maar, Aj»i schrijf ik het weer rn n krant, zodat andere - en nichten er ook iets a hebben. Afgesproken? Volgende week zijn letters OZ. weer aan A beurt. Schrijven jul weer naam, adres en le l' tijd in je brieven? Dan ik nu eindigen, tot de -V a gende week allemaal d weer, dag

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1959 | | pagina 18