Jan Felderlio' M f "ij me menu n opera-componiót in onze tijd PANTOMIME VIER GEDICHTENBUNDELS FLUITCONCERTEN VAN QUANTZ EN VON GLUCK BESLISSEND NONENT Architectuurbladen ZATERDAG 5 SEPTEMBER 1959 Portret van een muzikant IN onze tijd kan men èlles beredeneren. Zelfs dal de staart de hond kwispelt I Zo redeneert mer ook graag over „De Kunstenaar". En deze ovei zichzelf. Maar helpt het JAN FELDERHOF b.v., die ik nlangs in Bussum ij, in tegenstelling tot iet nader tot het wezen een bezoek bracht, zette mij levensverhaal n.l. bracht het gebruikelijke, nu eens van zijn kunst. Men oordele: Jan Felderhof (geb. 1907), en zijn twee broers (daaronder Herman, de radiospreker) begonnen hun trappen te beklimmen aan het kerkorgel van vader: d.w.z. om beurten mochten ze orgeltrappen. Ze waren alle drie prdctisch even muzikaal. Wezen elkaar de muzieknoten. Neusden in de bibliotheek van Bussum naar meer muzieknoten. Maar alleen Jan, 9 jaar schrijven!" en oud, begon zijn vader te teiste- Felderhof meent ren met epistels (vader was in- het. tussen onder de wapenen 1916). Waarom??? Jan wilde violist worden. Vader Tja, ik houd nu ge.Lde uZijU*0°n iis" eenmaal van opera! Laatste wanhoops tem to» uiC „c- conclusie: Jan Fel- "vio-lïst, nlT J." Dudok, derhof is misschien die voor zijn dood Jan nog een wel zo gemoedelijk jaar vioolles kon geven. Daarna dat hij al deze con- wilde Jan naar het Conservato- trasten in zich in rium in Amsterdam, want hij had evenwicht kanhou- aanleg genoeg. den? Helaas, de bij- Puzzplpn maar I §aande foto slaat ruizenen maar ons ook deze rede_ Ext nering uit de hand. N nu willen we weten: waarom? Hler j, voorwaar het ,ype van de Redenatie levert twee uit- echte muzikant. Met wijze inzich- gangspunten: 1) Vernam hij een ten en opflakkerende emoties. Met ..roepstem"? 2) Of dreef hem velerlei aanleg. Er is hier niets te zijn afschuwelijke hekel aan dé beredeneren, alleen: te constateren, lagere school? i liever hef i roep van vioolbouwer te kiezen. Doch de enige list die Jan be- Theater Ambigu Parijs enkele minuten voor negen uur. Druppelsgewijs lopen de laatste bezoekers binnen, een enkeling koopt nog snel een programma, dat door anderen reeds ernstig bestudeerd word,t, hier en daar knispelt nog het papier van een laatste snoepje, de spanning vlak voor het optreden van een beroemd man wordt voel baar. Want allen zijn ge komen voor die ene man, de ongekroonde koning van de pantomime, Marcel Marceau, die nu reeds sinds 1947 de hele wereld afreist als grootste verte genwoordiger vreemde kunst, de pan tomime. en zijn 'n Impressie uit Parijs Modèrn, zegt Felderhof, alleen het ontstellend gen om melodie te schrijven. Ik genoot die avond het voor- Een kunst die bij Marceau, hun volop kans hun kunnen te recht Felderhof aan de piano te ™ast e® volmaakte techniek, tonen. De meest dominerende on- zien en enkele fragmenten uit berust °P een grote gevoeligheid, der hen is ongetwijfeld Gilles iragmenten uit die doet denken aan een Charlie Segal, de enige die Marceau ver opera te noren. Het Chaplin in zijn beginjaren. Hij gezelt als deze zonder zijn groep jjeeft diezelfde liefde voor de op tournee gaat. Een groot ge- mensen, hij bekijkt ze vol hu- deelte voor de pauze vult hij al- humor die nooit leen, o.a. in een geestig num- er ,,De Douche". Van de vrou- openingskoor der soldaten, dansen. En ook hier liet de lo gica mij in de steek. Want Fel derhof noemde zich bescheiden- wrang wordt of ten koste lijk „gematigd" modern. Maar iemand anders gaat, hij hij blijkt in feite ultra-modern. Hoe gewaagd is deze muziek! Want hier schrijft een heden daags componist opnieuw.... me lodie. Melodie, niet geknutseld, maar gedicht. Felderhof schrijft zonder' techniek!zolang techniek nog niet beheerst kan alleen maar komisch, zweeft door zijn blijheid een vleugje melancholie, zijn humor is mild en maakt blij, misschien is dit wel de grootsheid van zijn levende muziek. men, die als mannequin-pop in een nummer van Gilles Segal een staaltje van perfecte techniek te Het ontroerendste nummer was voor ons wel Marceau als „Le fabricant des masques", waarin hij een masker-maker verbeeldt CARL LANS. Johan Fabricius JAN FELDERHOF gelegenheid zijn geweest zijn op treden bij te wonen, zullen zich Johan Fabricius, de romancier dit ongetwijfeld nog herinneren, en wereldreiziger, is 24 augustus 60 jaar geworden. Uitgeverij Leo- Bip pold te Den Haag heeft dit feit aangegrepen een boekje over hem BEROEMD is het door hem ge- te doen verschijnen, geschreven Tï'~ vertoont Marce zijn geledingen, de lachende, de blije. Is daar onderscheid tussen, zult u misschien vragen, maar er zijn heel wat lachende mensen „.J.. die toch echt niet blij zijn. Dan bracht sindsdien, de protserige, de bedroefde^kort- bezoeken'aan vele landen van de om' de n~ 1u~ wereld, o.a. in 1952 en 1957 ook da_Sell)_ks land. Diegenen die andere formidabele Frans man, Jean-Louis Barrault. In 1947 stichtte Marceau zijn gezelschap, zoals wij hem zelf ons heen aantref- i och, hoevelen zuüen zich ogenblikje niet herkennen in van Marceau's maskers? JET gedeelte r r-poppen- door de Haagse literator-p speler Rico Bulthuis. Het is pocket van 94 pagina's geworden, waarin Rico Bulthuis de figuur i Fabricius meesterlijk tekent. het Concertgebouw. Muziek 15 blaasinstrumenten naast Jj.. t komische opera (Serenade in Het levensverhaal" van de geboren serveert. Nu TN 1934 bezorgde Dresden hem de St. Jansnacht, die twee radio- verteller gaat voor de lezer leven gisch, dan w Uitgaande van het laatste stran- a een paar koren. Want ook voor uitvoeringen heeft beleefd). hü den we op diverse klippen: Om dirigeren had hij aanleg. (Van •D creëerde mannetje Bip, in zijn laatste programma „Paris qui rit - Paris qui pleu- a de pauze bestaat verhaal, ongeveer als volgt: Een glazenwasser vindt op een dag een portefeuille die toebehoort aan een directeur van een grote Parijse krant. De man is eerlijk, brengt de portefeuille terug, doch krijgt slechts als be loning een aanstelling als kran- MARCEL MARCEAU clochard koopt hij van zijn eerst- kijkje in de tenslotte op zijn 20e jaar het con- Beinum zag in hem eens zijn op- servatorium te bereiken heeft Fel- volger)Hij werd leraar aan het derhof de ene schoolse brijberg na Amsterdams Conservatorium en de andere moeten dóór-eten. En directeur van de Muziekschool te toen hij ten slotte kwam w.ar Bussum. Felderhof wilde nl. „van hij wilde (1927), begon het op- alles doen" want variatie is een nieuw: harmonieleer, analyse, van zijn grondtrekken, vormleer., droog als wérk! En het ging best, 20 jaar lang. Terugvallend op de eerste hypothese (de roepstem dus) kunnen we zeggen: De ,t geroepene" neemt die school wel op de koop toe. Maar, waarom werd Felderhof dan juist in die saaie schoolse vakken ten slotte leraar? En is dit nog? En., doelgericht? Sem Dres den schudde het hoofd toen de Vliegvuur, een echte opera V, dianten trokken voorbij", wiens „De dans om de galg" of wiens .T™Tr - - ..De scheepsjongens van Bonte- ijongste NCRV-opdracht, waar- koe" hij bewonderde en vele ma- op hij zich met een onberede- jen herlas. Maar Rico Bulthuis neerde ijver heeft geworpen. Im- heeft niet een oppervlakkig ver niers, zijn verstand zegt: muziek haal geschreven, hij heeft de mens i _n _.„i kunstenaar getekend, hij Fabricius' „w. - - is Bip een de auteur, wiens tijgertemmer denk in ons land veelvuldig film over Marceau dan weer een arme straatmuzikant, zoals in dit laatste programma. Maar nooit is Bip alleen zoals Marceau hem ob- CIUL.liaiu KOOpi knnrifJh Hp verdiende geld er komisch, de nacht droomt hi]- de 10o.000 ge- te hebben. Wanneer hij n Ho r>nlr wunuen ie neoDen. wanneer nij ,e „v; wakker wordt realiseert hij zich an weer dat hi^ voor hiï ging slaPen het lot aan zijn vriend gegeven heeft, hij gaat naar hem op zoek, vindt hem eindelijk, juist bezig met het ontving een opdracht van N.C.R.V. aan de operamu ziek, die alles uit drukt behalve zich zelf, heeft hij z'n hart verpand. „In het vlieg vuur" zal deze werk aangegeven. Het geheel is voorzien van enkele exclusieve fo to's, die de aantrekkelijkheid van dit boekje nog verhogen. Alle le zers van Fabricius' romans moe ten dit kleinood bezitten. S?zee„Mvï„CT S' JrÜSJi? krant^angekomen^bHjkt misschien juist door het gebaar 4at. Wr?!- alleen en het volledig ontbreken ï?®1 programma zegt dan „He- van het gesproken woord, naar laas' het „bleek slechts een voren te halen. Daarom spraken droom wij van melancholie, want voor Marceau is een straatmuzikant 'onder de loupe DE dichterlijke produktie is groot. Het vermenigvuldigen gaat zo hij de achtergronden v; preekt dan droomd, oud-studiegenoot moedelijk heten. Omstreeks eind n Willem v. Otterloo, Bertus 1960 komt zij klaar. Felderhof zelf Lier, Cor de Groot, George geraakte al in vuur, toen Ab Renesse, is bijna zedelijk jonge Felderhof hem halverwege plicht „carrière" te maken, voorstelde om van de viool naar brak al zijn bruggen achter zich de piano over te gaan. (Onder af en liet zich, tegen zijn intuïtie schudden hier te verstaan: een in, tot directeur van het Toon- krachtig Neen). „Wat wil je nu kunst Conservatorium te Rotter- misleiding en corruptie, eigenlijk gaan doen?" vroeg Sem dam benoemen. Maar: „Gefrun- wordt geslingerd tussen Dresden hem tenslotte. Het was nik met papier" werd het voor zets-man en een geheir 1933 en Felderhof had inmiddels 3 muziekscholen. Maatschappe- Intrige, opstand, buitenlandse be- ook reeds zijn compositiediploma lijk zat er dan muziek in de zak (want hij componeer- de muzikant de al zeer vroeg). Zijn antwoord: diep ongelukkig. Eijk met dit libretto kwam aandra- maken. Hij gen. Geen wonder: Een leraar aan i kaderschool in een totalitai- staat komt tot de overtuiging het Toon- dat zijn carrière is gebouwd op Hij heeft Elii Cervantes deze mens graag van het ,,hoè' „waarom"! hij verplaatst zich diens wereld, tot hij zover is zijn tech- geheime agent. Cervantes' „i^ervantes dat hij, gepaard nisch meesterschap, tot als „De straatmuzikant" meer als Marcel Marceau. Pantomimekunst is een zeer daff In de serie Curiosa Typografia tere kunst, omdat het woord ont- het Drukkerij Trio te Den Haag breekt. Dat is nogal duidelijk, er u opmerken. Maar wanneer een acteur niet voldoet, kan het - boekje gepubliceerd onder de titel gesproke„ woord veel goedma. <-?- X-... (14 blz.). Het gaat ken, de pantomimespeler heeft Felderhof w :en berg gaan zitten compo neren, het „gedoetje" de wereld insturen en er nooit weer naar omkijken." Ha, uegt U, een pose! Maar alweer mis! Zijn gehele leven en houding bevestigt dit. Nooit bijv. heeft hij moeite gedaan zijn werk aan de man te brengen. Een vrij gevochten mens dus, die alleen slotte, kan schrijven wat hemzelf zint? -r- Walth 1956 geeft hij het op. En de 50-jarige componist ver neemt dan dat hij „overal maar sociale verzekeringsnormen zijn plotseling belangrijk. Ten et de morele steun van Boer die voor de alleen langstelling, mislukkingeen over de schrijver van Don Qui- keihard gegeven uit onze tijd. chotte, de Spanjaard Saavedra Y--.ËÏ?8 -? AlitS!; 2r.t8.!Sj& Cervantes (1547—1616). Of beter jjjen nog: over de plaats waar het ver buitenkansje voor Felderhof. haal van Don Quichotte zich af- Want: ..Een geschiedenis van speelt. Het is een heel mooi ge- dat met graagte door iedereen gele- daarvoor is fronteren, om er ons met onze neus op te duwen, we kunnen er om lachen en om huilen, maar d"a'Ueïnve"bTr«n oneemerk. leren w« er ook leen in het Nederlands uitdrukt, maar ook in het Frans, Spaans, gemakkelijk, men behoeft niet Engels of Papiamento, meer, als vroeger, te beschikken Voor mij ligt nummer 4 van de over een moeizaam verworven derde jaargang met werk van vaardigheid met maten en rijmen Florette Morand (geb. 1926), in en zo blijft de recensent altijd ten het Frans geschreven (zij komt Een simpel verhaal, als u het achter bij wat op zijn tafel is ge- van Guadeloupe), maar hier afge- leest, we hebben allemaal wel !egd. Daarbij komt dat en dat dfukt in de vertalingen van Da- is al tientallen jaren zo goede niel de Graaf); van Bernado As- verzen vele malen worden her- hetu (geb. 1929) in het Neder- drukt. Vaak staan ze b.v. eerst lands; van Mette Beaujon, reeds in een tijdschrift. Dan komen ze bekend uit een vorige jaargang en in een bundeltje terecht. Van tijd die nu komt met een serie En- tot tijd geeft de dichter een dik- gelse verzen, geschreven in Grie- ker bundeltje uit, waarin soms kenland en van Frans de Vries ook oude verzen een plaats vin- elke den. Dan komen bloemlezingen dat is artiest wseassjs onfatsoenlijk bet hoofd iets in die richting ge- aar dat is het nu juist, kunst is juist voor al lemaal, de dingen die hij ons laat zien zijn niet vreemd voor ons, ze liggen niet zo onwezenlijk Marceau laat de Niet capaciteiten ten Het hele ;,gedoe,je". Maar is dat wel modern? zen zal worden. innerlijke intentie. Misschien dat er daarom zo weinigen zijn die de- lachen en huilen, hij bezit daar ze kunst bedrijven. meesterschap van als geen ander. Zulke mensen zijn dunge- zaaid, laten wij daarom hopen jy/J"ARCEAU wordt omgeven door dat bij spoedig terug komt kenland (mr. F. P. de Vries, geb. 1911, BAlgemeen secretaris van de allerlei aard en incidenteel Nederlandse Antillen). Brunilda het afdrukken van zo'n vers in een Vizoso, geb. 1925 in de Domini- of ander blad, fatsoenlijk met kaanse Republiek, gehuwd met bronvermelding, of onfatsoenlijk bet hoofd van de Voorlichtings- dienst op Aruba, draagt drie Spaanse' prozagedichten bij en de verzameling wordt besloten met „De Gaucho" van Cola Debrot (een herdruk). Al deze poëzie is gevoelig en weemoedig en voor een goed deel bepaald door het schrijnende bewustzijn Medewerkers Men kan hiermee vrede hebben, omdat deze handelwijze met de spijsvertering kan worden vergele ken, of met het dribbelen van mannequins in telkens andere com- binaties voor een telkens ander mighty menace and "the madness of belonging to another race": de ™et ambivalente gevoelens van de ge- tijd, dat het groep talentvolle i gewijde medewerkers, en hij geèft land! DOLF DE VRIES. Glad ernaast. ..Ik werk bijna uit- gelaten musicus partij trekt, sluitend in opdracht tegenwoordig. werft hij een aanstelling aan een Dan ben ik op m'n best" (Een iyceum te Haarlem. Nieuwe klap "En voor ik het spoor helemaal the\ *e,"t: de componist vio- bijster raak zegt hij nog even- ,ist. theoreticus, is op technische tjes: „Maar stel eens dat m'n op- gronden onbevoegd om school- dracht voor mijn opera „Het meisjes het liittelste abc der mu- Vliegvuur" toch nog in het water ziek bij te brengen Hij moest J^EHALVE dat Koning vallen, dan zou ik die toch alsnog het dipIoma-Schoolmuziek Frederik de Grote behalen. En Felderhof heeft het Pruisen graag op VIA NAAU> «N PLAAI publiek. Het is nooit gemakkelijk, altijd mogelijk en zelden noodza kelijk aan poëziebundels vele woorden te wijden. En zo zijn er op de tafel van uw recensent en kele bundels blijven liggen, die dan bij dezen worden aangekon digd, vergezeld slechts van een enkel woord van commentaar. De Antilliaanse Cahiers (uitg. De Bezige Bij, Amsterdam) kleurde r overheersende blanke 1 prematie in beginsel bedreigd ziet. Vuur en vlam der titel Vuur Vlam i Eric Terfuyn verzorgde bloemle. Beeldende poëzie gedaan. „Want het scheelde me overingen uittrok, speelde 15 pet. korting op mijn honora- hij ook bijzonder graag rium", zegt hij nuchter. de Wiener Sym- fluit. Als kroonprins had hij les gekregen van Johann Joachim bouworkest) Quantz, de vermaardste fluitspeler van zijn tijd, die het instrument Pbo^k^ Geen Steen in zijn weide ook wist te verbeteren en een fluitmethode schreef. Na zijn troon- bestijging verbond Frederik de Grote deze Quantz aan zijn hof als „kamermusicus" en hofcomponist met een voor die dagen heel denftauaaenTe stijf is ^efchre^em sloot echter de echte liefde niet uit, want het is een heel gelukkig Stelde NegSfa) Me'nkanTbeïêitenis ven G<-~* WOr'?t dat -het ""^chouM vooral zien in de ontwikkeling eigenlijk uitsluitend of overwe'gend creatief _inc, _-4_ werk, onder redactie van Cola De- g Ult zun dichtwerk doen uit- brot en Henk Dennert. Cola De- geven- zip_ nogal wat verta- brot is een Bonairiaan, die in Ne- 'mgen bij. Poëtisch heeft het werk derland rechten en daarna medicij- weinig waarde: de auteur is een nen studeerde. In 1935 deed hij typisch primair reagerende fi- b^ie..,VerSchijnenMi'n guur' die -schrijft zoals het hem ge- ingegeven wordt" en de distantie PI "6" VYUXUl. Udl liet „uesci. ijiuck moet worden als het eerste, Er wordt een nieuwe serie klei ne gedichtenbundels opgezet. Adri- aan Morriën zoekt de verzen bij- H schoon ware het nu de ïer' een en Eddy Posthuma-de Boer dieping van zijn huidige maakt er foto's bij Onder de ti- oeuvre te mogen afleiden uit de- tel „Beeldende poëzie" geeft L. ze zwarte levensepisoden. Maar Stafleu in Leiden de serie uit. het gaat niet op. Felderhof is Kleine boekjes van slechts 32 pa- geen verbitterd man geworden, gina's. Reeds drie boekjes zijn er Hg is alleen ontrefbaar. Ergens, uit, nl. „Amsterdam", „Neder- bmnen in hem is een ommuur- land" en „Vlaanderen". Bij al de de muziekweide en niemand kan met zorg uitgekozen verzen staan daarbij om er toepasselijke foto's, prachtige fo- go°|en' to's, zoals men dat van Eddy Thans is al het leed Posthuma-de Boer kan verwach- nen. Hij geeft lessen aan de ten. En de keuze der verzen is servatoria in Amsterdam in goede handen bij Adriaan Mor- Utrecht. Bewoont een mooie riën. Het zijn verzen van deze ve villa in Bussum. Dan tijd, ook al zijn er dan Guido Ge- het radioprogramma Muziek jv. zelle, en Boutens, en Paul van Huiselijke Kring. En ten slotte zijn leraar. Quantz Ostayen bij. En het is opvallend zijn compojitieopdrachten. gedicht plotseling Paumgartner (25 cm-plaat 05353 R). werk dat geheel prof. Bernhard de opera, waarbij Gluck voorstond i stijl die Frederik de Grote, hoog salaris. De eerste fluitsolo die Frederik de Grote als Koning speelde werd begeleid op het cembalo door Carl Philip Emanuel naast de Franse rococostijl, heei talent Bach, een zoon van Johann Sebastiaan. lijk belangrijke Antilliaanse werk, dat in deze eeuw verscheen." Hij is de artistieke voorganger van de nieuwere Antilliaanse literatuur, de opera voUedii te typeren, %2 L'<*lveld. toz een vraag, Zijn dramatisch dat de muziek niet overheersend moet zijn. Of hij er altijd in ge- de menselijke karakters in dit opzicht niet de echte dichter tot zijn onmiddellijke ervaringen. Na deze socialist en vrije communist, de ware of vermeende afstammeling van Lodewijk XVII: Louis de Bourbon (geb. 1908), een man dus overtuigd is van konink- steen in Ook deze Bach- zoon was in dienst van Frederik de Grote, maar de stijl van Quantz achtte de vorst boven alles verheven. Zo veel invloed had Quantz, dat de Ko ning zelfs i beef de enige die In zijn muzikale weide dartelt bravo mocht veel meer gaat leven naast het een rijkgeschakeerde fauna: r_„ beeld, het beeld dat inspireerde, telde 50 a 7f composities van de len Zo is het met recht beeldende meest uiteenlopende aard. Bv. poëzie geworden, een serie van een Divertimento voor Koper- veel waarde en prachtig verzorgd kwartet, naast een symfon; uitgegeven. door hemzelf i pen tijdens het spe len van de Koning. Hij deed dat dan heel diplomatiek en wel bij een passage gedirigeerd als de Koning even buiten adem was. Quantz, die leef- de van 1697—1773, schreef zo'n 300 Fluitconcerten voor zijn koninklijke leerling, alsmede tal van solostukken voor fluit. Die wer- De Cubaanse schrijfster Alba slissend moment". Die Italiaanse ken werden dan De Céspedes werd in 1911 gebo ren als dochter van een diplo maat. Door haar huwelijk met een Romeins patriciër werd zij Ita liaanse. Thans woont ze in Rome, waar ze in 1944 titel „Vroeger en later" is wel typerend voor deze roman, waar in de hoofdpersoon Irene te ma ken krijgt met de botsing tussen het verleden en het heden. Het is eigenlijk een soort zelfbekenlen-s- het culturele vensafrekening. In hoevele levans immers komen er niet momenten van schijngeluk, waarin het ver stand niet meer spreekt en waar maandblad „Merfcurio" stichtte. Ze heeft reeds heel veel geschre ven. In ons land werd onder de titel „Jeugd in boeien" een van haar werken vertaald („Nessuno geeft wel heel duidelijk torna indietro", reeds in 20 ta- weer, zonder echter tot len vertaald) door Rein Valkhof? Positie' geluid te komen. uitgevoerd tijdens de talrijke muziek avonden, die Fre derik in zijn pa leis „Sans Souci" te Potsdam gaf. Over die muziekavonden bestaan ef kostelijke verhalen, o.m. van de genoemde Carl Ph. Em. Bach, de clavecinist aan het hof. Deze merkte eens ietwat sarcastisch o,p (hij woonde toen al veilig en wel in Hamburg), dat er twee tempi waren: één die de componist aan gegeven had en één, waarin de koning wenste te spelen. Frederik had namelijk de gewoonte het bij erg graag mocht. Men kan niet bijzonder groot, wel zijn lyrisch ta- zeggen dat het diepgaande muziek lent- ElJ de iy^lcos Gluck ontdekt is. Maar dat was ook niet de be- men, °?,k in het Concert voor fluit doeling: de muziek diende als edel en strijkorkest mG-dur, dat Gluck vermaak en had geen enkele an- sobreef m 1759. De fluit was een dere pretentie. Het was nog de ge- lievelingsinstrument van Gluck en lukkige tijd van muziek zonder., in Z1i" opera's zal men dan ook psychologische inhoudsverklarin- meerdere solotrekjes voor de fluit gen. De vertolking door Hubert boren Het driedelig Concert heeft Barwahser zal ongetwijfeld beter ?en charme en een logisch ver zijn, dan die welke Frederik de 1^ees*jr Grote er wel eens van heeft ge- J geven. Hier is een grote fluitist „aan het woord", die bovenal een grote muzikaliteit heeft. En hét or kest wordt door Paumgartner meesterlijk geleid. Het is spel op hoog niveau, geheel in de stijl van de tijd van Quantz en men waant sfeertekening en melqdieuze bele ving betreft, maar toch is het weer heel anders. De v ,-tolking kan uitnemend ge noemd worden, bijzonder gaaf en -.ikaal gespeeld. Dit is echt zich dan ook in het paleis „Sans vreugdevol musiceren, zowel door Een fluitspeler, een houtsnede in kleur van de 17de-eeuwse West- faalse schilder en houtsnijder Lud- wig Büsinck, welk werk hij in Parijs maakte voor een uitgever. Deze houtsnede past ivel bijzonder in de sfeer van Gluck en Quantz, van wie Philips fluitconcerten op- Souci" te Potsdam. genomen door het Fluitconcert in G-dur van Christoph Willibald von Gluck (1714—1787), gespeeld door dezelfde musici. Wie aan Gluck denkt, denkt wellicht alleen aan zijn opera Orpheus en Euridice". Dat Gluck ook nog bal letten, komische opera's, sonates, symfonieën, solo-concerten (o.m. voor glashar monika, waarop Gluck een waar virtuoos was), verschillende liederen, koorwer ken, enz. schreef, wordt vergeien. Gluck was de zoon van een bos- opzichter in Erasbach en zijn va der wilde een g'Hjk beroep voor de jongen. Dat heef* wel een scha duw op zijn jeugd doen vallen. Gluck liep weg uit het ouderlijke de solist als door het orkest. Dit zelfde werk is door Philips ook uit gegeven op een 45-toerenplaat AE 400074. CORN. BASOSKI Het eigen West-Indische liiken blnedp tp 7ün literatuur, die zich lang niet al- wetenschap (hoe kan het anders?) op een aparte en moeilijk te door gronden wijze lijdt. Zijn bundel Karambool (uitg. Bert' Bakker- Daamen, Den Haag) toont hem opnieuw als een traditioneel, wei nig sterk dichter, die tot breed sprakigheid en retoriek neigt en wezen niets bijzonders te ver- tellen heeft. Tenslotte Geboorte-Stad van Sy- bren Polet, een cyclus, geschre ven in opdracht van het Ministerie van O., K. en W. (uitgegeven bij De Bezige Bij te Amsterdam). Dit werk beweegt zich voortdurend op of over de grens van de kolder, vooral m het zesdelig gedicht „De tective," maar evengoed in „De mocratie," dat zo ernstig aandoet. Het is de sfeer van het absurde, gewekt door het zich zo absurd voordoende leven zelf en daarom niet zonder waardq en betekenis, omdat de vertolking van een le vensgevoel, welk dan ook, kan bij dragen tot het verstaan van zulk een levensgevoel. Een enkel ci taat ter verduidelijking (als proza overgeschreven): „Waar de logika opluchting is en intelligentie een hand, oneindige verlenging van hét lichaam, hulpmiddel van de hulpeloze en mechanische mens, wie hij dan is en waarvandaan; enkelvoudig, elektrisch, wanhopig. bevat veel be- langrijks voor de liefhebbers van huis en verdiende zijn b"ood met de bouwkunst en de daarmee ver- het spelen in kerken en danszalen, wante kunsten. Door aandacht te de beeldhouwkunst rolten en Titus Lee- Het blad is weer prach- mild. Ik ben het hulpmiddel" w- uitgevoerd en zo veelzijdig mo- mijzelf. Want, en dit is niet de da dag gekomen. Het gelijk opgezet, waarbij ook de onbewoonbare wereld van de lucht Trr,rt"'° mededelingen van het Ned. Ar- dit is de bewoonde wereld van de alles wat zin heeft vindt de poëzie. Alleen daar- Architectuur, Postb. 111, Utrecht) is met zijn vijfde nummer goed voor de dag gekomen blad is door Edwin Engels uit Rot- terdam van een uitzonderlijk fraaie chitecten" Genootschap" zijn"opge- poëzie.' lay-out voorzien en bevat veel be- nomen. ziin zii Het Katholiek Bouwblad (C. v. Bylandtlaan 6, Den Haag) bevat en wijlen Anke Servaes. Uitgeverij W. Gaade te Den Haag heeft nu in haar Preciosa- reeks een andere korte roman zen van Alba De Céspedes door Rein heeft Valkhoff laten vertalen, nl. ~~f I"J' Alba De Céspedes kan prachtig moeilijke passages maar wat kal- Later studeerde hij nóg wiskunde besteden aan het gebouw voor het naast het zuiver technische i x-x --' uwe plastics-laboratorium van deelte (van het Technisch Boi Kon. Shell te Delft-Rijswijk en blad) twee zeer interessante het gebouw voor Het Sociale tikelen en wel „Middelheim en de om schrijf ik poëzie. Of anti-poë- zie." Wat men het kolder-element zou kunnen noemen, is hier aan gewend om aan de beperkingen van het redelijk denken te ont snappen, ten einde over de diepe i het i het het waarachtige geluk danig te volgen. nog niet verteld. Toch is deze hofsfeer met haar wit- negatieve te pruiken en hoepelrokken, met Dopo", onder de titel „Be- roman geworden, integendeel. haar strenge etiquette en conven- (solo-fluitist tie. stamt ook het Fluitconcert in werd G-dur van Quantz, dat PHILIPS heeft doen opnemen in d< „Musik für Sie" in een vero. de fluitist Hubert Barwahser enige dochter bet Concertge- koopman. De materiële rijkdom ko Holtrop, d- glaskunst door ij het leven van zwerven moe en vestigde zich in Wenen, de Om zich niet te vervelen trouwde door vertolking hij de 18-jarige Marianne Perg, de de textiel door E. Hoogenboom, Ra™5t,"r rijke de monumentale kimst door Riem- tijd toe) monumentale schilderkunst wirpen) "van Lambert Tegepbosch het woord gekomen en wel toonstelling lumentale schilderkir Hendriks, het gobelin bant C. RIJNSDORP

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1959 | | pagina 18