zijn gezicht verliezen DRIJVENDE TOURINGCARS ZATERDAG 5 SEPTEMBER 1959 STIL GEVECHT IN EEN STIL STADJE EVEN luistert hij aandachtig, dan laat hij plotseling zijn wat ge bogen houding varen, zet een paar grote ogen op en stelt ons laconiek de wedervraag: „Maar wat wilt u dan nog weten? Voorlopig werd de strijd toch al op 11 juni in de gemeenteraad beslist?! Met de kleinst mogelijke meerderheid wel iswaar. Met 4 tegen 3 stemmen. En dat raadsbesluit is nu inderdaad door mijn toedoen tot juni van het volgend jaar geschorst". Vóór ons staat de eerste burger van Veere, jhr. J. F. den Beer Poortugael, een tamelijk lange, slanke gestalte met een blozend en ietwat wijs gerig gezicht, die al veertien jaar dat eeuwenoude vestingstadje ten noorden van Middelburg aan zijn hart drukt, en dit, alvorens met pensioen te gaan, nóg enkele jaren hoopt te doen, omdat hij nu eenmaal gegrepen werd door de staaltjes van ongekend stedeschoon, welke de historie hier achterliet. „Over Veere wil ik u straks al les vertellen", zo gaat hij dan ook verder. „Maar over die an dere kwestie, neen, schrijft u daar thans maar niets over. Er is om die markt al rumoer ge noeg geweest. De provinciale pers heeft er maandenlang vol van ge staan. Laten we maar rustig af wachten. Ik heb goede moed. Want Monumentenzorg en de mo- numentenraad staan pal achter me. Ook op het ministerie vond ik altijd veel begrip voor het geen hier op het spel staat. Ja zelfs de A.N.W.B., die toch heus wel ijvert voor e-">de verkeers- toestanden, was het met me eens, dat Veere daarvoor zijn gezicht, in casu het ellipsvormige plant soen bij ons wereldvermaarde raadhuis beslist niet hoeft te Nadat de heer Den Beer onze nieuwsgierigheid aldus eerder heeft geprikkeld dan afgeremd, moet hij zich een uurtje veront schuldigen. We werden namelijk niet bij hem aangediend in zijn werkkamer, maar in „het Mu seum", waar hij de talrijke toe risten met gloed en verve over het verleden van zijn stad ver haalt, omdat zijn dochter, die er conservatrice is, evengoed recht op vakantie heeft. Schotsche Huyzen Dat uurtje is echter ras voor bij. Ook wij willen immers gaar ne kennisnemen van hetgeen de zgn. „Schotsche Huyzen" in zich bergen: originele beelden, die in vroeger tijden het stadhuis sier den; prachtige kasten, vervaardigd uit wel 22 edele houtsoortep en met ivoor ingelegd; een zeldzaam mooie porselein-collectie; en no,g zo heel veel meer dat reeds aan het minste kunstgevoel appelleert. Maar ook onder het Museum, waar zich een eenvoudige raads- kelder bevindt, en erachter, waar men in de gulle zorr.eizon op een simpel maar door zijn ouderdom indrukwekkend terrasje een fris se dronk kan savoureren, is het goed toeven. Een daèr maken we dan, voor de tweede keer op één middag, kennis met Veeres bur gemeester, die nu wei bereid blijkt de kwestie voor ons uit de doeken te doen. Kennelijk is hij het thans toch met ons eens, dat Veere niet slechts Walche ren, en zelfs niet slechts Zeeland, maar het hele land raakt als er ingrijpende 'veranderingen in de lucht hangen. „Dat raadsbesluit", zo zegt hij, „werd genomen op advies van de Stichting Veere. Doch ook deze stichting, waarvan ik overigens zelf deel uitmaak, verliest geheel uit het oog, dat de situatie op de markt tegenwoordig een heel andere is dan vroeger. Vroeger stond heA-daar vol met juweeltjes van get* Iwd Dat was in de tijd, dat de Joeren en boerinnen in hun prachtige klederdrachten per huifkar hier zaken kwamen doen. Goed parkeren De meeste huizen raakten echter in verval, werden vervangen door lelijke bouwwerken en zó kwam men later op het denkbeeld, er een groot plantsoen aan te leggen met bomen, die die afschuwelijke gevels konden camoufleren. Dat was heel goed gezien. Maar nu zijn er weer mensen opgestaan, die menen, dat al die bomen, het gazon en de ligusterheg plaats moeten maken voor de auto's. Hetgeen tevens zou bétekenen, dat ook bijv. die uitheemse vleu- geles, die „op" de heg staat, ge rooid moet worden. Zoiets is waanzin. En nu moet u niet den ken, dat ik geen oog heb voor de eisen van deze tijd, met z'n zich steeds sterker ont wikkelend vreem delingenverkeer. Integendeel, doch behoudens enkele knelpunten, waar het plantsoen dan iets kon worden in genomen. behoeft ér uit verkeers technisch oogpunt niets gewijzigd te worden. Mits er maar goed gepar keerd wordt. Als men daaraan de hand houdt kun nen er, ook al staan er voertuigen langs het trottoir, nog gemak kelijk grote touringcars langs. Het plantsoen toch ligt in de lengte van de markt, waardoor we aan weerskanten éénrichting- verkeer konden invoeren. Welnu, wat wil men dan nog meer? Na tuurlijk ben ik niet tegen verbe teringen en voel ik er alles voor, op plaatsen, waar de heg door de auto's beschadigd werd, voor nieuwe aanplanting te laten zorgen wat meer binnenwaarts. En te vens de lelijke afrastering door een mooiere te vervangen. Ver der wil ik echter niet gaan. Al die jaren dat ik hier burgemees ter ben heb ik er hardnekkig naar gestreefd, wat even mogelijk is te behouden. Daartoe voel ik me in een gemeente als Veere zedelijk verplicht. Dus geen „lang, dun en lekker", zoals bepaalde lieden dat hier wensen. Deze lie den willen alle groen radicaal wegvegen, dan in het middèn van de markt een smal', iets boven straatniveau uitstekend wandel pad aanleggen met een waaier vormig plaveisel „nog méér kinderhoofdjes!" riep wethouder Kasse spottend uit in de raad én op dat wandelpad twee rijen uiteraard jonge boompjes planten, waar al die lelijke gevels brutaal doorheen kijken. Hoe is het mogelijk, hoe is het mogelijk! Als compensatie werd dan ook nog aan het plaatsen van een oude pomp gedacht. Dat men evenwel, na hét verwezenlijken van deze plannen, nog veel har dér zou gaan rijden en rossen, omdat de rijweg rondom het plantsoen vanzelfsprekend een stuk breder zou worden, wenst men blijkbaar maar op de koop Groot gewicht Ziezo, burgemeester Den Beer heeft z'n hart nu toch gelucht. En hij voegt er aan toe: „Zoals u ziet is het slechts een heel een voudige aangelegenheid, maar voor Veere een zaak van groot gewicht, 't Beste is maar, dat er een hele nieuwe heg komt en dat dan ook alles prima onderhouden wordt. Want daar mankeerde *ot dusver wel het een en ander Dan verzinkt hij een ogenblik in gedachten gedachten die wel licht afdwalen naar Den Haag. waar hij gelukkig invloedrijke vrienden heeft, die tevens .vrien den zijn van Veere. Maar hij ver volgt even later het gesprek over andere vrienden, verspreid over het hele land en verenigd in de stichting „Vrienden van Veere". Vier jaar geleden was het de Leidse advocaat Hugenholtz die er de stoot toe gaf. Ze telt nu al 120 leden en de burgemeester is er ere-voorzitter van. „Eenmaal pér jaar 'houden we hier een congres", gaat hij ver der. „Dan wordt er een actueel onderwerp besproken en meestal ook een onderwerp op cultureel gebied. Staatssecretaris dr. v. d. Berge en de bekende literator dr. P. H. Ritter jr. zijn zelfs be stuursleden. En tot dè gewone le den raison van 10 per jaar één heel grote, die werden afge dankt en nu enkele meters van ons vandaan tegen een oude muur van de „Schotsche Huyzen" staan te verweren. „Kijk, die verande ring was nu een verbetering, want voorheen waren niet alle klokken in orde en waren ze ook te gering in aantal om er liede ren op te kunnen spelen". „Dat stadhuis is toch wel de grootste trekpleister?" merken we veronderstellend op. „Toch niet", antwoordt de heer Den Beer. „Bijna alle toeristen komen hier eerst naar het bin nenvallen van de vissersvloot kij ken, bestaande uit 32 schepen. Die varen het hele jaar door iede re ochtend om half 4 uit 's win ters wat later en keren 's mid dags weer in de haven terug. Hoofdzakelijk met garnalen, maar ook met platvis. En soms houden de vissers een sardijn-campagne. Dat heb ik een enkele keer mee gemaakt. Want meestal komt er geen sardijn in de Roompot en het Westgat, op de plaatsen tussen Noord-Beveland en Schouwen waar men doorgaans pleegt te Intussen klingelen boven onze hoofden allerlei lieflijke melodieën uit het 36 klokken tellende caril lon van het stadhuis. „Dat caril lon is ten dele nog gloednieuw", vertelt de burgemeester vetder, „d.w.z. van na de laatste wereld oorlog". En hij wijst ons op een vijftal oude klokken, waaronder Op de kade We behoeven maar enkele tien tallen meters te lopen, om met een de drukte op de kade gade te kunnen slaan, drukte zowel van de vissers als van de toeristen, „Dat gaat hier allemaal erg vlot", licht de burgemeester na der toe. „De garnalen, die nu worden aangevoerd, zijn aan boord al gekookt. Dadelijk gaan ze naar de gemeentelijke vismijn, om verkócht te worden en dan transporteert men ze met grote vrachtauto's via Vlissingen, en het veer op Breskéns, naar België én Frankrijk. Zodoende zijn ze mor genochtend om 6 uur al in Parijs... Maar ja, het Deltaplan! U weet het: er komt een dijk ten wes ten van Veere, die Walcheren met Noord-Beveland zal verbin den. En een tweede, veel meer oostelijk, die Noord-Beveland met „Waarom nu geen sluis in die dam van Walcheren naar Noord- Bèveland?", vragen de vissers nog telkens weer. Dan konden ze Veere als thuishaven houden. Maar waterstaat zegt dat het niet anders kan. En dus kijken wij als gemeentebestuur maar vooruit. Veere kan, dank zij dat gewel dige bassin tussen die twee dam men dat groter wordt dan de Loosdrechtse de Kager en de Westeinderplassen bij elkaar een geweldige toekomst tegemoet gaan. Het wordt dan immers de enige stad aan het Veerse Meer, dat een watersportgebied van 22 km lengte kan worden. Als er in dit meer dan nog wat eilandjes worden aangelegd, met restau rantjes e.d. krijgen we hier een unieke zeilgelegenheid voor de kleine man. De stichting „Vrien den van Veere" wil in dezen ook van advies dienen. Het mag hier nooit een hela-hola-boel worden, maar een rustig recreatieoord, waar de overbevolkte randstad Holland wat op adem kan komen. Voorlopig echter blijven nog de historische gebouwen de charme In de eerste plaats de Grote Kerk, die, althans wat het klein ste gedeelte betreft uit 1389 da teert. In 1479 werd ze kolossaal uitgebouwd. Napoleon maakte in die ontzettende ruimte in 1811 een hospitaal voor zijn zieke soldaten. Hij liet er vier etages in bouwen, maar de paarden sliepen. op de grond. Was het dus een won der. dat er 1100 soldaten stier ven?! Ook de fraaie glas-in-lood- ramen sneuvelden onder zijn ver antwoordelijkheid. Tegenwoordig is dat „bakbeest" van een kerk eigendom van de staat. De rijks gebouwendienst onderhoudt het. Doch de Herv. Kerk heeft slechts het kleinste en oudste deel in ge bruik. Wat zal men ook, met een inwonertal van een goede duizend Waterput- Tegenover die Grote Kerk be vindt zich een waterput met een koepelachtige bovenbouw, zgn. Tu- dorstijl. Die put diende als ver zamelplaats van het hemelwater dat op de kerk viel en kan 200.000 liter bevatten. Ze werd ge bouwd ten tijde van Max. van Bourgondië, teneinde de vele Schotse kooplieden, die in Veere woonden, het goede water te ver schaffen voor het spoelen van hun wol. Uit die tijd dateren ook de „Schotsche Huyzen". Er zijn er nu nog maar twee, t.w. „Het Lammetje" en „In den Struys", die nu het reeds genoemde mu seum vormen. Ja, die Schotten hadden heel wat in Veere te ver tellen. Niet alleen bewoonden ze de mooiste huizen, doch ze be schikten ook nog over zodanige privileges, dat een Hollands schip aan een Schots schip voorrang moest geven, wanneer het de ha ven van Veere binnen wilde. Nog een ander monumentaal gebouw in Veere is de Kamp veersetoren, nu ingericht als ca fé-restaurant. Veere had vroeger twee vestingtorens om de haven te beheersen: één aan het Zui- derhoofd en één aan het Noorder- hoofd. De laatste stortte in 1630 na een geweldige stortvloed in zee. Toen de mensen 's ochtends ontwaakten was er niets meer van die toren te zien Op deze manier causeert bur gemeester Den Beer maar door over Veere, dat aanvankelijk niet meer was dan wat schorren en slikken. Een zekere Wolphert van Borselen kreeg die schorren in bruikleen van Floris V en maak te er een bruikbare plaat van, d.w.z. geschikt om te bewonen. En op 21 oktober 1555 werd Vee re, bij laatste besluit van Karei V in Brussel, een marquisaat. Hij benoemde een zijner generaals, Maximiliaan van Bourgondië toen nl. tot marquis. Deze werd Heer van Veere. In 1581 kwam het marquisaat Veere in handen van Willem de Zwijger en nadien is het altijd in handen van de Oran jes gebleven. Een der vele „enz." „enz." die de Koningin achter haar naam pleegt te schrijven is dan ook „Marquizinne van Veere (en Vlissingen)." Interessant niet? Maar wat nu zo naar is: Ter wijl de eerste bewoners van dit. aloude Veere vissers waren', zijn het straks juist de vissers, die hun biezen moeten pakken. „Dat vind ik heel erg Eelle en (E^ammenga TWEE SPECIALISTEN IN Nc OG ZIJN ER VELEN, die volop van hun zomer- can tie genieten, nog zwermen duizenden met alle mogelijke vervoermiddelen uit; en zolang dit het geval is staan ze op het Damrak ook in de rij voor het maken van een rondvaart door de schilderachtige grachten van het aloude. Amsterdam. Het is waarlijk niet alleen „de gewone man", die zich zelf en de zijnen aldus voor een betrekkelijk klein bedrag een uur of ivat plezier ivil verschaffen. Want ook vorsten en andere staatshoofden, filmsterren en nog rijkere miljonairs, nemen bij een bezoek aan de hoofdstad vaak nog gaarne een tochtje met zo'/i drijvende touringcar in hun soms al overladen programma op. Waar komen al die fraaie boten vandaan, waarvan Amsterdam er nu reeds een vijftig rijk is, verdeeld over een tiental exploitantenZe werden haast allemaal ge bouwd door twee „selfmade men", de gebrs. Jelle (51) en Philip (53) Cammenga, tot voor kort gevestigd in Zaandam, maar sedert enige iveken op Veerdijk 30 te Wormer (post Wormerveerwaar ze wat meer ruimte hebben gekregen en nog wat beter zijn geoutilleerd, om aan de nog steeds stijgende vraag naar deze exclusieve vaartuigen te kunnen blijven voldoen. Denk namelijk niet, dat het nog alleen maar Amsterdammers zijn, die hier de nodige opdrachten verstrekken. Daarvoor heeft de bekendheid met, en de bewondering voor de Neder landse rondvaartboot reeds een te grote vlucht genomen. Zo'n vlucht zelfs, dat er op het ogenblik al varen tussen Cuba en Haïti. Doch ze varen ook in Zuid- Afrika, op de Seine in Parijs, in Stockholm en Straatsburg, in Rou- aan. Manchester en Dinant. Ter wijl het er naar uitziet dat deze rij al lang niet meer volledig is, wanneer de lezer deze regels on der de ogen krijgt. 't Begon met kano's zo bij, om gaan bou wen?" vroegen we Jelle, met wie we het eerst kennis maakten. Hij krabde zich eens even op de al vrij goed zichtbare schedel en vertelde, dat het met Kano's en roeiboten begonnen was. Dat is nu 28 a 30 jaar geleden. Sa men met Philip had hij met dat kleine goed al spoedig succes. De kanosport nam zienderogen toe en naar roeiboten bestaat doorlopend vraag. Totdat er een inschrijving werd opengesteld voor twee rond vaartboten voor Amsterdam. Er waren 22 gegadigden, doch het aanbod der gebrs. Cammenga was van dien aard, dat zij met de order gingen strijken. Kort na de bevrijding konden ze de eerste af leveren, waarvan al direct oen druk gebruik werd gemaakt, om dat er noch trams noch treinen reden. En zo kon het gebeuren dat men die eerste boot van Jel le en Philip, met nog enkele oude boten die Amsterdam al bezat, tussen de hoofdstad en Hilversum zag varen om de talrijke foren zen een vervoersmogelijkheid te bieden. Na die eerste twee boten volg den er al gauw nieuwe bestellin gen alweer uit Amsterdam, daar die oude boten naar andere streken van ons land verhuisden en de belangstelling voor rond vaarten door de hoofdstedelijke grachten ieder jaar groter werd. Mede daarom gingen de Carn- menga's ook steeds grotere boten bouwen. Waren ze aanvankelijk berekend voor 75 personen, latei construeerde men vaartuigen met tegenwoordig is 1 boten voor 110 passa giers toe, terwijl ook de inrich ting gelijke tred houdt met de ont wikkeling van de tijd. „Wat kost nu zo'n boot?" vra gen we Jelle. En hij beantwoordt onze vraag met de wedervraag, of hij er voor ons ook eentje zal bouwen. Dan laat hij erop vol gen: „Tussen de 70 a 80.000. Dan Is ze 18,5 meter lang, uitge rust met een dieselmotor van 100 toe, „maar er valt ook veel geld mee te verdienen. En ze gaan, daar ze ge heel van staal zijn, een mensenleeftijd mee. Er zijn er al die dertig jaar oud zijn de oudste in den lande maar wanneer wij er hier dan een nieuwe bovenbouw op zetten kunnen ze er nog heel wat jaartjes tegen." Wat de export betreft, die heeft, gelijk reeds opgemerkt, naar al heel wat landen plaats. En al die landen stellen weer hun specifieke eisen. Zwitser land bijvoorbeeld, waar de bo ten dienst doen op diepe me ren, verlangde voor de veilig heid van de passagiers, dat iedere zitplaats een reddings middel bezit. Daarom bouwt men de boten nu zo, dat elke zitting kan worden losgerukt en één persoon drijvende kan hou den. Dat kon men bereiken door de zittingen van schuim- plastic inplaats van uit schuim rubber te vervaardigen. Boven dien moeten, om gevaren bij botsingen tegen te gaan, de ve le ramen uit perspexglas wor den samengesteld. En er wordt een achteruitgang voorgeschre ven. Maar dat is allemaal geen bezwaar. Men kan de rond vaartboten krijgen zoals men ze hebben wil. Ze varen in Amsterdam, maar ook in Parijs, Stockholm en Haiti Een stukje Damrak, tvaar men de rondvaartboten maar voor het uitzoeken heeft. Tien exploitan ten op het gebied van rond vaarten door de Amsterdamse grachten beschikken tezamen over vjjftig van deze boten. En man is, terwijl Jelle hoofdzakelijk zorgt voor het binnenkomen van de opdrachten. Soms komen die zo maar uit de lucht vallen, soms ook ontvangt men brieven uit verre landen met het verzoek of men eens een proefvaart met zo'n boot kan ko men maken. En dat kan altijd. En soms gaat Jelle zelf de gren,: bestellingen machtig te „Hoeveel boten kunt pqr jaar?" „Een stuk of zes", zegt Jelle, „althans met de mensen, die we momenteel aan het werk hebben. Doch zonodig is ook in dit opzicht steeds uitbreiding mogelijk." Het is wel niet steeds eenvoudig om het goede personeel te krij gen, doch bij de gebrs. Cammen ga is het prettig werken en wan neer men dit eenmaal weet in de Zaanstreek is het personeels vraagstuk geen probleem meer. „Nu bouwen we behalve die rondvaartboten 46 tot dusver er ook nogal eens wat tussen door", vervolgt Jelle droogjes v-eg. „We bouwen nl. tevens jachten, zowe. voor het binnen- als buitenland. Onlangs leverden we er nog een aan een reder in Hilversum. Een prachtig schip van 22 meter Kosten: 200.000. Maar in zulke scheepjes staan dan ook motoren van 200 a 300 pk. Krediet geven is er niet meer bij. De opdrachtgevers en dat geldt dan met name voor de bui tenlanders die rondvaartboten be: stellen betalen bij het tekenen van het contract 1/3 van de prijs en daarna de rest "in- 4 termij nen. Als het beslist nodig is zien Jelle en Philip wel kans zo'n boot in 2 maanden te bouwen. Doch daar er meestal tevens aan ande re orders wordt gewerkt bedraagt de gemiddelde bouwtijd 3 a 4 maanden. „We zullen echter met onze prijzen naar beneden moeten", zegt Jelle ten slotte. „Dat is de laatste tijd nu eenmaal de ten dens. En als je daarmee geen re kening houdt gaan je klanten, hoe gespecialiseerd je ook bent, je deur voorbij."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1959 | | pagina 13