De trein
van 22.10
stopt niet
*EEN HANDVOL PAS VERSCHENEN BOEKENI
Het avontuur op
de grienddijk
ZATERDAG 29 AUGUSTUS 1959
minium iiiiinii milium iiiniin iniiinii iiiiini
'illinium minnr nmnnii miimi mnnn innnni innmn
milium minim minim imnnn iiniinii Jiiiinir innimi
is van maken" zei m'n
één teug naar binnen,
in van iemand die het
„Het is allemaal onzin, wat die schrijvers ei
vriend Hans, sloeg het laatste restje uit zijn gl.
zoog vuur in een nieuwe sigaret en nam het
weten kan.
Ik gromde wat, waarop hij met overtuiging voortging: „Je bent het niet
met me eens? Heb je dat laatste boek van Pat Cornwell gelezen? Dat hele
verhaal hangt van louter toevalligheden aan elkaar en heeft niks met de
werkelijkheid te maken. Ik begrijp wel, dat ze dat moeten doen, want
anders vindt niemand er wat aan, maar
„Je praat onzin" zei ik driftiger dan
ik bedoelde. Het leven zelf is soms heel
wat verrassenderen dikwijls véél meer
toevallig dan je denkt. Heb je zelf wel
eens wat geschreven?"
Hans vroeg, wat dat er nu mee te
maken had. „Moet je zelf geschreven
hebben om de gekke verhalen van een
ander te waarderen?"
„Nee, dat niet", repliceerde ik, „maar
je gaat wel begrijpen, dat een ware ge
beurtenis in de omlijsting van een ver
haal altijd een grotere zwartwit werking
krijgt, en dat moet ook, anders behoef je
je verhaaltje niet te vertellen."
„Je doet warempel of je zelf
schrijft".
„Ik heb het eenmaal onder de druk
van de omstandigheden geprobeerd-
Een verhaal vol toevalligheden en
toch, ik had ze niet verzonnen. Alles
is waar gebeurd en dat kan ik je be
wijzen ook."
„Daar ben ik dan nieuwsgierig
naar", zei Hans, „vertel op".
„Goed", zei ik, „dat zul je beleven."
Ik. liep naar de boekenkast en haalde er
een oud exemplaar van de geïllustreerde
„Vrouwenwereld" uit. „Heb je in een
vrouwenblaadje geschreven?" vroeg Hans
smalend. Een opmerking die ik negeerde
door te zeggen: „Luister nou eerst en
oordeel dan." Alleen ben ik niet verant
woordelijk voor alle romantiek die er
omheen geweven is, want dat verhaal
van mij is duchtig bewerkt door een an
der. Ik zeg dit maar vast om je laat
dunkende critiek te voorkomen. Wacht,
hier heb ik het: „De trein van 22.10 stopt
niet". Mooie titel hè? Die is iheus hele
maal van mij, maar dat moest wel zo,
anders had ik geen succes gehad... dat
zul je allemaal achteraf wel begrijpen.
Nou hier komt het dan:
DIE avond regende het.
In de weerschijn van de avondstad,
stond het stationsgebouw als een silhouet
tegen een vaalrode hemel. In de plassen
sprongen de neonkleuren felrood en gifgroen
in de regenkringen uiteen
Dat is natuurlijk allemaal van die
schrijversnonsens. Ik heb die avond waar
achtig geen lichtjes in plassen uiteen
zien springen. Ik weet alleen dat het
pijpestelen regende en dat ik de péin
had dat ik zo laat was. Maar goed:
Ik haastte me, want ik had nog acht mi
nuten voor m'n trein. Mijn hoofd gebogen
tegen de dichte, fijne regen had -k maar
een kleine gezichtskring. Maar plotseling
stapten precies langs de rand daarvan twee
slanke benen. Lichte schoentjes met hoge
hakjes dansten veerlicht voor me uit en
ontweken soms met kleine sprongetjes de
plassen. Dit spel had iets fascinerends voor
me en ik hield de haastige stapjes bij.
Eerst onder een booglamp zag ik de
slanke gestalte geheel, de kleir
fer, de blauwe regenjas en ee
kapje, waaronder ik een eve
zichtje fantaseerde
Ik veronderstelde een treinreizigster in
tijdnood en ik kreeg gelijk, want bijna ge
lijktijdig stapten we de stationshal binnen.
Het meisje snelde naar het loket en ik
talmdemaar de secondewijzer op de
grote halklok versprong dreigend en terwijl
ik mijn abonnement weer in mijn zak wor
stelde stormde ik de' trappen op naar het
perron. De trein stond op het punt van
vertrekken en daarom nam ik de dichtst
bijzijnde wagondeur en bleef toen staan.
Ergens had «ik een flauwe hoop. dat ik het
blauwe regenkapje uit het trapgat zou zien
opstijgen, maar die werd snel teniet ge-
3aan toen de conducteur de deuren voor
miin neus dichtschoof.
Een weinig gedesillusioneerd zocht ik een
plaats in de bijna lege wagon en koos met
opzet de perronkant met gezicht op de
trap. Het werd bepaald spannend.. Niet
voor deze trein bedacht ik en betrapte me
er zelf op dat ik het jammer vond en te
gelijk dwaas, want wat haalde ik in m'n
hoofd, een meisje dat ik nog nooit eerder
had gezien en langs de rand van mijn be
staan was geglipt, zonder dat zij ook maar
enig idee van mijn bestaan had en toch.
Ik telde nog een halve minuutIk
hoorde het fliiitje en tegelijk de jagende
voetstap van het meisje met de grijze
koffer. Ik wilde naar de deur vliegen, maar
de conducteur had hét gevaar al gezien.
Hij hielp haar snel naar binnen. Tegelijk
begon het perron in lichtflitsen langs me
heen te- glijden. Een paar seconden later
was de coupéruit zwart enweerspie
gelde een meisje in een blauwe regenjas.
Ik bleef in de ruit staren. Zo kon je lek
ker net doen of je niet de minste belang
stelling had en toch elke beweging in de
gaten houden. De jas gleed uit. het kapje
ging af en de verrassing was g-oter dan
mijn fantasie. Even later streek het meis
je recht tegenover mij neer. Blond was
ze. mooie heldere ogen had ze. een
blanke gave hals met een colliertje van ro
se pareltjes. Terwijl zij een sigaret opstak
zag ik dat ze slanke handen hadzon
der ring. Zij haalde een tijdschrift uit haar
koffer en keek niet meer op. Ik scheen
werkelijk niet voor haar te bestaan. Voor
zichtig keek ik over de rand van miin boek
naar haar slanke benen m<*t de elegante
lichte schoentjeskortom alles be
viel me aan haar. Ik pijnigde mijn her
sens hoe ik in gesprek met haar kon ko
men, want zij gaf er geen enkele aanlei
ding toe. Een praatje over de regen, die
vinnige strepen
onbenullig, dat ik er
Ik liet prompt mijn boek vallen om haar
aandacht te trekken. Ik zei „Pardon
en bukte me. maar het had geen ander
gevolg, dan dat het meisje zonder op te
kijken haar voeten verschoof. Wat ik toen
allemaal verder gedacht en gefantaseerd
heb weet ik niet precies meer, ik weet al
leen nog goed. dat de conducteur wat le
ven in de brouwerij kwam brengen. Hij
controleerde haar kaartje en keek haar
toen plotseling onderzoekend aan. Toen zei
hij: ..Het spijt me, dame. maar u zit in
de verkeerde trein."
Het blonde kopje ging opeens schokkend
omhoog en ik zag twee heel mooie ver
baasde ogen. „Hoezo?", vroeg het meisje.
„Wel, de trein van 22.10 stopt niet in
Birk. U had 21.40 of 22.40 moeten hebben,
maar Jeze trein gaat door naar Hoogveld.
Dat is heel naar voor u, want u hebt geen
verbinding meer var avond."
Er kwam iets van hevige teleurstelling
op het gezichtje en het meisje zëi: „Maar
ik moet er zijn vanavond."
„Dan zult u een taxi moeten nemen aan
het station want het is een goede vijftien
kilometer lopen en met dat weerKijk
vervolgde de conducteur, „daar gaan we."
Op dat ogenblik schoot de trein pijlsnel
langs station Birk. De wielen lieten even
een veranderde cadans horen, rammelden
over een paar wisselsen voort wieg
de de trein de duisternis in.
„Wat moet ik nou?" vroeg het meisje
totaal verslagen en keek hulpeloos van de
conducteur naar mij en op datzelfde ogen
blik had ik voor haar aan de noodrem
willen hangen, als die conducteur er niet
Onzin natuurlijk, dat is in m'n ach
terhoofd zelfs niet opgekomenhé,
luister je nog, of zal ik maar stoppen
„Ga door. kerel", zei Hans. „Ga door,
ik wil nou wel weten wat er gaat ge-
bzuren." „Goed dan" vervolgde ik.
teur. „Er vertrekt juist een stoptrein
Birk aan de anaere kant van het perron
waar wij aankomen en nu gebeurt het wel
eens dat wij wat vroeg en hij wat laat is
en dan zou u misschien een half minuutje
hebben om even over te lopenwie
weet, misschien hebt u geluk vanavond,
maar rekent u er niet te vast op, want
meestal is de trein juist vertrokken als wij
binnenkomenik zal zien wat ik voor
..O. alstublieft" zei het meisje op zo'n
dankbare toon. dat we beiden in dé lach
schoten. Waarop de conducteur nog eens
nadrukkelijk zei: „Ik beloof niets hoor,
want dat kan ik niet doen."
Toen de man weg was, merkte ik op,
dat ze het had getroffen met deze jonge,
charmante conducteur en zij beaamde dat
volkomen. Toen vroeg ze hoe lang de trein
er nog over zou doen. Ik keek op mijn
polshorloge en zei- „Precies nog zever, m:-
'sn. Moet u beslist vanavond nog in Birk
"{"ie
vachten da;
ei het meis
op
nee. Leida?bah. Lotte?Hmmm,
LeontineOch, wat voor ,,L" dan
ook, ik had het contactpunt in m'n handen.
Door dit aanstekertje zou ik haar terug
zien, daar was ik zeker van. Maar in de
dagen die volgden raakte die zekerheid aar
dig aan het wankelen, want per slot wist
ik geen naam. geen adres niets wist ik.
Een advertentie in de krant had ik al
lang verworpen als ondoelmatig. Juist toen
de neiging sterk in me werd het maar op
te geven, kwam onverwachts de lip. Ik
stond op een avond wat verveeld voor de
perronkiosk op mijn trein te wachten, toen
ik opeens het plaatje herkende dat op het
tijdschrift, stond waarin het meisje had zit
ten lezen. Een krankzinnig plan kwam in
•me op. In dat blad zou ik het verhaal van
onze ontmoeting en van de zilveren aan
steker in de trein schrijven en dat zou ze
lezenHet was daarom een krank
zinnig plan omdat ik het op school nooit
verder gebracht had dan een drie voor m'n
opstellen, hoe zou ik ooit een sappig ver
haaltje kunnen schrijven? Maar ik deed
het en avonden lang heb ik er op ge
zwoegd. een hele doos postpapier vernie
tigd, nachten niet geslapenmaar het
verhaal kwam op de redactie van „Vrou
wenwereld". De titel: „De trein van 22.10
stopt niet" was goed. daar was ik van
overtuigd, maar of de rest te accepteren
viel, daar was ik lang niet zeker van en
achteraf gezien niet ten onrechte, want
drie weken daarna ontving ik het in
dank terug „ongeschikt voor „Vrouwen
wereld". Maar daar had ik diep in mijn
hart al op gerekend. De volgende dag
zat ik bij de uitgever van het blad
en daar heb ik mijn verhaal verteld
en dat ging beter dan schrijven en
gelukkig toonde die man begrip.
Ik zei: „Ik wil er niets voor hebben, maar
laat u er een goed verhaal van maken voor
uw blad met handhaving van de titel en ik
zal u dankbaar zijn. Allicht wil ze haar
aansteker ierug hebben. Daarom stel ik als
voorwaarde, dat de schrijver het laat ein
digen zoals ik het heb gedaan: „en die
jongeman reist nog alle dagen met de trein
van 18.40 op en neer in de hoop het meisje
nog eens te ontmoeten, want deze trein
stopt in Birk en hij draagt de zilveren aan
steker bij zichtotnogtoe tevergeefs.
maar wie weet.
Kortom, twee weken later liep dit ver
haal in „Vrouwenwereld": „De trein van
22.10 stopt niet
„Nou en waar blijf je nou met je
theorie?"
,J\tet m'n theorie, wat bedoel je?"
..Zeg, voor we verder 'gaan, moet je
nog een borrel?"
„Natuurlijk zeg, graag, die heb ik nou
riog wel nodig dacht ik."
„Wacht dan even." Ik ging naar de
kamerdeur en riep naar de keuken-
„Lotte!Lotte'., waarom zit je toch
zolang in de keuken? Hans wil nog eon
borrel, kom je?" Ik kreeg een vrolijke
joel terug en toen ik me omdraaide naar
Hans, gaf die zich lachend een harde klap
op knie: „Verhip... ik, grote sufferd...
Lotte!!"
„Nou?" zei ik. ,JJou... waar blijf je
met je theorie?"
r de ruit trok, leek me
om deze tijd g
„Jawel, maar ze gaan haast nooit met
een trein, bijna altijd met de auto."
„Oh dan is het ook zo erg niet", zei ik
om alle zorgen weg te wuiven. „Ze zitten
warm en droog of rijden misschien even
naa>- huis heen en weer
„Dat is veel te ver. dat doen ze beslist
niet;,s.t.aan er taxi's aan het station?"
„Altijd." verzekerde ik. hoewel ik er nog
nooit op had gelet. „Maar bent u niet bang
alleen, vijftien kilometer met zulk slecht
we"- en een donkere weg."
Het meisje schudde haar blonde kopje
en verzekerde van niet. al bekende ze.
dat ze toch wel liever met de trein reisde.
me40Pjbejlippeji haar mijn gezel-
-- JBI; sloegen de
i de trein aan.
„Oh." zei het meisje, „ik had al klaar
moeten staan, de trein remt al." Snel
schoot ze in haar reeenjas en gooide haar
handtasje met het tijdschrift in de koffer
en voordat de trein stil stond was ze bij
de deur, waar de conducteur haar reeds
omvachtte met een bemoedigend: „U
bent vast voor het geluk geboren.Kijk.
daar staat de trein nog. Gauw maar..."
En het ging ook gauw. Ik was meegelopen
naar de uitgang van de wagen en ik zag
haar rennen met haar k'eine koffer
de trein inschieten De deuren gingen
dichten floep.. weg was ze
als een mooie zeepbel uit m'n leven weg-
gespat. Een beetle mistroostig keerde >k
naar mijn plaats terug met het gevoel als
of ik nog nooit van m'n leven zo eenzaam
was geweest en of ik nou al tegen mezelf
zei. dat ik dwaas sentimenteel was, het
hielo niet. Ik stopte mijn boek weg en
staarde wat voor mij uiten toen op
eens zag ik heteen klein glinsterend
puntje tussen de zitting en de rugleuning
od de plaats waar het meisje had gezeten.
g-eeo er naar en ontdekte, dat het de
kleine aansteker was. waarmede het me's-
^na-even haar =i<»aret had aangestoken
Het was een mooi bemerkt, dierlijk voor
werp en naar ik veronderstelde van zilver.
Aan de ene kant stond een sierletter ,.L".
Ik fantaseerde er verliefd op los: Lcni?...
Klein Te Deum, Thema con
Variazone, geschreven door D.
.4. Wulte-van Maasdijk. Uitga
ve J. H. Kok N.V., Kampen.
De klauw van de luipaarden,
En De rode assegaai, door S. M.
i\ d. Galiën. Uitgave Jan Haan
K.V.. Groningen.
Olie, Sheiks en Cadillacs, door
Hakon Mielche. Uitgave Ad M.
C. Stok, Forum Boekerij, Den
Een leeuwerikenzang is
aanhef van dit boek, hetwelk ni
anders wil zijn dan
:ang.
Giessen-
buitengewoon veel genoe'
ie. be- Olie: vloeibare rijkdom, gecon-
hebben centreerde macht! Zegen er
•loek der beschaving... Kan
poëzie |el£ens gen gelezen. Zij mag gerekend zich nog een samenleving voorstel- Stelt w
Commentaar op het Oude Tes
tament. Het boek Numerl, eerste
deel, door dr. W. H. Gispen. Uit
gave N.V. J. H. Kok, Kampen.
Exegese van een bijbelboek als
ook Numeri ir min of meer een spe-
ialisatie in de exegese als geheel.
dooreenvloeien,
het thema terugkeert met
kleine veelbetekenende wisselin
gen. die diep doordacht moeten
worden, wil men het gelezene
verstaan. Het is een vrolijke lof
psalm door de tranen heen, niet gevoegd.
is ernst, die niet
den tot de geschikte en span
nende jongenslectuur. Er waren
reeds twee boeken (Jacht op de
jeep en Op het spoor van het
zwarte ivoor) verschenen. Daar-
deze twee delen toe-
arin men Gert en zijn
vader, die per jeep een tocht door
Jezus Christus. Er Afrika maken, verder kan volgen.
Ook nu volgen de spannende be
levenissen van 'dit Dordtse twee
tal elkaar in snel tempo op. Zij de strijd"
zonder olie
kunnen er zeker
het kille pokerspel c
werelds deling die de behandeling
Nu-
ïrnst is,
maar de ernst van God. Want zo
lang wij ernst maken met ons
zelf, kunnen wij niet ernst ma
ken met de Heiland. Het is
vreugde over Gods geheim, dat
niet bewaard kan blijven, als wij
het niet mededelen, in tegenstel
ling tot een menselijk geheim.
levenssap" ook in de komende ja- meri toevertrouwde
ren nog menige politieke troef zal Gispen. Wie kennis i
worden 'Uitgespeeld.
In dit nieuwe boek van de be-
kendp Deense wereldreiziger Ha-
kon Mielche bezoeken we de olie-
landen van het Midden Oosten. Het schappelijk verzorgde uitlegging
i dr. W. H.
wijze waarop hij deze niet ge
makkelijk stof verwerkte zal dit
met dank voor wat deze weten
naderen het einddoel
reis. Kaapstad,
en zoon daar aankomen maken
nog heel wat
maakt kennis met de geheime ge-
zij nog omgang hebben met de oefenen, en met de rode assegaai.
spel met reusachtige kapitalen
le strijd om het „vloeibare goud"
•oltrekken zich tegen een decor,
vader dat herinneringen wekt aan de oer-
cen ze oude Arabische sprookjes van de
veetal Duizend-en-een-Nacht. We slente
ren met de schrijver, een briljant
causeur, door de kleurrijke straat
jes van de bazaar, waar het leven
nog voortgaat als in vroegere
i. al worden naast kleurrijke
Hondse Habbekratsen, door
Jan van Rheenen. Uitgave An-
dries Blitz. Laren (N.H.).
In enkele onopgesmukte verha-
Gods kinderen bbj- Gert verdwijnt ook nog op ge- tapijten en geciseleerde wapens ien tekent de schrij'
i jong, omdat zij omgang heb- heimzinnige wijze, doch
t de Vader.
wederwaardigheden komt toch al- fietsen e
vele thans ook stralend verchroomde
:a-cola verkocht.
Dit is geen boek. dat onmiddel
lijk doorgelezen moet worden,
maar voor de dagelijkse omgang,
omdat het wil zingen van Gods overleden
verborgen omgang, die aanleiding
moet zijn tot een vreugdelied.
terug. Zij hebben bericht gekre
gen, dat hun moeder en vrouw
daarom besluiten
:uw leven te beginnen in e<
vaderland.
i zijn vader Het boek verklaart ook.
Dordrecht de dagen van de kameel
de
spreekwoordelijke soberheid van
de Arabier geteld zijn en hoe Alad
din op 't ogenblik een eigen Cadil-
lac bestuurt, rij 't naar een nog Pentekeningen zijn
onbekende toekomst.
wat al te veel vaart de aard en
het leven van een tiental honden
rassen en de bijzondere eigen
schappen van deze dieren die de
mens ten goede komen. De fijne
Du-
DOOR MEEUW VAN ROTTERDAM
(Vervolg van vorige week)
Dat hij, Peter, nu op weg was naar de dokter wist va
der niet. Hij zou het vast niet nodig vinden.
Pats, pats., deden zijn voetstappen door de glinsterende
plassen.
Lekker, als je zulke fijne laarzen aan had.
Opeens bleef hij weer staan.
Nu zag hij duidelijk, dat daar beneden tussen het riet
iets bewoog. Maar wét het was, kon hij niet zien.
Huu„„ wat griezelig.
Zou hij maar meteen hard voorbij rennen, of... of zou
hij stilletjes aan de andere kant van de dijk voorbij slui-
Plots schoof de kop van een roeiboot 'naar voren en
sprong er iemand aan wal.
Verschrikt bleef hij staan.
Wat zou hij nu graag terugrennen de donkere dijk uit
naar huis, naar vader, naar moeder en Liesje. Maar
vader was ziek en moeder jachtte.
In hevige angst balde hij zijn vuisten.
Wat ging die kerel nu doen? Kwam hij hierheen of
legde hij alleen de boot maar vast.
Met ingehouden adem wachtte Peter af.
Toen opeens klonk een stem: „Zeg, wat mot dat daar?
Maak dat je wegkomt rakker!"
Peter kon wel gillen van schrik.
Oh... wat moest hij nu doen?
In ziijn angst rende hij de andere kant van de dijk af
naar beneden. Teruggaan wilde hij niet. Kón hij ook niet.
Niet omkijken maar en hard doorlopen, zo hard als hij
maar kon. Verderop klauterde hij weer naar boven.
Pas toén durfde hij heel eventjes omzien.'Nog juist kon
hij zien, hoe de kerel zich haastig uit de voeten'maakte.
Vreemd... Wat zou zo'n kerel hier alléén Ln een roei
boot op de donkere rivier moeten doen? Straks moest hij
weer dezelfde weg terug naar huis. Zou die vent hier dan
nóg rondzwerven? Zou hij hem opwachten misschien? Als
hij zich maar niet verstopt had tussen het riet.
Steeds dichter naderde hij de lichtjes van het dorp. En
maakte zijn vreemde angstige
de wind gierde
geluiden.
Gelukkig, daar
al de eerste huizen. Hij voelde
Bij de bakkerswinkel begon hij 'wat lang:
pen. Ergens boven de donkere daken sloeg de torenklok
Volaenrle w.
Hallo allemaal jongens en meisjes,
Het was me deze week weer een grote stapel brieven die de
postbode me bracht. Nu de scholen weer begonnen zijn denken
ook veel neven en nichten er meer aan weer regelmatig te
schrijven. Met dat mooie weer van de laatste tijd zou je het ook
wel eens vergetenMaar nu heb ik niets te klagen hoor.
Dan nog wal. Velen schrijven alleen maar een oplossing, zonder
een briefje erbij. Ik kan jullie dan natuurlijk niet antwoorden in
de krant. Dus schrijven jullie voortaan gerust een briefje met'
bijzonderheden over jezelf, over de school, over de clubs, even
tuele vragen enz. Dan krijgen jullie antwoord in de brievenbus.
En dan zijn jullie natuur
lijk weer erg benieuwd wie
de prijzen deze week ge
wonnen zullen hebben. Daar
komen de namen: Marga
de Kooter. hoofdprijs, Riet
je Nuyt, Tineke Luyk, Le-
nie en Peter Hebly, troost
prijzen. De oplossing van
de kruiswoordpuzzel was:
boom, boer, mand. rond,
ljark, huis, kerk, stok, peer,
poot, raam, trom.
En dan nu de antwoorden
op de brieven van H-N.
Marjorie van Halem is nog
fijn een middag naar Duin-
rell geweest. En is de mid
dag naar het strand ook
nog doorgegaan? Tine
ke Hanswijk schreef zeker
voor de eerste maal?
Gerrit van Houwellngen zit
al weer op school. Is 't
moeilijk in de vijfde Ger
rit? Henny van Houwe
llngen is pas jarig geweest.
Hangen de schilderijtjes al
Henny? Schrijf je me nog
eens wat je gekregen hebt
van de visite? Joke v. d.
Heuvel stuurde een aardig
gedichtje als oplossing.
Jij hebt dus een heerlijke
vakantie achter de rug Ha-
ro Hylkema. Zijn jullie met
z'n allen zo lang wegge
weest? Elly Hol schreef
ook weer een gezellige
brief. Je mag insturen om
dé drie weken EUy. Twee
zusjes vragen mij heel be
leefd of ze ook lid mogen
worden van ons jeugdhoek-
je. Natuurlijk, hoe meer
zielen hoe meer vreugd
In deze puzzel zitten verschillende fouten. De
bedoeling is dat jullie de fouten opschrijven. Op
lossingen insturen voor dinsdag 1 september.
Janek, de vluchteling
21. Natuurlijk mag Talu dat laten zien. Hij heeft immers het
slot van de brandkast gemaakt. Alsjeblieft, de sleutel werkt
Maar vraagt Janek, wat gebeurt er nu als je die sleutel
verloren hebt? O. dat geeft niets zegt Talu. Daar heb ik ook
wat op gevonden Hij doet de brandkast eerst weer keurig op
slot. steekt de sleutel in zijn zak en... tilt het deurtje van
De bel luidt.
Stemmen, jongens, zegt Susie en ze stuiven allemaal na;
een van de lokalen van de school.
Zal ik hier op jullie wachten? vraagt Janek.
Ja. we komen zo. Het duurt maar even.
Janek blijft achter. Hij kijkt eens naar de brandkast. Twei
honderd gulden. Als hij naar Polen wil, heeft hij genoeg aan.
22. In de klas is de vergadering begonnen. Janek kan in de
speelkamer de onderwijzer horen praten: Jongens en meisjes,
vandaag kiezen we dus weer een nieuwe president en een
nieuwe penningmeester. Schrijven jullie de namen van de jon
gens en meisjes, die je in het bestuur wilt hebben, maar op
het papiertje, dat voor je ligt. Nu stemmen ze allemaal. Ja
nek luistert, maar hij hoort haast niets meer. Hij loopt eens
wat rond. Vreemd nu
kast. Tweehonderd guldei
nen gaan. Als hij
Opeens kan hij het niet
brandkast, waarvoor je niet i
open. Vlug pakt hij het geld. Nog l
zich heen en dan glipt hij de speelkamer uit, de tuin in.
uithouden. Hij maakt de I
Saartje en Jenny van de
Heuvel. Ineke van Herp
is naar Werkendam ge
weest. Hoe vind je het in
de zesde klas Ineke?
Joyce v. d. Horst is een
nieuwelinge. Tot de volgen
de keer weer. Nee. John
v. d. Heiden, ik ben niet op
de „Rotterdam" geweest,
't Lijkt me wel een prach
tig schip en 'k zou het ook
best eens willen zien.
Philip den Hcijcr is zeker
druk aan 't fietsen op zijn
nieuwe fiets? Ga je nog
vaak zwemmen, ja zeker?
Jopie Hulsman woont pas
in een nieuw huis. Jij hebt
zeker vaak met Emmy ge
wandeld Jopie? Annette
Heldsma heeft een zwart
poesje dat Roetje heet. Leu
ke naam zeg. Mamma is
dus morgen jarig Gertie v.
d. Horst. Heb je een plezie
rige vakantie gehad? Hoe
is het met Peter afgelopen
Nezia v. d. Horst? Heeft
hij geen last meer gehad
van die knoop" Suzc Hor
dijk tekende een prachtige
bloem boven haar brief. Jij
hebt dus toch wel plezier
gehad in de vakantie met de
logees. Marijke Jansen
stuurde een heel leuk ge
dichtje. Als er weer eens
plaats is, komt het vast in
de krant. Maar geduldig
wachten. Ja ik ben pen jaar
of vijf geleden eens in Ma-
durodam geweest, maar ik
geloof dat het nu erg uit
gebreid is. Wijnie de
Jong schreef voor haar en
Corrie samen. Leuk staat
dat als je zo bruin bent hè?
Veel plezier dinsdag hoor.
Janny de Jong is hele
maal in Maastricht geweest
met vakantie. Wat leuk met
die twee kleine nichtjes.
Carla v. d. Kaaden is met
akantie in Voorthuizen en
I Deventer geweest. De op
lossing was niet helemaal
goed Carla. Hugo Kuiper,
ga jij timmeren? Je schreef
dat over triplex. Ben je nog
meer dagen gaan werken
bij de boekhandel? Jo-
han Kolft schreef dat hij 1
september naar een nieuwe
school gaat. Schrijf je me
eens over de opening?
Dus jij bent fijn bij de boer
geweest in de vakantie Jan
Kees van Kleef. Wat aar- I
dig dat je de foto's kreeg I
van het geitje. Anie van I
I Kleef heeft haar moeder
goed geholpen op de laal-
ste vakantiedag. Hoe is 't
weer op school? Wat aar
dig van jou een huis te bou
wen voor mij Jan Kraak.
Tenminste van lego-stenen
dan. Ben je nog meege-
weest met tante Jannié
naar Dordrecht? Riekje
dc Kloet is in Drente en
Friesland geweest. Arjan
de Leeuw van Weenen is
naar Avifauna geweest.
Janny Luytcn is aan 't
zwemmen leren. Gaan jul
lie allemaal in de klas?
EUy van Leeuwen schreef
maar een klein briefje deze
keer. Leo de Leeuw-
schreef dat hij goede be
richten kreeg, toen hij in
het ziekenhuis onderzocht
was. Heerlijk dat je toch
met vakantie bent geweest
Leo. Schrijf je me nog
eens? Heb je al wat ge
hoord van de kleurwedstrijd
Andries van Maastricht?
Hoe is het met je been?
C'onja Meijers jij kon het
stuk stuf zeker goed gebrui
ken toen je naar school
ging. Kun je al rondrijden
met de rolschaatsen? Lia
Mulder stuurde een mooi ge
dichtje. Hennie van Has-
sau is zeker aan 't logeren
bij opa? Schrijf je volgen
de keer weer? Arie Noor-
dergraaf schreef over zijn
kleine zusje Lida. Kleine j
kindertjes krijgen nu een
maal altijd veel kleertjes
Arie. maar die hebben ze I
nodig ook hoor. Janny
Notenboom zal dus nu wel
weer beter zijn? Fijn dat
jullie zo'n gezellige vakan
tie hebt gehad Klement. Ik
moest zo lachen om dat
leuke postpapier. Willie
Nell zit nu in de tweede
klas van de U.L.O.-school.
Jammer dat die ene week
niet door ging, maar enfin,
je hebt toch wel plezier ge
had bij de tantes zeker?
Jongens en meisjes, dit
waren de antwoorden op de
brieven van H-N. Volgende
week zijn de brieven van
O-Z weer aan de beurt. Jul
lie vergeten niet je naam,
adres en leeftijd in je brie
ven te schrijven hè? Tot de
volgende week allemaal
weer hoor, dag,