De trein van 22.10 stopt niet *EEN HANDVOL PAS VERSCHENEN BOEKENI Het avontuur op de grienddijk ZATERDAG 29 AUGUSTUS 1959 minium iiiiinii milium iiiniin iniiinii iiiiini 'illinium minnr nmnnii miimi mnnn innnni innmn milium minim minim imnnn iiniinii Jiiiinir innimi is van maken" zei m'n één teug naar binnen, in van iemand die het „Het is allemaal onzin, wat die schrijvers ei vriend Hans, sloeg het laatste restje uit zijn gl. zoog vuur in een nieuwe sigaret en nam het weten kan. Ik gromde wat, waarop hij met overtuiging voortging: „Je bent het niet met me eens? Heb je dat laatste boek van Pat Cornwell gelezen? Dat hele verhaal hangt van louter toevalligheden aan elkaar en heeft niks met de werkelijkheid te maken. Ik begrijp wel, dat ze dat moeten doen, want anders vindt niemand er wat aan, maar „Je praat onzin" zei ik driftiger dan ik bedoelde. Het leven zelf is soms heel wat verrassenderen dikwijls véél meer toevallig dan je denkt. Heb je zelf wel eens wat geschreven?" Hans vroeg, wat dat er nu mee te maken had. „Moet je zelf geschreven hebben om de gekke verhalen van een ander te waarderen?" „Nee, dat niet", repliceerde ik, „maar je gaat wel begrijpen, dat een ware ge beurtenis in de omlijsting van een ver haal altijd een grotere zwartwit werking krijgt, en dat moet ook, anders behoef je je verhaaltje niet te vertellen." „Je doet warempel of je zelf schrijft". „Ik heb het eenmaal onder de druk van de omstandigheden geprobeerd- Een verhaal vol toevalligheden en toch, ik had ze niet verzonnen. Alles is waar gebeurd en dat kan ik je be wijzen ook." „Daar ben ik dan nieuwsgierig naar", zei Hans, „vertel op". „Goed", zei ik, „dat zul je beleven." Ik. liep naar de boekenkast en haalde er een oud exemplaar van de geïllustreerde „Vrouwenwereld" uit. „Heb je in een vrouwenblaadje geschreven?" vroeg Hans smalend. Een opmerking die ik negeerde door te zeggen: „Luister nou eerst en oordeel dan." Alleen ben ik niet verant woordelijk voor alle romantiek die er omheen geweven is, want dat verhaal van mij is duchtig bewerkt door een an der. Ik zeg dit maar vast om je laat dunkende critiek te voorkomen. Wacht, hier heb ik het: „De trein van 22.10 stopt niet". Mooie titel hè? Die is iheus hele maal van mij, maar dat moest wel zo, anders had ik geen succes gehad... dat zul je allemaal achteraf wel begrijpen. Nou hier komt het dan: DIE avond regende het. In de weerschijn van de avondstad, stond het stationsgebouw als een silhouet tegen een vaalrode hemel. In de plassen sprongen de neonkleuren felrood en gifgroen in de regenkringen uiteen Dat is natuurlijk allemaal van die schrijversnonsens. Ik heb die avond waar achtig geen lichtjes in plassen uiteen zien springen. Ik weet alleen dat het pijpestelen regende en dat ik de péin had dat ik zo laat was. Maar goed: Ik haastte me, want ik had nog acht mi nuten voor m'n trein. Mijn hoofd gebogen tegen de dichte, fijne regen had -k maar een kleine gezichtskring. Maar plotseling stapten precies langs de rand daarvan twee slanke benen. Lichte schoentjes met hoge hakjes dansten veerlicht voor me uit en ontweken soms met kleine sprongetjes de plassen. Dit spel had iets fascinerends voor me en ik hield de haastige stapjes bij. Eerst onder een booglamp zag ik de slanke gestalte geheel, de kleir fer, de blauwe regenjas en ee kapje, waaronder ik een eve zichtje fantaseerde Ik veronderstelde een treinreizigster in tijdnood en ik kreeg gelijk, want bijna ge lijktijdig stapten we de stationshal binnen. Het meisje snelde naar het loket en ik talmdemaar de secondewijzer op de grote halklok versprong dreigend en terwijl ik mijn abonnement weer in mijn zak wor stelde stormde ik de' trappen op naar het perron. De trein stond op het punt van vertrekken en daarom nam ik de dichtst bijzijnde wagondeur en bleef toen staan. Ergens had «ik een flauwe hoop. dat ik het blauwe regenkapje uit het trapgat zou zien opstijgen, maar die werd snel teniet ge- 3aan toen de conducteur de deuren voor miin neus dichtschoof. Een weinig gedesillusioneerd zocht ik een plaats in de bijna lege wagon en koos met opzet de perronkant met gezicht op de trap. Het werd bepaald spannend.. Niet voor deze trein bedacht ik en betrapte me er zelf op dat ik het jammer vond en te gelijk dwaas, want wat haalde ik in m'n hoofd, een meisje dat ik nog nooit eerder had gezien en langs de rand van mijn be staan was geglipt, zonder dat zij ook maar enig idee van mijn bestaan had en toch. Ik telde nog een halve minuutIk hoorde het fliiitje en tegelijk de jagende voetstap van het meisje met de grijze koffer. Ik wilde naar de deur vliegen, maar de conducteur had hét gevaar al gezien. Hij hielp haar snel naar binnen. Tegelijk begon het perron in lichtflitsen langs me heen te- glijden. Een paar seconden later was de coupéruit zwart enweerspie gelde een meisje in een blauwe regenjas. Ik bleef in de ruit staren. Zo kon je lek ker net doen of je niet de minste belang stelling had en toch elke beweging in de gaten houden. De jas gleed uit. het kapje ging af en de verrassing was g-oter dan mijn fantasie. Even later streek het meis je recht tegenover mij neer. Blond was ze. mooie heldere ogen had ze. een blanke gave hals met een colliertje van ro se pareltjes. Terwijl zij een sigaret opstak zag ik dat ze slanke handen hadzon der ring. Zij haalde een tijdschrift uit haar koffer en keek niet meer op. Ik scheen werkelijk niet voor haar te bestaan. Voor zichtig keek ik over de rand van miin boek naar haar slanke benen m<*t de elegante lichte schoentjeskortom alles be viel me aan haar. Ik pijnigde mijn her sens hoe ik in gesprek met haar kon ko men, want zij gaf er geen enkele aanlei ding toe. Een praatje over de regen, die vinnige strepen onbenullig, dat ik er Ik liet prompt mijn boek vallen om haar aandacht te trekken. Ik zei „Pardon en bukte me. maar het had geen ander gevolg, dan dat het meisje zonder op te kijken haar voeten verschoof. Wat ik toen allemaal verder gedacht en gefantaseerd heb weet ik niet precies meer, ik weet al leen nog goed. dat de conducteur wat le ven in de brouwerij kwam brengen. Hij controleerde haar kaartje en keek haar toen plotseling onderzoekend aan. Toen zei hij: ..Het spijt me, dame. maar u zit in de verkeerde trein." Het blonde kopje ging opeens schokkend omhoog en ik zag twee heel mooie ver baasde ogen. „Hoezo?", vroeg het meisje. „Wel, de trein van 22.10 stopt niet in Birk. U had 21.40 of 22.40 moeten hebben, maar Jeze trein gaat door naar Hoogveld. Dat is heel naar voor u, want u hebt geen verbinding meer var avond." Er kwam iets van hevige teleurstelling op het gezichtje en het meisje zëi: „Maar ik moet er zijn vanavond." „Dan zult u een taxi moeten nemen aan het station want het is een goede vijftien kilometer lopen en met dat weerKijk vervolgde de conducteur, „daar gaan we." Op dat ogenblik schoot de trein pijlsnel langs station Birk. De wielen lieten even een veranderde cadans horen, rammelden over een paar wisselsen voort wieg de de trein de duisternis in. „Wat moet ik nou?" vroeg het meisje totaal verslagen en keek hulpeloos van de conducteur naar mij en op datzelfde ogen blik had ik voor haar aan de noodrem willen hangen, als die conducteur er niet Onzin natuurlijk, dat is in m'n ach terhoofd zelfs niet opgekomenhé, luister je nog, of zal ik maar stoppen „Ga door. kerel", zei Hans. „Ga door, ik wil nou wel weten wat er gaat ge- bzuren." „Goed dan" vervolgde ik. teur. „Er vertrekt juist een stoptrein Birk aan de anaere kant van het perron waar wij aankomen en nu gebeurt het wel eens dat wij wat vroeg en hij wat laat is en dan zou u misschien een half minuutje hebben om even over te lopenwie weet, misschien hebt u geluk vanavond, maar rekent u er niet te vast op, want meestal is de trein juist vertrokken als wij binnenkomenik zal zien wat ik voor ..O. alstublieft" zei het meisje op zo'n dankbare toon. dat we beiden in dé lach schoten. Waarop de conducteur nog eens nadrukkelijk zei: „Ik beloof niets hoor, want dat kan ik niet doen." Toen de man weg was, merkte ik op, dat ze het had getroffen met deze jonge, charmante conducteur en zij beaamde dat volkomen. Toen vroeg ze hoe lang de trein er nog over zou doen. Ik keek op mijn polshorloge en zei- „Precies nog zever, m:- 'sn. Moet u beslist vanavond nog in Birk "{"ie vachten da; ei het meis op nee. Leida?bah. Lotte?Hmmm, LeontineOch, wat voor ,,L" dan ook, ik had het contactpunt in m'n handen. Door dit aanstekertje zou ik haar terug zien, daar was ik zeker van. Maar in de dagen die volgden raakte die zekerheid aar dig aan het wankelen, want per slot wist ik geen naam. geen adres niets wist ik. Een advertentie in de krant had ik al lang verworpen als ondoelmatig. Juist toen de neiging sterk in me werd het maar op te geven, kwam onverwachts de lip. Ik stond op een avond wat verveeld voor de perronkiosk op mijn trein te wachten, toen ik opeens het plaatje herkende dat op het tijdschrift, stond waarin het meisje had zit ten lezen. Een krankzinnig plan kwam in •me op. In dat blad zou ik het verhaal van onze ontmoeting en van de zilveren aan steker in de trein schrijven en dat zou ze lezenHet was daarom een krank zinnig plan omdat ik het op school nooit verder gebracht had dan een drie voor m'n opstellen, hoe zou ik ooit een sappig ver haaltje kunnen schrijven? Maar ik deed het en avonden lang heb ik er op ge zwoegd. een hele doos postpapier vernie tigd, nachten niet geslapenmaar het verhaal kwam op de redactie van „Vrou wenwereld". De titel: „De trein van 22.10 stopt niet" was goed. daar was ik van overtuigd, maar of de rest te accepteren viel, daar was ik lang niet zeker van en achteraf gezien niet ten onrechte, want drie weken daarna ontving ik het in dank terug „ongeschikt voor „Vrouwen wereld". Maar daar had ik diep in mijn hart al op gerekend. De volgende dag zat ik bij de uitgever van het blad en daar heb ik mijn verhaal verteld en dat ging beter dan schrijven en gelukkig toonde die man begrip. Ik zei: „Ik wil er niets voor hebben, maar laat u er een goed verhaal van maken voor uw blad met handhaving van de titel en ik zal u dankbaar zijn. Allicht wil ze haar aansteker ierug hebben. Daarom stel ik als voorwaarde, dat de schrijver het laat ein digen zoals ik het heb gedaan: „en die jongeman reist nog alle dagen met de trein van 18.40 op en neer in de hoop het meisje nog eens te ontmoeten, want deze trein stopt in Birk en hij draagt de zilveren aan steker bij zichtotnogtoe tevergeefs. maar wie weet. Kortom, twee weken later liep dit ver haal in „Vrouwenwereld": „De trein van 22.10 stopt niet „Nou en waar blijf je nou met je theorie?" ,J\tet m'n theorie, wat bedoel je?" ..Zeg, voor we verder 'gaan, moet je nog een borrel?" „Natuurlijk zeg, graag, die heb ik nou riog wel nodig dacht ik." „Wacht dan even." Ik ging naar de kamerdeur en riep naar de keuken- „Lotte!Lotte'., waarom zit je toch zolang in de keuken? Hans wil nog eon borrel, kom je?" Ik kreeg een vrolijke joel terug en toen ik me omdraaide naar Hans, gaf die zich lachend een harde klap op knie: „Verhip... ik, grote sufferd... Lotte!!" „Nou?" zei ik. ,JJou... waar blijf je met je theorie?" r de ruit trok, leek me om deze tijd g „Jawel, maar ze gaan haast nooit met een trein, bijna altijd met de auto." „Oh dan is het ook zo erg niet", zei ik om alle zorgen weg te wuiven. „Ze zitten warm en droog of rijden misschien even naa>- huis heen en weer „Dat is veel te ver. dat doen ze beslist niet;,s.t.aan er taxi's aan het station?" „Altijd." verzekerde ik. hoewel ik er nog nooit op had gelet. „Maar bent u niet bang alleen, vijftien kilometer met zulk slecht we"- en een donkere weg." Het meisje schudde haar blonde kopje en verzekerde van niet. al bekende ze. dat ze toch wel liever met de trein reisde. me40Pjbejlippeji haar mijn gezel- -- JBI; sloegen de i de trein aan. „Oh." zei het meisje, „ik had al klaar moeten staan, de trein remt al." Snel schoot ze in haar reeenjas en gooide haar handtasje met het tijdschrift in de koffer en voordat de trein stil stond was ze bij de deur, waar de conducteur haar reeds omvachtte met een bemoedigend: „U bent vast voor het geluk geboren.Kijk. daar staat de trein nog. Gauw maar..." En het ging ook gauw. Ik was meegelopen naar de uitgang van de wagen en ik zag haar rennen met haar k'eine koffer de trein inschieten De deuren gingen dichten floep.. weg was ze als een mooie zeepbel uit m'n leven weg- gespat. Een beetle mistroostig keerde >k naar mijn plaats terug met het gevoel als of ik nog nooit van m'n leven zo eenzaam was geweest en of ik nou al tegen mezelf zei. dat ik dwaas sentimenteel was, het hielo niet. Ik stopte mijn boek weg en staarde wat voor mij uiten toen op eens zag ik heteen klein glinsterend puntje tussen de zitting en de rugleuning od de plaats waar het meisje had gezeten. g-eeo er naar en ontdekte, dat het de kleine aansteker was. waarmede het me's- ^na-even haar =i<»aret had aangestoken Het was een mooi bemerkt, dierlijk voor werp en naar ik veronderstelde van zilver. Aan de ene kant stond een sierletter ,.L". Ik fantaseerde er verliefd op los: Lcni?... Klein Te Deum, Thema con Variazone, geschreven door D. .4. Wulte-van Maasdijk. Uitga ve J. H. Kok N.V., Kampen. De klauw van de luipaarden, En De rode assegaai, door S. M. i\ d. Galiën. Uitgave Jan Haan K.V.. Groningen. Olie, Sheiks en Cadillacs, door Hakon Mielche. Uitgave Ad M. C. Stok, Forum Boekerij, Den Een leeuwerikenzang is aanhef van dit boek, hetwelk ni anders wil zijn dan :ang. Giessen- buitengewoon veel genoe' ie. be- Olie: vloeibare rijkdom, gecon- hebben centreerde macht! Zegen er •loek der beschaving... Kan poëzie |el£ens gen gelezen. Zij mag gerekend zich nog een samenleving voorstel- Stelt w Commentaar op het Oude Tes tament. Het boek Numerl, eerste deel, door dr. W. H. Gispen. Uit gave N.V. J. H. Kok, Kampen. Exegese van een bijbelboek als ook Numeri ir min of meer een spe- ialisatie in de exegese als geheel. dooreenvloeien, het thema terugkeert met kleine veelbetekenende wisselin gen. die diep doordacht moeten worden, wil men het gelezene verstaan. Het is een vrolijke lof psalm door de tranen heen, niet gevoegd. is ernst, die niet den tot de geschikte en span nende jongenslectuur. Er waren reeds twee boeken (Jacht op de jeep en Op het spoor van het zwarte ivoor) verschenen. Daar- deze twee delen toe- arin men Gert en zijn vader, die per jeep een tocht door Jezus Christus. Er Afrika maken, verder kan volgen. Ook nu volgen de spannende be levenissen van 'dit Dordtse twee tal elkaar in snel tempo op. Zij de strijd" zonder olie kunnen er zeker het kille pokerspel c werelds deling die de behandeling Nu- ïrnst is, maar de ernst van God. Want zo lang wij ernst maken met ons zelf, kunnen wij niet ernst ma ken met de Heiland. Het is vreugde over Gods geheim, dat niet bewaard kan blijven, als wij het niet mededelen, in tegenstel ling tot een menselijk geheim. levenssap" ook in de komende ja- meri toevertrouwde ren nog menige politieke troef zal Gispen. Wie kennis i worden 'Uitgespeeld. In dit nieuwe boek van de be- kendp Deense wereldreiziger Ha- kon Mielche bezoeken we de olie- landen van het Midden Oosten. Het schappelijk verzorgde uitlegging i dr. W. H. wijze waarop hij deze niet ge makkelijk stof verwerkte zal dit met dank voor wat deze weten naderen het einddoel reis. Kaapstad, en zoon daar aankomen maken nog heel wat maakt kennis met de geheime ge- zij nog omgang hebben met de oefenen, en met de rode assegaai. spel met reusachtige kapitalen le strijd om het „vloeibare goud" •oltrekken zich tegen een decor, vader dat herinneringen wekt aan de oer- cen ze oude Arabische sprookjes van de veetal Duizend-en-een-Nacht. We slente ren met de schrijver, een briljant causeur, door de kleurrijke straat jes van de bazaar, waar het leven nog voortgaat als in vroegere i. al worden naast kleurrijke Hondse Habbekratsen, door Jan van Rheenen. Uitgave An- dries Blitz. Laren (N.H.). In enkele onopgesmukte verha- Gods kinderen bbj- Gert verdwijnt ook nog op ge- tapijten en geciseleerde wapens ien tekent de schrij' i jong, omdat zij omgang heb- heimzinnige wijze, doch t de Vader. wederwaardigheden komt toch al- fietsen e vele thans ook stralend verchroomde :a-cola verkocht. Dit is geen boek. dat onmiddel lijk doorgelezen moet worden, maar voor de dagelijkse omgang, omdat het wil zingen van Gods overleden verborgen omgang, die aanleiding moet zijn tot een vreugdelied. terug. Zij hebben bericht gekre gen, dat hun moeder en vrouw daarom besluiten :uw leven te beginnen in e< vaderland. i zijn vader Het boek verklaart ook. Dordrecht de dagen van de kameel de spreekwoordelijke soberheid van de Arabier geteld zijn en hoe Alad din op 't ogenblik een eigen Cadil- lac bestuurt, rij 't naar een nog Pentekeningen zijn onbekende toekomst. wat al te veel vaart de aard en het leven van een tiental honden rassen en de bijzondere eigen schappen van deze dieren die de mens ten goede komen. De fijne Du- DOOR MEEUW VAN ROTTERDAM (Vervolg van vorige week) Dat hij, Peter, nu op weg was naar de dokter wist va der niet. Hij zou het vast niet nodig vinden. Pats, pats., deden zijn voetstappen door de glinsterende plassen. Lekker, als je zulke fijne laarzen aan had. Opeens bleef hij weer staan. Nu zag hij duidelijk, dat daar beneden tussen het riet iets bewoog. Maar wét het was, kon hij niet zien. Huu„„ wat griezelig. Zou hij maar meteen hard voorbij rennen, of... of zou hij stilletjes aan de andere kant van de dijk voorbij slui- Plots schoof de kop van een roeiboot 'naar voren en sprong er iemand aan wal. Verschrikt bleef hij staan. Wat zou hij nu graag terugrennen de donkere dijk uit naar huis, naar vader, naar moeder en Liesje. Maar vader was ziek en moeder jachtte. In hevige angst balde hij zijn vuisten. Wat ging die kerel nu doen? Kwam hij hierheen of legde hij alleen de boot maar vast. Met ingehouden adem wachtte Peter af. Toen opeens klonk een stem: „Zeg, wat mot dat daar? Maak dat je wegkomt rakker!" Peter kon wel gillen van schrik. Oh... wat moest hij nu doen? In ziijn angst rende hij de andere kant van de dijk af naar beneden. Teruggaan wilde hij niet. Kón hij ook niet. Niet omkijken maar en hard doorlopen, zo hard als hij maar kon. Verderop klauterde hij weer naar boven. Pas toén durfde hij heel eventjes omzien.'Nog juist kon hij zien, hoe de kerel zich haastig uit de voeten'maakte. Vreemd... Wat zou zo'n kerel hier alléén Ln een roei boot op de donkere rivier moeten doen? Straks moest hij weer dezelfde weg terug naar huis. Zou die vent hier dan nóg rondzwerven? Zou hij hem opwachten misschien? Als hij zich maar niet verstopt had tussen het riet. Steeds dichter naderde hij de lichtjes van het dorp. En maakte zijn vreemde angstige de wind gierde geluiden. Gelukkig, daar al de eerste huizen. Hij voelde Bij de bakkerswinkel begon hij 'wat lang: pen. Ergens boven de donkere daken sloeg de torenklok Volaenrle w. Hallo allemaal jongens en meisjes, Het was me deze week weer een grote stapel brieven die de postbode me bracht. Nu de scholen weer begonnen zijn denken ook veel neven en nichten er meer aan weer regelmatig te schrijven. Met dat mooie weer van de laatste tijd zou je het ook wel eens vergetenMaar nu heb ik niets te klagen hoor. Dan nog wal. Velen schrijven alleen maar een oplossing, zonder een briefje erbij. Ik kan jullie dan natuurlijk niet antwoorden in de krant. Dus schrijven jullie voortaan gerust een briefje met' bijzonderheden over jezelf, over de school, over de clubs, even tuele vragen enz. Dan krijgen jullie antwoord in de brievenbus. En dan zijn jullie natuur lijk weer erg benieuwd wie de prijzen deze week ge wonnen zullen hebben. Daar komen de namen: Marga de Kooter. hoofdprijs, Riet je Nuyt, Tineke Luyk, Le- nie en Peter Hebly, troost prijzen. De oplossing van de kruiswoordpuzzel was: boom, boer, mand. rond, ljark, huis, kerk, stok, peer, poot, raam, trom. En dan nu de antwoorden op de brieven van H-N. Marjorie van Halem is nog fijn een middag naar Duin- rell geweest. En is de mid dag naar het strand ook nog doorgegaan? Tine ke Hanswijk schreef zeker voor de eerste maal? Gerrit van Houwellngen zit al weer op school. Is 't moeilijk in de vijfde Ger rit? Henny van Houwe llngen is pas jarig geweest. Hangen de schilderijtjes al Henny? Schrijf je me nog eens wat je gekregen hebt van de visite? Joke v. d. Heuvel stuurde een aardig gedichtje als oplossing. Jij hebt dus een heerlijke vakantie achter de rug Ha- ro Hylkema. Zijn jullie met z'n allen zo lang wegge weest? Elly Hol schreef ook weer een gezellige brief. Je mag insturen om dé drie weken EUy. Twee zusjes vragen mij heel be leefd of ze ook lid mogen worden van ons jeugdhoek- je. Natuurlijk, hoe meer zielen hoe meer vreugd In deze puzzel zitten verschillende fouten. De bedoeling is dat jullie de fouten opschrijven. Op lossingen insturen voor dinsdag 1 september. Janek, de vluchteling 21. Natuurlijk mag Talu dat laten zien. Hij heeft immers het slot van de brandkast gemaakt. Alsjeblieft, de sleutel werkt Maar vraagt Janek, wat gebeurt er nu als je die sleutel verloren hebt? O. dat geeft niets zegt Talu. Daar heb ik ook wat op gevonden Hij doet de brandkast eerst weer keurig op slot. steekt de sleutel in zijn zak en... tilt het deurtje van De bel luidt. Stemmen, jongens, zegt Susie en ze stuiven allemaal na; een van de lokalen van de school. Zal ik hier op jullie wachten? vraagt Janek. Ja. we komen zo. Het duurt maar even. Janek blijft achter. Hij kijkt eens naar de brandkast. Twei honderd gulden. Als hij naar Polen wil, heeft hij genoeg aan. 22. In de klas is de vergadering begonnen. Janek kan in de speelkamer de onderwijzer horen praten: Jongens en meisjes, vandaag kiezen we dus weer een nieuwe president en een nieuwe penningmeester. Schrijven jullie de namen van de jon gens en meisjes, die je in het bestuur wilt hebben, maar op het papiertje, dat voor je ligt. Nu stemmen ze allemaal. Ja nek luistert, maar hij hoort haast niets meer. Hij loopt eens wat rond. Vreemd nu kast. Tweehonderd guldei nen gaan. Als hij Opeens kan hij het niet brandkast, waarvoor je niet i open. Vlug pakt hij het geld. Nog l zich heen en dan glipt hij de speelkamer uit, de tuin in. uithouden. Hij maakt de I Saartje en Jenny van de Heuvel. Ineke van Herp is naar Werkendam ge weest. Hoe vind je het in de zesde klas Ineke? Joyce v. d. Horst is een nieuwelinge. Tot de volgen de keer weer. Nee. John v. d. Heiden, ik ben niet op de „Rotterdam" geweest, 't Lijkt me wel een prach tig schip en 'k zou het ook best eens willen zien. Philip den Hcijcr is zeker druk aan 't fietsen op zijn nieuwe fiets? Ga je nog vaak zwemmen, ja zeker? Jopie Hulsman woont pas in een nieuw huis. Jij hebt zeker vaak met Emmy ge wandeld Jopie? Annette Heldsma heeft een zwart poesje dat Roetje heet. Leu ke naam zeg. Mamma is dus morgen jarig Gertie v. d. Horst. Heb je een plezie rige vakantie gehad? Hoe is het met Peter afgelopen Nezia v. d. Horst? Heeft hij geen last meer gehad van die knoop" Suzc Hor dijk tekende een prachtige bloem boven haar brief. Jij hebt dus toch wel plezier gehad in de vakantie met de logees. Marijke Jansen stuurde een heel leuk ge dichtje. Als er weer eens plaats is, komt het vast in de krant. Maar geduldig wachten. Ja ik ben pen jaar of vijf geleden eens in Ma- durodam geweest, maar ik geloof dat het nu erg uit gebreid is. Wijnie de Jong schreef voor haar en Corrie samen. Leuk staat dat als je zo bruin bent hè? Veel plezier dinsdag hoor. Janny de Jong is hele maal in Maastricht geweest met vakantie. Wat leuk met die twee kleine nichtjes. Carla v. d. Kaaden is met akantie in Voorthuizen en I Deventer geweest. De op lossing was niet helemaal goed Carla. Hugo Kuiper, ga jij timmeren? Je schreef dat over triplex. Ben je nog meer dagen gaan werken bij de boekhandel? Jo- han Kolft schreef dat hij 1 september naar een nieuwe school gaat. Schrijf je me eens over de opening? Dus jij bent fijn bij de boer geweest in de vakantie Jan Kees van Kleef. Wat aar- I dig dat je de foto's kreeg I van het geitje. Anie van I I Kleef heeft haar moeder goed geholpen op de laal- ste vakantiedag. Hoe is 't weer op school? Wat aar dig van jou een huis te bou wen voor mij Jan Kraak. Tenminste van lego-stenen dan. Ben je nog meege- weest met tante Jannié naar Dordrecht? Riekje dc Kloet is in Drente en Friesland geweest. Arjan de Leeuw van Weenen is naar Avifauna geweest. Janny Luytcn is aan 't zwemmen leren. Gaan jul lie allemaal in de klas? EUy van Leeuwen schreef maar een klein briefje deze keer. Leo de Leeuw- schreef dat hij goede be richten kreeg, toen hij in het ziekenhuis onderzocht was. Heerlijk dat je toch met vakantie bent geweest Leo. Schrijf je me nog eens? Heb je al wat ge hoord van de kleurwedstrijd Andries van Maastricht? Hoe is het met je been? C'onja Meijers jij kon het stuk stuf zeker goed gebrui ken toen je naar school ging. Kun je al rondrijden met de rolschaatsen? Lia Mulder stuurde een mooi ge dichtje. Hennie van Has- sau is zeker aan 't logeren bij opa? Schrijf je volgen de keer weer? Arie Noor- dergraaf schreef over zijn kleine zusje Lida. Kleine j kindertjes krijgen nu een maal altijd veel kleertjes Arie. maar die hebben ze I nodig ook hoor. Janny Notenboom zal dus nu wel weer beter zijn? Fijn dat jullie zo'n gezellige vakan tie hebt gehad Klement. Ik moest zo lachen om dat leuke postpapier. Willie Nell zit nu in de tweede klas van de U.L.O.-school. Jammer dat die ene week niet door ging, maar enfin, je hebt toch wel plezier ge had bij de tantes zeker? Jongens en meisjes, dit waren de antwoorden op de brieven van H-N. Volgende week zijn de brieven van O-Z weer aan de beurt. Jul lie vergeten niet je naam, adres en leeftijd in je brie ven te schrijven hè? Tot de volgende week allemaal weer hoor, dag,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1959 | | pagina 18