1
CHRISTFLIJK
Para-parochiale gemeente
niet aanbevelenswaardig
Predikanten moeten rekening honden
met de kinderen in de kerk
Een woord voor vandaag
Kanttekening
Christelijke politiek geen
beginsel maar taktiek
Ontsnapt
langs Krakatau
Gereformeerde gedachte
over hervormde visie
JN de laatste maanden en jaren
is herhaaldelijk geschreven
over de para-parochiale ge
meente voor pas-bekeerden, die
zich in de kerk eigenlijk niet
thuis voelen omdat hun levens
patroon een zo heel ander
karakter heeft gekregen. De ge
reformeerde predikant ds. W.
.4. Wiersinga gaat in op deze
mogelijkheid in een artikel in
het Centraal Weekblad.
SINDS lang zijn wij het erover
eens, dat het doel van alle
evangelisatie is, onkerkelijke of on
kerkse mensen niet alleen tot
Christus, maar ze ook tot Zijn
kerk te leiden. Zolang wij in deze
arbeid alleen te maken hadden
met van God en Zijn kerk „ver
vreemden", leverde dit nog niet
zoveel moeilijkheden op. Als deze
verloren zonen de roepstem van
Jezus Christus weer hoorden en
gehoor gaven, gevoelden zij zich
in de kerk weer als thuisgekome-
nen. Moeilijker werd het in deze
tijd nu velen volledig als ..vreem
den" tegenover de boodschap van
het evangelie staan en zeker niet
zo maar zonder meer de prediking
der kerk verstaan of in onze gods
dienstoefeningen zich thuis zullen
In de laatste tijd kwam men on
der de indruk van de sterke in
vloed, die allerlei sociologische
factoren op heel het levensbesef
een gedragspatroon van bepaalde
volksgroeperingen hebben. Men
oordeelde, dat deze factoren ook
in de bestaande kerken een grote
rol spelen en dat men een zekere
„burgerlijkheid" aan de meeste
niet kan ontzeggen. Zo kwam de
vraag in discussie of het wel wen
selijk was pas-bekeerden en vaste
contacten uit een bepaald milieu,
met namen uit het zwak-sociale en
uit het meer-intellectuelc. in de be
staande kerkverbanden op te ne
men. Was het niet beter hen een
zogenaamde para-parochiale ge
meente te laten vormen?
Mentaliteit
heeft, omschrijft zo'n para-paro
chiale gemeente als „een gemeen
te. die naast de gevestigde, zelf
standig en op eigen wijze haar ge
loof tot uitdrukking brengt en
een eigen gestalte zoekt." Hierbij
wordt dus niet, zoals tot nu toe
vrijwel algemeen de gewoonte is.
uitgegaan van de gedachten, dat
allen, die binnen een bepaald
woongebied een burgerlijke ge
meente of stadswijk Christus
toebehoren, de roeping hebben
één gemeente te vormen.
Maar men gaat uit van de be
paalde mentaliteit of het beroep,
dus de psychologische en sociolo
gische kenmerken van deze leden.
Zodat men in één woongebied of
één wijk van de grote stad ver
schillende parochies naast (para)
elkaar kan hebben.
Juist de christelijke gemeente is
de enige plaats en gemeenschap,
waar allen zonder onderscheid van
rang of ras, intellect of sociale
levensgewoonten tot één broeder
schap zijn gevormd. De zinvolle
verbijzonderingen tussen de ver
schillende gelovigen worden in het
Nieuwe Testament niet via een
verband van afzonderlijke groepen
onderling, maar via de roeping
tot het één-gemeente-zijn en via
de éne eredienst overbrugd en in
het geheel geïntegreerd.
Huisgemeenten
ZEKER, er waren in de aposto
lische tijd veel „huisgemeen
ten". En deze gemeenten ,.ten hui
ze van" zullen wel niet alle geo
grafisch bepaald zijn geweest,
maar bij voorbeeld ook het huis
personeel van de een of andere
vooraanstaande figuur hebben om
vat. Maar daardoor was deze be
paaldheid geen sociologische: heer
en huisslaaf deelden samen in de
breking des broods. Zoals ook in
Corinthe de gegoeden en de be-
hoeftigen om één avondmaal wa
ren verenigd <1 Corinthiërs 11:
1020). Terwijl de apostel ook
vermaant, dat de „sterken" en de
„zwakken"mensen met verschil
lende houding tegenover de hur.
omringende afgodische wereld
elkaar in liefde en eenheid beho
ren te dragen.
Bovendien zijn tegen het vormen
i para-parochiale gemeente
inziens ook verscheidene
praktische bezwaren aan te voe
ren. Wanneer men op deze wijze
de psychologische en sociologische
factoren bij de gemeentevorming
laat overheersen, en bij voorbeeld
een gemeente van gelovigen uit
het zwak-sociale milieu en één uit
het meer-intellectuele milieu krijgt
is het gevaar verre van denkbeel
dig, dat men straks over een ho
ger en lager niveau van een ge
meente spreken gaat. De leden
van de middengroep-gemeente
van de „oude" kerk. zouden dan
wellicht in de verleiding komen op
de eerste neer te kijken en moeite
hebben om zich tegenover de twee
de niet wat minderwaardig te ge
voelen.
Verband
HET schijnt mij bij voorbeeld toe,
dat bij dr. Hoekendijk een ver
band bestaat tussen zijn ijveren
voor een para-parochiale gemeen
te èn zijn gedachte, dat de kerk
..bovenal voertuig voor het aposto
laat" is. Het gaat hem bovenal
om de vraag: hoe bereiken wij
het best de buitenkerkelijken. Dat
verlangen is zeker bijbels legaal.
Maar ik meen toch, dat wij, daar
door gedreven, de innerlijke op
bouw der bestaande gemeenten
niet uit het oog mogen verliezen.
Men laat op deze wijze die mid
denstandsgemeente" zo licht over
aan wat men min of meer terecht
haar „burgerlijkheid" noemt.
Wanneer men haar nu flankeert
door aan de éne zijde een gemeen
te uit zwaksociaal milieu en aan
de andere zijde door één uit het
meer-intellectuele milieu, loopt zij
helemaal gevaar zichzelf gelijk te
blijven en tot een starheid te ver
vallen. die van geen enkele aan
passing aan het moderne levens
gevoel meer weten wil. Men frus
treert dan de „oude" kerk, in-
plaats dat men haar nieuw roe
pingsbesef tot gemeenschapsoefe
ning met allen ingiet.
Generale synode Gerei. Kerken
DE heer J. van Gelderen, ouderling
van de gereformeerde kerk te Maas
sluis. had zich tot de generale synode
te Utrecht gewend met het verzoek uit
te spreken, dat de predikanten meer
dan tot dusver rekening dienen te
houden met de aanwezigheid van kin
deren in de kerkdiensten. De synode
besloot aan dit verzoek te voldoen.
Zij sprak uit, dat ze volledig instem
de met de gedachte van de Maasslui-
zer ouderling. Bij de prediking moet
men rekening houden met kinderen in
de kerk. De wijze waarop dit dient
te gebeuren wilde de synode niet voor
schrijven, maar overlaten aan de
plaatselijke kerk.
Een vrij grote minderheid ter syno
de voelde niets voor deze uitspraak.
Zij vond dit geen zaak voor de syno
de. Ds. P. D. Kuiper te Sassenheim
meende dat de synode, als zij iets wil
doen, juist wél met adviezen moet ko
men. Overigens was hij van die ad
viezen geen voorstander. Het kerkgaan
van kinderen is een vraagstuk apart.
Laat men ze ook niet te vroeg naar
de kerk meenemen. Kinderen van 4
of 5 jaar horen volgens ds. Kuiper
niet in de kerk thuis. Van de verhalen,
dat zelfs zulke kinderen ..al zoveel aan
de preek hebben", gelijk men soms
beweert, geloofde hij niet veel.
Ds. Kuiper zei dit, omdat de i
Deputaten voor
beroepingswerk
(Van
onzer verslaggevers)
ge advies: niet korter dan drie jaar,
blijft dus van kracht.
Een zaak, hiermee annex, betrof een
verzoek van de heer H. Oosterhoff te
Haulerwijk om de bedenktijd voor can-
didaten inzake het aannemen van een
beroep in te korten van zes op vier we
ken. De synode achtte geen termen aan
wezig de gebruikelijke termijn van zes
weken voor candidaten te wijzigen.
SCHIPPERS
Een rapport betreffende de arbeid
onder schippers, verdedigd door
ouderling A. Hogeweg te Rotterdam,
werd aanvaard. De nieuw te «benoe
men deputaten voor deze arbeid zul
len de vraag moeten beantwoorden
of het verantwoord is met het
I.K.O.R. contact op te
de uitzending van een radiocatechi
satie door een gereformeerde predi
kant.
Er worden door hervormde predikan
ten catechisaties gegeven via de micro
foon. Deputaten hadden aan het Con
vent van Kerken gevraagd, of dit ook
kunnen geschieden via de uitzendin-
toespraken van buitenlandse afgeva;
digden. Het waren ds E. Zorn namens
de Belgische Chr. Zendingskerk, pasteur
Jean Bordreuil namens de Eglises Ré-
formées Evang. Indépendantes in Frank
rijk, rev. W. J. McDowell namens de
Irish Evang. Church en rev. H. J. Mac-
kay namens de Church of Scotland. Ds.
B. W. Ganzevoort te Antwerpen, ds. P.
D. Kuiper en prof. dr H. Bergema te
Kampen beantwoordden de toespraken.
De synode verzond een telegram aan
H.M. de Koningin.
missie in haar rapport niets zegt te gen van het Convent. Het Convent be-
Beroepingswerk
GEREFORMEERDE KERKEN
voelen voor kinder- of jeugddiensten,
maar wel vindt dat kinderen in de
prediking niet vergeten mogen wor
den. Zij geeft echter geen wenken
en dat vond ds. Kuiper onbevredigend.
Men kan kleine kinderen óók het kerk
gaan tégen maken door ze steeds mee
te nemen, vond hij. ,.Ik zou wel eens
willen weten hoever de invloed van kin-
der-indrukken bij het horen van de preek
op het al of niet kerkgaan van later
juDe meth0de
richtte, dat dit alleen mogelijk
in samenwerking met het I.K.O.R.
Wederom luisterde de synode
Als christenen zijn we geneigd te vergetendat ons zo he
gewone dagelijkse werk toch altijd weer een opdracht is uj
God. Weken-, maanden-, vaak jarenlang sjokken we mee
de dagelijkse routine en dan plotseling laat God ons 2té
waarom we juist op die plaats werden gesteld.
Zo verging het Nehemia. In de laatste zin van het eerl,
hoofdstuk lezen we ineens: „Ik was namelijk schenker v)f
de koning." Jarenlang had hij zijn dagelijkse taak yeruur
Zijn hart ging uit naar Jeruzalem en vaak zal hij zijn wa
in de steek hebben willen laten om naar zijn stad te gag
Maar het kon niet. -t—
En dan ineens hoort hij, hoe erg de toestand is. Piotselij
beseft hij, waarom hij schenker had moeten worden. Jw
door deze functie komt hij in aanraking met de heerser u|
het rijk. Als er iemand is, die een verzoek kan indienen dan
hij het. Van schenker wordt hij ineens middelaar tussen Gt
en de vervulling van Diens beloften, tussen zijn geslag^m
volk en de man die de last kan verlichten. o
Jarenlang kijken we tegen een muur aan, en opeens maa
God hem doorzichtig. Nehemia schonk zich een weg ncfeosh,
het hart van de koning. En zo wil God dat wij door ons loqediki
de weg vinden tot het hart. van de medemensen. Wij
?iiet „maar" metselaar of timmerman, kantoorbediende ben
journalist, opdat we vandaag onze hand kunnen uitstek)01011'
om ons loonzakje in ontvangst te nemen, maar opdat we it
van Gods boodschap doorgeven aan de mensen om ons
Stati
ed.
VERDOEZELING VAN GRENZEN
jr: 1
Gebi
TV/IJ in ons land zijn van mening, worden verlangd een streven nailelm
dat het onjuist is, wanneer or- ontwapening op atoomgebied. Ifdde
^anisaties van werkgevers of bour zelf mag dus nu tot zijn jSted
noegen gaan beleven, dat het in zF:
be 1
Daarbij laten we ter zijde, dat bBosl
nen bedoelde vakorganisatie
deze stellig typisch politieke kw£tat
tie een duidelijk verschil van
ning bestond; het heeft bij het l
het besluit om alsnog
Mint-
GEREF. KERKEN' (vrijgemaakt)
leroepen te Treebeek. J.
GEREFORMEERDE GEMEENTEN
Beroepen te Haledon Avenue Church.
Peterson. N. J., U.S.A., M. Heerschap
te Borssele.
Slachtoffers uit
Dachau werden
herbegraven
Op de centrale begraafplaats in
Loenen op de Veluwe zijn gisteren
tien Nederlanders, die tijdens de oor
log zijn omgekomen in het concen
tratiekamp te Dachau, herbegraven.
strekt'
apart toespreken der kinderen leek hem
geen oplossing. De eerste keren is het
wel aardig, maar het verveelt gauw.
Ouderling A. Griffioen te Zeist achtte
de voorstelling van zaken, die ds. Kui
per gaf. overdreven. Al ligt hier dan
Til te Seen taak voor de synode, zij kan des
ondanks wel uitspreken, dat ze het ge-,
voelen van de ouderling uit Maassluis T|
Prof. Van Ruler tot C.S.B.-leden
deelt. Aldus gebeurde het ook.
AMBTEN
In behandeling kwam het rapport i
de deputaten voor de herziening van
liturgische formulieren. Dit rapport
niet definitief, omdat de deputaten meen-
den dat aan definitieve voorstellen nog! net
de beantwoording van enkele principië-1 Niet alleen studenten echter zijn
"-""rTjeo^etolfen vooral de bete- deze week naar het conferentie-
Er bestond voor deze plechtigheid
zeer grote belangstelling. Alvorens de
stoffelijke overschotten werden bijgezet
werden in de kapel van de begraaf
plaats enkele woorden gesproken door
de directeur van de Nederlandse Oor
logsgravenstichting. de heer P. W. de
Hertog, een afgevaardigde
zetsgroep Dachau, de heer H. J. Teengs
Gerritsen uit Wassenaar, en de heer
W. Bakker, die het hoofdbestuur van
de vereniging van ex-politieke gevange
nen uit de bezettingstijd vertegenwoor
digde.
Vervolgens trok men naar de groeven,
waar de ruw houten zwarte kisten ston
den, die met vele bloemstukken en
bloemen werden bedekt. Familieleden
van de herbegravenen spraken woorden
van dank jegens de Oorlogsgravenstich
ting.
Ook morgen en overmorgen wordt
een aantal Nederlanders die tijdens de
oorlog de dood vonden in
begraven.
(Van een onzer verslaggevers)
E Calvinistische Studentenbe
weging houdt deze week
weer haar jaarlijks zomercon-
gres. Een week lang wordt daar
om in de Lunterense hei gespro
ken over de consequenties van
gereformeerd-student-zijn,
werknemers zich, en zeker
dit rechtstreeks geschiedt, bemoei- politiek alsnog de steun gaat gen!
en met de politiek. Reeds intuïtief ten van deze vakorganisatie,
gevoelen wij dit aan als verkeerd.
Wil ervaren hier zoiets als souve-
reiniteit in eigen kring.
Elders is men met dat aanvoelen
van wat goed en toelaatbaar is min-
Een duidelijk voorbeeld
daarvan heeft -
de afgelopen Labourpartij in haar politiek
de ambten. Dat komt
•en in de formulieren ter bevestiging
i ambtsdrager. Een overzicht van hun
studie over dit onderwerp gaven de de
putaten in hun rapport.
De synode besloot na lange discussie
om deze zaak nogmaals
missie ter hand te stellei
de verschillende amendementen, die op
de voorstellen waren ingediend.
BEROEPEN
Van de classis Almelo was een schrij-
m over - het beroepingswerk binnenge
komen. Het schrijven behelsde ook een
verzoek om een deputaatschap van ver
trouwensmannen in te stellen voor de
standplaatsverwisseling van predikan
ten. De commissie, waarvan ds. A. S.
Timmer te Rotterdam als rapporteur
optrad, voelde daar wel voor. Verschil
lende synodeleden dachten er anders
over. Zo meende ouderling F. A te
Brake te Nunspeet hierin een symptoom
van „overorganisatie" te zien.
Prof. Nauta stelde voor om deze aan
gelegenheid niet op deze wijze te behan
delen, maar om deputaten te benoemen
inzake het beroepingswerk. De stand
plaatsverwisseling van predikanten is
tegenwoordig vaak in discussie. Zo heeft
de Ver. van Geref. Predikanten bijv. be
sloten een commissie te benoemen, die
deze zaak in studie neemt.
De synode nam dit voorstel aan.
verwierp een ander voorstel van
classis Almelo, namelijk om er bij de
kerken op aan te dringen, dat een pre-
her-jdikant niet korter dan vier jaar in zijn
[gemeente moet staan. Het tegenwoordi-
Advertentie
ROXASECT doodt
vliegen, muggen en andere
Insecten!
oord ,,De blije werelt" gekomen.
Ook tal van afgestudeerden en
hoogleraren komen telkenjare de
laatste week van augustus naar
'het C.S.B.-congres om daar in de
kring van de studenten te vertoe
ven.
Het congres van de C.S.B. is één
•an de weinige gelegenheden binnen
le verdeelde gereformeerde gezind
heid, waar van elke „richting" nog
•epresentanten komen. De discussies
jp deze congressen zijn dan ook
meestal bijzonder levendig.
Dat gold zeker voor de discussie,
die gistermiddag plaatsvond, na het
referaat van de Utrechtse theologische
hoogleraar prof. dr. A. A. van Ruler
over „Wat moet de christenheid willen
met de staat?" Wanneer men op één
middag in een debat, naast de referentJ
figuren als Zijne Exc. prof. mr. P. S.
Gerbrandy, dr. W. P. Berghuis, prof.
dr. H. van Riessen en prof. dr. G. C.
Berkhouwer ziet optreden, dan is dat
zeker iets bijzonders.
Referaat
Prof. Van Ruler ging zeer uitgebreid
en diep op de vragen rondom de
christelijke staat in. Voor enkele mo
menten uit zijn redevoering, die voor
al in de discussie besproken werden,
willen wij hier de aandacht vragen.
Prof. Van Ruler wil, vanuit zijn theo
cratische gedachtengang, een staat
met de bijbel, zulks in analogie met
de school met de bijbel. Daartoe wil
hij o.a. de erkenning van de bijbel als
Gods Woord in de Grondwet opge j-
men zien. Hij vroeg zich af of de
formatorische christenheid nog voor
deze leuze durfde op te komen. Prof.
Van Ruler zag dit niet als een greep
naar de macht, maar als een uit
spraak van de waarheid, Z.i. impli
ceert deze staat met de bijbel echter
tegelijkertijd de tolerantie, iets wat
bij enkelen nogal wat vragen opriep.
De christelijke politieke partij
door prof. Van Ruler overigens niet
als een zaak van beginsel ma
taktiek gezien. Hij vroeg zich
men dan precies met deze organisa
tie wil: het leven inderdaad volgens
Bijbelse normen inrichten of alleen
een christelijke draad in het alge
meen menselijk tapijt weven. De
christelijke politieke partij noemde
hij een zaak van „godvruchtig oppor
tunisme".
Discussie
Dr. W. P. Berghuis, de a.r. voorzitter,
repliceerde daarop dat ook voor hem
de christelijke politieke partij als zo
danig geen beginsel was. Maar vanuit
het beginsel komt men toch tot de
conclusie van de noodzaak van de
christelijke partij. Daarbij spelen de
omstandigheden een belangrijke rol.
Maar. aldus dr. Berghuis, in Nederland
is in 1959 de keuze inzake de christe
lijke politieke partij geen vrijblijvende
Prof. erbrandy legde er later nog de
nadruk op hoe de oprichting van de
christelijke partij in 1871 door Groen
van Prinsterer een noodzaak was ge
weest. Wij kunnen ons, aldus prof. Ger
brandy, niet van de historie ontdoen.
Prof. Van Ruler gaf toe dat de chris
telijke organisaties in Nederland eruit
„geperst" zijn. maar dat verhindert
z.i. niet. dat men bereid moet zijn
de zaak steeds opnieuw te bezien. I
Schematisering
Heel de zaak van de christelijke ver
eniging als zodanig achtte prof. Van
Ruler nog nimmer voldoende doorge
sproken. In het Reveil in de' vorige
eeuw had men z.i. te gemakkelijk de
christelijke vereniging i.p.v. de kerk
geaccepteerd. Het was inderdaad op
merkelijk dat er voor prof. Van Ruler
slechts twee werkelijk belangrijke
verbanden in dit leven bestaan: de
kerk en de staat.
In de discus:ie tekende prof. dr. ir. H.
van Riessen tegen deze "^verengende
schematisering ernstig protest aan.
Het leven van de christen speelt zich
in velerlei sferen af, waarbij men niet
een paar van de levensverbanden veel
belangrijker dan de rest mag achten.
In dit verband is voor prof. Van Ruler
de politiek dan ook eigenlijk het be
langrijkste in het leven. De politiek
betreft de heiligste dingen van het
mens-zijn voor Gods aangezicht.
Dr. J. D. Dengerink heeft maandag
avond. een causerie gehouden over
internationale Calvinisme. Hij
verklaarde van de groeiende belang
stelling in het buitenland
dagen Engeland geboden,
In Engeland
zoekende na
zij heeft in te nemen in de dusge
naamde atoomkwestie. Wie menen
mocht, dat deze politieke partij
haar besluiten geheel onafhankelijk
als politieke partij zal kunnen ne
men, vergist zich deerlijk. Want zij
heeft zich ook te dezen veel gele
gen te laten liggen aan de wensen
der vakbeweging.
Zo is dezer dagen de Engelse or
ganisatie van gemeentearbeiders te
ruggekomen op een aanvankelijk be- souvereiniteit in
Hen hoog gelopen,
de Labourpartij nog Waarop wij de aandacht willen 7 t
standpunt, dat tigen is, hoezeer in heel deze aa
gelegenheid opnieuw gebleken -
van een opmerkelijke grensverd^^
zeling tussen politieke partij afaat
de ene, vakbeweging aan de and
re kant. Deze grensverdoezeling
er zelfs bij totaal politieke aanget3^
genheden. toa;
Bij zulke ervaringen zou men oiuigd
overburen aan de Noordzee enig B ia
sef willen bijbrengen voor wat mHjj
kunnen noemen de idee van
kring. Ba^n
sluit, dat van de Labourpartij
stellig bij hebbenRe?
NAAR MASSALE COMMUNICATIE
113
„Dus we hebben allemaal ons leven aan u le
danken." zei Nicolson bitter. „Zeer hartelijk dank!"
Eén ogenblik, dat een oneindigheid leek. bleef hij
Van Effen strak aankijken, doch wendde daarop
zijn blik af; nog altijd met zulke starende ogen. dat
geen mens er aan dacht deze te volgen. Maar hij
wist goed wat hij zag, en er was nu geen twijfel
meer aan: Mc Kinnon had zich inderdaad ver
plaatst, ten minste anderhalve decimeter in de laat
ste paar minuten, en misschien zelfs wel twee en
een halve niet krampachtig en met schokken,
zoals een bewusteloze het kan doen wanneer hij he
vige pijn heeft, maar langzaam en lenig, zoals
iemand doet doet die precies weet wat hij wil, en.
er op uit is zich zo geruisloos als hij maar kan.
onopgemerkt te verplaatsen,voorzichtig en bijkans
onzichtbaar, zodat slechts iemand die er heel zijn
gespannen aandacht op concentreerde, het kon zien.
Maar Nicolson zag het -en was er zeker van dat
•hij zich niet vergiste. Terwijl oorspronkeljk Mc
Kinnons hoofd, schouders én armen hadden gelegen
in de lichtbundel die door de deur naar buiten viel,
waren nu alleen nog maar één gebruinde arm en
de achterzijde van zijn donkere krullekop te zien.
Langzaam en quasi-onverschillig wendde Nicolson,
zonder dat er iets op zijn effen gezicht te lezen
stond, zijn blik opnieuw naar het gezelschap. Van
Effen was weer aan het woord, terwijl hij Nicolson
nieuwsgierig-onderzoekend gadesloeg.
„U zult nu al wel hebben begrepen, mijnheer Ni
colson, waarom Farnholme zich zo angstvallig in de
veilige provisiekamer terugtrok, toen de „Viroma"
werd aangevallen: hij had voor twee miljoen pond
aan diamanten bij zich, en was niet bereid die ter
wille van ouderwetse begrippen als moed, eer en
fatsoen onnodig aan gevaar bloot te stellen. Ik
bleef zelf in de eetzaal omdat ik niet wilde schie
ten op mijn bondgenoten en u zult zich herinne
ren dat het enige schot dat ik op ze heb gelost
dat op die matroos in de commandotoren van de
door ALtSTAIR MAC LEAN
(vertaling Fob Limburg)
duikboot mis was. Ik ben voortdurend bang ge
weest dat hel er wat al te dik op had gelegen. Dat
de Japanse vliegtuigen ons na de eerste aanval,
toen we ens gereedmaakten in de reddingboot te
gaan, en daarna, met meer hebben lastig gevallen,
kwam doordat ik hun op het dak van de stuurhut
met mijn zaklantaarn een sein had gegeven. Ook
de duikboot heeft ons niet tot zinken gebracht; de
kapitein zou een slechte beurt hebben gemaakt,
wanneer hij was komen rapporteren dat hij voor
een waarde van twee miljoen pond naar de bodem
van dc Chinese Zee had gejaagd." Hij glimlachte,
maar wederom verre van vrolijk. „U herinnert
zich misschien, dat ik toen wilde, dat we ons zou
den overgeven aan die duikboot, inaar u hebt daar
tegen over toen een nogal vijandige houding aan
genomen."
gevallen?'
„Weet ik dat?" Van Effen haalde de schouders
op. „Ze waren vermoedelijk de wanhoop nabij. En
vergeet niet, dat er een watervliegtuig in de buurt
was. dat eventueel een paar geselecteerde overle
venden had kunnen oppikken."
„Zoals u?"
1 heeft dat vliegtuig
„Zoals ik," gaf Van Effen toe. „Kort daarop ont
dekte Siran. dat ik de diamanten niet had hij
heelt mijn tas doorzocht in een van de nachten
toen we door die windstilte waren overvallen. Ik
zag het hem doen, maar liet hem begaan. Er zat
trouwens hoegenaamd niets bijzonders in. En mijn
kans om een dolk in mijn rug te krijgen, werd
er wat geringer door daar werd zijn volgende
verdachte, de arme Achmed. het slachtoffer van.
Maar wederom had hij de verkeerde te pakken."
Met ongeveinsde afkeer keek hij Siran aan „Ik ver
onderstel dat Baker wakker werd, toen u bezig was
zijn tas te doorzoeken?"
„Een ongelukkig toeval." Siran maakte een luch
tig gebaar met zijn ene hand. „Mijn mes gleed uit."
„U zult het beslist niet lang meer maken. Si
ran!" zei Van Effen op een merkwaardig profetische
toon, en de minachtende glimlach stief weg op Si-
rans lippen. „U bent te slecht om nog lang te blij-
1 levea
„We zullen zien! We zullen zien!" Van Effen
wendde zich weer tot Nicolson. „Dat is alles,
heer Nicolson. U zult wel hebben begrepen w;
Farnholme mij een slag op het hoofd gaf. toen de
torpedoboot langszij kwam. Dat moest hij wel doen,
als hij jullie leven wilde redden. Een buitengewoon,
buitengewoon dapper man." Hij draaide zich om en
keek juffrouw Plendcrlcith aan. „En u hebt me ook
een doodsschrik op het Lijf gejaagd toen u zei dal
Farnholme al zijn SDullen op het eiland had laten
liggen! Maar ik begreep toch onmiddellijk dat hij
dat eenvoudig niet kón hebben gedaan, omdat hij
nooit meer de kans zou krijgen daar nog eens heen
t.c gaan. Dus concludeerde ik, dat u ze bij u moest
hebben." Hij keek haar vol mededogen aan. „U
bent een bijzonder dappere dame, juffrouw Plender-
leith. U had beter verdiend dan dit."
(Wordt vervolgd)
CTRAKS zullen we dus per boot te betwijfelen, en zo zullen de k<,
samen met zesduizend medepas- ,,ro1 1.
sagiers in vier dagen naar Ame
rika kunnen stomen. Het zal naar
verhouding een prikje kosten. On
getwijfeld een gigantische ontwikke
ling in de beoefening van de com
municatie tussen de werelddelen.
Een reisje naar Amerika zal
straks, in het vlak liggen van
thans een reisje naar Parijs. Met
dien verstande, dat een reisje naar
Parijs nu reeds van een gemak
is, dat het voor velen onder ons
nog nauwelijks enige bekoring
heeft.
Maar misschien geldt ditzelfde bin
nenkort ook voor deze reizen naar
Amerika. Reizen moet iets avon
tuurlijks behouden, en wanneer
we naar Amerika gaan, dan willen
wc in ons nog iets gevoelen van
wat eens Columbus bewoog. Maar
zal daarvoor ruimte en mogelijk
heid zijn, wanneer we met z'n
zesduizend, a raison van een twee- dagen;
honderd gulden de man, bijeenge- moeting
zameld zijn op een onafzienbaar
groot schip?
Het reizen wordt goedkoop, dat
wil zeggen: tot aan de Amerikaan
se kusten. Want of daarmee, naar
Europese standaard gemeten, Ame
rika zelf goedkoop wordt? Hel valt
DE GEESTEN ONDERSCHEIDEN
n(De
ten wel opdoemen zodra we Imu
vrijheidsbeeld van New York ao 5
ter ons gelaten hebben. e
Zodat we wel moeten verwachte
dat deze massale lijndiensten
het bijzonder door Amerikanen brg
nut zullen worden voor hun tri)1*
naar Europa. Tenzij men
aannemen, dat voor de Amerikaa^®
se beurzen de huidige reismethg
den reeds voldoende toegankelipn
zijn. op
Hoe het zij, er is ook in dit vlPr
van het toerisme, een geduchte oijjj
wikkeling gaande. Onze oude w|
rcld wordt gaandeweg kleiner. Htei
is, als krimpt zij in. Continentie
naderen elkaar. Maar komen
mensen zelf elkander ook wezej
lijk nader? Soms lijkt het
Vaak echter lijkt het evenzect
alsof de afstanden zo klein wordeft^
dat men elkaar te minder gedoog
Mensen ontmoeten elkaar in onK-
zijn zij tegen de onfti
de medemens geest)1®
lijk opgewassen? Of scheiden or
nog geestelijk de oceanen die vlE
nu letterlijk massaal gaan bevf*
hier voor 1
UET IS goed
kelijk, vooi
van deze tijd te onderscheiden. On
derscheiden is onderkennen, en voor
waarde voor onderkennen van tie
geesten is het kennen ervan. Daar
voor hebben wij nodig betrouwbare
nuttig, ja noodza- in het heden minder weerloos
allen, de geesten staan tegenover wijsgerige den
beelden, zoals deze zich ook in on
tijd aan ons opdringen.
Het andere boek, dat dus onder
daktie van prof. Zuidema verschen
is, bepaalt zich tot een viertal wi
geren, te weten Erasmus (door
Welnu vandaag zouden wij gaarne S. J. Popma). Locke (door prof.
bijbels-reformatorische levensbcschou- de aandacht willen vestigen op twee J. P. A. Mekkes), Rousseau (do
j j,. j verschenen boeken, die ons hierbij prof. dr. J. Waterink) en Feuerba
kunnen helpen. Het eerste is van ds. (door prof. Zuidema). waarna d:
J. M. Spier en heet „Van Tbales tot nog een verhandeling van prof. Zi
j Sartre" (uitgave J. H. Kok N.V., dema volgt over het Humanistis
Kampen) en het tweede is, geschrc- Verbond.
wing. Nederland, aldus dr. Dengerink,
kan hierbij een zeer belangrijke rol
vervullen, omdat wij (bijv. in he;
werk van de Calvinistische wijsbe-
geerte) het buitenland zeker wat li
bieden hebben.
Vereniging van
leraren heeft kritiek
op de mammoetwet
De voorzitter van de Vereniging van
Leraren aan rijks-li.b.s.'en de heer
A. F. J. Jr.cobs heeft op de algemene
vergadering, die op het conferentieoord
„De Pietersberg" werd gehouden scher
pe critiek geleverd op het hoofdstuk
van de mammoetwet, waarin gesproken
wordt over de normen voor het ophef
fen van scholen. Volgens de spreker
zouden van de 15 gymnasiale afdelingen
verbonden aan openbare lycea er ten
minste twaalf verdwijnen.
De heer Jacobs was van mening,
dat de nieuwe havo-school een goede
kans moest krijgen, maar meende f'.at
deze school nie* met het mavo (ver
nieuwde mulo) maar met het v.w.o.
moest worden gecombineerd. Hij was
er op tegen dat voor het havo lagere
bevoegdheden zouden worden geëist dan
voor het v.w.o.
De salariskwestie had velen in lera-
renkringen lange tijd het leven vergald.
De heer Jacobs meende dat het gevoel
van voor een verloren zaak te staan
en het verlies van vertrouwen een ge
leidelijk uitdoven van het enthousias
me en liefde voor het beroep ten gevol
ge hadden.
S. U. Zuidema en heet „Baanbrekers hen, ook bij een gemeenschappen
uitgangspunt, onderscheidenheid is
werkwijze. Dc een gaat meer
schouwend te werk. de tweede me
ontledend, de derde meer betogei
de vierde meer polemisch. Geen wo
der, dat in het bijzonder de laats
werkwijze wel tot nadere discuss
kan uitlokken,
beter lot verdient Deze nadere discussie is intusst
onze bedoeling niet. Zij zou tro
wens de schijn kunnen hebben
verzwakking van onze opwekkin
0111 van dit boek evenals trouwen
van het eerstgenoemde kennis I
het nader tot voo)
werp van studie te maken.
Straks is het weer september, el
we willen gaarne hopen, dat vei
:hijnselen als de televisie
het humanisme" (uitgave T. We
ver, Franeker).
Ds. Spier heeft zich onder ons reeds
doen kennen als een bekwaam „po-
pularisator" van wat gewoonlijk
wordt genoemd „de wijsbegeerte der
wetsidee", een wijsbegeerte die
hoe men overigens over haar
oordelen
dan haar wel eens wedervaart.
In zijn jongste boek heeft ds. Spier
ons, telkens met korte doch duide
lijke kenschetsen, een overzicht van
de ontwikkeling van het wijsgerig
denken sinds de dagen van Thales nemen
(omstreeks 600 v, Chr.) tot in onze
dagen.
Van betekenis achten wij, dat ds.
Spier de door hem besproken wijs
geren zowel recht doet wedervaren dan nog wat tijd tot studie zulle
alsmede hen onderwerpt aan
tisch oordeel.
Daarbij geeft hij tevens de lijnen
aan, zoals er onmiskenbaar onder
scheidene lopen van verleden naar kend, dus óók gekend,
heden. Wie die lijnen ziet, heeft kans Er vallen al slachtoffers genoeg.
laten. Want laten we niet vergetei
dat ook in deze tijd de geesten werU
zaam zijn. E11 die geesten moetc
orden onderscheiden, dus ondei