1 CHRISTFLIJK Para-parochiale gemeente niet aanbevelenswaardig Predikanten moeten rekening honden met de kinderen in de kerk Een woord voor vandaag Kanttekening Christelijke politiek geen beginsel maar taktiek Ontsnapt langs Krakatau Gereformeerde gedachte over hervormde visie JN de laatste maanden en jaren is herhaaldelijk geschreven over de para-parochiale ge meente voor pas-bekeerden, die zich in de kerk eigenlijk niet thuis voelen omdat hun levens patroon een zo heel ander karakter heeft gekregen. De ge reformeerde predikant ds. W. .4. Wiersinga gaat in op deze mogelijkheid in een artikel in het Centraal Weekblad. SINDS lang zijn wij het erover eens, dat het doel van alle evangelisatie is, onkerkelijke of on kerkse mensen niet alleen tot Christus, maar ze ook tot Zijn kerk te leiden. Zolang wij in deze arbeid alleen te maken hadden met van God en Zijn kerk „ver vreemden", leverde dit nog niet zoveel moeilijkheden op. Als deze verloren zonen de roepstem van Jezus Christus weer hoorden en gehoor gaven, gevoelden zij zich in de kerk weer als thuisgekome- nen. Moeilijker werd het in deze tijd nu velen volledig als ..vreem den" tegenover de boodschap van het evangelie staan en zeker niet zo maar zonder meer de prediking der kerk verstaan of in onze gods dienstoefeningen zich thuis zullen In de laatste tijd kwam men on der de indruk van de sterke in vloed, die allerlei sociologische factoren op heel het levensbesef een gedragspatroon van bepaalde volksgroeperingen hebben. Men oordeelde, dat deze factoren ook in de bestaande kerken een grote rol spelen en dat men een zekere „burgerlijkheid" aan de meeste niet kan ontzeggen. Zo kwam de vraag in discussie of het wel wen selijk was pas-bekeerden en vaste contacten uit een bepaald milieu, met namen uit het zwak-sociale en uit het meer-intellectuelc. in de be staande kerkverbanden op te ne men. Was het niet beter hen een zogenaamde para-parochiale ge meente te laten vormen? Mentaliteit heeft, omschrijft zo'n para-paro chiale gemeente als „een gemeen te. die naast de gevestigde, zelf standig en op eigen wijze haar ge loof tot uitdrukking brengt en een eigen gestalte zoekt." Hierbij wordt dus niet, zoals tot nu toe vrijwel algemeen de gewoonte is. uitgegaan van de gedachten, dat allen, die binnen een bepaald woongebied een burgerlijke ge meente of stadswijk Christus toebehoren, de roeping hebben één gemeente te vormen. Maar men gaat uit van de be paalde mentaliteit of het beroep, dus de psychologische en sociolo gische kenmerken van deze leden. Zodat men in één woongebied of één wijk van de grote stad ver schillende parochies naast (para) elkaar kan hebben. Juist de christelijke gemeente is de enige plaats en gemeenschap, waar allen zonder onderscheid van rang of ras, intellect of sociale levensgewoonten tot één broeder schap zijn gevormd. De zinvolle verbijzonderingen tussen de ver schillende gelovigen worden in het Nieuwe Testament niet via een verband van afzonderlijke groepen onderling, maar via de roeping tot het één-gemeente-zijn en via de éne eredienst overbrugd en in het geheel geïntegreerd. Huisgemeenten ZEKER, er waren in de aposto lische tijd veel „huisgemeen ten". En deze gemeenten ,.ten hui ze van" zullen wel niet alle geo grafisch bepaald zijn geweest, maar bij voorbeeld ook het huis personeel van de een of andere vooraanstaande figuur hebben om vat. Maar daardoor was deze be paaldheid geen sociologische: heer en huisslaaf deelden samen in de breking des broods. Zoals ook in Corinthe de gegoeden en de be- hoeftigen om één avondmaal wa ren verenigd <1 Corinthiërs 11: 1020). Terwijl de apostel ook vermaant, dat de „sterken" en de „zwakken"mensen met verschil lende houding tegenover de hur. omringende afgodische wereld elkaar in liefde en eenheid beho ren te dragen. Bovendien zijn tegen het vormen i para-parochiale gemeente inziens ook verscheidene praktische bezwaren aan te voe ren. Wanneer men op deze wijze de psychologische en sociologische factoren bij de gemeentevorming laat overheersen, en bij voorbeeld een gemeente van gelovigen uit het zwak-sociale milieu en één uit het meer-intellectuele milieu krijgt is het gevaar verre van denkbeel dig, dat men straks over een ho ger en lager niveau van een ge meente spreken gaat. De leden van de middengroep-gemeente van de „oude" kerk. zouden dan wellicht in de verleiding komen op de eerste neer te kijken en moeite hebben om zich tegenover de twee de niet wat minderwaardig te ge voelen. Verband HET schijnt mij bij voorbeeld toe, dat bij dr. Hoekendijk een ver band bestaat tussen zijn ijveren voor een para-parochiale gemeen te èn zijn gedachte, dat de kerk ..bovenal voertuig voor het aposto laat" is. Het gaat hem bovenal om de vraag: hoe bereiken wij het best de buitenkerkelijken. Dat verlangen is zeker bijbels legaal. Maar ik meen toch, dat wij, daar door gedreven, de innerlijke op bouw der bestaande gemeenten niet uit het oog mogen verliezen. Men laat op deze wijze die mid denstandsgemeente" zo licht over aan wat men min of meer terecht haar „burgerlijkheid" noemt. Wanneer men haar nu flankeert door aan de éne zijde een gemeen te uit zwaksociaal milieu en aan de andere zijde door één uit het meer-intellectuele milieu, loopt zij helemaal gevaar zichzelf gelijk te blijven en tot een starheid te ver vallen. die van geen enkele aan passing aan het moderne levens gevoel meer weten wil. Men frus treert dan de „oude" kerk, in- plaats dat men haar nieuw roe pingsbesef tot gemeenschapsoefe ning met allen ingiet. Generale synode Gerei. Kerken DE heer J. van Gelderen, ouderling van de gereformeerde kerk te Maas sluis. had zich tot de generale synode te Utrecht gewend met het verzoek uit te spreken, dat de predikanten meer dan tot dusver rekening dienen te houden met de aanwezigheid van kin deren in de kerkdiensten. De synode besloot aan dit verzoek te voldoen. Zij sprak uit, dat ze volledig instem de met de gedachte van de Maasslui- zer ouderling. Bij de prediking moet men rekening houden met kinderen in de kerk. De wijze waarop dit dient te gebeuren wilde de synode niet voor schrijven, maar overlaten aan de plaatselijke kerk. Een vrij grote minderheid ter syno de voelde niets voor deze uitspraak. Zij vond dit geen zaak voor de syno de. Ds. P. D. Kuiper te Sassenheim meende dat de synode, als zij iets wil doen, juist wél met adviezen moet ko men. Overigens was hij van die ad viezen geen voorstander. Het kerkgaan van kinderen is een vraagstuk apart. Laat men ze ook niet te vroeg naar de kerk meenemen. Kinderen van 4 of 5 jaar horen volgens ds. Kuiper niet in de kerk thuis. Van de verhalen, dat zelfs zulke kinderen ..al zoveel aan de preek hebben", gelijk men soms beweert, geloofde hij niet veel. Ds. Kuiper zei dit, omdat de i Deputaten voor beroepingswerk (Van onzer verslaggevers) ge advies: niet korter dan drie jaar, blijft dus van kracht. Een zaak, hiermee annex, betrof een verzoek van de heer H. Oosterhoff te Haulerwijk om de bedenktijd voor can- didaten inzake het aannemen van een beroep in te korten van zes op vier we ken. De synode achtte geen termen aan wezig de gebruikelijke termijn van zes weken voor candidaten te wijzigen. SCHIPPERS Een rapport betreffende de arbeid onder schippers, verdedigd door ouderling A. Hogeweg te Rotterdam, werd aanvaard. De nieuw te «benoe men deputaten voor deze arbeid zul len de vraag moeten beantwoorden of het verantwoord is met het I.K.O.R. contact op te de uitzending van een radiocatechi satie door een gereformeerde predi kant. Er worden door hervormde predikan ten catechisaties gegeven via de micro foon. Deputaten hadden aan het Con vent van Kerken gevraagd, of dit ook kunnen geschieden via de uitzendin- toespraken van buitenlandse afgeva; digden. Het waren ds E. Zorn namens de Belgische Chr. Zendingskerk, pasteur Jean Bordreuil namens de Eglises Ré- formées Evang. Indépendantes in Frank rijk, rev. W. J. McDowell namens de Irish Evang. Church en rev. H. J. Mac- kay namens de Church of Scotland. Ds. B. W. Ganzevoort te Antwerpen, ds. P. D. Kuiper en prof. dr H. Bergema te Kampen beantwoordden de toespraken. De synode verzond een telegram aan H.M. de Koningin. missie in haar rapport niets zegt te gen van het Convent. Het Convent be- Beroepingswerk GEREFORMEERDE KERKEN voelen voor kinder- of jeugddiensten, maar wel vindt dat kinderen in de prediking niet vergeten mogen wor den. Zij geeft echter geen wenken en dat vond ds. Kuiper onbevredigend. Men kan kleine kinderen óók het kerk gaan tégen maken door ze steeds mee te nemen, vond hij. ,.Ik zou wel eens willen weten hoever de invloed van kin- der-indrukken bij het horen van de preek op het al of niet kerkgaan van later juDe meth0de richtte, dat dit alleen mogelijk in samenwerking met het I.K.O.R. Wederom luisterde de synode Als christenen zijn we geneigd te vergetendat ons zo he gewone dagelijkse werk toch altijd weer een opdracht is uj God. Weken-, maanden-, vaak jarenlang sjokken we mee de dagelijkse routine en dan plotseling laat God ons 2té waarom we juist op die plaats werden gesteld. Zo verging het Nehemia. In de laatste zin van het eerl, hoofdstuk lezen we ineens: „Ik was namelijk schenker v)f de koning." Jarenlang had hij zijn dagelijkse taak yeruur Zijn hart ging uit naar Jeruzalem en vaak zal hij zijn wa in de steek hebben willen laten om naar zijn stad te gag Maar het kon niet. -t— En dan ineens hoort hij, hoe erg de toestand is. Piotselij beseft hij, waarom hij schenker had moeten worden. Jw door deze functie komt hij in aanraking met de heerser u| het rijk. Als er iemand is, die een verzoek kan indienen dan hij het. Van schenker wordt hij ineens middelaar tussen Gt en de vervulling van Diens beloften, tussen zijn geslag^m volk en de man die de last kan verlichten. o Jarenlang kijken we tegen een muur aan, en opeens maa God hem doorzichtig. Nehemia schonk zich een weg ncfeosh, het hart van de koning. En zo wil God dat wij door ons loqediki de weg vinden tot het hart. van de medemensen. Wij ?iiet „maar" metselaar of timmerman, kantoorbediende ben journalist, opdat we vandaag onze hand kunnen uitstek)01011' om ons loonzakje in ontvangst te nemen, maar opdat we it van Gods boodschap doorgeven aan de mensen om ons Stati ed. VERDOEZELING VAN GRENZEN jr: 1 Gebi TV/IJ in ons land zijn van mening, worden verlangd een streven nailelm dat het onjuist is, wanneer or- ontwapening op atoomgebied. Ifdde ^anisaties van werkgevers of bour zelf mag dus nu tot zijn jSted noegen gaan beleven, dat het in zF: be 1 Daarbij laten we ter zijde, dat bBosl nen bedoelde vakorganisatie deze stellig typisch politieke kw£tat tie een duidelijk verschil van ning bestond; het heeft bij het l het besluit om alsnog Mint- GEREF. KERKEN' (vrijgemaakt) leroepen te Treebeek. J. GEREFORMEERDE GEMEENTEN Beroepen te Haledon Avenue Church. Peterson. N. J., U.S.A., M. Heerschap te Borssele. Slachtoffers uit Dachau werden herbegraven Op de centrale begraafplaats in Loenen op de Veluwe zijn gisteren tien Nederlanders, die tijdens de oor log zijn omgekomen in het concen tratiekamp te Dachau, herbegraven. strekt' apart toespreken der kinderen leek hem geen oplossing. De eerste keren is het wel aardig, maar het verveelt gauw. Ouderling A. Griffioen te Zeist achtte de voorstelling van zaken, die ds. Kui per gaf. overdreven. Al ligt hier dan Til te Seen taak voor de synode, zij kan des ondanks wel uitspreken, dat ze het ge-, voelen van de ouderling uit Maassluis T| Prof. Van Ruler tot C.S.B.-leden deelt. Aldus gebeurde het ook. AMBTEN In behandeling kwam het rapport i de deputaten voor de herziening van liturgische formulieren. Dit rapport niet definitief, omdat de deputaten meen- den dat aan definitieve voorstellen nog! net de beantwoording van enkele principië-1 Niet alleen studenten echter zijn "-""rTjeo^etolfen vooral de bete- deze week naar het conferentie- Er bestond voor deze plechtigheid zeer grote belangstelling. Alvorens de stoffelijke overschotten werden bijgezet werden in de kapel van de begraaf plaats enkele woorden gesproken door de directeur van de Nederlandse Oor logsgravenstichting. de heer P. W. de Hertog, een afgevaardigde zetsgroep Dachau, de heer H. J. Teengs Gerritsen uit Wassenaar, en de heer W. Bakker, die het hoofdbestuur van de vereniging van ex-politieke gevange nen uit de bezettingstijd vertegenwoor digde. Vervolgens trok men naar de groeven, waar de ruw houten zwarte kisten ston den, die met vele bloemstukken en bloemen werden bedekt. Familieleden van de herbegravenen spraken woorden van dank jegens de Oorlogsgravenstich ting. Ook morgen en overmorgen wordt een aantal Nederlanders die tijdens de oorlog de dood vonden in begraven. (Van een onzer verslaggevers) E Calvinistische Studentenbe weging houdt deze week weer haar jaarlijks zomercon- gres. Een week lang wordt daar om in de Lunterense hei gespro ken over de consequenties van gereformeerd-student-zijn, werknemers zich, en zeker dit rechtstreeks geschiedt, bemoei- politiek alsnog de steun gaat gen! en met de politiek. Reeds intuïtief ten van deze vakorganisatie, gevoelen wij dit aan als verkeerd. Wil ervaren hier zoiets als souve- reiniteit in eigen kring. Elders is men met dat aanvoelen van wat goed en toelaatbaar is min- Een duidelijk voorbeeld daarvan heeft - de afgelopen Labourpartij in haar politiek de ambten. Dat komt •en in de formulieren ter bevestiging i ambtsdrager. Een overzicht van hun studie over dit onderwerp gaven de de putaten in hun rapport. De synode besloot na lange discussie om deze zaak nogmaals missie ter hand te stellei de verschillende amendementen, die op de voorstellen waren ingediend. BEROEPEN Van de classis Almelo was een schrij- m over - het beroepingswerk binnenge komen. Het schrijven behelsde ook een verzoek om een deputaatschap van ver trouwensmannen in te stellen voor de standplaatsverwisseling van predikan ten. De commissie, waarvan ds. A. S. Timmer te Rotterdam als rapporteur optrad, voelde daar wel voor. Verschil lende synodeleden dachten er anders over. Zo meende ouderling F. A te Brake te Nunspeet hierin een symptoom van „overorganisatie" te zien. Prof. Nauta stelde voor om deze aan gelegenheid niet op deze wijze te behan delen, maar om deputaten te benoemen inzake het beroepingswerk. De stand plaatsverwisseling van predikanten is tegenwoordig vaak in discussie. Zo heeft de Ver. van Geref. Predikanten bijv. be sloten een commissie te benoemen, die deze zaak in studie neemt. De synode nam dit voorstel aan. verwierp een ander voorstel van classis Almelo, namelijk om er bij de kerken op aan te dringen, dat een pre- her-jdikant niet korter dan vier jaar in zijn [gemeente moet staan. Het tegenwoordi- Advertentie ROXASECT doodt vliegen, muggen en andere Insecten! oord ,,De blije werelt" gekomen. Ook tal van afgestudeerden en hoogleraren komen telkenjare de laatste week van augustus naar 'het C.S.B.-congres om daar in de kring van de studenten te vertoe ven. Het congres van de C.S.B. is één •an de weinige gelegenheden binnen le verdeelde gereformeerde gezind heid, waar van elke „richting" nog •epresentanten komen. De discussies jp deze congressen zijn dan ook meestal bijzonder levendig. Dat gold zeker voor de discussie, die gistermiddag plaatsvond, na het referaat van de Utrechtse theologische hoogleraar prof. dr. A. A. van Ruler over „Wat moet de christenheid willen met de staat?" Wanneer men op één middag in een debat, naast de referentJ figuren als Zijne Exc. prof. mr. P. S. Gerbrandy, dr. W. P. Berghuis, prof. dr. H. van Riessen en prof. dr. G. C. Berkhouwer ziet optreden, dan is dat zeker iets bijzonders. Referaat Prof. Van Ruler ging zeer uitgebreid en diep op de vragen rondom de christelijke staat in. Voor enkele mo menten uit zijn redevoering, die voor al in de discussie besproken werden, willen wij hier de aandacht vragen. Prof. Van Ruler wil, vanuit zijn theo cratische gedachtengang, een staat met de bijbel, zulks in analogie met de school met de bijbel. Daartoe wil hij o.a. de erkenning van de bijbel als Gods Woord in de Grondwet opge j- men zien. Hij vroeg zich af of de formatorische christenheid nog voor deze leuze durfde op te komen. Prof. Van Ruler zag dit niet als een greep naar de macht, maar als een uit spraak van de waarheid, Z.i. impli ceert deze staat met de bijbel echter tegelijkertijd de tolerantie, iets wat bij enkelen nogal wat vragen opriep. De christelijke politieke partij door prof. Van Ruler overigens niet als een zaak van beginsel ma taktiek gezien. Hij vroeg zich men dan precies met deze organisa tie wil: het leven inderdaad volgens Bijbelse normen inrichten of alleen een christelijke draad in het alge meen menselijk tapijt weven. De christelijke politieke partij noemde hij een zaak van „godvruchtig oppor tunisme". Discussie Dr. W. P. Berghuis, de a.r. voorzitter, repliceerde daarop dat ook voor hem de christelijke politieke partij als zo danig geen beginsel was. Maar vanuit het beginsel komt men toch tot de conclusie van de noodzaak van de christelijke partij. Daarbij spelen de omstandigheden een belangrijke rol. Maar. aldus dr. Berghuis, in Nederland is in 1959 de keuze inzake de christe lijke politieke partij geen vrijblijvende Prof. erbrandy legde er later nog de nadruk op hoe de oprichting van de christelijke partij in 1871 door Groen van Prinsterer een noodzaak was ge weest. Wij kunnen ons, aldus prof. Ger brandy, niet van de historie ontdoen. Prof. Van Ruler gaf toe dat de chris telijke organisaties in Nederland eruit „geperst" zijn. maar dat verhindert z.i. niet. dat men bereid moet zijn de zaak steeds opnieuw te bezien. I Schematisering Heel de zaak van de christelijke ver eniging als zodanig achtte prof. Van Ruler nog nimmer voldoende doorge sproken. In het Reveil in de' vorige eeuw had men z.i. te gemakkelijk de christelijke vereniging i.p.v. de kerk geaccepteerd. Het was inderdaad op merkelijk dat er voor prof. Van Ruler slechts twee werkelijk belangrijke verbanden in dit leven bestaan: de kerk en de staat. In de discus:ie tekende prof. dr. ir. H. van Riessen tegen deze "^verengende schematisering ernstig protest aan. Het leven van de christen speelt zich in velerlei sferen af, waarbij men niet een paar van de levensverbanden veel belangrijker dan de rest mag achten. In dit verband is voor prof. Van Ruler de politiek dan ook eigenlijk het be langrijkste in het leven. De politiek betreft de heiligste dingen van het mens-zijn voor Gods aangezicht. Dr. J. D. Dengerink heeft maandag avond. een causerie gehouden over internationale Calvinisme. Hij verklaarde van de groeiende belang stelling in het buitenland dagen Engeland geboden, In Engeland zoekende na zij heeft in te nemen in de dusge naamde atoomkwestie. Wie menen mocht, dat deze politieke partij haar besluiten geheel onafhankelijk als politieke partij zal kunnen ne men, vergist zich deerlijk. Want zij heeft zich ook te dezen veel gele gen te laten liggen aan de wensen der vakbeweging. Zo is dezer dagen de Engelse or ganisatie van gemeentearbeiders te ruggekomen op een aanvankelijk be- souvereiniteit in Hen hoog gelopen, de Labourpartij nog Waarop wij de aandacht willen 7 t standpunt, dat tigen is, hoezeer in heel deze aa gelegenheid opnieuw gebleken - van een opmerkelijke grensverd^^ zeling tussen politieke partij afaat de ene, vakbeweging aan de and re kant. Deze grensverdoezeling er zelfs bij totaal politieke aanget3^ genheden. toa; Bij zulke ervaringen zou men oiuigd overburen aan de Noordzee enig B ia sef willen bijbrengen voor wat mHjj kunnen noemen de idee van kring. Ba^n sluit, dat van de Labourpartij stellig bij hebbenRe? NAAR MASSALE COMMUNICATIE 113 „Dus we hebben allemaal ons leven aan u le danken." zei Nicolson bitter. „Zeer hartelijk dank!" Eén ogenblik, dat een oneindigheid leek. bleef hij Van Effen strak aankijken, doch wendde daarop zijn blik af; nog altijd met zulke starende ogen. dat geen mens er aan dacht deze te volgen. Maar hij wist goed wat hij zag, en er was nu geen twijfel meer aan: Mc Kinnon had zich inderdaad ver plaatst, ten minste anderhalve decimeter in de laat ste paar minuten, en misschien zelfs wel twee en een halve niet krampachtig en met schokken, zoals een bewusteloze het kan doen wanneer hij he vige pijn heeft, maar langzaam en lenig, zoals iemand doet doet die precies weet wat hij wil, en. er op uit is zich zo geruisloos als hij maar kan. onopgemerkt te verplaatsen,voorzichtig en bijkans onzichtbaar, zodat slechts iemand die er heel zijn gespannen aandacht op concentreerde, het kon zien. Maar Nicolson zag het -en was er zeker van dat •hij zich niet vergiste. Terwijl oorspronkeljk Mc Kinnons hoofd, schouders én armen hadden gelegen in de lichtbundel die door de deur naar buiten viel, waren nu alleen nog maar één gebruinde arm en de achterzijde van zijn donkere krullekop te zien. Langzaam en quasi-onverschillig wendde Nicolson, zonder dat er iets op zijn effen gezicht te lezen stond, zijn blik opnieuw naar het gezelschap. Van Effen was weer aan het woord, terwijl hij Nicolson nieuwsgierig-onderzoekend gadesloeg. „U zult nu al wel hebben begrepen, mijnheer Ni colson, waarom Farnholme zich zo angstvallig in de veilige provisiekamer terugtrok, toen de „Viroma" werd aangevallen: hij had voor twee miljoen pond aan diamanten bij zich, en was niet bereid die ter wille van ouderwetse begrippen als moed, eer en fatsoen onnodig aan gevaar bloot te stellen. Ik bleef zelf in de eetzaal omdat ik niet wilde schie ten op mijn bondgenoten en u zult zich herinne ren dat het enige schot dat ik op ze heb gelost dat op die matroos in de commandotoren van de door ALtSTAIR MAC LEAN (vertaling Fob Limburg) duikboot mis was. Ik ben voortdurend bang ge weest dat hel er wat al te dik op had gelegen. Dat de Japanse vliegtuigen ons na de eerste aanval, toen we ens gereedmaakten in de reddingboot te gaan, en daarna, met meer hebben lastig gevallen, kwam doordat ik hun op het dak van de stuurhut met mijn zaklantaarn een sein had gegeven. Ook de duikboot heeft ons niet tot zinken gebracht; de kapitein zou een slechte beurt hebben gemaakt, wanneer hij was komen rapporteren dat hij voor een waarde van twee miljoen pond naar de bodem van dc Chinese Zee had gejaagd." Hij glimlachte, maar wederom verre van vrolijk. „U herinnert zich misschien, dat ik toen wilde, dat we ons zou den overgeven aan die duikboot, inaar u hebt daar tegen over toen een nogal vijandige houding aan genomen." gevallen?' „Weet ik dat?" Van Effen haalde de schouders op. „Ze waren vermoedelijk de wanhoop nabij. En vergeet niet, dat er een watervliegtuig in de buurt was. dat eventueel een paar geselecteerde overle venden had kunnen oppikken." „Zoals u?" 1 heeft dat vliegtuig „Zoals ik," gaf Van Effen toe. „Kort daarop ont dekte Siran. dat ik de diamanten niet had hij heelt mijn tas doorzocht in een van de nachten toen we door die windstilte waren overvallen. Ik zag het hem doen, maar liet hem begaan. Er zat trouwens hoegenaamd niets bijzonders in. En mijn kans om een dolk in mijn rug te krijgen, werd er wat geringer door daar werd zijn volgende verdachte, de arme Achmed. het slachtoffer van. Maar wederom had hij de verkeerde te pakken." Met ongeveinsde afkeer keek hij Siran aan „Ik ver onderstel dat Baker wakker werd, toen u bezig was zijn tas te doorzoeken?" „Een ongelukkig toeval." Siran maakte een luch tig gebaar met zijn ene hand. „Mijn mes gleed uit." „U zult het beslist niet lang meer maken. Si ran!" zei Van Effen op een merkwaardig profetische toon, en de minachtende glimlach stief weg op Si- rans lippen. „U bent te slecht om nog lang te blij- 1 levea „We zullen zien! We zullen zien!" Van Effen wendde zich weer tot Nicolson. „Dat is alles, heer Nicolson. U zult wel hebben begrepen w; Farnholme mij een slag op het hoofd gaf. toen de torpedoboot langszij kwam. Dat moest hij wel doen, als hij jullie leven wilde redden. Een buitengewoon, buitengewoon dapper man." Hij draaide zich om en keek juffrouw Plendcrlcith aan. „En u hebt me ook een doodsschrik op het Lijf gejaagd toen u zei dal Farnholme al zijn SDullen op het eiland had laten liggen! Maar ik begreep toch onmiddellijk dat hij dat eenvoudig niet kón hebben gedaan, omdat hij nooit meer de kans zou krijgen daar nog eens heen t.c gaan. Dus concludeerde ik, dat u ze bij u moest hebben." Hij keek haar vol mededogen aan. „U bent een bijzonder dappere dame, juffrouw Plender- leith. U had beter verdiend dan dit." (Wordt vervolgd) CTRAKS zullen we dus per boot te betwijfelen, en zo zullen de k<, samen met zesduizend medepas- ,,ro1 1. sagiers in vier dagen naar Ame rika kunnen stomen. Het zal naar verhouding een prikje kosten. On getwijfeld een gigantische ontwikke ling in de beoefening van de com municatie tussen de werelddelen. Een reisje naar Amerika zal straks, in het vlak liggen van thans een reisje naar Parijs. Met dien verstande, dat een reisje naar Parijs nu reeds van een gemak is, dat het voor velen onder ons nog nauwelijks enige bekoring heeft. Maar misschien geldt ditzelfde bin nenkort ook voor deze reizen naar Amerika. Reizen moet iets avon tuurlijks behouden, en wanneer we naar Amerika gaan, dan willen wc in ons nog iets gevoelen van wat eens Columbus bewoog. Maar zal daarvoor ruimte en mogelijk heid zijn, wanneer we met z'n zesduizend, a raison van een twee- dagen; honderd gulden de man, bijeenge- moeting zameld zijn op een onafzienbaar groot schip? Het reizen wordt goedkoop, dat wil zeggen: tot aan de Amerikaan se kusten. Want of daarmee, naar Europese standaard gemeten, Ame rika zelf goedkoop wordt? Hel valt DE GEESTEN ONDERSCHEIDEN n(De ten wel opdoemen zodra we Imu vrijheidsbeeld van New York ao 5 ter ons gelaten hebben. e Zodat we wel moeten verwachte dat deze massale lijndiensten het bijzonder door Amerikanen brg nut zullen worden voor hun tri)1* naar Europa. Tenzij men aannemen, dat voor de Amerikaa^® se beurzen de huidige reismethg den reeds voldoende toegankelipn zijn. op Hoe het zij, er is ook in dit vlPr van het toerisme, een geduchte oijjj wikkeling gaande. Onze oude w| rcld wordt gaandeweg kleiner. Htei is, als krimpt zij in. Continentie naderen elkaar. Maar komen mensen zelf elkander ook wezej lijk nader? Soms lijkt het Vaak echter lijkt het evenzect alsof de afstanden zo klein wordeft^ dat men elkaar te minder gedoog Mensen ontmoeten elkaar in onK- zijn zij tegen de onfti de medemens geest)1® lijk opgewassen? Of scheiden or nog geestelijk de oceanen die vlE nu letterlijk massaal gaan bevf* hier voor 1 UET IS goed kelijk, vooi van deze tijd te onderscheiden. On derscheiden is onderkennen, en voor waarde voor onderkennen van tie geesten is het kennen ervan. Daar voor hebben wij nodig betrouwbare nuttig, ja noodza- in het heden minder weerloos allen, de geesten staan tegenover wijsgerige den beelden, zoals deze zich ook in on tijd aan ons opdringen. Het andere boek, dat dus onder daktie van prof. Zuidema verschen is, bepaalt zich tot een viertal wi geren, te weten Erasmus (door Welnu vandaag zouden wij gaarne S. J. Popma). Locke (door prof. bijbels-reformatorische levensbcschou- de aandacht willen vestigen op twee J. P. A. Mekkes), Rousseau (do j j,. j verschenen boeken, die ons hierbij prof. dr. J. Waterink) en Feuerba kunnen helpen. Het eerste is van ds. (door prof. Zuidema). waarna d: J. M. Spier en heet „Van Tbales tot nog een verhandeling van prof. Zi j Sartre" (uitgave J. H. Kok N.V., dema volgt over het Humanistis Kampen) en het tweede is, geschrc- Verbond. wing. Nederland, aldus dr. Dengerink, kan hierbij een zeer belangrijke rol vervullen, omdat wij (bijv. in he; werk van de Calvinistische wijsbe- geerte) het buitenland zeker wat li bieden hebben. Vereniging van leraren heeft kritiek op de mammoetwet De voorzitter van de Vereniging van Leraren aan rijks-li.b.s.'en de heer A. F. J. Jr.cobs heeft op de algemene vergadering, die op het conferentieoord „De Pietersberg" werd gehouden scher pe critiek geleverd op het hoofdstuk van de mammoetwet, waarin gesproken wordt over de normen voor het ophef fen van scholen. Volgens de spreker zouden van de 15 gymnasiale afdelingen verbonden aan openbare lycea er ten minste twaalf verdwijnen. De heer Jacobs was van mening, dat de nieuwe havo-school een goede kans moest krijgen, maar meende f'.at deze school nie* met het mavo (ver nieuwde mulo) maar met het v.w.o. moest worden gecombineerd. Hij was er op tegen dat voor het havo lagere bevoegdheden zouden worden geëist dan voor het v.w.o. De salariskwestie had velen in lera- renkringen lange tijd het leven vergald. De heer Jacobs meende dat het gevoel van voor een verloren zaak te staan en het verlies van vertrouwen een ge leidelijk uitdoven van het enthousias me en liefde voor het beroep ten gevol ge hadden. S. U. Zuidema en heet „Baanbrekers hen, ook bij een gemeenschappen uitgangspunt, onderscheidenheid is werkwijze. Dc een gaat meer schouwend te werk. de tweede me ontledend, de derde meer betogei de vierde meer polemisch. Geen wo der, dat in het bijzonder de laats werkwijze wel tot nadere discuss kan uitlokken, beter lot verdient Deze nadere discussie is intusst onze bedoeling niet. Zij zou tro wens de schijn kunnen hebben verzwakking van onze opwekkin 0111 van dit boek evenals trouwen van het eerstgenoemde kennis I het nader tot voo) werp van studie te maken. Straks is het weer september, el we willen gaarne hopen, dat vei :hijnselen als de televisie het humanisme" (uitgave T. We ver, Franeker). Ds. Spier heeft zich onder ons reeds doen kennen als een bekwaam „po- pularisator" van wat gewoonlijk wordt genoemd „de wijsbegeerte der wetsidee", een wijsbegeerte die hoe men overigens over haar oordelen dan haar wel eens wedervaart. In zijn jongste boek heeft ds. Spier ons, telkens met korte doch duide lijke kenschetsen, een overzicht van de ontwikkeling van het wijsgerig denken sinds de dagen van Thales nemen (omstreeks 600 v, Chr.) tot in onze dagen. Van betekenis achten wij, dat ds. Spier de door hem besproken wijs geren zowel recht doet wedervaren dan nog wat tijd tot studie zulle alsmede hen onderwerpt aan tisch oordeel. Daarbij geeft hij tevens de lijnen aan, zoals er onmiskenbaar onder scheidene lopen van verleden naar kend, dus óók gekend, heden. Wie die lijnen ziet, heeft kans Er vallen al slachtoffers genoeg. laten. Want laten we niet vergetei dat ook in deze tijd de geesten werU zaam zijn. E11 die geesten moetc orden onderscheiden, dus ondei

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1959 | | pagina 2