CHEISIFLIJK. ,Onze Vacatures" 1111 vijftig jaar oud Aantal Oostduitsers op Kirchentag 1102 onzeker Vakantiecursus in België voor onderwijzers WoottV^ Ontsnapt l langs Krakatau Eeri moord voor vandaag Kanttekening Herdenkingsartikel van Prof. Itterzon LJET zeer bekende christelijke schoolblad „Onze Vacatures" bestaat dit jaar vijftig jaar. In het herdenkingsnummer haalt de voorzitter van de Schoolraad, de Utrechtse hoogleraar dr. G. P. van Itterzon, enkele herinne ringen uit vroeger jaren op. Uit mijn jongenstijd staat het jaar 1909 heel bijzonder in mijn herinnering gegrift. Verschillende factoren werkten daartoe mede. Als ik. op verzoek van de redac tie bij het halve eeuwfeest van ,,Onze Vacatures" de momenten verzamel, die aan 1909 een aparte kleur hebben gegeven, was de ge boorte van onze koningin Juliana een vreugdevol feit. Natuurlijk ging het bericht, dat er een prin sesje was geboren, als iets erg blij's door ons schoolleven heen. Het werd ons kinderlijk duidelijk gemaakt, hoe God ons Oranjehuis had willen zegenen: de Oranje boom was niet gestorven en als God het jonge leven zou willen spa ren, bleef Oranje voor Nederland bewaard. Daarom baden wij als kinderen het gebed van ,,de mees ter" van harte mee en begrepen we later, van hoeveel betekenis dit was geweest. Waren er in Ne derland geen scholen, waar het gebed contrabande was en waar in die dagen het echt vaderlands lied niet werd gezongen, omdat men volkomen „neutraal" wilde blijven? Wie het vergeten is, leze er de geschiedenis van Dr. Lan- gedijk nog eens op na. Doch ook in kleiner formaat nam 1909 in mijn kinderjaren een spre kende plaats in. Het was het jaar van de eerste echte lessen in de geschiedenis en aardrijkskunde, zelfs (door omstandigheden! het jaar, waarin ik mijn eerste boek je over de kerkgeschiedenis in han den kreeg, een boekje, dat jaren jaren lang van de grootste beko ring is geweest. Lichtbeelden En dan; er kwam een vreemde spreker over Bunyan vertellen, met lichtbeelden nog wel. En wie reisde er met Christus niet mee, langs het kruis naar de heilige stad? Neen, kleineer dit niet. In een tijd van film en televisie kun nen we ons haast niet meer inden ken, hoe zulke stille lichtbeelden trokken, <tot de ouders toe, die 's avonds de school vulden tot de laatste plaats. Maar dan was er ook nog een lezing, die ik niet gemakkelijk ver geet. De naam van de spreker ben ik vergeten en zijn onderwerp ook, maar zijn pleidooi voor de Unie en het Christelijk onderwijs, dat met zoveel zorgen had te kampen, heeft diepe indruk op mij gemaakt. Misschien dat het daardoor kwam, dat ik sindsdien zoveel Unierede voeringen met geduld en. liefde heb aangehoord. Trouwens, de waarde van het vrije Christelijk onderwijs op scholen met de bij bel werd ons ook onder schooltijd dichtbij gebracht. Zouden wij in onze tijd hier en daar in dit op zicht niet wat tekort schieten? Of vergis ik mij? Intussen zijn er vijftig jaren voorbijgegaan. Omdat ik van jongs af aan voor de schoolstrijd was geïnteresseerd heb ik met vol bewustzijn en een permanen te belangstelling de gebeurtenis sen gevolgd. De strijd tegen het liberalisme, dat zijn naam geen eer aandeed, omdat de veelgepre zen verdraagzaamheid soms ver te zoeken was vond in 1920 in ze kere zin een einde toen de wet- De Visser de financiële gelijkstel ling bracht, al gold deze alleen voor het lager onderwijs en moe ten zelfs in dit opzicht, als we aan diverse aparte takken derken, nog enige restricties worden gemaakt. Strijd Op de strijd tegen het libera lisme (in de breedste zin van het woord) is in de bezettingstijd die tegen het nationaal-socialisme ge volgd. Ik denk nog aan het hei dens getuigenis, dat ik in 1942. las in de kamer, waar mijn vrienden en ik werden verhoord: Het is ge makkelijker op de bergen te gaan dan in de dalen. In de dalen staan de kerken; op de bergen heerst Wodan nog. Zijt gij niet gedoopt, laat u niet dopen, maar blijf hei dens. Want alle vreugde stamt uit het heidendom: het Christendom kent geen vreugde, zoals ook geen Evangelist weet te vertellen, dat Jezus van Nazareth ooit gelachen heeft. Het was wrang, fel, godloos. Het bewees temeer dat het verzet te gen het nationaal-socialisme van godsdienstige betekenis was en dat wie Gode meer gehoorzamen wil de dan de mensen, geen keuze had. Maar het Christelijk onderwijs was er nog niet. Na de oorlog wer den sommigen (natuurlijk met goede bedoelingen), die de les der historici niet hadden begrepen, door een zeker nationaal eenheidsj besef aangegrepen, bewogen om te streven naar een algemeen- christelijke openbare school. Of, scherper gezegd, naar een openba re school, met algemeen-christelij ke beïnvloeding. nit streven heeft de christelijk^ s<.'iolen geschaad, doordat vele voorstanders van het christelijk onderwijs van oudsher hun koers wijzigder zonder dat zij de openbare school ook maar in enig opzicht hebben weten te ker stenen. De vrienden van de school- doorbraak hebben op het erf van het openbaar onderwijs hoege naamd niets uitgericht en geen enkele politieke partij van hun structuur kunnen bewegen wets ontwerpen voor te stellen, die school en volk zouden kunnen ker stenen. Heilig vuur De tijd draait. Een halve eeuw is voorbij. Het gevaar is niet denk beeldig, dat de betrekkelijk vredi ge periode, die het schoolleven nu doormaakt (de mammoethwet houdt slechts deskundigen bezig), funest is voor de diepte van ons onderwijsbestel. Ik weet niet, of de kwekelingen en onderwijzers, de kinderen op school en hun ouders, de predikanten en de broeders van de kerkeraad wel genoeg doordrongen zijn van de grote waarde van het onderwijs van onze kinderen op scholen met de bijbel. Als dit besef ontbreekt of maar minimaal flauw aanwezig is, mankeert er iets aan ons onderwijs en kunnen we geen verrassende resultaten bij onze opvoeding verwachten. Als het gebed voor de school en allen, die daar samen werken, groot en klein, in onze harten en huizen en kerken ontbreekt, is er iets mis. Dan zouden we na vijftig jaar or ganisatorisch stukken vooruit zijn, tot verwondering van hen, die in andere landen wonen en op onze onderwijssituatie heilig jaloers zijn, maar zouden we geestelijk verarmd moeten heten. God geve ons na vijftiv iaar nog iets van dat oude heilige vuur, dat onze voortrekkers doorgloeide. Met minder kunnen wij niet toe. Want de kinderen van ons volk mogen niet in onkunde opgroeien en moe ten tot de Heiland worden ge bracht. En onder de vele mogelijk heden, die God ons in Zijn lank moedige goedheid nog schenkt, is ook dat wonderrijke instrument van de school met de Bijbel. Voorbereiding in München in volle 'gang Felle eampagne van de Oostduitse pers voorbereidingen voor de Kir chentag, die van 12-16 augustus in deze stad wordt gehouden, volop aan de gang. De vreugde van de Duitse kerkelijke leiders over het weer plaats vinden van deze in de christelijke wereld unieke vorm van samenzijn wordt echter over schaduwd door de bange vraag naar het aantal deelnemers uit de oostzone. De communistische leiders heb ben namelijk gezegd dat er maar duizend Oostduitsers naar Mün chen zullen mogen gaan en wan neer dat het geval is wordt de Kirchentag een in hoofdzaak West- duitse aangelegenheid. En dit terwijl deze bijeenkomst altijd het symbool is geweest van de eenheid van de Duitse Evangelische Kerk,, dwars door alle politieke verdeeldheid Men rekènt op meer dan 25.000 deel nemers uit West-Duitsland. Ook uit an dere Europese landen komen telkens weer duizenden naar de Kirchentag, Maar hoe groot het Oostduitse contingent zal zijn, weet momenteel nog niemand. Want wat betekent de uitspraak van de communistische leiders? Er bestaat nog altijd de mogelijkheid dat ineens alle deelname uit de DDR verboden wordt. Maar ook dat de Oostduitse heersers de sprekers, de medewerkers in de ge spreksgroepen en de koren die uit Oost- Duitsland komen niet in het aantal van duizend zullen meerekenen. En dan zul len er nog een flink aantal christenen van achter het IJzeren Gordijn München kunnen komen. Waarschijnlijk is dit helaas echter niet. Reeds heeft de Oostduitse regering een Domkoor uit Greifenswalden reisvergunning naar de Kirchentag ge weigerd en de kerkelijke leiders beschouwen dit als een slecht teken. De Kirchentag kan dus in hoofdzaak een Westduitse aangelegenheid worden. Maar dan zal er, zoals de voorzitter var het organisatiecomité het uitdrukte „droefheid en pijn zijn in de harten o de Kirchentagdeelnemerft". En in hei kleine aantal Oostduitse deelnemers za en dan toch de gehele kérk in de oost- me blijven zien, een kerft: wier vrijheid len kan beperken, maaj- wier geloof len niet kan breken. De Oostduitse pers De Oostduitse pers is inmiddels al v ken bezig de Kirchentag verdacht maken. Men noemt de bijeenkomst louter Westduitse aangelegenheid, die t politiek doel zal moeten dienen. Het bontst maakt het in dit opzicht; nog het orgaan van de "Oostduitse CDU, n partij die in naam nog onafhankelijk maar in alles aan de leiband van de «mmunistische machthebbers loopt. Ook daar laat men niets van de Kirchentag heel. Men ziet de bijeenkomst opgenomen het plan van de Westduitse regering Geref. Almkerk tegen rapport gezangen Als eerste heeft de kerkeraad van Alm kerk zich tot de gereformeerde Generale Synode gericht naar aanleiding van het rapport „Uitbreiding gezangen". In een brief spreekt de kerkeraad uit dat hij de tijd voor de bestudering van het rapport veel te kort acht en dat hij reeds na oppervlakkige inzage van de bijlage van oordeel is dat de geboden liederen niet zonder meer kunnen w.orden aanvaard De vraag wordt ook gesteld of het geen overweging verdient contact op te nemen met de Stichting Geestelijke Liederen (van Hasper). die reeds zoveel voor de kerkzang gedaan heeft, en die zeer zeker uitnemend van advies zou kunnen dienen bij de uitbreiding van de gezangenbundel. Landelijke zendingsdag Geref. Zendingsbond Vanwege de Gereformeerde Zendings bond in de Ned. Herv, Kerk zal donder dag 6 augustus in dé bossen te Drie bergen de 48e landelijke zendingsdag worden gehouden. Als sprekens zullen op treden de heren ds A. Meijers. herv. emeritus-predikant te Utrecht, die de openingsrede houden zal, getiteld: „Ge zonden tot de heidenen om ds J. J. Poot. herv predikant te De Bilt, onder werp: „Mijne getuigen tot aan het uiter ste der aarde", ds J. R. Cuperus, herv. predikant te Waddinxveen, onderwerp: „Dageraad in het Westen", ds P. West- land, herv. predikant te St. Annaland, onderwerp: „God zal het doen gelukken", prof. dr H. Jonker, hoogleraar te Utrecht, onderwerp: „De Volkeren en Israël zul len. komen", ds L. Roetman, herv. predi kant te Wierden, onderwerp: „Een naam voor al den volke" en ds G. Boer, herv. predikant te Lunteren. onderwerp: „Strij den voor een gewonnen zaak". Ook nu worden weer enkele duizenden bezoekers verwacht, zodat de politie speciale maat regelen heeft genomen voor de auto' bussen. het extraverlof aan dat minister, Strauss aan de soldaten die de Kirchen tag willen bezoeken, toegezegd heeft. Maar gelukkig neemt vrijwel geen Oostduitser de C D.U. daar serieus. Beroepingswerk GEREF. KERKEN Bedankt voor Aalten (vac. J. Wijngaarden): A. L. Janse de Jonge te Oostvoorne. Conferentie onder auspiciën van de Wereldraad Vice-premier KanellopOulos van Grie kenland heeft zaterdag ongeveer 150 predikanten, sociologen en politieke leiders uit 34 landen in Saloniki welkomd, waar een conferentie van dagen gehouden zal worden, die organiseerd is door de Wereldraad de politieke, technolo gische en industriële vooruitgang het teippo van de sociafte verandering met een ongekende snelheid heeft opgevoerd en wat is de taak van de christelijke kerken in deze gemeenschappen? Prof. dr. Egbert ,de Vries, directeuj- van' het Instituut voor Sociale Studies in Den Haag, sprak zaterdagavond het onderwerp: Wat gebeurt er met de mens bij een snelle wijziging op sociaal gebied? Nederlanders kregen een goede indruk Vorige week werd in België een vakantiecursus gehouden voor Ne derlandse schoolhoofden en onder wijzers. Déze cursus vond plaats in het kader van een uitwisseling van Nederlandse leerkrachten met België en was een gevolg van het Belgisch-Nederlands cultureel ak koord. De week was een groot succes. Van Belgische zijde heeft ipen geen kos ten en moeite gespaard om de Neder landers blijvende indrukken en goede inzichten te verschaffen in het Belgi sche kulturele leven en het onderwijs. Dat deze uitwisselingen werkelijk nodig zijn, blijkt ook uit het feit, dat veel, zo niet de meesten van de deelnemers, eigenlijk geen of te weinig inzicht heb ben in de Belgische cultuur- en onder wijsproblemen,; die S zoveel aspecteri vertonen. Dat hierbij speciaal in het centrum van' de belangstelling staat datgene, wat het Nederlands spreken de deel biedt, is vanzelfsprekend, al staan voor deze week op het program excursies naar Charleroi en Mons. waar het kulturele leven in Wallonië en de struktuur van het onderwijs aldaar binnen det interessesfeer den gebracht. Hoogtepunten vormden de afgelopen week ongetwijfeld de rede van prof. dr. E. Lousse van de universiteit in Leuven, die sprak over de rol van Brussel in de politieke geschiedenis. In combinatie met het bezoek aan deze metropool onder leiding van de direk- teur-generaal van de opvoedende diensten van het ministerie van open baar onderwijs kregen de deelnemers een onvergetelijke indruk van deze stad, die historisch zo politiek- ei voelsgebonden aan onze hoofdstad is. Beide steden verpersoonlijken de grote liefde en strijd de volken aan de Noordzee voo vrijheid en internationale verbonden heid. Beide steden zijn ook thans nog de levende monumenten van wat fessor Lousse aldus uitdrukte: „Een volk, dat strijdt om de vrijheid strijdt voor de toekomst en mag zeker zijn van de overwinning". Dit adagium is nog onverzwakt van Advertentie ^[koudheid? 86 „Hij wacht gewoonweg zijn kans af, stuurman. McKinnon was niet minder uit zijn doen dan Ni- colson. „Een moordenaar.U hebt gehoord wat de generaal heeft verteld." „Daar zit 'm juist die moeilijkheid. Ik heb zijn verhaal gehoord." Nicolson knikte heftig, wierp een blik op Farn- holme, keek McKinnon snel even aan en staarde toen weer op zijn handen. „Ik geloof geen woord van wat hij heeft verteld. Hij heeft alles van A tot Z gelogen." Als een grote brandende bol verscheen de zon bo ven de horizon en nog geen uur later waren vrij wel alle gesprekken verstomd; de mensen uoKxen zich weer terug in hun eigen onbereikbare wereld je van onverschilligheid, in hun privé-hel van dorst en pijn. Het ene eindeloze uur na het andere .ver liep; de zon klom steeds hoger aan de blauwe, totaal wolkeloze hemel, terwijl er geen zuchtje viel te bekennen. De reddingboot lag nog altijd even on beweeglijk op het water als dit nu al dagen achter een het geval was geweest. Dat zij in die tijd toch een behoorlijk stuk zuidwaarts waren gedreven, door ALISTAIR MAC LEAN i bewuste krachtsinspanning nodig was om overeind te komen voor hun tweede water rantsoen, omstreeks het middaguur, en een of twee hadden zelfs de grootste moeite om dit door te slik ken. Nog achtenveertig uur, en dood zijn. Nicolson wist wel de mees ten zouden ongeveer angezien hij zijn sextant bij zich had: zij (vertaling Rob Limburg) een oenooi u/a --I' -ii Nicolson zich terdege bewust: elf van de twaau maanden van hat jaar liep er een zeestrommg van Straat Bangka pal zuid naar Straat Sund-a, maar van een relatieve beweging ten aanzien van net om ringende water viel absoluut niets te bespeuren. En in de boot zelf viel al evenmin enige beweging waar te nemen. Nu de zon zo hoog aan de hemel stond leidde de geringste beweging tot een toestand van uitputting, en dan ging de hijgende adem met een schril gefluit door de totaal uitgedroogde mond en langs de gebarsten en met blaren bezette lip pen. Nu en dan dribbelde de kleine Peter wat rond een alleen voor hem zelf verstaanbaar taal tje brabbelend, maar toen de middag naderde en de vochtige hitte steeds drukkender werd, kwam ook hij langzaam maar zeker tot bedaren, en ten slotte verlangde hij niets anders meer dan rustig op Gu- druns schoot te liggen en haar peinzend in de hel derblauwe ogen te kijken. Maar langzaamaan be gonnen zijn oogleden zwaar te worden en toe te vallen en al gauw was hij ingeslapen. Met een zwij gend gebaar van zijn uitgestrekte armen bood Nicol son aan hem over te nemen, opdat zij wat zou kun nen rusten, maar glimlachend schudde zij haar hoofd. Met iets van verbazing drong het opeens tot Nicolson door. dat zij bijna steeds glimlachte wan; neer hij wat zei weliswaar niet altijd, maar hij had haar eerste klacht toch nog niet vernomen, en evenmin ooit een uitdrukking van ontevredenheid op haar gezicht gezien. Hij zag hoe zij hem op een merkwaardige manier aankeek, dwong zich tot een glimlach en keek toen een andere kant uit. Af en toe weerklonk er een gemurmel van stem men van de zijbanken aan stuurboord Wat de bri gadegeneraal en juffrouw Plenderleith met elkaar te bepraten hadden, kon Nicolson in de verste ver te niet vermoeden, maar zij hadden blijkbaar genoeg hield haar smalle, uitgeteerde hand voortdurend in de zijne. Een paar dagen geleden had Nicolson dat wel wat grappig gevonden, en onwillekeurig had hij de brigadegeneraal voor zich gezien in een vroegere, minder harde tijd, onberispelijk gekleed in een rok- kostuum met een witte das, een anjelier in het knoopsgat, het haar en de snor even gitzwart als spierwit fraaie huurrijtuig gereed niets grappigs meer in zien; het was eer rustig en ontroerend: een Philemon en Baucis, die gedul dig, maar zonder vrees, op het eind zaten te wach- Latigzaam liet Nicolson zijn blik door de boot gaan. Er scheen niet veel veranderd te zijn sinds gisteren, alleen zag iedereen er weer wat zwakker, wat uitgepuitter uit; de mensen hadden de kracht nauwelijks nog om de weinige schaduwplekjes op te zoeken die er nog overbleven Zij waren er zeer slecht aan toe, en er was geen doktersoog voor no dig om te constateren dat zij de grens tussen lus- bevonden zich zowat ter hoogte van het Noordwater licht, een mijl of vijftig ten oosten van de kust van Sumatra. Wanneer er in de eerstvolgende vieren twintig uur geen regen of wind kwam, zou het niet veel meer helpen wanneer het daarna nog gebeur de. Het enige lichtpunt was de gezondheid van de ka pitein. Vlak na het aanbreken van de dag was hij bijgekomen en nu zat hij op een van de dwarsban- ken, kennelijk vastbesloten het bewustzijn niet op nieuw te verliezen. Hij kon weer gewoon praten voor zover er dan met hun uitgedroogde kelen nog sprake kon zijn van „gewoon" praten en hij gaf in het geheel geen bloed meer op. Hij was een heel stuk magerder geworden in de afgelopen week, maar zag er toch beter uit dan hij het in dagen had ge daan. Als hij het niet voor zijn ogen had zien ge beuren, zou Nicolson nooit hebben- geloofd, dat het mogelijk was, dat iemand met een kogel in zijn,lon gen of zijn ribben, van alle geneeskundige hulp ver stoken, de ontberingen van de afgelopen week had kunnen doorstaan. Het herstellingsvermogen van Findhorn, die toch al vlak aan zijn pensioen toe was, bleek eenvoudig ongelooflijk te zijn. Hij wist dat de kapitein geen doel meer had om voor te le ven: geen vrouw, geen kinderen, letterlijk niets meer, en daardoor werden zijn moed en zijn taai heid nog des te verbazingwekkender. En des te tragischer ook, aangezien hij toch, ondanks al-zijn energie, een doodziek man was, en het einde riiet ver meer kon zijn. Was het misschien zijn verant woordelijkheidsgevoel, dat hem staande hield? Het was moeilijk, ja, onmogelijk het te zeggep. Het drong opeens tot Nicolson door, dat hij zelf te (hoe was, te onverschillig geworden, om daar nog lan ger over te piekeren. Het deed er eenvoudig niet meer toe; niets was eigenlijk nog de moeite waard. Hij sloot de ogen, om deze even-te laten bekomen van het felle geflikker van het zonlicht op het wa ter, en dommelde al gauw in, ondanks de branden de middagzon. (Wordt vervolgd) kracht voor de generatie van onz« tijd. Daarnaast heeft de heer Calsius hoofd inspekteur l.o. in een-zeer gedocumen teerde voordracht de ontwikkelings- mogelijkheden-en-moeilijkheden de Limburgse Kempen naar voren bracht, Het zijn in dit, zo nauw ons Brabant en Limburg verwante verbonden gebied niet verkwijnings- maar groeiproblemen, hetgeen ook op het terrein van de volkscultuur vragen stelt, die om een oplossing pen en waarbij men niet zonder reden steun van Nederlandse zijde verwacht en naar ons is gebleken ook ontvangt in de vorm van o.a. optreden van ge renommeerde toneel- en muziekgezel schappen. Dat men terzake van het onderwij: niet achteraan komt, bewijzen wel de nieuwe scholen, die gebouwd worden en waarvan o.a. de Rijksmijnbouw- school te Hasselt een voorbeeld is. Dat het onderwijs de volle belangstelling heeft van de rijks-, provinciale- en "gémëèntelijk overheid is wel duidelijk gebleken, al zijn de moeilijkheden die verbonden zijn aan het verwezenlijken van alle plannen toch wel identiek met die waar we in ons land kampen. Op het terrein van pedagogische ge schriften is België rijkelijk voor Niet minder dan 90 periodieken schijnen er, en wel o.a. op het terrein van de theoretische studie van de op voedingsproblemen voor de vorming en vervolmaking van de leerkrachten, op het gebied van de didaktiek, op dat van de opvoeding volgens geslacht leeftijd en nog vele anderen. Het program moge misschien hier daar iets overladen zijn, gezorgd is toch tevens voor een gezonde afwis seling. We denken hier aan het be zoek aan het provinciaal domein openluchtmuseum te Bokrijk, gelijkend op wat wij in Arnhem bezitten, aan de wandelvoordrachten in het Konink lijk Museüm voor Schone Kunsten te Brussel, waar werken van Rubens, Jordaans en Breugel èen onvergete lijke indruk maakten, aan het bezoek aan het museum van Belgisch-Kongo te Tervuren, en aan het op zaterdag avond door de dienst voor volksoplei ding bij het ministerie van opbare derwijs aangeboden concert waar Haydn-kwartet optrad. VAN HER EN DER De Hervormde predikant ds. A. Klamer, die inmiddels „radio-pastor" geworden is, heeft er in het Maastrichtse ge meenteblad voor gepleit om het avond maal ook thuis door de gemeenteleden te laten vieren. „In myn gedachten ik een paar leden van een huis gemeente een huisavondmaal regelen by een paar gemeenteleden in de buurt, die om een of andere reden de weg naar het „grote" avondmaal niet meer kunnen vinden Kruiswoordpuzzel ZONDER ZWART Horizontaal: 1 wezelachtig verscheu rend dieropening; 2. langwerpig rond— gekheid; 3. zuiverwater, in België; baan voor balspel—gem. in Limb.; eenjarig kalfvoedsel; 6. een weinig scheelplaats in Gelderland; 7. bezink selboomvoorzetsel; 8. Europeanen— ridderteken; 9. voegwoordgem. N.H. Verticaal: 1. metselspecieaanwijzend voornaamw.; 2. nakomelingEuropea nen; 3. bekend gebouw in Amsterdam- onheilaanbrengende godin—vogel; 4 raaklijn (meetkunde)oude lengtemaat; 5. op een andere plaatsafgesloten be bouwd veld; 6. stok3de zoon van Jacob en Leavoorzetsel; 7. oude vlaktemaat —maanstandhangt aan de mast; 8. biersoortverdikking der opperhuid- afkorting van dona; 9. voorzetselonbe kendevrucht. OPLOSSIN GVORIGE PUZZEL 1. ervaren; 2. eerloos; 3. Leerdam; 4. naderen; 5. ontwerp; 6. vertier; 7. duister; 8. onsterk; 9. nederig; 10. sterk te; Jl. nergens; 12. erfenis. Rekening houden met de gevoeligheden van een ander, ja die zelfs verdragenWie het kan en het volhoudt is iemand om respect voor te hebben. Gemakkelijk is het beslist niet. Wanneer men zelf volledig overtuigd is van de juistheid van een bepaalde handeling of aanpak, dan valt het beslist niet mee eigen voornemens prijs te geven, omdat een ander daar tegen bezwaren heeft. Maar ja, in het leven leer je wel, dat het soms beter is lange tenen te ontzien! Zo redeneren wij dan, maar of we ook altijd gelijk hebben staat nog ernstig te bezien. Dat geldt voor de praktische dingen van het dagelijks leven maar niet minder in allerlei geestelijke aangelegenheden. Als, heel concreet, iemand ons dringend adviseert bepaalde ge woonten na te laten, moeten we ons er niet vanaf maken met opmerkingen over kleinzieligheid of kinderachtigheid. Wij kunnen die gewoonten naar volle overtuiging „gewoon" vin den en zonder enig kwaad, maar wij kunnen nog beter luiste ren naar het woord van Paulus in de brief aan de Romeinen: „Wij, die sterk zijn, moeten de gevoeligheden der zwakken verdragen ën niet onszelf behagen." Misschien bént u wel sterk, maar het kan beter zijn die. sterkte ongebruikt te laten. Dat is een gulden regel in het christelijk leven, een uitvloeisel van het gebod der liefde! UITGROEI DER TELEVISIE langrijke vorderingen gemaakt. Vori ge week immers kon het 500.000ste televisietoestel geregistreerd worden. Dat de wereld van de televisie van dit gebeuren iets extra's gemaakt heeft, mocht voor de hand liggen. Het gebeuren was op zichzelf overi gens belangrijk genoeg. Men kan zeggen dat ook ten onzent de televisie zich allengs tot een mas samedium ontwikkeld heeft. Eerst was dit het geval met de drukpers, de radio heeft zich daarbij gevoegd, en als derde in deze reeks is er nu dan de televisie. Bij radio en televisie was het anders dan bij de drukpers. Er was reeds, zij het op bescheiden schaal, een drukpers, lang voordat een onver hoedse technische uitgroei haar tot een massamedium maakte. Maar bij de radio was de techniek er als het ware bij het begin: de radio had niet lange tijd nodig om tot massamedium te worden. En bij de televisie is het niet anders. Meer nog dan bij de drukpers het ge val was, zijn we door radio en televi sie als het ware overvallen. Men be grijpt, welke vragen dit oproept. De belangrijkste is wellicht, of we voor deze snelle uitgroei van de televisie gereed zijn. En onder gereed verstaan we dan natuurlijk in het bijzonder geestelijk gereed. Met e'en bepaalde som voor de aan schaf of met een redelijke regeling voor de afbetaling bij de aanschaf zijn we er niet. Beslissend is, of we tegen de werking van de massamid delen ook enigszins zijn opgewassen. Beslissend is, of we bij het lezen, luisteren en kijken heer blijven van de situatie, dan dat we ons tot slaaf laten degraderen. Is ons lezen, luisteren en kijken al leen maar passief? Zijn we een spons die alles opneemt? Of blijven we ook bij het lezen, luisteren en kijken ac tief bezig? Weten we ons erbij be trokken? Zijn we ons bewust van de invloed die er altijd weer van uit gaat? Uitgaat op onszelf en op onze kinderen? Drukpers, radio en televisie kunnen prachtige middelen zijn. Maar we moeten ze weten te gebruiken. Dat betekent, dat we niet zelf gebruikt moeten worden. En wie gebruikt wordt, wordt vèrbruikt. Ze openen een wereld voor ons. Maar laten we erop toezien, dat bij een geopende we reld niet tegelijk een hemel wordt toegesloten. Men kan zoveel aandacht hebben voor de dingen om zich heen, dat men zich de tijd niet langer gunt van inkeer. Te dankbaarder mogen we zijn, dat in ons land gestreefd is naar een mo gelijkheid voor elk van de drie mas samiddelen drukpers, radio en te- levisie om de kijk op de wereld te plaatsen onder de toets van de open hemel. Zeggen we te veel, wanneer we menen, dat de massamiddelen zo eerst recht aangedurfd kunnen wor den? Maar dan liggen er tegelijk ook enorme kansen in, die met erkente lijkheid dienen te worden benut. UITBLIJVENDE HOOFDSTAD TAE ministers van buitenlandse za- ken van Klein Europa hebben opnieuw de aanwijzing van een Europese hoofdstad uitgesteld, en wel voor drie jaar. Zij hebben dus weer geen gehoor gegeven aan de aandrang van het Europese parle ment om nu toch eerts tot een be slissing te komen. Het hernieuwde uitstel is al even teleurstellend als zulks met het vorige het geval was. Men moet im mers aannemen, dat het uitblijven van een aanwijzing van de hoofd stad belemmerend werkt op de voortschrijding van de Europese integratie. Zoals een stad en een dorp een stadhuis, een raadhuis, behoeven, en zoals een provincie en een land een hoofdstad, zo ook het nieuwe Europa. Dat is nodig voor de ad ministratie. Zolang er geen aan gewezen hoofdstad is, zijn grote ge tallen ambtenaren genoopt van de ene stad naar de andere te trek ken, hetgeen aanzienlijk ongemak en even aanzienlijke kosten met zich brengt. Maar nog noodzakelij ker is het, omdat het nieuwe Europa, wil het metterdaad een BESLISSENDE WEEK bepaalde inhoud krijgen, een con centratiepunt behoeft. Ainnen het Europese parlement heeft men dit begrepen. We ver moeden zo, dat de ministers van buitenlandse zaken het ook wel be grijpen. Maar het is nu eenmaal ge makkelijker om op een oplossing aan te dringen dan om de regeling zelf te moeten treffen. Tot het eer ste heeft het Europese parlement zich mogen beperken, het tweede, dus het moeilijkste, is de taak van de ministers. Hoe het zij, er zijn aanwijzingen, dat het Europese parlement niet lang meer bereid is, met uitstel van de beslissing genoegen te nemen. Blijven de ministers nalatig, dan zal het parlement zelf een vestigings plaats voor zich kiezen. Het lijkt niet uitgesloten, dat de ministers dan wel zullen volgen. Misschien laten de ministers het er wel op aan komen, dat het parle ment zelf het heft in handen neemt. Dan kunnen ze volgen in plaats van voorgaan. Maar indien dit al een oplossing zou zijn, een elegante op lossing ware het niet. TLTET BEZOEK van de Amerikaanse vice-president Nixon aan de Sow- jetunie heeft de aandacht afgeleid van de ministersconferentie te Ge- nève. Algemeen verwacht men dan ook, dat als er een „verlossend woord" zal worden gesproken dit niet uit Genève, maar uit Moskou zal komen. Vorige week voelde de Amerikaan Herter er al veel voor, het gesprek af te breken. Dat het niet zover kwam, was voornamelijk het gevolg van de moeilijkheden, waarin de Brit Selwyn Lloyd dreigde te gera ken. Het Britse Lagerhuis gaat pas aan het eind van deze maand op reces, en Selwyn Lloyd zag er erg tegen op om het afbreken van de confe rentie tegenover de socialistische oppositie te verdedigen. Bovendien verkondigde hij de mening, dat er nog een kleine kans op een beperkt en tijdelijk akkoord over Berlijn zou bestaan. Nixons reis naar Moskou heeft zowel in de Amerikaanse als in de Britse overwegingen een belangrijke rol ge speeld. Het was de bedoeling van Herter, aan de vooravond van Nixons bezoek duidelijk de impasse in de Geneefse besprekingen te demonstre ren. Hij kon daarbij volstaan met zijn dreigement, het gesprek af te bre- Voor de Britten, en met name pre mier Macmillan, heeft de reis van Nixon een geheel andere betekenis. De mogelijkheid is namelijk niet uit gesloten, dat, als gevolg van diens gesprekken met Chroesjtsjef, een of andere oplossing voor de moeilijkhe den in Genève wordt gevonden. Dit zou ongetwijfeld voor de Britten tot prestigeverlies leiden. Het ligt dan ook in de lijn der ver wachtingen, dat Selwyn Lloyd in de komende dagen tijdens de Geneefse besprekingen een grote activiteit zal ontplooien om, eventueel na het doorbreken van de impasse, van een Brits succes te kunnen spreken. Daarom is het te hopen, dat zowel Nixon als Lloyd de nodige voorzich tigheid aan de dag leggen, willen zij vermijden, dat de eenheid in het westelijke kamp wordt verstoord door een ongezonde ijver om met de eer van een op zichzelf wellicht twijfel achtig succes te kunnen strijken. Roemeense Orthodoxen in de V.S. willen naar wereldconcilie Het Roemeense Orthodoxe Episcopaal Amerika heeft verklaard op basis van gelijkheid graag te willen samenwerken met de Rooms Katholieke Kerk in het „Oecumenisch" Concilie, dat Paus Jo hannes bijeengeroepen heeft. Zij zal dit genodigd. Deze positieve verklaring is echter met veel restricties omgeven. Er staan, aldus de Roemeense orthodoxen, nog een groot aantal belemmeringen de eenheid in de weg. Men noemde in dit verband het dogma van de pauselijke onfeilbaarheid, het bestaan van Oosterse r.k. kerken in le Orthodoxe landen en de bekerings- jver van de Roomse kerk in deze landen. Men besloot voorts actieve mede werking te blijven verlenen aan het de Wereldraad der Kerken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1959 | | pagina 2