CHEISIFLIJK.
,Onze Vacatures" 1111
vijftig jaar oud
Aantal Oostduitsers op
Kirchentag 1102 onzeker
Vakantiecursus in België
voor onderwijzers
WoottV^
Ontsnapt
l langs Krakatau
Eeri moord voor vandaag
Kanttekening
Herdenkingsartikel
van Prof. Itterzon
LJET zeer bekende christelijke
schoolblad „Onze Vacatures"
bestaat dit jaar vijftig jaar. In
het herdenkingsnummer haalt
de voorzitter van de Schoolraad,
de Utrechtse hoogleraar dr. G. P.
van Itterzon, enkele herinne
ringen uit vroeger jaren op.
Uit mijn jongenstijd staat het
jaar 1909 heel bijzonder in mijn
herinnering gegrift. Verschillende
factoren werkten daartoe mede.
Als ik. op verzoek van de redac
tie bij het halve eeuwfeest van
,,Onze Vacatures" de momenten
verzamel, die aan 1909 een aparte
kleur hebben gegeven, was de ge
boorte van onze koningin Juliana
een vreugdevol feit. Natuurlijk
ging het bericht, dat er een prin
sesje was geboren, als iets erg
blij's door ons schoolleven heen.
Het werd ons kinderlijk duidelijk
gemaakt, hoe God ons Oranjehuis
had willen zegenen: de Oranje
boom was niet gestorven en als
God het jonge leven zou willen spa
ren, bleef Oranje voor Nederland
bewaard. Daarom baden wij als
kinderen het gebed van ,,de mees
ter" van harte mee en begrepen
we later, van hoeveel betekenis
dit was geweest. Waren er in Ne
derland geen scholen, waar het
gebed contrabande was en waar
in die dagen het echt vaderlands
lied niet werd gezongen, omdat
men volkomen „neutraal" wilde
blijven? Wie het vergeten is, leze
er de geschiedenis van Dr. Lan-
gedijk nog eens op na.
Doch ook in kleiner formaat nam
1909 in mijn kinderjaren een spre
kende plaats in. Het was het jaar
van de eerste echte lessen in de
geschiedenis en aardrijkskunde,
zelfs (door omstandigheden! het
jaar, waarin ik mijn eerste boek
je over de kerkgeschiedenis in han
den kreeg, een boekje, dat jaren
jaren lang van de grootste beko
ring is geweest.
Lichtbeelden
En dan; er kwam een vreemde
spreker over Bunyan vertellen,
met lichtbeelden nog wel. En wie
reisde er met Christus niet mee,
langs het kruis naar de heilige
stad? Neen, kleineer dit niet. In
een tijd van film en televisie kun
nen we ons haast niet meer inden
ken, hoe zulke stille lichtbeelden
trokken, <tot de ouders toe, die
's avonds de school vulden tot de
laatste plaats.
Maar dan was er ook nog een
lezing, die ik niet gemakkelijk ver
geet. De naam van de spreker ben
ik vergeten en zijn onderwerp ook,
maar zijn pleidooi voor de Unie
en het Christelijk onderwijs, dat
met zoveel zorgen had te kampen,
heeft diepe indruk op mij gemaakt.
Misschien dat het daardoor kwam,
dat ik sindsdien zoveel Unierede
voeringen met geduld en. liefde
heb aangehoord. Trouwens, de
waarde van het vrije Christelijk
onderwijs op scholen met de bij
bel werd ons ook onder schooltijd
dichtbij gebracht. Zouden wij in
onze tijd hier en daar in dit op
zicht niet wat tekort schieten? Of
vergis ik mij?
Intussen zijn er vijftig jaren
voorbijgegaan. Omdat ik van
jongs af aan voor de schoolstrijd
was geïnteresseerd heb ik met
vol bewustzijn en een permanen
te belangstelling de gebeurtenis
sen gevolgd. De strijd tegen het
liberalisme, dat zijn naam geen
eer aandeed, omdat de veelgepre
zen verdraagzaamheid soms ver
te zoeken was vond in 1920 in ze
kere zin een einde toen de wet-
De Visser de financiële gelijkstel
ling bracht, al gold deze alleen
voor het lager onderwijs en moe
ten zelfs in dit opzicht, als we aan
diverse aparte takken derken, nog
enige restricties worden gemaakt.
Strijd
Op de strijd tegen het libera
lisme (in de breedste zin van het
woord) is in de bezettingstijd die
tegen het nationaal-socialisme ge
volgd. Ik denk nog aan het hei
dens getuigenis, dat ik in 1942. las
in de kamer, waar mijn vrienden
en ik werden verhoord: Het is ge
makkelijker op de bergen te gaan
dan in de dalen. In de dalen staan
de kerken; op de bergen heerst
Wodan nog. Zijt gij niet gedoopt,
laat u niet dopen, maar blijf hei
dens. Want alle vreugde stamt uit
het heidendom: het Christendom
kent geen vreugde, zoals ook geen
Evangelist weet te vertellen, dat
Jezus van Nazareth ooit gelachen
heeft.
Het was wrang, fel, godloos. Het
bewees temeer dat het verzet te
gen het nationaal-socialisme van
godsdienstige betekenis was en dat
wie Gode meer gehoorzamen wil
de dan de mensen, geen keuze had.
Maar het Christelijk onderwijs
was er nog niet. Na de oorlog wer
den sommigen (natuurlijk met
goede bedoelingen), die de les der
historici niet hadden begrepen,
door een zeker nationaal eenheidsj
besef aangegrepen, bewogen om
te streven naar een algemeen-
christelijke openbare school. Of,
scherper gezegd, naar een openba
re school, met algemeen-christelij
ke beïnvloeding. nit streven heeft
de christelijk^ s<.'iolen geschaad,
doordat vele voorstanders van het
christelijk onderwijs van oudsher
hun koers wijzigder zonder dat zij
de openbare school ook maar in
enig opzicht hebben weten te ker
stenen. De vrienden van de school-
doorbraak hebben op het erf van
het openbaar onderwijs hoege
naamd niets uitgericht en geen
enkele politieke partij van hun
structuur kunnen bewegen wets
ontwerpen voor te stellen, die
school en volk zouden kunnen ker
stenen.
Heilig vuur
De tijd draait. Een halve eeuw
is voorbij. Het gevaar is niet denk
beeldig, dat de betrekkelijk vredi
ge periode, die het schoolleven nu
doormaakt (de mammoethwet
houdt slechts deskundigen bezig),
funest is voor de diepte van ons
onderwijsbestel. Ik weet niet, of
de kwekelingen en onderwijzers,
de kinderen op school en hun
ouders, de predikanten en
de broeders van de kerkeraad
wel genoeg doordrongen zijn van
de grote waarde van het
onderwijs van onze kinderen op
scholen met de bijbel. Als dit
besef ontbreekt of maar minimaal
flauw aanwezig is, mankeert er
iets aan ons onderwijs en kunnen
we geen verrassende resultaten bij
onze opvoeding verwachten. Als
het gebed voor de school en allen,
die daar samen werken, groot en
klein, in onze harten en huizen en
kerken ontbreekt, is er iets mis.
Dan zouden we na vijftig jaar or
ganisatorisch stukken vooruit zijn,
tot verwondering van hen, die in
andere landen wonen en op onze
onderwijssituatie heilig jaloers
zijn, maar zouden we geestelijk
verarmd moeten heten.
God geve ons na vijftiv iaar nog
iets van dat oude heilige vuur, dat
onze voortrekkers doorgloeide. Met
minder kunnen wij niet toe. Want
de kinderen van ons volk mogen
niet in onkunde opgroeien en moe
ten tot de Heiland worden ge
bracht. En onder de vele mogelijk
heden, die God ons in Zijn lank
moedige goedheid nog schenkt, is
ook dat wonderrijke instrument
van de school met de Bijbel.
Voorbereiding in München in volle 'gang
Felle eampagne van
de Oostduitse pers
voorbereidingen voor de Kir
chentag, die van 12-16 augustus in
deze stad wordt gehouden, volop
aan de gang. De vreugde van de
Duitse kerkelijke leiders over het
weer plaats vinden van deze in de
christelijke wereld unieke vorm
van samenzijn wordt echter over
schaduwd door de bange vraag
naar het aantal deelnemers uit de
oostzone.
De communistische leiders heb
ben namelijk gezegd dat er maar
duizend Oostduitsers naar Mün
chen zullen mogen gaan en wan
neer dat het geval is wordt de
Kirchentag een in hoofdzaak West-
duitse aangelegenheid.
En dit terwijl deze bijeenkomst altijd
het symbool is geweest van de eenheid
van de Duitse Evangelische Kerk,,
dwars door alle politieke verdeeldheid
Men rekènt op meer dan 25.000 deel
nemers uit West-Duitsland. Ook uit an
dere Europese landen komen telkens
weer duizenden naar de Kirchentag,
Maar hoe groot het Oostduitse contingent
zal zijn, weet momenteel nog niemand.
Want wat betekent de uitspraak van de
communistische leiders? Er bestaat nog
altijd de mogelijkheid dat ineens alle
deelname uit de DDR verboden wordt.
Maar ook dat de Oostduitse heersers de
sprekers, de medewerkers in de ge
spreksgroepen en de koren die uit Oost-
Duitsland komen niet in het aantal van
duizend zullen meerekenen. En dan zul
len er nog een flink aantal christenen
van achter het IJzeren Gordijn
München kunnen komen.
Waarschijnlijk is dit helaas echter
niet. Reeds heeft de Oostduitse regering
een Domkoor uit Greifenswalden
reisvergunning naar de Kirchentag ge
weigerd en de kerkelijke leiders
beschouwen dit als een slecht teken.
De Kirchentag kan dus in hoofdzaak
een Westduitse aangelegenheid worden.
Maar dan zal er, zoals de voorzitter var
het organisatiecomité het uitdrukte
„droefheid en pijn zijn in de harten
o
de Kirchentagdeelnemerft". En in hei
kleine aantal Oostduitse deelnemers za
en dan toch de gehele kérk in de oost-
me blijven zien, een kerft: wier vrijheid
len kan beperken, maaj- wier geloof
len niet kan breken.
De Oostduitse pers
De Oostduitse pers is inmiddels al v
ken bezig de Kirchentag verdacht
maken. Men noemt de bijeenkomst
louter Westduitse aangelegenheid, die t
politiek doel zal moeten dienen.
Het bontst maakt het in dit opzicht;
nog het orgaan van de "Oostduitse CDU,
n partij die in naam nog onafhankelijk
maar in alles aan de leiband van de
«mmunistische machthebbers loopt. Ook
daar laat men niets van de Kirchentag
heel. Men ziet de bijeenkomst opgenomen
het plan van de Westduitse regering
Geref. Almkerk tegen
rapport gezangen
Als eerste heeft de kerkeraad van Alm
kerk zich tot de gereformeerde Generale
Synode gericht naar aanleiding van het
rapport „Uitbreiding gezangen". In een
brief spreekt de kerkeraad uit dat hij de
tijd voor de bestudering van het rapport
veel te kort acht en dat hij reeds na
oppervlakkige inzage van de bijlage van
oordeel is dat de geboden liederen niet
zonder meer kunnen w.orden aanvaard
De vraag wordt ook gesteld of het geen
overweging verdient contact op te nemen
met de Stichting Geestelijke Liederen
(van Hasper). die reeds zoveel voor de
kerkzang gedaan heeft, en die zeer zeker
uitnemend van advies zou kunnen dienen
bij de uitbreiding van de gezangenbundel.
Landelijke zendingsdag
Geref. Zendingsbond
Vanwege de Gereformeerde Zendings
bond in de Ned. Herv, Kerk zal donder
dag 6 augustus in dé bossen te Drie
bergen de 48e landelijke zendingsdag
worden gehouden. Als sprekens zullen op
treden de heren ds A. Meijers. herv.
emeritus-predikant te Utrecht, die de
openingsrede houden zal, getiteld: „Ge
zonden tot de heidenen om ds J. J.
Poot. herv predikant te De Bilt, onder
werp: „Mijne getuigen tot aan het uiter
ste der aarde", ds J. R. Cuperus, herv.
predikant te Waddinxveen, onderwerp:
„Dageraad in het Westen", ds P. West-
land, herv. predikant te St. Annaland,
onderwerp: „God zal het doen gelukken",
prof. dr H. Jonker, hoogleraar te Utrecht,
onderwerp: „De Volkeren en Israël zul
len. komen", ds L. Roetman, herv. predi
kant te Wierden, onderwerp: „Een naam
voor al den volke" en ds G. Boer, herv.
predikant te Lunteren. onderwerp: „Strij
den voor een gewonnen zaak". Ook nu
worden weer enkele duizenden bezoekers
verwacht, zodat de politie speciale maat
regelen heeft genomen voor de auto'
bussen.
het extraverlof aan dat minister,
Strauss aan de soldaten die de Kirchen
tag willen bezoeken, toegezegd heeft.
Maar gelukkig neemt vrijwel geen
Oostduitser de C D.U. daar serieus.
Beroepingswerk
GEREF. KERKEN
Bedankt voor Aalten (vac. J.
Wijngaarden): A. L. Janse de Jonge
te Oostvoorne.
Conferentie onder
auspiciën van de
Wereldraad
Vice-premier KanellopOulos van Grie
kenland heeft zaterdag ongeveer 150
predikanten, sociologen en politieke
leiders uit 34 landen in Saloniki
welkomd, waar een conferentie van
dagen gehouden zal worden, die
organiseerd is door de Wereldraad
de politieke, technolo
gische en industriële vooruitgang het
teippo van de sociafte verandering met
een ongekende snelheid heeft opgevoerd
en wat is de taak van de christelijke
kerken in deze gemeenschappen?
Prof. dr. Egbert ,de Vries, directeuj-
van' het Instituut voor Sociale Studies
in Den Haag, sprak zaterdagavond
het onderwerp: Wat gebeurt er met de
mens bij een snelle wijziging op sociaal
gebied?
Nederlanders kregen een goede indruk
Vorige week werd in België een
vakantiecursus gehouden voor Ne
derlandse schoolhoofden en onder
wijzers. Déze cursus vond plaats
in het kader van een uitwisseling
van Nederlandse leerkrachten met
België en was een gevolg van het
Belgisch-Nederlands cultureel ak
koord. De week was een groot
succes.
Van Belgische zijde heeft ipen geen kos
ten en moeite gespaard om de Neder
landers blijvende indrukken en goede
inzichten te verschaffen in het Belgi
sche kulturele leven en het onderwijs.
Dat deze uitwisselingen werkelijk nodig
zijn, blijkt ook uit het feit, dat veel,
zo niet de meesten van de deelnemers,
eigenlijk geen of te weinig inzicht heb
ben in de Belgische cultuur- en onder
wijsproblemen,; die S zoveel aspecteri
vertonen. Dat hierbij speciaal in het
centrum van' de belangstelling staat
datgene, wat het Nederlands spreken
de deel biedt, is vanzelfsprekend, al
staan voor deze week op het program
excursies naar Charleroi en Mons.
waar het kulturele leven in Wallonië
en de struktuur van het onderwijs
aldaar binnen det interessesfeer
den gebracht.
Hoogtepunten vormden de afgelopen
week ongetwijfeld de rede van prof.
dr. E. Lousse van de universiteit in
Leuven, die sprak over de rol van
Brussel in de politieke geschiedenis. In
combinatie met het bezoek aan deze
metropool onder leiding van de direk-
teur-generaal van de opvoedende
diensten van het ministerie van open
baar onderwijs kregen de deelnemers
een onvergetelijke indruk van deze
stad, die historisch zo politiek- ei
voelsgebonden aan onze hoofdstad
is. Beide steden verpersoonlijken
de grote liefde en strijd
de volken aan de Noordzee voo
vrijheid en internationale verbonden
heid. Beide steden zijn ook thans nog
de levende monumenten van wat
fessor Lousse aldus uitdrukte: „Een
volk, dat strijdt om de vrijheid strijdt
voor de toekomst en mag zeker zijn
van de overwinning".
Dit adagium is nog onverzwakt van
Advertentie
^[koudheid?
86
„Hij wacht gewoonweg zijn kans af, stuurman.
McKinnon was niet minder uit zijn doen dan Ni-
colson. „Een moordenaar.U hebt gehoord wat de
generaal heeft verteld."
„Daar zit 'm juist die moeilijkheid. Ik heb zijn
verhaal gehoord."
Nicolson knikte heftig, wierp een blik op Farn-
holme, keek McKinnon snel even aan en staarde
toen weer op zijn handen. „Ik geloof geen woord
van wat hij heeft verteld. Hij heeft alles van A tot
Z gelogen."
Als een grote brandende bol verscheen de zon bo
ven de horizon en nog geen uur later waren vrij
wel alle gesprekken verstomd; de mensen uoKxen
zich weer terug in hun eigen onbereikbare wereld
je van onverschilligheid, in hun privé-hel van dorst
en pijn. Het ene eindeloze uur na het andere .ver
liep; de zon klom steeds hoger aan de blauwe,
totaal wolkeloze hemel, terwijl er geen zuchtje viel
te bekennen. De reddingboot lag nog altijd even on
beweeglijk op het water als dit nu al dagen achter
een het geval was geweest. Dat zij in die tijd toch
een behoorlijk stuk zuidwaarts waren gedreven,
door ALISTAIR MAC LEAN i
bewuste krachtsinspanning nodig
was om overeind te komen voor hun tweede water
rantsoen, omstreeks het middaguur, en een of twee
hadden zelfs de grootste moeite om dit door te slik
ken. Nog achtenveertig uur, en
dood zijn. Nicolson wist wel
de mees ten zouden
ongeveer
angezien hij zijn sextant bij zich had: zij
(vertaling Rob Limburg)
een oenooi u/a --I' -ii
Nicolson zich terdege bewust: elf van de twaau
maanden van hat jaar liep er een zeestrommg van
Straat Bangka pal zuid naar Straat Sund-a, maar
van een relatieve beweging ten aanzien van net om
ringende water viel absoluut niets te bespeuren.
En in de boot zelf viel al evenmin enige beweging
waar te nemen. Nu de zon zo hoog aan de hemel
stond leidde de geringste beweging tot een toestand
van uitputting, en dan ging de hijgende adem met
een schril gefluit door de totaal uitgedroogde mond
en langs de gebarsten en met blaren bezette lip
pen. Nu en dan dribbelde de kleine Peter wat
rond een alleen voor hem zelf verstaanbaar taal
tje brabbelend, maar toen de middag naderde en
de vochtige hitte steeds drukkender werd, kwam ook
hij langzaam maar zeker tot bedaren, en ten slotte
verlangde hij niets anders meer dan rustig op Gu-
druns schoot te liggen en haar peinzend in de hel
derblauwe ogen te kijken. Maar langzaamaan be
gonnen zijn oogleden zwaar te worden en toe te
vallen en al gauw was hij ingeslapen. Met een zwij
gend gebaar van zijn uitgestrekte armen bood Nicol
son aan hem over te nemen, opdat zij wat zou kun
nen rusten, maar glimlachend schudde zij haar
hoofd. Met iets van verbazing drong het opeens tot
Nicolson door. dat zij bijna steeds glimlachte wan;
neer hij wat zei weliswaar niet altijd, maar hij
had haar eerste klacht toch nog niet vernomen, en
evenmin ooit een uitdrukking van ontevredenheid op
haar gezicht gezien. Hij zag hoe zij hem op een
merkwaardige manier aankeek, dwong zich tot een
glimlach en keek toen een andere kant uit.
Af en toe weerklonk er een gemurmel van stem
men van de zijbanken aan stuurboord Wat de bri
gadegeneraal en juffrouw Plenderleith met elkaar
te bepraten hadden, kon Nicolson in de verste ver
te niet vermoeden, maar zij hadden blijkbaar genoeg
hield haar smalle, uitgeteerde hand voortdurend in
de zijne. Een paar dagen geleden had Nicolson dat
wel wat grappig gevonden, en onwillekeurig had hij
de brigadegeneraal voor zich gezien in een vroegere,
minder harde tijd, onberispelijk gekleed in een rok-
kostuum met een witte das, een anjelier in het
knoopsgat, het haar en de snor even gitzwart als
spierwit
fraaie huurrijtuig gereed
niets grappigs meer in zien; het was eer rustig
en ontroerend: een Philemon en Baucis, die gedul
dig, maar zonder vrees, op het eind zaten te wach-
Latigzaam liet Nicolson zijn blik door de boot
gaan. Er scheen niet veel veranderd te zijn sinds
gisteren, alleen zag iedereen er weer wat zwakker,
wat uitgepuitter uit; de mensen hadden de kracht
nauwelijks nog om de weinige schaduwplekjes op
te zoeken die er nog overbleven Zij waren er zeer
slecht aan toe, en er was geen doktersoog voor no
dig om te constateren dat zij de grens tussen lus-
bevonden zich zowat ter hoogte van het Noordwater
licht, een mijl of vijftig ten oosten van de kust van
Sumatra. Wanneer er in de eerstvolgende vieren
twintig uur geen regen of wind kwam, zou het niet
veel meer helpen wanneer het daarna nog gebeur
de.
Het enige lichtpunt was de gezondheid van de ka
pitein. Vlak na het aanbreken van de dag was hij
bijgekomen en nu zat hij op een van de dwarsban-
ken, kennelijk vastbesloten het bewustzijn niet op
nieuw te verliezen. Hij kon weer gewoon praten
voor zover er dan met hun uitgedroogde kelen nog
sprake kon zijn van „gewoon" praten en hij gaf
in het geheel geen bloed meer op. Hij was een heel
stuk magerder geworden in de afgelopen week, maar
zag er toch beter uit dan hij het in dagen had ge
daan. Als hij het niet voor zijn ogen had zien ge
beuren, zou Nicolson nooit hebben- geloofd, dat het
mogelijk was, dat iemand met een kogel in zijn,lon
gen of zijn ribben, van alle geneeskundige hulp ver
stoken, de ontberingen van de afgelopen week had
kunnen doorstaan. Het herstellingsvermogen van
Findhorn, die toch al vlak aan zijn pensioen toe
was, bleek eenvoudig ongelooflijk te zijn. Hij wist
dat de kapitein geen doel meer had om voor te le
ven: geen vrouw, geen kinderen, letterlijk niets
meer, en daardoor werden zijn moed en zijn taai
heid nog des te verbazingwekkender. En des te
tragischer ook, aangezien hij toch, ondanks al-zijn
energie, een doodziek man was, en het einde riiet
ver meer kon zijn. Was het misschien zijn verant
woordelijkheidsgevoel, dat hem staande hield? Het
was moeilijk, ja, onmogelijk het te zeggep. Het
drong opeens tot Nicolson door, dat hij zelf te (hoe
was, te onverschillig geworden, om daar nog lan
ger over te piekeren. Het deed er eenvoudig niet
meer toe; niets was eigenlijk nog de moeite waard.
Hij sloot de ogen, om deze even-te laten bekomen
van het felle geflikker van het zonlicht op het wa
ter, en dommelde al gauw in, ondanks de branden
de middagzon.
(Wordt vervolgd)
kracht voor de generatie van onz«
tijd.
Daarnaast heeft de heer Calsius hoofd
inspekteur l.o. in een-zeer gedocumen
teerde voordracht de ontwikkelings-
mogelijkheden-en-moeilijkheden
de Limburgse Kempen naar voren
bracht, Het zijn in dit, zo nauw
ons Brabant en Limburg verwante
verbonden gebied niet verkwijnings-
maar groeiproblemen, hetgeen ook op
het terrein van de volkscultuur
vragen stelt, die om een oplossing
pen en waarbij men niet zonder reden
steun van Nederlandse zijde verwacht
en naar ons is gebleken ook ontvangt
in de vorm van o.a. optreden van ge
renommeerde toneel- en muziekgezel
schappen.
Dat men terzake van het onderwij:
niet achteraan komt, bewijzen wel de
nieuwe scholen, die gebouwd worden
en waarvan o.a. de Rijksmijnbouw-
school te Hasselt een voorbeeld is. Dat
het onderwijs de volle belangstelling
heeft van de rijks-, provinciale- en
"gémëèntelijk overheid is wel duidelijk
gebleken, al zijn de moeilijkheden die
verbonden zijn aan het verwezenlijken
van alle plannen toch wel identiek
met die waar we in ons land
kampen.
Op het terrein van pedagogische ge
schriften is België rijkelijk voor
Niet minder dan 90 periodieken
schijnen er, en wel o.a. op het terrein
van de theoretische studie van de op
voedingsproblemen voor de vorming
en vervolmaking van de leerkrachten,
op het gebied van de didaktiek, op dat
van de opvoeding volgens geslacht
leeftijd en nog vele anderen.
Het program moge misschien hier
daar iets overladen zijn, gezorgd is
toch tevens voor een gezonde afwis
seling. We denken hier aan het be
zoek aan het provinciaal domein
openluchtmuseum te Bokrijk, gelijkend
op wat wij in Arnhem bezitten, aan
de wandelvoordrachten in het Konink
lijk Museüm voor Schone Kunsten te
Brussel, waar werken van Rubens,
Jordaans en Breugel èen onvergete
lijke indruk maakten, aan het bezoek
aan het museum van Belgisch-Kongo
te Tervuren, en aan het op zaterdag
avond door de dienst voor volksoplei
ding bij het ministerie van opbare
derwijs aangeboden concert waar
Haydn-kwartet optrad.
VAN HER EN DER
De Hervormde predikant ds. A. Klamer,
die inmiddels „radio-pastor" geworden
is, heeft er in het Maastrichtse ge
meenteblad voor gepleit om het avond
maal ook thuis door de gemeenteleden
te laten vieren. „In myn gedachten
ik een paar leden van een huis
gemeente een huisavondmaal regelen
by een paar gemeenteleden in de
buurt, die om een of andere reden de
weg naar het „grote" avondmaal niet
meer kunnen vinden
Kruiswoordpuzzel
ZONDER ZWART
Horizontaal: 1 wezelachtig verscheu
rend dieropening; 2. langwerpig rond—
gekheid; 3. zuiverwater, in België;
baan voor balspel—gem. in Limb.;
eenjarig kalfvoedsel; 6. een weinig
scheelplaats in Gelderland; 7. bezink
selboomvoorzetsel; 8. Europeanen—
ridderteken; 9. voegwoordgem.
N.H.
Verticaal: 1. metselspecieaanwijzend
voornaamw.; 2. nakomelingEuropea
nen; 3. bekend gebouw in Amsterdam-
onheilaanbrengende godin—vogel; 4
raaklijn (meetkunde)oude lengtemaat;
5. op een andere plaatsafgesloten be
bouwd veld; 6. stok3de zoon van Jacob
en Leavoorzetsel; 7. oude vlaktemaat
—maanstandhangt aan de mast; 8.
biersoortverdikking der opperhuid-
afkorting van dona; 9. voorzetselonbe
kendevrucht.
OPLOSSIN GVORIGE PUZZEL
1. ervaren; 2. eerloos; 3. Leerdam;
4. naderen; 5. ontwerp; 6. vertier; 7.
duister; 8. onsterk; 9. nederig; 10. sterk
te; Jl. nergens; 12. erfenis.
Rekening houden met de gevoeligheden van een ander, ja die
zelfs verdragenWie het kan en het volhoudt is iemand
om respect voor te hebben. Gemakkelijk is het beslist niet.
Wanneer men zelf volledig overtuigd is van de juistheid van
een bepaalde handeling of aanpak, dan valt het beslist niet
mee eigen voornemens prijs te geven, omdat een ander daar
tegen bezwaren heeft. Maar ja, in het leven leer je wel, dat
het soms beter is lange tenen te ontzien! Zo redeneren wij dan,
maar of we ook altijd gelijk hebben staat nog ernstig te bezien.
Dat geldt voor de praktische dingen van het dagelijks leven
maar niet minder in allerlei geestelijke aangelegenheden. Als,
heel concreet, iemand ons dringend adviseert bepaalde ge
woonten na te laten, moeten we ons er niet vanaf maken met
opmerkingen over kleinzieligheid of kinderachtigheid. Wij
kunnen die gewoonten naar volle overtuiging „gewoon" vin
den en zonder enig kwaad, maar wij kunnen nog beter luiste
ren naar het woord van Paulus in de brief aan de Romeinen:
„Wij, die sterk zijn, moeten de gevoeligheden der zwakken
verdragen ën niet onszelf behagen." Misschien bént u wel
sterk, maar het kan beter zijn die. sterkte ongebruikt te laten.
Dat is een gulden regel in het christelijk leven, een uitvloeisel
van het gebod der liefde!
UITGROEI DER TELEVISIE
langrijke vorderingen gemaakt. Vori
ge week immers kon het 500.000ste
televisietoestel geregistreerd worden.
Dat de wereld van de televisie van
dit gebeuren iets extra's gemaakt
heeft, mocht voor de hand liggen.
Het gebeuren was op zichzelf overi
gens belangrijk genoeg.
Men kan zeggen dat ook ten onzent
de televisie zich allengs tot een mas
samedium ontwikkeld heeft. Eerst
was dit het geval met de drukpers,
de radio heeft zich daarbij gevoegd,
en als derde in deze reeks is er nu
dan de televisie.
Bij radio en televisie was het anders
dan bij de drukpers. Er was reeds,
zij het op bescheiden schaal, een
drukpers, lang voordat een onver
hoedse technische uitgroei haar tot
een massamedium maakte. Maar bij
de radio was de techniek er als het
ware bij het begin: de radio had niet
lange tijd nodig om tot massamedium
te worden. En bij de televisie is het
niet anders.
Meer nog dan bij de drukpers het ge
val was, zijn we door radio en televi
sie als het ware overvallen. Men be
grijpt, welke vragen dit oproept. De
belangrijkste is wellicht, of we voor
deze snelle uitgroei van de televisie
gereed zijn. En onder gereed verstaan
we dan natuurlijk in het bijzonder
geestelijk gereed.
Met e'en bepaalde som voor de aan
schaf of met een redelijke regeling
voor de afbetaling bij de aanschaf
zijn we er niet. Beslissend is, of we
tegen de werking van de massamid
delen ook enigszins zijn opgewassen.
Beslissend is, of we bij het lezen,
luisteren en kijken heer blijven van
de situatie, dan dat we ons tot slaaf
laten degraderen.
Is ons lezen, luisteren en kijken al
leen maar passief? Zijn we een spons
die alles opneemt? Of blijven we ook
bij het lezen, luisteren en kijken ac
tief bezig? Weten we ons erbij be
trokken? Zijn we ons bewust van de
invloed die er altijd weer van uit
gaat? Uitgaat op onszelf en op onze
kinderen?
Drukpers, radio en televisie kunnen
prachtige middelen zijn. Maar we
moeten ze weten te gebruiken. Dat
betekent, dat we niet zelf gebruikt
moeten worden. En wie gebruikt
wordt, wordt vèrbruikt. Ze openen
een wereld voor ons. Maar laten we
erop toezien, dat bij een geopende we
reld niet tegelijk een hemel wordt
toegesloten. Men kan zoveel aandacht
hebben voor de dingen om zich heen,
dat men zich de tijd niet langer gunt
van inkeer.
Te dankbaarder mogen we zijn, dat
in ons land gestreefd is naar een mo
gelijkheid voor elk van de drie mas
samiddelen drukpers, radio en te-
levisie om de kijk op de wereld te
plaatsen onder de toets van de open
hemel. Zeggen we te veel, wanneer
we menen, dat de massamiddelen zo
eerst recht aangedurfd kunnen wor
den? Maar dan liggen er tegelijk ook
enorme kansen in, die met erkente
lijkheid dienen te worden benut.
UITBLIJVENDE HOOFDSTAD
TAE ministers van buitenlandse za-
ken van Klein Europa hebben
opnieuw de aanwijzing van een
Europese hoofdstad uitgesteld, en
wel voor drie jaar. Zij hebben dus
weer geen gehoor gegeven aan de
aandrang van het Europese parle
ment om nu toch eerts tot een be
slissing te komen.
Het hernieuwde uitstel is al even
teleurstellend als zulks met het
vorige het geval was. Men moet im
mers aannemen, dat het uitblijven
van een aanwijzing van de hoofd
stad belemmerend werkt op de
voortschrijding van de Europese
integratie.
Zoals een stad en een dorp een
stadhuis, een raadhuis, behoeven,
en zoals een provincie en een land
een hoofdstad, zo ook het nieuwe
Europa. Dat is nodig voor de ad
ministratie. Zolang er geen aan
gewezen hoofdstad is, zijn grote ge
tallen ambtenaren genoopt van de
ene stad naar de andere te trek
ken, hetgeen aanzienlijk ongemak
en even aanzienlijke kosten met
zich brengt. Maar nog noodzakelij
ker is het, omdat het nieuwe
Europa, wil het metterdaad een
BESLISSENDE WEEK
bepaalde inhoud krijgen, een con
centratiepunt behoeft.
Ainnen het Europese parlement
heeft men dit begrepen. We ver
moeden zo, dat de ministers van
buitenlandse zaken het ook wel be
grijpen. Maar het is nu eenmaal ge
makkelijker om op een oplossing
aan te dringen dan om de regeling
zelf te moeten treffen. Tot het eer
ste heeft het Europese parlement
zich mogen beperken, het tweede,
dus het moeilijkste, is de taak van
de ministers.
Hoe het zij, er zijn aanwijzingen,
dat het Europese parlement niet
lang meer bereid is, met uitstel van
de beslissing genoegen te nemen.
Blijven de ministers nalatig, dan zal
het parlement zelf een vestigings
plaats voor zich kiezen. Het lijkt
niet uitgesloten, dat de ministers
dan wel zullen volgen.
Misschien laten de ministers het er
wel op aan komen, dat het parle
ment zelf het heft in handen neemt.
Dan kunnen ze volgen in plaats van
voorgaan. Maar indien dit al een
oplossing zou zijn, een elegante op
lossing ware het niet.
TLTET BEZOEK van de Amerikaanse
vice-president Nixon aan de Sow-
jetunie heeft de aandacht afgeleid
van de ministersconferentie te Ge-
nève. Algemeen verwacht men dan
ook, dat als er een „verlossend
woord" zal worden gesproken dit
niet uit Genève, maar uit Moskou
zal komen.
Vorige week voelde de Amerikaan
Herter er al veel voor, het gesprek
af te breken. Dat het niet zover
kwam, was voornamelijk het gevolg
van de moeilijkheden, waarin de
Brit Selwyn Lloyd dreigde te gera
ken.
Het Britse Lagerhuis gaat pas aan
het eind van deze maand op reces,
en Selwyn Lloyd zag er erg tegen
op om het afbreken van de confe
rentie tegenover de socialistische
oppositie te verdedigen. Bovendien
verkondigde hij de mening, dat er
nog een kleine kans op een beperkt
en tijdelijk akkoord over Berlijn zou
bestaan.
Nixons reis naar Moskou heeft zowel
in de Amerikaanse als in de Britse
overwegingen een belangrijke rol ge
speeld. Het was de bedoeling van
Herter, aan de vooravond van Nixons
bezoek duidelijk de impasse in de
Geneefse besprekingen te demonstre
ren. Hij kon daarbij volstaan met zijn
dreigement, het gesprek af te bre-
Voor de Britten, en met name pre
mier Macmillan, heeft de reis van
Nixon een geheel andere betekenis.
De mogelijkheid is namelijk niet uit
gesloten, dat, als gevolg van diens
gesprekken met Chroesjtsjef, een of
andere oplossing voor de moeilijkhe
den in Genève wordt gevonden. Dit
zou ongetwijfeld voor de Britten tot
prestigeverlies leiden.
Het ligt dan ook in de lijn der ver
wachtingen, dat Selwyn Lloyd in de
komende dagen tijdens de Geneefse
besprekingen een grote activiteit zal
ontplooien om, eventueel na het
doorbreken van de impasse, van een
Brits succes te kunnen spreken.
Daarom is het te hopen, dat zowel
Nixon als Lloyd de nodige voorzich
tigheid aan de dag leggen, willen
zij vermijden, dat de eenheid in het
westelijke kamp wordt verstoord door
een ongezonde ijver om met de eer
van een op zichzelf wellicht twijfel
achtig succes te kunnen strijken.
Roemeense Orthodoxen
in de V.S. willen
naar wereldconcilie
Het Roemeense Orthodoxe Episcopaal
Amerika heeft verklaard op basis van
gelijkheid graag te willen samenwerken
met de Rooms Katholieke Kerk in het
„Oecumenisch" Concilie, dat Paus Jo
hannes bijeengeroepen heeft. Zij zal dit
genodigd.
Deze positieve verklaring is echter met
veel restricties omgeven. Er staan, aldus
de Roemeense orthodoxen, nog een groot
aantal belemmeringen de eenheid in de
weg. Men noemde in dit verband het
dogma van de pauselijke onfeilbaarheid,
het bestaan van Oosterse r.k. kerken in
le Orthodoxe landen en de bekerings-
jver van de Roomse kerk in deze landen.
Men besloot voorts actieve mede
werking te blijven verlenen aan het
de Wereldraad der Kerken.