WEERZIEN MET DE KUNSTSCHILDER
ZONDAGSBLAD
H
m «m véö/M
mM
EEN HANDVOL PASVERSCHENEN BOEKEN
Het alikruikenvrouwtje
ZATERDAG 11 JULI 1959
ET begon allema
stoel en ik
3'ng
pagina las ik een kort berichtje: „N,
kunstschilder Hans Hoogervorst van 5 tot 15 juni
hoven een tentoonstelling te houden van zijr
ik „Zeg Tilly, kom eens
haar het berichtje onder de ni
ik met die jaarvergadering va
gewoon. Ik pakte de krant, ik dook weg in een
Maar toen gebeurde het. Op de vijfde
hoopt de Haagse
het Jachtslot te Beuken
schilderijen".
in de krant"
ven. Kijk eens, hii
s. „Nou wat zou dat?" vroeg
de schaakclub te maken?"
„Hé", riep
Ik duwde
„Wat heb
Dus Hans
Nederland.
>or zijn ten-
„Nee, niet die schaakclub. Daaronder
moet je kijken!"
,,Nou, wat zou dat?" vroeg ze weer.
Schilderijententoonstelling in Beukenho-
,,Ja, van Hans Hoogervorst!" riep ik uit.
,,Je weet wel."
,,Ik weet niks", antwoordde ze kort. ,,En
ik moet naar de keuken. De aardappels
staan op." Meteen liep ze weg.
Verbaasd keek ik haar na.Wat mankeer
de haar? Het leek wel, of ze boos was.
Maar waarom zou ze? Of zat die oude ge
schiedenis haar nog steeds dwars?
Ik haalde mijn schouders op.
Weer teruggekeerd in mijn luie^houding.
las ik het bericht nog eei
Hoogervorst woonde we
Voor hoe lang? Ik nam
toonstelling te bezoeken.
Misschien kreeg ik dan ook de gelegen
heid hem nog eens te spreken. Hoe zou hij
er uit zien. na al die jaren?
Ik herinnerde m;j nog heel goed. hoe hij
op die regenachtige lentedag, begeleid door
de directeur, onze klas kwam binnen stap
pen ..Meneer Van Dam. ik heb hier een
nieuwe leerling voor U". zei de baas. „Hij
komt regelrecht uit Curagao."
Asjeblieft. We keken elkaar eens aan en
we keken de nieuweling eens aan en we
konden geen woord uitbrengen van verba
zing. Daar gingen we met al onze branie.
Meneer kwam eventjes uit Curagao over
wippen. En hij had ook in Venezuela ge
woond en in Perzië en op Sumatra. En hij
had in een Jappenkamp gezeten. Nee, dan
wij met onze sterke verhalen over een
voetreis door de Ardennen en over een
fietstochtje langs de Rijn. Wie zou daar nu
nog over durven opscheppen? Toch bleek
al gauw, dat Hans Hoogervorst een gewone
jongen was. Hij liep niet te koop met zijn
..levenservaring". Integendeel, hij praatte
nooit over zijn verleden en hij deed zijn
best zich bij ons aan te passen. Voor het
overige was hij verre van gewoon. Hij stak
in alles boven ons uit. Hij had, om maar
iets te noemen, een geweldig stel hersens
en hij behaalde steeds de hoogste cijfers,
zonder dat hij daar ooit enige moeite voor
deed. Nee, het leren zinde hem niet. Hij
was, toen al, een echte artiest. Maar zijn
vader, die hem verder helemaal zijn gang
liet gaan, wist op één punt van geen wij
ken: Hans zou en moest de H.B.S. door.
Nu, hij kwam er door en wie had an
ders verwacht? met de beste lijst.
NA HET examen verloor ik mijn klasge
noten uit het oog. Alleen Tilly Wein
berger ontmoette ik zo nu en dan nog eens.
Deze ontmoetingen liepen ten slotte uit op
een verloving en nog later op een huwelijk.
Van Tilly hoorde ik, dat haar vriendin
haar hartsvriendin, om een geliefkoosde uit
drukking van mijn vrouw te gebruiken
zich verloofd had met Hans Hoogervorst.
Ze zouden ongeveer in dezelfde tijd als wij,
gaan trouwen. Maar, vermoedelijk omdat
Hans er tegen op zag zich te binden, dat
huwelijk werd steeds uitgesteld. En op ze
kere dag kwam een zenuwachtige en be
huilde Ank ons apartementje binnenrollen
met het bericht, dat Hans haar in de steek
had gelaten. Hij was zonder afscheid te ne
men vertrokken, de wijde wereld in.
Van die tijd af wilde Tilly de naam van
Hans Hoogervorst niet meer horen. Het
leek wel, of zij het slachtoffer was, in
plaats van Ank. Ik dacht daar het mijne
Dat Ank helemaal van streek was, kon
ik begrijpen. Maar dat Tilly... Enfin, ik
zette de hele geschiedenis van mij af. Wat
ging het mij aan? Ank zou wel over haar
verlies heen komen en Tilly zou haar er
gernis eveneens vergeten. Kort daarop ver
huisde Ank naar een andere stad en ook
wij veranderden van woonplaats. Een nieu
we omgeving, een nieuwe werkkring, een
nieuw huis, nieuwe vrienden en kennissen.
Het oude scheen voorbij.
IK LIEP naar de keuken.
Tilly was druk bezig tussen haar potten
en pannen. Op het kleine tafeltje stond een
schaal gebakken aardappelen. Ik pikte een
paar stukjes weg en begon er op te kauwen.
„Kun je niet wachten, tot het etenstijd
is?" zei Tilly vinnig. „Wat ben je in een
beste stemming vanmiddag", antwoordde ik.
„Is dat allemaal om..?"
„Ja, dat is allemaal om Hans Hooger
vorst, als je het dan zo graag weten wilt."
„Maar Tilly, die geschiedenis ligt al
weer zo lang achter ons. En je had er bo
vendien niets mee te maken. Ik wist niet,
dat je zo haatdragend
maar ondertussen! En dat vertelde ze me
nu pas. Het was om dol te worden. Dus al
de tijd, dat ik op de H.B.S. vanuit de ver
te verliefd op haar was geweest, ging ze
met.met.
Nou. moest het al niet mooier worden.
Zo ver had ze me al gekregen, dat ik die
naam ook niet meer durfde uitspreken.
Was ik nou toch jaloers?
Onzin! Wie werd nu jaloers op een schim
uit het verleden?!
het be-
t. rk
mijn brommertje netjes opgepoetst. De
scheen. Wat wilde ik nog meer? Pruttelend
legde ik kilometer na kilometer af, tot het
Jos A. Brusse
te maken dan jij
bekende blauwe bordje me vertelde, dat ik
Beukenhoven binnenreed. Ik kende de weg
naar het Jachtslot goed. Het duurde dus
niet lang, of mijn trouwe reismakker stond
trots te glanzen tussen zijn soortgenoten op
de onbewaakte parkeerplaats. Ik kocht een
kaartje en wandelde de tentoonstellingszaal
binnen. Even zocht ik mijn oude schoolmak
ker. Maar ik zag hem niet. Wel zag ik, dat
ook nu weer veel mensen belangstellend,
sommigen zelfs spottend, naar me keken.
Maar ik trok me er niets van aan. Ik weet
het, mijn haren zijn langer dan die van de
doorsnee-man en mijn kleding is anders dan
die van de anderen. Is dat echter een reden
om mij zo aan te gapen? Ik liep langzaam
langs de schilderijen. Zo nu en dan deed
ik een stapje of een paar stapjes achter
waarts. Een andere keer weer stond ik met
mijn neus bijna tegen een doek aangeleund.
Zo hoort dat op een tentoonstelling! Ik
weet er alles van. Ik heb die kunst van
kunstlievende mensen afgekeken. Behalve
figuratief schilderde Hans Hoogervorst ook
non-figuratief. Voor de schilderijen van de
laatste soort bestond de meeste belangstel
ling. Bij die doeken werd trouwens ook het
meest gelachen, wat altijd een goed teken
is. Lachen is gezond, nietwaar? Ik stond
weer op van mijn zitplaats en koos stelling
voor een reusachtig doek vol lijnen en
krasjes en kringetjes in de meest felle
kleuren.
„Het bos", onderwees mij de catalogus.
„Ik mag gehangen worden, als ik een bos
zie", zei iemand naast me.
„Meneer". hij wendde zich tot mij
„U bent zeker schilder. Kunt U mij uit
leggen, wat dit werk ons te zeggen heeft?"
„Zeker, zeker." Ik knikte gevleid. Ik
zocht naar woorden. Ik dacht diep na. Ik
kuchte.
„Kijk", zei ik toen, „U moet U voorstel
len, dat de schilder, toen hij dit doek maak
te in een bos zat. Kunt, U me volgen?"
„Ja, ja". Hij keek me gespannen aan.
„Welnu! Wat zag hij? Bomen nietwaar?
Maar hij zag nog veel meer. Hij zag, hij
zag wat U niet ziet. Hij zag innerlijk. Van
binnen begon iets te trillen bij hem. Dat
gaf hij weer door die kleine krasjes, die U
overal op het doek tegenkomt. Kunt U me
volgen?"
„Niet erg", bromde dc meneer. „Maar
gaat U verder."
Ik ging verder, „Die cirkeltjes, ziet U
wel, dat zijn de blaadjes, overgoten door
zonlicht."
„Blaadjes zijn groen", protesteerde de
man. „Kom mee, vrouw." Hij schoof ver
der door de zaal. Maar anderen namen
zijn plaats in. Verdrongen zich om mij
heen. Probeerden van mijn woorden geen
enkele te missen. Een paar meisjes wierpen
bewonderende blikken op me. Wat had ik
me op mijn hals gehaald? Ik kon voor- noch
achteruit.
„Die strepen streven omhoog", zei ik.
Ik keek hulpzoekend om me heen. Wat
viel er nog meer van dat ding te zeggen?
Dat ding! Dat monster!
„En nu dames en heren", riep lk, „wilt
U me wel verontschuldigen." Enkele men
sen maakten aarzelend een kleine opening.
Ik schoof er waardig doorheen. Ze keken
me na, vol eerbied.
Ik vluchtte de zaal uit. Ik haalde mijn
jas. Ik liep naar mijn brommer. Weg! Mijn
brommer weg! Gestolen?
Ik liep om het gebouw heen, zociht aan
de achterkant, kwam weer terug. Er was
Argwanend bezag ik elke bromfiets. Maai
de mijne was er niet bij. En was het wel
zo geweest, wat dan nog? „Ik zou natuur
lijk aan de noodrem kunnen trekken", dacht
ik. „Natuurlijk eerst wachten tot de trein
voorbij is., en dan de weg opvliegen en dan
Niks. Ik was blij. toen ik mijn woon
plaats bereikt had. Wat zou Tilly zeggen?
Ze zou woedend zijn. Ze zou me uitlachen.
En misschien zou ze ook'wel een beetje
blij zijn. Ze hield niet van mijn brommer
tje. Die vrouwen! Zagen overal gevaar. Ik
wandelde onze straat in. Nummer zesen
tachtig op de hoek. Nummer vierentachtig.
Eigenaardige gewoonte, maar als ik in on
ze straat kom, tel ik altijd de huisnummers.
Nummer zestig., nummer vijftig.
Wel nu nog mooier. Dat kon niet! Dat
was onmogelijk! En toch was het waar.
Daar stond-ie. Mijn brommertje. Vlak voor
ons huis stond-ie. Haastig opende ik de
voordeur.
Tilly", riep ik. „Hoe kan dat?"
Ik stormde de kamer binnen, maar.,
maarwas ik gek geworden? Zag ik spo
ken?
DAAR ZAT Tilly in een gemakkelijke stoel
en tegenover haar zat Hans Hoo
gervorst, ook in een gemakkelijke stoei. En
ze lachten allebei vriendelijk naar me.
„Wat heeft dat te betekenen?" Ik
schreeuwde het bijna.
Hans stond op.
„Hoe gaat het er mee, ouwe jongen?"
vroeg hij.
best", zei ik woest. „Maar vertel
Tk zat in het restaurant van het Jacht
slot. Toen kwam jij er aan. Ik kor. niet on
middellijk naar je toekomen, want er zat
een kunstcriticus bij me, zie je. Die heren
moet je te vriend houden. Ik dacht: ik zie
je straks nog wel. Later kwam ik in de
zaal. Toen stond jij net midden in een kring
bewonderaars. Ik dacht: nou, dan ruilen
we. Jij speelt vcor schilder en ik ga lekker
brommen. Je naamplaatje met volledig
adres vertelde me, waar ik heen moest."
„Ja, ja." Ik keek naar Tilly, verwijtend.
„Je hoeft niet jaloers te zijn, beste jon
gen", zei ze. „Hans Hoogervorst is ge
trouwd."
„Zo. Met wie?", vroeg ik plichtmatig.
„Ken ik haar?"
„Met Ank", antwoordde Tilly in Hans'
plaats.
„Met Ank?" herhaalde ik verwonderd.
DusJa, we zijn al weer enkele jaren
getrouwd. Zo gaat dat, hè. Ank wist niet.
waar jullie woonden. Anders hadden we wel
een berichtje gestuurd."
Ik begon bij te komen. Brommertje te
recht. Ank gelukkig. Hans gelukkig.
„Je blijft natuurlijk eten", nodigde ik gul
uit.
Maar mijn uitnodiging was overbodig. Til
ly had alles al geregeld. Ook de logeerka
mer was al in orde gemaakt.
Toen we aan de maaltijd zaten, vroeg ik:
„Zeg. nu moet je me toch eens vertellen,
wat wil je nu eigenlijk met dat schilderij
Voordot Hans ïijn gemene spelletje geen twijfel mogelijk. Ik begat
«Herikt.
speelde met Ank, had hij met mij hetzelf
de gedaan."
„Met jou?"
Ik was te verbaasd om jaloers te worden.
„Maar hoe kan dat? En daar heb je me
nooit iets over verteld".
„Ik had in het geheim verkering met
Hans, in onze H.B.S.-tijd aL En we zouden
ons verloven na het examen. Maar meneer
wilde liever vrij blijven. En nu is hij een
bekende kunstschilder. En straks komen er
misschien allerlei fraaie artikeltjes over
hem in de krant. Straks wordt hij misschien
om het hardst geprezen door kunstkenners
en stomme meepraters. Dan is hij de me
neer, de gevierde man. Maar niemand
weet, dat hij tweemaal, of misschien nog
wel vaker, trouwbreuk heeft gepleegd. Zul
ke dingen blijven altijd verborgen."
„Jij bent een mooie, jij", riep ik boos.
„Laat je man onkundig van een belangrijke
periode uit je leven en dan maak je ach
teraf mij verwijten. Daar lijkt het tenmin
ste op."
Geërgerd keerde ik terug naar de ka
mer.
Vrouwen! Altijd plaatsten ze je voor ver
rassingen! Speelden de heilige onschuld,
-chtig naar de portier.
„Meneer, mijn brommer is gestolen."
Hij haalde de schouders op.
Stond-ie op slot?" informeerde hij.
„Nee", moest ik bekennen.
„Maar meneer, wat wilt U dan?" zei de
man. „De stalling was niet bewaakt. Gaat
U naar het politiebureau."
Ik knikte onnozel. Ja, dat zou ik dan
maar doen. Ik liep, ik holde, ik vlóóg
naar het politiebureau.
Ik moest het'motornummer opgeven, wat
ik natuurlijk niet kon. Wie kijkt er nu naar
een motornummer?
Frame-nummer? Ik wist het niet.
„Ja meneer", zei de dienstdoende agent.
„Dan wordt het erg moeilijk voor ons. Maar
we zullen ons best doen. Vertelt U dan
maar eens wat U wèl weet: het merk, het
bouwjaar, de kleur.
Ik gaf een zo nauwkeurig mogelijke be
schrijving.
Toen stond ik op straat. Alleen!
Het schip der gedoemden, door
Herbert Wendt. Uitgave J. H.
Gottmer, Haarlem.
Met de opdracht nieuw land te
ontdekken in een stuk zee, dat hij
een mensenleeftijd lang had beva
ren, zeilde de Zweedse ontdekkings
reiziger Bering op de vierde juni
van het jaar 1741 aan boord van
de brik St. Peter uit voor een reis
naar het onbekende. Voor een reis
waarvan hij persoonlijk geen enke
le verwachting had.
te schrijven, die als een boei- Een vakantie in de Kongo, door jongens, met graagte gelezen zul-
letuige-verhaal het grote W. ter Horst. Uitga1
N V Kampen.
end ooggetuig
mysterie van Bering's laatste
peditie opheldert.
J. H. Kok
Een boek,
van twaalf tot vijftien j
eekend?, door Ca- len smullen. Een leraar
Verspild
tharine Berg (vert. C. van Eijs-
den)Uitgave Ad. M. C. Stok,
Zuidhollandse uitg. mij,
Haag.
•den. In deze twee deeltjes
er volgen er meer maken we
kennis met Frank Distel, Bram
de jongens Verwoerd, Jan Overdijk en Kobus
zul- Platvoet. Zij zijn in het Rotter-
zijn damse havengebied een bende cihi-
het water hese smokkelaars op spoor. Deze
Den
de slachtoffers pen. De smokkelaa:
Deze tocht in het noordelijk ge
deelte /an de Stille Oceaan, die Be
ring's laatste
Een meisjesroman die in elf ta- fP®™UI®,'
len werd vertaald en de grote
Scandinavische romanprijs ont
ving, moet toch wel bepaalde kwa-
vrorden,'koos"de liteiten hebben. Men mag
eten Plat-
de uitnodiging in de Kongo hun voet te ontvoeren, maar de dap-
vakantie door te brengen. De pere jongens komen hem in Ant-
die de voorbereiding werpen op spoor en weten hun
ring s laatste zou worden, koos ae ,'r V .5
Duitse schrijver Herbert Wendt «ev.1 d.t Ver-
deze onverwachtevakantie- vriend te bevrijden. Ten slotte
•dt de smokkelgroep ook ont-
maskerd. De boekjes zijn geïllus-
Kongo1'Jertrekke^'ln"de""iider- treeri d»»r Borrebach.
als onderwerp
„Het schip der gedoemden". De
gegevens ervoor putte hij uit "«*-
gelaten verslagen van kartogr:
aan boord van de St. Peter, die
„het nieuwe land" in kaart
ten brengen. Dankzij d<
kon een relaas ontstaan, dat een
huiveringwekkend scl erp beeld
geeft van de omstandigheden
onder de riskante
maakt
spild weekend?" anders is dan d<
doorsnee rc
meisje. Dat is
kartografén tenminste wat de vormgeving be-
neebrengt, wordt
vliegtuig
Jten. In d
Afrika trekken zij dan
oan-voor-heMonse °P met hun gastheer- een zende:
dan ook wel zo, lir^" Qnnodig te verteUen.f at_
treft: een soort dagboek, bijgehou-
Lt llluco. den door twee zusjes, één dertien,
bronnen de .ander negentien. Maai
spannende avonturen r
maken. De schrijver heeft zijn fan
tasie rijkeliik laten werken en al-
verhaal verwerkt,
Annclies de Lange, door Jo
van Dorp-Ypma. Uitgave J. H.
Kok N.Y., Kampen.
er negentien, iviaai uaai-
dan ook alles gezegd, want dat de jongens he boek
„„«vice ie Hif wel keer zullen willen uitlezen
werd ge-
Een uitstekend boek, dat ook bij schrijfster vertelt op geestige
^man"AT4SIe""fSp"ak™ 'VltoS!? »"^„ud=„dc wijzc de weder-
haal een grote rol.
echter ook geloof, hoop
mogen
omtrent godsdienst en moraal,
plus een gezocht soort geestig-
wanhoop, heid, dat men alleen maar tot de
n het ver- conclusie kan komen: dit lijkt
Daarnaast nergens naar. Honderd maal lie-
r en het ver- ver voor onze dochters een ver-
de enkeling zich door ouderde Joop ter Heul dan deze
'gunstig onthaal zal vinden. waardigheden van een jonge, spon-
tane kleuterleidster, die „echt nog
geen blad voor haar mond neemt"
daardoor zowel thuis als op
i de
Frank Distel en de Bende v
de Gele Rat en Frank Distel
de verdwenen Platvoet door
Arie van der Lugt
reholte, Voorhout.
der Lugt. Uitgave Fo- school moeilijkheden ontmoet. De
i feitelijke gegevens e
DOOR THEA BECKMAN
(Vervolg van vorige week)
Eensklaps verstijfde de prins van angst. Bijna had hij
de plank met de schipper losgelaten. Recht voor hem
rees een geweldig monster uit de golven op: een zee-
alikruikenmeis j ei
sterf?"
Maar de zeeslang verslond hem niet. Het monster dook
onder hem door, tilde hem op zijn rug en droeg hem
naar de rotskust. Daar, op de steile oever werden de
prins en de nog altijd bewusteloze schipper neergezet.
De zeeslang keerde onmiddellijk terug naar de zee.
De prins was zo moe, dat hij meteen in slaap viel en
pas ontwaakte toen de zon hem bescheen. Het was nu
laat in de middag. De storm was geluwd. De grijze wol
ken waren uiteengedreven en de zon scheen op de prins
en zijn metgezel.
Hij ging rechtop zitten en keek rond. Beneden hem
bruiste de branding tussen de rotsen. Achter hem strek
te het eiland zich uit: ruw, bedekt met bergen en bos
sen. Op de hoogste berg stond een trots kasteel.
De prins keek naar de schipper. Deze sloeg de ogen
op en knipperde verbaasd met de oogleden.
„Waarwaar ben ik?" fluisterde hij.
„Op één van de zeven eilanden", antwoordde de prins.
„Uw schip is uit elkaar geslagen en gezonken. Maar we
leven nog."
De schipper ging rechtop zitten en keek rond.
„Brrr. je hebt gelijk, dit is het grootste van de ze
ven eilanden. Hoe komen we hier?"
De prins vertelde wat hem was overkomen en hoe de
zeeslang hen had gered.
De schipper schudde het hoofd.
„Het is bekend, dat er op dit eilandje griezelige din
gen gebeuren", zei hij. „Maar een zeeslangIk denk
dat je dat hebt gedroomd. En nu heb ik honger!"
Ja, honger!
Sa-men daalden ze van de rotsen af, landinwaarts. Het
was een woeste streek, die zij doortrokken. Nergens za
gen ze een huis of een dorp, mensen kwamen ze niet tegen.
Eindelijk stonden ze aan de voet van de hoge berg, waar
op trots het kasteel zich verhief.
Nu ze niet langer op zee waren, meende de prins dat
hij zich wel bekend mocht maken.
„Ik ben een koningszoon", zei hij tegen de schipper.
„Dus men zal mij op dit kasteel zeker goed ontvangen.
Kom mee, schipper, naar boven."
„Je ziet er niet bepaald uit als een koningszoon met
je verscheurde lompen en op blote" voeten", bromde de
schipper. „Bovendien: besef je wel, waar we ons be
vinden?
(Volgende week verder)
ONZE BRIEVENBUS
Beste neven en nichten
de vakantie. Maar dat is natuurlijk
ne best indenken dat jullie benieuwd
een volgende klas of niet en ook of
de vakantie. De oplossing van de
r. 5. Die jongen draagt de scheiding
mooie weer, de rapporten
wel begrijpelijk, want ik kan
zijn of je over zult gaan naa
het mooi weer zal blijven i
puzzel van vorige week is: 1
in zijn haar links.
Anneke van de B
troostprijzen zijn voor I n
H a n v an B ell e. Hartelijk bedankt voor jouw mooie tekening Han.
r g heeft- de hoofdprijs gewonnen. De
i Andel is de
Is Tonnit
slaa-gd? Jullie zijn alle
maal gauw achter elkaar
jarig. Thuis zitten jullie
natuurlijk niet zonder bloe
men Ria van den Berg
Dahlia's zijn mooi hè?
Jij hebt een leuke vacan-
tie in 't vooruitzicht Enny
van Bloois. Was het leuk
woensdag? Pieternel
de Berg gaat in september
naar de Mulo-school. Gaan
er nog meer uit jouw klasr
Sjanie Berkhout tekende
een bloempje op haar brief.
Nico van Belle stuurde
een grappige tekening var
een mijnheer met een zwar
te sik. Veel plezier hoor,
ook Han. Piet Bagchus
heeft zijn been bezeerd.
Fijn dat de prijs in dt
smaak viel. Schrijf jt
me eens hoe de uitvoering
van de zang is geweest Cor-
rie Blom? Elly Blom
schreef over het poesje Mi-
mie. Misschien winnen jul
lie ook wel eens gauw een
prijs. Wat hebben jullie
veel kippen thuis Hans vai
Berkel, wel 230! Hoe i-s ji
rapport9 -Tan van Berkel
is ook al erg benieuwd of
hij
ook Jan. Je schrijft me er
maar over volgende keer
Kees Bakker woont op
een boerderij. Schrijft je
buurmeisje al gauw?
Maartje Baas uit Leersum
is een nieuweling. Frans
Bosman is met de school
reis naar Utrecht en Alphen
aan de Rijn geweest.
Wat een mooie brief typte
jij naar mij Arie Boelhou-
Janek, «le vluchteling
telkens te dromen van Polen
dat dromen brengt je niet naar Polen.
Eén van de winkels heeft een mooie etalage. Er staan een
paar schepen in 'en er hangen een paar grote vliegtuigen. Het
is een reisbureau. Janek denkt opeens: hier kunnen ze me
vast wel vertellen, hoe ik in Polen moet komen en wat het
kost. Dat gaat hij tenminste eens proberen.
koop is. Voor
Het is een grote winkel, waar van alles fci
hem staat een mevrouw met een jongen, die
lijkt als Janek. Die jongen krijgt een radiotoestel van zijn
moeder. Janek kijkt zijn ogen uit: hoeveel kost zo'n toestel
wel niet. Daarvoor kan je wel naar Polen.
Een meneer vraagt, wat Janek wil. Ik... ik wil naar Polen,
zegt Janek. Met de boot of met een vliegtuig? Dat dat
doet er niet toe. Ga je alléén en naar huis? vraagt de me
neer. Janek knikit. De meneer bladert in een boekje. Het goed
koopste kun je gaan per boot van Dundee naar Danzig. Dat
kost honderdzeventig gulden.
Op hetzelfde ogenblik zegt een andere
vrouw, die een radiotoestel koopt: Dat is dan honderdenzeven
tig gulden. Zal ik het morgen laten bezorgen?
r tegen de i
8. Honderdzeventig gulden. Heb je ooit zÓTeel geld bijelkaar
gezien? Janek tenminste niet. Die mevrouw wel. Die kocht
zomaar een radiotoestel voor haar zoontje. Ead Janek het geld
maar. Hij wordt er moedeloos van. Nee, h«t lijkt onmogelijk
om ooit in Polen te komen.
Maar als... Als er nu eens een boot was, die hem wilde
meenemen. Hij zou best kunnen werken asn boord. En veel
eten hoeft hij ook niet. Als hij maar in Solen komt. Goed,
dat is een plan. Hij moet hier weg. In Dundee liggen de boten,
die naar Polen varen. En als het avond wordt, klimt Janek
ln een vrachtauto, waarop met grote letters Dundee staat. Dis
zal hem een eind op weg helpen. De auto rijdt lang door de
avond. Maar op het laatst kan Janek horen, dat hij in een
stad is. De auto stopt telkens en neemt aldoor bochten. Dat
moet Dundee zijn. Als de wagen weer eens stopt, klimt Janek
er uit. Nu moet hij naar de haven. Er is niemand aan wie
hij de weg kan vragen. H-et is al zo stil....
In diezelfde stad maken twee mannen van de stilte gebruik.
Het zijn twee inbrekers. Ze staan in de portiek van een groot
huis en proberen binnen te komen. Ze weten dat er overal
alarmsignalen zullen gaan aki ze een raam openbreken.
wer. Had je dat zelf zo
netjes gedaan? Jullie hebt
dus veel plezier gehad toen
oom George en tante Dien-
ke er waren. Fijn dat de
beide schoolreizen zo leuk
geweest zijn Jannle en Cor-
rie Branderhorst. Kun je
al goed zwemmen Corrie?
Veel plezier jullie, beiden
in Oosterhout hoor. Een
leuke tekening en een mooie
gekleurde oplossing stuur
de Anneke Bos mij. Hoe
vond moeder het cadeau?
Ria
in Beekbergen zeg! Hoe is
het 6 juli gegaan? Jij
hebt dus een fijne school
reis achter de rug Rietje
Booy! Gera Breebaart,
hartelijk bedankt voor het
leuke gedichtje. Fijn dat
mama en dè tweeling weer
beter zijn. Ja, dat is
goed hoor Ineke Brussé, je
moet de brieven met oplos
singen naar de redactie
van de krant sturen. Hoe
veel suikerzakjes heb jij
al wel niet Els Bronsveld?
Peter Bout stuurde al
leen de oplossing. Ger-
dien Brouwer, bedankt voor
je mooie oplossing. Jammer
dat je letter niet aan de
beurt was. Ga je nu wel
meer meelopen aan een
mars Bepple Bijl? Jullie
hebt dus wel speeltuinen be
zocht op de schoolreis Coby
Cornet. De datum is 27 ok
tober. Jenneke Cornet
schreef ook over de school
reis. Wat een geklim is dat
hè Jenneke, voordat je bo
venin de Domtoren bent.
Jij bent natuurlijk erg be
nieuwd naar je rapportcij
fers Ineke Dekker. Blijft je
nichtje lang? Bedankt
voor je leuke tekening Bas
Drieco. Veel plezier in'
Friesland. Ik hoop voor jou
dat de vissen willen bijten.
Zijn dat jouw broertjes
en zpsje op de tekening Mar-
go Dusink? Of niet? Wat
doe je met Bas in de va
kantie Frans Doolaard?
Veel plezier hoor. Teu-
nie Bankers heeft pas bij
haar vriendinnetje mogen
eten. Weet je al waar je
naar1 toe gaat met vader?
Thijs van Daalen, gaan
de lagere klassen dan hele
maal niet met de schoolreis
uit? Als vader
mondeling gedeelte ook
maar Slaagt. Schrijft
Mieneke van Dieren als ze
weer aan de beurt is een
briefje? Veel plezier a.s.
woensdag Nellie van Dron-
gelen. Onno Elzlnga
schreef over zwemmen. Je
gaat zeker wel vaak nu het
zo warm is Onno? Mar
leentje Eygenraam is naar
Diergaarde Blijdorp ge
weest en naar zee. In wel
ke klas zit je nu? Mieke
van Ee gaat in de vakantie
naar Ouddorp. Veel plezier
hoor. Piet van Eijk ik
beantwoord jullie brieven
altijd dinsdags al hoor.
Jij hebt een fijne schoolreis
achter de rug Hans van Es.
In de St.-Jan ben ik nog
nooit geweest. Wat een
heerlijke verjaardag heb jij
gehad Ada van Es. Smaak
te de taart lekker? En hoe
is de film geworden? Ma
rieke van Es heeft een bad
pak en een badmuts gekre
gen voor haar verjaardag.
Heb je ze al ingewijd Ma
rieke? Veel plezier jullie
drietjes, papa en mama en
Teusje in Utrecht. Hen-
nie van Gaaien heeft van
daag uitvoering van de
gymnastiek gehad. Is alles
goed gegaan Hennie? Na
tuurlijk mag jij ook lid wor
den Corrie Goes. Hartelijk
welkom hoor. Bertje Ger
ritsen schreef ook voor de
eerste maal. Jij schrijft al
netjes zeg. Schrijft Aart
van Gorkum ook eens een
briefje? En Kees v. d.
Griend ook? Marijke de
Groot zijn vader en moe
der al weer terug? Jouw
brief kwam te laat Sjanie
Bouman, maar je kon er
nog net tussen schuiven.
Heb je nog wat gewonnen
op de sportdag? Neven
en nichten, volgende week
zijn de letters H-N aan de
beurt. Schrijven jullie alle
maal weer naam, adres en
leeftijd in je brieven? Afge
sproken, dag allemaal,
Hier weer eens een kruiswoordpuzzel. Niet zo'n ge
makkelijke, hoor! Doe je best. Oplossingen insturen
voor dinsdag 14 juli.
Dit is de omschrijving van de puzzel: Horinzon-
taal: 1. Draaiend speelgoed. 3. Hoofddeksel van een
monnik. 5. Achtpotig diertje. 8. Hen. 10. Wat de haan
op zijn hoofd heeft. 11. Rivier in Italië. 13. 1000 me
ter. 15. Harde vrucht. 18. Waar ons brood van wordt
gebakken. 20. Stuk bouwland. 21. Waar we na
schrijven. 22. Hoofd van het gezin. 24. Waarmee i
soep kunnen eten. Vertikaal: 1. Deel i
2. Stu"ar-
Stuk weefsel. 4. Grappig"'dier met. vier handen?™!
Kleurige vloeistof. 7. Bovenste deel van het dak 9
Smalle vaan. 11. Pakket. 12. Slaginstrument. 14. San!
plge vrucht. 16. Waterkant. 17. Om op te klimmom
19. Plus. 23. Naaldboom.