WEERZIEN MET DE KUNSTSCHILDER ZONDAGSBLAD H m «m véö/M mM EEN HANDVOL PASVERSCHENEN BOEKEN Het alikruikenvrouwtje ZATERDAG 11 JULI 1959 ET begon allema stoel en ik 3'ng pagina las ik een kort berichtje: „N, kunstschilder Hans Hoogervorst van 5 tot 15 juni hoven een tentoonstelling te houden van zijr ik „Zeg Tilly, kom eens haar het berichtje onder de ni ik met die jaarvergadering va gewoon. Ik pakte de krant, ik dook weg in een Maar toen gebeurde het. Op de vijfde hoopt de Haagse het Jachtslot te Beuken schilderijen". in de krant" ven. Kijk eens, hii s. „Nou wat zou dat?" vroeg de schaakclub te maken?" „Hé", riep Ik duwde „Wat heb Dus Hans Nederland. >or zijn ten- „Nee, niet die schaakclub. Daaronder moet je kijken!" ,,Nou, wat zou dat?" vroeg ze weer. Schilderijententoonstelling in Beukenho- ,,Ja, van Hans Hoogervorst!" riep ik uit. ,,Je weet wel." ,,Ik weet niks", antwoordde ze kort. ,,En ik moet naar de keuken. De aardappels staan op." Meteen liep ze weg. Verbaasd keek ik haar na.Wat mankeer de haar? Het leek wel, of ze boos was. Maar waarom zou ze? Of zat die oude ge schiedenis haar nog steeds dwars? Ik haalde mijn schouders op. Weer teruggekeerd in mijn luie^houding. las ik het bericht nog eei Hoogervorst woonde we Voor hoe lang? Ik nam toonstelling te bezoeken. Misschien kreeg ik dan ook de gelegen heid hem nog eens te spreken. Hoe zou hij er uit zien. na al die jaren? Ik herinnerde m;j nog heel goed. hoe hij op die regenachtige lentedag, begeleid door de directeur, onze klas kwam binnen stap pen ..Meneer Van Dam. ik heb hier een nieuwe leerling voor U". zei de baas. „Hij komt regelrecht uit Curagao." Asjeblieft. We keken elkaar eens aan en we keken de nieuweling eens aan en we konden geen woord uitbrengen van verba zing. Daar gingen we met al onze branie. Meneer kwam eventjes uit Curagao over wippen. En hij had ook in Venezuela ge woond en in Perzië en op Sumatra. En hij had in een Jappenkamp gezeten. Nee, dan wij met onze sterke verhalen over een voetreis door de Ardennen en over een fietstochtje langs de Rijn. Wie zou daar nu nog over durven opscheppen? Toch bleek al gauw, dat Hans Hoogervorst een gewone jongen was. Hij liep niet te koop met zijn ..levenservaring". Integendeel, hij praatte nooit over zijn verleden en hij deed zijn best zich bij ons aan te passen. Voor het overige was hij verre van gewoon. Hij stak in alles boven ons uit. Hij had, om maar iets te noemen, een geweldig stel hersens en hij behaalde steeds de hoogste cijfers, zonder dat hij daar ooit enige moeite voor deed. Nee, het leren zinde hem niet. Hij was, toen al, een echte artiest. Maar zijn vader, die hem verder helemaal zijn gang liet gaan, wist op één punt van geen wij ken: Hans zou en moest de H.B.S. door. Nu, hij kwam er door en wie had an ders verwacht? met de beste lijst. NA HET examen verloor ik mijn klasge noten uit het oog. Alleen Tilly Wein berger ontmoette ik zo nu en dan nog eens. Deze ontmoetingen liepen ten slotte uit op een verloving en nog later op een huwelijk. Van Tilly hoorde ik, dat haar vriendin haar hartsvriendin, om een geliefkoosde uit drukking van mijn vrouw te gebruiken zich verloofd had met Hans Hoogervorst. Ze zouden ongeveer in dezelfde tijd als wij, gaan trouwen. Maar, vermoedelijk omdat Hans er tegen op zag zich te binden, dat huwelijk werd steeds uitgesteld. En op ze kere dag kwam een zenuwachtige en be huilde Ank ons apartementje binnenrollen met het bericht, dat Hans haar in de steek had gelaten. Hij was zonder afscheid te ne men vertrokken, de wijde wereld in. Van die tijd af wilde Tilly de naam van Hans Hoogervorst niet meer horen. Het leek wel, of zij het slachtoffer was, in plaats van Ank. Ik dacht daar het mijne Dat Ank helemaal van streek was, kon ik begrijpen. Maar dat Tilly... Enfin, ik zette de hele geschiedenis van mij af. Wat ging het mij aan? Ank zou wel over haar verlies heen komen en Tilly zou haar er gernis eveneens vergeten. Kort daarop ver huisde Ank naar een andere stad en ook wij veranderden van woonplaats. Een nieu we omgeving, een nieuwe werkkring, een nieuw huis, nieuwe vrienden en kennissen. Het oude scheen voorbij. IK LIEP naar de keuken. Tilly was druk bezig tussen haar potten en pannen. Op het kleine tafeltje stond een schaal gebakken aardappelen. Ik pikte een paar stukjes weg en begon er op te kauwen. „Kun je niet wachten, tot het etenstijd is?" zei Tilly vinnig. „Wat ben je in een beste stemming vanmiddag", antwoordde ik. „Is dat allemaal om..?" „Ja, dat is allemaal om Hans Hooger vorst, als je het dan zo graag weten wilt." „Maar Tilly, die geschiedenis ligt al weer zo lang achter ons. En je had er bo vendien niets mee te maken. Ik wist niet, dat je zo haatdragend maar ondertussen! En dat vertelde ze me nu pas. Het was om dol te worden. Dus al de tijd, dat ik op de H.B.S. vanuit de ver te verliefd op haar was geweest, ging ze met.met. Nou. moest het al niet mooier worden. Zo ver had ze me al gekregen, dat ik die naam ook niet meer durfde uitspreken. Was ik nou toch jaloers? Onzin! Wie werd nu jaloers op een schim uit het verleden?! het be- t. rk mijn brommertje netjes opgepoetst. De scheen. Wat wilde ik nog meer? Pruttelend legde ik kilometer na kilometer af, tot het Jos A. Brusse te maken dan jij bekende blauwe bordje me vertelde, dat ik Beukenhoven binnenreed. Ik kende de weg naar het Jachtslot goed. Het duurde dus niet lang, of mijn trouwe reismakker stond trots te glanzen tussen zijn soortgenoten op de onbewaakte parkeerplaats. Ik kocht een kaartje en wandelde de tentoonstellingszaal binnen. Even zocht ik mijn oude schoolmak ker. Maar ik zag hem niet. Wel zag ik, dat ook nu weer veel mensen belangstellend, sommigen zelfs spottend, naar me keken. Maar ik trok me er niets van aan. Ik weet het, mijn haren zijn langer dan die van de doorsnee-man en mijn kleding is anders dan die van de anderen. Is dat echter een reden om mij zo aan te gapen? Ik liep langzaam langs de schilderijen. Zo nu en dan deed ik een stapje of een paar stapjes achter waarts. Een andere keer weer stond ik met mijn neus bijna tegen een doek aangeleund. Zo hoort dat op een tentoonstelling! Ik weet er alles van. Ik heb die kunst van kunstlievende mensen afgekeken. Behalve figuratief schilderde Hans Hoogervorst ook non-figuratief. Voor de schilderijen van de laatste soort bestond de meeste belangstel ling. Bij die doeken werd trouwens ook het meest gelachen, wat altijd een goed teken is. Lachen is gezond, nietwaar? Ik stond weer op van mijn zitplaats en koos stelling voor een reusachtig doek vol lijnen en krasjes en kringetjes in de meest felle kleuren. „Het bos", onderwees mij de catalogus. „Ik mag gehangen worden, als ik een bos zie", zei iemand naast me. „Meneer". hij wendde zich tot mij „U bent zeker schilder. Kunt U mij uit leggen, wat dit werk ons te zeggen heeft?" „Zeker, zeker." Ik knikte gevleid. Ik zocht naar woorden. Ik dacht diep na. Ik kuchte. „Kijk", zei ik toen, „U moet U voorstel len, dat de schilder, toen hij dit doek maak te in een bos zat. Kunt, U me volgen?" „Ja, ja". Hij keek me gespannen aan. „Welnu! Wat zag hij? Bomen nietwaar? Maar hij zag nog veel meer. Hij zag, hij zag wat U niet ziet. Hij zag innerlijk. Van binnen begon iets te trillen bij hem. Dat gaf hij weer door die kleine krasjes, die U overal op het doek tegenkomt. Kunt U me volgen?" „Niet erg", bromde dc meneer. „Maar gaat U verder." Ik ging verder, „Die cirkeltjes, ziet U wel, dat zijn de blaadjes, overgoten door zonlicht." „Blaadjes zijn groen", protesteerde de man. „Kom mee, vrouw." Hij schoof ver der door de zaal. Maar anderen namen zijn plaats in. Verdrongen zich om mij heen. Probeerden van mijn woorden geen enkele te missen. Een paar meisjes wierpen bewonderende blikken op me. Wat had ik me op mijn hals gehaald? Ik kon voor- noch achteruit. „Die strepen streven omhoog", zei ik. Ik keek hulpzoekend om me heen. Wat viel er nog meer van dat ding te zeggen? Dat ding! Dat monster! „En nu dames en heren", riep lk, „wilt U me wel verontschuldigen." Enkele men sen maakten aarzelend een kleine opening. Ik schoof er waardig doorheen. Ze keken me na, vol eerbied. Ik vluchtte de zaal uit. Ik haalde mijn jas. Ik liep naar mijn brommer. Weg! Mijn brommer weg! Gestolen? Ik liep om het gebouw heen, zociht aan de achterkant, kwam weer terug. Er was Argwanend bezag ik elke bromfiets. Maai de mijne was er niet bij. En was het wel zo geweest, wat dan nog? „Ik zou natuur lijk aan de noodrem kunnen trekken", dacht ik. „Natuurlijk eerst wachten tot de trein voorbij is., en dan de weg opvliegen en dan Niks. Ik was blij. toen ik mijn woon plaats bereikt had. Wat zou Tilly zeggen? Ze zou woedend zijn. Ze zou me uitlachen. En misschien zou ze ook'wel een beetje blij zijn. Ze hield niet van mijn brommer tje. Die vrouwen! Zagen overal gevaar. Ik wandelde onze straat in. Nummer zesen tachtig op de hoek. Nummer vierentachtig. Eigenaardige gewoonte, maar als ik in on ze straat kom, tel ik altijd de huisnummers. Nummer zestig., nummer vijftig. Wel nu nog mooier. Dat kon niet! Dat was onmogelijk! En toch was het waar. Daar stond-ie. Mijn brommertje. Vlak voor ons huis stond-ie. Haastig opende ik de voordeur. Tilly", riep ik. „Hoe kan dat?" Ik stormde de kamer binnen, maar., maarwas ik gek geworden? Zag ik spo ken? DAAR ZAT Tilly in een gemakkelijke stoel en tegenover haar zat Hans Hoo gervorst, ook in een gemakkelijke stoei. En ze lachten allebei vriendelijk naar me. „Wat heeft dat te betekenen?" Ik schreeuwde het bijna. Hans stond op. „Hoe gaat het er mee, ouwe jongen?" vroeg hij. best", zei ik woest. „Maar vertel Tk zat in het restaurant van het Jacht slot. Toen kwam jij er aan. Ik kor. niet on middellijk naar je toekomen, want er zat een kunstcriticus bij me, zie je. Die heren moet je te vriend houden. Ik dacht: ik zie je straks nog wel. Later kwam ik in de zaal. Toen stond jij net midden in een kring bewonderaars. Ik dacht: nou, dan ruilen we. Jij speelt vcor schilder en ik ga lekker brommen. Je naamplaatje met volledig adres vertelde me, waar ik heen moest." „Ja, ja." Ik keek naar Tilly, verwijtend. „Je hoeft niet jaloers te zijn, beste jon gen", zei ze. „Hans Hoogervorst is ge trouwd." „Zo. Met wie?", vroeg ik plichtmatig. „Ken ik haar?" „Met Ank", antwoordde Tilly in Hans' plaats. „Met Ank?" herhaalde ik verwonderd. DusJa, we zijn al weer enkele jaren getrouwd. Zo gaat dat, hè. Ank wist niet. waar jullie woonden. Anders hadden we wel een berichtje gestuurd." Ik begon bij te komen. Brommertje te recht. Ank gelukkig. Hans gelukkig. „Je blijft natuurlijk eten", nodigde ik gul uit. Maar mijn uitnodiging was overbodig. Til ly had alles al geregeld. Ook de logeerka mer was al in orde gemaakt. Toen we aan de maaltijd zaten, vroeg ik: „Zeg. nu moet je me toch eens vertellen, wat wil je nu eigenlijk met dat schilderij Voordot Hans ïijn gemene spelletje geen twijfel mogelijk. Ik begat «Herikt. speelde met Ank, had hij met mij hetzelf de gedaan." „Met jou?" Ik was te verbaasd om jaloers te worden. „Maar hoe kan dat? En daar heb je me nooit iets over verteld". „Ik had in het geheim verkering met Hans, in onze H.B.S.-tijd aL En we zouden ons verloven na het examen. Maar meneer wilde liever vrij blijven. En nu is hij een bekende kunstschilder. En straks komen er misschien allerlei fraaie artikeltjes over hem in de krant. Straks wordt hij misschien om het hardst geprezen door kunstkenners en stomme meepraters. Dan is hij de me neer, de gevierde man. Maar niemand weet, dat hij tweemaal, of misschien nog wel vaker, trouwbreuk heeft gepleegd. Zul ke dingen blijven altijd verborgen." „Jij bent een mooie, jij", riep ik boos. „Laat je man onkundig van een belangrijke periode uit je leven en dan maak je ach teraf mij verwijten. Daar lijkt het tenmin ste op." Geërgerd keerde ik terug naar de ka mer. Vrouwen! Altijd plaatsten ze je voor ver rassingen! Speelden de heilige onschuld, -chtig naar de portier. „Meneer, mijn brommer is gestolen." Hij haalde de schouders op. Stond-ie op slot?" informeerde hij. „Nee", moest ik bekennen. „Maar meneer, wat wilt U dan?" zei de man. „De stalling was niet bewaakt. Gaat U naar het politiebureau." Ik knikte onnozel. Ja, dat zou ik dan maar doen. Ik liep, ik holde, ik vlóóg naar het politiebureau. Ik moest het'motornummer opgeven, wat ik natuurlijk niet kon. Wie kijkt er nu naar een motornummer? Frame-nummer? Ik wist het niet. „Ja meneer", zei de dienstdoende agent. „Dan wordt het erg moeilijk voor ons. Maar we zullen ons best doen. Vertelt U dan maar eens wat U wèl weet: het merk, het bouwjaar, de kleur. Ik gaf een zo nauwkeurig mogelijke be schrijving. Toen stond ik op straat. Alleen! Het schip der gedoemden, door Herbert Wendt. Uitgave J. H. Gottmer, Haarlem. Met de opdracht nieuw land te ontdekken in een stuk zee, dat hij een mensenleeftijd lang had beva ren, zeilde de Zweedse ontdekkings reiziger Bering op de vierde juni van het jaar 1741 aan boord van de brik St. Peter uit voor een reis naar het onbekende. Voor een reis waarvan hij persoonlijk geen enke le verwachting had. te schrijven, die als een boei- Een vakantie in de Kongo, door jongens, met graagte gelezen zul- letuige-verhaal het grote W. ter Horst. Uitga1 N V Kampen. end ooggetuig mysterie van Bering's laatste peditie opheldert. J. H. Kok Een boek, van twaalf tot vijftien j eekend?, door Ca- len smullen. Een leraar Verspild tharine Berg (vert. C. van Eijs- den)Uitgave Ad. M. C. Stok, Zuidhollandse uitg. mij, Haag. •den. In deze twee deeltjes er volgen er meer maken we kennis met Frank Distel, Bram de jongens Verwoerd, Jan Overdijk en Kobus zul- Platvoet. Zij zijn in het Rotter- zijn damse havengebied een bende cihi- het water hese smokkelaars op spoor. Deze Den de slachtoffers pen. De smokkelaa: Deze tocht in het noordelijk ge deelte /an de Stille Oceaan, die Be ring's laatste Een meisjesroman die in elf ta- fP®™UI®,' len werd vertaald en de grote Scandinavische romanprijs ont ving, moet toch wel bepaalde kwa- vrorden,'koos"de liteiten hebben. Men mag eten Plat- de uitnodiging in de Kongo hun voet te ontvoeren, maar de dap- vakantie door te brengen. De pere jongens komen hem in Ant- die de voorbereiding werpen op spoor en weten hun ring s laatste zou worden, koos ae ,'r V .5 Duitse schrijver Herbert Wendt «ev.1 d.t Ver- deze onverwachtevakantie- vriend te bevrijden. Ten slotte •dt de smokkelgroep ook ont- maskerd. De boekjes zijn geïllus- Kongo1'Jertrekke^'ln"de""iider- treeri d»»r Borrebach. als onderwerp „Het schip der gedoemden". De gegevens ervoor putte hij uit "«*- gelaten verslagen van kartogr: aan boord van de St. Peter, die „het nieuwe land" in kaart ten brengen. Dankzij d< kon een relaas ontstaan, dat een huiveringwekkend scl erp beeld geeft van de omstandigheden onder de riskante maakt spild weekend?" anders is dan d< doorsnee rc meisje. Dat is kartografén tenminste wat de vormgeving be- neebrengt, wordt vliegtuig Jten. In d Afrika trekken zij dan oan-voor-heMonse °P met hun gastheer- een zende: dan ook wel zo, lir^" Qnnodig te verteUen.f at_ treft: een soort dagboek, bijgehou- Lt llluco. den door twee zusjes, één dertien, bronnen de .ander negentien. Maai spannende avonturen r maken. De schrijver heeft zijn fan tasie rijkeliik laten werken en al- verhaal verwerkt, Annclies de Lange, door Jo van Dorp-Ypma. Uitgave J. H. Kok N.Y., Kampen. er negentien, iviaai uaai- dan ook alles gezegd, want dat de jongens he boek „„«vice ie Hif wel keer zullen willen uitlezen werd ge- Een uitstekend boek, dat ook bij schrijfster vertelt op geestige ^man"AT4SIe""fSp"ak™ 'VltoS!? »"^„ud=„dc wijzc de weder- haal een grote rol. echter ook geloof, hoop mogen omtrent godsdienst en moraal, plus een gezocht soort geestig- wanhoop, heid, dat men alleen maar tot de n het ver- conclusie kan komen: dit lijkt Daarnaast nergens naar. Honderd maal lie- r en het ver- ver voor onze dochters een ver- de enkeling zich door ouderde Joop ter Heul dan deze 'gunstig onthaal zal vinden. waardigheden van een jonge, spon- tane kleuterleidster, die „echt nog geen blad voor haar mond neemt" daardoor zowel thuis als op i de Frank Distel en de Bende v de Gele Rat en Frank Distel de verdwenen Platvoet door Arie van der Lugt reholte, Voorhout. der Lugt. Uitgave Fo- school moeilijkheden ontmoet. De i feitelijke gegevens e DOOR THEA BECKMAN (Vervolg van vorige week) Eensklaps verstijfde de prins van angst. Bijna had hij de plank met de schipper losgelaten. Recht voor hem rees een geweldig monster uit de golven op: een zee- alikruikenmeis j ei sterf?" Maar de zeeslang verslond hem niet. Het monster dook onder hem door, tilde hem op zijn rug en droeg hem naar de rotskust. Daar, op de steile oever werden de prins en de nog altijd bewusteloze schipper neergezet. De zeeslang keerde onmiddellijk terug naar de zee. De prins was zo moe, dat hij meteen in slaap viel en pas ontwaakte toen de zon hem bescheen. Het was nu laat in de middag. De storm was geluwd. De grijze wol ken waren uiteengedreven en de zon scheen op de prins en zijn metgezel. Hij ging rechtop zitten en keek rond. Beneden hem bruiste de branding tussen de rotsen. Achter hem strek te het eiland zich uit: ruw, bedekt met bergen en bos sen. Op de hoogste berg stond een trots kasteel. De prins keek naar de schipper. Deze sloeg de ogen op en knipperde verbaasd met de oogleden. „Waarwaar ben ik?" fluisterde hij. „Op één van de zeven eilanden", antwoordde de prins. „Uw schip is uit elkaar geslagen en gezonken. Maar we leven nog." De schipper ging rechtop zitten en keek rond. „Brrr. je hebt gelijk, dit is het grootste van de ze ven eilanden. Hoe komen we hier?" De prins vertelde wat hem was overkomen en hoe de zeeslang hen had gered. De schipper schudde het hoofd. „Het is bekend, dat er op dit eilandje griezelige din gen gebeuren", zei hij. „Maar een zeeslangIk denk dat je dat hebt gedroomd. En nu heb ik honger!" Ja, honger! Sa-men daalden ze van de rotsen af, landinwaarts. Het was een woeste streek, die zij doortrokken. Nergens za gen ze een huis of een dorp, mensen kwamen ze niet tegen. Eindelijk stonden ze aan de voet van de hoge berg, waar op trots het kasteel zich verhief. Nu ze niet langer op zee waren, meende de prins dat hij zich wel bekend mocht maken. „Ik ben een koningszoon", zei hij tegen de schipper. „Dus men zal mij op dit kasteel zeker goed ontvangen. Kom mee, schipper, naar boven." „Je ziet er niet bepaald uit als een koningszoon met je verscheurde lompen en op blote" voeten", bromde de schipper. „Bovendien: besef je wel, waar we ons be vinden? (Volgende week verder) ONZE BRIEVENBUS Beste neven en nichten de vakantie. Maar dat is natuurlijk ne best indenken dat jullie benieuwd een volgende klas of niet en ook of de vakantie. De oplossing van de r. 5. Die jongen draagt de scheiding mooie weer, de rapporten wel begrijpelijk, want ik kan zijn of je over zult gaan naa het mooi weer zal blijven i puzzel van vorige week is: 1 in zijn haar links. Anneke van de B troostprijzen zijn voor I n H a n v an B ell e. Hartelijk bedankt voor jouw mooie tekening Han. r g heeft- de hoofdprijs gewonnen. De i Andel is de Is Tonnit slaa-gd? Jullie zijn alle maal gauw achter elkaar jarig. Thuis zitten jullie natuurlijk niet zonder bloe men Ria van den Berg Dahlia's zijn mooi hè? Jij hebt een leuke vacan- tie in 't vooruitzicht Enny van Bloois. Was het leuk woensdag? Pieternel de Berg gaat in september naar de Mulo-school. Gaan er nog meer uit jouw klasr Sjanie Berkhout tekende een bloempje op haar brief. Nico van Belle stuurde een grappige tekening var een mijnheer met een zwar te sik. Veel plezier hoor, ook Han. Piet Bagchus heeft zijn been bezeerd. Fijn dat de prijs in dt smaak viel. Schrijf jt me eens hoe de uitvoering van de zang is geweest Cor- rie Blom? Elly Blom schreef over het poesje Mi- mie. Misschien winnen jul lie ook wel eens gauw een prijs. Wat hebben jullie veel kippen thuis Hans vai Berkel, wel 230! Hoe i-s ji rapport9 -Tan van Berkel is ook al erg benieuwd of hij ook Jan. Je schrijft me er maar over volgende keer Kees Bakker woont op een boerderij. Schrijft je buurmeisje al gauw? Maartje Baas uit Leersum is een nieuweling. Frans Bosman is met de school reis naar Utrecht en Alphen aan de Rijn geweest. Wat een mooie brief typte jij naar mij Arie Boelhou- Janek, «le vluchteling telkens te dromen van Polen dat dromen brengt je niet naar Polen. Eén van de winkels heeft een mooie etalage. Er staan een paar schepen in 'en er hangen een paar grote vliegtuigen. Het is een reisbureau. Janek denkt opeens: hier kunnen ze me vast wel vertellen, hoe ik in Polen moet komen en wat het kost. Dat gaat hij tenminste eens proberen. koop is. Voor Het is een grote winkel, waar van alles fci hem staat een mevrouw met een jongen, die lijkt als Janek. Die jongen krijgt een radiotoestel van zijn moeder. Janek kijkt zijn ogen uit: hoeveel kost zo'n toestel wel niet. Daarvoor kan je wel naar Polen. Een meneer vraagt, wat Janek wil. Ik... ik wil naar Polen, zegt Janek. Met de boot of met een vliegtuig? Dat dat doet er niet toe. Ga je alléén en naar huis? vraagt de me neer. Janek knikit. De meneer bladert in een boekje. Het goed koopste kun je gaan per boot van Dundee naar Danzig. Dat kost honderdzeventig gulden. Op hetzelfde ogenblik zegt een andere vrouw, die een radiotoestel koopt: Dat is dan honderdenzeven tig gulden. Zal ik het morgen laten bezorgen? r tegen de i 8. Honderdzeventig gulden. Heb je ooit zÓTeel geld bijelkaar gezien? Janek tenminste niet. Die mevrouw wel. Die kocht zomaar een radiotoestel voor haar zoontje. Ead Janek het geld maar. Hij wordt er moedeloos van. Nee, h«t lijkt onmogelijk om ooit in Polen te komen. Maar als... Als er nu eens een boot was, die hem wilde meenemen. Hij zou best kunnen werken asn boord. En veel eten hoeft hij ook niet. Als hij maar in Solen komt. Goed, dat is een plan. Hij moet hier weg. In Dundee liggen de boten, die naar Polen varen. En als het avond wordt, klimt Janek ln een vrachtauto, waarop met grote letters Dundee staat. Dis zal hem een eind op weg helpen. De auto rijdt lang door de avond. Maar op het laatst kan Janek horen, dat hij in een stad is. De auto stopt telkens en neemt aldoor bochten. Dat moet Dundee zijn. Als de wagen weer eens stopt, klimt Janek er uit. Nu moet hij naar de haven. Er is niemand aan wie hij de weg kan vragen. H-et is al zo stil.... In diezelfde stad maken twee mannen van de stilte gebruik. Het zijn twee inbrekers. Ze staan in de portiek van een groot huis en proberen binnen te komen. Ze weten dat er overal alarmsignalen zullen gaan aki ze een raam openbreken. wer. Had je dat zelf zo netjes gedaan? Jullie hebt dus veel plezier gehad toen oom George en tante Dien- ke er waren. Fijn dat de beide schoolreizen zo leuk geweest zijn Jannle en Cor- rie Branderhorst. Kun je al goed zwemmen Corrie? Veel plezier jullie, beiden in Oosterhout hoor. Een leuke tekening en een mooie gekleurde oplossing stuur de Anneke Bos mij. Hoe vond moeder het cadeau? Ria in Beekbergen zeg! Hoe is het 6 juli gegaan? Jij hebt dus een fijne school reis achter de rug Rietje Booy! Gera Breebaart, hartelijk bedankt voor het leuke gedichtje. Fijn dat mama en dè tweeling weer beter zijn. Ja, dat is goed hoor Ineke Brussé, je moet de brieven met oplos singen naar de redactie van de krant sturen. Hoe veel suikerzakjes heb jij al wel niet Els Bronsveld? Peter Bout stuurde al leen de oplossing. Ger- dien Brouwer, bedankt voor je mooie oplossing. Jammer dat je letter niet aan de beurt was. Ga je nu wel meer meelopen aan een mars Bepple Bijl? Jullie hebt dus wel speeltuinen be zocht op de schoolreis Coby Cornet. De datum is 27 ok tober. Jenneke Cornet schreef ook over de school reis. Wat een geklim is dat hè Jenneke, voordat je bo venin de Domtoren bent. Jij bent natuurlijk erg be nieuwd naar je rapportcij fers Ineke Dekker. Blijft je nichtje lang? Bedankt voor je leuke tekening Bas Drieco. Veel plezier in' Friesland. Ik hoop voor jou dat de vissen willen bijten. Zijn dat jouw broertjes en zpsje op de tekening Mar- go Dusink? Of niet? Wat doe je met Bas in de va kantie Frans Doolaard? Veel plezier hoor. Teu- nie Bankers heeft pas bij haar vriendinnetje mogen eten. Weet je al waar je naar1 toe gaat met vader? Thijs van Daalen, gaan de lagere klassen dan hele maal niet met de schoolreis uit? Als vader mondeling gedeelte ook maar Slaagt. Schrijft Mieneke van Dieren als ze weer aan de beurt is een briefje? Veel plezier a.s. woensdag Nellie van Dron- gelen. Onno Elzlnga schreef over zwemmen. Je gaat zeker wel vaak nu het zo warm is Onno? Mar leentje Eygenraam is naar Diergaarde Blijdorp ge weest en naar zee. In wel ke klas zit je nu? Mieke van Ee gaat in de vakantie naar Ouddorp. Veel plezier hoor. Piet van Eijk ik beantwoord jullie brieven altijd dinsdags al hoor. Jij hebt een fijne schoolreis achter de rug Hans van Es. In de St.-Jan ben ik nog nooit geweest. Wat een heerlijke verjaardag heb jij gehad Ada van Es. Smaak te de taart lekker? En hoe is de film geworden? Ma rieke van Es heeft een bad pak en een badmuts gekre gen voor haar verjaardag. Heb je ze al ingewijd Ma rieke? Veel plezier jullie drietjes, papa en mama en Teusje in Utrecht. Hen- nie van Gaaien heeft van daag uitvoering van de gymnastiek gehad. Is alles goed gegaan Hennie? Na tuurlijk mag jij ook lid wor den Corrie Goes. Hartelijk welkom hoor. Bertje Ger ritsen schreef ook voor de eerste maal. Jij schrijft al netjes zeg. Schrijft Aart van Gorkum ook eens een briefje? En Kees v. d. Griend ook? Marijke de Groot zijn vader en moe der al weer terug? Jouw brief kwam te laat Sjanie Bouman, maar je kon er nog net tussen schuiven. Heb je nog wat gewonnen op de sportdag? Neven en nichten, volgende week zijn de letters H-N aan de beurt. Schrijven jullie alle maal weer naam, adres en leeftijd in je brieven? Afge sproken, dag allemaal, Hier weer eens een kruiswoordpuzzel. Niet zo'n ge makkelijke, hoor! Doe je best. Oplossingen insturen voor dinsdag 14 juli. Dit is de omschrijving van de puzzel: Horinzon- taal: 1. Draaiend speelgoed. 3. Hoofddeksel van een monnik. 5. Achtpotig diertje. 8. Hen. 10. Wat de haan op zijn hoofd heeft. 11. Rivier in Italië. 13. 1000 me ter. 15. Harde vrucht. 18. Waar ons brood van wordt gebakken. 20. Stuk bouwland. 21. Waar we na schrijven. 22. Hoofd van het gezin. 24. Waarmee i soep kunnen eten. Vertikaal: 1. Deel i 2. Stu"ar- Stuk weefsel. 4. Grappig"'dier met. vier handen?™! Kleurige vloeistof. 7. Bovenste deel van het dak 9 Smalle vaan. 11. Pakket. 12. Slaginstrument. 14. San! plge vrucht. 16. Waterkant. 17. Om op te klimmom 19. Plus. 23. Naaldboom.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1959 | | pagina 18