Handvol: «Mensen zijn koorddansers en acrobaten zonder tehuis 1 EfiZMLIB TE DEUM VAN HANDEL EN PIANOCONCERTEN VAN MOZART r EEN KERK ZONDER VOORGEVEL HET LAATSTE LANDSCHAP VAN RILKE (2) ZATERDAG 20 JUNI 19u DANK zy de vriendelijke toestemming van de tegenwoordige eigenaar mochten we het kasteel Mu- zot bjj Sierre bezoeken, waar Rilke de laatste vijf jaren van zijn leven heeft gewoond. Dit was hem door Werner Reinhart uit Win- terthur op de meest gene reuze wijze ter volledige be schikking gesteld, terwijl een meisje uit die streek, Frieda Baumgartner, hem verzorgde. Merkwaardig, dat de schenker Reinhart zichzelf als de begiftigde voelde. Na zijn eerste be zoek schreef hij Rilke het fijngevoelige briefje: „Zu seinem er sten kurzen Besuch auf Musot eingekehrt, dankt der Lehensherr seinem g etreuen Burgvogt für liebe Gasifreundschaft und viele un- vergessliche Stunden." 27 April—1 Mai 1922. WERNER REINHART Om het kasteeltje ligt een grote tuin met rozen, vruchtbomen en groenten. Op zij van de deur al leen een plaat met inschrift: R M. Rilke 1921—1926. We komen eerst in een eetka mer met een grote stenen kachel, een prachtige antieke tafel en en kele zeer oude gravures aan de muren, ook een afbeelding van een ikoon met Russisch inschrift, wel een herinnering aan de beide reizen, die Rilke naar Rusland on dernam. Ernaast is een klein ka mertje met een piano; door een rond poortje komt men op een klein balkon, waarop Rilke eens gefotografeerd is We gaan de trap op. naar de torenkamer, die evenals de eetka mer een prachtig uitzicht over het landschap toestaat. In het midden een schrijftafel met een draai stoel, die Rilke altijd gebruikt heeft. Opzij een eenvoudige lesse naar met een plat bovengedeelte, gemaakt volgens zijn aanwijzin gen; voor die lessenaar stond hij te schrijven, 't Verwonderde me. er boeken aan te treffen, die om streeks 1920 al nauwelijks meer gelezen werden, een paar zware delen van de ..Dictionnaire histo- rique et critique" van Pierre Bayle een ..Histoire de France" in vele bandjes, en verder enkele dichters uit het begin van deze eeuw, o.a. Richard Dekmel. Op een tafeltje lagen twee sier lijk gebonden exemplaren; facsi- milé-uitgaven van de Duineser Elegien en ook een van Goehtes Römische Elegien (groter contrast dan tussen die twee bundels ele gieën is nauwelijks denkbaar!). Verder enkele antieke kunstvoor werpen. Het was voor Rilke een behoei- aan deze engelen moeten we alle reminiscenties aan Bijbelse voor stellingen laten varen. Zij symbo liseren de onoverbrugbare afstand van God tot de mens De.distantie tot her dat wij ons niet .in kunnen bewegen. De te. zijn vertrekken, zelfs bij een kortstondig verblijf, op artistiek verantwoorde wijze in te richten. Naast de torenkamer ligt zijn klei ne slaapkamer met een kruis beeld. niet zijn sterfkamer. Hij is overleden in het sanatorium te Valmont, waar hij de laatste maanden voor zijn dood v Vlak naast de werkkamer een kleine kapel met een bidstoel evenals het kruisbeeld. Merkwaar dig voor een man die getuigt, dat hij van een ..bijna rabiate an- tichristelijkheid" is. „Men moet niet langer aan deze leeggegeten tafel van het Christendom gaan zitten en de schillen, die er op liggen, voor voedsel uitgeven". Dan geeft hij eerder de voorkeur aan Moham med. ..Die breekt zichzelf door tot de ene God. waarmee elke riS vortelde •dragen, misschien alleen de primitieve, eenvoudig-gelovige, zoals de jonge Tobias uit de apo criefe boeken, die Rap'.iael als ge leider meekreeg. Zij horen niet, als de mens tot hen roept. „Wer, wenn Ich schriee, hörte nicht denn aus der Engel Ordnungen?". En toch moeten we voor de en gel de wereld roemen, de wereld veranderen naar de engel toe. Het is mogelijk, dat we dan door het dal van het leed komen. In dit ..leedland" begint de positieve houding tegenover het lijden. En wonderlijk diepzinnige paradox: de bron van de vreugde ligt aan de voet van het gebergte van het oerleed. In de „Sonette an Orpheus" vin den we dezelfde gedachten: de kracht van '.iet roemen. Uit de zanger Orpheus wordt een god, zijn neerdalen in de onderwereld en zijn verscheurd worden door de Maenaden wordt behandeld als het lijden van Christus. De dichter heeft als eerste de taak Gedichten met speelse e HET is toch wel een bljzou_ verschijnsel geweest, dat klein groepje psalmberijmf dichters op hun vakantie-v oord, de Pietersberg te Oo: beek, bij de viering van hun trum daar de geest kTeeg en| het dichten sloeg: eerst Van; Graft, Schulte Nordholt en ten slotte ook Muus Jacobse.i uit de verte Ad den Besten, hebben elkaar geïnspireerd: zagen als het ware de vlam tongen op elkanders hoofd. S taan en in korte tijd schreve met elkaar een bundel vol: se achtige verzen en arabesken In het hij at da; Maar Rilke voegt hier aan niet toe: .Wordt als de kinderen". Hij opstaat. Bij de engel weet geen uitweg. als vertegenwoordige mensheid. „Wij zijn de bijen van het onzichtbare". Onze taak is het. de ze voorlopige, vergankelijke aarde ons zó diep. zo lijdend en harts tochtelijk in te prenten, dat tiaar .onzichtbaar" weer De toeristische attractie van Florence DIJ een bezoek aan Florence, ta Cro ditzelfde geldt voor vele stad) e Circusartisten W" mensen zijn als saltim- banques. als circusnr listen j koorddansers, acrobaten. Zij heb ben geen tehuis, ze blijven slechts zo lang, als de bij het publiek duuri. Als mensen spelen ze niet eens in een circus, maar op een open plein: zó spelen loij op de huid de aarde. Tot een modiste vij hangen nog morgen zo geweldig gesproken zich ons lot aantrekt: het kan worden zonder de telefoon „Christus", waarin voortdurend geroepen wordt: Hallo, wie daar en niemand antwoordt." Madame Lamort, de dood. Zij heeft goedkope winterhoeden voor ons bestemd voor het laat ste seizoen in het levensjaar, ouderdom en dood. Rilke uit zijn laatste levensperio de noemen, zonder enige preten tie van volledigheid. Wie zich na der oriënteren wil. vindt goede voorlichting in het werk van onze landgenoot F. W. van Heerikhui- zen 1) en in de beknopte, maar uitmuntende biografie van Hans Egon Holt hitsen 2). J. H. Schouten :s (het pantheon van de de San Miniato al Monte, ar men heel de stad over- ij dragen stuk voor stuk onze aandacht vooral gevraagd het merkteken van Italië's meest voor de kerken, waar,,, vroegere beroemde architecten. becldhau- i wers en schilders, van wie wij geslachten het lioooste van him hiei. Brunellesco .el Bru- kunst hebben neergelegd. nelleschi), Michel Angelo en Do- Zo verwijzen de reisgidsen belangrijk, uoor Florence het eerst naar de bouwwerken staat ook de San Lo- Don, en de daar tegenover ge. kerk^d,e^w legen Doopkapel met de be- Medici en andere Florentijnse fa- bCroemde bronzen deuren van ™ilies 'n de eerste helft van dc loe eeuw de opdracht hebben ge- Ghibertu Maar de tamelijk bonte geVen. Deze kerk heeft echter marmeren voorgevel van de geen voorgevel. De voorzijde be- Dom, die trouwens eerst in 1887 Het verwondert me, dat de u vrienden, die zijn begrafenis ge- L.1,^®!1F,2UI}'ere j regeld hebben, deze plaats lieten kunnen. als artisten d. hebben met volkomen R.K -cere- *n p,kaar monieel. Zijn vriendin, de schil deres Lou Albert-Lazard heeft dit uitgebeeld op haar schilderij: „L'enterrement de Rilke". Op mijn verzoek om een verkla- ring van het zich conformeren aan de R K.-ritus was Madame Albert zo vriendelijk me het volgende te antwoorden: ,,Ik weet niet, of Rilke voor de R.K. begrafenis zijn toestemming zou gegeven hebben, maar mis schien is het gebeurd met het1 oog op de bewoners van Ka-ron, ver bonden met een begrijpelijke, na ïeve neiging tot decorum". Eenzaamheid geheten omdat de eerste van het tiental ontstaan is in het kasteel Duino aan de Adriatische Zee. bij Triest i en de „Sonette an Or- rekenschap te geven - - - i. de- J' van de gedachten, die Rilki ze jaren vervulden. Grondbelevenis van de mer eenzaamheid. Kan hij nergens tehuis vinden, niet een relatie beschei mende omgang? Neer tot niemand en niets Rilke, wederzijds HPffi volkomen evenwicht, die geen vast punt meer nodig hebben, omdat geen zwaartekracht hen naar be neden trekt, geen verwarring hen dat ideaal kan op aarde niet verwezenlijkt worden. Naast Kafka heeft wel niemand de hele grote onbehuisdheid van het menselijk leven zo schokkend tot uitdrukking gebracht als Rilke. Hij breekt met de idealistisch-hu- manistische overlevering, gelooft evenmin aan de macht van de rede, terwijl '.iet pantheïstische levensgevoel uit zijn jeugd thans alle invloed heeft verloren, zeker gedeeltelijk ook door de lectuur van Kierkegaard. Nadert hij in zijn denken niet Heidegger, die het menselijk leven een „Sein- zum-Tode" noem' Leven cn dood zijn vooi R geen polaire begrippen, de dood is sluitend de de van het leven, maar de taak van de mens is: te leven. ..Weil Hiersein viel 1st." Dit menselijk inmalig." onherhaal- in een namaak-gotiek is gereed gekomen, is niet het mooiste wat Florence op het gebied van de kerkbouw kun tonen. De Santa Maria Novella, de San- onafgewerkte een en schijnt reeds sedert luwen een vol- De rozen van tooiing Deze kerk is gebouwd op de reeds in de vier de eeuw de oud ste christelijke kerk van Florenc Zij is naast de koepel van de Dom het meesterwerk van Brunellesco. die zowel aan de buitenzijde als aan het interieur zijn beste krach ten wijdde De paus had geen geld voor het marmer heeft gestaan. gen vervaardigde en die onver gelijkelijk schoon reliëfwerk ver- En toch. deze kerk die door de rijkste Florentijnse geslachten is tot stand gebracht, heeft geen voorgevel Waarom deze achterwe ge is gebleven, weten wij niet. Bij de dood van de meest beroem de der Medici's, Lorenzo el Mag- nifico, in 1492, was de kerk vol tooid. doch zonder voorgevel. Wij weten alleen nog dat Lo renzo's tweede zoon Giovanni, die reeds op zijn dertiende jaar tot verd benoemd een de macht en de in- zijn familie en in 1513 als Leo X de pauselijke troon besteeg, in 1515 een bezoek aan zijn vader stad bracht en toen het besluit Lorenzo te doen voltooien. Aan enkele- kunste naars. waaronder Rafaël en Michc- opgedragen een en voorgevel te kardinaal bewijs van angelo, ontwerp maken. Geen geld auch einmal. Nie wieder. ndere zijn v bij Waar is de hemel De schrijver Dolf Kloek komt van het onderwijs en men kan dus veronderstellen, dat hij weel hoe het daar toegaat. Dat blijkt kind) een tehuis kunnen geven, generaliseert hier zijn eigen levensgevoel. Kan de liefde ons deze verbin ding dan niet schenken? Neen dat is de verbinding van twee eenza-amheden, niet een twee- zaamheid. Het is een Ik plus Ik, maar geen Wij. Er bestaat geen liefde, zodat een mens wer kelijk bij een ander een tehuis zou vinden. Ook de innigste omarming blijft in dc grond leeg. De eigen lijk benijdenswaardigen zijn die- Georges Hebbelinck, de Vlaamse schrijver, heeft een nieuwe roman uitgegeven onder de titel „De rozen van Kazan- lik" (uitg. De Arbeiderspers te Amsterdam). Men herinnert zich waarschijnlijk nog zijn de buut met „Het meisje in de kel der". Dat debuut toonde aan fgekeerde zij- met een schrijver van profes- :ie te doen te hebben, met een nan die in een korte, flitsende •n toch beeldende taal kon chrijven, met een kunstenaar Und"wir die figuren tot leven kon bren gen, met een mens van vlees en bloed ook. En die eigenschappen komen ook .,De rozen van Kazanlik", het verhaal over de wat anarchisti sche oud-Spanjestnjder Girgon, i held wordt uit schuldge- TVTA ernstig beraad koos de paus 21 kapellen het ontwerp van Michelangelo j - uit en deze werd naar de mar- Fn Hat verhaal is eieenliik weer in TVIET minder dan 21 kapellen mergroeven van Carrara gezon- een ander virhaal glvlochten 1N W ach.p van de dan.an, het voor da bouw gn- nl in het relaas van een fa- kerk en deze alle bevatten een digde marmer uit te zoeken. Ver- brieksstaking! uitgebroken om- rijkdom van beeldhouw- en a« u h« echter n.et gekomen, dat de arbeiders denken iets te schilderkunst, gewijd produceren voor de atoombom. Het is alles razend knap en di rect neergezet, het is geladen en gespannen, het is sterk proza zelfs. linck mijdt elke romantiek ziet de nuchtere koude werke lijkheid. de ruwheid, de ongezou tenheid. Dat brengt dan een sfeer mee die wellicht velen zal afstoten, be grijpelijk. Maar men zal nooit kunnen zeggen dat Georges Heb belinck niet kan schrijven. In korte zinnen weet hij_een gehele Florentijnse families, die met hun kapitaal de bouw hebben mogelijk gemaakt. Een Kloostei'.iof met fraaie co lonnades, de Biblióteca Laurenzi- ana met zeldzame manuscripten en ten slotte de Medici-kapellen, waar deze vorsten van Florence onder een rijkdom van kunstschat ten begraven liggen, deze alle be horen tot het San Lorenzocomplex, dat wel in de eerste plaats het merkteken van het beroemde ge slacht der Medici draagt. Van het Interieur noemen wij nog de beide marmeren preekstoe- -jarige Dona- n zijn leerlin- VIA NAALD ÉN PtAAT Hierin is een jong onderwijzer, die door de crisisjaren niet bij het christelijk onderwijs terecht kan plaats op in'geneeslijk komen en daarom een openbare school de hoofdpersoon. De kans een van zijn zieke) leerlingen de hemel te wijzen. Daarmee genlijk het boek al verteld. Het is niet slecht geschreven. Kloek kan aardig vertellen, maar vaak is het allemaal nogal vlak gezegd, zo dat men de spanning mist. die een goede roman nu eenmaal behoort te bezitten Om zijn thema ver dient het boek. dat in de Spie- gelserie van Zomer en Keuning Wageningen, is verschenen, des ondanks waardering. In een vol gend werk zal Kloek hopelijk ook ruime aandacht besteden aan diepgang en karaktertekening. die Rilke zegt van zichzelf: „Ich bin kein Liebender, vielleicht weil ich me ine Mutter nicht liebe". Hij kende slechts strijd, wanhoop, zelfverwijt nooit de gehele overvloed van het leven. Wel heeft de sexuele componente een uit zonderlijk grote invloed op hem gehad, maar hij heeft nooit wer kelijk kunnen liefhebben. Wij zijn vergankelijk i „denn Bleiben ist nirgends"' de Grie ken hebben in hun blijde resigna tie beter het afscheidskarakter van alle menselijk bestaan begre pen dan wij. Het dier is zich zijn vergankelijkheid niet bewust, kent geen menselijke gespletenheid: het rust in een zuiver instinctief pro bleemloos zijn. en het jonge kind is in menig opzicht met het dier verwant, tot het door de volwas- Suzan r~ 2omer° Het lauwe water kabbelt langzaam langs de oevers van de vaart; De lome koeien moe van het grazen - slaan naar de vliegen met hun staart; De oude bomen zuchten even hun blaadren hangen warm en stom; Een ranke vogel wiekt plots naar hoven met felle slagen naar de zon. MIES VREUGDENHIL V- In het leven van Geert van Don gen zijn er twee nichtjes, beiden Suzan geheten. De eerste heeft van nature een zeer lichtzinnige aan leg. aan de invloed waarvan Geert te gronde dreigde Te gaan; de tweede daarentegen is juist het te genovergestelde type. Zij tracht de ban van de eerste Suzan te doorbreken en Geert op het goede pad te brengen. Hun huwelijk is aanvankelijk gelukkig, doch de eerste Suzan, inmiddels zeer rijk getrouwd met een losbol, probeert uil ialoezie Geert weer aan zich te binden, maar de ware liefde van zijn vrouw zal uiteindelijk na veel strijd zegevieren. Annie Ferwerda-v. d. Berg heeft dit ver haal, onder de titel ..Suzan', zeer vlot geschreven, doch men ont komt niet aan de indruk dat de slapheid en de willoosheid van de Geertfiguur wel wat te opgelegd zijn. Overigens geeft dit boek (uit gave J. H. Kok te Kampen) onze oudere jeugd voor de bepaling van een juiste levenshouding een en ander ter overdenking mee. DE TE DEUMS van Handel moet men niet zo snel denken aan zuiver kerkelijke, liturgische werken. Handel was niet een kerkcomponist als Bach en bekleedde eigenlijk ook maar heel kort een kerkelijke functie. De Ambrosiaanse lofzang was voor hem' zulk een verheven uiting, gaf aanleiding tot zulke grote gedachten, dat Handel zich weinig bekommerde of zijn toonzetting liturgisch was of niet. Herman Rutters noemde Handel eens heel terecht: „Geen prediker, maar belijder van een hoog ethos". Het Dettinger Te Deum schreef Handel ter viering de overwinning der Engelsen in de slag bij Dettingen Main op 27 juni 1743. Wel is het in de kerk uitgevoerd i wel op 27 november 1743 tij dens een dankdienst voor de overwinning in de St. Pauls- kathedraal te Londen, v ook het Engelse hof aanwezig was Er is wel eens beweerd dat Handel in dit Te Deum heel veel heeft gestolen een Te Deum van de 17de i eeuwse Italiaan Francesco j Urio. Deze bewering is later dooi de Engelse Handel-kenner Robinson gefundeerd w( legd. Dat Hapdel wel mi dere malen muziek van deren als bouwstof voor ei werken gebruikte, wil ik i ontkennen. Wellicht heeft hij ook in het Dettinger Te Deum wel iets ontleend aan andere composities, zeker aan vroe gere eigen composities. Maai ondanks dit heeft hij er een groots, monumentaal ge heel overeenkomstig de aan leiding werk van gemaakt een meesterlijk koorwerk, I waarin de vier solisten eigen lijk maar een heel bescheiden rol spelen. PHILIPS heeft dit Dettinger Te Deum van Handel opgenomen tijdens een uitvoering door de Ned Bachvereniging o.l.v. dr. Anthon van der Horst in de St. Janskerk te Gouda, waaraan als solisten medewerkten Annette de la Bije (sopraan), Aafje Heynis (alt). Ar jan Blanken (tenor) en David Hol- lestelle (bas). Deze opname werd gemaakt tijdens het Holland Festi val 1956 (30 em. langspeelplaat on- Antlion van der Horst, die door Fontana zijn uitvoering van Handel's „Dettinger Te Deum" in de St. Jans kerk te Gouda liet opnemen. der het merk „Fontana", 698012 CL'. De uitvoering wordt ingeleid door carillonspel van Maria Blom op de Goudse beiaard. Zij speelt het Harmonious Blacksmith-the- ma van Handel uit het laatste deel van de 5 Pianosuite in E Door dit carillonspel komt men als het ware. al enigszins in de slcer, zowel van Handels muziek als van de sfeer in de St. Jans kerk. Juist omdat het een „levende" opname is geworden, beleeft men bij het beluisteren van deze plaat die sfeer heel sterk. Men hoort zacht geschuifel, zacht gekuch, enz. tussen de delen, hetgeen een groot werkelijkheidseffect geeft Men heeft niet zo het gevoel van „muziek in blik" en het is alsof je jezelf in de kerk waant. Dat is toch wel een voordeel van „live recordings". Bovendien heeft de opname een prachtige ruimtelijke werking door de akoestiek van de St. Janskerk. Het geluid wordt niet ineens afgebroken, maar heeft enige galm. Een voordeel van een dergelijke directe vastlegging op de plaat is ook de grotere span ning bij de uitvoerenden. Er is niet het gevoel van: „als het ver keerd gaat kunnen we het altijd - nog eens overdoen". Dat is bij deze opname ook heel sterk merk baar en het maakt er de zang en het spel veel echter door. De uitvoering is bijzonder goed te noemen. Weliswaar zou men soms eens iets wat sneller willen en soms wat meer barokker (Han del was toch wel de typische ver tegenwoordiger van de weelderige barok), maar over het algemeen heeft dr. Anthon van der Horst het wezen goed aangevoeld cn heeft hij stijlvol geleid, waarbij het koor der Ned. Bachvereniging tot grote vocale prestaties is ge bracht. De solisten zijn stuk voor stuk te roemen, maar speciaal wil ik de aandacht vestigen op de ontroerende altsolo van Aafje Heynis in „O Lord, in Thee have I trusted". Een waardige aan winst voor de Handel-discotheek. ALS tweede plaat in deze rubriek noem ik een opname van twee Pianoconcerten van Mozart, nl no. 18 KV 456 en no. 20 KV 466, gespeeld door de Franse meester-pianist Robert Casadesus en het Columbia Symphony Or chestra o.l.v Georg Szell. 'Phi lips 30 cm. langspeelplaat G 03518 Li. Deze werken schreef Mozart in Wenen resp. in 1784 en 1785. In totaal schreef Mozart 21 solo concerten voor piano, het eerste was in 1773 (Mozart was toen dus 17 jaar). Het Concert KV 456 heeft een aantal variaties, die een wat timide, ernstige stem ming ademen. Het Concert KV 466 is een van de twee Pianocon certen. die Mozart in mineur heeft geschreven Dit Concert heeft merkwaardige dramatische accen ten. het is wel eens Mozart's noodlots-concert" genoemd. Zelfs in de lyriek van het mid deldeel ontdekt men nog drama tiek. Het slot is een juichende bevrijding met trompetfanfares. Eerstgenoemd Concert (no. 18 KV 456) schreef Mozart zeer waar schijnlijk voor een Parijse kunst reis van de blinde pianiste, zan geres en componiste Maria There- sia Paradies (1759—1824). De uitvoering door Robert Ca sadesus is èn technisch èn muzi kaal boven alle lof verheven. Zijn spel is zo gaaf, zo stralend en zo volkomen ingesteld op de sfeer van Mozart's muziek, dat men hier inderdaad van een herschep ping kan spreken. Wellicht zou men echter bezwaar kunnen ma ken tegen de soms wat heel erg snelle tempi, die Georg Szell neemt. Weliswaar blijft in het orkestspel alles doorzichtig en weet ook Robert Casadesus het snelle tempo geniaal te realise ren, maar af en toe ontkomt men niet aan wat gejaagdheid. Niette min een opname die waard is vaak beluisterd te worden, voor al omdat hier geen maat tegen de stijl wordt gezondigd. CORN. BASOSKI Het marmer is nooit in Floren ce aangekomen, omdat de paus geen geld bleek te hebben om het te betalen. De tijden waren toen trouwens onrustig en de paus had met gro te politieke moeilijkheden te kam pen. In Florence zelf gingen de macht en het aanzien van de Me dici snel achteruit. Zo staat daar thans de beroem de San Lorenzo zonder voorgevel. Zal deze nog ooit worden ge bouwd? Het is niet waarschijnlijk. Immers juist zonder voorgevel vormt deze kerk een attractie te meer voor de toerist, die al of niet onder leiding Florence be- Wanneer een stroom van toe risten op één dag langs de ker ken van Florence wordt gedre ven, zullen deze na een uiterst vermoeiende ochtend en middag zich wellicht nog iets herinne ren van de enorme Domkoepel van Brunellesco, die het silhouet van de stad beheerst, maar het beeld v'an de Santa Maria, de Santa Croce en de San Miniato en welke andere kerken zij nog meer hebben „gedaan", zal spoedig vervagen. De San Lorenzo zal echter in de gedachten blijven leven als de kerk zonder voorgevel. Terwijl al tiet andere samenvloeit tot een vaag begrip van kunst en schoon heid, dat de gemiddelde toerist niet meer verwerken kan, blijft die ontbrekende voorgevel een rustpunt voor de herinnering. Daarom geloven wij niet, dat er spoedig een actie zal komen om deze onvoltooide kerk te vol tooien. Immers zij zou Florence van een attractie beroven. En dat zou niet in het belang van het toerisme zijn. PROF. DR. IR. H. G. VAN BEUSEKOM. nrijpe gedicl impressies en woorden uit diepte. De zomer en het 1 schap hebben geur en kleur er verleend: kerken ei spreken van tijd en rivier cn horizon maken dal. bundel iets panorama-acb heeft gekregen. En verwonderlijk is ook de wantschap in toon: het werke teamverband aan de soms sti stof van de psalmen heeft bew dat hun individuele fantasie naar elkaar toegebogen heeft, gedichten vormen een allee de lezer om er te wandelen wat Schulte Nordholt van de E tatio Christi zegt: 1 j. een boek waar hehw ruwen van de rj? het praten van de wind cn in de bladèn achter de woorden te horersi geldt ook voor deze bundel (L, Landvolk. Oosterbeekse Gedichr uitg. Holland Amsterdam, tweP' druk april 1959). De houding L, speelse ernst die aan dit bof ten grondslag ligt, komt al daft: lijk uit in de vier motto's aclia de titel, waarvan dat van Ef Anne Borger, te weten e Het landvolk, spele^e aan zijn u«j i brengt Vader Rijn den J i lentegroetJv de gekozen titel en passant v hen die het nog niet dadelijk u, grepen hadden, verklaart. Tusr het moeizame berijmingswet door zijn deze vrienden geluk geweest, ook met eikaars ge; schap, en waar de vriendscl16 woonde heeft de Heer zijn di c gen van Schulte Nordholt het d delijkst doorstraalt, zal min meer bewust ook hierin heba, bestaan, dat de dichter zich o'd komen wist aan de ban van extreme individualisme. Want h duidelijk zijn deze verzen levw (en dood) aanvaardend en hoezf:l weten deze gildebroeders zich rtg hun hele zijn en hun werk ïnf bed in het historisch procfS Muus Jacobse dicht een sonnet r het echtpaar Van Winter-van M|V ken; men gevoelt zich, met F neus gedrukt op de berijming vp 1773, aan de voorgangers in L berijmingskunst verbonden en vl want. Men weet dat het nieufe' werk uit de vijftiger jaren v{y de twintigste eeuw zeker stof i een latere dissertatie geven i en dat men met. dit berijming werk geschiedenis maakt. Ma;e dieper nog grijpt de wetenschrt in, dat men David, Asaf en v die andere oude psalmisten n dicht: men heeft, zoals Ad dP: Besten het uitdrukt, David ondjE de leden". Den Besten heeft h duidelijkst en het meest reei6 streeks uitgesproken hoezeer herdichter zich met zijn stof eenzelvigt. zich met de „dichl van den ouden dag" „identifii Met David onder de leden lopende door de nacht, zingen, biddend om vrede voor Gods geslacht; 't ver ichtf der roepen om redding, waar duisternis wast, de vloed vjegbidden van de aarde en uit het bloed; de vijand en zijn goden zingende tegengaan en midden tussen de doden de dood bestaan. Het dooreenspelen van motieve»; uit natuur en genade moet w gelukkig hebben gestemd, le mei waar men zichzelf en zijn wer ingebed zag tussen verleden er' toekomst. Men was even ontk(u men aan de problematiek. En is dit een ontspannen dichten g i' worden, dat geleid heeft tot ccj vredige bundel, waarin de doop Zeer stille wateren rijzen z en daleL rond de vermolmde kisten, j? onder het vredige ademhalenJ1 van de grazige weiden. i' Om zijns naams wil worden 1; alle nameij bedekt met de groene P mantel der liefde Zo voegt hij dood en leven in het spoor der gerechtigheid}1 (Jan Wit?! elkaar af te wegen en op zichzeL. te stellen: de bundel vormt eeib organische eenheid. Natuurlijk beV hoeft men deze bundel niet te kennen om de 110 psalmen di^ onlangs verschenen zijn, te beoor delen. Maar wie zich in Het Land^ volk verdiept, begrijpt veel van de geest die de psalmbewei kers bezielt en van de toewijdir die zij daarbij nu al meer da vijf jaren lang hebben betoond' Zij moeten zelf het vrij plotselin-P ge ontstaan van deze verzameling)' verzen als een geschenk hebbend beseft! C. RIJNSDORPJ

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1959 | | pagina 18