Handvol:
«Mensen zijn koorddansers en acrobaten
zonder tehuis
1
EfiZMLIB
TE DEUM VAN HANDEL
EN PIANOCONCERTEN VAN MOZART
r
EEN KERK ZONDER VOORGEVEL
HET LAATSTE LANDSCHAP VAN RILKE (2)
ZATERDAG 20 JUNI 19u
DANK zy de vriendelijke
toestemming van de
tegenwoordige eigenaar
mochten we het kasteel Mu-
zot bjj Sierre bezoeken,
waar Rilke de laatste vijf
jaren van zijn leven heeft
gewoond. Dit was hem door
Werner Reinhart uit Win-
terthur op de meest gene
reuze wijze ter volledige be
schikking gesteld, terwijl
een meisje uit die streek,
Frieda Baumgartner, hem
verzorgde. Merkwaardig,
dat de schenker Reinhart
zichzelf als de begiftigde
voelde. Na zijn eerste be
zoek schreef hij Rilke het
fijngevoelige briefje:
„Zu seinem er sten kurzen
Besuch auf Musot eingekehrt,
dankt der Lehensherr seinem
g etreuen Burgvogt für liebe
Gasifreundschaft und viele un-
vergessliche Stunden."
27 April—1 Mai 1922.
WERNER REINHART
Om het kasteeltje ligt een grote
tuin met rozen, vruchtbomen en
groenten. Op zij van de deur al
leen een plaat met inschrift: R
M. Rilke 1921—1926.
We komen eerst in een eetka
mer met een grote stenen kachel,
een prachtige antieke tafel en en
kele zeer oude gravures aan de
muren, ook een afbeelding van
een ikoon met Russisch inschrift,
wel een herinnering aan de beide
reizen, die Rilke naar Rusland on
dernam. Ernaast is een klein ka
mertje met een piano; door een
rond poortje komt men op een
klein balkon, waarop Rilke eens
gefotografeerd is
We gaan de trap op. naar de
torenkamer, die evenals de eetka
mer een prachtig uitzicht over het
landschap toestaat. In het midden
een schrijftafel met een draai
stoel, die Rilke altijd gebruikt
heeft. Opzij een eenvoudige lesse
naar met een plat bovengedeelte,
gemaakt volgens zijn aanwijzin
gen; voor die lessenaar stond hij
te schrijven, 't Verwonderde me.
er boeken aan te treffen, die om
streeks 1920 al nauwelijks meer
gelezen werden, een paar zware
delen van de ..Dictionnaire histo-
rique et critique" van Pierre
Bayle een ..Histoire de France"
in vele bandjes, en verder enkele
dichters uit het begin van deze
eeuw, o.a. Richard Dekmel.
Op een tafeltje lagen twee sier
lijk gebonden exemplaren; facsi-
milé-uitgaven van de Duineser
Elegien en ook een van Goehtes
Römische Elegien (groter contrast
dan tussen die twee bundels ele
gieën is nauwelijks denkbaar!).
Verder enkele antieke kunstvoor
werpen.
Het was voor Rilke een behoei-
aan deze engelen moeten we alle
reminiscenties aan Bijbelse voor
stellingen laten varen. Zij symbo
liseren de onoverbrugbare afstand
van God tot de mens
De.distantie tot her
dat wij ons niet .in
kunnen bewegen. De
te. zijn vertrekken, zelfs bij een
kortstondig verblijf, op artistiek
verantwoorde wijze in te richten.
Naast de torenkamer ligt zijn klei
ne slaapkamer met een kruis
beeld. niet zijn sterfkamer. Hij is
overleden in het sanatorium te
Valmont, waar hij de laatste
maanden voor zijn dood v
Vlak naast de werkkamer een
kleine kapel met een bidstoel
evenals het kruisbeeld. Merkwaar
dig voor een man die getuigt,
dat hij van een ..bijna rabiate an-
tichristelijkheid" is.
„Men moet niet langer aan
deze leeggegeten tafel van het
Christendom gaan zitten en de
schillen, die er op liggen, voor
voedsel uitgeven". Dan geeft hij
eerder de voorkeur aan Moham
med. ..Die breekt zichzelf door
tot de ene God. waarmee elke
riS
vortelde
•dragen, misschien alleen
de primitieve, eenvoudig-gelovige,
zoals de jonge Tobias uit de apo
criefe boeken, die Rap'.iael als ge
leider meekreeg. Zij horen niet,
als de mens tot hen roept. „Wer,
wenn Ich schriee, hörte nicht denn
aus der Engel Ordnungen?".
En toch moeten we voor de en
gel de wereld roemen, de wereld
veranderen naar de engel toe. Het
is mogelijk, dat we dan door het
dal van het leed komen. In dit
..leedland" begint de positieve
houding tegenover het lijden. En
wonderlijk diepzinnige paradox:
de bron van de vreugde ligt aan
de voet van het gebergte van het
oerleed.
In de „Sonette an Orpheus" vin
den we dezelfde gedachten: de
kracht van '.iet roemen. Uit de
zanger Orpheus wordt een god,
zijn neerdalen in de onderwereld
en zijn verscheurd worden door
de Maenaden wordt behandeld
als het lijden van Christus. De
dichter heeft als eerste de taak
Gedichten met speelse e
HET is toch wel een bljzou_
verschijnsel geweest, dat
klein groepje psalmberijmf
dichters op hun vakantie-v
oord, de Pietersberg te Oo:
beek, bij de viering van hun
trum daar de geest kTeeg en|
het dichten sloeg: eerst Van;
Graft, Schulte Nordholt en
ten slotte ook Muus Jacobse.i
uit de verte Ad den Besten,
hebben elkaar geïnspireerd:
zagen als het ware de vlam
tongen op elkanders hoofd. S
taan en in korte tijd schreve
met elkaar een bundel vol: se
achtige verzen en arabesken
In
het
hij
at da;
Maar Rilke voegt hier aan niet
toe: .Wordt als de kinderen". Hij opstaat. Bij de engel
weet geen uitweg.
als vertegenwoordige
mensheid.
„Wij zijn de bijen van het
onzichtbare". Onze taak is het. de
ze voorlopige, vergankelijke aarde
ons zó diep. zo lijdend en harts
tochtelijk in te prenten, dat tiaar
.onzichtbaar" weer
De toeristische attractie van Florence
DIJ een bezoek aan Florence, ta Cro
ditzelfde geldt voor vele stad) e
Circusartisten
W" mensen zijn als saltim-
banques. als circusnr listen j
koorddansers, acrobaten. Zij heb
ben geen tehuis, ze blijven
slechts zo lang, als de
bij het publiek duuri. Als
mensen spelen ze niet eens in
een circus, maar op een open
plein: zó spelen loij op de huid
de aarde. Tot een modiste
vij hangen nog
morgen zo geweldig gesproken zich ons lot aantrekt: het
kan worden zonder de telefoon
„Christus", waarin voortdurend
geroepen wordt: Hallo, wie daar
en niemand antwoordt."
Madame Lamort, de dood. Zij
heeft goedkope winterhoeden
voor ons bestemd voor het laat
ste seizoen in het levensjaar,
ouderdom en dood.
Rilke uit zijn laatste levensperio
de noemen, zonder enige preten
tie van volledigheid. Wie zich na
der oriënteren wil. vindt goede
voorlichting in het werk van onze
landgenoot F. W. van Heerikhui-
zen 1) en in de beknopte, maar
uitmuntende biografie van Hans
Egon Holt hitsen 2).
J. H. Schouten
:s (het pantheon van de
de San Miniato al Monte,
ar men heel de stad over-
ij dragen stuk voor stuk
onze aandacht vooral gevraagd het merkteken van Italië's meest
voor de kerken, waar,,, vroegere beroemde architecten. becldhau-
i wers en schilders, van wie wij
geslachten het lioooste van him hiei. Brunellesco .el Bru-
kunst hebben neergelegd. nelleschi), Michel Angelo en Do-
Zo verwijzen de reisgidsen belangrijk,
uoor Florence het eerst naar de bouwwerken staat ook de San Lo-
Don, en de daar tegenover ge. kerk^d,e^w
legen Doopkapel met de be- Medici en andere Florentijnse fa-
bCroemde bronzen deuren van ™ilies 'n de eerste helft van dc
loe eeuw de opdracht hebben ge-
Ghibertu Maar de tamelijk bonte geVen. Deze kerk heeft echter
marmeren voorgevel van de geen voorgevel. De voorzijde be-
Dom, die trouwens eerst in 1887
Het verwondert me, dat de u
vrienden, die zijn begrafenis ge- L.1,^®!1F,2UI}'ere j
regeld hebben, deze plaats lieten kunnen. als artisten d.
hebben met volkomen R.K -cere- *n p,kaar
monieel. Zijn vriendin, de schil
deres Lou Albert-Lazard heeft dit
uitgebeeld op haar schilderij:
„L'enterrement de Rilke".
Op mijn verzoek om een verkla-
ring van het zich conformeren aan
de R K.-ritus was Madame Albert
zo vriendelijk me het volgende te
antwoorden:
,,Ik weet niet, of Rilke voor de
R.K. begrafenis zijn toestemming
zou gegeven hebben, maar mis
schien is het gebeurd met het1 oog
op de bewoners van Ka-ron, ver
bonden met een begrijpelijke, na
ïeve neiging tot decorum".
Eenzaamheid
geheten omdat de eerste van het
tiental ontstaan is in het kasteel
Duino aan de Adriatische Zee. bij
Triest i en de „Sonette an Or-
rekenschap te geven
- - - i. de- J'
van de gedachten, die Rilki
ze jaren vervulden.
Grondbelevenis van de mer
eenzaamheid. Kan hij nergens
tehuis vinden, niet een relatie
beschei mende omgang? Neer
tot niemand en niets Rilke,
wederzijds HPffi
volkomen evenwicht, die geen vast
punt meer nodig hebben, omdat
geen zwaartekracht hen naar be
neden trekt, geen verwarring hen
dat ideaal kan op aarde
niet verwezenlijkt worden.
Naast Kafka heeft wel niemand
de hele grote onbehuisdheid van
het menselijk leven zo schokkend
tot uitdrukking gebracht als Rilke.
Hij breekt met de idealistisch-hu-
manistische overlevering, gelooft
evenmin aan de macht van de
rede, terwijl '.iet pantheïstische
levensgevoel uit zijn jeugd thans
alle invloed heeft verloren, zeker
gedeeltelijk ook door de lectuur
van Kierkegaard. Nadert hij in
zijn denken niet Heidegger, die
het menselijk leven een „Sein-
zum-Tode" noem'
Leven cn dood zijn vooi R geen
polaire begrippen, de dood is
sluitend de
de van het leven, maar de taak
van de mens is: te leven. ..Weil
Hiersein viel 1st." Dit menselijk
inmalig." onherhaal-
in een namaak-gotiek is gereed
gekomen, is niet het mooiste wat
Florence op het gebied van de
kerkbouw kun tonen.
De Santa Maria Novella, de San-
onafgewerkte
een en schijnt
reeds sedert
luwen een vol-
De
rozen van
tooiing
Deze kerk is
gebouwd op de
reeds in de vier
de eeuw de oud
ste christelijke
kerk van Florenc
Zij is naast de koepel van de Dom
het meesterwerk van Brunellesco.
die zowel aan de buitenzijde als
aan het interieur zijn beste krach
ten wijdde
De paus had
geen geld voor
het marmer
heeft gestaan.
gen vervaardigde en die onver
gelijkelijk schoon reliëfwerk ver-
En toch. deze kerk die door de
rijkste Florentijnse geslachten is
tot stand gebracht, heeft geen
voorgevel Waarom deze achterwe
ge is gebleven, weten wij niet.
Bij de dood van de meest beroem
de der Medici's, Lorenzo el Mag-
nifico, in 1492, was de kerk vol
tooid. doch zonder voorgevel.
Wij weten alleen nog dat Lo
renzo's tweede zoon Giovanni, die
reeds op zijn dertiende jaar tot
verd benoemd een
de macht en de in-
zijn familie en in
1513 als Leo X
de pauselijke
troon besteeg, in
1515 een bezoek
aan zijn vader
stad bracht en
toen het besluit
Lorenzo te doen
voltooien. Aan
enkele- kunste
naars. waaronder
Rafaël en Michc-
opgedragen een
en voorgevel te
kardinaal
bewijs van
angelo,
ontwerp
maken.
Geen geld
auch einmal. Nie wieder.
ndere
zijn v
bij
Waar is de
hemel
De schrijver Dolf Kloek komt
van het onderwijs en men kan
dus veronderstellen, dat hij weel
hoe het daar toegaat. Dat blijkt
kind) een tehuis
kunnen geven, generaliseert hier
zijn eigen levensgevoel.
Kan de liefde ons deze verbin
ding dan niet schenken?
Neen dat is de verbinding van
twee eenza-amheden, niet een twee-
zaamheid. Het is een Ik plus
Ik, maar geen Wij. Er bestaat
geen liefde, zodat een mens wer
kelijk bij een ander een tehuis zou
vinden. Ook de innigste omarming
blijft in dc grond leeg. De eigen
lijk benijdenswaardigen zijn die-
Georges Hebbelinck, de
Vlaamse schrijver, heeft een
nieuwe roman uitgegeven onder
de titel „De rozen van Kazan-
lik" (uitg. De Arbeiderspers te
Amsterdam). Men herinnert
zich waarschijnlijk nog zijn de
buut met „Het meisje in de kel
der". Dat debuut toonde aan
fgekeerde zij- met een schrijver van profes-
:ie te doen te hebben, met een
nan die in een korte, flitsende
•n toch beeldende taal kon
chrijven, met een kunstenaar
Und"wir die figuren tot leven kon bren
gen, met een mens van vlees
en bloed ook.
En die eigenschappen komen ook
.,De rozen van Kazanlik", het
verhaal over de wat anarchisti
sche oud-Spanjestnjder Girgon,
i held wordt uit schuldge-
TVTA ernstig beraad koos de paus
21 kapellen het ontwerp van Michelangelo
j - uit en deze werd naar de mar-
Fn Hat verhaal is eieenliik weer in TVIET minder dan 21 kapellen mergroeven van Carrara gezon-
een ander virhaal glvlochten 1N W ach.p van de dan.an, het voor da bouw gn-
nl in het relaas van een fa- kerk en deze alle bevatten een digde marmer uit te zoeken. Ver-
brieksstaking! uitgebroken om- rijkdom van beeldhouw- en a« u h« echter n.et gekomen,
dat de arbeiders denken iets te schilderkunst, gewijd
produceren voor de atoombom.
Het is alles razend knap en di
rect neergezet, het is geladen en
gespannen, het is sterk proza
zelfs.
linck mijdt elke romantiek
ziet de nuchtere koude werke
lijkheid. de ruwheid, de ongezou
tenheid.
Dat brengt dan een sfeer mee die
wellicht velen zal afstoten, be
grijpelijk. Maar men zal nooit
kunnen zeggen dat Georges Heb
belinck niet kan schrijven. In
korte zinnen weet hij_een gehele
Florentijnse families, die
met hun kapitaal de bouw hebben
mogelijk gemaakt.
Een Kloostei'.iof met fraaie co
lonnades, de Biblióteca Laurenzi-
ana met zeldzame manuscripten
en ten slotte de Medici-kapellen,
waar deze vorsten van Florence
onder een rijkdom van kunstschat
ten begraven liggen, deze alle be
horen tot het San Lorenzocomplex,
dat wel in de eerste plaats het
merkteken van het beroemde ge
slacht der Medici draagt.
Van het Interieur noemen wij
nog de beide marmeren preekstoe-
-jarige Dona-
n zijn leerlin-
VIA NAALD
ÉN PtAAT
Hierin is een jong onderwijzer,
die door de crisisjaren niet bij het
christelijk onderwijs terecht kan
plaats op
in'geneeslijk
komen en daarom
een openbare school
de hoofdpersoon. De
kans een van zijn
zieke) leerlingen de
hemel te wijzen. Daarmee
genlijk het boek al verteld. Het is
niet slecht geschreven. Kloek kan
aardig vertellen, maar vaak is het
allemaal nogal vlak gezegd, zo
dat men de spanning mist. die een
goede roman nu eenmaal behoort
te bezitten Om zijn thema ver
dient het boek. dat in de Spie-
gelserie van Zomer en Keuning
Wageningen, is verschenen, des
ondanks waardering. In een vol
gend werk zal Kloek hopelijk ook
ruime aandacht besteden aan
diepgang en karaktertekening.
die
Rilke zegt van zichzelf: „Ich
bin kein Liebender, vielleicht weil
ich me ine Mutter nicht liebe".
Hij kende slechts strijd, wanhoop,
zelfverwijt nooit de gehele
overvloed van het leven. Wel heeft
de sexuele componente een uit
zonderlijk grote invloed op hem
gehad, maar hij heeft nooit wer
kelijk kunnen liefhebben.
Wij zijn vergankelijk i „denn
Bleiben ist nirgends"' de Grie
ken hebben in hun blijde resigna
tie beter het afscheidskarakter
van alle menselijk bestaan begre
pen dan wij. Het dier is zich zijn
vergankelijkheid niet bewust, kent
geen menselijke gespletenheid: het
rust in een zuiver instinctief pro
bleemloos zijn. en het jonge kind
is in menig opzicht met het dier
verwant, tot het door de volwas-
Suzan
r~
2omer°
Het lauwe water
kabbelt langzaam
langs de oevers
van de vaart;
De lome koeien
moe van het grazen -
slaan naar de vliegen
met hun staart;
De oude bomen
zuchten even
hun blaadren hangen
warm en stom;
Een ranke vogel
wiekt plots naar hoven
met felle slagen
naar de zon.
MIES VREUGDENHIL
V-
In het leven van Geert van Don
gen zijn er twee nichtjes, beiden
Suzan geheten. De eerste heeft van
nature een zeer lichtzinnige aan
leg. aan de invloed waarvan Geert
te gronde dreigde Te gaan; de
tweede daarentegen is juist het te
genovergestelde type. Zij tracht
de ban van de eerste Suzan te
doorbreken en Geert op het goede
pad te brengen. Hun huwelijk is
aanvankelijk gelukkig, doch de
eerste Suzan, inmiddels zeer rijk
getrouwd met een losbol, probeert
uil ialoezie Geert weer aan zich
te binden, maar de ware liefde
van zijn vrouw zal uiteindelijk
na veel strijd zegevieren. Annie
Ferwerda-v. d. Berg heeft dit ver
haal, onder de titel ..Suzan', zeer
vlot geschreven, doch men ont
komt niet aan de indruk dat de
slapheid en de willoosheid van de
Geertfiguur wel wat te opgelegd
zijn. Overigens geeft dit boek (uit
gave J. H. Kok te Kampen) onze
oudere jeugd voor de bepaling
van een juiste levenshouding een
en ander ter overdenking mee.
DE TE DEUMS van Handel moet men niet zo snel denken
aan zuiver kerkelijke, liturgische werken. Handel was niet een
kerkcomponist als Bach en bekleedde eigenlijk ook maar heel kort
een kerkelijke functie. De Ambrosiaanse lofzang was voor hem'
zulk een verheven uiting, gaf aanleiding tot zulke grote gedachten,
dat Handel zich weinig bekommerde of zijn toonzetting liturgisch
was of niet. Herman Rutters noemde Handel eens heel terecht:
„Geen prediker, maar belijder van een hoog ethos".
Het Dettinger Te Deum
schreef Handel ter viering
de overwinning der Engelsen
in de slag bij Dettingen
Main op 27 juni 1743. Wel is
het in de kerk uitgevoerd i
wel op 27 november 1743 tij
dens een dankdienst voor de
overwinning in de St. Pauls-
kathedraal te Londen, v
ook het Engelse hof aanwezig
was Er is wel eens beweerd
dat Handel in dit Te Deum
heel veel heeft gestolen
een Te Deum van de 17de i
eeuwse Italiaan Francesco j
Urio. Deze bewering is later
dooi de Engelse Handel-kenner
Robinson gefundeerd w(
legd. Dat Hapdel wel mi
dere malen muziek van
deren als bouwstof voor ei
werken gebruikte, wil ik i
ontkennen. Wellicht heeft hij
ook in het Dettinger Te Deum
wel iets ontleend aan andere
composities, zeker aan vroe
gere eigen composities. Maai
ondanks dit heeft hij er een
groots, monumentaal ge
heel overeenkomstig de aan
leiding werk van gemaakt
een meesterlijk koorwerk, I
waarin de vier solisten eigen
lijk maar een heel bescheiden rol
spelen.
PHILIPS heeft dit Dettinger Te
Deum van Handel opgenomen
tijdens een uitvoering door de Ned
Bachvereniging o.l.v. dr. Anthon
van der Horst in de St. Janskerk
te Gouda, waaraan als solisten
medewerkten Annette de la Bije
(sopraan), Aafje Heynis (alt). Ar
jan Blanken (tenor) en David Hol-
lestelle (bas). Deze opname werd
gemaakt tijdens het Holland Festi
val 1956 (30 em. langspeelplaat on-
Antlion van der Horst, die door
Fontana zijn uitvoering van Handel's
„Dettinger Te Deum" in de St. Jans
kerk te Gouda liet opnemen.
der het merk „Fontana", 698012
CL'. De uitvoering wordt ingeleid
door carillonspel van Maria Blom
op de Goudse beiaard. Zij speelt
het Harmonious Blacksmith-the-
ma van Handel uit het laatste
deel van de 5 Pianosuite in E
Door dit carillonspel komt men
als het ware. al enigszins in de
slcer, zowel van Handels muziek
als van de sfeer in de St. Jans
kerk.
Juist omdat het een „levende"
opname is geworden, beleeft men
bij het beluisteren van deze plaat
die sfeer heel sterk. Men hoort
zacht geschuifel, zacht gekuch,
enz. tussen de delen, hetgeen een
groot werkelijkheidseffect geeft
Men heeft niet zo het gevoel van
„muziek in blik" en het is alsof
je jezelf in de kerk waant. Dat is
toch wel een voordeel van „live
recordings".
Bovendien heeft de opname een
prachtige ruimtelijke werking
door de akoestiek van de St.
Janskerk. Het geluid wordt niet
ineens afgebroken, maar heeft
enige galm. Een voordeel van een
dergelijke directe vastlegging op
de plaat is ook de grotere span
ning bij de uitvoerenden. Er is
niet het gevoel van: „als het ver
keerd gaat kunnen we het altijd -
nog eens overdoen". Dat is bij
deze opname ook heel sterk merk
baar en het maakt er de zang
en het spel veel echter door.
De uitvoering is bijzonder goed
te noemen. Weliswaar zou men
soms eens iets wat sneller willen
en soms wat meer barokker (Han
del was toch wel de typische ver
tegenwoordiger van de weelderige
barok), maar over het algemeen
heeft dr. Anthon van der Horst
het wezen goed aangevoeld cn
heeft hij stijlvol geleid, waarbij
het koor der Ned. Bachvereniging
tot grote vocale prestaties is ge
bracht. De solisten zijn stuk voor
stuk te roemen, maar speciaal wil
ik de aandacht vestigen op de
ontroerende altsolo van Aafje
Heynis in „O Lord, in Thee have
I trusted". Een waardige aan
winst voor de Handel-discotheek.
ALS tweede plaat in deze rubriek
noem ik een opname van
twee Pianoconcerten van Mozart,
nl no. 18 KV 456 en no. 20 KV
466, gespeeld door de Franse
meester-pianist Robert Casadesus
en het Columbia Symphony Or
chestra o.l.v Georg Szell. 'Phi
lips 30 cm. langspeelplaat G 03518
Li. Deze werken schreef Mozart
in Wenen resp. in 1784 en 1785.
In totaal schreef Mozart 21 solo
concerten voor piano, het eerste
was in 1773 (Mozart was toen dus
17 jaar). Het Concert KV 456
heeft een aantal variaties, die
een wat timide, ernstige stem
ming ademen. Het Concert KV
466 is een van de twee Pianocon
certen. die Mozart in mineur heeft
geschreven Dit Concert heeft
merkwaardige dramatische accen
ten. het is wel eens Mozart's
noodlots-concert" genoemd.
Zelfs in de lyriek van het mid
deldeel ontdekt men nog drama
tiek. Het slot is een juichende
bevrijding met trompetfanfares.
Eerstgenoemd Concert (no. 18 KV
456) schreef Mozart zeer waar
schijnlijk voor een Parijse kunst
reis van de blinde pianiste, zan
geres en componiste Maria There-
sia Paradies (1759—1824).
De uitvoering door Robert Ca
sadesus is èn technisch èn muzi
kaal boven alle lof verheven. Zijn
spel is zo gaaf, zo stralend en
zo volkomen ingesteld op de sfeer
van Mozart's muziek, dat men
hier inderdaad van een herschep
ping kan spreken. Wellicht zou
men echter bezwaar kunnen ma
ken tegen de soms wat heel erg
snelle tempi, die Georg Szell
neemt. Weliswaar blijft in het
orkestspel alles doorzichtig en
weet ook Robert Casadesus het
snelle tempo geniaal te realise
ren, maar af en toe ontkomt men
niet aan wat gejaagdheid. Niette
min een opname die waard is
vaak beluisterd te worden, voor
al omdat hier geen maat tegen
de stijl wordt gezondigd.
CORN. BASOSKI
Het marmer is nooit in Floren
ce aangekomen, omdat de paus
geen geld bleek te hebben om het
te betalen.
De tijden waren toen trouwens
onrustig en de paus had met gro
te politieke moeilijkheden te kam
pen. In Florence zelf gingen de
macht en het aanzien van de Me
dici snel achteruit.
Zo staat daar thans de beroem
de San Lorenzo zonder voorgevel.
Zal deze nog ooit worden ge
bouwd? Het is niet waarschijnlijk.
Immers juist zonder voorgevel
vormt deze kerk een attractie te
meer voor de toerist, die al of
niet onder leiding Florence be-
Wanneer een stroom van toe
risten op één dag langs de ker
ken van Florence wordt gedre
ven, zullen deze na een uiterst
vermoeiende ochtend en middag
zich wellicht nog iets herinne
ren van de enorme Domkoepel
van Brunellesco, die het silhouet
van de stad beheerst, maar het
beeld v'an de Santa Maria, de
Santa Croce en de San Miniato
en welke andere kerken zij nog
meer hebben „gedaan", zal
spoedig vervagen.
De San Lorenzo zal echter in
de gedachten blijven leven als de
kerk zonder voorgevel. Terwijl al
tiet andere samenvloeit tot een
vaag begrip van kunst en schoon
heid, dat de gemiddelde toerist
niet meer verwerken kan, blijft
die ontbrekende voorgevel een
rustpunt voor de herinnering.
Daarom geloven wij niet, dat
er spoedig een actie zal komen
om deze onvoltooide kerk te vol
tooien. Immers zij zou Florence
van een attractie beroven. En dat
zou niet in het belang van het
toerisme zijn.
PROF. DR. IR. H. G.
VAN BEUSEKOM.
nrijpe gedicl
impressies en woorden uit
diepte. De zomer en het 1
schap hebben geur en kleur er
verleend: kerken ei
spreken van tijd en
rivier cn horizon maken dal.
bundel iets panorama-acb
heeft gekregen.
En verwonderlijk is ook de
wantschap in toon: het werke
teamverband aan de soms sti
stof van de psalmen heeft bew
dat hun individuele fantasie
naar elkaar toegebogen heeft,
gedichten vormen een allee
de lezer om er te wandelen
wat Schulte Nordholt van de E
tatio Christi zegt: 1 j.
een boek waar hehw
ruwen van de rj?
het praten van de wind cn
in de bladèn
achter de woorden te horersi
geldt ook voor deze bundel (L,
Landvolk. Oosterbeekse Gedichr
uitg. Holland Amsterdam, tweP'
druk april 1959). De houding L,
speelse ernst die aan dit bof
ten grondslag ligt, komt al daft:
lijk uit in de vier motto's aclia
de titel, waarvan dat van Ef
Anne Borger, te weten e
Het landvolk, spele^e
aan zijn u«j i
brengt Vader Rijn den J i
lentegroetJv
de gekozen titel en passant v
hen die het nog niet dadelijk u,
grepen hadden, verklaart. Tusr
het moeizame berijmingswet
door zijn deze vrienden geluk
geweest, ook met eikaars ge;
schap, en waar de vriendscl16
woonde heeft de Heer zijn di c
gen van Schulte Nordholt het d
delijkst doorstraalt, zal min
meer bewust ook hierin heba,
bestaan, dat de dichter zich o'd
komen wist aan de ban van
extreme individualisme. Want h
duidelijk zijn deze verzen levw
(en dood) aanvaardend en hoezf:l
weten deze gildebroeders zich rtg
hun hele zijn en hun werk ïnf
bed in het historisch procfS
Muus Jacobse dicht een sonnet r
het echtpaar Van Winter-van M|V
ken; men gevoelt zich, met F
neus gedrukt op de berijming vp
1773, aan de voorgangers in L
berijmingskunst verbonden en vl
want. Men weet dat het nieufe'
werk uit de vijftiger jaren v{y
de twintigste eeuw zeker stof i
een latere dissertatie geven i
en dat men met. dit berijming
werk geschiedenis maakt. Ma;e
dieper nog grijpt de wetenschrt
in, dat men David, Asaf en v
die andere oude psalmisten n
dicht: men heeft, zoals Ad dP:
Besten het uitdrukt, David ondjE
de leden". Den Besten heeft h
duidelijkst en het meest reei6
streeks uitgesproken hoezeer
herdichter zich met zijn stof
eenzelvigt. zich met de „dichl
van den ouden dag" „identifii
Met David onder de leden
lopende door de nacht,
zingen, biddend om vrede
voor Gods geslacht;
't ver
ichtf
der
roepen om redding, waar
duisternis wast, de vloed
vjegbidden van de aarde
en uit het bloed;
de vijand en zijn goden
zingende tegengaan
en midden tussen de doden
de dood bestaan.
Het dooreenspelen van motieve»;
uit natuur en genade moet w
gelukkig hebben gestemd, le mei
waar men zichzelf en zijn wer
ingebed zag tussen verleden er'
toekomst. Men was even ontk(u
men aan de problematiek. En
is dit een ontspannen dichten g i'
worden, dat geleid heeft tot ccj
vredige bundel, waarin de doop
Zeer stille wateren rijzen z
en daleL
rond de vermolmde kisten, j?
onder het vredige ademhalenJ1
van de grazige weiden. i'
Om zijns naams wil worden 1;
alle nameij
bedekt met de groene P
mantel der liefde
Zo voegt hij dood en leven
in het spoor der gerechtigheid}1
(Jan Wit?!
elkaar af te wegen en op zichzeL.
te stellen: de bundel vormt eeib
organische eenheid. Natuurlijk beV
hoeft men deze bundel niet te
kennen om de 110 psalmen di^
onlangs verschenen zijn, te beoor
delen. Maar wie zich in Het Land^
volk verdiept, begrijpt veel
van de geest die de psalmbewei
kers bezielt en van de toewijdir
die zij daarbij nu al meer da
vijf jaren lang hebben betoond'
Zij moeten zelf het vrij plotselin-P
ge ontstaan van deze verzameling)'
verzen als een geschenk hebbend
beseft! C. RIJNSDORPJ