GEESTELIJK
LEVEN
Lutherse kerken
Almelo
MIE
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 20 JUNI 1959
UNIEKE RADIO-ORGANISATIE 35 JAAR
Ideologische bokkepoten
De film werd aangekondigd als een hemelse geschie
denis met kleine duivelse grapjes". Dat hij naast
de bokkepoten, waarmee de duivel wordt getekend,
ook ideologische bokkepoten heeft is de Oostduitse be
zoekers niet ontgaan.
Volgens een verslag, dat ons bereikte, werd er tijdens
qNGETWIJFELD was het tot stand komen van die allereerste,
sobere installatie de vrucht van een spontane geloofsdaad. Zelf
het begin van de premiere in het Babylon-kino, nog door het evangelie van Christus getroffen en bovendien gedreven door
gelachen, maar al spoedig werd de film dn een meelijdende zorg voor de zieken en een warme liefde voor het
weggedrevene en verlorene, vatte onze helaas reeds overleden
vriend en mede-broeder mr. J. H. Monnik in maart 1924 het zonder
een welsprekend zwijgen ondergaan.
De flauwe liedjes die zeiden: „Dit moet u toch wel we-
ten, de mens verplaatst het paradijs naar de ruimte"
gingen al spoedig geheel verloren in een onrustig ge- lmg-klinkendi> plan op om door middel van die-toen-nog-vry-meuwe
hoest. Én de drie of vier klappers op het baicon za- uitvinding de boodschap der genade te doen uitgaan tot hen die er
gen geen kans het publiek tot bijval te bewegen. óf lichamelijk van verstoken waren óf geestelijk zich er van afge-
De Oostberlijner liet zich niét meeslepen, en de pro- wend en VOOr toegesloten hadden.
paganda werkte als een boemerang.
En ziet, de Almachtige
heeft het hem doen ge
lukken. Want niet alleen
slaagde hij er ten spoe-
Onder de titel ,,De schepping van de wereld" draait in digste in (nog vóór er
de communistische bioscopen achter het ijzeren gor- uan een andere Christe-
Atheïsme voor een avondje uit
dijn een Tsjechische tekenfilm,
bespottelijk wordt gemaakt.
Het atheïstische oosten is echter niet de schepper van
deze anti-christelijke propaganda. De film is geheel
gebaseerd op tekeningen van de Franse karikaturist
Jean Effel, die op weergaloos knappe wijze een ge-,
peperde parodie geeft op het scheppingsverhaal.
De .Lieve Heer" wordt als een goedmoedige opa ge
tekend, die het zand maalt in een koffiemolen en de
eerste mens ontwerpt op het tekenbord. Jean Effel,
hoewel zelf een materialist, schijnt, terwijl hij op sa
tirische wijze met de bijbeltekst omspringt iets wat
wij als christenen zeker niet kunnen waarderen te
vens alle hypothesen op de hak te nemen, die het be
gin'van alle dingen willen verklaren.
De communisten hébben de atheïstische propaganda
er als een sausje over heen gegoten. Zij hebben de
figured in beweging gebracht, ze van een commen
taar en liedjes voorzien, die allen er op uit zijn te
bewijzen dat God niet bestaat.
door zelf-bekostigde
aankoop een (zij het ook
zwak) apparaat in han
den te krijgen. Doch
wat nog van veel groter
gewicht was door zijn
rusteloze bemoeienis ont
ving onze kerkeraad
reeds enkele weken later
van de minister een of
ficiële zendvergunning
die op zondag 15 juni
van datzelfde jaar al da
delijk in werking is ge
treden".
De dwaas zegt in zijn hart
Op bijna kinderlijke wijze probeert het
de volkeren achter het ijzeren gordijn tot het atheïs
me te „bekeren". Reeds op school wordt, het de kin
deren ingeprent, dat er geen God kan bestaan en op
iedere mogelijke manier wil men ook de ouders be
reiken. God is evenwel niet weg te filosoferen.
Tot driemaal toe wordt er in de psalmen gezongen:
,,De dwaas zegt in zijn hart". Hebt u wel eens op-
Êemerkt dat die zin juist in de psalmen voorkomt?
at is gen leerstelling. Dat is het blijde lied van
de christen. God is niet weg te redeneren. God is! En
hij openbaart zich.
Maar hebt u zich ook al eens afgevraagd waarom er
staat: „De dwaas zegt in zijn hart, er is geen
God". Er staat niet dat hij het zegt op een podium
of in de film. „Neen, in net hart".. De atheïst kan
God niet ontlopen. Zijn hele leven is een op fluiste
rende toon gevoerde discussie met de stem van zijn
hart die zegt: ,,Er is een God".
Dè atheïst leeft daarom in voortdurend verzet tegen
de openbaring van God, want in Zijn genade blijft
God tot hem spreken, zoals Hij tot ons spreekt. Wij
erd gedrukt op de radio-
vanaf 1936 regelmatig door
sie van de Gereformeerde
endaal werden uitgegeven,
t kerkje aan de Vijverweg af.
uitgezonden. Daarna is dit bedehuis ge
sloopt en op dezelfde plaats verrijst op het
ogenblik een nieuwe kerk die tvaarschijn-
lijk de volgende maand in gebruik wordt
genomen. De cirkels rond antennemast en
toren geven wel goed de unieke positie
van Bloemendaals gereformeerde kerk aan,
zoals .die ook zo goed uitkomt in het na de
oorlog opgericht maandblad van radio-
Bloemendaal: „Kerk zonder grenzen".
Aldus sprak ds. J. C. Brussaard
In een preek over „Het overal-
doorklinkend adventsgeluid", in de
Gereformeerde kerk van Bloemen
daal op 13 december 1936. Het
was een jubileumpreek want ra-
dio-Bloemendaal was toen 12Vi
jaar in de ether en dat gedenk
waardige feit kon natuurlijk niet
ongemerkt voorbijgaan.
Wonderlijk
Zoals uit de boven geciteerde
preekcoupure blijkt is dus de
eerste kerkdienst voor radio-Bloe
mendaal uitgezonden op 15 juni
1924. Nu, 35 jaar later, is het
de afgelopen week wéér 15 juni
geweest en daarom is er alles
zins reden nog eens even bij de
ze wonderlijke omroeporganisatie
stil te staan.
Wonderlijk, want zij is de enige
omroeporganisatie die uitgaat van
een plaatselijke kerk in ons land,
namelijk van de Gereformeerde
Kerk in Bloemendaal.
Maar ook wonderlijk, omdat zij
tot stand kwam in een tijd, waar
in er in het bijzonder van uit
kerkelijke kringen met de grootste
reserves naar dat nieuwe medium,
de radio, werd gekeken. Zoals
men dat oök hedentendage
beleven met wéér een nieu'
dium. de televisie, vroegen
eerste radiotijd verscheii
i. zich af of i
■n uitvinding i
lene kerk-
hier niet
de duivel
J
Een vervelende kwaal
In het „Kerkblad", uitgaande
van de Kerkeraaddér Her-"
vormde Gemeente te Kerkdriel, °°k niet bijzonder bleek of patiënt gaat wel niet naar bed, helemaal in, _?u'_f_
wordt nnnrlnrihl <rou/iirl hooorood. Honauit. mat. xlanerin: maar mnpt. t.nrh een. din/in r>f ze° .-.
had
Maar mr. Monnik vroeg zich
dat niet af. Hij kwam na afloop
van die kerkdienst in maart 1924
bij ds. Brussaard (die toen zes
jaar de kerk van Bloemendaal
diende) met de vraag of de
diensten in Bloemendaal niet per
radio konden worden uitgezonden.
Hij moet wel een zeer visionaire
blik hebben gehad, deze mr. Mon
nik om in dié tijd met een der
gelijk plan voor de dag te dur
ven komen. Misschien geloofde hij
er zelf op dat ogenblik nog niet
helemaal in, want nu, na 35 jaar.
brengen, de zegen die zij ver
spreiden zowej voor zieken als
gezonden, daarvan kunnen wij
maar bij benadering iets bevroe
den. Maar dat die vrede en die
zegen er zijn of om het met an
dere woorden te zeggen, dat God,
die zelf de Schepper is van de
ether waardoor wij van zender
naar ontvanger geluiden kunnen
overbrengen, het werk van radio-
Bloemendaal heeft willen zegenen,
dat blijkt overduidelijk uit de dui
zenden brieven die in de afgelo
pen 35 jaar aan de predikanten
van Bloemendaal werden gezon
den naar aanleiding van door hen
geleide diensten.
T roost
Het zou niet juist zijn als ons
daarvan inzage werd gegeven.
Daarvoor werden deze brieven
niet geschreven en daarvoor dra
gen ze voor het merendeel een
té persoonlijk karakter. Maar hoe
zeer er troost is geput uit en
kracht ontvangen van de diensten
van radio-Bloemendaal bleek wel
uit de reacties op een preek die
ds. Brussaard in 1938 heeft ge
houden en waarin hij zich met
de woorden van Klaagliederen
3 21-23 („Dit zal ik mij ter har
te nemen, daarom zal ik hopen:
het zijn de goedertierenheden des
Heren dat wij niet vernield" zijn
en dat Zijn barmhartigheden geen
einde hebben; zij zijn allen mor
gen nieuw; Uw trouw is groot")
in het bijzonder richtte tot lijden
den en bedroefden. Om persoon
lijke redenen zag ds. Brussaard
er vanaf om, zoals met de ra-
diopreken sedert 1936 gebruik
was geworden, deze preek in druk
Maar er kwamen zoveel aan
vragen om deze preek nog eens
te mogen nalezen, dat er toen in
gestencilde vorm toch nog een
uitgave van is gemaakt. Ja, zelfs
na de overstromingsramp van
februari 1953 kwamen er nog
weer verzoeken om deze preek.
Vijftien jaar later hebben dus
nog mensen kracht geput uit de
vertroostende woorden die in
1938 via de microfoon van radio-
Bloemendaal de ether waren in
gezonden. Alleen van deze éne
preek werden honderden exem
plaren aangevraagd!
Oudste omroep
van Nederland
richten over een goede ontvangst
binnen.
Dat laatste is nu helaas niet
meer het geval. En daarvoor is
in feite de tweede wereldoorlog
verantwoordelijk. Was die er niet
tussengekomen dan was waar
schijnlijk de groei van radio-
Bloemendaal ongestoord voortge
gaan. Zij had zich langzamerhand
een vaste positie in de Neder
landse ether veroverd en nie
mand lachte meer om hetgeen zo
klein en min of meer speels was
begonnen. Noch sprak men van
een uitvinding van de duivel, om
dat allerwegen door de christenen
werd ingezien dat de radio een
machtig middel is tot evangelie
verkondiging.
Ook de Duitse bezetter zag dat
en... vreesde daarom kennelijk.
In de eerste oorlogsjaren ging
het nog goed. Elke zondag kon- zendingen
Behalve radiopionier is ds. J. C. Brussaard ook één der televisie-
pioniers. In 1924 leidde hij de eerste radiokerkdienst in ons land,
die later de basis werd van waaruit radio-Bloemendaal zich ontwik
kelde. Na de oorlog is hij ook een tijdlang spreker geweest in de
„Dagsluitingen" voor de NCRV-televisie. Deze „close-up" uit zo'n
dagsluiting is gefotografeerd vanaf het beeldscherm.
o-den verboden en de le. Onder diens leiding kwam een
den diensten worden uitgezonden, apparatuur weggehaald. naandblad tot stand met de zeer
Maar., onder controle van twee In Bloemendaal zit men echter goed gekozen naam „Kerk zonder
Duitsers, die zelf 's morgens de niet zo gauw bij de pakken neer. grenzen".
sleutels van de zendkamer kwa- Na de bevrijding werden pogin- In 1955 vertrok dr. Koole op
men brengen en na de middag- gen in het werk gesteld de radio- zijn beurt ook weer, als gevolg
preek de kamer weer afsloten, arbeid voort te zetten. En inder- van een hoogleraarsbenoeming
verzegelden en er met de sleu- daad gelukte het op historische aan de Theologische Hogeschool
tels vandoor gingen; men zou het gronden (hieruit blijkt de unieke te Kampen. Hij werd opgevolgd
in Bloemendaal eens in zijn hoofd positie van deze omroep) een door ds. G. Toornvliet die nu sinds
kunnen halen de zender voor de nieuwe zendvergunning te krijgen. 1956 de leiding van radio-Bloe-
Duitsers niet welgevallige doelein- Ook kreeg men de oude golfleng-
j- ^erUg jyjaar de capaciteit was
gehalveerd: vijftig watt. Op Eer
ste Kerstdag 1948 „draaide"
dio-Bloemendaal weer.
Ds. Brussaard was echter inmid
dels naar Oegstgeest vertrokken.
De leiding -
daalse
gebruiken. Ondanks
aanwezigheid van de twee Duit
sers heeft ds. Brussaard al die
tijd evenwel nimmer verzuimd in
elke dienst te bidden voor het ko
ninklijk huis in ballingschap!
Maar in 1943 namen de bezet
tingsautoriteiten toch maar het ze
kere voor het onzekere. De uit-
mendaal heeft.
Jammer is het evenwel dat de
halvering van de zendercapaci
teit (indirect dus een gevolg van
de tweede wereldoorlog) het
bereik van radio-Bloemendaal zo'n
stuk kleiner heeft gemaakt. Een
L Bloemen- gedeelte van Nederland kan daar-
radiokerkdiensten kwam door de uitzendingen
zoeken een geloofsbelijdenis
Eenvoudig
hij
wordt aandacht gewijd aan een hoogrood. Hooguit wat slaperig; maar moet toch een divan of
op zondag veelvoorkomende een verwarde haarbos, wat fletse een ruststoel opzoeken. Gaat
„kerkziekte": ogen en nogal wat gesteun zijn daarin liggen. Hoelang de aanval gesproken
de enige waarneembare tekens, duurt is niet precies te zeggen, eerst
JjE ziekte komt snel op- De Het hart klopt normaal. Het dat hangt van de omstandig-
patiënt is 's zaterdagsavonds .eten smaakt niet, maar wordt heden af. Gaan de overige ge-
nog kerngezond. Misschien wat toch opgegeten. Patiënt wil zinsleden naar de kerk, dan
moe van een hele week wérken, graag op bed blijvén liggennemen de pijnen zeer snel af,
Maar zijn eetlust is patent. En maar een dokter behoeft niet le en is het om half zeven wel
hij is zeer goed in staat om. worden gehaald. bekeken. Blijven er meerdere Monrhk
uit te gaan, visite te ontvangen Na tien uur 's morgens treedt gezinsleden thuis, dan kan het
en tot laat in de avond, soms* verbetering in: Dé patiënt blijft wel eens een uur of acht wor-
tot in de nacht toe zich te wel wat klagen, maar hij komt den voordat de laatste klachten worden. En daarmee werd radio-
vermaken. Evenwel 's zondags- toch uit bed. Leest wat en praat verdwenen zijnen thans defini- Bloemen1da®1nc !LenswadJ ,-nw!
morgens, als de wekker afloopt, vrij. opgewekt. Lacht ook wel. tief. De patiënt is dan ex-patiënt Sr0OvPertreJt ZH alle omroepver-
is dat veranderd. Het welbevin- Drinkt met smaak zijn koffie, geworden. Brengt de zondag- enigingen. Ook de NCRV, die, zo
den is dan gestoord. De patiënt Roken schijnt niet nadelig te avond gezellig door, slaapt uit- als men weet, in de komende
klaagt over uiteenlopende zijn. Het middageten wordt met stekend en is de volgende mor- herfst haar 35-jarig bestaan hoopt
dingen. de gewone lust verorberd. De gen weer volkomen in staat zijn -gebe"rteni.s
klachten nemen steeds verder werk te doen.
die allereerste begintijd
.Nadat mr. Monnik was uit
hebben we samen
sen kwartiertje har
telijk zitten lachen"...
Ernst
Niettemin heeft echter de ernst
de humor gewonnen. Mr.
was een ware doorzetter
dank zij zijn bemoeiingen kon
het plan toch tot werkelijkheid
VOVEEL
klacht, pi
patiënten, zoveel
af. De patiënt
i staat
zowel via de radio als
de televisie de nodige aan
dacht zal worden besteed met
klachten: Moeheid or.be- wandelt.''Kortom "deTondag- ff ET lichaam heeft niets ge- ;"&iï%™|"mma'
stemde pijnen ,nj°oflschou-- middag wordt doorgebracht aIs 11 leden, hooguit is er_met de sPN®èt alzo radio-]
ders, rug, borst, buik,
benen. Soms ook
gelijk.
precies
ziel iets niet in orde. Tegen de Daa
dominee, die hem zowel zater
dag als maandag gezond heeft
streeks een uur of halfy zien rondlopen en die vraagt:
niet lékker. Ook de stoelgang zeven komen de pijnen weer „Waar was je zondag?" zegt hij:
zijn. JDe opzetten. De klachten ngmën Jk_ was niet erg lekker, 'k had nisatje^aï1
de
't Valt moeilijk te zeggen 'T'EGEN de avond echter,
't precies zit. Maar 't zit 1 streeks een uur of
jarig bestaan niet met vliegende
vaandels en slaande trommels ge
vierd, noch met bakwedstrijden
of ledenwerfacties. Ook in dit op-
deze oudste omroeporga-
wonderlij-
minuut tot minuut toe. De het ineens goed te pakken, 't ke organisatie, dat haar werk
was niets verontrustends, 't is veelal in stilte geschiedt. O ze-
al weer over". ker, men kan enkele malen per
zondag via haar zender in de
huiskamer een dienst ontvangen.
Maar wat er achter die publieke
diensten schuil gaat, de vrede
die zij in veler harten teweeg
Neen, 't was niets veront
rustends. 't Is alweer over. 't
Was alleen maar de kerk
ziekte,"
En toch was het maar zo heel
klein en heel eenvoudig begonnen.
De eerste zendapparatuur, die
mr. Monnik op de kop had ge
tikt, werkte maar nauwelijks.
Maar door de onvermoeibare ac
tiviteit van de 16-jarige MTS-er
A. de Jager werd er net zo lang
geëxperimenteerd en gerepareerd
tot het werkte.
De vergunning die men had
ontvangen gold voor een zender
van maximaal honderd watt,
golflengte 200 meter, waarmee
men uitsluitend kerkdiensten
mocht uitzenden, en wel op zon
en feestdagen van 10 uur tot
half twaalf en van 5 uur tot half
zeven. Het duurde tien jaar voor
het langzamerhand aftands ge
worden amateurzendertje vervan
gen werd door een nieuw appa
raat, een gloednieuw instrumen
tarium van een dochteronderne
ming van het Amerikaanse con
cern Western-Electric. Op 11
maart 1934 ging via de nieuwe
apparatuur voor het eerst
kerkdienst „de lucht
grote belangstelling van tal van
autoriteiten. Zelfs de minister-pre
sident, dr. H. Colijn, was in de
kerk aanwezig om deze historische
gebeurtenis in het leven van een
unieke omroeporganisatie mee te
maken.
Want uniek is radio-Bloemendaal
vanaf den beginne geweest
door haar romantische manier
van ontstaan. Maar zij is het ook
gebleven tot de huidige dag. Toen
in 1934 de nieuwe zendapparatuur
in gebruik werd genomen was het
omroepbestel in ons land in de
tegenwoordige zin van het woord
normaal geworden. Maar „Bloe
mendaal" had daarin haar aparte
positie behouden. Wel had zij een
nieuwe golflengte gekregen: 245
meter, maar de energie bleef op
honderd watt gehandhaafd. Uit al
le delen van het land kwamen be
te berusten bij dr. J. L. Koo- ontvangen. Maar dat er niette
min toch een groot „luisterveld"
is gebleven getuigen brieven uit
^k, Bolsward, Ochkerk, Meppel,
Zwolle, Harderwijk, Nunspeet,
Amersfoort, Hilversum, Zeist,
Oudewater, Gouda, Schoonhoven,
Ooltgensplaat, Hendrik-Ido-Am-
bacht, Rotterdam, Schiedam,
Voorschoten, Leiden, Alkmaar,
Enkhuizen, Middenmeer. Merk
waardigerwijze vormt Den Haag
een „dode plek" op de kaart van
Enige weken geleden publiceerden we op de pagina „Geestelijk radio-Bloemendaal. Maar de hoge-
Leven" een ontwerp van een geloofsbelijdenis, zoals die in Amerika wensVn op hetVerbmgli j stje^taat
werd opgesteld door een gemeenschappelijke commissie uit de kan daarin misschien verbetering
Presbyteriaanse Kerk en de Evangelical en Reformed Church, brengen.
die binnenkort een fusie zullen aangaan. Maar of daardoor het bereik
In Amerika zijn de fusies echter niet van de lucht. Ook vier der zender^ook^ weer, zoals voor
Lutherse kerken gaan zich binnenkort tot één lichaam verenigen.
Het zijn de Amerikaanse EvangelisCh-Lutherse Kerk, de Augustana
Lutherse Kerk, de Finse Evangelisch-Lutherse Kerk en de Ver
enigde Luterse Kerk in Amerika,
Ook deze kerken hebben
gemeenschappelijke commissi*
noemd om een dogmatische
klaring samen te stellen dii
„geloofsbelijdenis" zal moeten roeping
dienen van de nieuwe kerk die in
totaal 3 miljoen leden zal omvatten.
Hoe de naam zal luiden van de
nieuwe kerk is nog niet bekend.
Oorspronkelijk waren er zes voor
stellen, waarvan er inmiddels vier
zijn afgevallen, omdat andere ker
ken die namen reeds gebruikten.
De twee overblijvende namen zijn:
De Lutherse Kerk - Verenigde
Synoden en de Verenigde Lutherse
Kerk in Amerika.
Als de vier verschillende syno
den de plannen aanvaarden kan de
fusie in 1960 plaats vinden. In 1961
zal dan een nieuwe kerkorde opge
steld worden en in 1962 of begin
1963 zal de kerk voor het eerst als
nieuwé eenheid zich naar buiten
gaan openbaren.
l te
de oorlog, tot De Krim zal gaan,
wagen wij te betwijfelen. Waar
om wij De Krim hier speciaal
noemen? Om de aardige anec
dote dat een enthousiaste luiste
raar daar twintig jaar geleden
uit bewondering voor ds. Brus-
saards pastorale radioarbeid zijn
bij de massajeugd
T elefonade
Het i.
Geloofsbelijdenis van
nieuwe Lutherse kerken
van Amerika
JfS v„ niet prettig om op zaterdagavond een bespreking te g
hebben. Het i$ nog minder prettig om deze bespreking „even"
te moeten onderbreken en in lijdzaamheid te moeten wach- ri
ten op de voortzetting van het onderhoud. Het is beslist on-
prettig om zulks te moeten doen in presentie van een telefoon- g
toestel. Dat heb ik die gedenkwaardige avond leren begrijpen. 5"
Begrijp me goed: ik heb niets
tegen telefoontoestellen als zo
danig. Ik geef natuurlijk toe dat
hun nadelen hebben, zoals
Geest schept en onderhoudt de bijvoorbeeld het feit dat
Uit de
VOLKSWIJK
Niet alleen de theologen en
predikanten hebben gereageerd
op het contact dat in verschil
lende plaatsen tussen synodale
en vrijgemaakte gereformeer
den is ontstaan, ook een dichter
heeft zich er op zijn manier
over uitgesproken.
In het blad „De strijdende
kerk" vonden we tenminste
Het wonder
In De Volkskrant stond iets over
pater Rubbens, een Jezuïet, die
kapelaan was in Nijmegen en dezer
dagen overleed. Van hem gaat het
volgende verhaal, dat men dan in
Nijmegen „het wonder van Rub
bens" noemt.
Hij liep door de Waalbuurt. De
vader van een groot gezin hield
hem staande: „Pater, ik zit aan de
grond. Met een tientje ben ik
gered." De pater zei: „Beste man.
Ik zou je graag helpen, maar ik
ben platzak. Heus, ik heb het niet."
Met een gewoonte-gebaar keerde hij
zjjn zakken om. Maar daar ge
schiedde het wonder: hy viste er
een tientje uit! Metééu spontaan,
het ongeloof nog in zjjn stem:
„Daar, dat is voor jou. maar waar
het vandaan komt, mag de hemel
weten!" Toen pater Rubhens even
later in de pastorie terugkeerde,
echoot zijn pastoor hem aan: „Wil
je voortaan je eigen overjas aan
een modern gedicht van A.
Borg, onder de titel „Almelo":
terwijl wij zacht wegsterven
stil denken aan andere tijden
komen toch eindelijk de mensen
die het zeggen
die spreken van het eens
geschiede onrecht
toornend tegen beslissingen
van jaren her
eenzaam hebben wij gewacht
is de stilte vertroebeld
door angst
door onbehaaglijk weten
van een niet te boeten schuld
is nu de tijd dan daar
demonenvergetendè
heerlijkheid
dat God de geesten keren zal
dat brood en wijn tezamen weer
gezien wordt aan één tafel
bid met mij, kind
dat dit het teken is
van Gods genade over
onze schuld
dat almelo het alkmaar wordt
waardoor wij nieuwe wegen
NIET GELIJK IN SCHULD
Ds. D. van Dijk in de „Gereformeerde Kerk
bode" (vrijgemaakt) voor Groningen, Friesland
en Drenthe, n.a.v. de brief die een aantal syno-
dalen en vrijgemaakten in Groningen hebben
geschreven
Hier spreken leden van de Geref. kerk en van de
synodaal geref. kerk, als gelijken in schuld.
Dat nu kan en mag niet.
Ongetwijfeld zullen ook wij, die ons vrijmaakten
in gehoorzaamheid, wel iets gedaan of gezegd hebben
in de kerkelijke strijd, dat niet goed was. Ofschoon
ik, als men dat zo zegt, ook graag duidelijk zag aan-
ïrkeerde dan
Maar goed, dat wil ik lal
Doch, wat ik niet aanva
/aarden mag is dit, dat w(
•n lo[
wil, ook niet aan-
gelijkelijk schuldig
rachtige voorstelling
PASTOKAAL-PSTCIIOLOGISCH
Ds. G. Toornvliet in „De strijdende kerk";
Wanneer de Heilige Geest na zoveel ji
is dit het eschaton van
deze tijd
het koninkrijk dat komt
maar soms reeds één moment
hier jubelend gestalte wordt
als voorspel op de
eeuwigheid
a. borg
zinning kerken er toe brengt om opheffing tc vra
gen van de schorsingen, dan geloven wij dal de sy
node dit mag doen. Wanneer ik zuiver juridisch en
formeel de schorsing van prof. Schilder bestudeer,
kom ik misschien weer tot de conclusie zoals destijds:
de synode heeft recht gehandeld. Maar, wanneer ik
bedenk in wat voor een geladen atmosfeer, vol ach
terdocht, vol verwarring dikwijls, de reacties van
prof. Schilder tot stand kwamen, dan vraag ik: moet
dit alles niet in rekening gebracht worden bjj de
beoordeling? Ook prof. Schilder was kapot, zong
hij niet bjj het orgel: „eenzaam ben ik en verscho
ven?" Een synode mag toch zeker pastoraal-psycho-
logisch de dipgen bezien?
PUBERTEIT
„De Vaandrager" van de Bond van Ned. Herv.
Jongelingsverenigingen op Geref. Grondslag:
We zitten wel erg in de puberteit met de kerk, zou
men zeggen. Niets is meer goed. Vele leden der kerk
zitten vol kritiek op alles.
MENSELIJKER
Een zeeman in het blad voor de zeevarenden
„Quo Vadis":
Laat de leus zijn: iedere dominee een jaar naar
zee, en dan terug op de kar
dorpskerk gaan
Nederland, eeuw
afgcj
nderde ge
schien wordt er
r en menselijker gepreekt, en mis-
ee dan een enorme invloed op de
uitoefenen. Want het is me nog
el, hoe een zeevarende natie zoals
?n en eeuwen lang verbonden via de
landen, nog zoveel bekrompen en
sten kan herbergen.
DADEN' STELLEN'
Ds. L. H. Ruitenberg in „Hervormd Neder
land" over het vluchtelingenprobleem:
Zou de tijd niel rijp worden, dat de volken van ht
besluite
i deel -
hulpverlei
nen. Laten wjj niet aarzelen, daarbij o°k
lastingbiljct le denken. Dit is nl. geen zaak van in
dividuele liefdadigheid meer, maar een aangelegen
heid van volkeren in hun geheel. De. nood is im
mers ontstaan, omdat de volken niet tot een werke
lijke rechtsorde konden koinen.
Zjj zal pas doeltreffend bestreden worden, als de
volken in hun geheel daden stellen.
WEERSTANDEN
W. Dekker in „Opdracht" het tijdschrift voor
het godsdienstonderwijs
We hebben bjj dagopeningen en godsdienstonder
richt soms het gevoel, tegen een barrière van weer
standen op Ie lopen in de klas. Maar het kon wel eens
meevallenNader gepreciseerd: het kon wel
eens zyn, dat we beter moeten onderscheiden tussen
de weerstanden die wij oproepen en de weerstanden
tegen de zaak zelf.
kerk door het evangelie
enigt zo de gelovigen met hun Heer
en met eikaar in de gemeenschap
van het geloof.
2 Deze kerk aanvaardt dat het
evangelie de openbaring is van
Gods soevereine wil en van de
reddende genade in Jezus Christus.
In Hem, het mens geworden Woord,
geeft God zich aan de mensen.
3 Deze kerk erkent de Heilige
Schrift als de norm van het ge
loof en voor het leven van de kerk.
De Heilige Schrift is het goddelijk
geïnspireerde verslag van Gods
verlossingswerk In Christus, waar
voor in het Oude Testament de
weg bereid werd en dat in het
Nieuwe Testament wordt verkon
digd. In de voortgaande verkondi
ging in de kerk spreekt God door
de Heilige Schrift en verwerkelijkt
Hij zijn verlossingsdoei generatie
na generatie.
4 Deze kerk aanvaardt de Apos
tolische Geloofsbelijdenis en de
geloofsbelijdenis van Nicea en
Athanaslus ais de ware samenvat
ting van bet geloof der kerk.
5 Deze kerk aanvaardt de onver
anderde Augsburgse Confessie en
Luthers Kleine Catechismus als
ware getuigenissen van het evan
gelie en erkent als een met haar in
geloof en belijdenis alle kerken die
eveneens de leer van deze belijde
nissen aanvaarden,
g Deze kerk aanvaardt de andere
liturgische boeken van de evan-
gelisch-lutherse kerk, de Apologie
van de Augsburgse Confessie, de
Smalkalde artikelen. Luthers Grote
Catechismus, als eveneens ware
verklaringen van de belijdenis der
kerk.
•peinzingen, je werk
■P dagschema aardig in het hon-
2 derd kunnen gooien en zoals dat andere feit dat e
contact waarbij je enkel eikaars stemmen hoort,
-p eikaars gezicht ziet, niet bepaald geschikt is oir
-P elkanders gedachten te kunnen inleven. Maar daartegenover
staan vele voordelen: je spaart tijd en energie die vroegere
geslachten nodig hadden om elkaar te bereiken; je kunt in een
-P wip zaken doen; je kunt opschieten. Ik zal daarom de telefoon
2 niet afvallen. Maar pas op met telefoons in andermans kamers!
a menselijk
je echt
2 een vlot-verlopende bespreking van hoogstens een uur door J
2 z'n stomme gerinkel uit te doen groeien tot een onoverzich- g
■p telijk geheel van wie weet een hele avond? En terwijl ik zat g
■P en wachtte en mezelf verbeet biologeerde het geval me in stlj- J
gende mate „Wat moet ik zeggen....?" dacht ik „Wan-
2 neer het wéér een aanval krijgt?" Want dat is niet eenvou- g
dig. Wel in jè eigen huis en bij je eigen haard. Daar zeg Jj*
■5 ik doodgewoon „Met Miebei!en dan weet de opbellende
j? partij dat ze terecht zijn, of ze weten dat ze verkeerd ver- jj-
2 bonden wei-den. Maar ik kan op ons bureau geen „Miebei" 5-
gaan gillen. Men verwacht daar geen Miebei; men verwacht
-P daar de wijkpredikant. En die heeft anders.
t
3? TT7"AT DAN? Ik kan niet zeggen: „Met de secretaresse", want
VV dat ben ik niet. Ik kan evenmin zeggen: „Met het bureau", ö-
-P want dat is een onzinnige kreet, omdat een bureau niet pra-
ten kan. Zeg ik „Met de jeugdleidster", dan klinkt ook dat
2 vrij idioot: hot is immers net of de wijkpredikant plotseling jj-
weer minderjarig geworden is en door een privé-kracht in b
•P toom gehouden moet worden. En zou ik mijn achternaam noe-
men. dan weet zelfs de naaste insider niet wie hij nu aan 5
2 de haak heeft. Zodat ik bij mezelf uitmaakte dat ik het ver-
standlgst zou doen om maar heel neutraal en in strijd met
•p alle telefoonprincipes „Hallo" te zeggen. Met 'n beetje een
anigedikt zware stem. En toen ik dit allemaal had uiitge- 5^
dacht
zou blijken te zijn, e:
zou blijven zwijgen
„Rrrrèèngggg!Ik n:
op af Ik zei ..Hallo!"
toen ging die bel
m een duik en schoot er als een snoek
Ern voelde meteen dat deze snoek bezig
ngen.
len.
de lijn zei een mannenstem
begon toen wjn verhaal. „Hallo", zei die ij.
ar en machtig en veel te hard en ook uitgesproken *3-
„Die vrouw die jou zo net opbélde dat was nep, g
ir die zit er altijd tussen, en die kan ik levend vil-
daar leef ik nou niet meer mee, en dus doet dat tj-
t toe, maar om nou terug te komen op wat ik al zei. J
dan weet je ook niet meer waar
je aan to-e ber
Ik had me ondertussen geïnstalleerd achter het schrijfbureau
waarop de telefoon staat. Ik had me ook van papier en pen K-
voorzien om eventuele dringende boodschappen op te schrij-
ven. Ik was weer echt in mijn doordeweekse luisterbereidheids-
2 huid gekropen. Ik was kortom blakende van goede wil en 3.
7 Deze kerk erkent dat het evan- menselijkheid. Maar ik snapte er geen jotha van. Iets waar- g-
geile, dat door de Heilige Schrift
wordt gegeven, en waarvan de
geloofsbelijdenissen getuigen de
ware schat van de kerk is, de in
houd van haar verkondiging en de
basis van de eenheid en haar voort
bestaan. De Heilige Geest gebruikt
de verkondiging van het evangelie
en de toediening van de sacramen
ten om het christelijk geloof en
idealen van wél maakte, want hij
dé opbeller zich
oreerde rumoerig verder:
„Nou zal u zeggen, eerwaarde", zei hij, „Waarom belt J
die vrouw me dan net op, maar dat is alleen maar omdat g
ze er tussen wil zitten als u begrijpt wat ik bedoel, en dat
begrijpt u natuurlijk, want u kent die vrouw ook, maar mijn
kent u niet, maar ik u wel. want ik komt dagelijks bij u hi rf
uw moet en zal er tussen zitten, nou g
leef. maar om op de zaak terug te
dat zaaltje
komen En dat
nog
het begin!
MIEBEL
- g