óamenópel
van11 natleó
GEPASTE OUDERTROTS.
ZATERDAG 20 JUNI 1959
,,De Nato", doceerde Eisenhower eens, ,,is ais
een orkest. Al die instrumenten, hoe verschil
lend van aard ze ook zijn, brengen gezamen
lijk één machtige en welluidende melodie
voort". Maar dat dit slechts wordt bereikt na
veel inspanning en het overwinnen van grote
moeilijkheden, bewees ons dezer dagen een
repetitie van de
0 „Morgen moet ik
^iaar Fontainebleau.
^le Luchtmachtkapel iililllllllllll
0 |eeft daar een con- ilJIIIIII
^lert. Gisteren was
0 k met de Nato-
0 :ape 1 in Amster-
^Jam. We hebben een uitvoering gegeven op de Dam, daarna
jijn we een vaartocht gaan maken door de grachten en later op
0 ie dag werden we ontvangen door het gemeentebestuur. Vol-
jende week moeten we voor de radio optreden. Er moet voorts
jiog een grammofoonplaat van de Nato-kapel worden gemaakt.
En volgende week is ook haar eerste optreden op Nato Taptoe
\rnhem, die dit jaar voor de tweede keer wordt ge-
jiouden. Van 1 1 mei af zijn we al elke werkdag aan het repe-
teren. Elke morgen van 9 tot 12 uur, en we hebben de repe-
pties hard nodig".
Kapitein H. W. F. van Diepen
beek, directeur van de kapel der
Koninklijke luchtmacht, sorteert,
I terwijl hij spreekt, de muziek voor
Be repetitie van die morgen. Hij
zegt: „We moeten onze tijd goed
Kïbruiken. want het spel van de
ato-kapel moet feilloos zijn. We
H tunnen feitelijk niet de minste
onderbreking in de dagelijkse
gang van zaken velen". Er komt
een sergeant binnen. „Kapitein,
j telefoon voor u". Hij zegt: „Een
ogenblikje astublieft". Als hij na
een paar minuten terugkeert ver-
volgt hij: „Het is poot-aan spelen,
ivant u begrijpt, zo elf nationali
teiten, dat levert wel enkele moei
lijkheden op". Weer een klopje
op de deur. Weer de sergeant.
„Kapitein, telefoon voor u". Hij
zegt: ,,'t Spijt me, een ogenblikje
astublieft".
Drie niet
het eerst op. Het stichtings
bestuur heeft zich tot de Nato-
landen gewend en gevraagd of ze
bereid waren een aantel muzikan
ten af te staan voor het formeren
van een kapel. Op drie na stemden
alle landen met het plan in. IJs->'
land heeft geen militaire kapel en
kon dus niet meedoen. Turkije en
Griekenland hebben tot op heden
nog niemand gezonden. Maar ver
der is de gehele Nato compleet.
In de kapel zitten dus: Fransen,
Belgen, Italianen, Amerikanen,
Canadezen, Duitsers, Portugezen,
Denen, Noren, Nederlanders en
Engelsen. Luxemburg werkt sym
bolisch mee door het leveren van
vlaggendragers".
„Want de Nato-kapel vormt
de muzikale omlijsting van de
vluggenparade, waarmee de
Taptoe begint. Er worden 15
vlaggen gehesen en bij elke
tfïaghijsing worden een paar
strofen van het volkslied van
het betrokken land gespeeld.
We hadden tevoren de samen
stelling van de kapel bepaald
en aan elk land geschreven, wat
het had te leveren. Er zitten in
de kapel hobo's, fluiten, fagot
ten, een alt-sax, een tenor-sax,
een bas-klarinet, een es-*klarinet,
en dan nog 14 klarinetten, voorts
hoorns, baritons, bassen, tien
HET WAS WARM EN DE
JASJES GINGEN UIT
man klein koper, en slagwerk.
Nu is het wel gebeurd, dat een
land met andere instrumenten
kwam dan was gevraagd, maar
dat hebben we wel kunnen glad
strijken".
Taal
Hij zegt: „Een moeilijkheid voor
de dirigent is de taal. In het begin
sprak ik Engels en ik dacht, dat
moeten ze allemaal verstaan. In
het begin verstonden ze het ook.
Maar nu blijkt, dat de Fransen
alleen maar Frans spreken. En dat
gaat dan nog wel. Maar de Portu
gezen spreken alleen Portugees, en
dat is moeilijker voor me. Want
hoe moet ik hun nu duidelijk
maken, wat ik wil en hoe het moet.
Ik spreek geen Portugees, trou
wens gpen van de muzikanten van
de andere landen. Ik ben dus aan
gewezen op gebarentaal.
Maar al met al", zegt hij, „is het
dirigeren van een Nato-kapel
prettig werk. Je moet trachten
eenheid te bereiken met een veel
heid, waarvan een ieder zijn eigen
opvattingen heeft over muziek en
over het te spelen stuk. En als dat
lukt heb je een mooi succes be
haald".
Onder de leden van de Nato-
kapel in totaal een 60 man
zijn knappe muzikanten. Om
maar even een greep te doen:
een van de Amerikanen is leraar
aan een hogere muziekschool,
een van de Canadezen heeft
vroeger als tenorsaxofonist bij
de Skymasters gewerkt en een
van de Portugezen is leraar
compositie aan het conservato
rium te Lissabon. Maar kom,
het is tijd, we gaan beginnen".
zikanten glimlachen. Zij beginnen
voor de derde keer van voren af
aan en het lijkt alsof zij, zonder
onderbreking, alle national hym-
nes zullen spelen. Maar als ze bij
het Wilhelmus zijn gekomen brengt
hij de handen naar het hoofd en
zegt: „Oh, it is wrong, it is very
bad".
Het wordt warm. De zon
nadert het hoogste punt van de
dag. De gordijnen van het
repetitielokaal worden gesloten
om de zonnestralen te weren.
,Een van de muzikanten trekt
zijn jasje uit, en zijn voorbeeld
vindt navolging. Een Ameri
kaanse soldaat, een neger, die
natuurlijk een sax hanteert,
wist zich het voorhoofd af. Zijn
gezicht glimt. Hij knipoogt naar
een collega, die een ogenblik
luidruchtig zit te puffen.
Dochter
De kapel van de Koninklijke luchtmacht, waarvan ka-pitein Fan Diepenbeek directeur is.
K.L.M. geeft haar personeel:
De tijd is wel volkomen voorbij, dat de bedrijven
hun' arbeiders alleen zagen als een verlengstuk van
de machine. Er is grote aandacht geschonken aan
veiliger arbeidsvoorschriften, aan een betere venti
latie van de bedrijfsruimten, zelfs aan gezelliger
kleuren, die het fabrieksgrauw van dertig jaar ge
leden volkomen verdrongen hebben.
dikant behoren? Welke plaats
moet hij innemen binnen het be
drijf? Moet de K.L.M. of de kerk
hem aanstellen? Hoe zou hij alle
efficiënt kuni
die hun
j Op zich zelf zegt dit alles na-
tuurlijk nog niets. Ongetwijfeld
zijn er bedrijven geweest, die ge
zorgd hebben voor betere arbeids-
I omstandigheden, eenvoudig om-
dat zij wisten, dat de arbeiders
i dan ook een beter rendement zou
den opbrengen. Wie alleen maar
j kan denken in termen van grote-
I re arbeidsprestaties ziet zijn ar
beider nog altijd als een machine
achter de machine. Hij zorgt al
leen voor betere „service-beur-
Wie echter alle vernieuwingen,
die zich in de laatste jaren vol
trokken hebben, alleen maar in
dit licht ziet, doet een groot aan
tal bedrijven onrecht. Ook ondei
werknemers weer
mensen zijn gaan zien; mensen
die geschapen zijn tot een hogere
roeping dan alleen die binnen het
bedrijf, namelijk tot eer van God.
Wat?
Een van de bedrijven, dat zich
in de laatste jaren bezonnen heef!
op zijn geestelijke verantwoor
delijkheid, is de K.L.M. De vraag
is daar gesteld: „Wat moeten wij
doen voor de geestelijke verzor
ging v; n onze werknemers. De
landmacht heeft de veldprediker,
de luchtmacht een, zoals de solda
ten hem noemen, „hemelpilool",
de marine een vlootpredikant en
zelfs de koopvaardij kent eigen
predikanten, die in verschillende
zeehavens klaar staan om de zee
lui te helpen. Maar de „koop-
vlieg-dij" kent geen eigen geeste
lijke verzorger. Ligt hier een taak
voor de kerk en het bedrijf?"
Na veel gesprekken is men
(nog?) niet tot het besluit geko
men een eigen K.L.M.-predikant
aan te stellen. Een dergelijke be
slissing zou een groot aantal vra
gen oproepen, die niet gemakke
lijk te beantwoorden zijn. Tot
welke kerk moet een K.L.M.-pre-
de
hele aardbol verstrooid?
Een boek
Toch wilde de directeur, lt.-gen.
b.d. I. A. Aler iets doen en uit
eindelijk is een boek ontstaan,
dat de titel draagt ,,Uren van be
zinning" en voortreffelijk in op
dracht van de K.L.M. is verzorgd
door de uitgeverij Van Keulen
N.V. in Den Haag. Dit boek zal
niet in de handel zijn, maar is
bestemd voor de personeelsleden
van de K.L.M. Het boek bevat 6
korte hoofdstukken en gedichten
geschreven door „enkele voor
aanstaande figuren van uiteenlo
pende richting, die de K.L.M.
een warm hart toedragen en bij
uitstek thuis zijn in de problema
tiek rondom het mens-zijn in de
ze wereld Hun namen worden
niet vermeld en wie een beetje
thuis is op het gebied van kerk
en godsdienst kan uren zoek
brengen met het raden naar de
auteurs. Of er iemand in zal sla
gen alle hoofdstukken „thuis te
brengen" betwijfelen we echter,
want ze zijn zeer uiteenlopend en
kennelijk afkomstig uit zeer ver
schillende godsdienstige „sferen".
Goed leesbaar
Een ding hebben alle hoofd
stukken gemeen. Ze zijn gezellig
geschreven en goed leesbaar. Er
zijn onderwerpen bij die niet ver
der komen dan de „bloempje,
boompje, bergje-stijl" die eens
een bepaald soort vrijzinnigheid
kenmerkte. Daar staan echter an
dere hoofdstukken tegenover, die
verrassende bijbelse vergezichten
bieden. Wist u bijvoorbeeld dat
er 366 maal „Vreest niet" in de
bijbel staat? Er is een schrijver
bij die zonder op enigerlei wijze
te preken een persoonlijk geloofs
getuigenis geeft dat in zijn ver
rassende eenvoud treft. De bijbel
is in deze overdenkingen geen
vergeten boek.
Hoewel de schrijvers uiteenlo
pende geestelijke stromingen ver
tegenwoordigen. zijn zij er op een
wonderlijke manier in geslaagd
een eenheid van stijl te vinden.
Ze hebben alle filosofische zwaar
wichtigheid en dogmatische inge
wikkeldheden vermeden. Ze geven
geen theoretische gedachten in
lange vermoeiende zinnen, maar
weten - de een beter dan de
ander in kort bestek, meestal
met behulp van een beeld, een
historisch gebeuren, een levens
ervaring of een treffend gedicht
duidelijk te maken wat ze bedoe
len.
Eer inleggen
De K.L.M. kan met dit boek eer
inleggen. De middeleeuwse hout
sneden zijn prachtig gekozen en
de verzorging is uitzonderlijk
goed. Zo krijgen straks de per
soneelsleden 240 grote pagina's in
prachtband, met artikelen die
weten te boeien, maar bovenal
de weg wijzen buiten de kracht
van eigen kunnen, builen de ma
terialistische sfeer waarin wij le
ven naar geestelijke waarden en
bovenal naar God, die de Schep
per en de Verlosser is van de
wereld en ons leven.
Ergens op een verlaten vlieg
veld in het Midden-Oosten, in een
drukke cantine bij een wereld
stad, in een gezellige Hollandse
woonkamer in een buitenlandse
flat zullen K.L.M.-vingers de bla
den omslaan. Ogen zullen glijden
over onderwerpen als „Zout in de
benzine", „Vriendschap" en „Ver
geving". Marsmans gedicht „Hol
land" zal even de gedachten doen
gaan naar thuis, maar andere
hoofdstukken zullen diezelfde ge
dachten bepalen bij het eeuwige
Thuis.
De K.L.M. heeft een prachtig
initiatief genomen. We hopen dat
andere grote bedrijven zich zullen
laten inspireren, om ook te den
ken aan de ziel en het hart van
hun werknemers.
„Uren
iracht
K.L.
>rRd
Keulen N.V.
No-neinnon
Kapitein Van Diepenbeek is, als
we het goed hebben, 25 jaar. De
kapel van de Koninklijke lucht
macht heeft hij naam gegeven.
Op tal van concerten in vele ste
den en bij vele taptoes is zijn
kapel al te beluisteren geweest.
En wie de „jongens van de Lucht
macht" hoorde, was enthousiast.
Een aantal grammofoonplaten van
de kapel zijn in de handel. Gram
mofoonplaten van allerlei soort
muziek. Van het ernstige Old sol-
diers never dje, tot de St. Louis
Blues March toe. De St. Louis
Blues March maakte de kapel van
de Koninklijke luchtmacht popu
lair.
Kapitein Van Diepenbeek is dus
25 jaar. En hij heeft het enthou
siasme, het doorzettingsvermogen,
de durf en de onvermoeidheid, die
bij die leeftijd passen. Hij is in
zijn optreden kort en krachtig.
Als er bij de repetities een foute
toon valt, tikt hij driftig af en zegt
dan: „No-non-nein", en iedere man
van de Nato-kapel weet dan in
eens wat er aan de hand is. Hij
heeft ook gevoel voor humor, en
dat is voor een dirigent een waar
devol bezit. Want als hij lacht
breekt dat de spanning, en een
repetitie is een en al spanning van
het begin tot het einde.
We gaan naar het lokaal waar
de muzikanten reeds hun plaat
sen hebben ingenomen. „Kijk",
zegt hij al lopende, en hij wijst
op drie planken vol met hoofd
deksels. Uit die hoofddeksels
blijkt de verscheidenheid in
samenstelling van de Nato-
kapel. Er ligt een groen-grijze
hoed met een veer van een
Italiaanse bergjager, een ma
trozenmuts met de woorden
Marina Militare, het stijf-
gemaakte hoofddeksel van een
Engelsman, de muts van een
Belgische Guide, een pet met
het emibleem van het Ameri
kaanse leger.
„Ecoutez, s.v.p."
Hij gaat achter de katheder staan
en heft het dirigeerstokje. De
kapel zet in. Na vijf maten tikt
hij af „Listen, please, écoutez s'il
vous plait". Hij laat een paar mu
zikanten solo spelen. „Nein, höher
bitte". Hij heft weer het dirigeer
stokje. De kapel zet voor de
tweede maal in. „No-non-nein, ein
Augenblick, bitte, un moment, s'il
vous plait, one moment please".
Een van de Portugezen haalt met-
begrijpend de schouders op en zegt
een paar Portugese woorden. Hij
gaat naar hem toe en tracht hem,
gebarend, te vertellen wat de be
doeling is. Hij laat weer een paar
muzikanten solo spelen en kondigt
dan aan: „And now the whole
band". De „whole band" begint. Hij
schudt het hoofd en wendt voor,
dat hij radeloos is over zoveel
onbegrip en onkunde. Hij zegt:
„Listen, not to slow and not to
quick", en hij neuriet een paar
maten voor. Hij zegt: „You can
play that melody only in one way,
and that is the good way". De mu-
Kapitein Van Diepenbeek doet
alsof de warmte hem niet deert.
Hij dirigeert zelfs met een heftig
heid alsof hij in beweging moet
zijn om het warm te krijgen. Hij
geeft zijn aanwijzingen boven het
geluid van de kapel uit. „Not to
slow, please". Af en toe wordt het
hem te machtig en wrijft hij met
een zakdoek over het gezicht. Zijn
jasje houdt hij aan. Tot viermaal
toe laat hij de national hymnes
overspelen, in gedeelten en geheel.
Dan neemt hij een ander stuk van
het repertoire. „Please, listen!". En
het begint weer van voren af aan.
Instrumenten bijstemmen. Toe
lichtingen geven, in het Engels,
Frans en Duits. In het Nederlands
Is niet nodig. De Nederlanders'
onder de muzikanten begrijpen
het best.
De muzikanten zijn, als de
dirigent, onvermoeid. Zij repe
teren met een opgewektheid,
die verrassend is. Ondanks de
warmte, die de grens van het
benauwde gaat bereiken. Maar
ja, wat wil je. Van hun op
treden hangt veel af. De naam
van hun afzonderlijke kapellen
en de naam van de Nato-kapel.
En zij moeten nog voor de radio
spelen, en v.an hun spel moet
nog een grammofoonplaat wor
den gemaakt.
De sergeant komt binnen.
„Kapitein, er is een tele
Hij zegt: „One moment please".
Als hij terugkomt lacht zijn ge
hele gezicht breed. Hij zegt in
het voorbijgaan: „Een van de
Fransen is met spoed naar huis
gegaan. Er is vannacht een
dochtertje geboren". Dan neemt
hij plaats achter de katheder.
Hij heft het dirigeerstokje en
hij zegt: „And now the whole
bandone, two, three
Wielrijder en bromfietser opgelet
U WORDT GESCHADUWD
Het goede voorbeeld geven in het verkec
als deze wielrijder altijd tijdig en go
uw linkerschouder kijkt, alvorens met uu
te slaan
rijwiel of bromfiets links af
(Van onze verkeersredacteur)
De vijf „Gulden Regels", die
geld waard kunnen zijn en daar
om misschien 't beste kunnen
worden uitgeknipt, zijn voor de
wielrijder en bromfietser als
volgt:
2 Rijd met niet meer dan twee
naast elkaar; ga zo nodig
achter elkaar.
3 Geef tijdig een teken van
richtingverandering en kijk
voor het links afslaan eerst
even achterom.
Geef op gewone kruispun
ten óók voorrang aan het
snelverkeer van links.
5 Denk in de bebouwde kom
aan de maximum-snelheid
van 30 km per uur voor
bromfietser.
De volgende week let het Ver
bond voor Veilig Verkeer op alle
wielrijders en bromfietsers in
Nederland.
Bestudeer deze regels vandaag
Olifanten kunnen niet lachen,
maar de vader van de jonge
jumbo in de Rotterdamse Dier
gaarde ,JIlijdorp" bekeek het
spel van zijn telg toch kennelijk
met zoveel genoegen, dat de
stvare huidplooien een glimlach
op het vaderlijke gelaat schenen
te brengen.
Even later kwam Senior moeizaam
overeind, na enig vooroverleg
met Ma over de temperatuur van
het water.
Toen Senior de logge poten ook
te water zette buitelde de jon
geling met veel bravour kopje
onder.
Noch Pa, noch Ma lieten zich tot
zulke wilde capriolen verleiden,
maar zij bleven duidelijk hel
plezier in het pootjebaden en
in het dartele spel van hun zoon
behouden, evenals de toeschou
wers, die dit tafereeltje konden
(Foil
Will Eiselin)
nog, opdat u niet met een „mond
vol tanden" staat, indien u in de
komende dagen betrapt wordt
bij het geven van het goede
voorbeeld en wanneer uw ken
nis van deze en andere verkeers
regels wordt getest.
Er wachten fraaie prijzen voor
de vakantie, zelfs een tiendaagse
vakantie-reis in binnen- of bui
tenland.
Vergeet niet donderdagavond
af te stemmen op het Veilig Ver-
keer-N. C. R. V.-radioprogramma
„Gelijk Oversteken", dat aan de
ze aktie is gewijd.