Katwijk een eigen haven, wensdroom
met grootse verwachtingen
AI duizend jaren gaan de
Katwijkers uit vissen
Geeft Amsterdam zeedorp
een nieuwe kans?
Beukelsz. geen uitvinder
maar verbeteraar
NIEUWE LEIDSCHE COURANT
Vloot gereed tot haringvangen
(Van één onzer verslaggevers
TAE ZON STOND PAL boven het stille water van het Prins Hendrik-
kanaal. De oude Katwijkse visser koesterde zich in haar stralen op
de achterplecht van de naar nieuwe verj en pas getaande netten geurende
logger. Op de nabij liggende schepen heerste bedrijvigheid. Honderden
meters krakend nieuwe netten schoten als een kilometers lang en smal
gordijn van een hoge wantwagen in het ruim van de logger Voorwaarts.
In kiellinie stoomden twee loggers over het kanaal binnendoor naar de
zeehaven van IJmuiden. Want Katwijks vissersdorp, dat in het zicht van
de Noordzee ligt, heeft nog altijd geen eigen havenEr glinsterde iets
in de ogen van de oude visser, toen hij de loggers zag varen. „Toch geloof
ik nog altijd, dat ééns deze lange omweg niet meer nodig zal zijn. Misschien
krijgt Katwijk wel eerder een eigen haven, dan we nu geneigd zijn te
denken. Misschien
T-JROMEN ZIJN BEDROG zegden z
tijd, zei de oude visser. Toch
jammer. Want ik heb weer over Kat
wijks haven gedroomd. Een pracht
gestrekte visafslag. Trawlers, logger
kotters voeren er binnen met harin_
ook vele andere vissoorten aan boord. Om
dat Katwijk IJmuidens functie van
voerhaven voor verse vis had overgeno
men. 't Klinkt fantastisch, niet? En tóch
HIJ STAAKTE ZIJN vertelling over
zijn mooie en fantastische droom om
een verse pruim achter zijn kiezen te
stoppen. Ja, roken doe ik al lang niet
meer, baasje. Pruimen is beter voor je
gezondheid.
Op de logger naast het schip, waarop
de oude de wacht had betrokken, stoeiden
een afhoudertje en een reepschieter met
elkaar op het nog rommelige dek. Schei
uit, jelui met die gekkigheid." vermaan
de de schipper van deze logger Katwijks
hoop en toekomst.
Hij wiste zich het zweet van zijn
voorhoofd. Het was warm aan het
Prins Hendrikkanaal. Zó warm als
het slechts zelden is in mei. En daar
bij kwam nog de geur van „het fa
briek" op de hoek aan het einde van
de dam. Tonnen rolden over de keien
naar de schepen. Leeg en schoon. Ge
reed om straks te dienen voor het rij
pen van achthonderd tot negenhon
derd kostelijke maatjes. Het zilte
produkt. dat Katwijks vissers volgen
de week hopen te vangen ter hoogte
van de 57ste breedtegraad.
En ze hebben weer moed op de vis
serij. De berichten zijn niet zo slecht. Wel
beweren de schippers van de trawlers
om de Noord, dat de haring, die nu wordt
gevangen, tamelijk schraal is. Wel heeft
een grote vloot van Russische haring
vissers alvast de beste plekjes op de
haringronden bezet. En zij pakken het
groots aan. Drie moederschepei
het
de
ïi het
tank-
De Katwijkers piekeren er niet
Zij hebben altijd haring gevangen. Goe
de haring. En zij zullen ze ook nu weer
vangen. Ook al wil het de laatste jaren
niet zo best met de grote vangsten en
betekent het inzetten van grote haring
vloten door Rusland, Polen en Oost-
Duitsland op den duur het wegvallen van
een groot achterland voor grote hoeveel
heden gezouten haring....
TAE OUDE VISSER denkt echter
niet aan de concurrentie van
Polen en Russen en overbevissing.
Aan het probleem van de opleiding
van goede haringvissers, die zullen
kunnen mee komen-met hun buiten
landse collega's in de toekomst. Aan
de dreigende uitbreiding van terri
toriale wateren door visserijnaties,
die weieens tot gevolg zou kunnen
hebben, dat de visserijmogelijkheden
voor de Nederlandse schepen bij Ier
land en bij Schotland beperkt wor
den
Daar denkt de oude visser niet aan.
Hij piekert over zijn droom, waarin hij
Katwijks eigen haven zag. En hij is er-
tTIJ GING VERDER met zijn vertelling
Je moet het zo zien, baasje. In IJmui
den kan het één en ander veranderen.
En als de voortekenen niet bedriegen, zal
er daar het één en ander veranderen. Am
sterdam heeft grootse havenplannen. Er
moet een nieuwe pier in IJmuiden ko-
halve kilometer, die de havenmond beter
en veel wijder moet maken. Men is van
plan om daar tientallen miljoenen guldens
in te stoppen. En dat doet men heus niet
om de toeristen een nieuw evenement te
verschaffen.
Het klonk realistisch. IJmuiden heeft
VOLLE MAAN
X N DE VERTE zacht, melodisch suizen.
Blanke lijn van 't drooggelopen strand
Paarlemoeren plasjes langs de kant,
En er in de pinken en de buizen.
Tegen 't duin de lichten van de huizen
En heel achter aan de verste rand,
Gloeiend als een pas begonnen brand,
Maneschijn op donkere kerkhofkruisen.
In een stoet van grijze wolkenvlokken,
Trekt de maan naar 't Zuiden, naar de zee,
Al wat jong is voelt zich aangetrokken;
Vissersmeisjes waden langzaam mee;
Voeten scheemren onder donkere rokken
En weerspiegelen in de blanke ree!
Jacob Winkler
;en strandplan. Er is nog niets van uit
gevoerd en in de gemeenteraad moet hel
log worden behandeld. Toen het ter visie
verd gelegd, tekende Rijkswaterstaat on
middellijk bezwaren aan. Begrijp je het'
T?N DE OUDE daalde steeds verder
in details af. De havenuitbrei
dingen voor Amsterdam in IJmuiden
zullen Katwijk een nieuwe kans
geven op een eigen haven. Dat klinkt
vreemd, maar is het naar mijn me
ning beslist niet. IJmuiden zal meer
en meer een zeehaven worden voor
de grote schepen. Supertankers zul
len er olie moeten lossen voor Am
sterdam. Supertankers, die de lange
weg door het Noordzeekanaal waar
schijnlijk niet zullen maken. Maar
hun olie zullen lossen in een pijp
leiding in het nieuwe IJmuidense
havengebied. IJmuiden zal groeien,
maar de" visserij zal er overbodig
worden. Sterker nog. De visserij-
s zullen de ontwikkeling van
nieuwe industrieën in de gebieden
ten zuiden daarvan belemmeren.
Daar ligt Katwijks grote kans. De
Met vier loggers naast elkaar
ligt de Katwijkse vloot
IJmuidens vissers- en haring
haven. Terwijl op het schip op
de voorgrond nog wordt ge
werkt aan nieuwe luikhoofden,
komt op het derde schip de
vleet aan boord.
verplaatsing van het IJmuidense be
drijf naar Katwijk. Katwijk als
voerhaven voor haring en andere
vissoorten. Dan zal je eens wat
zien
HET IS BEST MOGELIJK^ dat de
oude Katwijkse visser gelijk zal
krijgen. Wie weet wat de toekomst
nog voor Katwijk verborgen houdt.
Wie weet het? Maar vandaag ligt de
Katwijkse haringvloot weer als van
ouds voor de kant in IJmuiden. Met
vleet in het ruim. Met
vlaggen van mast tot mast. En geu
rend naar pek en nieuwe verf. Van
daag kijken de jongens, die voor het
eerst naar zee gaan en de ouden,
voor wie het eeuwenoude beroep van
haringvisser elke teelt "toch weer
nieuw is, trots naar de mooie sche
pen langs de wal. Een vloot, waaruit
vele oude loggers verdwenen zijn en
waarbij vele nieuwe loggers ge
komen zijn. Een vloot gereed om
haring te vissen. Altijd weer. Zolang
Katwijks visserij de roepstem van de
ruimte, de visgronden tussen Schot
land en Denemarken, niet zullen
kunnen weerstaan. Haringvangen,
omdat zij zeeman zijn
Vlaggetjesdag
Van de heer C. de Jager. Prins Bern-
hardlaan 49. ontvingen wij dezer dagen
het volgende:
k is
om straks het net te paaien
op jacht naar Hollands zeebanket.
De schepen woelen, rukken,
vertonen nu reeds nukken
de neus in zee te drukken
ze willen varen gaan.
Vol ijver zijn de i
zi] gs
jil verbanne
de repen spannen
ivorden muizen opgezet,
.t in volle glori-
historie
van boord te werpen 't net.
de teelt weer op te bouwen
om dag en nacht te sjouwen
voor het dagelijkse brood.
Vaarwel en goede vangsten
verlies de moed toch nooit.
Vertrouw niet op uw krachten,
maar wil het al verwachten
in goede en kwade nachten
van God. ons aller Heer.
Gegroeid tot een hechte traditie
Strijd om haringkaken werd
lange tijd gevoerd
Tj^EN DRUKTE VAN BELANG heerste er deze week op de sleephelling
van het staatsvissershavenbedrijf te IJmuiden. Het grootste deel van
de Katwijkse loggervloot moest nog op de helling. Terwijl duizenden naar
het strand van IJmuiden trokken om er van zon en zee te genieten, werk
ten de Katwijkers op de helling aan hun schepen. Aan een schip als de
KW 25, dat maandagmiddag tegen drieën droog kwam, om nog even een
beurt onder water te krijgen. De schroef, de schroefas en het roer moesten
worden geïnspecteerd. Fel en doordringend klonk daar het lied van de
arbeid op de IJmuidense helling. Dat lied was de klank van de staal-
borstels op de scheepshuid, van de zware moker tegen een plek bij het
roer op een logger, die naast de 25 stond. Er werd flink gewerkt. „Nog
acht moeten er deze week een beurt hebben", zei de dokmeester. „En
we pakken daarom extra hard aan". Want het is graaitijd. De vloot moet
zaterdag klaar liggen voor Vlaggetjesdag. Dinsdagmorgen moeten de
schepen in orde zijn om zeewaarts te gaan.
Op de KW 25 wisten ze dat ook. Op pas, £)e Maaskanters voelden er
twee vlotten namen zes man het schip T,
boven de waterlijn onderhanden toen hit mets vo°' ie Katwtjkers toestem-
n water kwam. „Het is elk jaar toch ming te geven tot het kaken
nieuw, al is de visserij dan duizen- haring.
den jaren oud", zei een van hen.
En r
s dat.
Oud geslacht
Want de Katwijkers behoren tot een
volk dat al duizend jaren vist. Zij stam-
uit een oud volk, een oud geslacht,
dat de „Catten" heette. Die „Catten" kwa-
onder aanvoering van Ba to de Rijn
afzakken, nadat zij de wijk hadden geno
men uit Hessen. En aldus werden het „Cat
wijkers". Waarom zij de wijk hadden ge
in? De historici weten het nog niet
precies. Ging het om twisten in Hessen
of zochten zij een nieuw gebied voor een
beter bestaan? Wel is zeker, dat het kerke
lijk zegel van Katwijk de Latijnse woor
den „Cate Alorigenius Batavorum" draagt.
Wat betekent ..De Catten, de voorouders
van de Batavieren".
En ook is het zeker, dat die visserij
van de „Catwijkers" al duizend jaar
oud is. Diezelfde Catwijkers speel
den een belangrijke rol in de
schiedenis van ons Nederlandse
volk. Stond er veertig jaar na Chris
tus' geboorte niet reeds een kolos
saal Romeins fort De Brittenburg
aan de kust bij Katwijk, waarschijn
lijk bestemd voor de voorbereidingen
van een invasie in Groot-Brittan-
nië?.
Al gedurende duizend jaar is me
Katwijk onder de bekoring gekomen
het handwerk, dat in de visserij en
vooral in de vleetvisserij te pas komt. De
lange vleten worden klaargemaakt, de
vaten krijgen hun vorm. Jaar na
eeuw na eeuw is het zo gegaan. Tot het
de traditie werd van Katwijk-
Katwijk heeft daarmee een levens
geschiedenis gekregen, die bewogen,
interessant en levendig is. Vele ram
pen kwamen over de plaats. De vis
serij gaf een grote levendigheid aan
Katwijk, al kwam daaraan, alvorens
het zover was, heel wat strijd te
Tegen 1700 waren er al dagen, dat de
Katwijkers met hun schuiten te Katwijk
50.000 tot 60.000 schelvissen aanvoerden.
En in die tijd ging die schelvis ook al de
grens over. De vloot telde tegen 1700 on
geveer 40 schepen, in 1746 waren dat er
60 en tegen 1800 ongeveer 70. Een tijd van
verval volgde daarop Het was de Franse
tijd met zijn beperkingen, waaraan de
visserij was onderworpen.
De strijd om het haringkaken werd door
de Katwijkers zeer lange tijd gevoerd.
Schelvis werd bij duizenden stuks te Kat
wijk aangevoerd in de jaren tussen 1700
en 1800 en zelfs rondom 1720 ging al zo n
twintigtal Katwijkse schepen op de haring
visserij!
Doordraai
Toen werd het 1751. Op de verjaardag
van de Prins Stadhouder zonden de Kat
wijkers een rekwest aan de regeerder.
Daarin werd opgesomd „hoe smentelijk het
verplicht wordt aan te zien, dat vele lasten
Haring zoodanig komen te bederven, dat
men dezelve geheel moet overboord wer-
De Katwijkers wilden ook kaken. Het
zou tot de Franse tijd duren voor de strijd
om het privilege van het haringkaken
werd beslist.
En daarna is het verder omhoog gegaan
De tonnen gaan aan boord. In een middag tijds verhuist de
raad van de wal in het ruim. Aanpakken, daar komt er wee
IN HET ARTIKEL over de ge
schiedenis van de Katwijkse vis
serij is te lezen, dat de Katwijkers
in 1751 een rekwest aan de Prins
Stadhouder zonden, waarin zij schre-
venven „hoe smertelijk het valt voor
een armen visser, wanneer hij ver
plicht wordt aan te zien, dat vele
lasten haring zoodanig komen te be
derven, dat men dezelve geheel
overboord moet werpen. De Kat
wijkers wilden ook kaken, maar het
duurde tot de Franse tijd voor het
zover was en zij de zo vurig ver
langde toestemming kregen. Toch
was het kaken reeds lange tijd
daarvoor uitgevonden. De geschiede
nisboekjes schrijven 1384, maar dat
jaartal moet onjuist zijn.
of omstreeks 1661 vervaardigde
schildering op een glasraam in de kerk
vliet, waarbij Willem Beukelsz
wordt voorgesteld zittende op een omge
keerde mand en gekleed in visserskledij,
vermeldt als zijn sterfjaar weliswaar
1397. maar vrijwel zeker is 1347 bedoeld,
waarmee het jaartal van de uitvinding
1384 dus tot de onmogelijkheden gaat be-
TAAT DE GESCHIEDKUNDIGE gegevens
over Willem Beukelsz zo uiterst
schaars zijn is te verklaren uit het feit,
dat in die tijd de pestziekte of de zoge
naamde „Zwarte Dood" deze aireken vaak
teisterde en in enkele jaren de helft der
bevolking ten grave sleepte, waardoor de
boeken niet werden bijgehouden of ver
loren zijn geraakt.
EL STAAT VAST, dat Willem
Beukelsz. niet die eenvoudige
W
visser of stuurman is geweest, waar
van onze vaderlandse geschiedenis
boekjes gewagen, maar een man van
aanzien, hetgeen blijkt uit zijn lid
maatschap der stedelijke regering.
Zelfs moet hij in 1312 burgemeester
of schepen der stad geweest zijn.
In 1308 schonk Elisabeth Boekels of Beu-
kels. de moeder van Willem Beukelsz zes
tig gulden voor de door haar ter ere van
Maria gestichte kapel. Later wijst Willem
Beukelsz een kapelaan aan om hier ge
regeld <ïe bidden Zijn zuster wordt in
oude stukken „jonkvrouw Adelisse" ge
noemd. Ook daaruit blijkt wel. dat Willem
Beukelsz geen eenvoudige visser is ge-
•eest, doch een man van aanzien in het
ude Biervliet, dat in de middeleeuwen
sn welvarende en alom bekende haven-
ad was en in 1183 van graaf Philips van
den Elzas stadsrechten kreeg, alsmede
vrijdom van tollen door geheel zijn gebied.
OVERIGENS, zo goed als er een
Laurens Jansz. Coster-vraagstuk
bestaat over de uitvinding van de
boekdrukkunst, is er ook een Wil
lem Beukelsz-vraagstuk over de uit
vinding van het haringkaken. Vooral
in de negentiende eeuw is er om zijn
historisch bestaan en de hem toe
geschreven uitvinding van het
haringkaken onder de geleerden
strijd geleverd.
Dat Willem Beukelsz de kunst van het
inzouten der hairing zou hebben uitgevon
den, is stellig niet het geval geweest, want
in een omstreeks 1255 uitgegeven werk,
dat geschreven werd in de Abdij van St.
Berbus te St. Omer en dat zich thans in
de boekerij der Gentse Academie bevindt,
wordt deze behandeling reeds uitvoerig
beschreven. Duidelijk blijkt daaruit, dat
men op de Westkust van Europa Frank
rijk, België. Nederland en Scandinavië
in de eerste helft van de twaalfde eeuw
ter haringvangst uitvoer en de gevangen
vis inzoutte.
Verder leveren de door Philips van den
Elzas in 1163 aan Nieuwpoort geschonken
keuren nog een bewijs, dat in Vlaanderen
de haringvangst, reeds lang voor dit jaar
werd uitgeoefend en het inzouten der ha
ring werd toegepast. Ook in het archief te
Sluis, waar zich het Reglement van tol
en navigatie op het Zwin bevindt, is dit
te controleren.
O KWAM in het begin van de
vorige eeuw 'n Frans geleerde,
Noël geheten, ertoe te beweren, dat
Willem Beukelsz niet de uitvinder
van 't haringkakenis geweest en
zelfs beweerde de Fransman, dat de
Hollanders de plaats, noch het jaar
van zijn geboorte kenden. Hoewel
vooral deze laatste uitlating heftige
bestrijding heeft gevonden, is toch
wel komen vast te staan, dat aan
gaande de plaats en het jaar van
Willem Beukelsz.' geboorte niets
vaststaat.
Dat wil echter ook weer niet zeggen,
dat deze Willem Beukelsz in het rijk der
verbeelding thuis zou horen. Latere on
derzoekingen hebben ons in staat gesteld
een vrij nauwkeurig beeld van zijn per
soon en zijn uitvinding tc vormen. Mr.
J. Egberts Risseeuw heeft in 1859 in zijn
.Bijdrage tot de Oudheidkunde van
Zeeuwsch-Vlaanderen" op grond van door
hem verzamelde gegevens de waarheid
vermoedelijk het dichtst benaderd door te
beweren, dat Willem Beukelsz de haring
op een bijzondere manier kaakte, waar
door zij aanmerkelijk langer dan weleer,
aan bederving weerstand kon bieden.
voor Katwijks vloot en Katwijks vissers.
De bommen waarmee werd gevist, werden
buizen. En die buizen werden tol loggeis
en tot trawHoggers en trawlers.
Met die ontwikkeling hield de tra
ditie stand. Nog altijd gaat de denne-
boom in de voormast, wanneer een
van de opvarenden in het huwelijk
treedt. En nog altijd spreekt de
schipper de woorden „De Heere
voorziet het", wanneer de vleet
te water gaat. En ook zijn er nog al
tijd opvarenden van de Katwijkse
vloot, die uitnemend kunnen rijmen.
Het geloof aan rijmen uit vroeger
jaren speelde zelfs een grote rol. En
de humor ontbrak daarbij niet:
Of. wat ee
schreef
„Op hope
Gelukkig is de r
deze schuit
[gebouwd
die zich aan God
[vertrouwt
En zich tot varen voegt
En doet zijn werk met vlijt
Wees altijd vergenoegd
Ook i
ichrale
Nylonvleet vervangt
vleet van garen
De van gewone garens vervaar
digde vleet gaat het langzamerhand
verliezen van de vleet, die van nylon-
garen is gemaakt. Veel loggers zullen
de nylonnetten volgende week mee
naar zee nemen. Over de resultaten
met deze netten is men niet ontevre
den. Het nylongaren is ontzaglijk
sterk. De Russen en Polen vissen
vrijwel uitsluitend met een haring
vleet van nylon.