geloofsbelijdenis
GEESTELIJK
LEVEN.
de jongste telg van de familie der evangelisatiebladen
HILLEGONDSKERK:
MIE
9
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 9 MEI 1959
Bidden om het beloofde
Moederdag Is dit jaar een gebedsdag. De kerk heeft
wel vorige week op 3 mei haar leden opgeroepen
tot gebed en inkeer, maar liturgisch gezien is de
tiende mei veel meer een dag van gebed, omdat
hij valt tussen Hemelvaart en Pinksteren. Christus
immers gaf zijn discipelen opdracht om in Jeruza
lem biddend te wachten op de belofte van God
De Heiland plaatst hier twee merkwaardige dingen in
eikaars verlengde. Naar ons menselijk inzicht zou de
een de andere eigenlijk moeten wegschrappen. Waar
gebeden wordt, leeft men niet uit de belofte; waar
God Zijn belofte geeft is het gebed niet meer nodig.
Maar God zegt, dat de discipelen moeten gaan bidden
om het beloofde en nog wel tien dagen lang. De be
lofte sluit dus het gebed niet uit. maar moet het
gebed activeren. De belofte spreekt van Gods
Geen concurrent,
maar een assistent
geven; het gebed
ontvangen. Pas als die twee verlangens el- drje duizend bi
kaar vinden worden Gods beloften werkelijkheid.
Het gebed maakt Gods belofte zichtbaar. Bidden is
daarom niet in het wilde weg vragen, maar ons
uitstrekken naar wat God voor ons heeft. Als het
dat niet is, bereikt ons gebed God niet.
„Onderweg", de jongste telg van de familie der evangelisatiebladen, groeit
voorspoedig. Sinds het begin in september van het vorig jaar zijn er nu 15
nummers verschenen en is de oplage gestegen tot 20.000. Vergeleken bij de
oplage van de grote zusters „De Elizabethbode", en „De Open Deur" is zij
uus vei misschien nog wat aan de lage kant, maar voor een Nederlands blad is deze
verlangen oplage toch al behoorlijk. Heel wat nieuwe bladen moeten worstelen om de
Niet eenvoudia evangelisatiecommissies. In
eenvuwuiy sterdam-Zuid probeert ds.
Gebed in laboratorium
Nog maar een aantal jaren geleden zei onze ma
terialistische wereld: „Bidden heeft geen zin Je
moet jezelf kunnen helpen". Die zin schijnt voorgoed
uit onze taal Verdwenen te zijn. Tegenwoordig is
het onwetenschappelijk om niet te bidden.
In Amerika natuurlijk weer daar. maar het had
ook in Nederland kunnen zijn heeft men gepro
beerd de waarde van het gebed wetenschappelijk te
bepalen. Een presbyteriaan, een man van calvinis-
tischen huize dus, heeft een bord met zand gevuld,
het in twee delen gedeeld, aan iedere kant 23
maïskorrels geplant en is acht dagen lang voor een
van de beide kanten gaan bidden. Het resultaat?
Zestien loten aan de kant waarvoor gebeden werd
en maar één aan de andere kant. Toen is de „ge
leerde" acht dagen lang negatief gaan bidden tegen
het ene plantje, dat was opgekomen en het gevolg
was dat het niet meer groeide. Na 700 soortgelijke
proeven schrijft prof. Loehr (spreek uit leur"): „Ons
onderzoek heeft uitgewezen., dat het gebed de snel-,
heid waarmee het zaad ontkiemt en de plant zich
ontwikkelt kan beïnvloeden. Dit bewijst twee dingen:
1 dat het gebed een feit is en: 2. dat wetenschappelijk
laboratoriumonderzoek ook op godsdienstig gebied
j« Te groot voor de reageerbuis
0 We zullen de geleerde evenwel toch moeten te - „Loehr"
- stellen. Als wij de bijbel goed begrepen hebben.
heeft de professor helemaal niet gebeden. Hij heeft
n J 1 alleen maar negatief of positief gedacht. Misschien,
dat onze gedachte werkelijk de plantengroei kan be-
vorderen, maar bidden was dit niet. Bidden is spre-
n ken met onze hemelse Vader en Hij is te groot
om door ons in een reageerbuisje gestopt te worden.
'3 Het bidden van Loehr is even materialistisch als het
niet bidden van onze vorige generatie. Toen meende
neent men het nog.
het psychische ele-
We zijn naar de Rot
terdamse evangelisatie-
predikant dr. K. J.
Kraan gegaan om eens
een gesprekje met hern
over zijn troetelkind
te hebben en toen we
eenmaal in een stoel
zaten en we er niet al
te gemakkelijk weer uit
gesleurd konden worden,
hebben we hem op de
man af gevraagd, waar
om er een nieuw blad
moest komen.
Zijn er niet voldoende
evangelisatiebladen? Al
leen al uit gereformeerde
r te bereiken.
kokers verschijnen „De
Elizabethbode" en „De
Goede Tijding", de her
vormden hebben hun
blad „De Open Deur",
de baptisten „De Zaaier"
en de christelijke ge
reformeerden geven ook
een eigen blad uit. Is
er plaats naast deze
bladen?
Dr. Kraan meent van
wel. Hij ziet zijn nieuwe
blad „Onderweg" niet
als een concurrent, maar
als een aanvulling op de
bestaande bladen. In de
loop der jaren hebben
alles zelf te kunnen;
We schakelen nu alleen
bij het stoffelijke. Het niet bidden richtte
Loehr ls ook bezig met de
zich op deze wereld,
dingen van deze wereld.
Ik kan positief denken over de gebakken biefstuk, die
mijn vrouw op tafel brengt, maar als ik verder
geen woord tegen haar zeg, komt er beslist herrie,
en als er herrie is smaakt zelfs de positiefste bief
stuk niet meer.
Bidden is meer dan positief denken, meer zelfs dan
positief denken over de grote daden Gods; bidden
is gemeenschap hebben met God, ons uitstrekken
naar wat Hij ons wil geven. Bidden is verlangen naar
Gods belofte en dat verlangen aan God vertellen.
Dan wordt de belofte werkelijkheid.
deze een eigen stijl ge
kregen waardoor ieder
een eigen lezerskring be
reikt. Volgens dr. Kraan
bleef er echter behoefte
aan een blad dat spe
ciaal was afgestemd op
de grote-stadsmens. Het
moest een blad zijn, dat
met alleen gelezen zou
worden door de rand-
kerkelijken, maar dat
ook de mensen buiten
de kerken zou weten te
boeien, of althans hun
aandacht een ogenblik
zou vangen.
Anders
Zo hebben de redacteuren (naast
dr Kraan o.a. ds. E. Pijlman, dr.
S. M. van Minnen, ds S. H. Baas.
ds. Jac. Jonker
n te
ichakelen bij het evangelisatie
werk. Hij is van mening dat ieder
gemeentelid wel kan zorgen voor
óm een contact per jaar. Daartoe
zyn geeft hij hun het blad in handen
- en om het als een soort contactsleu-
aan teltje te gebruiken. In andere
vor_ plaatsen wordt het echter gewoon
vnii huis aan huis verspreid of aan be
paalde adressen, die de commis
sies in de loop der jaren gekre
gen hebben.
Het nieuwe" blad heeft naast het
feit dat het anders dan de ande
re bladen is nog één sterke troef
in handen om snel verder te
groeien. Het kan werken met be
paalde streek- en stadsedities. Er
is een wisselpagina en plaatselij
ke comité's die minstens 2.000
nummers willen afnemen kunnen
op die pagina hun eigen berich
ten laten afdrukken. Op het ogen-
rie editi
aarzelend begonnen zijn met de spoedig een aantal bij zullen ko-
verspreiding, maar die ontdekt mer)i omdat er ook interesse is
heooen, dat het blad inderdaad
mensen aanspreekt, die met de van de kant van bepaalde evan-
bestaande bladen niet bereikt gelisatiegroepen dii
probeert
Zijn opgave is geen eenvoudige. Jonker de gehele gemeente
De moderne kunst schildert niet.
maar geeft slechts aan. Sinds de
cameralens de plaats van het
schildersoog heeft ingenomen
de buitenkant weer te geven,
de schilder- en tekenkunst mee:
meer aandacht gaan schenken aan
wat verborgen ligt onder de vor
men van de buitenkant. Men zou
het haast zo kunnen omschrijven
dat de hedendaagse kunst een
kreet uit in plaats van een bood
schap doorgeeft. Voor velen is het
dan ook de vraag, of deze kunst
dienstbaar gemaakt kan worden
aan het evangelie, dat niet in een
paar woorden of „kreten" gevan
gen kan worden.
Het is dan ook geen wonder,
dat niet iedereen in de kerk het
niepwe blad in zijn vormgeving
even sterk waardeert. Het blijkt
echter dat het toch een eigen le-
werden.
Experimenteel
Ebbing) een poging ondernomen wil niet zeggen dat de redacteu-
blad te stichten, dat
ders zou zijn. Dit blijkt reeds uit
de opmaak, die geheel afwijkt van
het traditionele en door de illus
traties veel meer het karakter
'krijgt van het experimentele. Het
blad heeft alleen al door zijn op
maak iets avant-gardistisch ge
kregen. Het zijn geen zorgvuldig
getekende plaatjes, maar vluggt
schetsen die het oog vangen
soms boeien, en die steeds iets
van de kerninhoud van het arti
kel willen weergeven.
In deze zes maanden niets
g>eleerd hebben. Het karakter ls
In de loop van de eerste zes
maanden toch wei enigszins ver
anderd. Vooral in het begin werd
geprobeerd om te laten zien hoe
het leven kan doordringen in alle
facetten van het dagelijks leven.
stad of een wijk werken maar
onder een bepaalde bevolkings
groep, zoals zieken, gevangenen,
intellectuelen, rooms-katholieken
enz. Ook voor deze groepen zou
desgewenst een aparte editie kun
nen verschijnen.
Kerkelijke stichting?
bijzonder gebouw
Om dit te bereiken hebben de
redacteuren de hulp ingeroepen
van iemand, die het reclamete-
kenvak door en door kent, maar
tevens het evangelie heeft be
leefd. Zij menen dan ook in de
Amsterdamse gereformeerde
ouderling Bert Bouman een man
gevonden te hebben die ook
al slaagt hij niet in iedere teke
ning de moderne teken- en
Iay-out-kun6t dienstbaar wil ma
ken aan het evangelie.
De redacteuren wilden niet alleen
maar een aantal stichtelijke stuk
jes schrijven,
opnemen die aan de buitenkai
nauwelijks geestelijk lijken.
bleek niet een-
zenlijken te zijn.
het blad,
Het blad wordt uitgegeven door
„Lectuurarbeid", een stichting,
zonder winstgevend doel. Dr.
Kraan hoopt echter dat zij spoe
dig een kerkelijke stichting zal
kunnen, worden en dat dan niet
rtikelen langer een aantal evangelisatie
predikanten de verantwoordelijk
heid voor de uitgave en de in
houd zullen dragen, maar dat de
kerk als geheel zich het blad (en
misschien andere bladen ook) ter
voudig te ve
De omvang
niet al te groot is, legde beperkin- harte zal nemen. Hoe dit in de
Se» op en het «eek dat het lang kerkelljke verhoudingen zoals die
Op zoek naar 'n nieuwe
gemakkelijk is om ieder fa
eet van het leven zo in kort be
stek te behandelen dat de lezers
onmiddellijk aanvoelen dat God
ook op dat terrein van het leven
iets te zeggen heeft.
Het gevolg is dat het blad in
de loop der weken dan ook meer
aandacht is gaan schenken aan
de verkondiging van het evange
lie zelf. Wanneer het blad het
aantal pagina's evenwel verder
zal kunnen uitbreiden zal het aan
tal onderwerpen toenemen. De
eerste visie wordt gehandhaafd,
die nog niet
de Gereformeerde Kerken op
het ogenblik liggen zal moeten ge
schieden ziet ook dr. Kraan nog
niet duidelijk, maar het is zifn
intense wens dat er spoedig een
oplossing zal worden gevonden.
„Onderweg" gaat zijn eigen weg
en het ziet er naar uit dat het
niet, zoals wel eens zachtjes werd
gefluisterd, zal vastlopen. Van
krantenpapier is het overgestapt
veel betere papiersoort,
Uit architestonisch, maar
vooral uit geschiedkundig oog
punt is de Hillegersbergse Hil-
legondakerk een bijzonder ge
bouw. Eeuwenoud is deze half
achter hoge populieren verscho
len kerk en eeuwenoud is de
heuvel, waarop zij is gebouwd.
Omtrent deze heuvel doet een
sage de ronde. Het verhaal wil,
dat de reuzin Hillegonda op een
wandeling aan het schrikken
werd gebracht, waardoor het
zand, dat zij in haar boezelaar
droeg, op een hoop viel. De op
die manier gevormde heuvel
werd naar Hillegonda genoemd.
Volgens geleerden echter is de
waarheid omtrent deze „Hil-
degondsberg" een heel eenvou
dige: het oudste deel van Hil-
legersberg ligt op een diluviale
zandheuvel, dus op grond, die
vóór het historische tijdperk
zou zijn gevormd.
Het is moeilijk na te gaan wan
neer de eerste Hillegondakerk
precies is gebouwd, maar het
moet lang geleden zijn, want
reeds in 1028 was er sprake van
de Rotta-kerk, die dezelfde moet
zijn geweest als de Hillegonda
kerk, althans op de zelfde plaats
stond. Vele malen is de kerk
bedreigd. Zij viel ten slachtof
fer aan de Hoekse en Kabel
jauwse twisten, maar werd la
ter weer opgebouwd. Ernstige
schade kreeg zij ook in de her
vormingstijd.
De kern van de kerk bleef in de
loop der jaren ongerept. Het was
omstreeks 1940, dat Hillegers-
berg werd opgeschrikt doordat
uit het dak van de Hillegonda
kerk stukken totaal verteerd
hout naar beneden kwamen. De
op twee pilaren rustende kap
was bijna geheel verteerd, de
muren vertoonden grote scheu
ren en wat het ergste was
de draagmuren bleken geen fun
dering te hebben.
Hillegersbergs bevolking en Mo
numentenzorg stonden toen op de
bres voor de kerk, hetgeen leid
de tot een grondige restauratie,
die in 1942 werd voltooid. En
zoals de Hillegondakerk nu al
weer jaren lang op haar heuvel
ligt, versterkt en verjongd,
maar herinneringen oproepend
aan een belangrijk verleden, be
hoort zij stellig tot de schoon-^
ste overblijfselen van de Neder
landse kerkarchitectuur.
Deze zomer zullen niet alleen
de Hervormde, Gereformeerde.
Christelijk Gereformeerde Ker- Amerikaanse kerk poost oud
ken en de Gereformeerde Ge-
meenten een Generale Synode geloof in moderne taal te vatten
houden, maar ook een nieuw
Congregationalistische Kerken
en de Evangelical and Reformed een combinatie van caivinlsme en tellen hoe de
Church hebben daar een fusie lutheranisme en daartoe is nu het het theologisch jargon verstaat.
aangegaan en de Verenigde Engelse congregationalisme ge-
Kerk van Christus gevormd. De voegd.
synode die in 1957 de fusie In een artikel in het blad
aanvaardde, nam het besluit ..Christian Century" schrijft de
een commissie te benoemen, die Amerikaan dr. Roger L. Shinn
ondernemen dat eommiseie opdracht kreeg
het geloof van de bijbel dat
Weinig
Studie
De oude belijdenissen zeggen
merkwaardig weinig over het
christelijk leven, in ieder geval
veel minder dan de bijbel zegt.
Dit kwam waarschijnlijk, omdat blad'een wat zakelijker
in de kerkbank de belijdenissen uit conflictsltua- der zoetelijk idee geven. Zij willen
ties zijn geboren en zich schrap
zetten tegen bepaalde ketterijen.
opzicht te verwezenlijken. Het doel het heeft een eigen formaat ge-
echter blijft in ieder nummer dat vonden en zal ook in de bood-
het evangelie in de taal va
daag wordt overgezet, waai
veel mogelijk het gebruik
paalde "binnen de kerken De- zerskring voor zi<
leende en traditionele termen geen concurrent
wordt vermeden.
tent zal zijn van
Advertenties den.
Een hele discussie werd ontke
tend door het feit dat het blad
advertenties opneemt. Lang niet
iedereen was het daarmee eens.
Men voelde het aan als iets dat
niet paste in de geestelijke sfeer
van een evangelisatieblad De re
dacteuren hebben echter tóch
doorgezet, omdat advertenties het
bij de massajeugd
«»- Wijsheid der kinderen
een poging
een nieuwe geloofsbelijdenis te
formuleren. Het rapport i
schenen en in juli zal de synode
moeten beslissen.
wordt uitgedrukt in de oude
nische belijdenissen in woorden
vandaag uit te drukken en
dat de nieuwe geloofsbelijdenis
meer een getuigenis van dan een
In deze Verenigde Kerk vloeien maatstaf voor het geloof moest
drie reformatorische stromingen Zijn_ Niet slechts theologen heb-
samen. De Evangelical and Re- ben aan dit werk deelgenomen
formed Church vormden reeds maar ook leken, die moesten ver-
Proeve van een geloofsbelijdenis
in de taal van vandaag
Wij geloven in God, de Eeuwige Geest, Vader van onze
Here Jezus Christus en onze Vader, van Wiens daden wij
blijmoedig getuigen:
Hij roept de werelden tot werkelijkheid
schept de mens naar Zijn eigen beeld
en stelt voor hem de wegen van leven en dood.
Hij zoekt in Zijn heilige liefde Zijn volk te redden van
doelloosheid en zonde.
Hij richt mensen en volkeren naar Zijn rechtvaardige wil
die geopenbaard werd door profeten en apostelen.
In Jezus Christus, de mens van Nazareth, onze gekruisigde
en opgestane Heer.
komt Hij tot ons,
neemt deel aan ons lot,
overwint zonde en dood
en verzoent de wereld met Zichzelf.
Hij geeft ons Zijn Heilige Geest
schept en vernieuwt de kerk van Jezus Christus,
verenigt in Zijn verbond gelovige mensen van alle tijden,
tongen en rassen.
Hij roept ons tot Zijn Kerk
om de prijs en de blijdschap van discipelschap te aan
vaarden
om zijn dienstknechten te zijn in dienst aan de mensheid
om het evangelie te verkondigen in geheel de wereld en
de machten van het kwaad te weerstaan,
om in de doop van Christus te delen en aan Zijn tafel
te eten,
om Hem te volgen in Zijn liefde en overwinning
Hij belooft allen die in Hem geloven
vergeving van zonde en volheid van genade,
moed 'in de strijd voor gerechtigheid en vrede,
Zijn aanwezigheid in beproeving en blijdschap
en het eeuwige leven in Zijn koninkrijk dat geen einde
heeft.
Hem zij zegen en eer, heerlijkheid en kracht! Amen.
De commissie heeft
ge studie gemaakt v:
geloofsbelijdenissen
hedendaagse getuigenissen. Toch
is de nieuwe belijdenis totaal an
ders dan de oudere. Waarschijn
lijk is dit een gevolg van het feit
dat de nieuwe belijdenis niet de
plaats van de oude belijdenissen
zal innemen, maar naast hen zal
staan. Op geen enkele manier is
geprobeerd om de oude belijdenis
sen in de taal van onze tijd te ver
talen omdat men algemeen van
mening was dat dat onmogelijk
De meeste oude belijdenissen
volgen een drievoudig schema met
artikelen over Vader, Zoon en Hei
lige Geest. De commissie heeft
echter geprobeerd om verder in
de geschiedénis terug te gaan naar
de vorm van de eerste belijdenis-
In onze tijd vecht de kerk ech
ter volgens dr. Shinn niet in
de eerste plaats tegen Arianisme
niet, dat het in toga door het le
ven gaat, maar dat het er uitziet
als ieder ander blad.
Er waren mensen, die meenden
dat het blad niet vroom genoeg
Deze aanklacht voelden de
MAN en VROUW f
Man en Vrouw voor en in het
huwelijk, een boek over het -3
sexuele leven voor gehuwden en
verloofden, door prof. dr. A. C. 1*
Drogendijk, hoogleraar in de -fr
medische faculteit van de Vrije
Universiteit. Uitgave van J. H.
Kok N.V. Kampen.
Het feit, dat dit boek thans in 5
docetisme. Al zijn er verbor- stichters eigenlijk alleen
gen intellectuele ketterijen, toch
strijd veeleer tegen de dat het geen blad
compliment. Hieruit bleek, wel
als de zevende druk verschijnt, wijst
verleiding van het nationalisme,
rassenvergoding en de jacht naar
rijkdom en comfort. Juist deze
aspecten wil de commissie sterk
in haar belijdenis belichten.
Het is lang niet zeker dat de
ze proeve wordt aangenomen.
Het rapport is vrijgegeven
voor de leden van de kerken
om er vrijuit over te spreken
en te schrijven. De Synode kan
straks deze belijdenis aanne
men, veranderen of verwer
pen hoe het ook zij, het is
een interessante poging om in
de taal van vandaag de bood
schap
Niet in de wielen
Dat het de andere bladen niet
ln de wielen wil rijden blijkt óok
wel uit de verschijningsdatum.
Evenals het blad „De open Deur"
verschijnt „Onderweg"
behoef
te vervult. De schrijver behan
delt het onderwerp nuchter, uit
voerig en principieel. Wat men
weten moet geeft hij. Wat men
niet behoeft te weten, wat in het
gezonde huwelijksleven niet past,
bespreekt de schrijver wel, maar
op- zulk een wijze, dat. hij de le
zer niet wegwijs maakt, in het
geen hij niet oirbaar en schade-
twee weken. Om nu te voorko- lijk acht. Hij wijst de weg, die
men dat het tegelijkertijd met men gaan moet, hij wijst aan
„De Open Deur" in een brieven- welke weg men kiezen moet en
bus wordt gedeponeerd is beslo- welke weg men niet moet in-
ten, dat het in de tussenliggende slaan, zonder die verkeerde weg
En soms vragen mensen me dan nog of we er niet de moed
bij verliezen; of het allemaal niet naargeestig en teleurstel
lend is, ploegen op rotsen en zwoegen in het wilde weg. De
een vraagt het met bedachtzame, bijna bijbelse woorden en
de ander doet het met 'n zekere rauwheid, waarachter zich
verlegenheid verbergt en weer 'n ander met psychologische
inzichten bezigt de vaktaal die ik langzamerhand óók wel ben
gaan kennen, maar die ik altijd in deze stukjes probeer te
vermijden omdat die zo boeken-achtig klinkt, en ons leven
per se geen wetenschappelijke pretenties mag hebben. Maar
vragen doen ze het op hun beurt allemaal.
Ja, wat zal ik daarop antwoor
den? Ik mag me niet groter hou
den dan ik ben. En soms zijn
we met ons allen verschrikkelijk
moe, en aan vakantie toe, en
afgedraaid. Maar weet u, zo lang
u me het pleizier doet om dan
maar altijd weer te lezen over onze ervaringen, en vooral wan
neer u ons plezier nog vele malen groter maakt en ons zo nu
en dan wat geld of wat anders stuurt (al moet ik zeggen dat
het verschrikkelijk lang geleden is dat ik via het bureau van
ons blad zoals je dat noemt, bedragen van belang heb mogen
incasseren!) wel, dan zal het allemaal nog best loslopen. Doch
daarenboven, laat niemand dat vergeten heb je juist in
ons werk altijd weer ervaringen, die je er met 'n zwaai weer
bovenop helpen.
ZOALS van de week dat geval Jacques en Jacquelientje.
Jacques en Jacquelientje zijn kleuters. Verder zijn ze in de
verste verte geen familie van elkaar, en hun namen zijn niet
op dezelfde voorvader terug te voeren. Vermoedelijk danken
Uit de
VOLKSWIJK
lijk dan!
of ander wonderlijk 1
zijn bijkans even oud speelde
weken zal uitkomen.
Het blad wordt hoofdzakelijk
God te beschrijven, verspreid door gereformeerde
4C&IC
PSAI.MHF.RIJMIIVG
Ds. M. C. W. Wegeling uit Brussel over het „dit
terspsalter."
Om welke mysterieuze reden vinden wy liet prach
dat de Christen-neger zijn geloof, zijn geloofsvreui
en verwachting in zyn spirituals uitzingt in i
eigen taal en in zyn eigen beeldspraak, maar ach
wij het beslist noodzakelijk aan onze eigen gemee
liederen voor te leggen en op te leggen, waan
de beeldspraak haar volkomen vreemd is? Wie of
dwingt ons bier eigenlijk toe? De samenwerking r
de Gereformeerden? Maar die beginnen immers
jaar tot jaar meer te verlangen naar het Nieuw-l
tamentische lied?
DE KOP VAN DE WEEK
Christus als nozem
Het was echter geen originele vondst van ds. Over-
duin. maar een tekening gemaakt door een jongen
uit de „Stichting Hoenderlo" die wilde uitbeelden,
hoe hy Christus zag. Ds. Overduin schrijft dan:
Ik ben diep geschrokken. U ook? Maar waarvan is
u geschrokken? van die jongen, die zo gods-lasterlijk
tekende of van uzelf, die tot nu toe
God exploiteerde en bond aan de
fatsoenlijken? Ik ben van mezelf g<
dat ik ineens zag, hoe diep de f;
schuilt: Jezus Christus het monopolie
ve kerkmensen, onzer een.
WIST KAJ MUNK ER «EEN RAAD MEE?
Ds. D. Ypma in het Evangelisch Luthere Week
blad:
In mijn boekenkast staan enkel de prekenbundels
van kaj Munk (andere moeten van zeer goeden huize
komen, willen ze ooit een plaats daarnaast verove
ren l. Ik heb gekeken, of er ook een preek over
hemelvaartsdag in stond. Wel een op die dag. maar
handelend over de Emmaüsgangers. Zou Munk er
geen raad mee geweten hebben?
Ds. G. N. Lammens na een triest verhaal over
een J.V. die van ping-pong en biljarten aan el
kaar hing:
zelf te wijzen. Uitvoerig gaat hij
in op de noden. Hierbij onthoudt
hij zich van al te algemene, al
te positieve uitspraken, doch wijst
op het eigen karakter van elk ge
val, op de noodzaak om zelf voor
Gods aangezicht te beslissen, op
de noodzaak om ook in dit op
zicht in het geloof te handelen.
Uitvoerig wordt in het boek inge
gaan op de verschillende stromin
gen, op nieuwe verschijnselen en
methoden. Het besluit stelt het ge
hele voorgaande in geestelijk licht,
en de laatste regels herinneren
aan het grote gebod van Christus'
en Paulus' vermaning over de lief
de.
Liturgisch
centrum
Wy hebben geen enkel bezwaar tegen ping-pong,
modeshow en al dergelijke vermakelijkheden. Maar
dit heeft niets en dan ook helemaal niets m
formeerd jeugdwerk te maken! Het doel van o
is, dat wy kringen van jonge christenen
die zich bezig houden met hun goddelijke roeping
en de verantwoordelijkheid, die zij als christenen
hebben. Daarom zeggen we tot een dergelijke ver- W"rop een ™d,Je PromP«
eniging: „Verander zo spoedig mogelijk je gedrag onschuld repliceerde: „De kachel,
en als je dat niet wilt, verander dan je naam!" dominee".
In „Hervormd Noord-Holland" ver
telt een predikant: Enige jaren ge-
leden vroeg ik eens aan myn cate-
werk chisanten: „Nu jongens en meisjes,
■men. wat staat er nu in het middelpunt van
dienst in onze dorpskerk?".
hun gelijkluidende i
valletje. Misschien
er in de dagen van hun geboorte wel een bijzonder opvallen
de film met een held of heldin die zo heette. Of bracht de
televisie een programma waar die naam een rol in speelde.
Wanneer het mensdom verleert om steevast alle opa's en
opoe's te vernoemen, en daar is dat mensdom hard mee be-
zig, dan krijg je natuurlijk allemaal nieuwe namen te horen,
waar geen touw aan vast te maken valt. Dat is misschien
wat zielig voor de dragers daarvan, want het geeft altijd nog
een trotser gevoel om de drager te zijn van een eens luister
rijke naam, dan van een totaal onbekende dito, maar daar
hebben ouders en kinderen vooralsnog geen last van. Alleen
wij, terzijde staande, kunnen ons afvragen of het geen verlies
betekent als we het appèl, dat in een overgeleverde voornaam
zit, kwijt raken. Maar dat is allemaal tot daar aan toe. Het
gaat nu over Jacques en Jacquelientje.
TVTU IS daar met dat ventje wat aan de hand. Wat weet ik niet,
-LA want ik bemoei me in de regel niet met kleuters. Het is
mijn branche niet, zogezegd. Maar ieder van ons weet dat dit
kereltje bijzonder uitmunt in het venijnig bijten van zijn me-
dekleuters, en zo mogelijk ook van anderen, die 'm zijns in-
ziens te na komen. Er zijn zelfs perioden geweest, waarin
we bijna aannamen dat Jacques zich louter en alleen voedde i
met stukken arm en been van z'n directe omgeving. Maar
de laatste maanden is hij stukken opgeknapt: hij heeft een
zekere zelfbeheersing gekregen en nu bijt hij nog maar pe-
riodiek, al ligt deze periodiciteit vrij hoog.
T~)E MEESTE kinderen vrezen Jacques daarom. Precies op de-
zelfde manier als de natiën elkaar vrezen vanwege straal-
jagers met atoombommen. Ook precies op dezelfde manier
waarop onze vaderlandse partijen zo'n beetje wantrouwig om i
elkaar heendraaien, als het op kabinetsformaties aankomt, al
zijn hun wapenen dan slechts woorden, maar daar kunnen ook
scherpe puntjes aan zitten! Doch wie voor Jacques bang is. I
of niet Jacquelientje in géén geval. Want haar tandjes zijn
spits aLs pas-geslepen dolkjes, en, zo de nood aan de vrouw
komt, ze wéét ze te gebruiken ook. We vermoeden eigenlijk 2
zelfs dat Jacques zich heeft ingetoomd, sinds hij aan den lij- J
door Jacquelientje
heeft, hoe zeer het doet als r
je bijt.
Maar van de week dan beluisterde één onzer, hoe Jacque
lientje zich peinzend tot Jacques wendde en deze verrukkelij
ke woorden sprak: „Zullen we vandaag niet bijten, zeg? Zul
len we prettig samen gaan spelen?" En deze uitspraak stelt
me in staat weer blijmoedig voort te gaan. Ik vind het een
voorbeeldige uitspraak. Voor alle volkeren, partijen, kerken en
enkelingen navolgenswaardig. En dus houden we het rustig vol.
MIEBEL