geloofsbelijdenis GEESTELIJK LEVEN. de jongste telg van de familie der evangelisatiebladen HILLEGONDSKERK: MIE 9 ZONDAGSBLAD ZATERDAG 9 MEI 1959 Bidden om het beloofde Moederdag Is dit jaar een gebedsdag. De kerk heeft wel vorige week op 3 mei haar leden opgeroepen tot gebed en inkeer, maar liturgisch gezien is de tiende mei veel meer een dag van gebed, omdat hij valt tussen Hemelvaart en Pinksteren. Christus immers gaf zijn discipelen opdracht om in Jeruza lem biddend te wachten op de belofte van God De Heiland plaatst hier twee merkwaardige dingen in eikaars verlengde. Naar ons menselijk inzicht zou de een de andere eigenlijk moeten wegschrappen. Waar gebeden wordt, leeft men niet uit de belofte; waar God Zijn belofte geeft is het gebed niet meer nodig. Maar God zegt, dat de discipelen moeten gaan bidden om het beloofde en nog wel tien dagen lang. De be lofte sluit dus het gebed niet uit. maar moet het gebed activeren. De belofte spreekt van Gods Geen concurrent, maar een assistent geven; het gebed ontvangen. Pas als die twee verlangens el- drje duizend bi kaar vinden worden Gods beloften werkelijkheid. Het gebed maakt Gods belofte zichtbaar. Bidden is daarom niet in het wilde weg vragen, maar ons uitstrekken naar wat God voor ons heeft. Als het dat niet is, bereikt ons gebed God niet. „Onderweg", de jongste telg van de familie der evangelisatiebladen, groeit voorspoedig. Sinds het begin in september van het vorig jaar zijn er nu 15 nummers verschenen en is de oplage gestegen tot 20.000. Vergeleken bij de oplage van de grote zusters „De Elizabethbode", en „De Open Deur" is zij uus vei misschien nog wat aan de lage kant, maar voor een Nederlands blad is deze verlangen oplage toch al behoorlijk. Heel wat nieuwe bladen moeten worstelen om de Niet eenvoudia evangelisatiecommissies. In eenvuwuiy sterdam-Zuid probeert ds. Gebed in laboratorium Nog maar een aantal jaren geleden zei onze ma terialistische wereld: „Bidden heeft geen zin Je moet jezelf kunnen helpen". Die zin schijnt voorgoed uit onze taal Verdwenen te zijn. Tegenwoordig is het onwetenschappelijk om niet te bidden. In Amerika natuurlijk weer daar. maar het had ook in Nederland kunnen zijn heeft men gepro beerd de waarde van het gebed wetenschappelijk te bepalen. Een presbyteriaan, een man van calvinis- tischen huize dus, heeft een bord met zand gevuld, het in twee delen gedeeld, aan iedere kant 23 maïskorrels geplant en is acht dagen lang voor een van de beide kanten gaan bidden. Het resultaat? Zestien loten aan de kant waarvoor gebeden werd en maar één aan de andere kant. Toen is de „ge leerde" acht dagen lang negatief gaan bidden tegen het ene plantje, dat was opgekomen en het gevolg was dat het niet meer groeide. Na 700 soortgelijke proeven schrijft prof. Loehr (spreek uit leur"): „Ons onderzoek heeft uitgewezen., dat het gebed de snel-, heid waarmee het zaad ontkiemt en de plant zich ontwikkelt kan beïnvloeden. Dit bewijst twee dingen: 1 dat het gebed een feit is en: 2. dat wetenschappelijk laboratoriumonderzoek ook op godsdienstig gebied j« Te groot voor de reageerbuis 0 We zullen de geleerde evenwel toch moeten te - „Loehr" - stellen. Als wij de bijbel goed begrepen hebben. heeft de professor helemaal niet gebeden. Hij heeft n J 1 alleen maar negatief of positief gedacht. Misschien, dat onze gedachte werkelijk de plantengroei kan be- vorderen, maar bidden was dit niet. Bidden is spre- n ken met onze hemelse Vader en Hij is te groot om door ons in een reageerbuisje gestopt te worden. '3 Het bidden van Loehr is even materialistisch als het niet bidden van onze vorige generatie. Toen meende neent men het nog. het psychische ele- We zijn naar de Rot terdamse evangelisatie- predikant dr. K. J. Kraan gegaan om eens een gesprekje met hern over zijn troetelkind te hebben en toen we eenmaal in een stoel zaten en we er niet al te gemakkelijk weer uit gesleurd konden worden, hebben we hem op de man af gevraagd, waar om er een nieuw blad moest komen. Zijn er niet voldoende evangelisatiebladen? Al leen al uit gereformeerde r te bereiken. kokers verschijnen „De Elizabethbode" en „De Goede Tijding", de her vormden hebben hun blad „De Open Deur", de baptisten „De Zaaier" en de christelijke ge reformeerden geven ook een eigen blad uit. Is er plaats naast deze bladen? Dr. Kraan meent van wel. Hij ziet zijn nieuwe blad „Onderweg" niet als een concurrent, maar als een aanvulling op de bestaande bladen. In de loop der jaren hebben alles zelf te kunnen; We schakelen nu alleen bij het stoffelijke. Het niet bidden richtte Loehr ls ook bezig met de zich op deze wereld, dingen van deze wereld. Ik kan positief denken over de gebakken biefstuk, die mijn vrouw op tafel brengt, maar als ik verder geen woord tegen haar zeg, komt er beslist herrie, en als er herrie is smaakt zelfs de positiefste bief stuk niet meer. Bidden is meer dan positief denken, meer zelfs dan positief denken over de grote daden Gods; bidden is gemeenschap hebben met God, ons uitstrekken naar wat Hij ons wil geven. Bidden is verlangen naar Gods belofte en dat verlangen aan God vertellen. Dan wordt de belofte werkelijkheid. deze een eigen stijl ge kregen waardoor ieder een eigen lezerskring be reikt. Volgens dr. Kraan bleef er echter behoefte aan een blad dat spe ciaal was afgestemd op de grote-stadsmens. Het moest een blad zijn, dat met alleen gelezen zou worden door de rand- kerkelijken, maar dat ook de mensen buiten de kerken zou weten te boeien, of althans hun aandacht een ogenblik zou vangen. Anders Zo hebben de redacteuren (naast dr Kraan o.a. ds. E. Pijlman, dr. S. M. van Minnen, ds S. H. Baas. ds. Jac. Jonker n te ichakelen bij het evangelisatie werk. Hij is van mening dat ieder gemeentelid wel kan zorgen voor óm een contact per jaar. Daartoe zyn geeft hij hun het blad in handen - en om het als een soort contactsleu- aan teltje te gebruiken. In andere vor_ plaatsen wordt het echter gewoon vnii huis aan huis verspreid of aan be paalde adressen, die de commis sies in de loop der jaren gekre gen hebben. Het nieuwe" blad heeft naast het feit dat het anders dan de ande re bladen is nog één sterke troef in handen om snel verder te groeien. Het kan werken met be paalde streek- en stadsedities. Er is een wisselpagina en plaatselij ke comité's die minstens 2.000 nummers willen afnemen kunnen op die pagina hun eigen berich ten laten afdrukken. Op het ogen- rie editi aarzelend begonnen zijn met de spoedig een aantal bij zullen ko- verspreiding, maar die ontdekt mer)i omdat er ook interesse is heooen, dat het blad inderdaad mensen aanspreekt, die met de van de kant van bepaalde evan- bestaande bladen niet bereikt gelisatiegroepen dii probeert Zijn opgave is geen eenvoudige. Jonker de gehele gemeente De moderne kunst schildert niet. maar geeft slechts aan. Sinds de cameralens de plaats van het schildersoog heeft ingenomen de buitenkant weer te geven, de schilder- en tekenkunst mee: meer aandacht gaan schenken aan wat verborgen ligt onder de vor men van de buitenkant. Men zou het haast zo kunnen omschrijven dat de hedendaagse kunst een kreet uit in plaats van een bood schap doorgeeft. Voor velen is het dan ook de vraag, of deze kunst dienstbaar gemaakt kan worden aan het evangelie, dat niet in een paar woorden of „kreten" gevan gen kan worden. Het is dan ook geen wonder, dat niet iedereen in de kerk het niepwe blad in zijn vormgeving even sterk waardeert. Het blijkt echter dat het toch een eigen le- werden. Experimenteel Ebbing) een poging ondernomen wil niet zeggen dat de redacteu- blad te stichten, dat ders zou zijn. Dit blijkt reeds uit de opmaak, die geheel afwijkt van het traditionele en door de illus traties veel meer het karakter 'krijgt van het experimentele. Het blad heeft alleen al door zijn op maak iets avant-gardistisch ge kregen. Het zijn geen zorgvuldig getekende plaatjes, maar vluggt schetsen die het oog vangen soms boeien, en die steeds iets van de kerninhoud van het arti kel willen weergeven. In deze zes maanden niets g>eleerd hebben. Het karakter ls In de loop van de eerste zes maanden toch wei enigszins ver anderd. Vooral in het begin werd geprobeerd om te laten zien hoe het leven kan doordringen in alle facetten van het dagelijks leven. stad of een wijk werken maar onder een bepaalde bevolkings groep, zoals zieken, gevangenen, intellectuelen, rooms-katholieken enz. Ook voor deze groepen zou desgewenst een aparte editie kun nen verschijnen. Kerkelijke stichting? bijzonder gebouw Om dit te bereiken hebben de redacteuren de hulp ingeroepen van iemand, die het reclamete- kenvak door en door kent, maar tevens het evangelie heeft be leefd. Zij menen dan ook in de Amsterdamse gereformeerde ouderling Bert Bouman een man gevonden te hebben die ook al slaagt hij niet in iedere teke ning de moderne teken- en Iay-out-kun6t dienstbaar wil ma ken aan het evangelie. De redacteuren wilden niet alleen maar een aantal stichtelijke stuk jes schrijven, opnemen die aan de buitenkai nauwelijks geestelijk lijken. bleek niet een- zenlijken te zijn. het blad, Het blad wordt uitgegeven door „Lectuurarbeid", een stichting, zonder winstgevend doel. Dr. Kraan hoopt echter dat zij spoe dig een kerkelijke stichting zal kunnen, worden en dat dan niet rtikelen langer een aantal evangelisatie predikanten de verantwoordelijk heid voor de uitgave en de in houd zullen dragen, maar dat de kerk als geheel zich het blad (en misschien andere bladen ook) ter voudig te ve De omvang niet al te groot is, legde beperkin- harte zal nemen. Hoe dit in de Se» op en het «eek dat het lang kerkelljke verhoudingen zoals die Op zoek naar 'n nieuwe gemakkelijk is om ieder fa eet van het leven zo in kort be stek te behandelen dat de lezers onmiddellijk aanvoelen dat God ook op dat terrein van het leven iets te zeggen heeft. Het gevolg is dat het blad in de loop der weken dan ook meer aandacht is gaan schenken aan de verkondiging van het evange lie zelf. Wanneer het blad het aantal pagina's evenwel verder zal kunnen uitbreiden zal het aan tal onderwerpen toenemen. De eerste visie wordt gehandhaafd, die nog niet de Gereformeerde Kerken op het ogenblik liggen zal moeten ge schieden ziet ook dr. Kraan nog niet duidelijk, maar het is zifn intense wens dat er spoedig een oplossing zal worden gevonden. „Onderweg" gaat zijn eigen weg en het ziet er naar uit dat het niet, zoals wel eens zachtjes werd gefluisterd, zal vastlopen. Van krantenpapier is het overgestapt veel betere papiersoort, Uit architestonisch, maar vooral uit geschiedkundig oog punt is de Hillegersbergse Hil- legondakerk een bijzonder ge bouw. Eeuwenoud is deze half achter hoge populieren verscho len kerk en eeuwenoud is de heuvel, waarop zij is gebouwd. Omtrent deze heuvel doet een sage de ronde. Het verhaal wil, dat de reuzin Hillegonda op een wandeling aan het schrikken werd gebracht, waardoor het zand, dat zij in haar boezelaar droeg, op een hoop viel. De op die manier gevormde heuvel werd naar Hillegonda genoemd. Volgens geleerden echter is de waarheid omtrent deze „Hil- degondsberg" een heel eenvou dige: het oudste deel van Hil- legersberg ligt op een diluviale zandheuvel, dus op grond, die vóór het historische tijdperk zou zijn gevormd. Het is moeilijk na te gaan wan neer de eerste Hillegondakerk precies is gebouwd, maar het moet lang geleden zijn, want reeds in 1028 was er sprake van de Rotta-kerk, die dezelfde moet zijn geweest als de Hillegonda kerk, althans op de zelfde plaats stond. Vele malen is de kerk bedreigd. Zij viel ten slachtof fer aan de Hoekse en Kabel jauwse twisten, maar werd la ter weer opgebouwd. Ernstige schade kreeg zij ook in de her vormingstijd. De kern van de kerk bleef in de loop der jaren ongerept. Het was omstreeks 1940, dat Hillegers- berg werd opgeschrikt doordat uit het dak van de Hillegonda kerk stukken totaal verteerd hout naar beneden kwamen. De op twee pilaren rustende kap was bijna geheel verteerd, de muren vertoonden grote scheu ren en wat het ergste was de draagmuren bleken geen fun dering te hebben. Hillegersbergs bevolking en Mo numentenzorg stonden toen op de bres voor de kerk, hetgeen leid de tot een grondige restauratie, die in 1942 werd voltooid. En zoals de Hillegondakerk nu al weer jaren lang op haar heuvel ligt, versterkt en verjongd, maar herinneringen oproepend aan een belangrijk verleden, be hoort zij stellig tot de schoon-^ ste overblijfselen van de Neder landse kerkarchitectuur. Deze zomer zullen niet alleen de Hervormde, Gereformeerde. Christelijk Gereformeerde Ker- Amerikaanse kerk poost oud ken en de Gereformeerde Ge- meenten een Generale Synode geloof in moderne taal te vatten houden, maar ook een nieuw Congregationalistische Kerken en de Evangelical and Reformed een combinatie van caivinlsme en tellen hoe de Church hebben daar een fusie lutheranisme en daartoe is nu het het theologisch jargon verstaat. aangegaan en de Verenigde Engelse congregationalisme ge- Kerk van Christus gevormd. De voegd. synode die in 1957 de fusie In een artikel in het blad aanvaardde, nam het besluit ..Christian Century" schrijft de een commissie te benoemen, die Amerikaan dr. Roger L. Shinn ondernemen dat eommiseie opdracht kreeg het geloof van de bijbel dat Weinig Studie De oude belijdenissen zeggen merkwaardig weinig over het christelijk leven, in ieder geval veel minder dan de bijbel zegt. Dit kwam waarschijnlijk, omdat blad'een wat zakelijker in de kerkbank de belijdenissen uit conflictsltua- der zoetelijk idee geven. Zij willen ties zijn geboren en zich schrap zetten tegen bepaalde ketterijen. opzicht te verwezenlijken. Het doel het heeft een eigen formaat ge- echter blijft in ieder nummer dat vonden en zal ook in de bood- het evangelie in de taal va daag wordt overgezet, waai veel mogelijk het gebruik paalde "binnen de kerken De- zerskring voor zi< leende en traditionele termen geen concurrent wordt vermeden. tent zal zijn van Advertenties den. Een hele discussie werd ontke tend door het feit dat het blad advertenties opneemt. Lang niet iedereen was het daarmee eens. Men voelde het aan als iets dat niet paste in de geestelijke sfeer van een evangelisatieblad De re dacteuren hebben echter tóch doorgezet, omdat advertenties het bij de massajeugd «»- Wijsheid der kinderen een poging een nieuwe geloofsbelijdenis te formuleren. Het rapport i schenen en in juli zal de synode moeten beslissen. wordt uitgedrukt in de oude nische belijdenissen in woorden vandaag uit te drukken en dat de nieuwe geloofsbelijdenis meer een getuigenis van dan een In deze Verenigde Kerk vloeien maatstaf voor het geloof moest drie reformatorische stromingen Zijn_ Niet slechts theologen heb- samen. De Evangelical and Re- ben aan dit werk deelgenomen formed Church vormden reeds maar ook leken, die moesten ver- Proeve van een geloofsbelijdenis in de taal van vandaag Wij geloven in God, de Eeuwige Geest, Vader van onze Here Jezus Christus en onze Vader, van Wiens daden wij blijmoedig getuigen: Hij roept de werelden tot werkelijkheid schept de mens naar Zijn eigen beeld en stelt voor hem de wegen van leven en dood. Hij zoekt in Zijn heilige liefde Zijn volk te redden van doelloosheid en zonde. Hij richt mensen en volkeren naar Zijn rechtvaardige wil die geopenbaard werd door profeten en apostelen. In Jezus Christus, de mens van Nazareth, onze gekruisigde en opgestane Heer. komt Hij tot ons, neemt deel aan ons lot, overwint zonde en dood en verzoent de wereld met Zichzelf. Hij geeft ons Zijn Heilige Geest schept en vernieuwt de kerk van Jezus Christus, verenigt in Zijn verbond gelovige mensen van alle tijden, tongen en rassen. Hij roept ons tot Zijn Kerk om de prijs en de blijdschap van discipelschap te aan vaarden om zijn dienstknechten te zijn in dienst aan de mensheid om het evangelie te verkondigen in geheel de wereld en de machten van het kwaad te weerstaan, om in de doop van Christus te delen en aan Zijn tafel te eten, om Hem te volgen in Zijn liefde en overwinning Hij belooft allen die in Hem geloven vergeving van zonde en volheid van genade, moed 'in de strijd voor gerechtigheid en vrede, Zijn aanwezigheid in beproeving en blijdschap en het eeuwige leven in Zijn koninkrijk dat geen einde heeft. Hem zij zegen en eer, heerlijkheid en kracht! Amen. De commissie heeft ge studie gemaakt v: geloofsbelijdenissen hedendaagse getuigenissen. Toch is de nieuwe belijdenis totaal an ders dan de oudere. Waarschijn lijk is dit een gevolg van het feit dat de nieuwe belijdenis niet de plaats van de oude belijdenissen zal innemen, maar naast hen zal staan. Op geen enkele manier is geprobeerd om de oude belijdenis sen in de taal van onze tijd te ver talen omdat men algemeen van mening was dat dat onmogelijk De meeste oude belijdenissen volgen een drievoudig schema met artikelen over Vader, Zoon en Hei lige Geest. De commissie heeft echter geprobeerd om verder in de geschiedénis terug te gaan naar de vorm van de eerste belijdenis- In onze tijd vecht de kerk ech ter volgens dr. Shinn niet in de eerste plaats tegen Arianisme niet, dat het in toga door het le ven gaat, maar dat het er uitziet als ieder ander blad. Er waren mensen, die meenden dat het blad niet vroom genoeg Deze aanklacht voelden de MAN en VROUW f Man en Vrouw voor en in het huwelijk, een boek over het -3 sexuele leven voor gehuwden en verloofden, door prof. dr. A. C. 1* Drogendijk, hoogleraar in de -fr medische faculteit van de Vrije Universiteit. Uitgave van J. H. Kok N.V. Kampen. Het feit, dat dit boek thans in 5 docetisme. Al zijn er verbor- stichters eigenlijk alleen gen intellectuele ketterijen, toch strijd veeleer tegen de dat het geen blad compliment. Hieruit bleek, wel als de zevende druk verschijnt, wijst verleiding van het nationalisme, rassenvergoding en de jacht naar rijkdom en comfort. Juist deze aspecten wil de commissie sterk in haar belijdenis belichten. Het is lang niet zeker dat de ze proeve wordt aangenomen. Het rapport is vrijgegeven voor de leden van de kerken om er vrijuit over te spreken en te schrijven. De Synode kan straks deze belijdenis aanne men, veranderen of verwer pen hoe het ook zij, het is een interessante poging om in de taal van vandaag de bood schap Niet in de wielen Dat het de andere bladen niet ln de wielen wil rijden blijkt óok wel uit de verschijningsdatum. Evenals het blad „De open Deur" verschijnt „Onderweg" behoef te vervult. De schrijver behan delt het onderwerp nuchter, uit voerig en principieel. Wat men weten moet geeft hij. Wat men niet behoeft te weten, wat in het gezonde huwelijksleven niet past, bespreekt de schrijver wel, maar op- zulk een wijze, dat. hij de le zer niet wegwijs maakt, in het geen hij niet oirbaar en schade- twee weken. Om nu te voorko- lijk acht. Hij wijst de weg, die men dat het tegelijkertijd met men gaan moet, hij wijst aan „De Open Deur" in een brieven- welke weg men kiezen moet en bus wordt gedeponeerd is beslo- welke weg men niet moet in- ten, dat het in de tussenliggende slaan, zonder die verkeerde weg En soms vragen mensen me dan nog of we er niet de moed bij verliezen; of het allemaal niet naargeestig en teleurstel lend is, ploegen op rotsen en zwoegen in het wilde weg. De een vraagt het met bedachtzame, bijna bijbelse woorden en de ander doet het met 'n zekere rauwheid, waarachter zich verlegenheid verbergt en weer 'n ander met psychologische inzichten bezigt de vaktaal die ik langzamerhand óók wel ben gaan kennen, maar die ik altijd in deze stukjes probeer te vermijden omdat die zo boeken-achtig klinkt, en ons leven per se geen wetenschappelijke pretenties mag hebben. Maar vragen doen ze het op hun beurt allemaal. Ja, wat zal ik daarop antwoor den? Ik mag me niet groter hou den dan ik ben. En soms zijn we met ons allen verschrikkelijk moe, en aan vakantie toe, en afgedraaid. Maar weet u, zo lang u me het pleizier doet om dan maar altijd weer te lezen over onze ervaringen, en vooral wan neer u ons plezier nog vele malen groter maakt en ons zo nu en dan wat geld of wat anders stuurt (al moet ik zeggen dat het verschrikkelijk lang geleden is dat ik via het bureau van ons blad zoals je dat noemt, bedragen van belang heb mogen incasseren!) wel, dan zal het allemaal nog best loslopen. Doch daarenboven, laat niemand dat vergeten heb je juist in ons werk altijd weer ervaringen, die je er met 'n zwaai weer bovenop helpen. ZOALS van de week dat geval Jacques en Jacquelientje. Jacques en Jacquelientje zijn kleuters. Verder zijn ze in de verste verte geen familie van elkaar, en hun namen zijn niet op dezelfde voorvader terug te voeren. Vermoedelijk danken Uit de VOLKSWIJK lijk dan! of ander wonderlijk 1 zijn bijkans even oud speelde weken zal uitkomen. Het blad wordt hoofdzakelijk God te beschrijven, verspreid door gereformeerde 4C&IC PSAI.MHF.RIJMIIVG Ds. M. C. W. Wegeling uit Brussel over het „dit terspsalter." Om welke mysterieuze reden vinden wy liet prach dat de Christen-neger zijn geloof, zijn geloofsvreui en verwachting in zyn spirituals uitzingt in i eigen taal en in zyn eigen beeldspraak, maar ach wij het beslist noodzakelijk aan onze eigen gemee liederen voor te leggen en op te leggen, waan de beeldspraak haar volkomen vreemd is? Wie of dwingt ons bier eigenlijk toe? De samenwerking r de Gereformeerden? Maar die beginnen immers jaar tot jaar meer te verlangen naar het Nieuw-l tamentische lied? DE KOP VAN DE WEEK Christus als nozem Het was echter geen originele vondst van ds. Over- duin. maar een tekening gemaakt door een jongen uit de „Stichting Hoenderlo" die wilde uitbeelden, hoe hy Christus zag. Ds. Overduin schrijft dan: Ik ben diep geschrokken. U ook? Maar waarvan is u geschrokken? van die jongen, die zo gods-lasterlijk tekende of van uzelf, die tot nu toe God exploiteerde en bond aan de fatsoenlijken? Ik ben van mezelf g< dat ik ineens zag, hoe diep de f; schuilt: Jezus Christus het monopolie ve kerkmensen, onzer een. WIST KAJ MUNK ER «EEN RAAD MEE? Ds. D. Ypma in het Evangelisch Luthere Week blad: In mijn boekenkast staan enkel de prekenbundels van kaj Munk (andere moeten van zeer goeden huize komen, willen ze ooit een plaats daarnaast verove ren l. Ik heb gekeken, of er ook een preek over hemelvaartsdag in stond. Wel een op die dag. maar handelend over de Emmaüsgangers. Zou Munk er geen raad mee geweten hebben? Ds. G. N. Lammens na een triest verhaal over een J.V. die van ping-pong en biljarten aan el kaar hing: zelf te wijzen. Uitvoerig gaat hij in op de noden. Hierbij onthoudt hij zich van al te algemene, al te positieve uitspraken, doch wijst op het eigen karakter van elk ge val, op de noodzaak om zelf voor Gods aangezicht te beslissen, op de noodzaak om ook in dit op zicht in het geloof te handelen. Uitvoerig wordt in het boek inge gaan op de verschillende stromin gen, op nieuwe verschijnselen en methoden. Het besluit stelt het ge hele voorgaande in geestelijk licht, en de laatste regels herinneren aan het grote gebod van Christus' en Paulus' vermaning over de lief de. Liturgisch centrum Wy hebben geen enkel bezwaar tegen ping-pong, modeshow en al dergelijke vermakelijkheden. Maar dit heeft niets en dan ook helemaal niets m formeerd jeugdwerk te maken! Het doel van o is, dat wy kringen van jonge christenen die zich bezig houden met hun goddelijke roeping en de verantwoordelijkheid, die zij als christenen hebben. Daarom zeggen we tot een dergelijke ver- W"rop een ™d,Je PromP« eniging: „Verander zo spoedig mogelijk je gedrag onschuld repliceerde: „De kachel, en als je dat niet wilt, verander dan je naam!" dominee". In „Hervormd Noord-Holland" ver telt een predikant: Enige jaren ge- leden vroeg ik eens aan myn cate- werk chisanten: „Nu jongens en meisjes, ■men. wat staat er nu in het middelpunt van dienst in onze dorpskerk?". hun gelijkluidende i valletje. Misschien er in de dagen van hun geboorte wel een bijzonder opvallen de film met een held of heldin die zo heette. Of bracht de televisie een programma waar die naam een rol in speelde. Wanneer het mensdom verleert om steevast alle opa's en opoe's te vernoemen, en daar is dat mensdom hard mee be- zig, dan krijg je natuurlijk allemaal nieuwe namen te horen, waar geen touw aan vast te maken valt. Dat is misschien wat zielig voor de dragers daarvan, want het geeft altijd nog een trotser gevoel om de drager te zijn van een eens luister rijke naam, dan van een totaal onbekende dito, maar daar hebben ouders en kinderen vooralsnog geen last van. Alleen wij, terzijde staande, kunnen ons afvragen of het geen verlies betekent als we het appèl, dat in een overgeleverde voornaam zit, kwijt raken. Maar dat is allemaal tot daar aan toe. Het gaat nu over Jacques en Jacquelientje. TVTU IS daar met dat ventje wat aan de hand. Wat weet ik niet, -LA want ik bemoei me in de regel niet met kleuters. Het is mijn branche niet, zogezegd. Maar ieder van ons weet dat dit kereltje bijzonder uitmunt in het venijnig bijten van zijn me- dekleuters, en zo mogelijk ook van anderen, die 'm zijns in- ziens te na komen. Er zijn zelfs perioden geweest, waarin we bijna aannamen dat Jacques zich louter en alleen voedde i met stukken arm en been van z'n directe omgeving. Maar de laatste maanden is hij stukken opgeknapt: hij heeft een zekere zelfbeheersing gekregen en nu bijt hij nog maar pe- riodiek, al ligt deze periodiciteit vrij hoog. T~)E MEESTE kinderen vrezen Jacques daarom. Precies op de- zelfde manier als de natiën elkaar vrezen vanwege straal- jagers met atoombommen. Ook precies op dezelfde manier waarop onze vaderlandse partijen zo'n beetje wantrouwig om i elkaar heendraaien, als het op kabinetsformaties aankomt, al zijn hun wapenen dan slechts woorden, maar daar kunnen ook scherpe puntjes aan zitten! Doch wie voor Jacques bang is. I of niet Jacquelientje in géén geval. Want haar tandjes zijn spits aLs pas-geslepen dolkjes, en, zo de nood aan de vrouw komt, ze wéét ze te gebruiken ook. We vermoeden eigenlijk 2 zelfs dat Jacques zich heeft ingetoomd, sinds hij aan den lij- J door Jacquelientje heeft, hoe zeer het doet als r je bijt. Maar van de week dan beluisterde één onzer, hoe Jacque lientje zich peinzend tot Jacques wendde en deze verrukkelij ke woorden sprak: „Zullen we vandaag niet bijten, zeg? Zul len we prettig samen gaan spelen?" En deze uitspraak stelt me in staat weer blijmoedig voort te gaan. Ik vind het een voorbeeldige uitspraak. Voor alle volkeren, partijen, kerken en enkelingen navolgenswaardig. En dus houden we het rustig vol. MIEBEL

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1959 | | pagina 17