ffi.fcb oncliê lEEHS^SEEE Bladerend in Dagboekfragmenten En zo werd het nu: Er komt oorlog, zeggen de Indianen PUZZEL VAN DE WEEK En hij wist nooit hoe laat het was.... ZATERDAG 9 MEI 1959 De eerste week HET LEVEN hele jaar. We z den haar graag overslaan, graag helemaal ver slapen, om te ontkomen aan de emoties, die zy by ons verwekt. Want er zyn zo veel herinneringen, die maar niet willen verbleken, zo veel wonden, die maar biyven schrijnen en zo veel gezichten, die zich dan scherper dan ooit aan ons opdringen. Nee, die eerste week van mei is nog steeds de zwartste week van het gehele jaar. De vyf jaren van bezetting met al haar leed en verdriet zullen nooit uit ons hart verbannen kunnen worden. De groeven zijn te diep en de barsten te breed. Misschien, dat het het hart goed zou doen, als we alles wat land en bewoners overkwam aan het papier toevertrouwden, die hele periode nog eenmaal tot in details voor onszelf doormaakten. Maar „soms heb ik angst, angst om niet geloofd te worden, omdat latere geslachten eenvoudig niet wensen aan te nemen wat hierin werd beschreven en toch, ik zweer by alles wat me lief is, er staat geen onware gebeurtenis in. Alles is neergelegd, ik zou haast zeggen: heet van de naald". Herinneringen aan de meidagen Deze laatste zin is de slot zin van het dagboek, dat een onderwijzer uit Delft in de oorlogsjaren heeft bijgehou den. En het is opgenomen in Dagboekfragmenten, dat in 1954 bij Martinus Nijhoff te 's-Gravenhage verscheen. We hebben het dezer dagen weer eens ter hand genomen en het doorgebladerd, hier en daar een bladzij lezend en dan lan ge tijd met gesloten ogen ons vermeiend in het verleden, en de woorden van de Delftse onderwijzer hebben diepe be tekenis voor ons gekregen. „Soms heb ik angst, angst om niet geloofd te worden". Wie Wie zal over 25 jaar nog ont roeren als hij hoort over de massa- deportatie van 11 november 1944? En wie zal dan nog opstandig wor den als hy die ene bladzij leest uit het dagboek van een Rotterdamse huismoeder? Ze schreef: „Heel langzaam kwam de stoet dichterbij en hoorde je de stem men. Mannen en vrouwen riepen elkaar een afscheid toe. Moed houden" en Oranje boven". Vrouwen huilden. Meisjes liepen mee met haar armen om haar jongen geslagen. Vrouwen met kinderwagens, oude mannen en vrouwen. Van alle kanten kwa men vrouwen aangerend met dekens, kleren, eetwaren. Ande ren liepen weer terug om nog dingen te halen of vriendinnen te waarschuwen, snikkende, hui lende. Een vrouw had een grote tas appels en gooide de mannen de appels toe tot het de soldaten ging vervelen en zij op de menig te gingen schieten. Vijf transporten zijn die mid dag langs gegaan. Als het einde bij hét Doorgangshuis was, was het begin al ver voorbij de mo lens. Soms hield de stoet stil. Dan weer sjokte ze voort en zette ze er plotseling vaart in. Er werd verteld, dat het doel Zwolle was. Er zou worden ge lopen tot Gouda. De volgende dag tot Utrecht, vandaar per trein naar Zwolle als het waar is). Er waren jongens bij zo van de straat opgepakt met alleen een boezeroentje over hun blote lijf en een colbertjasje. Er waren er op klompen. De meesten had den een soort rugzak, er waren er ook met koffers, die ze op hun schouders droegen. In de Hof- laan zag M. hoe een jonge jongen bij het overreiken van pakjes probeerde te vluchten. Hij werd in het hart geschoten. Zijn lichaam werd met een trap tegen de trottoirband geduwd. Het transport had hierdoor geen ver traging ondervonden". T ragedie r wie zal de tragedie od! feest: „Toen wij gisteravond onder weg waren van Dolfs woning naar onze schuilplaats, stonden er in de Rafaelstraat plotseling twee Schalkharen voor ons. Eén trad terzijde, de ander sloeg zijn hakken tegen elkaar, salueerde en vroeg: Weet u, welke straat dit is? Ja, dit is de Rafaelstraat'. Weet u ook waar het Rafael- plein is? Ja, daarginds. Rechtuit deze straat door? Ja. Hakken tegen elkaar. Salueren. Stram in de houding. Mag ik u vriendelijk bedan ken? Goedenavond! De man had een papier in zijn hand. De „Jodenlijst"Vreemd. Het hagelde toen wij verder lie pen. Het was niet zo erg donker". Angst „Een mud tarwe kost op het ogenblik 1500.We aten gis teren voor 7.50 a f 8.spruit jes (f 3.50 per kilo). Is ook geen groente meer te krijgen. Geluk kig hadden we wat kolen ge sleept. Hebben vandaag (avond eten): 1 bord bruine bonensoep, alleen koolraap met suikerbiet en 3 suikerbiet-tarwe drie-in-de- pan gegeten. Ik rammel van avond van de honger. Ik ben er een beetje misselijk van". Het is allemaal voorbij en het wordt allemaal vergeten. Elke dag een stukje meer. En eens zal de tijd komen, dat niemand het meer weet. Dat men uit geschiedenisboekjes leert: en in in het voorjaar van 1945 was er in West-Nederland hongersnood en „stierven er bijv. in Venlo in één week 35 babies onder de twee jaar". De onderwijzer uit Delft had angst, dat hy niet geloofd zou wor den. En wie zal hem over 25 jaar ook geloven? Wie kan vandaag de dag geloven, dat in Nederland eens gebrek aan voed sel was? Dezer dagen werden ons gegevens verstrekt over de levens middelenconsump tie in Nederland over het afgelopen jaar. Het Neder landse gezin van vier personen ge bruikte zo heb ben we gelezen in 1958 gemiddeld naar schatting ruim 2 potten per maand, jam, 30 kg aard appelen. 2 pond koffie en 51 eieren i de andere levens- Brood Koek en beschuit Koekjes en gebak Meel en gruttersw. Aardappelen Verse groenten Vers fruit Gr.- en fruitcons. Gedr. zuidvrucht. Suiker Suikerwaren Chocolade Vetten, oliën en margarine Vlees en vleesw. Visconserven Boter Kaas Diversen Koffie Thee Cacao Alc.vrye dranken Alc.h. dranken Melk 3.5 kg. 30.0 kg. 17.7 kg. 16.3 kg. 3.5 kg. 0.64 kg. 7.7 kg. 1.6 kg. 1.1 kg. 8.0 kg. 14.0 kg. 1.4 kg. 1.5 kg. 1.7 kg. 2.43 kg. 1.6 kg. 2.0 pond 0.5 pond 0.1 pond 1.1 liter 78 liter 66.3 liter 2.2 potten 51.0 stuks 0.3 kg. 0.7 kg. 0.8 kg. 6.9 kg. 4.1 kg. 3.8 kg. 0.8 kg. 0.15 kg. 1.9 kg. 3.2 kg. 0.33 kg. 0.34 kg. 0.4 kg. 0.56 kg. 0.37 kg. 0.5 pond 0.12 pond 0.02 pond 0.26 liter 1.8 liter 15.3 liter 0.5 potten 11.8 stuks Dit horen we uit New York. Zes Hopi-indianen uit Arizona hebben de Ver. Naties be zocht om de hoge leider kond te doen, dat er over enkele maanden een grote oorlog zal uitbreken. Dit is hun duizenden jaren ge leden voorspeld door Massa- wu, wiens boodschap in hun stam sindsdien mondeling is doorgegeven. Nu was het o- genblik gekomen om naar het grote gebouw met de glazen muren van de Ver. Naties te gaan en alle naties van de profetie in kennis te stellen. Indianen, gekleed in de dracht van hun stam, met ve ren in het haar, waren teleurge steld te vernemen, dat de hoge leider, secretaris-generaal Ham- marskjoeld, hen niet kon ont- De De menselijke gestalte De Franse hoofdarbeiders zijn groter dan de handarbeiders, heeft een groep doktoren meege deeld aan de Franse Academie van Wetenschappen. Duizend Franse mannen en vrouwen uit verscheidene gebieden en maat schappelijke klassen hebben zij gemeten. Zij bevonden, dat de hoofdarbei ders van beiderlei kunnen 2-Vi tot 5 centimeter groter zijn dan de handarbeiders. vangen omdat hij zich in Eu ropa bevindt. Zij moesten het doen met een lager hoofd, Ge rald T. Widdrington, chef van de afdeling voor de ontvangst van bezoekers. Dan Katchongva van de Zonne- clan voerde het woord. Zijn woorden werden vertaald door Banauyacya van de Vosseclan. Katchonga zei, dat de Hopi's de hele wereld wilden laten weten dat er een grote oorlog op komst is tussen de goede en bo ze krachten, dat de naties hier door zouden worden gezuiverd en dat het eeuwige leven daar na hun deel zou worden. Widdrington zei in zijn antwoord, dat zij om tot de hele wereld te kunnen spreken moesten wachten tot september, wan neer de algemene vergadering der Ver. Naties bijeenkomt. Maar hij had de boodschap goed in zich opgenomen en zou over wegen wat hij er intussen mee kon doen. Het stamhoofd antwoordde: Ik zal wachten tot donderdag zons ondergang. De Indianen, die afkomstig zijn uit het dorp Oraibi in de staat Arizona, bevonden zich toeval lig deze week in New York voor een raadsbespreking met de I- Na het onderhoud in het gebouw der Ver. Naties vertrokken de zes Hopi's: het stamhoofd voorop, gevolgd door de tolk, Nasewesvina van de Spinneclan, Tawanayawama van de Koren- clan, Sewemaenews van de Grijze Adelaar-clan en Monon- gye van -de Pompoenclan. Horizontaal: 1. voorlichting, 5. radio-omroepvereniging, (afk), 9. gem. in Utrecht, 14. zoon van Abraham, 16. twijg, 18. wettig bewijsschrift, 19. zorgwekkend, 21. lusthof, 22. sport- term, 23. voegwoord, 24. getroffen. 26. landbouwwerktuig, 27. Zeeuwse hoeve, 29. vettige zelfstandigheid, 31. mikpunt, 32. ou de Spaanse zilveren munt, 34. eind, 35. aardworm, 37. volbloed Hollander (Indonesië), 39. naast, 41. scheikundig element (afk), 12. gem in N. Brab., 43. koor van zangers, 45. tijdrekening, 46. vogel, 47. voegwoord (Fr.), 48. gem. in Over., 50. vuurpeil, 52. buis van een vuurwapen, 53. gem in Gelderl., 55. onder richt. 56. de fijnste vederen, 57. godin der eeuwige jeugd, 60. bevreesd, 61. academische titel (afk), 62. gem. in Drente, 64. slede, 65. eind, 66. bijwoord, 68. maangodin, 70. voedsel, 72. vreemde munt, 74. gezondheid (Fr.), 75. zangstem, 76. akelig, 77. Verticaal: 1. Amerikaanse sierheester, 2. de 12 machtige go den der Germanen, 3. voorzetsel, 4. op die plaats, 6. munt in Nederland (afk), 7. soort van hett, 8. pluim van een vogel, 10. bekende afkorting, 11. bosvogel, 12. stengel, 13. hoofd (Fr.), 15. ploegbaas, 17. zelfkant. 20. juffrouw, 25. bekende, 27. soort gebakje. 28. klap, 30. gem in Gelderl., 31. vreemde munt, 32. ongegist druivesap, 33. meisjesnaam, 35. voorzetsel, 36. makker, 37. op die tijd. 38. water- of moeraslinze, 40. stad in Frankrijk aan de Maas, 41. geweven goud- of zilverboordsel, 44. boom, 46. stad in Duitsland, 48. inwendig lichaamsdeel, 49. plechtige gelofte, 51. telwoord 52. stad in Engeland, 54. zoon van Seth, 56. bekend It. dichter, 57. Nieuw-Guinea (Indonesië), 58. oor logsgod, 59. drijvend tonnetje aan een haringvleet, 60. hap, BI traag van begrip, 63. kan men uit drinken, 64. tegen, 67. balspel. 69. boomloot, 71. ontkenning (Eng.), 73. 8. in, 9. Peet, 10. ren, 11. o.r., 12. kolom, 14. kram, 16. wenk, 18. spar, 20 Aser, 21. poel, 22. Edom, 24. taak, 26. teen, 27. deel, 28. Irak, 30. Darmantig, 33. tandpasta, 35. die, 37. kombuis, 38. Han, 39. bende, 41. Segre. 43. Dalen, 44. ratel, 46 bos, 48. sla, 49 mal. 50. oss, 56. oer, 58. Nes, 60. smak, 61 berm. 62. stal, 64. tali, 65. elan, 66. gors, 67. Edam, 69. mede. 70. sabel, 71. tang, 73. edel, 75. malie, 77. Maas. 78. ezel. 79. Eros, 82. har, 84. get, 86. ma, 87. do, 88. no, 90. s.o. INZENDINGEN Inzendingen wordeD vóór don derdag a.s. op ons bureau ver wacht Oplossingen mogen uit- sluitend op een briefkaart wor den geschreven In de linkerbo venhoek vermelden- ..Puzzelop- Inccine" Er zün Hr„ arii7en- een van 5,— en twee van 2,50. OPLOSSING VAN DE VORIGE PUZZEL Horizontaal: 1. snaar, 5. dosis, 9. pronk, 13. kaak, 15. pan, 16. weer, 17. Rs, 19. para, 21. peen, 22. el, 23. Apt, 25. mastodont, 28. ido, 29. kaap, 31. mee, 32. eek, 33. trom, 34. raad, 36 rekel, 38. haam, 40. kris, 42. nol, 43. dank, 45. eb, 47. mees, 49. mand, 50. o.a., 51. nona., 52. globaal, 53. post, 54. d.s., 55. Nora, 57. Lena, 59. Se, 60. stee, 61. bis, 63. nest, 6c. emir, 66. geste, 68. stam, 70. slag, 71. tor, 72. adé, 74. Alem, 76. aak, 77. marmela de. 80. Ida, 81. bn, 82. Hans, 83. merg, 85. el, 86. maag, 87. den, 89. Loes, 91. laars, 92. Soloti, 93. store. Verticaal: 1. strak, 2. A.K., DE ZONDAG en hoe jullie er over schreven Zondagbrieven van jullie over de zondag. Er zaten een paar goede verhalen bij en daarom wil ik het niet bij deze ene keer laten. Volgende week dus weer een rubriek over de zondag, al ziet het er naar uit, dat ik er niet voldoende gedichten voor zal hebben. Maar omdat ik nog een paar „vrije" verzen in mijn map heb zullen we het er maar op wagen. De keer daarop zullen wc het dus hebben over de Europese éénwording resp. de samenwerking. Mag ik deze opgave nog eens in herinnering "brengen? We starten vandaag met een verhaal van Ton Dijkstra, leer ling van een gymnasium en wonend in Rotterdam. Ik heb er boven gezet: De oude klokkenmaker wist nooit, hoe laat het was. Na de dood van zijn vrouw was hij alleen gebleven, alleen met de klokken, waarmee hij de wan den van het grote, oude huis had volgehangen. Het was dan ook nooit helemaal stil in dat huis; omdat er zoveel klok ken waren, klonk hun slag werk voortdurend en terwijl de ene klok nog sloeg, begon de andere al te slaan. Elke klok wees bovendien nog een un- dere tijd aan; wie heeft er dan nog enig besef van tijd? De klokkemaker zéker niet. Wanneer het licht werd, stond hij op en begon de uurwerken op te winden, te smeren en ver der te verzorgen. Er waren bij na honderd klokken en voor de oude man was hel werk een vol ledige dagtaak. In de schemer ging hij naar bed. Hij leefde als een kluizenaar, geheel ge- isoleerd van de rest van de we reld en zijn ideeën waren eveh verward als zijn lange, grijze baard en die weer als het chao tische karillon. dat onafgebro ken. dag en nacht door het huis tinkelde. Zijn gedachten draai den om die klokken die moes ten blijven lopen; waarom wist hij zelf niet, want de tijd .^be- stond niet voor hem. De dagen waren allemaal eender, het ver schil tussen zondagen den werk dagen was weggevallen. Hij merkte niet. Toen de oude man op een da§ ontwaakte, merkte hij. dat hy niet op kon staan. Zijn gezicht gloeide van koorts, zijn handen beefden. Hij was zó ziek, dat de gedachten aan de klokken, die hij nu niet zou kunnen ver zorgen, hem nauwelijks veront rustte. In een toestand van hal ve bewusteloosheid bracht hij de dagen en nachten in bed door en had verwarde dromen. Hij merk te niet, dat de klokken één voor één ophielden te lopen. Er kwa men steeds grotefe gapingen in het slaan. Het was of de uren. die vroeger iedere sekonde om waren, steeds meer minuten kre gen. Na enige dagen was er el ke tien minuten een uur voor bij, of misschien gingen de uren zes maal sneller om dan anders. Voor de oude man was het iets nieuws, omdat er voor hem he lemaal geen uren hadden be staan. het was alsof hij de tijd kon horen ontstaan. Stil Na een nacht, waarin hij diep en lang had geslapen, deed de klokkenmaker langzaam zijn ogen open. Hij voelde, dat hij niet ziek meer was, de koorts was voorgoed geweken. Uit de stand van de zonnestralen in zijn kamer, maakte hij op, dat het vroeg in de morgen was. Er gens in het huis sloeg een klok. Hij lag doodstil te luisteren, maar pas een uur later hoorde hij opnieuw de slagen, nu met één vermeerderd. Aan het trage tikken kon hij merken, dat het uurwerk van deze laatste klok bijna afgewonden was. Toen werd het stil. Nieuw leven En in die suizende stilte be gonnen de kerkklokken te lui den. nadrukkelijk en zeker. De oude man lag op zijn zij in het bed, met opgetrokken knieën en zijn handen gevouwen voor zijn hart, als een omgevallen bidder. Het waren klanken, die hij vroe ger nooit gehoord had door het lawaai, dat zijn eigen klokken maakten, die alle aandacht voor zich opeisten. Maar hij wist, dat lawaai, dat zijn eigen klokken maakten, de klokken die alle aandacht voor zich opeisten. Maar hij wist, dat het zondag was, de eerste dag van de nieu we week. Het was misschien de eerste dag van zijn nieuwe le ven. Hij glimlachte en ging langzaam overeind zitten. TON DIJKSTRA. ER UIT GELICHT Eigenlijk zo maar een paar woorden en enkele zwarte lijnen: zo ziet Hans Bink (Leiden) de zondag. Mag ik jouw adres nog even, kan het nergens meer vinden (dit i.v.m. het gebruikelijke postwisseltje). GROETEN OP ZONDAG Dag, lieve zon. Dag, lieve zondag. Dag, zon op zondag Dag. Blijf altijd schijnen? ja, lieve zon op zondag? Dag, zondag, dag Zon Dag I Het was voor de eerste keer, dat ik een gedicht kreeg I van P. L. Koster (21 jaar en meterijker) uit Middelharnis. Graag zet ik zijn vers, geïnspireerd op ons onderwerp „Zondag" vandaag er in. ZONDAG die het donker doet verdwijnen de vogels fluiten feestklokken luiden het grote Draaiorgel speelt wenkend en lokkend zijn vrolijk lied: gapende mensen houden hun stuiver gereed feest!! en Spel wordt gespeeld een grafsteen rolt als een voetbal tveg Drie-nul! grote overwinning de hemel applaudisseert de hel verliest haar pool de aarde kijkt hoofdschuddend toe Zondag, de kerk, klokken. Sarina de Goey (18 en uit Rotterdam) heeft op deze manier hiervan een indruk gegeven. Zijnde een paar losse opmer kingen over verschillende brie ven. MEE EENS Ik denk zo, Arie Mes (Rotter dam) dat heel wat jongeren het met je eens zyn als je zegt, dat de zondag niet een dag is om somber te zyn. Het „Heer, ik hoor van ryke zegen", kan zeker bly worden gezongen, juist op zondag. Je durft overigens wel stelling nemen, maar je blijft daarbij positief en dat is in deze kritische tijd zeker belang- NOG EVEN Jouw gedicht, Mary Storm (Utrecht) bewaar ik nog even tot een van de volgende rubrieken, 't Was goed. STUUR MAAR 't Lijkt me het beste, dat je wat opstuurt, Evelien Onstein (Den Haag), kunnen we altijd verder VERANTWOORDELIJKHEID „Tenslotte moet je voor jezelf uit maken, hoe je de zondag door brengt, maar wc hebben allemaal toch verantwoordelijkheid! En als we die voelen, begrijpen we, dat God ons de zondag heeft gegeven om Zyn Naam te heiligen" zijn 1 enkele zinnen uit de sympathieke reactie van E. M. P. G. (zonder ver dere achternaam) uit Rotterdam op ons onderwerp. KRITIEK En een andere reactie: „Laat nu eens alle kritiek op kerkgangers, i predikanten en hun preek varen. Wees optimist en help mee aan de bouw van Christus' kerk", zo vatte G. Gordia (Rotterdam) zyn (of haar) mening samen na een op bouwende beschouwing over de zondag. FEESTDAG Jannie de Groot (ook al uit Rot terdam) ten slotte vindt het heerlijk elke weck met een feestdag te be ginnen. Zondag: een feestdag, om dat wij dan allemaal en steeds weer de opstanding van de Heiland mogen vieren. Denk je aan Europa Je hebt nog wel even de tijd, maar vóór het Pinksteren Is had ik graag jullie gedichten, tekeningen en- andere bijdragen over de Europese éénwording of de Europese samenwerking binnen. Zoals ik al heb verteld heb ik dit onderwerp op verzoek van verschillende medewerkers aan „Ruimte voor jullie" gekozen. Ik wil graag op jullie suggestie een bepaald uitgangs punt geven, maar dan hoop ik ook, dat er „wat binnenkomt". En tot nu toe was dat nog niet zó veel. Daarom graag zo spoedig en zo veel mogelijk: Europa en wat je er verder van wilt maken! No. 526. Joh, v. d. Boogaard, Rotterdam Correspondentie betreffende deze rubriek aan de heer W. Jurg, Vrederustlaan 176, Den Haag. Middelspelcombinaties (IV) 1. De nu volgende stand, die we enige jaren geleden eveneens opnamen, bevat in een keurige partijstand een wel eenvoudige, maar verrassende ontleding. Wit wint een schyf door: 25—20, 20x29, 27—22!, 32 x 21 44—40, 40x16, waama de schijf op 27 niet meer te houden is. 2. Het damhalen op een veld. dat door een vyandelijke schijf is bezet, geeft steeds een verrassend effect. Een aardig voorbeeld in een vrij natuurlyke stand vormt het volgende: Wit voert als volgt een fraaie damzet uit: 28—22, 34—30, 46—41, 32—28, 38x9, 37—31, 39—33, 33X3. 3. Het is opmerkelyk, dat door het bij plaatsen van slechts 1 schyf voor beide par tijen (voor zwart op 26, voor wit op 36) de stand van no. 2 een geheel andere slagwen ding bevat en wel de volgende: Nieuwe opgaven In de vorige rubriek namen we de laatste problemen op voor de derde serie van de ladderwedstrijd. Daar het zomerseizoen in aantocht is en het geregeld - oplossen van damproblemen voor vele oplossers moeilijk gaat worden, zullen we de ladderwedstrijd zoals steeds gebruikelyk is tot einde september onderbreken. Met de publicatie van onze problemen gaan we uiteraard op dezelfde voet voort. Deze keer geven we twee opgaven van onze welhaast klassieke medewerker v. d. Boo gaard, die op de hem eigen wijze uit een elegant gewirwar van verrassende slag wendingen enkele aardige slotmotieven te voorschyn tovert. Tegen probleem 527 heb ben wy het bezwaar, dat 33—28. 43x12 en 4137 wit schijfwinst bezorgt. Een winnende bijoplossing zouden we dit echter niet willen noemen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1959 | | pagina 14