Toen het nu avond geworden was, kwam een rijk man van Arimathea, ge naamd Jozef, die eveneens een discipel van Jezus geworden was. Deze ging naar Pilatus en vroeg hem om het lichaam van Jezus. Toen beval Pilatus het hem te geven. En Jozef nam het lichaam en wik kelde het in zuiver linnen, en hij legde het in zijn nieuw graf, dat hij in de rots had laten uithouwen, en na een grote steen voor de ingang van het graf te hebben gewenteld, ging hij heen. (Mattheus 27 :5761) Laat na den sabbath, tegen het aan breken van den eersten dag der week, ging Maria van Magdala en de andere Maria het graf bezien. En zie, er kwam een grote aardbeving, want een engel des Heren daalde uit den hemel neder en kwam nader, en hij wentelde den steen weg en zette zich daarop. Zijn uiterlijk was als een bliksem en zijn kleding wit als sneeuw. En de bewakers werden door vrees voor hem bevangen en zij werden als doden. Doch de engel antwoordde en zeide tot de vrouwen: Weest gij niet bevreesd; want ik weet, dat gij Jezus zoekt, den gekruisigde. Hij is hier niet, want Hij is opgewekt, gelijk Hij gezegd heeft; komt, ziet de plaats waar Hij ge legen heeft. En gaat terstond op weg en zegt Zijn discipelen, dat Hij is opgewekt uit de doden. En zie. Hij gaat u voor naar Galilea; daar zult gij Hem zien. Zie, ik heb het u gezegd. En zij gingen terstond weg van het graf, met vrees en grote blijdschap, en liepen haastig voort om het Zijn discipelen te berichten. En zie, Jezus kwam haar tegemoet en zeide: .Weest gegroet. Zij naderden Hem en grepen zijn voeten en zij aanbaden Hem. Toen zeide Jezus tot haar: Weest niet bevreesd Gaat heen en bericht mijn broeders, dat zij naar Galilea gaan, en daar zullen zij Mij zien. (Mattheus 28 110) ter de allerfelste aanvallen van dood en hel, die onvoorstelbare en totale concentratie van alle kwaad en zonden der wereld, had door staan? Heeft hij iets begrepen van de allcsbeslissende en de toekomst der wereld bepalende strijd tussen God en satan, die eindigde met de overwinning op de dood? Het grote verdriet, dat Jozef en zijn vriend Nicodemus op de avond van goede vrijdag het hart toekneep, toen zij de Zoon des Mensen de laatste eer bewezen in de kruisafneming, de wikkeling in fijn lijnwaad en de begrafenis, is op de Paasmorgen veranderd in de intense vreugde van het bijna ongelofelijke: de herkenning van hun Heer en Heiland. Toen hebben zij beseft, dat de laatste eer een preludium was geweest op het feest. Toen moet het als in een flits door hen zijn heengegaan, dat ieder, die blijft staan op Golgotha, de armoede verkiest boven het bezit van het rijke leven, waarin de horizon niet meer wijkt en waar bij elke stap de contouren van de eeuwige stad scherper vormen aannemen. Tekening van Rembrandt (1633) P die stille zaterdag heeft Pilatus zich toch nog moeten be moeien met de middelste van de drie gekruisigden. Hij had spoediger de laatste adem uitgeblazen dan Pilatus had verwacht. Maar nu zou, dacht hij, dit vervelende incident in zijn politieke carrière toch wel voorgoed gesloten zijn. Over een paar maanden zou hij zijn vergeten, dat hij een concessie aan de Joden en zijn geweten geweld had gedaan door een man, die hij onschuldig wist, tot de kruisiging over te geven. Nu, op deze stille zaterdag, moesten de overpriesters en farizeeën dan hun wacht maar hebben, die zij waren komen vragen. Een laatste con cessie. minder ernstig dan die eerste. Pilatus dacht: dood is dood. Hij wist niet van een dood als door gang naar het leven en evenmin, dat op Golgotha de dood was vernie tigd, dat op die kruishcuvel het leven was begonnen, dat zich in volle glorie zou openbaren op de morgen van Pasen, in de hof van de Joodse raadsheer Jozef van Arimathea. Heeft Jozef het geweten dat zijn Mees ZONDAGSBLAD Nieuwe Leidsche Courant Zaterdag 28 maart 1959

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1959 | | pagina 15