ARJllls™3
Commissie - Koersen constateert
ernstige beleidsfouten
Organisatie D.M.L. liet veel te wensen over
Enorme omvang en
vereiste spoed mede
oorzaak van feilen
Toezicht aankoop buitenland
was beslist onvoldoende
RISICO FOUTEN MOEST
WORDEN GEDRAGEN
(Van een onzer redacteuren)
TA E COMMISSIE-KOERSEN heeft dus het eerste deel van haar
Vs onderzoek beëindigd en de resultaten daarvan neergelegd in een
lijvig rapport, dat aan de voorzitter van de Tweede. Kamer der
Staten-Generaal is aangeboden. En wat heeft dat onderzoek, nu uit
gewezen en wat is waar gebleken van alle geruchten, die vorig jaar
de ronde deden ten aanzien van het aankoopbeleid van het directo
raat materieel landmacht geruchten vooral ontstaan rond de rechts
zaak majoor Koopmann en hoe was in al deze zaken het beleid
van de minister en van de voormalige staatssecretaris van oorlog?
De commissie heeft zich onthouden van een samenvattende con
clusie. Zij wacht daarmee tot het verschijnen van het tweede rapport.
Aan het slot van elk onderzocht en behandeld geval geeft zij haar
oordeel. Maar reeds in het eerste rapport vestigt zij op twee punten
vooral de aandacht.
1. Bij de opzet van de enorm gro
te dienst, die het directoraat materieel
landmacht is en die voor de oorlog
niet bestond, zijn grote fouten ge
maakt. Er bestaat niet de indruk, dat
is gestreefd naar het aantrekken van
voldoende goede krachten. Dit heeft
tot gevolg gehad, dat met het aan
schaffen van materialen ook onervaren
en minder deskundig personeel was
belast. De gemaakte fouten zijn soms
zeer ernstig geweest, zoals is geble
ken uit het resultaat van het onder
zoek naar de geruchten rond de aan
schaffing van helmen, en ook uit de
verrichtingen van de sectie aankoop
buitenland. Maar soms ook konden de
fouten worden beschouwd als kinder
ziekten. die elk bedrijf doormaakt, en
dit was het geval bij de aanschaffing
van de gevechtsschoenen en de jeep-
2. Over de verantwoordelijkheid in
het algemeen is geen oordeel te vel
len. Aan de taakverdeling tussen de
bewindslieden van het ministerie van
oorlog kleefden bezwaren. Vc r de be
leidsbeslissingen is uiteraard de minis
ter in algemene zin verantwoordelijk,
maar in hoeverre hier ook de staats
secretaris een eigen specifieke politie
ke verantwoordelijkheid draagt is ten
aanzien van concrete punten niet vast
te stellen. Hij was verantwoordelijk
voor de organisatie van de aanschaf
fende diensten. Maar hierbij komen zo
veel persoonlijke aspecten naar voren,
dat het niet mogelijk is zijn specifieke
verantwoordelijkheid voor de feilen
in het beleid bij de organisatie van
de aanschaffende diensten scherp te
omlijnen.
Spoed
des te ernstiger, omdat het directoraat
toch al een gebrek aan deskundigen
had. De commissie zegt zich niet te
ontveinzen, dat overplaatsingen inhe
rent zijn aan een militaire organisa
tie. Maar, zo vraagt ze zich af. waar
om heeft de politieke leiding ten aan
zien van het directoraat materieel land
macht geen maatregelen getroffen om
meer continuïteit te verzekeren? Geen
enkele grote inkooporganisatie kan toch
tot een vast beleid komen, wanneer
zeeV veel leidende functionarissen om
de drie of vier jaar worden vervangen,
Een oplossing voor dit probleem
ziet de commissie in de ver
houding militair-burger. De juiste
verhouding heeft de politieke en
'xh. W. J. M. KOERSEN
De Commissie Onderzoek Militair Aankoop
beleid, in het leven geroepen door de
Tweede Kamer naar aanleiding van de
vragen over de levering van helmen, gas
maskers en over de procedure tijdens het
gerechtelijk vooronderzoek in de zaak majoor
Koopmann, heeft in haar eerste verslag aan
de hand van concrete zaken getracht te
komen tot een beoordeling van het beleid
van de minister van oorlog en de voormalige
staatssecretaris mr. F. J. Kranenburg. Ten
einde op deze vragen antwoord te krijgen
heeft de commissie eerst onderzocht op^
welke wijze de politieke leiding
departementen is opgezet en hoe deze haar taak ten opzichte
van deze concrete zaken heeft vervuld.
Het verslag wijdt voorts een beschouwing aan de helmen, de zaak
van de gasmaskers, de schoenen, de jeepwielen en de gang van zaken
bij de Organisch Chemische Industrie „Ossendrecht" en behandelt
voorts de beleidsaspecten van de sectie aankoop buitenland, tot uiting
gekomen rond de rechtzaak majoor Koopmann. Ten aanzien van deze
onderwerpen heeft de commissie haar aandacht uiteraard niet gewijd
aan de rechtsvragen, die deze zaken opriepen, maar aan de beleids
vragen.
Op dit verslag volgt nog een tweede, waarin de commissie o.m.
nog zal behandelen het aankoopbeleid van voertuigen en onder
delen, en de verhouding van de aanschaffende diensten tot de par
ticuliere leveranciers.
De commissie was samengesteld uit de heren: Koersen, voorzitter,
naar wie de commissie is genoemd, Ritmeester, Janssen, Visch,
Smallenbroek, A. R. Vermeer, Calmeyer, Van Dijk, Versteeg, Koop
man, Wierda en Van der Peyl.
Bij haar werkzaamheden heeft zij de beschikking gekregen over
alle dossiers die zij meende nodig te hebben.
mangaanstaal zijn gestuit. Wanneer
deze dire leur stelt, dat de spoed met
de order waarop de generale staf aan
drong. veroorzaakt heeft, dat dc voor
bereiding onvoldoende is geweest, dan
had hij, gezien de vooroorlogse weten
schap van de moeilijkheden met een
dergelijk ->roject. deze spoeo minder
zwaar moeten laten wegen. Dit te eer
der. daar hij had kunnen weten, dat
er te dien tijde voldoende Engelse
helmen waren voor de troepen onder
de wapenen „n de mobilisabele lich-
De opdracht tot het vervaardigen
van de helmen werd gegeven aan de
N.V. Verblifa, die dc order tot elke
prijs wenste te krijgen en daarom te
gen zeer lage prijs inschreef. Zij be
schikte echter niet over voldoende me
tallurgische kennis en ook haar outil
lage liet in vele opzichten te wensen
over. Dit blijkt uit het feit. dat zij
inschreef met staal van Franse her
komst en eerst later ontdekte, dat zij
dit staal niet voor deze fabricage kon
verwerken De outillage moest voorts
aanzienlijk worden verbeterd, voordat
met de productie kon worden begon
nen. Dit alles had tof gevolg, dat elke
tegenslag tot ernstige moeilijkheden
moest leiden. De hoofdambtenaar van
het directoraat, die de aangelegenheid
behandelde, heeft zich onvoldoende
overtuigd van de geschiktheid van de
aanwezige installaties bij Verblifa. Dit
zelfde verwijt maakt de commissie de
toenmalige directeur en adjunct-direc
teur van het directoraat Was de fa
briek te Doesburg grondig bekeken,
dan zou althans bij hen twijfel moe
ten zijn gerezen omtrent de geschikt
heid van dit bedrijf voor de fabricage
van de helmen.
De moeilijkheden bleven niet uit.
De eerste partij buitenhelmen In
'53 aangeboden, werd niet goed
gekeurd. Toen kwamen echter het
hoofd van de afdeling P.O.P.
het hoofd van de afdeling in-
i, dat
directoraat materieel landmacht
tijd ook geen gelegenheid had om in
de praktijk technische kennis op te
doen of de reeds verworven kennis bij
te houden. Een theoretisch punt kon
is in de praktijk worden
het getoetst. Naar de mening van de com-
die missie hebben de minister en de staats-
in secretaris bij hun beleid ten aanzien
te van de status van de Artillerie-Inrich
tingen dit aspect te licht beoordeeld.
Hoe zijn de fouten en de gebreken
nu ontstaan? In de jaren na 1950. zo
zegt de commissie, moest een zeer uit
gebreid aanschaffingsprogram worden
gerealiseerd. Het leger moest practisch
geheel opnieuw worden uitgerust, ter
wijl al dat matenaal, dat voor de
voortdurende paraatheid noodzakelijk
was, nog moest worden hersteld of ver
nieuwd. Het directoraat materieel
landmacht had bij de realisering van
dat program evenals andere dien
sten, maar in versterkte mate door de
enorme omvang en de vereiste spoed
te kampen met een algeheel tekort
aan technici, de beperkingen, gelegen
in de ambtelijke salarisbepalingen, een
aanvankelijk nog niet uitgebouwa Ne
derlands industrieel apparaat, een al
gehele inhaalvraag ten aanzien van al
lerlei goederen en tenslotte met de eis
van elke dag, de constante paraatheid.
De regering had immers besloten in
vier of vijf jaren aankopen voor de
strijdkrachten te doen voor het enor
me bedrag van bijna 4.5 miliard Hier
van kreeg het directoraat materieel
landmacht 1 miljard 950 miljoen gulder.
voor aanschaffingen ten behoeve van
het leger. De bewindslieden van het
departement van oorlog hadden om dit
bedrag veilig te stellen een adequaat
val. Ook later, tot 1956, is het appa
raat, ondanks de reorganisaties onvol
doende bezet gebleven. Van het be
gin af aan hadden meer deskundige
krachten aangewezen moeten worden.
Dit was. gezien het enorme bedrag,
dat moest worden uitgegeven, een eer
ste vereiste.
Bij het onderzoek is duidelijk ge
bleken. dat In het directoraat mate
rieel landmacht overigen* ook in
andere diensten een aantal be
kwame officieren en ambtenaren die
nen. die hun taak met grote toewij
ding en kundigheid verrichten. En
over het geheel genomen zlin zij er
in geslaagd het aanschaffingsprogram
te realiseren, zoals de leiding zich
dat had voorgesteld.
Reorganisatie
Is er nu nooit getracht een organi
satie op te bouwen, die doelmatig zou
kunnen werken? Ja, zegt de commis
sie Tussen 1950 en 1956 zijn er
verscheidene reorganisaties tot stand
gekomen in het directoraat materieel
landmacht. Maar deze reorgarisaties
hebben elkaar zo snel opgevolgd, dat
geen van de nieuwe vormen kans heeft
gekregen zijn levensvatbaarheid te be
wijzen. Uit alles blijkt intussen wel. dat
de minister en de staatssecretaris
maar niet steeds met succes, hebben
getracht een doelmatige en efficiënte
organisatie op te bouwen.
Bij de reorganisaties vormde het te
kort aan technische specialisten een
groot probleem. En die technische spe
cialisten waren nodig. Sinds de jongste
wereldoorlog heeft de technische ont
wikkeling van het militaire materieel
een dusdanige vlucht genomen, dat men
feitelijk moet spreken van een vernieu
wing van de uitrusting van de krijgs
machtonderdelen, speciaal van land
en zeemacht. En dit ging gepaard met
een grote vraag naar specialisten Het
is slechts in onvoldoende mate gelukt
hen aan te trekken.
Voorts is het de commissie gebleken,
dat sedert 1950 in de leiding van de
afdelingen en van het directoraat zelf
een grote wisseling in personeel heet.
plaats gevonden. Een gevolg hiervan
is. dat de technische en commerciële
deskundigheid, in de praktijk verwor
ven. slechts gedurende betrekkelijk kor
ts tijd benut kon worden. En dit was
Helmen
Over de deugdelijkheid van de 400.000
helmen, tot de aanschaffing waarvan
de chef van de generale staf in april
1951 adviseerde, zijn reeds vele woor
den gesproken en geschreven. De hel
men moesten, zo was bepaald. wor4en
vervaardigd overeenkomstig de Ameri
kaanse technische voorschriften. De
chef van de generale staf wenste een
helm voor het Nederlandse leger gelijk
aan die de Amerikaanse strijd
krachten. Dit bracht met zich mee. dat
voor de vervaardiging van de buiten
helm mangaanstaal moest worden ge
bruikt. De Amerikaanse keuze van dit
materiaal was voor een belangrijk deel
bepaald door het feit, dat het snel,
in een trek verwerkt kan worden en
bij gering gewicht de nodige hardheid
en taaiheid bezit, geschikt voor een die
pe helm als de Amerikaanse is-. Het is
te betreuren, zegt de commissie, dat
men bij de generale staf naar het
waarom van de materiaalkeuze bij de
Amerikanen geen onderzoek heeft in
gesteld. Vele moeilijkheden zouden dan
zijn voorkomen. De directeur materieel
landmacht heeft ook geen onderzoek
naar de materiaalkeuze doen instellen.
Indien de technische ordervoorberel-
ding goed was geweest zou hij op de
problematiek van de verwerking van
tendance met elkaar
laatstgenoemde zijn verai
lijkheid voor de. keuring
varen en dat het hoofd v
deling P.O.P. die zou ov
Dit was echter In strijd met het
organisatiebeginsel, dat aanschaf
fende en keurende instanties los
van elkaar dienen te werken. Dit
besluit Is dan ook foutief geweest.
De directeur materieel land
macht aanvaardde echter deze on
juiste toestand. Ook de staatsse
cretaris van oorlog en dc minis
ter. die in elk geval in augustus
1954, toen de productie was stilge
legd, hiervan via notulen en nota's
op de hoogte waren gesteld namen
geen maatregelen om aan deze on
gewenste vermenging van functies
een einde te maken, hetgeen de
commissie een beleidsfout acht.
Scheuren
Na het stilleggen van de productie
werden op het ministerie van oorlog
verscheidene besprekingen gehouden
tussen de politieke en militaire leiding.
Ook deze besprekingen hebben er niet
toe geleid, dat er een einde werd ge
maakt aan de productie van helmen
bij Verblifa. Toch was toen reeds ge
bleken, dat in de helemen spontaan
scheuren ontstonden, en dit niet alleen
bij de productie, maar ook nadien.
De goedgekeurde helmen vertoonden
eveneens deze verschijnselen. De di
recteur materieel landmacht was van
deze verschijnselen op de hoogte, aan
gezien hij ze in de magazijnen, waar
Voor vervolg zie pag. 9
Drie wan de beelden voor het
gebouw van de Hoge Raad
te Den Haag. symbool van
het recht, dat altijd zegeviert.
militaire leiding niet kunnen vin
den, omdat, ofschoon in theorie
burgers en militairen voor alle
functies in aanmerking kunnen
komen, het militaire element sterk
overheerst. Alle belangrijke func
ties zijn immers in militaire han
den, zodat het, gezien de geringe
promotiekansen. voor bekwaam
burgerpersoneel niet aantrekkelijk
is om in dit directoraat te dienen.
De commissie meent, dat men bij
het directoraat materieel landmacht
de uitwisselbaarheid van burgers
en militairen zou kunnen nastreven,
omdat dit directoraat geen troepen
onderdeel is en men het militaire
facet bij aankopen in vele gevallen
kan missen, zeker bij de ni et-
specifieke militaire- en routine
aankopen. Daarom dient overwogen
te worden of men niet een groot
deel van de dienst overwegend
met burgers zou moeten bezetten.
Onvoldoende steun
Het personeelsbeleid heeft ook op een
ander punt de aandacht van de com
missie getrokken. Gezien het grote te
kort en de even grote vraag naar tech
nische deskundigen kan de hoofddirec
teur personeel geen enkele dienst te
vreden stellen. Een voorbeeld hiervan
is de thans opgeheven afdeling Plan
ning, Ontwikkeling en Productie, de af-
delig P.O.P. De taak van deze afde
ling was militaire artikelen eventueel
via prototypes productierijp te maken
Deze afdeling beschikte echter niet over
voldoende deskundigen om haar laak te
kunnen uitvoeren. Het gevolg hiervan
is dan ook geweest, dat op het ter
rein. waarop de afdeling zich moest be
wegen, dc directeur materieel land
macht onvoldoende steun kreeg
Ook de organen, die van belang zijn
voor het materieelbeleid buiten de mi
litaire departementen, heeft de com
missie onder de loupe genomen. Zo is
haar gebleken, dat de laboratoria van
R.V.O.-T N O wel geregeld werden of
worden ingeschakeld, doch dat zij
slechts een adviserende taak hebben
Hierbi. is ook het voor de militaire
Majoor Koopmann weer ter sprake
aanschaffingsdiensten belangrijke tech
nologische laboratorium, dat. var
iilerie-Inrichti'--"m afkomstig.
de
■I bij
R.V.O.-T.N.C. is ondergebracht. Wan
neer het directoraat had kunnen be
schikken over dit laboratorium en an
dere laboratoria en werkplaatsen van
de Artiller e-Inrichtingen. hetgeen thans
weer het geval is maar vele jaren niet
mogelijk was. dan had aan deze een
taak kunnen worden opgedragen die zij
zelfstandig hadden kunnen verrichten
en waarvoor zij ook de verantwoorde
lijkheid op zich hadden kunnen nemen
Ten tijdat het Staatsbedrijf der Ar
tillerie-Inrichtingen een N.V. was. kon
DE COMMISSIE eindigt haar
eerste verslag met een
beschouwing over de verrichtin
gen van de sectie aankoop bui
tenland. Deze sectie is in het
middelpunt van de belangstel
ling komen te staan door de
zaak majoor Koopmann, waar
over we destijds zeer uitvoerig
hebben geschreven.
De leiding van de sectie werd voor
een belangrijk deel overgelaten aan
majoor Koopmann. die daar van 1950
tot 1956 altijd heeft gediend en de oud
ste toegevoegde officier is geweest. De
commissie is van oordeel, dat het per
soneelsbeleid van de minister van oor
log. van de staatssecretaris en. voor
zover hij daar zeggenschap in had bin
nen het directoraat van dc directeur
materieel landmacht, onvoldoende is
geweest om de vrijheid, die de regels
gaven door ren voldoende toezicht te
compenseren.
Bij het onderzoek naar de moeilijk
heden rondom het contract met dc
heer Van Benthem is nog komen vast
te staan, dat de sectie aankoop bui-
lenland aan de heer Van Benthem
blanco offerte-brieven ter hand stelde
Dat dit mogelijk was wijt de commis
sie aan het feit. dat er onvoldoende
toezicht was op dc werkwijze van dc
sectie aankoop buitenland Door deze
handelwijze ^eeft de leiding van de
sectie ernstig het vertrouwen, dat in
hoofdofficieren mag worden gesteld,
misbruikt.
De houding om persoonlijke rela
ties en belangen te laten prevaleren
boven dienstbelangen toont de lei
ding van de sectie aankoop buiten
land en met name de majoor Koop
mann ook. wanneer hij zich bezig
houdt met het al dan niet uitbeta
len van een commissieloon aan de
vertegenwoordiger van de fabriek,
die 2345 kooktocstellen en onderdelen
had geleverd. Deze aangelegenheid
ging hem uiteraard niets aan en dit
te minder, waar de kooktoestellen
bij deze 'order ruim 30 pet. goedko-
landmacht
handelwijze
buitenland i
de houding
De directeur
klacht in tegen de
an de sectie aankoop
het bijzonder wegens
n de majoor Koopmann.
materieel landmacht
heeft deze klacht in handen gesteld
van een hoofdofficier van de Konink
lijke marechaussee, die haar niet
voldoende heeft onderzocht en in fei
te heeft geseponeerd
Wanneer majoor Koopmann op 27
juli 1954 over het uitbetalen van een
commissieloon aan deze agent zich
richt tot de advocaat van diens prin
cipaal, schrijft hij daarin, dal de di
rectie van de fabriek verantwoorde
lijk zou worden gehouden indien haar
agent niet-geoorloofde betalingen aan
ambtenaren van het directoraat zou
verrichten. Deze suggestieve zin uit
dit schrijven heeft de commissie ver
baasd en deswege heeft zij op de
originele brief van de majoor Koop
mann „ezocht naar parafen van ho
gere autoriteiten, die krachtens voor
schrift een dergelijk schrijven had
den moeten bekrachtigen. Uit de mi
nuut blijkt, dat dit niet is geschied.
De commissie acht het schrijven van
deze brief een ernstige fout. Dat ma
joor Koopmann dit ook zo heeft ge
zien. blijkt uit het feit, dat hij deze
brief niet aan zijn superieuren heeft
voorgelegd.
Voorts zegt de commissie: Bij de
aankoop van de P.I.A.T.-onderdelen
heeft de leiding van de sectie aan
koop buitenland en met name majoor
Koopmann wederom gefaald. Majoor
Koopmann heeft immers een deel
van de ordervoorbereiding overgela
ten aan de heer Van Benthem. van
wie hij kon weten, dat hij zakelijk
bij deze order was geïnteresseerd
De twe inschrijvingen voor het
doen van een offerte, die als gevolg
hiervan op het directoraat kwamen,
warbn afkomstig van twee onderne
mingen. die dezelfde directeur had
den. Materieel was er dus slechts
één inschrijving. Van concurrentie-
stelling is dan ook geen sprake ge
weest Niettemin bereidt majoor
Koopmann aan de hand hiervan een
algemene machtiging tot aanschaf
fing voor. Een prijstaxatie werd in
strijd met de voorschriften nagela
ten. De directeur materieel land
macht oefent geen nadere contrble
uit en de overeenkomst wordt geslo-
En de slotconclusie van de commis-
per
die
ajoor Koop-
'chtstreeks met de fabriek
had onderhandeld. De commissie wil
overigens In het midden laten of de
ze prijsverlaging door het inschake
len van deze agent tot stand is ge
komen. Het feit op zicb staat vast.
„l/if deze gang van zaken blijkt,
dat majoor Koopman in grote
mate zelfstandig kon handelen.
Het in hem gestelde vertrouwen
zou hebben moeten meebrengen,
dat hij een grote mate van onaf
hankelijkheid en waakzaamheid
ten opzichte van de leveranciers
betrachtte. Toen hem was ge
bleken. dat niet aan dc voor
schriften uias voldaan, zou hij zijn
superieuren hierop hebben moeten
u'u2en. De commissie heeft niet
de indruk, dat majoor Koopmann
aan het in hem gestelde rer-
trouwen heeft voldaan. Zijn ver
houding ten opzichte van de heer
Van Benthem was van te persoon
lijke aard, waardoor zijn ambte
lijke verhouding sterk aan zuiver
heid heeft ingeboet".
Tenslotte heeft de commissie nog
een onderzoek ingesteld naar het
optreden van de Koninklijke mare
chaussee en uit dat onderzoek is
komen vast te staan, dat dit optreden
in geen enkel opzicht laakbaar is te
noemen.
„Nola van opmerkingen
Nota van Opmerkingen, legt hij er
de nadruk op. dat hij nimmer heeft
willen verbergen, dat het beleid van
den bevredigend geweest. Dit
:ml echter niet weg. dat door
m dc voorkeur wordt gegeven aan
i duidelijker schelding
tw «ordelijkheden
iielf,
i de 3
medewerkers tekortkomingen
heeft vertoond. ..Hij heeft dc z.g.
helnienaffairc zelf in dc openbaar
heid gebracht door een justitiële ver
volging uit tc lokken terzake van
bij de 'ieurüig der helmen gepleeg
de onregelmatigheden. Ilij was cr
zich daarbij uiteraard van bewast,
dat oen openbare terechtzitting
.•en volledige openbaarheid van dc
met de hclmenproductlr ondervon-
cn moeilijkheden zou leiden. en
een en a r een ongunstige Indruk
zou wekken. Hij heeft ook nlrt ge
aarzeld elke mogelijke medewerking
Ten aanzien van de opmerkingen,
door de commissie over de aanschaf
fing van de helmen gemaakt, zegt
dc minister:
a. dc omwisseling bij de in actieve
er iensl erloevondc militairen van
1st. zee-, land- en luchtmacht van on-
tot deugdelijke of minder deugdelijke
de helmen in geheel deugdelijke. na-
on- dert haar voltooiing. De minister Is
en het met de commissie eens. dat de-
helm niet identiek Is met de Ame-
aansr. maar merkt daarbij op,
l hij tenminste dezelfde bescher-
nderzoek te geven, en heeft
zoals hij .roeger ook bij herhaling
iceft meegedeeld niets gedaan
om dc verantwoordelijkheid voor de
gemaakte fouten uit de weg te
gaan."
..HU heeft echter steeds stelling
genomen tegen verdachtmakingen
aan het adres van medewerkers, of
ficieren en ambtenaren, van wier
bekwaamheid, toewijding en on
kreukbaarheid hij zeker was. liet
stemt hem tot grote erkentelijkheid,
dat dc commissie na een grondig
onderzoek, waarin Iedereen gehoord
Is kunnen worden die meende Iets
van belang over de gang van raken
op het directoraat materieel land
macht te kunnen mededelen, deze
medewerkers op zo royale wijze van
elke verdenking van onbekwaamheid
rn onzuiverheid heeft gezuiverd."
De minister zegt verder: Inder-
ren berustende helmen worden bij
opkomst In werkelijke dienst onmid
dellijk vervangen. De vervangen
exemplaren worden opnieuw gecon
troleerd.
c. voor de niet aan de gevechts-
elscn voldoende helmen zal een nieu
we bestemming worden gezocht,
waarbij jacht Is aan personeel,
dat geen gevechtstaak heeft, zoals
•urgerpersoneel in militaire werk
plaatsen. personeel van dc Bescher
ming Bevolking,, van de Mobiele Co
lonnes enz.
BU de ..gasmaskers" plaatst de
nister als kanttekening: Indien i
de hoogste eisen rekening
daad heeft de gehaastheid in de gr- gehouden, zou het gevolg zijn ge-
heersende rol ge- troepen bij i
hele na-oorlogse wederopbouw
het leger
speeld en in vele
gevallen geleld tot
het forceren daar
van. Oorzaak van
deze algemene ge-
hoaasthcid is ge-
de internationale
spanningen. Onder
deze omstandighe
den was het nood
zakelijk, zowel de
personele opbouw
van gevechtseen
heden als de uit
rusting van de te
zoveel mogelijk te
forceren, en des
noods het risico
van fouten en mis
slagen als gevolg
van de overhaas
ting tc aanvaarden.
Dit risico was aan v
Al deze moeilijkheden werden nog
vergroot door de omstandigheid,
dat de wel beschikbare Nederlandse
militaire deskundigen op het gebied
van de materleelvoorzlening en de
Nederlandse militaire technici gedu- ledig
rende de vUf oorlogsjaren vrijwel
geheel geïsoleerd waren geweest van
de stormachtige ontwikkelingen die prljsaanbiedlng
de log'-tick en de techniek In die
periode hebben ondergaan, 'en zij
zich in de daarop volgende vijf ja
ren 19451950 vrijwel uitsluitend
hadden moeten coi
taak van opbouw i
ren strijdmacht vc
Ie taak In Indonesi,
het een en ander w
kelljk op dc eisen
dat in geval van oorlog de
conflict niet
enig gasmasker
zouden hebben be
schikt, omdat het
Ideale ventiel toen
nog niet 'n
zelfs In een veel
later stadium nog
niet was gevonden.
Geheel los van on
voldoende deskun
dige keuring vol
deden en voldoen
alle gasmaskers
aan de els van be-
•herming tegen
Ir' rwicoïAF centrmtles van de
ezlg Over de gevechtsschoenen zegt de
minister, dat tot zijn leedwezen on
langs een belangrijke order voor
vcldschoenen bulten Nederland
moest worden geplaatst, omdat de
Nederlandse fabrieken, hoewel vol-
'outllleerd, In vergelijking
Belgische firma geen kans
hebben gezien een asnvasrdbsre
de Jeepwielen betreft merkt
icentrcrcn op dc dc minister op. dat Het Staatsbedrijf
uitrusting i
der Artlllerle-InrlchtinL
derzoeken als N.V. en na 1 Januari
Als gevolg van '59 als staatsbedrijf niet Is geëqul-
ren zij aanmer- pcerd. Hij blijft daarbij aangewezen
an een moder- op de werkgroepen van lechnl-
geoot verband sche deskundigen én op de Neder-
htcr geraakt, hetgeen vooral landac automobielindustrie met de
toeleverende bedrijven.
van invloed
1950 bovendien nog werden gecon
fronteerd met dc opgave om bij de
geforceerde ophouw en uitrusting
plotseling
llwt
schakelen van het Engelse op h<
>ns nog vrijwel on-
anse logistiek sv-
tot dat
bekende
De minister legt
Er worden, aldus de minister op het
ogenblik jnderhandeiingen gevoerd
om ICIO door een particuliere com
binatie weer In bedrijf te doen stel
len. onder behoud van de trotylpro-
de nadruk op, ductie-facilltelten in geval
gemaakt, noch ook thans de nadruk
legt op dc tegenwerkende factoren,
om zich bij voorbaat voor inderdaad de ICIO een deel
gemaakte fouten en misslagen In
het algemeen te verontschuldigen.
Naar zijn mening eist echter de
rechtvaardigheid, dat bij de beoor
deling van feilen en verzuimen re
kening wordt gehouden met alle om
standigheden. waaronder ze zijn be- tend
gaan. en derhalve
standigheden. die tot het aanvaar
den van het risico van verkeerd han
delen hebben genoodzaakt.
Ter voltooiing van de achtergrond,
waartegen naar het oordeel van de
minister door de commissie ge- nisatie
signaleen' fouten
op het terrein van
•-an de op den duur
noodzakelijk wordende renovatie van
munitie kunnen doen geschieden. En
bij dc eventueel aan te gane trans
actie en bij eventuele vestiging van
het rcnovatlebedrljf zullen de finan
ciële belangen van het rijk nauwlet-
orden gevolgd.
Jt van zijn nota noemt
enkele punten, die bij
M i mogelijke reorga-
irblnnen de fouten zijn ge-
maakt. In de Jaren 1951 tot en met lijkheid
1954 was voor materleel-aanschaf-
fingen voor de Koninklijke land
macht een bedrag beschikbaar van
f 1950 miljoen. Dc binnen dit totaal
bedrag vallende transacties, die In
et rapport van de commissie zijn
besproken, hebben tezamen rond
37 miljoen aan uitgaven gevergd.
De als gevolg van (outcn of minder
doordacht handelen veroorzaakte
werkelijke schade vormt van laatst
genoemd bedrag slechts een kleine
fractie.
Nader Ingaande op de taakverdeling
tussen hem en de staatssecretaris het efflt
van oorlog zegt de minister. dat tatle vai
onthouden landmacht hei
de mlnlste
itudle i
de militaire aanschaf
fingsdiensten de aandacht hebben,
t wil de minister voorkomen, dat
minister of de staatssecretaris be-
zljn dc verantwoorde-
het militaire aankoop-
men esteld uit een kleine groep des
kundigen, dat als taak heeft het
voorbereiden ten behoeve van de mi
nister of staatssecretaris van de
hnnfdli men van het aankoopbeleid,
toezicht op de ult-
issle
iet de
missie
w-hlkklnge
overeenstemming wi
el 3 van de wet van
1. De feitelijke taak-
Is deze tot het aftre-
atssccretarls heeft he-
ultvloelsel geweest.
afzonderlijke departementen, waar
van het ene meer dan het andere
de per onltjke leiding van hem op
eiste. anderzijds van de bijzondere
persoonlijk* elgensehappen. belang
stelling en ervaring van de betrok
ken personen. De met deze werkver-
"ellg bereikte onderlinge
houden
ring van de materleeltaak door
daartoe aangewezen instanties,
nzelfsprekcnd zou dit orgaan zijn
k voor hel materieelbeleid van
drie krijgsmachtdelen kun-
rrlchten. I "It de studie van
-bureau dat de organl-
het directoraat materieel
ideert. Is nu reeds
gebleken, dat hel onjuist zou zijn het
dirt
als enlr verantwoordelijk
te wijzi
fouten of van
volkomenheden sprake Is.
Aan het eind van zijn nota wijst de
minister er nog op. dat tegen onder
schatting van de technische deskun
digheid van de materleelorganlsatle
•rden gewaakt. Hel al t
etaillei
uit w
king Is
r de gei
ndlg-
nischr- en fabrleage-voorsehrlften
bergt nl. het gevaar In zich. dat de
verantwoordelijkheid van het he-
1 rijf steven voor de deugdelijkheid
van de geproduceerde artikelen naar
I militaire aankooporganisatie
■vordt
-srho'