MEI 1940: OORLOG
Geen aanmaning per
briefkaart
NMIDDELLIJK nadat de schreden. Ik richtte mij toen met de
O vijandelijkheden een aan
vang hadden genomen,
vaardigden wij de ge
bruikelijke neutraliteits-
verklaring uit. Hoe lang
zou die neutraliteit ge
ëerbiedigd worden?
Het waren kommervolle dagen,
die zich langzaam voortsleepten, en
weken en maanden werden. Hoe
lang zou het ongelukkige Polen kun
nen standhouden? Beangstigend snel
volgden de berichten over de vor
deringen van Hitiers legers in het
oosten elkander op. Wanneer zou
Hitier zich tegen het westen keren?
Overste Phaff, mijn adjudant, was
verbindingsofficier tussen het hoofd
kwartier van de opperbevelhebber
en mij en bracht mij iedere dag
rapport uit Van de aanvang af
waren de berichten het tegendeel
van geruststellend. Daarbij namen
de minder aan
gename voorval
len hier te lande,
veroorzaakt door
de nazi's of hun
handlangers, de
N.S.B.-ers, grote
re afmetingen
aan en werd hun
toon steeds aan
matigenden Dit
voorspelde niet
veel goeds voor
de naaste toe
komst.
iMan
volgende proclamatie tot ons volk:
..Mijn Volk l
Nadat ons land met angstvallige
nauwgezetheid al deze maanden
een stipte neutraliteit had in acht
genomen en terwijl het geen ander
voornemen had dan deze houding
streng en consequent vol te hou
den, is in de afgelopen nacht door
de Duitse weermacht zonder de
minste waarschuwing een plotse
linge aanval op ons gebied gedaan.
Dit niettegenstaande de plechtige
toezegging, dat de neutraliteit van
ons land zou worden ontzien,
zolang wij haar zelf handhaafden.
Ik richt hierbij een vlammend
protest tegen deze voorbeeldeloze
schending van de goede trouw en
aantasting van wat tussen be
schaafde staten behoorlijk is.
Ik en mijn regering zullen ook
thans onze
plicht doen.
Doet _gij de
uwe. overal en
in alle omstan
digheden, ieder
op de plaats,
waarop hij is
gesteld, met de
uiterste waak
zaamheid en
met die inner
lijke rust en
overgave, waar
toe een rein
geweten in staat
stelt."
Enkele uren na
de inval werd my
gemeld, dat ons
bewakingsdeta
chement een vij
andelijk vliegtuig
had neergescho-
In België, dat
evenals wy be
dreigd werd, leef
de dat najaar nog
een zwakke hoop
het onheil te kun
nen afwenden.
Leopold kwam
over met Spaak,
zijn minister van Buitenlandse Za- ten, dat in het Haagse Bos was
ken, teneinde met mij en Van Klef- neergestort. Die morgen daalden
fens van gedachten te wisselen over Duitse parachutisten in grote getale
de mogelijkheid van het gezamenlijk boven Den Haag.
ondernemen van een bemiddelingspo- Van militaire zijde kwam tot mij
ging. Na rijp beraad gingen wij daar- het verz0ek ons allen van Huis ten
toe over, echter zonder enig succes. Bosch naar de stad te begeven, waar
Onze goede bedoelingen wekten eer- meer v00r onze veiligheid kon wor-
der enige wrevel bij onze latere den jngestaan. Wij bereikten het
bondgenoten op. Noordeinde na een avontuurlijke
Temidden van al deze druk kwam tocht; overal verwarring, opeen
ineens het bericht, dat het Finse hopingen van mensen en verkeer,
volk aangevallen was door de Russen verbijsterde soldaten, die in hun
en zagen wij het schouwspel van eerste ondervinding van de strijd
het heldhaftig verzet van een klein met de neergekomen luchttroepen
volk tegen een geweldige overmacht, haast niet vriend van vijand konden
Bij mij leeft de herinnering voort onderscheiden,
aan een sombere Kerstmis: de zware Qm veiligheidsredenen gingen wij
druk van het naderende onheil, de naar de tuin en leefden enkele
vele gezinnen, die hun man of zoon jagen in en bij de kleine schuil-
moesten missen op dit feest, met helder. Wij maakten daar kennis
daarbij nog het vooruitzicht op het mej aBe gewone wederwaardigheden
lot, dat hen wachtte als de oorlog van de 00ri0gi die natuurlijk toen
onze grenzen zou overschrijden. geheel nieuw voor mij waren. Ik
Toen kwam die strenge lange was erg teleurgesteld mij niet in de
winter, die daar, waar in gewone |e kunnen bewegen en geloofde
tijden water was, sterke ijsmassa s maar half de rapporten omtrent de
voortbracht, waarover de vijand schermutselingen die in vele straten
maar al te gemakkelijk ons. land zou plaatsvonden. In het bijzonder be-
kunnen binnenrukken. treurde ik het, dat ik de gewonden
Tussen september 1939 en mei 1940 niet mocht gaan bezoeken en met
gingen mijn kinderen meer dan eens ze spreken in de ziekenhuizen. Met
naar Soestdijk terug, steeds slechts de ministers was het contact vrijwel
voor een korte poos. De laatste keer onmogelijk, ook zij bevonden zich
was het in het volle bewustzijn, dat jn de schuilkelders,
het wel eens een afscheid voor heel j,ja veej bezwaren te hebben over
lang zou kunnen zijn van hun pas WOnnen, slaagde mijn schoonzoon
ingericht thuis. Die keer moesten zij er jn een uitvoerbaar plan te maken
alle maatregelen treffen, die een om vrouw en kinderen naar veiliger
langdurige afwezigheid nu eenmaal oorden te brengen. Er waren toen
noodzakelijk maakt. Ze hielden zich voldoende parachutisten opgeruimd
dapper, doch toen zij terugkeerden om vervoer over enkele wegen
op het Huis ten Bosch, waarheen ik mogelijk te maken en in IJmuiden
in het voorjaar verhuisd was, kon iagen Engelse jagers, die bereid
ik merken, hoeveel hun dit vaarwel waren Juliana en de kinderen naar
gekost had. Ook mij ging het zo: Engeland te brengen. Voor deze
overal waar ik kwam, kwam de ge- 3Chepen was dit een moedig waag-
dachte bij mij op: „wanneer zie ik stuk, want zij konden niet door hun
dat ooit weer terug?" En dan het luchtmacht beschermd worden tegen
mij zo lief geworden Huis ten Bosch de vijand. Zondag kwam het af-
en zijn tuin in lenteweelde, met scheid. Met moeite had ik Bernhard
zyn tapijt van anemonen, zijn kievits- overreed, zelf mee te gaan; hij
bloemen en zijn schat van andere wi]<je natuurlijk blijven om mee te
wilde bloemen Temidden van deze strijden. Ik achtte zijn voortvarend-
pracht mijn kleinkinderen, geen heid en zijn vindingrijkheid in moei-
zorgen kennend en spelend op het ]jjke situaties onontbeerlijk op deze
gras. Het was een der zonnigste en tocht. Wonder boven wonder kreeg
vriendelijkste lentes die ik mij kan de volgende dag bericht van hun
herinneren. veilige aankomst te Londen. Later
In april kwamen de ontstellende pas vernam ik, dat bij het vertrek
berichten over de overrompeling van uit IJmuiden een vijandelijk vlieg-
Denemarken en de aanval op Noor- tuig gepoogd had een bom te werpen
wegen. Zelfs de bezwaren, die de op hun Engelse jager, en dat deze
verovering van dat land met zijn vlak naast het schip in het water
machtige bergketenen, doorsneden was terecht gekomen,
door diep het land ingaande fjorden, Ik stelde mij voor, dat het mij
met zich meebracht, bleken niet gegeven zou zijn, althans enige tijd
onoverwinnelijk voor de gewelde- op mijn post in Den Haag te blijven
naar en binnen een ondenkbaar en, mocht het ergste komen, met
korte tijd hadden Hitiers mannen het Nederlandse leger zuidwaarts te
het noordelijkste gebied van dit trekken, zoals Koning Albert destijds
langgerekte land in hun greep. gedaan had. Ik wist. dat Bernhard
De verjaardag van Juliana kwam. onverwijld zou terugkeren en op zijn
Wy probeerden flink te zijn en de plaats de strijd met mij zou voort-
moed erin te houden. Zij reed bij zetten. Hoe anders is het mij ver
schitterend zomerweer met man en gaan
kinderen per auto door de stad. Ik Intussen luidden de berichten, die
zag ze vertrekkenen er ging ik van het hoofdkwartier kreeg, dat
veel in mij om. de stryd voor onze troepen zwaar
Daarna weren alle berichten op was, zowel in da lucht als
een inval binnen enkele dagen. Met z0 tegenover een overmacht
mijn verstand beaamde ik dit vol- vliegtuigen stonden,
komen, en toch, gelijk zovele land- Zcl' bezaten weinig tanks, ter
genoten. klampte ik mij nog vaat onze luchtmacht veel te zwak
aan een strohalm van hoop, dat er weerstand te bieden,
iets geheel onvoorziens kon ge- Vanuit mijn verblijf kon ik als het
beuren, waardoor het ergste zou ware de oorlog horen naderen. Met
worden afgewend. Maar dat ge- instemming van de opperbevelhebber
beurde nietbelde ik 's nachts de Koning van
Phaff verzocht mij dringend de Groot-Brittannië op en vroeg hem
nacht van 9 op 10 mei met de mijnen om bijstand. Wel hadden de Engelsen
in de schuilkelder door te brengen, enige versterkingen gezonden, maar
Om vier uur de volgende morgen deze waren slechts een druppel op
had da vijand onza grenzen over- de gloeiende plaat.
In de vroege ochtend van de der
tiende mei gaf de opperbevelhebber
mij de raad Den Haag te verlaten.
Binnen enkele uren zou een vijande
lijke tankcolonne Rotterdam hebben
bereikt en hij kon niet voor de
verdere ontwikkeling van de toe
stand instaan. Voorts stelde hij mij
voor, dat ik mij naar Vlissingen of
Zeeuws-Vlaanderen zou begeven,
waar de militaire toestand er wat
minder ongunstig uitzag. Inderhaast
pakte ik een handkoffertje en ver
liet die ochtend Den Haag per auto
om half tien, voorafgegaan door een
auto met politietroepen. Ik nam de
op dat tijdstip dienstdoende adjudan
ten en de ordonnansofficier mee en
verder als gezelschap mejuffrouw
Van Rijn van Alkemade. Voorts
vergezelden mij de vice-president
van de Raad van State, de Minister
van Staat Jhr. Mr. Beelaerts van
Blokland en de Directeur van het
Kabinet, Jhr. Van Tets. De heer Van
't Sant, die op mijn verzoek zich
belast had met de zorg voor mijn
veiligheid na het vertrek van de
chef van onze veiligheidsdienst met
Juliana en de kinderen, verzocht ik
eveneens mede te gaan. Zo ver
trokken wij dan allen na een niet
gemakkelijk afscheid van hen die we
achterlieten.
Ons eerste doel was Hoek van
Holland. In het Westland waren ech
ter volgens de berichten nog niet
alle parachutisten opgeruimd. Gemeld
was. dat zij veelal vermomd warén
in de kledij van de bevolking en
vaak klonk dan ook vanuit de auto
vóór ons het bevel: „handen om
hoog". Bij met spoedig daaraan
voldoen werd vanuit de politieauto
Bernhard die zeer actief deelnam
de strijd tegen de parachutisten.
een enkele keer een schot afgegeven. o
Toen wij aankwamen in Hoek van
Holland vielen er enkele bommen.
Wij troffen daar een Engelse jager
aan, die voor vertrek gereed lag.
Echter moest er eerst een loods ge
zocht worden, die ons door de mij
nenvelden moest brengen. Onze com
mandant van de maritieme middelen
aldaar zocht voor ons een officier, die
alleszins op de hoogte was van de si
tuatie. Binnen korte tijd vond hij de
ze in de persoon van de overste Log
ger van onze Marine-Reserve, afkom
stig uit Rotterdam. Wij gingen aan
boord, waarop de jager onmiddellijk
vertrok. Met mijn gezelschap reisden
enige officieren, die door het Depar
tement van Oorlog aangewezen waren
om zich naar Engeland te begeven.
Als doel was Vlissingen of Bres
kens opgegeven. Met de Engelse com
mandant werd overlegd hoe contact
kon worden opgenomen met onze be
velvoerende schout-bij-nacht in Zee
land. Helaas, deze deelde tijdens een
diepgaande gedachtenwisseling mede.
dat hij geen contact met de wal mocht
opnemen. Dit waren de strikte in
structies, die hij van zijn Engelse su
perieur had ontvangen. Dit was eer
wel zeer teleurstellende tijding, want
daarmede viel praktisch het plan naai
Vlissingen of Zeeuws-Vlaanderen te
gaan in duigen. Het ware geheel on
verantwoord geweest aldaar aan tt
komen zonder voorafgaand contact
met onze schout-bij-nacht, die in dat
geval zowel de verantwoording zou
dragen voor de oorlogvoering als vooi
de veiligheid van mijn persoon er
verblijf. Daarenboven wisten wij niet:
van de plaatselijke situatie van het
ogenblik, noch in Vlissingen, noch in
Breskens. Goede raad was duur. Wi
waren nu in volle zee, terug kondei
wij niet. Na raadpleging van hen, di-
daarvoor in aanmerking kwamen -
een miniatuur krijgsraad in zwem
vesten besloot ik naar Engelanci
over te steken- Dit liet de instructie
van de commandant van de jager wèl
toe. In Engeland hoopte ik weer con
tact met Nederland te krijgen en
daar kon ik dan beoordelen wanneer
ik naar het vaderland kon terugkeren
en naar welke plaats. Bovendien zou
ik nu nóg een poging kunnen doen
meer militaire bijstand te krijgen.
Ik was me natuurlijk ten volle be
wust van de verbijsterende indruk,
die dit vertrek thuis zou maken, maar
waar het landsbelang dit meebracht,
zag ik mij verplicht de smaad aan te
durven van de schijn van gevlucht te
zijn.
Had de guerilla tegen de valscherm
troepen mij niet van de aanvang af
alle verbinding met het strijdende le
ger afgesneden, zo had ik mij naar
de strijdenden aan de Grebbe kunnen
begeven om het lot van de krijgsman
te delen en, zoals Willem III het uit
drukte: al6 de laatste man te vallen
in de laatste loopgraaf. Ik wist dus,
dat ook dat mij niet beschoren was.
Hoe anders is het met de krijgskan
sen gelopen dan wij ons voorgesteld
hadden. Teruggaan naar Nederland
werd voor mij onmogelijk. Spoedig
capituleerde Winkelman, die hiertoe
gemachtigd was als verdere strijd no
deloos bloedvergieten betekende.
De jager debarkeerde mij en mijn
gezelschap in Harwich. In afwachting
van een eventuele terugkeer was ik
van plan daar te blijven. De Britse
autoriteiten hadden echter reeds een
trein voor mij gereed staan om mij
naar Londen te brengen en zo vertrok
ik daarheen. Aan het station wachtte
mij Koning George op met mijn he
vig ontstelde kinderen, die er niets
van begrepen, dat ik hen zo spoedig
had moeten volgen. De Koning nodig
de my uit zijn gast en die van de
Koningin te zijn op
Buckingham Palace,
waarheen hij mij ge
leidde. Bernhard keerde
onmiddellijk naar het
toneel van de strijd bij
ons te lande terug en
trok vervolgens naar
Frankrijk. Enige dagen
I later kwam de ontmoe-
I ting met Haakon en
Olav van Noorwegen.
Noorwegen moest, als
wij, de strijd op eigen
bodem opgeven cn zette
die voort aan de zijde
der gealli^rden.
Zodra Hitiers verra
derlijke overval was be
gonnen, hadden Van
Kleffens (Buitenlandse
Zaken) en Weiter (Ko
loniën) zich naar En
geland begeven, teneinde
contact op te nemen
met onze bondgenoten.
Ik trof hen bij mijn
aankomst in Londen.
De overige ministers
volgden mij de volgen
de dag.
Na mijn aankomst in
Londen verscheen onze
proclamatie:
„Nadat volstrekt ze
ker was geworden, dat
wij en onze ministers
in Nederland niet
langer vrijelijk kon
den voortgaan met de
uitoefening van het
staatsgezag, moest het
harde, maar noodza
kelijke besluit worden
genomen de zetel der
regering te verplaat
sen naar het buiten
land, voor zolang als
onvermijdelijk is en met de be
doeling ons terstond weer in
Nederland te vestigen, zodra zulks
maar enigszins kan. De regering
bevindt zich thans in Engeland.
Zij wenst een regeringscapitulatie
te voorkomen. Daarbij blijft het
Nederlandse grondgebied dat in
Nederlandse handen blijft, in
Europa zowel als in Oost- en
West-Indië, één souvereine staat
die zijn stem als volwaardig lid
der Statengemeenschap en in het
bijzonder in de beraadslagingen
van de gezamenlijke bondgenoten
zal blijven laten horen en tot zijn
recht zal weten te brengen. De
militaire overheid en in hoogste
ressort de opperbevelhebber van
land- en zeemacht, beoordeelt
thans, welke maatregelen er m
militair opzicht nodig en verant
woord zijn.
Daar waar de overweldiger
heerst, moeten de plaatselijke bur
gerlijke overheden alles blijven
doen, wat in het belang der be
volking nuttig kan zijn en in de
eerste plaats medewerken tot het
bewaren van orde en rust.
Ons hart gaat uit naar onze
landgenoten in het vaderland, die
harde tijden zullen doormaken.
Maar Nederland zal zijn gehele
Europese grondgebied eenmaal met
Gods hulp herwinnen. Herinnert
u rampen uit vroeger eeuwen,
waaruit Nederland is herrezen.
Doet allen, wat u mogelijk is in
's lands welbegrepen belang. Wij
doen het onze. Leve het Vader
land
Steeds ongunstiger werden de be
richten omtrent de strijd in België en
Frankrijk. Koning Leopold had met
zyn leger gecapituleerd, de terug
tocht van de Britten over het Kanaal
was begonnen, de val van Parijs was
een kwestie van dagen. Wat was Hit-
Ier nu van plan? Zou hij verder door
stoten in Frankrijk om dit land ge
heel te onderwerpen, dan wel na zijn
overwinningen op het vasteland zich
op het Verenigd Koninkrijk werpen,
met lucht- en zeestrijdkrachten daar
landen? Hij deed het eerste en ver
loor daardoor de oorlog.
Indrukwekkende voorbereidingen
werden getroffen om een mogelijke
aanval op Britse bodem te keren.
En na enige tijd was men hiermede
reeds zover gevorderd, dat Hitier
geen kansen meer had. Later hebben
de bondgenoten volbracht wat Hitier
niet heeft aangedurfd: een groot
scheepse landing. Juist langs dié weg
kwamen zij uiteindelijk als overwin
naars uit de strijd en wij met hen.
Waar de vijand ons in het Ver
enigd Koninkrijk tengevolge van de
bezetting van Frankrijk wel zeer na
bij was, en zware luchtaanvallen wa
ren te verwachten, was het noodzake
lijk dat Juliana en de kinderen naar
een land gebracht werden, dat verder
van het toneel van de strijd verwij
derd was. Bij de keus van haar ver
blijfplaats waren overigens niet alleen
veiligheidsoverwegingen van belang.
Juliana moest haar tenten opslaan bij
één onzer bondgenoten, want ingeval
ik kwam te vallen, was het alleen
daar zeker, dat zij als Koningin rege
ringsdaden kon verrichten en de ko
ninklijke macht kon uitoefenen als
in Nederland. In een neutraal land
was dit niet geheel zeker. Mede ge
zien deze overweging viel de keus
op Canada. Voor haar vertrek daar
heen geregeld was, logeerde zij met
de kinderen op Lydney Park, hetgeen
veiliger leek dan Londen.
De doop van Irene, die in de herfst
van 1939 plaatsvond, maar door de
ouders tot het goede jaargetijde was
uitgesteld, zou in mei in Amsterdam
hebben plaats gehad. Gevolg gevend
aan een vriendelijk voorstel van het
Britse Koningspaar geschiedde deze
nu in de kapel van Buckingham Pa
lace. Deze dienst werd geleid door
de Britse hofprediker en Ds. Van
Dorp van de Nederlandse Hervorm
de Gemeente in Londen. De laatste
verrichtte de doop: Irene Emma Eli
sabeth. De Koningin van Groot-Brit-
tannië en onze strijdkrachten stonden
peet over haar.
De tweede juni scheepten Juliana
Duitse parachutisten dalen in de
morgenuren van 10 mei 1940 in
de omgeving van Den Haag.
Reeds in de eerste uren van de
oorlog werd gepoogd uitwijken
naar het buitenland van de Konin
gin, het Prinselijk gezin en de
regering te voorkomen.
Prinses Juliana en de beide prinsesjes Beatrix en Irene voor de schuil
kelder in de tuin van het Paleis Noordeinde.
heeft ondervonden en ook een goed
begrip voor de moeilijke en bijzon
dere situatie waarin zy zich bevond.
In dezelfde nacht, dat de Duitse
troepen de Nederlandse grenzen over
schreden, trokken zij ook België en
Luxemburg binnen. De Grootherto
gin en haar gezin konden hun land
nog juist verlaten, waardoor de
Luxemburgse regering buiten haar
grondgebied het bewind kon voort
zetten. Ook zij kwam naar Londen.
Door het besluit haar neutrale
standpunt te verlaten en combattant
te worden, hebben de Groothertogin
en haar regering hun volk een on
schatbare dienst bewezen.
Toen alle hoop op onmiddellijke
terugkeer vervlogen was, moest een
oplossing gezocht worden voor de
huisvesting van onze regeringsinstan
ties en van mij. Bernhard en ik be
trokken een huis op Eaton Square,
een groot donker Londens huis waar
plaats was voor mijn gehele omge
ving. Mijn zitkamer was een deftige
salon met donkerblauw behang en
meubels en oude familieportretten;
daaraan grenzend was een balkon,
uitziende op de Square met zijn hoge
oude bomen. Daar kon men de il
lusie hebben van in de buitenlucht
te zijn. Ik zat en werkte daar veel.
Weldra bekroop mij een sterk ver
langen naar een woning buiten. Ik
toog er zelf per auto op uit en vond
wat ik zocht in Roehampton, een ge--
huchtje grenzend aan Richmond
Park. Het was een optrekje met een
tuintje. Het huis was net groot ge
noeg wanneer Bernhard mij kwam
opzoeken. Voor meer personen dan
Bernhard. mij en de persoon die mij
begeleidde was geen plaats. Rich
mond grenst aan Londen.
Spoedig werd de black-out" aan
gebracht en kon ik verhuizen. Het
park was bij goed weer een heerlijk
buitenverblijf voor mij en iedereen
kon mij gemakkelijk bereiken in myn
huisje.
Daar ontmoette ik de eerste Enge
landvaarders, déér hoorde ik de eer
ste uitzending van Radio Oranje (de
Engelse regering had ons de beschik
king gegeven over zendtijd). Daar
kreeg ik de eerste brieven van Ju
liana. Déar leerde ik gewend te ra
ken aan mijn ballingschap.
met de kinderen en mevrouw Röell
met haar dochtertje zich in aan boord
van de „Sumatra", die geëscorteerd
door de „Jacob van Heemskerck"
naar Halifax koerste. Dit vertrek werd
uiteraard strikt geheim gehouden.
Bernhard, die toen terug was uit
Frankrijk, bracht Juliana aan boord.
Ik staarde in Lydney de vertrekken
de auto nawanneer en waar zou
den wij elkaar weerzien? Bernhard
kwam laat thuis, diep onder de in
druk van het afscheid. Het duurde
lang tot de eerste brief van Juliana
een lichtstraal bracht voor hem en
mij.
Een gelukkige omstandigheid was.
dat de aankomst van Juliana in Ca
nada samenviel met die van onze
neef Lord Athlone en onze nicht
Prinses Alice. Lord Athlone was zo
juist benoemd tot gouverneur-gene
raal van Canada.
De Canadese regering ontving Ju
liana gastvrij en had in afwachting
van de komst van de nieuwe gouver
neur-generaal logies te harer beschik
king gesteld in de in een oerwoud ge
bouwde Seigniory Club, in Monte
Bello, aan de oever van de Ottawa-
rivier gelegen. Zodra Lord Athlone
en Prinses Alice in hun verblijf in
Ottawa waren aangekomen, werden
Juliana en haar gezelschap hun gas
ten op Government House aldaar, tot
zij een huis gevonden had in het aan
Ottawa grenzend Rockcliffe Park.
Zij stelde zich dadelijk tot taak de
Nederlanders die binnen haar bereik
kwamen met haar zorgen en harte
lijkheid te omringen. Bij haar verde
re arbeid in Canada moest zij zelf
standig haar beleid bepalen, omdat
de verbinding met ons in Londen
uiteraard uiterst beperkt was. Wij
konden slechts om de drie weken een
kort telefoongesprek met haar voe
ren, waarin haast niets kon worden
gezegd, en waren verder op brief
wisseling aangewezen. Dank zij een
vriendelijk aanbod van Lord Athlone
behoefden wij onze brieven niet over
de post te verzenden, doch konden
deze in de „bag" van de gouverneur-
generaal worden meegegeven. Later
zal ik nog gelegenheid hebben op de
werkzaamheden van Juliana in te
gaan. Ik zou op deze plaats alleen
nog willen zeggen, dat zij van de
zijde van het Canadese volk en zijn
regering steeds ware vriendschap
Incassobureaus behoren bij het in
vorderen van schulden geen gebruik
te maken van aanmaningen op open
briefkaarten doch zich van gesloten
brieven te bedienen. Deze uitspraak
is gedaan door het college van toe
zicht op de leden van de Nederland
se vereniging van rechtskundige ad
viseurs.
Een Rotterdammer had zich tot dit
college gewend omdat hij zich door
een Amsterdams incassobureau bele
digd voelde. Dit bureau had hem be
drukte briefkaarten gezonden met
aanmaningen een bepaalde schuld te
voldoen, nadat een brief en bedrei
gingen met rechtsmaatregelen geen ef
fect hadden gesorteerd.
Het college van toezicht maakte naar
aanleiding van deze klacht uit. dat het
zelfs al aangenomen dat de klager een
notoir wanbetaler zou zijn, 'eden van
de Nederlandse vereniging van rechts
kundige adviseurs niet past bij hun po
gingen om betwiste of achterstallige
schuldvorderingen voor crediteuren te
incasseren, gebruik te maken van ge
drukte kaarten, al dan niet onder cou
vert gezonden. De inhoud daarvan kan
immers ter kennis van derden komen.
Gebruik maken van dergelijke open
gedrukte stukken, aldus het college, be
oogt niet anders dan het beïnvloeden
van de debiteur door de mogelijkheid
dat derden van zijn wan-
had aangevoerd, dat het
verzenden van kaarten in plaats van
brieven jaarlijks een aanzienlijk bedrag
aan porti bespaart. Dit motief kan
echter volgens het college het gebruiken
van open aanmaningskaarten niet recht
vaardigen.
Het college sprak tegen het bureau
dan ook een berisping uit.
Studiedag leerplan
godsdienstonderwijs
Ook dit jaar wordt in de paasvakantie
op woensdag 1 april 1959 op „De Horst
te Driebergen een studiedag gehouden
vooi alle leraren godsdienstonderwijs cn
bijbelkennis en cultuurgeschiedenis van
het Christendom.
Het thema zal zijn: het leerplan van
de godsdienstige vakken bij het V.H M O.
Ds. B van Gelder te Heemstede, leraar
bij het openbaar V.HM.O. te Haarlem
zal «preken over het vak bijbelkennis
en cultuurgeschiedenis van het Christen
dom. terwijl ds. G J Graafland te Zeist,
leraar bij het christelijk V H M O aldaar,
het vak godsdienstonderwijs bij het bij
zonder protestants onderwijs zal bespre
ken De studiedag duurt van 11—17 uur.
Kerk in Zonnegloren*'*
Op 17 maart zal de kerk- en recrea
tieruimte in het sanatorium ..Zonneglo
ren" U Soest in gebruik worden geoo»