MEI 1940: OORLOG Geen aanmaning per briefkaart NMIDDELLIJK nadat de schreden. Ik richtte mij toen met de O vijandelijkheden een aan vang hadden genomen, vaardigden wij de ge bruikelijke neutraliteits- verklaring uit. Hoe lang zou die neutraliteit ge ëerbiedigd worden? Het waren kommervolle dagen, die zich langzaam voortsleepten, en weken en maanden werden. Hoe lang zou het ongelukkige Polen kun nen standhouden? Beangstigend snel volgden de berichten over de vor deringen van Hitiers legers in het oosten elkander op. Wanneer zou Hitier zich tegen het westen keren? Overste Phaff, mijn adjudant, was verbindingsofficier tussen het hoofd kwartier van de opperbevelhebber en mij en bracht mij iedere dag rapport uit Van de aanvang af waren de berichten het tegendeel van geruststellend. Daarbij namen de minder aan gename voorval len hier te lande, veroorzaakt door de nazi's of hun handlangers, de N.S.B.-ers, grote re afmetingen aan en werd hun toon steeds aan matigenden Dit voorspelde niet veel goeds voor de naaste toe komst. iMan volgende proclamatie tot ons volk: ..Mijn Volk l Nadat ons land met angstvallige nauwgezetheid al deze maanden een stipte neutraliteit had in acht genomen en terwijl het geen ander voornemen had dan deze houding streng en consequent vol te hou den, is in de afgelopen nacht door de Duitse weermacht zonder de minste waarschuwing een plotse linge aanval op ons gebied gedaan. Dit niettegenstaande de plechtige toezegging, dat de neutraliteit van ons land zou worden ontzien, zolang wij haar zelf handhaafden. Ik richt hierbij een vlammend protest tegen deze voorbeeldeloze schending van de goede trouw en aantasting van wat tussen be schaafde staten behoorlijk is. Ik en mijn regering zullen ook thans onze plicht doen. Doet _gij de uwe. overal en in alle omstan digheden, ieder op de plaats, waarop hij is gesteld, met de uiterste waak zaamheid en met die inner lijke rust en overgave, waar toe een rein geweten in staat stelt." Enkele uren na de inval werd my gemeld, dat ons bewakingsdeta chement een vij andelijk vliegtuig had neergescho- In België, dat evenals wy be dreigd werd, leef de dat najaar nog een zwakke hoop het onheil te kun nen afwenden. Leopold kwam over met Spaak, zijn minister van Buitenlandse Za- ten, dat in het Haagse Bos was ken, teneinde met mij en Van Klef- neergestort. Die morgen daalden fens van gedachten te wisselen over Duitse parachutisten in grote getale de mogelijkheid van het gezamenlijk boven Den Haag. ondernemen van een bemiddelingspo- Van militaire zijde kwam tot mij ging. Na rijp beraad gingen wij daar- het verz0ek ons allen van Huis ten toe over, echter zonder enig succes. Bosch naar de stad te begeven, waar Onze goede bedoelingen wekten eer- meer v00r onze veiligheid kon wor- der enige wrevel bij onze latere den jngestaan. Wij bereikten het bondgenoten op. Noordeinde na een avontuurlijke Temidden van al deze druk kwam tocht; overal verwarring, opeen ineens het bericht, dat het Finse hopingen van mensen en verkeer, volk aangevallen was door de Russen verbijsterde soldaten, die in hun en zagen wij het schouwspel van eerste ondervinding van de strijd het heldhaftig verzet van een klein met de neergekomen luchttroepen volk tegen een geweldige overmacht, haast niet vriend van vijand konden Bij mij leeft de herinnering voort onderscheiden, aan een sombere Kerstmis: de zware Qm veiligheidsredenen gingen wij druk van het naderende onheil, de naar de tuin en leefden enkele vele gezinnen, die hun man of zoon jagen in en bij de kleine schuil- moesten missen op dit feest, met helder. Wij maakten daar kennis daarbij nog het vooruitzicht op het mej aBe gewone wederwaardigheden lot, dat hen wachtte als de oorlog van de 00ri0gi die natuurlijk toen onze grenzen zou overschrijden. geheel nieuw voor mij waren. Ik Toen kwam die strenge lange was erg teleurgesteld mij niet in de winter, die daar, waar in gewone |e kunnen bewegen en geloofde tijden water was, sterke ijsmassa s maar half de rapporten omtrent de voortbracht, waarover de vijand schermutselingen die in vele straten maar al te gemakkelijk ons. land zou plaatsvonden. In het bijzonder be- kunnen binnenrukken. treurde ik het, dat ik de gewonden Tussen september 1939 en mei 1940 niet mocht gaan bezoeken en met gingen mijn kinderen meer dan eens ze spreken in de ziekenhuizen. Met naar Soestdijk terug, steeds slechts de ministers was het contact vrijwel voor een korte poos. De laatste keer onmogelijk, ook zij bevonden zich was het in het volle bewustzijn, dat jn de schuilkelders, het wel eens een afscheid voor heel j,ja veej bezwaren te hebben over lang zou kunnen zijn van hun pas WOnnen, slaagde mijn schoonzoon ingericht thuis. Die keer moesten zij er jn een uitvoerbaar plan te maken alle maatregelen treffen, die een om vrouw en kinderen naar veiliger langdurige afwezigheid nu eenmaal oorden te brengen. Er waren toen noodzakelijk maakt. Ze hielden zich voldoende parachutisten opgeruimd dapper, doch toen zij terugkeerden om vervoer over enkele wegen op het Huis ten Bosch, waarheen ik mogelijk te maken en in IJmuiden in het voorjaar verhuisd was, kon iagen Engelse jagers, die bereid ik merken, hoeveel hun dit vaarwel waren Juliana en de kinderen naar gekost had. Ook mij ging het zo: Engeland te brengen. Voor deze overal waar ik kwam, kwam de ge- 3Chepen was dit een moedig waag- dachte bij mij op: „wanneer zie ik stuk, want zij konden niet door hun dat ooit weer terug?" En dan het luchtmacht beschermd worden tegen mij zo lief geworden Huis ten Bosch de vijand. Zondag kwam het af- en zijn tuin in lenteweelde, met scheid. Met moeite had ik Bernhard zyn tapijt van anemonen, zijn kievits- overreed, zelf mee te gaan; hij bloemen en zijn schat van andere wi]<je natuurlijk blijven om mee te wilde bloemen Temidden van deze strijden. Ik achtte zijn voortvarend- pracht mijn kleinkinderen, geen heid en zijn vindingrijkheid in moei- zorgen kennend en spelend op het ]jjke situaties onontbeerlijk op deze gras. Het was een der zonnigste en tocht. Wonder boven wonder kreeg vriendelijkste lentes die ik mij kan de volgende dag bericht van hun herinneren. veilige aankomst te Londen. Later In april kwamen de ontstellende pas vernam ik, dat bij het vertrek berichten over de overrompeling van uit IJmuiden een vijandelijk vlieg- Denemarken en de aanval op Noor- tuig gepoogd had een bom te werpen wegen. Zelfs de bezwaren, die de op hun Engelse jager, en dat deze verovering van dat land met zijn vlak naast het schip in het water machtige bergketenen, doorsneden was terecht gekomen, door diep het land ingaande fjorden, Ik stelde mij voor, dat het mij met zich meebracht, bleken niet gegeven zou zijn, althans enige tijd onoverwinnelijk voor de gewelde- op mijn post in Den Haag te blijven naar en binnen een ondenkbaar en, mocht het ergste komen, met korte tijd hadden Hitiers mannen het Nederlandse leger zuidwaarts te het noordelijkste gebied van dit trekken, zoals Koning Albert destijds langgerekte land in hun greep. gedaan had. Ik wist. dat Bernhard De verjaardag van Juliana kwam. onverwijld zou terugkeren en op zijn Wy probeerden flink te zijn en de plaats de strijd met mij zou voort- moed erin te houden. Zij reed bij zetten. Hoe anders is het mij ver schitterend zomerweer met man en gaan kinderen per auto door de stad. Ik Intussen luidden de berichten, die zag ze vertrekkenen er ging ik van het hoofdkwartier kreeg, dat veel in mij om. de stryd voor onze troepen zwaar Daarna weren alle berichten op was, zowel in da lucht als een inval binnen enkele dagen. Met z0 tegenover een overmacht mijn verstand beaamde ik dit vol- vliegtuigen stonden, komen, en toch, gelijk zovele land- Zcl' bezaten weinig tanks, ter genoten. klampte ik mij nog vaat onze luchtmacht veel te zwak aan een strohalm van hoop, dat er weerstand te bieden, iets geheel onvoorziens kon ge- Vanuit mijn verblijf kon ik als het beuren, waardoor het ergste zou ware de oorlog horen naderen. Met worden afgewend. Maar dat ge- instemming van de opperbevelhebber beurde nietbelde ik 's nachts de Koning van Phaff verzocht mij dringend de Groot-Brittannië op en vroeg hem nacht van 9 op 10 mei met de mijnen om bijstand. Wel hadden de Engelsen in de schuilkelder door te brengen, enige versterkingen gezonden, maar Om vier uur de volgende morgen deze waren slechts een druppel op had da vijand onza grenzen over- de gloeiende plaat. In de vroege ochtend van de der tiende mei gaf de opperbevelhebber mij de raad Den Haag te verlaten. Binnen enkele uren zou een vijande lijke tankcolonne Rotterdam hebben bereikt en hij kon niet voor de verdere ontwikkeling van de toe stand instaan. Voorts stelde hij mij voor, dat ik mij naar Vlissingen of Zeeuws-Vlaanderen zou begeven, waar de militaire toestand er wat minder ongunstig uitzag. Inderhaast pakte ik een handkoffertje en ver liet die ochtend Den Haag per auto om half tien, voorafgegaan door een auto met politietroepen. Ik nam de op dat tijdstip dienstdoende adjudan ten en de ordonnansofficier mee en verder als gezelschap mejuffrouw Van Rijn van Alkemade. Voorts vergezelden mij de vice-president van de Raad van State, de Minister van Staat Jhr. Mr. Beelaerts van Blokland en de Directeur van het Kabinet, Jhr. Van Tets. De heer Van 't Sant, die op mijn verzoek zich belast had met de zorg voor mijn veiligheid na het vertrek van de chef van onze veiligheidsdienst met Juliana en de kinderen, verzocht ik eveneens mede te gaan. Zo ver trokken wij dan allen na een niet gemakkelijk afscheid van hen die we achterlieten. Ons eerste doel was Hoek van Holland. In het Westland waren ech ter volgens de berichten nog niet alle parachutisten opgeruimd. Gemeld was. dat zij veelal vermomd warén in de kledij van de bevolking en vaak klonk dan ook vanuit de auto vóór ons het bevel: „handen om hoog". Bij met spoedig daaraan voldoen werd vanuit de politieauto Bernhard die zeer actief deelnam de strijd tegen de parachutisten. een enkele keer een schot afgegeven. o Toen wij aankwamen in Hoek van Holland vielen er enkele bommen. Wij troffen daar een Engelse jager aan, die voor vertrek gereed lag. Echter moest er eerst een loods ge zocht worden, die ons door de mij nenvelden moest brengen. Onze com mandant van de maritieme middelen aldaar zocht voor ons een officier, die alleszins op de hoogte was van de si tuatie. Binnen korte tijd vond hij de ze in de persoon van de overste Log ger van onze Marine-Reserve, afkom stig uit Rotterdam. Wij gingen aan boord, waarop de jager onmiddellijk vertrok. Met mijn gezelschap reisden enige officieren, die door het Depar tement van Oorlog aangewezen waren om zich naar Engeland te begeven. Als doel was Vlissingen of Bres kens opgegeven. Met de Engelse com mandant werd overlegd hoe contact kon worden opgenomen met onze be velvoerende schout-bij-nacht in Zee land. Helaas, deze deelde tijdens een diepgaande gedachtenwisseling mede. dat hij geen contact met de wal mocht opnemen. Dit waren de strikte in structies, die hij van zijn Engelse su perieur had ontvangen. Dit was eer wel zeer teleurstellende tijding, want daarmede viel praktisch het plan naai Vlissingen of Zeeuws-Vlaanderen te gaan in duigen. Het ware geheel on verantwoord geweest aldaar aan tt komen zonder voorafgaand contact met onze schout-bij-nacht, die in dat geval zowel de verantwoording zou dragen voor de oorlogvoering als vooi de veiligheid van mijn persoon er verblijf. Daarenboven wisten wij niet: van de plaatselijke situatie van het ogenblik, noch in Vlissingen, noch in Breskens. Goede raad was duur. Wi waren nu in volle zee, terug kondei wij niet. Na raadpleging van hen, di- daarvoor in aanmerking kwamen - een miniatuur krijgsraad in zwem vesten besloot ik naar Engelanci over te steken- Dit liet de instructie van de commandant van de jager wèl toe. In Engeland hoopte ik weer con tact met Nederland te krijgen en daar kon ik dan beoordelen wanneer ik naar het vaderland kon terugkeren en naar welke plaats. Bovendien zou ik nu nóg een poging kunnen doen meer militaire bijstand te krijgen. Ik was me natuurlijk ten volle be wust van de verbijsterende indruk, die dit vertrek thuis zou maken, maar waar het landsbelang dit meebracht, zag ik mij verplicht de smaad aan te durven van de schijn van gevlucht te zijn. Had de guerilla tegen de valscherm troepen mij niet van de aanvang af alle verbinding met het strijdende le ger afgesneden, zo had ik mij naar de strijdenden aan de Grebbe kunnen begeven om het lot van de krijgsman te delen en, zoals Willem III het uit drukte: al6 de laatste man te vallen in de laatste loopgraaf. Ik wist dus, dat ook dat mij niet beschoren was. Hoe anders is het met de krijgskan sen gelopen dan wij ons voorgesteld hadden. Teruggaan naar Nederland werd voor mij onmogelijk. Spoedig capituleerde Winkelman, die hiertoe gemachtigd was als verdere strijd no deloos bloedvergieten betekende. De jager debarkeerde mij en mijn gezelschap in Harwich. In afwachting van een eventuele terugkeer was ik van plan daar te blijven. De Britse autoriteiten hadden echter reeds een trein voor mij gereed staan om mij naar Londen te brengen en zo vertrok ik daarheen. Aan het station wachtte mij Koning George op met mijn he vig ontstelde kinderen, die er niets van begrepen, dat ik hen zo spoedig had moeten volgen. De Koning nodig de my uit zijn gast en die van de Koningin te zijn op Buckingham Palace, waarheen hij mij ge leidde. Bernhard keerde onmiddellijk naar het toneel van de strijd bij ons te lande terug en trok vervolgens naar Frankrijk. Enige dagen I later kwam de ontmoe- I ting met Haakon en Olav van Noorwegen. Noorwegen moest, als wij, de strijd op eigen bodem opgeven cn zette die voort aan de zijde der gealli^rden. Zodra Hitiers verra derlijke overval was be gonnen, hadden Van Kleffens (Buitenlandse Zaken) en Weiter (Ko loniën) zich naar En geland begeven, teneinde contact op te nemen met onze bondgenoten. Ik trof hen bij mijn aankomst in Londen. De overige ministers volgden mij de volgen de dag. Na mijn aankomst in Londen verscheen onze proclamatie: „Nadat volstrekt ze ker was geworden, dat wij en onze ministers in Nederland niet langer vrijelijk kon den voortgaan met de uitoefening van het staatsgezag, moest het harde, maar noodza kelijke besluit worden genomen de zetel der regering te verplaat sen naar het buiten land, voor zolang als onvermijdelijk is en met de be doeling ons terstond weer in Nederland te vestigen, zodra zulks maar enigszins kan. De regering bevindt zich thans in Engeland. Zij wenst een regeringscapitulatie te voorkomen. Daarbij blijft het Nederlandse grondgebied dat in Nederlandse handen blijft, in Europa zowel als in Oost- en West-Indië, één souvereine staat die zijn stem als volwaardig lid der Statengemeenschap en in het bijzonder in de beraadslagingen van de gezamenlijke bondgenoten zal blijven laten horen en tot zijn recht zal weten te brengen. De militaire overheid en in hoogste ressort de opperbevelhebber van land- en zeemacht, beoordeelt thans, welke maatregelen er m militair opzicht nodig en verant woord zijn. Daar waar de overweldiger heerst, moeten de plaatselijke bur gerlijke overheden alles blijven doen, wat in het belang der be volking nuttig kan zijn en in de eerste plaats medewerken tot het bewaren van orde en rust. Ons hart gaat uit naar onze landgenoten in het vaderland, die harde tijden zullen doormaken. Maar Nederland zal zijn gehele Europese grondgebied eenmaal met Gods hulp herwinnen. Herinnert u rampen uit vroeger eeuwen, waaruit Nederland is herrezen. Doet allen, wat u mogelijk is in 's lands welbegrepen belang. Wij doen het onze. Leve het Vader land Steeds ongunstiger werden de be richten omtrent de strijd in België en Frankrijk. Koning Leopold had met zyn leger gecapituleerd, de terug tocht van de Britten over het Kanaal was begonnen, de val van Parijs was een kwestie van dagen. Wat was Hit- Ier nu van plan? Zou hij verder door stoten in Frankrijk om dit land ge heel te onderwerpen, dan wel na zijn overwinningen op het vasteland zich op het Verenigd Koninkrijk werpen, met lucht- en zeestrijdkrachten daar landen? Hij deed het eerste en ver loor daardoor de oorlog. Indrukwekkende voorbereidingen werden getroffen om een mogelijke aanval op Britse bodem te keren. En na enige tijd was men hiermede reeds zover gevorderd, dat Hitier geen kansen meer had. Later hebben de bondgenoten volbracht wat Hitier niet heeft aangedurfd: een groot scheepse landing. Juist langs dié weg kwamen zij uiteindelijk als overwin naars uit de strijd en wij met hen. Waar de vijand ons in het Ver enigd Koninkrijk tengevolge van de bezetting van Frankrijk wel zeer na bij was, en zware luchtaanvallen wa ren te verwachten, was het noodzake lijk dat Juliana en de kinderen naar een land gebracht werden, dat verder van het toneel van de strijd verwij derd was. Bij de keus van haar ver blijfplaats waren overigens niet alleen veiligheidsoverwegingen van belang. Juliana moest haar tenten opslaan bij één onzer bondgenoten, want ingeval ik kwam te vallen, was het alleen daar zeker, dat zij als Koningin rege ringsdaden kon verrichten en de ko ninklijke macht kon uitoefenen als in Nederland. In een neutraal land was dit niet geheel zeker. Mede ge zien deze overweging viel de keus op Canada. Voor haar vertrek daar heen geregeld was, logeerde zij met de kinderen op Lydney Park, hetgeen veiliger leek dan Londen. De doop van Irene, die in de herfst van 1939 plaatsvond, maar door de ouders tot het goede jaargetijde was uitgesteld, zou in mei in Amsterdam hebben plaats gehad. Gevolg gevend aan een vriendelijk voorstel van het Britse Koningspaar geschiedde deze nu in de kapel van Buckingham Pa lace. Deze dienst werd geleid door de Britse hofprediker en Ds. Van Dorp van de Nederlandse Hervorm de Gemeente in Londen. De laatste verrichtte de doop: Irene Emma Eli sabeth. De Koningin van Groot-Brit- tannië en onze strijdkrachten stonden peet over haar. De tweede juni scheepten Juliana Duitse parachutisten dalen in de morgenuren van 10 mei 1940 in de omgeving van Den Haag. Reeds in de eerste uren van de oorlog werd gepoogd uitwijken naar het buitenland van de Konin gin, het Prinselijk gezin en de regering te voorkomen. Prinses Juliana en de beide prinsesjes Beatrix en Irene voor de schuil kelder in de tuin van het Paleis Noordeinde. heeft ondervonden en ook een goed begrip voor de moeilijke en bijzon dere situatie waarin zy zich bevond. In dezelfde nacht, dat de Duitse troepen de Nederlandse grenzen over schreden, trokken zij ook België en Luxemburg binnen. De Grootherto gin en haar gezin konden hun land nog juist verlaten, waardoor de Luxemburgse regering buiten haar grondgebied het bewind kon voort zetten. Ook zij kwam naar Londen. Door het besluit haar neutrale standpunt te verlaten en combattant te worden, hebben de Groothertogin en haar regering hun volk een on schatbare dienst bewezen. Toen alle hoop op onmiddellijke terugkeer vervlogen was, moest een oplossing gezocht worden voor de huisvesting van onze regeringsinstan ties en van mij. Bernhard en ik be trokken een huis op Eaton Square, een groot donker Londens huis waar plaats was voor mijn gehele omge ving. Mijn zitkamer was een deftige salon met donkerblauw behang en meubels en oude familieportretten; daaraan grenzend was een balkon, uitziende op de Square met zijn hoge oude bomen. Daar kon men de il lusie hebben van in de buitenlucht te zijn. Ik zat en werkte daar veel. Weldra bekroop mij een sterk ver langen naar een woning buiten. Ik toog er zelf per auto op uit en vond wat ik zocht in Roehampton, een ge-- huchtje grenzend aan Richmond Park. Het was een optrekje met een tuintje. Het huis was net groot ge noeg wanneer Bernhard mij kwam opzoeken. Voor meer personen dan Bernhard. mij en de persoon die mij begeleidde was geen plaats. Rich mond grenst aan Londen. Spoedig werd de black-out" aan gebracht en kon ik verhuizen. Het park was bij goed weer een heerlijk buitenverblijf voor mij en iedereen kon mij gemakkelijk bereiken in myn huisje. Daar ontmoette ik de eerste Enge landvaarders, déér hoorde ik de eer ste uitzending van Radio Oranje (de Engelse regering had ons de beschik king gegeven over zendtijd). Daar kreeg ik de eerste brieven van Ju liana. Déar leerde ik gewend te ra ken aan mijn ballingschap. met de kinderen en mevrouw Röell met haar dochtertje zich in aan boord van de „Sumatra", die geëscorteerd door de „Jacob van Heemskerck" naar Halifax koerste. Dit vertrek werd uiteraard strikt geheim gehouden. Bernhard, die toen terug was uit Frankrijk, bracht Juliana aan boord. Ik staarde in Lydney de vertrekken de auto nawanneer en waar zou den wij elkaar weerzien? Bernhard kwam laat thuis, diep onder de in druk van het afscheid. Het duurde lang tot de eerste brief van Juliana een lichtstraal bracht voor hem en mij. Een gelukkige omstandigheid was. dat de aankomst van Juliana in Ca nada samenviel met die van onze neef Lord Athlone en onze nicht Prinses Alice. Lord Athlone was zo juist benoemd tot gouverneur-gene raal van Canada. De Canadese regering ontving Ju liana gastvrij en had in afwachting van de komst van de nieuwe gouver neur-generaal logies te harer beschik king gesteld in de in een oerwoud ge bouwde Seigniory Club, in Monte Bello, aan de oever van de Ottawa- rivier gelegen. Zodra Lord Athlone en Prinses Alice in hun verblijf in Ottawa waren aangekomen, werden Juliana en haar gezelschap hun gas ten op Government House aldaar, tot zij een huis gevonden had in het aan Ottawa grenzend Rockcliffe Park. Zij stelde zich dadelijk tot taak de Nederlanders die binnen haar bereik kwamen met haar zorgen en harte lijkheid te omringen. Bij haar verde re arbeid in Canada moest zij zelf standig haar beleid bepalen, omdat de verbinding met ons in Londen uiteraard uiterst beperkt was. Wij konden slechts om de drie weken een kort telefoongesprek met haar voe ren, waarin haast niets kon worden gezegd, en waren verder op brief wisseling aangewezen. Dank zij een vriendelijk aanbod van Lord Athlone behoefden wij onze brieven niet over de post te verzenden, doch konden deze in de „bag" van de gouverneur- generaal worden meegegeven. Later zal ik nog gelegenheid hebben op de werkzaamheden van Juliana in te gaan. Ik zou op deze plaats alleen nog willen zeggen, dat zij van de zijde van het Canadese volk en zijn regering steeds ware vriendschap Incassobureaus behoren bij het in vorderen van schulden geen gebruik te maken van aanmaningen op open briefkaarten doch zich van gesloten brieven te bedienen. Deze uitspraak is gedaan door het college van toe zicht op de leden van de Nederland se vereniging van rechtskundige ad viseurs. Een Rotterdammer had zich tot dit college gewend omdat hij zich door een Amsterdams incassobureau bele digd voelde. Dit bureau had hem be drukte briefkaarten gezonden met aanmaningen een bepaalde schuld te voldoen, nadat een brief en bedrei gingen met rechtsmaatregelen geen ef fect hadden gesorteerd. Het college van toezicht maakte naar aanleiding van deze klacht uit. dat het zelfs al aangenomen dat de klager een notoir wanbetaler zou zijn, 'eden van de Nederlandse vereniging van rechts kundige adviseurs niet past bij hun po gingen om betwiste of achterstallige schuldvorderingen voor crediteuren te incasseren, gebruik te maken van ge drukte kaarten, al dan niet onder cou vert gezonden. De inhoud daarvan kan immers ter kennis van derden komen. Gebruik maken van dergelijke open gedrukte stukken, aldus het college, be oogt niet anders dan het beïnvloeden van de debiteur door de mogelijkheid dat derden van zijn wan- had aangevoerd, dat het verzenden van kaarten in plaats van brieven jaarlijks een aanzienlijk bedrag aan porti bespaart. Dit motief kan echter volgens het college het gebruiken van open aanmaningskaarten niet recht vaardigen. Het college sprak tegen het bureau dan ook een berisping uit. Studiedag leerplan godsdienstonderwijs Ook dit jaar wordt in de paasvakantie op woensdag 1 april 1959 op „De Horst te Driebergen een studiedag gehouden vooi alle leraren godsdienstonderwijs cn bijbelkennis en cultuurgeschiedenis van het Christendom. Het thema zal zijn: het leerplan van de godsdienstige vakken bij het V.H M O. Ds. B van Gelder te Heemstede, leraar bij het openbaar V.HM.O. te Haarlem zal «preken over het vak bijbelkennis en cultuurgeschiedenis van het Christen dom. terwijl ds. G J Graafland te Zeist, leraar bij het christelijk V H M O aldaar, het vak godsdienstonderwijs bij het bij zonder protestants onderwijs zal bespre ken De studiedag duurt van 11—17 uur. Kerk in Zonnegloren*'* Op 17 maart zal de kerk- en recrea tieruimte in het sanatorium ..Zonneglo ren" U Soest in gebruik worden geoo»

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1959 | | pagina 5