m KOUT VêpfflM
«PLATEN MOGEN GERUILD WORDEN
De verdwaalde
spoorzoekers
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 21 FEBRUARI 195!
„Nóóit zie je me meer terug I"
Met ogen, donker van woede en verontwaardiging, stond Ank hoog
opgericht tegen de huiskamerdeur en ondanks de hete drift die in hem
kookte, merkte Koen op, dat de boosheid haar nóg knapper maakte, haar
een haast exotische schoonheid gaf.
Toch wist hij zeker dat hij ditmaal niet zou toegeven. Er waren grenzen
aan zijn geduld en, onredelijk als zij nu was, viel er niet meer te praten.
Integendeel maakte elk woord het nog maar erger, rukte kleine, schijn
baar reeds lang genezen wondjes open, deed vroegere wrijvingen en
onenigheden van soms maanden geleden, opnieuw fel en schrijnend in
de herinnering terugkomen.
ZIJN STUDIE ging nu eenmaal vóór, die
mocht en kón hij niet verwaarlozen
voor allerlei onbenullige fuifjes en uitgan
getjes! Dat behoorde Ank te wéten; daar
hing zijn toeko.nsten ook de hare van
af! Het wks niet prettig voor een verloofd
meisje om telkens in haar eentje ergens
heen te moeten gaan, om hem steeds weer
te moeten excuseren op verjaardagen en
partijtjes, dat begreep hij natuurlijk best.
Maar dat kón nu eenmaal niet anders, dat
had ze vooruit geweten. En ten slotte was
het nog maar om een goed jaar te doen.
Op Ank's aandringen had hij al meer ver
zuimd dan zijn studie en financiën veroor
loofden. En nu was er weer die ellendige
bruiloft van de Korvers! Ten slotte waren
het maar heel oppervlakkige kennissen en
hadden ze er alletwee van opgekeken dat
zij zo officieel werden uitgenodigd.
figuurtje tegenover hem; naar de donkere,
anders zo zachte ogen, die nu gloeiden van
woede, naar haar kleine besliste mond, die
Ze diende te begrijpen dat hij ge„jk had,
dat ze onverstandig en koppig was.
Achter Ank kierde de kamerdeur
zichtig open en de blonde krullebol van
Joep, zijn jongste broertje, kwam aarze
lend om de hoek. Een beetje angstig ke
ken zijn heldere, blauwe ogen van Ank
naar Koen, dan probeerde hij achter het
meisje de kamer m te glippen.
..Toe Joep... ga weg!" vermaande Koen
schor. ..Je had allang in bed moeten lig
gen! Als moeder straks thuiskomt zwaait
Joep gaf geen antwoord maar bleef hen
met samengeknepen mondje en een naden
kende frons tussen zijn lichte wenkbrau
wen aankijken.
..Kom Joep. ga je uitkleden, je moet heus
naar bed!" drong Koen vaderlijk aan. ..en
denk erom dat je je tanden goed poetst!"
,,lk kan tóch niet slapen als jullie zo
néér doen", kwam het ernstig en beschul-
TNEENS was Ank's arm om zijn tengere
J- schouders en boog ze zich naar hem over.
,,Je moet werkelijk naar bed. Joep! Je
hebt mammie beloofd dat je een grote ke
rel zou zijn, weet je nog wel?"
Joep knikte verstrooid, zocht wat onrus
tig in haar rood, nerveus gezichtje en
fluisterde dan in angstige spanning:
,.lk heb gehóórd wat je zei.., daarnet.
„Luistervinken deugen niet!" zei Koen.
met een mislukte poging om streng te
doen. maar dadelijk keerde Joep zich naar
hem toe en zei verontwaardigd:
„Nietwaar., ik luisterde niet aan de
deur. maar Jullie schreeuwden zó, dat ik
het in de gang kon verstaan!"
„Kom jongske, ga nu lief naar boven!"
vleide Ank. hem zacht naar de deur du
wend. Joep aarzelde, bleef haar strak en
onderzoekend aankijken. „Kom je hèus
nooit meer terug..?" vroeg hij met een
halve snik, zijn kleine armen om het meis
je heenslaand.
Ank hurkte bij hem neer. duwde even
haar gezicht tegen zijn schouder.
Ineens waren de grote, blauwe ogen bij
na bevelend op hem gericht en de stevige
bruine handjes rukten aan zijn arm.
„Kóen.je moet Ank achterna gaan. Je
kunt haar nog best inhalenjouw brom
mer is veel vlugger!"
Zó dringend was Joep's stem dat Koen
rechtop ging zitten en zijn broertje be
vreemd aankeek. Dan schudde hij moede
loos het hoofd. „Och.waaróm? Het geeft
tóch niks. mompelde hij verdrietig. Een
blik op zijn polshorloge vertelde hem dat
Ank al bijna een kwartier weg was. ,,Ze
is al bijna thuis, denk ik.."
„Je moet haar achterna gaan, Koen!"
hield Joep heftig vol. „Het is erg donker
buiten en het waait en regent ontzèttend!
Misschien is ze wel verdwaald ofhet
dwingende stemmetje stokte even, „of is
ze in 't donker gevallen of ergens tegen
aan gereden!"
Bij dit nieuwe gezichtspunt schoot Koen
geschrokken overeind.
„Je leutert!", zei hij kort, bijna kwaad.
Maar de gedachte aan Ank. voortrazend
langs de donkere, verlaten straatweg, een
eenzaam figuurtje in de troosteloosheid van
het wijde, kille polderland, gestriemd door
felle windvlagen en neergutsende regen,
liet hem opeens niet meer met rust.
„Je kunt haar makkelijk inhalen als je
hard rijdt!" hield Joep aan. „Toe nou.
Koen! Ga nou!"
Met beide handen greep de kleine jon
gen Koen's arm en trok hem met al zijn
krachten naar de gang.
,,'t Gééft immers tóch niets!" verzette
deze zich nog. zonder veel overtuiging,
„maar als je belooft dat je meteen naar
WOZ peter Barry
bed gaat..." Zacht duwde hij zijn broertje
naar de trap. schoot dan, haastig ineens,
zijn lederen jas aan.
Blote voetjes kwamen rap aanrennen
over de gangloper;
„Hier. Koen... neem de pómp mee!"
drong Joep aan, de grote fietspomp losruk
kend uit de paraplubak. „Misschien loopt
je band onderweg leeg en dan haal je
in.
„Wat een onzin!" mopperde Koen onge
duldig. „Ga jij nu alsjeblieft naar boven
anders word ik werkelijk kwaad., en dan
ga ik niet, begrepen?"
Onderaan de trap bleef hij wachten tot
de omhoogklauterende beentjes op de over
loop verdwenen. Dan zette hij z'n kraag
hoog op en opende de keukendeur
TN SNELLE VAART was Ank het dorp
1 uitgeschoten en tornde, gebogen over haar
stuur, tegen de straffe bolderende wind op.
Ijzig kalm was ze. nu zij haar schepen
t-»- <~d. Met
èlk geval nog even welterusten zeg-
Joep maakte zich voorzichtig uit haar
armen los en keek haar ernstig aan.
„Belóóf je 't. Ank?" vroeg hij dringend.
„Ik beloof het je!" zei het meisje zacht,
hem over zijn verwarde blonde krullen
strelend. Dan bracht ze hem naar de gang
deur, wuifde hem nog even na..
„Luister nu eens. kind.." begon Koen
aarzelend, toen hij de plotselinge zachtheid
in haar donkere ogen merkte. Minutenlang
pleitte hij, vurig en hartstochtelijk, soms
struikelend over de woorden die naar zijn
droge lippen welden. Maar terwijl hij
sprak wist hij, dat het tevergeefs was. zag
hij haar langzaam verstarren, haar ogen
weer hard en vijandig worden. Ineens kwam
fel en striemend haar verweer, liet ze zich
stuurloos gaan, in woorden die wilden pijn
doen. kwetsen. Telkens deed Koen een
moedeloze poging om haar te kalmeren,
haar onbillijke verwijten te weerleggen,
maar opeens was het alsof er iets in hem
brak, voelde hij zich koud en ijzig kalm
worden onder haar boze woorden. Strak
en ernstig bleef hij haar aankijken, als wil
de hij haar knap. opgewonden gezichtje
langzamer nu, naar beneden hoorde ko
men. Even was het alsof ze aarzelde en
een schok van wilde hoop schoot door hem
heen. Maar haar voetstappen gingen voor
bij. de keukendeur werd geopend en een
ogenblik later drong door de rukkende vla
gen van de wind het hoge. ijle geronk van
haar bromfiets tot hem door.
Ze was wég... alles was voorbij..
Met een plof liet Koen zich in de dichtst
bijzijnde fauteuil vallen en boog zijn ver
moeid. bonzend hoofd in zijn handen..
HET WAS hem als had hij üren zo gezeten,
toen opeens een kleine kordate hand
aan zijn arm rukte en een geheimzinnig
gedempt stemmetje aan zijn oor fluisterde:
„Koen! Kóen.., wor es wakker!"
Wat verbaasd keek Koen naar het pya-
ma-mannetje op blote voetjes dat ongedul
dig aan zijn mouw trok en veegde even
met de rug van zijn hand over z'n bran
dende ogen. „Ik dacht dat Je naar bed zou
achter zich verbrand had. Met de rug
haar handschoen veegde ze even langs
haar ogen, waarin vinnig de tranen prik
ten, verloor bijna haar evenwicht toen de
storm een kletterende regenvlaag in haar
gezicht joeg.
Automatisch trapte ze even bij en sloeg
met opeengeklemde tanden de hobbelige,
aartsdonkere straatweg in.
Nóóit, nóóit zou hij haar terugzien! Van
avond zou ze nog aan Paps en Mams ver
tellen dat het uit was. Afgelopen! En na
tuurlijk ging zij tóch naar die bruiloft van
de Korvers. Ze zou hem laten zien dat ze
er niets om gaf, dat zij niet over zich liet
lopen. Niets kon haar meer schelen, hield
ze zich krampachtig voor. Koen niet., en
die snertbruiloft niet. Niets, niets! Ook van
die bulderende storm trok «e zich niets
aan. evenmin als van de regen, die in
wilde vlagen in haar warm gezichtje joeg!
Strak keek zij voor zich uit, in de licht
bundel van haar lantaren, die dansend
voortschoot over het doorweekte wegdek,
telkens een haast sinistere schijn werpend
op de druipende en steunende bomen aan
weerszijden, luisterde onderwijl met één
oor naar Het gierend gebrom van haar klei
ne motor, dat dadelijk door de wind werd
meegevoerd.
Ank huiverde even. probeerde met één
hand de kraag van haar mantel op te zet
ten. Verschrikkelijk slecht was die straat
weg toch, haast onberijdbaar! Haar polsen
deden pijn van het stoten en bonken. Maar
het kon haar allemaal niets schelen; alles
was nu voorgoed uit immers, er was niéts
meer dat
Een verlammende schrik schoot door
haar heen, toen het stoten en dreunen nog
heviger werd en het dappere motortje kuch
te en oversloeg. Haastig gaf ze meer gas,
trapte mee, doch opeens viel het scherpe
geronk weg en was er alleen nog het ge
loei van de storm en het kletterend plas-
Oók dat nog8., en juist op die afschu
welijke, eenzame weg! Moeizaam bleef ze
even doortrappen, hijgend en buiten adem,
tot ze het óp moest geven en het licht van
haar lantaren, haar enige steun in de on
doordringbare duisternis, langzaam doofde.
Met bonzend hart en een brandend gevoel
achter haar ogen stond zij op adem te ko
men. terwijl de wind woedend aan haar
rukte en de regen langs haar doornatte
jas omlaagstroomde. Moedeloos tastte ze
naar haar voorband. Leeg! Nét wat ze ge
vreesd had. Een ogenblik was ze duizelig
van wanhoop en ontmoediging, dan begon
ze te lopen, de onwillige bromfiets aan de
hand. worstelde tegen de gierende wind.
die met elke stap aan kracht scheen te
winnen. Met saamgeknepen lippen zwoeg
de ze voort, angstig luisterend naar het
luguber gezucht en gekreun van de zwa
re bomen en naar het plenzen van de
regen, waarin ze telkens zachte, sluipen
de voetstappen meende te horen. Ank
huiverde. Als er maar eens iemand voor
bijkwam. een auto of een fietser, dan zag
ze tenminste licht! Opeens flitste het door
haar heen; als Koen nu bij haar was ge
weest zouden ze samen gelachen hebben
om dit avontuur! Koen liet zich nooit ont
moedigen, die wist altijd wel een oplossing
te vinden. Koèn.. Met hèm was immers
'alles altijd in orde en veilig..
Een brandende pijn schoot door haar en
kel en verblind door plots opwellende tra
nen strompelde ze naar de wegberm en
zette haar brommer op de tast tegen een
boom. Als een eenzaam doornat hoopje el
lende zat ze op een paaltje in de inktzwar
te duisternis en liet haar tranen de vrije
•loop. Hoe moest ze in vredesnaam thuis
komen met die verzwikte enkel? Ze kon
toch niet de hele nacht hier blijven zitten!
Als Koen bij haar was geweest was dit
'afschuwelijke nooit gebeurd! Maar wat gaf
het om daarover te denken? Ze moest
voortaan haar eigen boontjes doppen, dat
had ze immers zélf zo gewild. Koen was
uit haar leven verdwenen..
Ineens besefte ze in volle omvang wat zij
verloren had, moedwillig had vernietigd
door haar drift en onredelijkheid, en wild,
onbeheerst snikte ze het uit. Morgen, be
sloot ze, zou zij hem opbellen, naar hem
toe gaan om alles weer goed te maken..,
als hij tenminste nog wilde...
Die laatste gedachte deed haar even
naar adem snakken van kille schrik. Weer
zag zij Koen's strak, bleek gezicht, zijn
moede koude ogen. Als het maar niet te
laat was.
Plotseling, ongelovig nog, ging zij over
eind zitten en keek strak, met pijnlijk
•brandende ogen naar het kleine lichtpunt
je, dat heel in de verte de zwarte duis
ternis doorpriemde. Daar kwam iemand.
een fiets of een motor! Nu zou ze einde
lijk hulp krijgen! Moeilijk kwam ze over
eind en wachtte ongeduldig tot het krach
tige gebrom van de naderende motor vlak
bij was, stak dan haar arm omhoog. Met
een sloot ze haar ogen, wist zich gevangen
in de melkwitte lichtbundel van de kop
lamp en hoorde de motor sputterend af
slaan, de banden schurend over de natte
•weg slissen. Angstig week ze terug, toen
een forse mannengestalte dreigend uit de
duisternis op haar toetrad..
„Ankie!" Schrik en blijdschap lagen in
die gesmoorde kreet en ineens voelde zij
een loden last van zich afvallen, wankel
de even van pure opluchting. „Kóen!" snik
te ze verward, „Koen, jóngen!" Meteen
was ze in zijn sterke, veilige armen, duw
de haar nat. vermoeid hoofdje tegen zijn
leren jas. Ineens waren alle angsten en
zorgen weggevaagd, luisterde ze, schrei
end van dankbaarheid, naar het doffe bon
zen van Koen's hart en voelde zijn gerust
stellende klopjes op haar rug.
1 „Kóenhet spijt me zo"fluisterde
ze met bevend stemmetje
OVER TWAALVEN was het, toen Koen
voorzichtig de trap opsloop naar z'n
kamer. Zó blij en licht was het leven weer,
dat hij in de spiegel op de overloop een
malle grimas maakte tegen zijn bruin, nat
gezicht. Dan kraakte achter hem een deur...
„Wel èllemensen!" verbaasde hij zich,
„ben je nu alwéér uit bed?"
ken, z'n dekens in een ordeloze knoedel
tegen zijn borst gedrukt.
„Heb je Ank ingehaald?" vroeg hij ge
spannen.
Koen lachte even, sloeg zijn sterke arm
om het kleine warme lijfje en duwde het
joch zachtjes zijn kamertje in.
„Ja hoor, je had gelijk, kerel! Je raad
was héél verstandig!" zei hij dankbaar.
„Maar nu moet je toch heus gaan slapen.
Zo meteen hoort Mams ons...
Met een kleine zucht van verlichting
klauterde Joep in z'n bedje en liet zich
tevreden door zijn grote broer instoppen.
„Zullen jullie. zullen jullie nooit meer
zo onaar doen?" vroeg hij, al half onder
„Nooit meer, jongske, nóóit meer!" zei
Koen zacht, met een aai over de verwar
de krullebol. Dan knipte hij het licht uit.
„Ja... wat nu nog? Je zou gaan slapen..."
„Koen.., was haar band leeg..?"
^Verwonderd bleef Koen in de deuropening
„Ja., waaróm? Hoe wéét jij dat?"
vroeg hij dan, opeens gespannen.
„Omdat.omdat ik haar ventiel een eind
je heb losgedraaid.kwam een benauwd
stemnfetje uit het donker..
„Grammofoonplaten kunnen
niet geruild worden." Dat
staat boven vrijwel iedere toon
bank in vrijwel iedere gram
mofoonzaak. En dat vinden we
heel gewoon. Want we zouden
het echt geen prettig idee vin
den, als de dure langspeelplaat
waar we misschien lang voor
hebben gespaard, al door en
kele handen zou zijn gegaan.
De heer Molenaar uit de
Utrechtsestraat in Amsterdam
denkt daar anders over. In zijn
zaak staat: „Platen mogen bin
nen twee dagen geruild worden."
En daarom staan er tegen de pui
van zijn winkel altijd een stuk
of wat slordige fietsen. Daarom
kun je je er op zaterdagmiddag
alleen nog maar met gebruik van
je ellebogen een weg banen.
En daarom ook komen jongelui*
uit Rotterdam en Den Haag lif
ten om daar in dat winkeltje in
de Utrechtsestraat hun keus te
Want het gaat niet alleen om
ruilen. Ook om kopen en verko
pen van gebruikte platen.
Je zou het een grammofoonpla-
tenantiquariaat kunnen noemen.
Zeker zijn er nog wel een paar
tweedehandswinkeltjes in ons
land, waar je ook gebruikte pla
ten kunt krijgen, maar de instel-
EEN UNIEKE WINKEL
IN AMSTERDAM
vermoedelijk uniek.
Molenaar
ik wilde altijd naar Amsterdam
toe. Ik woonde al in de buurt
van de Utrechtsestraat en eeh
hartewens van me was, daar een
zaak te hebben. Nu was er een
gitaren- en violenzaakje, waar ik
altijd m'n viooltjes uit Castricum
voor reparatie heen stuurde. Ik
had tegen die man wel eens ge
zegd, dat ik hier heen wou. En
op een goede dag zegt-ie tegen
me: „Je kunt de zaak krijgen,
ik ga emigreren!" Voor een ge
wone platenzaak had ik geen ver
gunning maar de twe'edehandshan-
del was nog vrij. Ik begon met
een klein partijtje gebruikte pla
ten. De eerste zaterdagmiddag
zette ik precies twintig gulden
om, dat mag u best weten".
„Nou, op een goeie dag komt
er iemand bij me die me het
adres geeft van een kerel, die
drieduizend platen te koop heeft.
Ik er heen, ergens tweehoog. Al
les lag er keurig gesorteerd in
stapeltjes. Die man zegt: „Zoekt
u maar uit! Ik zeg: Ik wil alles
wel hebben! M'n vrouw was woe
dend toen ik thuis kwam. Ja, en
zo is het eigenlijk pas in ernst
begonnen, ongeveer anderhalf
jaar geleden".
Wat daar begoa is uniek. Er
staan tientallen hakken met pla
ten en verder negen draaitafels.
Bij de bakken staan altijd men
sen: baardjes en ruige haren bij
de serieuze jazz, paardestaart-
meisjes en spijkerbroeken bij de
rock 'n' roll, keurige meneren en
mevrouwen bij de bakken met
„klassiek". Ze nemen zelf de
platen mee naar de draaitafels.
Ze luisteren en brengen ze weer
terug naar de bakken of naar de
cassa. Een paar meisjes en me
neer Molenaar zelf lopen rond en
helpen nu en dan. Geen plaat is
ongeprijsd. De klanten weten pre-
toe zijn. „Dat
laag inkoop, kan ik ook goedkoop
verkopen. Maar dan komen ze
me geen platen meer aanbieden.
Trapje op
We zitten te praten in een rom
melige achterkamer, een trapje
op. Het is een soort zitkamer,
maar er staat in een hoek ook
al weer een draaitafel met een
luidspreker. En op het overloop-
je zit ineens ook een jongen aan
dachtig bij een tafeltje in de kop
telefoons te luisteren. Meneer
Molenaar zegt: „Ik ga het hier
ook inrichten. En hieronder ook
nog. Ik zat vroeger in een band,
in Beverwijk. Van jazz weet ik
het meeste af. Ik weet ook pse-
cies, wat de jongelui moeten heb
ben. Zo omstreeks 15 jaar ko
men ze Dixieland-plaatjes kopen.
Daarna zie je ze terug maar
dan voor de Westcoast-jazz. Die
Dixielandplaatjes verkopen ze
dan weer. En ze eindigen tenslot
te bij de Eastcoast, de Harlem-
bop. Maar er komen hier ook do
minees en tandartsen en een lec
tor aan de universiteit. Er komt
een mevrouw uit Meppel soms
voor honderd gulden kopen. Ik
heb vaak platen die je nergens
krijgen kunt. Er komen allerlei
mannetjes bij me, mannetjes die'
varen en mannetjes die vliegen.j
Die kopen dan op reis platen en
als ze geld nodig hebben, verko-i
Schade
„En de beschadigingen?"
„Ja, ik heb wel veel schade.j
En als je dat ziet moet je naar
beneden met je prijs. De men-j
sen mogen zich nooit bekocht
voelen. Dan komen ze niet terug.
En dan is er de diefstal. Weet u,
wat het meest gegapt wordt?
Eastcoast- jazz. Kijk, daar heb
ben de jongelui van de h.b.s. en
zo, jongens van goede families,
de meeste belangstelling voor.
Maar ze hebben weinig zakgeld.
Gewone jongens hoeven niet te
gappen, die verdienen 't zelf.
Deze hebben te weinig geld....
Maar ik heb nu op zaterdagmid
dag een man in de zaak, een
oudere heer, die er alleen maar
t. Dat is
stoppen. Hij keek al-:
en het plaatje kwam!
DOOR MEEUW VAN ROTTERDAM
't Was op een koude, grijze middag in de winter.
Op een smal bos-pad, dat ergens in een kromming ach
ter hoge, donkere bomen verdwijnt, is het stil en verlaten.
Soms klinkt er alleen het zacht gesjilp van vogels of
Het ritselen van neer-dwarrelende boombladeren.
't Lijkt wel, alsof hier in lange tijd geen mensen i
rijn geweest. En tochIn die vreemde, stille wereld
klinkt opeens een zacht gemompel.
Luistereven later wordt het sterker.
O kijkdaar, midden op het bospad gaan twee jon
gens. Ze lopen wat gebogen en het is net, alsof ze iets
zoeken. Soms stoten ze elkaar aan, praten geheimzinnig
en wijzen voor zich uit het bos-pad over.
't Zijn twee vriendenOtto en Freek. Ze spelen
„spoorzoekertje". Al een poosje zijn ze bezig om hun
vriend Henk op te sporen, die zich ergens achter de
struiken heeft verstopt.
„Kijk", fluistert Otto. „Daar heb je wéér een pijl,...
zie je wel? Die richting moeten we dus uit."
Ze gaan nu rechts af en verdwijnen achter hoog struik
gewas.
„Wat is 'ie een eind gegaan hè", merkt Freek op. „We
zoeken nu al bijna een half uur. Maar ik vind het toch
wel leuk. Het moet juist lang durendat maakt het
spannend.'
Otto kijkt eens achterom of hij misschien ergens iets
ontdekken kan. Maar het blijft er doodstil.
„Weer één"waarschuwt Freek. „Nu recht door,
kijk maar."
Zwijgend gaan ze verder en vol spanning wachten ze
af, welke richting de volgende pijl weer zal aanwijzen.
Wat verderop moeten ze opnieuw door het struik-gewas.
„Kijk", wijst Freek. „Je kunt z'n sporen volgen. De
takken zijn hier gebroken, zie je wel?"
Met grote, voorzichtige passen volgen ze de voetsporen.
Even later staan ze voor een kleine, open plek.
Hier en daar liggen wat propjes papier neergegooid en
in het midden een oude, versleten pet. Hij ligt er achte
loos neergesmeten.
„Zeker van een jager", merkt Freek op. Hij schopt
het ding met een fikse zwaai de lucht in, en ergens ach
ter een boomtak blijft de pet bungeiend vasthaken.
Ze moeten er even om lachen. Wat een mal gezicht,
zo'n pet in de takken.
(Volgende week verder)
Twaalf mei-pockets
Meinema te Delft,
Voor 1.25 per stuk kunnen jullie deze uitgaven kopen,
het zijn spannende jongens- en gezellige meisjesboeken.
Gerda van Eijsden bijv. schreef een boek „Ver van
het heidehuis", bestemd voor meisjes van twaalf tot
veertien jaar. Belevenissen van Ireentje die voor haar
gezondheid naar Italië gaat en in Napels en Rome lo
geert.
Jongens van dezelfde leeftijd zullen ongetwijfeld fcenie-
«-J. grauwe hoeve", door G.
d.l!UJ:l-M'Jjll:lliA
had. Hier komt de goeó
C—10 (oud), D-i
-3 (dik), H—6 (jong)
Beste jongens en meisjes,
De schaatspret is weer voorhij. Heel wat neven en nichten achrj
ven me in hun brieven dat ze het zo jammer vonden, tja, er ie n
eenmaal niets aan te doen
Dikke brieven met oplossingen kreeg ik deze week binnen, gezel
lige lange brieven, en ook korte briefjes met alleen maar de oploi
sing. Die oplossing was anders niet zo gemakkelijk, heel wat neve
en nichten hebben er nogal moeite mee gehad. Hier komt de
oplossing: A5 (langzaam), B7 (dun)
(warm), E8 (vlug), F1 (groot), G3
14 (koud), J2 (klein). NELLY MES uit IJsselmonde krijl
de hoofdprijs deze week. De troostprijzen gaan naar ANNEKE t
d. MERWE. JOHN v. d. HEIDEN en AD en LEO VAN LEEUWEN. Schrijven A|
en Leo nog even waar ze wonen, het adres kan ik n.l. niet vinden in de brief. I\
John schreef me over de film op de televisie, ik heb ze ook gezien John, leuk hi
En dan ga ik nu gauw
beginnen met de brieven.
Er wacht een grote stapel.
Dikkle van de Heijden stuur
de me een leuk gedichtje,
had je dat zelf gemaakt?
Jij bent ijverig zeg, nu
Rla van de Heijden stuur
de ook al een gedichtje.
Nellie schrijft me niet meer
hoor. Hier heb ik een
brief van een neef of nicht
die schreef dat haar zus
de griep heeft en oma een
stijve nek. Je schreef je
naam niet in de brief.
Jopie Huisman zal me vol
gende keer meer schrijven.
Peter Herwcijer heeft
een hond die Bobbie heet.
Fijn dat hij zo snel groeit
Peter, dat is een bewijs
dat je goed voor hem zorgt.
Tineke en Theo Hippe
zijn tweelingen en willen
voortaan ook meedoen. Die
twee katten bij jullie thuis
lusten dus graag kaas.
Tineke v. d. Hil schreef me
ook weer een brief. Je mag
me om de drie weken
schrijven hoor Tineke!
Hennie v. d. Heuvel stuur
de me alleen de oplossing.
Allemaal vlaggen, dat
was het eerste wat ik zag
toen ik jouw brief open
maakte Henny van Houwe-
lingen, leuk getekend zeg!
Gerrit van Houwelingen
heeft fijn geschaatst. Jij
hebt een grote tocht ge
maakt zeg! Anneke Hus-
selman maakte een leuke
tekening voor me van
schaatsende kinderen. Jul-
lie kunt dus fijn samen
spelen Anneke, jij en je
vriendinnetje.
Schrijft Marian Haring
volgende keer eens meer?
Gelukkig dat moeder
beter is Jan Heikoop. "j
Op deze tekening staan 16 afbeeldingen waar
van steeds twee dezelfde naam hebben. De op
gave is de nummers die bij de tekeningen staat
die dezelfde naam hebben bij elkaar te zetten.
Oplossingen insturen voor dinsdag 24 februari
Elly Hagendijk maakte S!1"! bij oma?
heel leuke tekening voor de nde alleen»
van een kok die panne- ».°?S®,7k?.us de,
koeken aan 't bakken is. t!hri£e"
Bedankt Elly. Marjorie u P.,„ r
van Halern is deze week ja- hi? S?ge,'
rip opwppd 7iin er vrien ,',e het °E School Joke?
fe -Tab^n
stuurde
Elsje Loeve stuur-
een paar raadsels. Ik
goed bewaren en als
plaats is komen ze in del
mt Elsje. Jij weet dus
wat je gaat doen in de i
cantie. Jij hebt dus eenl
pop die net zo heet als ik|
Lottcrman.
zusje. Hoe
Paul Moei
versje? Als
het heeft
schrijft
ant Paul. Je mag n.l. zo
geen versjes overne-
in de krant zonder
tekening"* Bedankt ^hfafcen bee^e 7' d. Meer schreef
I Jong sUiurdê maar^eem kor' Kchien^ma^
'snvss sus ssr7E*£?™eii
wachten dus. Karin Ing- nnihnb^ t goed
wersen schreef me dat Ze ®n.thouden OP school, je
in juni toelatingsexamen iSSe^.e?d' jaaim',£',se Moet stuur-
moet doen. Naar welke jk tJ,, d bui"'t ben de leuke tekeningen en ook
school ga je in september 1 L, l8. h «en versje. Bedankt Else.
Karin? Marijke Jansen f ™aar zal wel Nog hartelijk gefelici-
tekende de oplossing voor jjjooi^zijn geweest met al teerd Johan van de Meer.
me. Keurig. Bij Marijke »L.en rirÜL2P„„ r,om,erV T h-eb gekregen voor
ririo j*n Kees van Kleef heeft je verjaardag? Nu sta je
fijn geschaatst op de Graaf- er dan toch weer in Ellv van
stroom. Jij zult er wel Noort. Bedankt voor de te-
piekfijn uitzien met die kening. Het leek bii iul-
meuwe trui aan Corrie lie zeker wel een klein zie-
Kooijman. Knap dat moeder kenhuisje met zes zieke kin
die toch nog gebreid heeft, deren Johan van Noort
al heeft ze het natuurlijk Ria van Noort kreee
erg druk. Schrijf je me vol-
gende keer eens meer over
Pluto? Dickie en Joke
Kraak zijn twee nieuwelin
gen. Hartelijk welkom hoor,
schrijven jullie over Hri»
weken weer? Lees
graag Hannie Koek?
leuk van die kuikentje-. mmtUMJ cn AieineiI,
Jenke Kemink stuurde al- tenboom, griep heb ik nog
ved Klif sthrA;J* njel, «h"d Schaatsen £°f
Jr' schreef me dat ik dit jaar niet gedaan, ja
er gauw een gezellige avond hoor. ik kan het wel
„J; e'»!'-, Sch;.1l' Rietje Nuyl is ijverig bezig
1^ Han in S-vfsia op de bandwerkles. Staan
Konbie T* mï»*™ w C er a,Lveel versjes in je poe-
me schrij- ziealbum? Opa vond het
w, 1.2ÏÏ.. Wk J aIs zekfr wel leuk dat ÜJ hem
je letter aan de beurt is. op kwam zoeken in de stal
De oplossing en ook wat je Jan Nuyt? Janie van
zoal doet beleeft enz mag Nes is ook al een kruiken-
je me schrijven. Rla van zak aan 't maken od de
Leeuwen sehrppf. mo m,or ui__ o-, P
Robinson
Crusoe
Robinson bad, dank zy het
schip, dat gestrand was, ook
de beschikking gekregen over
werktuigen en hy zag kans
binnen korte tyd een ploeg
in elkaar te zetten en met dc
lama's als trekdieren trok hy
diepe voren in de akkers.
„Zy komen, zy komen",
-chrccuwde plotseling de man
Vrydag. Hy had op zyn uit
kijkpost gestaan en hy bleek
s toch Ria, ju
gat je naam te schrijven
je brief. Arie Noorder-
:swüi
graaf is een nieuweling.
Jopie Nell gaat naar de
huishoudschool. Gezellig
hebben zien na- Leeuwen schreef me over handwerkles. Schiet
bewapend betrok, de gymuitvoenng. Maar jul- al mee op? Dit warëi
in en Vrydag nu lie gaan toch ook naar Bo- ze dan. de brieven var»
i zy vreesden de degraven. of niet? - An- H-N. Volgende week zijn
dc inboorlingen- drles Lagrauw is gelukkig de letters O—Z. aan de
»nt Robinson wist weer beter. Leuk dat je me beurt. Schrijven jullie weer
ir wat kwamen ?£hri,ft °£er- de jconi3ntjeTs 3* naa™. adres en leeftijd
7. B'"a,"CD Ik ben bemeuwd. Jy in je brieven'' Dae alle.
•n hier op het bent verwend op je verjaar- maal tot de volgende week,
dag Tineke Lnyk. Heb je het dag TANTE JOB