m KOUT VêpfflM «PLATEN MOGEN GERUILD WORDEN De verdwaalde spoorzoekers ZONDAGSBLAD ZATERDAG 21 FEBRUARI 195! „Nóóit zie je me meer terug I" Met ogen, donker van woede en verontwaardiging, stond Ank hoog opgericht tegen de huiskamerdeur en ondanks de hete drift die in hem kookte, merkte Koen op, dat de boosheid haar nóg knapper maakte, haar een haast exotische schoonheid gaf. Toch wist hij zeker dat hij ditmaal niet zou toegeven. Er waren grenzen aan zijn geduld en, onredelijk als zij nu was, viel er niet meer te praten. Integendeel maakte elk woord het nog maar erger, rukte kleine, schijn baar reeds lang genezen wondjes open, deed vroegere wrijvingen en onenigheden van soms maanden geleden, opnieuw fel en schrijnend in de herinnering terugkomen. ZIJN STUDIE ging nu eenmaal vóór, die mocht en kón hij niet verwaarlozen voor allerlei onbenullige fuifjes en uitgan getjes! Dat behoorde Ank te wéten; daar hing zijn toeko.nsten ook de hare van af! Het wks niet prettig voor een verloofd meisje om telkens in haar eentje ergens heen te moeten gaan, om hem steeds weer te moeten excuseren op verjaardagen en partijtjes, dat begreep hij natuurlijk best. Maar dat kón nu eenmaal niet anders, dat had ze vooruit geweten. En ten slotte was het nog maar om een goed jaar te doen. Op Ank's aandringen had hij al meer ver zuimd dan zijn studie en financiën veroor loofden. En nu was er weer die ellendige bruiloft van de Korvers! Ten slotte waren het maar heel oppervlakkige kennissen en hadden ze er alletwee van opgekeken dat zij zo officieel werden uitgenodigd. figuurtje tegenover hem; naar de donkere, anders zo zachte ogen, die nu gloeiden van woede, naar haar kleine besliste mond, die Ze diende te begrijpen dat hij ge„jk had, dat ze onverstandig en koppig was. Achter Ank kierde de kamerdeur zichtig open en de blonde krullebol van Joep, zijn jongste broertje, kwam aarze lend om de hoek. Een beetje angstig ke ken zijn heldere, blauwe ogen van Ank naar Koen, dan probeerde hij achter het meisje de kamer m te glippen. ..Toe Joep... ga weg!" vermaande Koen schor. ..Je had allang in bed moeten lig gen! Als moeder straks thuiskomt zwaait Joep gaf geen antwoord maar bleef hen met samengeknepen mondje en een naden kende frons tussen zijn lichte wenkbrau wen aankijken. ..Kom Joep. ga je uitkleden, je moet heus naar bed!" drong Koen vaderlijk aan. ..en denk erom dat je je tanden goed poetst!" ,,lk kan tóch niet slapen als jullie zo néér doen", kwam het ernstig en beschul- TNEENS was Ank's arm om zijn tengere J- schouders en boog ze zich naar hem over. ,,Je moet werkelijk naar bed. Joep! Je hebt mammie beloofd dat je een grote ke rel zou zijn, weet je nog wel?" Joep knikte verstrooid, zocht wat onrus tig in haar rood, nerveus gezichtje en fluisterde dan in angstige spanning: ,.lk heb gehóórd wat je zei.., daarnet. „Luistervinken deugen niet!" zei Koen. met een mislukte poging om streng te doen. maar dadelijk keerde Joep zich naar hem toe en zei verontwaardigd: „Nietwaar., ik luisterde niet aan de deur. maar Jullie schreeuwden zó, dat ik het in de gang kon verstaan!" „Kom jongske, ga nu lief naar boven!" vleide Ank. hem zacht naar de deur du wend. Joep aarzelde, bleef haar strak en onderzoekend aankijken. „Kom je hèus nooit meer terug..?" vroeg hij met een halve snik, zijn kleine armen om het meis je heenslaand. Ank hurkte bij hem neer. duwde even haar gezicht tegen zijn schouder. Ineens waren de grote, blauwe ogen bij na bevelend op hem gericht en de stevige bruine handjes rukten aan zijn arm. „Kóen.je moet Ank achterna gaan. Je kunt haar nog best inhalenjouw brom mer is veel vlugger!" Zó dringend was Joep's stem dat Koen rechtop ging zitten en zijn broertje be vreemd aankeek. Dan schudde hij moede loos het hoofd. „Och.waaróm? Het geeft tóch niks. mompelde hij verdrietig. Een blik op zijn polshorloge vertelde hem dat Ank al bijna een kwartier weg was. ,,Ze is al bijna thuis, denk ik.." „Je moet haar achterna gaan, Koen!" hield Joep heftig vol. „Het is erg donker buiten en het waait en regent ontzèttend! Misschien is ze wel verdwaald ofhet dwingende stemmetje stokte even, „of is ze in 't donker gevallen of ergens tegen aan gereden!" Bij dit nieuwe gezichtspunt schoot Koen geschrokken overeind. „Je leutert!", zei hij kort, bijna kwaad. Maar de gedachte aan Ank. voortrazend langs de donkere, verlaten straatweg, een eenzaam figuurtje in de troosteloosheid van het wijde, kille polderland, gestriemd door felle windvlagen en neergutsende regen, liet hem opeens niet meer met rust. „Je kunt haar makkelijk inhalen als je hard rijdt!" hield Joep aan. „Toe nou. Koen! Ga nou!" Met beide handen greep de kleine jon gen Koen's arm en trok hem met al zijn krachten naar de gang. ,,'t Gééft immers tóch niets!" verzette deze zich nog. zonder veel overtuiging, „maar als je belooft dat je meteen naar WOZ peter Barry bed gaat..." Zacht duwde hij zijn broertje naar de trap. schoot dan, haastig ineens, zijn lederen jas aan. Blote voetjes kwamen rap aanrennen over de gangloper; „Hier. Koen... neem de pómp mee!" drong Joep aan, de grote fietspomp losruk kend uit de paraplubak. „Misschien loopt je band onderweg leeg en dan haal je in. „Wat een onzin!" mopperde Koen onge duldig. „Ga jij nu alsjeblieft naar boven anders word ik werkelijk kwaad., en dan ga ik niet, begrepen?" Onderaan de trap bleef hij wachten tot de omhoogklauterende beentjes op de over loop verdwenen. Dan zette hij z'n kraag hoog op en opende de keukendeur TN SNELLE VAART was Ank het dorp 1 uitgeschoten en tornde, gebogen over haar stuur, tegen de straffe bolderende wind op. Ijzig kalm was ze. nu zij haar schepen t-»- <~d. Met èlk geval nog even welterusten zeg- Joep maakte zich voorzichtig uit haar armen los en keek haar ernstig aan. „Belóóf je 't. Ank?" vroeg hij dringend. „Ik beloof het je!" zei het meisje zacht, hem over zijn verwarde blonde krullen strelend. Dan bracht ze hem naar de gang deur, wuifde hem nog even na.. „Luister nu eens. kind.." begon Koen aarzelend, toen hij de plotselinge zachtheid in haar donkere ogen merkte. Minutenlang pleitte hij, vurig en hartstochtelijk, soms struikelend over de woorden die naar zijn droge lippen welden. Maar terwijl hij sprak wist hij, dat het tevergeefs was. zag hij haar langzaam verstarren, haar ogen weer hard en vijandig worden. Ineens kwam fel en striemend haar verweer, liet ze zich stuurloos gaan, in woorden die wilden pijn doen. kwetsen. Telkens deed Koen een moedeloze poging om haar te kalmeren, haar onbillijke verwijten te weerleggen, maar opeens was het alsof er iets in hem brak, voelde hij zich koud en ijzig kalm worden onder haar boze woorden. Strak en ernstig bleef hij haar aankijken, als wil de hij haar knap. opgewonden gezichtje langzamer nu, naar beneden hoorde ko men. Even was het alsof ze aarzelde en een schok van wilde hoop schoot door hem heen. Maar haar voetstappen gingen voor bij. de keukendeur werd geopend en een ogenblik later drong door de rukkende vla gen van de wind het hoge. ijle geronk van haar bromfiets tot hem door. Ze was wég... alles was voorbij.. Met een plof liet Koen zich in de dichtst bijzijnde fauteuil vallen en boog zijn ver moeid. bonzend hoofd in zijn handen.. HET WAS hem als had hij üren zo gezeten, toen opeens een kleine kordate hand aan zijn arm rukte en een geheimzinnig gedempt stemmetje aan zijn oor fluisterde: „Koen! Kóen.., wor es wakker!" Wat verbaasd keek Koen naar het pya- ma-mannetje op blote voetjes dat ongedul dig aan zijn mouw trok en veegde even met de rug van zijn hand over z'n bran dende ogen. „Ik dacht dat Je naar bed zou achter zich verbrand had. Met de rug haar handschoen veegde ze even langs haar ogen, waarin vinnig de tranen prik ten, verloor bijna haar evenwicht toen de storm een kletterende regenvlaag in haar gezicht joeg. Automatisch trapte ze even bij en sloeg met opeengeklemde tanden de hobbelige, aartsdonkere straatweg in. Nóóit, nóóit zou hij haar terugzien! Van avond zou ze nog aan Paps en Mams ver tellen dat het uit was. Afgelopen! En na tuurlijk ging zij tóch naar die bruiloft van de Korvers. Ze zou hem laten zien dat ze er niets om gaf, dat zij niet over zich liet lopen. Niets kon haar meer schelen, hield ze zich krampachtig voor. Koen niet., en die snertbruiloft niet. Niets, niets! Ook van die bulderende storm trok «e zich niets aan. evenmin als van de regen, die in wilde vlagen in haar warm gezichtje joeg! Strak keek zij voor zich uit, in de licht bundel van haar lantaren, die dansend voortschoot over het doorweekte wegdek, telkens een haast sinistere schijn werpend op de druipende en steunende bomen aan weerszijden, luisterde onderwijl met één oor naar Het gierend gebrom van haar klei ne motor, dat dadelijk door de wind werd meegevoerd. Ank huiverde even. probeerde met één hand de kraag van haar mantel op te zet ten. Verschrikkelijk slecht was die straat weg toch, haast onberijdbaar! Haar polsen deden pijn van het stoten en bonken. Maar het kon haar allemaal niets schelen; alles was nu voorgoed uit immers, er was niéts meer dat Een verlammende schrik schoot door haar heen, toen het stoten en dreunen nog heviger werd en het dappere motortje kuch te en oversloeg. Haastig gaf ze meer gas, trapte mee, doch opeens viel het scherpe geronk weg en was er alleen nog het ge loei van de storm en het kletterend plas- Oók dat nog8., en juist op die afschu welijke, eenzame weg! Moeizaam bleef ze even doortrappen, hijgend en buiten adem, tot ze het óp moest geven en het licht van haar lantaren, haar enige steun in de on doordringbare duisternis, langzaam doofde. Met bonzend hart en een brandend gevoel achter haar ogen stond zij op adem te ko men. terwijl de wind woedend aan haar rukte en de regen langs haar doornatte jas omlaagstroomde. Moedeloos tastte ze naar haar voorband. Leeg! Nét wat ze ge vreesd had. Een ogenblik was ze duizelig van wanhoop en ontmoediging, dan begon ze te lopen, de onwillige bromfiets aan de hand. worstelde tegen de gierende wind. die met elke stap aan kracht scheen te winnen. Met saamgeknepen lippen zwoeg de ze voort, angstig luisterend naar het luguber gezucht en gekreun van de zwa re bomen en naar het plenzen van de regen, waarin ze telkens zachte, sluipen de voetstappen meende te horen. Ank huiverde. Als er maar eens iemand voor bijkwam. een auto of een fietser, dan zag ze tenminste licht! Opeens flitste het door haar heen; als Koen nu bij haar was ge weest zouden ze samen gelachen hebben om dit avontuur! Koen liet zich nooit ont moedigen, die wist altijd wel een oplossing te vinden. Koèn.. Met hèm was immers 'alles altijd in orde en veilig.. Een brandende pijn schoot door haar en kel en verblind door plots opwellende tra nen strompelde ze naar de wegberm en zette haar brommer op de tast tegen een boom. Als een eenzaam doornat hoopje el lende zat ze op een paaltje in de inktzwar te duisternis en liet haar tranen de vrije •loop. Hoe moest ze in vredesnaam thuis komen met die verzwikte enkel? Ze kon toch niet de hele nacht hier blijven zitten! Als Koen bij haar was geweest was dit 'afschuwelijke nooit gebeurd! Maar wat gaf het om daarover te denken? Ze moest voortaan haar eigen boontjes doppen, dat had ze immers zélf zo gewild. Koen was uit haar leven verdwenen.. Ineens besefte ze in volle omvang wat zij verloren had, moedwillig had vernietigd door haar drift en onredelijkheid, en wild, onbeheerst snikte ze het uit. Morgen, be sloot ze, zou zij hem opbellen, naar hem toe gaan om alles weer goed te maken.., als hij tenminste nog wilde... Die laatste gedachte deed haar even naar adem snakken van kille schrik. Weer zag zij Koen's strak, bleek gezicht, zijn moede koude ogen. Als het maar niet te laat was. Plotseling, ongelovig nog, ging zij over eind zitten en keek strak, met pijnlijk •brandende ogen naar het kleine lichtpunt je, dat heel in de verte de zwarte duis ternis doorpriemde. Daar kwam iemand. een fiets of een motor! Nu zou ze einde lijk hulp krijgen! Moeilijk kwam ze over eind en wachtte ongeduldig tot het krach tige gebrom van de naderende motor vlak bij was, stak dan haar arm omhoog. Met een sloot ze haar ogen, wist zich gevangen in de melkwitte lichtbundel van de kop lamp en hoorde de motor sputterend af slaan, de banden schurend over de natte •weg slissen. Angstig week ze terug, toen een forse mannengestalte dreigend uit de duisternis op haar toetrad.. „Ankie!" Schrik en blijdschap lagen in die gesmoorde kreet en ineens voelde zij een loden last van zich afvallen, wankel de even van pure opluchting. „Kóen!" snik te ze verward, „Koen, jóngen!" Meteen was ze in zijn sterke, veilige armen, duw de haar nat. vermoeid hoofdje tegen zijn leren jas. Ineens waren alle angsten en zorgen weggevaagd, luisterde ze, schrei end van dankbaarheid, naar het doffe bon zen van Koen's hart en voelde zijn gerust stellende klopjes op haar rug. 1 „Kóenhet spijt me zo"fluisterde ze met bevend stemmetje OVER TWAALVEN was het, toen Koen voorzichtig de trap opsloop naar z'n kamer. Zó blij en licht was het leven weer, dat hij in de spiegel op de overloop een malle grimas maakte tegen zijn bruin, nat gezicht. Dan kraakte achter hem een deur... „Wel èllemensen!" verbaasde hij zich, „ben je nu alwéér uit bed?" ken, z'n dekens in een ordeloze knoedel tegen zijn borst gedrukt. „Heb je Ank ingehaald?" vroeg hij ge spannen. Koen lachte even, sloeg zijn sterke arm om het kleine warme lijfje en duwde het joch zachtjes zijn kamertje in. „Ja hoor, je had gelijk, kerel! Je raad was héél verstandig!" zei hij dankbaar. „Maar nu moet je toch heus gaan slapen. Zo meteen hoort Mams ons... Met een kleine zucht van verlichting klauterde Joep in z'n bedje en liet zich tevreden door zijn grote broer instoppen. „Zullen jullie. zullen jullie nooit meer zo onaar doen?" vroeg hij, al half onder „Nooit meer, jongske, nóóit meer!" zei Koen zacht, met een aai over de verwar de krullebol. Dan knipte hij het licht uit. „Ja... wat nu nog? Je zou gaan slapen..." „Koen.., was haar band leeg..?" ^Verwonderd bleef Koen in de deuropening „Ja., waaróm? Hoe wéét jij dat?" vroeg hij dan, opeens gespannen. „Omdat.omdat ik haar ventiel een eind je heb losgedraaid.kwam een benauwd stemnfetje uit het donker.. „Grammofoonplaten kunnen niet geruild worden." Dat staat boven vrijwel iedere toon bank in vrijwel iedere gram mofoonzaak. En dat vinden we heel gewoon. Want we zouden het echt geen prettig idee vin den, als de dure langspeelplaat waar we misschien lang voor hebben gespaard, al door en kele handen zou zijn gegaan. De heer Molenaar uit de Utrechtsestraat in Amsterdam denkt daar anders over. In zijn zaak staat: „Platen mogen bin nen twee dagen geruild worden." En daarom staan er tegen de pui van zijn winkel altijd een stuk of wat slordige fietsen. Daarom kun je je er op zaterdagmiddag alleen nog maar met gebruik van je ellebogen een weg banen. En daarom ook komen jongelui* uit Rotterdam en Den Haag lif ten om daar in dat winkeltje in de Utrechtsestraat hun keus te Want het gaat niet alleen om ruilen. Ook om kopen en verko pen van gebruikte platen. Je zou het een grammofoonpla- tenantiquariaat kunnen noemen. Zeker zijn er nog wel een paar tweedehandswinkeltjes in ons land, waar je ook gebruikte pla ten kunt krijgen, maar de instel- EEN UNIEKE WINKEL IN AMSTERDAM vermoedelijk uniek. Molenaar ik wilde altijd naar Amsterdam toe. Ik woonde al in de buurt van de Utrechtsestraat en eeh hartewens van me was, daar een zaak te hebben. Nu was er een gitaren- en violenzaakje, waar ik altijd m'n viooltjes uit Castricum voor reparatie heen stuurde. Ik had tegen die man wel eens ge zegd, dat ik hier heen wou. En op een goede dag zegt-ie tegen me: „Je kunt de zaak krijgen, ik ga emigreren!" Voor een ge wone platenzaak had ik geen ver gunning maar de twe'edehandshan- del was nog vrij. Ik begon met een klein partijtje gebruikte pla ten. De eerste zaterdagmiddag zette ik precies twintig gulden om, dat mag u best weten". „Nou, op een goeie dag komt er iemand bij me die me het adres geeft van een kerel, die drieduizend platen te koop heeft. Ik er heen, ergens tweehoog. Al les lag er keurig gesorteerd in stapeltjes. Die man zegt: „Zoekt u maar uit! Ik zeg: Ik wil alles wel hebben! M'n vrouw was woe dend toen ik thuis kwam. Ja, en zo is het eigenlijk pas in ernst begonnen, ongeveer anderhalf jaar geleden". Wat daar begoa is uniek. Er staan tientallen hakken met pla ten en verder negen draaitafels. Bij de bakken staan altijd men sen: baardjes en ruige haren bij de serieuze jazz, paardestaart- meisjes en spijkerbroeken bij de rock 'n' roll, keurige meneren en mevrouwen bij de bakken met „klassiek". Ze nemen zelf de platen mee naar de draaitafels. Ze luisteren en brengen ze weer terug naar de bakken of naar de cassa. Een paar meisjes en me neer Molenaar zelf lopen rond en helpen nu en dan. Geen plaat is ongeprijsd. De klanten weten pre- toe zijn. „Dat laag inkoop, kan ik ook goedkoop verkopen. Maar dan komen ze me geen platen meer aanbieden. Trapje op We zitten te praten in een rom melige achterkamer, een trapje op. Het is een soort zitkamer, maar er staat in een hoek ook al weer een draaitafel met een luidspreker. En op het overloop- je zit ineens ook een jongen aan dachtig bij een tafeltje in de kop telefoons te luisteren. Meneer Molenaar zegt: „Ik ga het hier ook inrichten. En hieronder ook nog. Ik zat vroeger in een band, in Beverwijk. Van jazz weet ik het meeste af. Ik weet ook pse- cies, wat de jongelui moeten heb ben. Zo omstreeks 15 jaar ko men ze Dixieland-plaatjes kopen. Daarna zie je ze terug maar dan voor de Westcoast-jazz. Die Dixielandplaatjes verkopen ze dan weer. En ze eindigen tenslot te bij de Eastcoast, de Harlem- bop. Maar er komen hier ook do minees en tandartsen en een lec tor aan de universiteit. Er komt een mevrouw uit Meppel soms voor honderd gulden kopen. Ik heb vaak platen die je nergens krijgen kunt. Er komen allerlei mannetjes bij me, mannetjes die' varen en mannetjes die vliegen.j Die kopen dan op reis platen en als ze geld nodig hebben, verko-i Schade „En de beschadigingen?" „Ja, ik heb wel veel schade.j En als je dat ziet moet je naar beneden met je prijs. De men-j sen mogen zich nooit bekocht voelen. Dan komen ze niet terug. En dan is er de diefstal. Weet u, wat het meest gegapt wordt? Eastcoast- jazz. Kijk, daar heb ben de jongelui van de h.b.s. en zo, jongens van goede families, de meeste belangstelling voor. Maar ze hebben weinig zakgeld. Gewone jongens hoeven niet te gappen, die verdienen 't zelf. Deze hebben te weinig geld.... Maar ik heb nu op zaterdagmid dag een man in de zaak, een oudere heer, die er alleen maar t. Dat is stoppen. Hij keek al-: en het plaatje kwam! DOOR MEEUW VAN ROTTERDAM 't Was op een koude, grijze middag in de winter. Op een smal bos-pad, dat ergens in een kromming ach ter hoge, donkere bomen verdwijnt, is het stil en verlaten. Soms klinkt er alleen het zacht gesjilp van vogels of Het ritselen van neer-dwarrelende boombladeren. 't Lijkt wel, alsof hier in lange tijd geen mensen i rijn geweest. En tochIn die vreemde, stille wereld klinkt opeens een zacht gemompel. Luistereven later wordt het sterker. O kijkdaar, midden op het bospad gaan twee jon gens. Ze lopen wat gebogen en het is net, alsof ze iets zoeken. Soms stoten ze elkaar aan, praten geheimzinnig en wijzen voor zich uit het bos-pad over. 't Zijn twee vriendenOtto en Freek. Ze spelen „spoorzoekertje". Al een poosje zijn ze bezig om hun vriend Henk op te sporen, die zich ergens achter de struiken heeft verstopt. „Kijk", fluistert Otto. „Daar heb je wéér een pijl,... zie je wel? Die richting moeten we dus uit." Ze gaan nu rechts af en verdwijnen achter hoog struik gewas. „Wat is 'ie een eind gegaan hè", merkt Freek op. „We zoeken nu al bijna een half uur. Maar ik vind het toch wel leuk. Het moet juist lang durendat maakt het spannend.' Otto kijkt eens achterom of hij misschien ergens iets ontdekken kan. Maar het blijft er doodstil. „Weer één"waarschuwt Freek. „Nu recht door, kijk maar." Zwijgend gaan ze verder en vol spanning wachten ze af, welke richting de volgende pijl weer zal aanwijzen. Wat verderop moeten ze opnieuw door het struik-gewas. „Kijk", wijst Freek. „Je kunt z'n sporen volgen. De takken zijn hier gebroken, zie je wel?" Met grote, voorzichtige passen volgen ze de voetsporen. Even later staan ze voor een kleine, open plek. Hier en daar liggen wat propjes papier neergegooid en in het midden een oude, versleten pet. Hij ligt er achte loos neergesmeten. „Zeker van een jager", merkt Freek op. Hij schopt het ding met een fikse zwaai de lucht in, en ergens ach ter een boomtak blijft de pet bungeiend vasthaken. Ze moeten er even om lachen. Wat een mal gezicht, zo'n pet in de takken. (Volgende week verder) Twaalf mei-pockets Meinema te Delft, Voor 1.25 per stuk kunnen jullie deze uitgaven kopen, het zijn spannende jongens- en gezellige meisjesboeken. Gerda van Eijsden bijv. schreef een boek „Ver van het heidehuis", bestemd voor meisjes van twaalf tot veertien jaar. Belevenissen van Ireentje die voor haar gezondheid naar Italië gaat en in Napels en Rome lo geert. Jongens van dezelfde leeftijd zullen ongetwijfeld fcenie- «-J. grauwe hoeve", door G. d.l!UJ:l-M'Jjll:lliA had. Hier komt de goeó C—10 (oud), D-i -3 (dik), H—6 (jong) Beste jongens en meisjes, De schaatspret is weer voorhij. Heel wat neven en nichten achrj ven me in hun brieven dat ze het zo jammer vonden, tja, er ie n eenmaal niets aan te doen Dikke brieven met oplossingen kreeg ik deze week binnen, gezel lige lange brieven, en ook korte briefjes met alleen maar de oploi sing. Die oplossing was anders niet zo gemakkelijk, heel wat neve en nichten hebben er nogal moeite mee gehad. Hier komt de oplossing: A5 (langzaam), B7 (dun) (warm), E8 (vlug), F1 (groot), G3 14 (koud), J2 (klein). NELLY MES uit IJsselmonde krijl de hoofdprijs deze week. De troostprijzen gaan naar ANNEKE t d. MERWE. JOHN v. d. HEIDEN en AD en LEO VAN LEEUWEN. Schrijven A| en Leo nog even waar ze wonen, het adres kan ik n.l. niet vinden in de brief. I\ John schreef me over de film op de televisie, ik heb ze ook gezien John, leuk hi En dan ga ik nu gauw beginnen met de brieven. Er wacht een grote stapel. Dikkle van de Heijden stuur de me een leuk gedichtje, had je dat zelf gemaakt? Jij bent ijverig zeg, nu Rla van de Heijden stuur de ook al een gedichtje. Nellie schrijft me niet meer hoor. Hier heb ik een brief van een neef of nicht die schreef dat haar zus de griep heeft en oma een stijve nek. Je schreef je naam niet in de brief. Jopie Huisman zal me vol gende keer meer schrijven. Peter Herwcijer heeft een hond die Bobbie heet. Fijn dat hij zo snel groeit Peter, dat is een bewijs dat je goed voor hem zorgt. Tineke en Theo Hippe zijn tweelingen en willen voortaan ook meedoen. Die twee katten bij jullie thuis lusten dus graag kaas. Tineke v. d. Hil schreef me ook weer een brief. Je mag me om de drie weken schrijven hoor Tineke! Hennie v. d. Heuvel stuur de me alleen de oplossing. Allemaal vlaggen, dat was het eerste wat ik zag toen ik jouw brief open maakte Henny van Houwe- lingen, leuk getekend zeg! Gerrit van Houwelingen heeft fijn geschaatst. Jij hebt een grote tocht ge maakt zeg! Anneke Hus- selman maakte een leuke tekening voor me van schaatsende kinderen. Jul- lie kunt dus fijn samen spelen Anneke, jij en je vriendinnetje. Schrijft Marian Haring volgende keer eens meer? Gelukkig dat moeder beter is Jan Heikoop. "j Op deze tekening staan 16 afbeeldingen waar van steeds twee dezelfde naam hebben. De op gave is de nummers die bij de tekeningen staat die dezelfde naam hebben bij elkaar te zetten. Oplossingen insturen voor dinsdag 24 februari Elly Hagendijk maakte S!1"! bij oma? heel leuke tekening voor de nde alleen» van een kok die panne- ».°?S®,7k?.us de, koeken aan 't bakken is. t!hri£e" Bedankt Elly. Marjorie u P.,„ r van Halern is deze week ja- hi? S?ge,' rip opwppd 7iin er vrien ,',e het °E School Joke? fe -Tab^n stuurde Elsje Loeve stuur- een paar raadsels. Ik goed bewaren en als plaats is komen ze in del mt Elsje. Jij weet dus wat je gaat doen in de i cantie. Jij hebt dus eenl pop die net zo heet als ik| Lottcrman. zusje. Hoe Paul Moei versje? Als het heeft schrijft ant Paul. Je mag n.l. zo geen versjes overne- in de krant zonder tekening"* Bedankt ^hfafcen bee^e 7' d. Meer schreef I Jong sUiurdê maar^eem kor' Kchien^ma^ 'snvss sus ssr7E*£?™eii wachten dus. Karin Ing- nnihnb^ t goed wersen schreef me dat Ze ®n.thouden OP school, je in juni toelatingsexamen iSSe^.e?d' jaaim',£',se Moet stuur- moet doen. Naar welke jk tJ,, d bui"'t ben de leuke tekeningen en ook school ga je in september 1 L, l8. h «en versje. Bedankt Else. Karin? Marijke Jansen f ™aar zal wel Nog hartelijk gefelici- tekende de oplossing voor jjjooi^zijn geweest met al teerd Johan van de Meer. me. Keurig. Bij Marijke »L.en rirÜL2P„„ r,om,erV T h-eb gekregen voor ririo j*n Kees van Kleef heeft je verjaardag? Nu sta je fijn geschaatst op de Graaf- er dan toch weer in Ellv van stroom. Jij zult er wel Noort. Bedankt voor de te- piekfijn uitzien met die kening. Het leek bii iul- meuwe trui aan Corrie lie zeker wel een klein zie- Kooijman. Knap dat moeder kenhuisje met zes zieke kin die toch nog gebreid heeft, deren Johan van Noort al heeft ze het natuurlijk Ria van Noort kreee erg druk. Schrijf je me vol- gende keer eens meer over Pluto? Dickie en Joke Kraak zijn twee nieuwelin gen. Hartelijk welkom hoor, schrijven jullie over Hri» weken weer? Lees graag Hannie Koek? leuk van die kuikentje-. mmtUMJ cn AieineiI, Jenke Kemink stuurde al- tenboom, griep heb ik nog ved Klif sthrA;J* njel, «h"d Schaatsen £°f Jr' schreef me dat ik dit jaar niet gedaan, ja er gauw een gezellige avond hoor. ik kan het wel „J; e'»!'-, Sch;.1l' Rietje Nuyl is ijverig bezig 1^ Han in S-vfsia op de bandwerkles. Staan Konbie T* mï»*™ w C er a,Lveel versjes in je poe- me schrij- ziealbum? Opa vond het w, 1.2ÏÏ.. Wk J aIs zekfr wel leuk dat ÜJ hem je letter aan de beurt is. op kwam zoeken in de stal De oplossing en ook wat je Jan Nuyt? Janie van zoal doet beleeft enz mag Nes is ook al een kruiken- je me schrijven. Rla van zak aan 't maken od de Leeuwen sehrppf. mo m,or ui__ o-, P Robinson Crusoe Robinson bad, dank zy het schip, dat gestrand was, ook de beschikking gekregen over werktuigen en hy zag kans binnen korte tyd een ploeg in elkaar te zetten en met dc lama's als trekdieren trok hy diepe voren in de akkers. „Zy komen, zy komen", -chrccuwde plotseling de man Vrydag. Hy had op zyn uit kijkpost gestaan en hy bleek s toch Ria, ju gat je naam te schrijven je brief. Arie Noorder- :swüi graaf is een nieuweling. Jopie Nell gaat naar de huishoudschool. Gezellig hebben zien na- Leeuwen schreef me over handwerkles. Schiet bewapend betrok, de gymuitvoenng. Maar jul- al mee op? Dit warëi in en Vrydag nu lie gaan toch ook naar Bo- ze dan. de brieven var» i zy vreesden de degraven. of niet? - An- H-N. Volgende week zijn dc inboorlingen- drles Lagrauw is gelukkig de letters O—Z. aan de »nt Robinson wist weer beter. Leuk dat je me beurt. Schrijven jullie weer ir wat kwamen ?£hri,ft °£er- de jconi3ntjeTs 3* naa™. adres en leeftijd 7. B'"a,"CD Ik ben bemeuwd. Jy in je brieven'' Dae alle. •n hier op het bent verwend op je verjaar- maal tot de volgende week, dag Tineke Lnyk. Heb je het dag TANTE JOB

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1959 | | pagina 16