Me tijl
FEUIT
ie zuivere
PIET KEE, JULIUS KATCHEN
en Walter GIESEKING
I
Hoe
dichter werd
Kinder-
spiel platz
lil
es£hf®
K^ssssa. v%. dlt en
ONTMOETING
IN HAAGS
GEMEENTEMUSEUM
t
I „Een fijnproever
I aan 's levens dis
j
ZATERDAG 7 FEBRUARI 195!^
de óckiider van ket
vlietend leven
(Van
kunstredacteur)
FNE tragiek van Isaac Israels is steeds in de schaduw te hebben moeten staan.
In de schaduw van hen die vóór hem leefden: van zijn vader Jozef Israëls
en van de bekende impressionisten. Jozef Israëls was de grote schilder van de
impressionistische romantiek, die in een soms weemoedige poëzie het schamel
bestaan der armen uitzong. Zijn diepe menselijkheid maakte de verbeeldingen
soms zo aangrijpend, waarbij hij echter niet altijd aan een bepaalde melodrama-
tiek en aan een al te sterk sentiment ontkwam.
Heel aardig is
wat Busken Huët
eens van Jozef Is
raëls zei: „Altijd
vissersmannen.
Eerherstel
merkzame boulevardier. 'hield van
het leven zoals hij het rond zich
Isaac za8; de koffiepiksters in haar bi
trgeter
Het Orgel en
De Praestant
Het maandblad „H e t O r g e 1"
(orgaan van de Ned. Organisten
Vereniging) is in een geheel
nieuw gewaad verschenen. Het
januarinummer ziet er daarom
bijzonder aantrekkelijk uit, voor
al ook door de vier prachtige
orgelfoto's op kunstdrukpapier
van Instrumenten te Vriezen-
veen, Sion, Lunenburg
TVTA ZIJN DOOD „„v -
- Israëls wat gauw vergeten taliteit, de jonge balletdanseres-
Men haalde hem niet meer uit °P J??' atelier de deernen in
j- de schaduw vandaan. En sprak haar uitdagendheid in de cafe s.
vrouwen. altijd vis- men over hem dan gingen de de charmante slanke dienstmeis-
sermanskinderen. schouders van de nieuwlichters Je?.?P de straten, de paraderende
Israëls schildert ze naar boven: „oppervlakkig [Tumnettes op de Place Vendome
heel goed. daar werk niet boeiend ver- Parl)s' de druk-bewegende
niet van. Maar hij ouderd Dat duurde tot 1955. mensen op de Amsterdamse
geeft „des Guten toen Vlaardingen een poging deed 8.cacht. Terecht is hij eens „een
zu viel", en wij hem naar voren te halen in 1956 ''Jnproever aan s levens dis ge-
kunnen van Kat- gevolgd door het Groninger Mu- "oerrd- Overal zocht hij naar
wijk of Schevenin- seum, in 1958 door het Sted. Mu- g^le en. verfijning naar kleur
gen houden, zon- scum te Amsterdam en thans f" ,naar blijheid en een
der er daarom le- door het Haagse Gemeentemu- UKKeilJe genot,
venslang op ka- seum. Daar hangen nu niet min- M k t
mers te willen wonen". Ja. Jozef der dan 60 schilderijen. 14 pas- *an net werK van lsaac
Israëls heeft wel heel veel dezelfde tels, 25 aquarellen en 9 tekenin- Israels e
onderwerpen geschilderd. Maar gen van Isaac Israëls. Het is een sualisme
deden dat niet meerdere schilders eerherstel, een artistieke reha'oi-
van de Haagse school, zo ook litatie.
Bosboom. Mauve, Bilders. En wie dan zo n grote collectie
ziet het zijn vooral de minder
bekende werken die worden ten
toongesteld. en daardoor mist
men weieens enkele waardevolle
hoogtepunten uit het gehele oeu
vre gaat zich natuurlijk af-
agen in hoeverre Isaac Israël:
De afgelopen oorlog heeft in het werk van veel schrijvers eer.
onmiddellijke en vaak rauwe wègr klank gevonden.
Voor anderen echter waren de ervaringen te gruwelijk om a
direct te kunnen uiten: slechts na jaren konden zij daartoe komt
en dan bleek veelal dat dit werk, hoewel minder spectacul
van een grotere intensiteit was.
Om deze tendens te zien verge
lijke men Bert Voetens bij ver
schijnen sterk overschatte oor
logsdagboek „Doortocht" (1946)
met Alfred Kossmanns romande
buut „De nederlaag" 1950")of,
duidelijker voorbeeld nog, W. F.
Hermans' even indrukwekkende
als onevenwichtige „De tranen
der Acacia's" (1949) met Marga
Minco's serene en ontroerende
„Het bittere kruid" (1957).
Een grote, zij het gedwongen
overeenkomst met de groep der
langzaam reagerenden vertonen
de schrijvers, die pas nu de leef
tijd van publiceren bereikt heb
ben en die derhalve in oorlogs
tijd kinderen waren.
Gezuiverd
Ook hier is de neerslag gezui
verd door de zeef van de tijd.
Bovendien is de neerslag bij ont
staan al anders geweest als bij
de volwassenen: ogenschijnlijk Waldo dan.
meer betrekking hebbend op br
zaken, in wezen meer het ess
tiële rakend.
I-n „Wierook en tranen" 1) i
de Vlaming Ward Ruyslinck (gei
1929) zien wij zo de eerste d;
gen van de oorlog door kind»
De negenjarige Waldo vlueh
met zijn ouders vanuit Antwerpa
in de richting van Frankrijk, w»;
van de naderende Duitsers. B:
een bombardement verliest hi
zijn vader en moeder; met z
iets oudere buurmeisje Vera tri
hij verder. Als de Duitse troej
sneller blijken te zijn dan
vluchtelingen, keert het tweeti
terug.
Gebed
Onderweg wordt Vera do Tl
Duitse soldaten geweld aang» H
daan; dientengevolge in een
kenhuis opgenomen, sterft i
daar. Vol onbegrip en twijfel b:c ng(
Israels kw
impressi
schaduw
m van de zijde der
ten. Eigenlijk sloot
Isaac Israëls de rij der Holland
se impressionisten af. Het impres
sionisme was eigenlijk al voorbij,
had geen directe vat meer op dc
zekere zin van
liet ontzeggen. Maa
is geen ongezond sensuali
omdat Isaac Israëls nergens over
dreef, nergens te nadrukkelijk H°E Perk dichter werd kan
erkte. Zijn vloeiende, bewegen
de lijnen behielden de noblesse
van een gezonde geesl. De som
berheid en geladenheid van zijn
vaders kunst heeft bij Isaac Is
raëls plaats gemaakt voor het
beleven van vreugde aan schor
schilders en op het publiek. In te kort is geschoten om vergeten voorhiiaaande dineen Die char-
het werk v.n Isaac Israels voel. te, worden. De oppervlakkige be- zo bSend. dat men
a' de tentoonstelling in het Haagse
rschijnlijk bij al Gemeentemuseum die boven-
schouwer zal dat
omdat hij
die werken gegr»
wordt door
nog de sfeer
net. de sfeer ook van een oren-
ner. Maar het is alles minder
verrassend. minder diepgaand
ook. En zo stond (en staat nog) door
daar Isaac Israëls in grote slag- vlotte beweging, bovenal ook door T
na de verschijning van
zijn ..Proeven in dicht en ondicht" uitg. N.V. De
Arbeiderspers. Amsterdam) stap voor stap nagaan. Dit werk vormt
namelijk het sluitstuk van de vijfdelige reeks, waarin, na een deel
levensbeschrijving, de verzamelde gedichten, brieven en dokumen-
ten en thans ook de proeven in dicht en ondicht zijn bijeen
gebracht. Biograaf en uitgever (in de zin van literair verzorger
is professor Garmt Stuiveling, kenner van de nieuwere Neder
landse literatuur als weinigen.
Mei hem begint
de nieuwe poëzie
schaduwen. Hij wilde het niet. een heel fijnzinnig kleurgevoel,
hij voelde zich even groot Dat dat eigenlijk Frans aandoet.
was de noodzakelijke levenshou-
ding voor hem. de verdediging
geeft van brieven
schetsen graag zal bezoeken.
rt düürt de exposi-
Dr. J. W. Doeve schrijft uitvoerig
over het vermaarde orgel te Sion
in het Rhónedal, een instrument
uit 1400, genoemd het oudst be
speelbare instrument ter wereld
De verenigingsvoorzitter George
Stam opent een nieuwe rubriek
„Orgel Practicum", waarin aan
dacht wordt besteed aan de pro
blemen van de „eenvoudige" orga
nist. In „De techniek van het
orgelspel" wijst Lambert Erné er
terecht op, dat een orgel geen
gebreken moet vertonen.
Een concertpianist zal die ge
breken ook niet accepteren aan de
bestaansrecht als schil
der. En zo kwam hij dus tot een
Sorö. bepaalde zelfverzekerdheid,
van elk zelfportret als het
is af te lezen. Hij
zekerd zijn, anders
gaan in een mindi
complex.
van Isaac Israëls de
zelfvër-
hij ondcr-
irdigheids-
Zijn leven
Israels geboren als
Jozef Israëls en Aleid
Schaap, beiden van Joodse
komst. Hel geboortehuis staat er
nog op de Prinsengracht in Am
sterdam. In 1871 de biografi
sche notities zijn zeer nauwke
uitgezocht door mejuffrouw A
Wagner van het Haagse Gemeen
wordt bepaald door h
ken met anderen. Is
vaardig? Zeker, hij m
matische bewogenheid
vader en van Breitnei
de diepte van de Frai
sionlsten. Maan had hjj
niet het recht zichzelf te
zijn? Hij was heel 'an
ders. hij was en leefde
oppervlakkiger, hij hield
van de schone schijn
en het vlietende leven.
Meer wilde hij niet ge
ven. Hij zocht niet naar
Aleida Israëls- diepere psychologische
htergronden. maar
lar de visuele vluch-
re werkelijkheid, die
jstlegde.
Stap voor stap is Pi
keling tot dichter na t
den we. Dat betekent niet. dat we
hier te maken hebben met een ge
leidelijke ontplooiing van zijn dich
terlijk talent. Want de lezer var
dit bock, die zich door de school
opstellen en gelegenheidsverzen
met hun volkomen traditionele antieke
vorm en inhoud heeft heenge- hardheden (zoals in het
steld. ziet de dichter in Perk zijn tante Betsy Perk:
tamelijk plotseling
dinaire hief hij op
verhuisde de fami- iets schoons. z(|n nlter-
de Koninginnegracht 6 te
ging men twee huizen
verder wonen, op no. 2. En daar
ontmoet Isaac Israëls al de groten
der Nederlandse kunstwereld.
Lang blijft Isaac niet op school.
Zijn ouders namen hem al vroeg
mee naar het buitenland, o m.
ieder jaar naar de Parijse salon,
waar hij in 1882 uitkomt met het
werk „Begrafenis van een jager"
Inmiddels had Isaac Israëls twee
jaar gewerkt op de Acadefnie
voor Beeldende Kunsten te Den
later zou hij nog één
i_T„,,_u jaar studeren aan de Amsterdam-
componist van orgelmuziek se academie In 1885 hac, hij het
Rt- geluk dat zijn schilderij „Trans
port kolonialen" op de Parijse
salon werd bekroond
gaat hij echt zwerven,
•ordt een rasechte cosmopo-
van het Nicolai-orgel te Utrecht.
En tevens oefent hij kritiek op het
orgelbouwbeleid van de Geref.
Organistenvereniging. Over Ame
rikaanse orgelmuziek schrijft Har
ry Mayer.
Dc Praestant. het driemaan
delijkse orgeltijdschrift uit Meche-
len (red. Flor Peeters en Titus Tim-
wijdt een belangwek
kend artikel aan de Duitse organist
en componist van orgeln
Vincent Lübeck (16561740
schreven door Raymond Schroyens port kolonialen
en Willy Climan. Terecht wordt
Lübeck hier gezien als een belang
rijke schakel in de keten tussen nét in Amsterdam werkt hu
Buxtehude en Bach. Opgenomen Zeeland
zijn de disposities van de orgels JJaf*'
die Lübeck bespeelde.
De muziekbijlage is „In dulci
jubilo" van Lübeck. Prof. dr. Floris
lljke typerir
tijd raak. naar een in
nerlijke typering zocht
hjj niet.
Aristocraat
In café. variété en
cabaret schetste hij
naar hartelust, net als
Toulouse Lautrec. Maar
nimmer kwam hij tot
enig grof accent, altijd
bleef hij aristocraat in
zijn werk. Aristocraat
ook in de kleurbehande-
ling. die altijd helder en
klaar was. Hij, de op-
waarin hij zijn eigenlijke dichter
lijke boodschap tot de wereld
richtte. Want ook later, in 1879,
ik- treden. Dat gebeurt omstreeks zijn Perks meer vrije gelegen-
:ei- 1878 en het wordt voor het eerst heidsgedichten, voorzover ze niet
we duidelijk merkbaar in een zekere conventioneel zijn, een tikje bi-
oedwilligheid. die de gladde, tra- zar. In dat stadium (en een later
tionele rijmen verbreekt, waar- stadium heeft Perk niet meer mo-
j de jonge Perk dus. met de gen beleven) kon de jonge Jacques
en geldende maatstaven geme- zich als dichter aan de sonnetvorm
achteruit ging. Hij probeert optrekken en oprichten; het ge-
schuwt geen strenge schema verving in zeker»
i vertoont barok
ke neigingen, zoals het gedicht op
de kunstschilder Van der Voort
In de Betouw:
Waar de rijken samenvloeien
smeltende in de omarreming
die onzijdigheid doet groeien
uit haar hartsverwarreming..
Waar de vree zijn zoetheid
sprankelt
de oorlogskrans voor eeuwig
wankelt,
waar geen twist ooit scheuring
bracht;
waar de bergwind streelend
ivademt
en een heerlijk dal omvademt,
wademde ook de Vriendschap
zacht.
de eerst veel later bereikbare
ik lach rijpheid, waarbij het hoogste al
spelende wordt bereikt.
het dode meisje:
„Ik wist zo bitter weinig vi
Hem af en daarom begreep i
misschien ook niet om welke t»
dec Hij me Vera ontnomen hac
waarom Hij dit alles gedoogd» p8]
deze oorlog, deze tranen, dit m
teloos leed, dit voortdurend
scheld nemen van wie men lie! lili
hadIk schrok van mijn eig
zondige en heiligschennende i
dachten. Ik vouwde evenals
zuster de handen samen en slot
mijn blik naar het altaar op. Dj.
geur van wierook gaf me zoal
steeds een heerlijk gevoel van bi
dwelming. Wierook was de adet
van God. Zo ik diep genoeg ij
ademde, zouden mijn boze zond
ge gedachten vervluchtigen.
dan was Gods adem in mijn ziel
en verjoeg daar de duivel." s
Ruyslinck toont zich in „Wierot»"
kundig schrijver als in zijn vofce,
rassende debuut „De ontaard jur
slapers" (besproken in het CV
van 3 augustus 1957)de negat:- lur
ve inslag die zijn eersteling bezat
schijnt hier tot de oorsprong t»
ruggebracht te zijn
zichzelf al positief.
M. BEINEM
Vijf sonnettten
't Kunstgevoel, dat heerlijk
schittert
waar 't geen prozaslijm verbittert
blaakte vlammend op in mij
'k Zag „lieve brokjes" neérge-
Brabant, in de Boi
Parijs, in Hamburg,
Spanje, in Noord-Afrika
den. in Kopenhagen.
Fribourg, -■■■■•
Lon-
innagen, in oeru, ju
Indié (op 24 oktober /Vi Kerk-
i der Mucren uit Leuven schrijft Van
r de betekenis van de baroktjjd
/ele kunstkringen
Den Haag. Rot-
In het eerste artikel gaat terdam. Leiden. In 1891 kreeg hij
het
het orgel van Sweelinck
Bach. De zeventig koraalvoor- jaren dure
het
spelen van Flor Peeters noemt dr
L. Goffinet in een goed gedocumen
teerd artikel „een monumentaal
orgelwerk". Verder staan er in het
blad orgelberichten, boekbespre
kingen en concertberichten.
nog enkele
hij daarvan ge-
bruik maakte.
In datzelfde jaar begint de pe
riode waarin hij zo ongeveer
drie jaren lang veel tekent en
aquarelleert in café's «m danshui
zen in de Nes en op de Zeedijk
te Amsterdam. Met zijn „Amster
damse dienstmeisjes" uit 1894 be
gint eigenlijk zijn periode van op-
straat-schilderen Zijn grootste
reizen maakte hij na de dood van
zijn vader op 12 augustus 1911. In
orgel én piano
had er ook bove~
deze rubiek kunne*
staan. Maar name,
zeggen dikwijls zo
kwaliteit. Het is oj
gebied: het publiek gaat
in bioscoopadvertentie
heel groot. En niet v
een bekend musicus m
ook deze rubriek heeft
al uariëren de leeftijd»
zo sterk.
I, al waarborgen ze dan nog niet altijd
ziekgebied eigenlijk net zo als op film-
ïaar zijn sterren. Niet voor niets prijken
e namen van de bekende filmsterren
niets zetten impresario's de naam van
ette letters op een aanplakbiljet. Welnu,
drie namen die begrippen zijn geworden,
mn de dragers dier namen dan ook nog
hier echt van model-uitvoeringen veelzijdig en zijn vertolkingen
kan spreken. Gelukkig heeft Piet JÏJïtViSüï'f wal"en uitnem*
Kee hier geen enkele concessie COLUMBIA maakte
gedaan aan de smaak, zoals die jÏÜj
weieens op orgelgebied wordt ge
toond. Het is alles stijlvol en
sprankelend. Bovendien is er op-
nametechnisch buitengewoon mooi
werk gedaan.
vankelijk ook voor de Mathilde-
krans geschreven waren, doch
daarin niet zijn opgenomen. Drie
ervan zijn door Perk zelf als be
neden de maat verworpen. Ma-ac
wanneer wij de inzet lezen van
zelfs zo'n verworpen sonnet:
„En gij?" „Somtijds noem ik
de Liefde God
En wat ik aarde en hemel
zie doordringen
gelijk het leven u en mij;
soms ook het Lot
dat leidt (als ons de u>il)
de stervelingen.
dan voelt men onmiddellijk dat,
moge dit sonnet dan al niet ge
slaagd zijn, het naar geest en
flikkerd sfeer onmiddellijk grenst aan
en mijn jonge ziel, verkikkerd ^erk,s bes^e .werk. Natuurlijk zou
on hei schoon? schreide erbii het dwaasheid zijn te beweren dat
op net scnoone, scmeiae eroij. de sonnetvorm Perk tot dichter
heeft gemaakt. De aanleiding tot
En zo voort. Lezen we een ge- dit openbreken van Perks meest
dicht als dit en ook dat op Marie eigen dichtwijze is uiteraard de
Heek bij voorbeeld, dan verstaan figuur van Mathilde Thomas ge-
we beter, waarom Perk de stren- weest. Overigens is ook hiermee
niet het laatste woord gesproken.
Het is de zojuist gerijpte en door
de liefde bij het algemeen-mense
lijke leven ingeschakelde Jacques
Perk geweest, die betrekkelijk
plotseling als dichter zijn beste
werk begon te schrijven. Een jon
ge liefde bewerkt meer dan alleen
maar wederkerige genegenheid:
zij maakt de jonge mens van so
list tot orkestlid, als mij deze aan
het muziekleven ontleende beeld
spraak toegestaan is. Liefde is
levens-ervaring: het algemene le
ven gaat open: de minnenden we
ten zich geplaatst als schakels in
de grote levensketen Hoe duide
lijk komt dit uit in Goethes Die
leiden des jungen Werthers, waar
in autobiografisch materiaal is
verwerkt. En waar vandaan komt
Giese- de wijsgerige en epische inslag
de Mathilde, en in een proza-
JACQUES PERK
galant avontuur. Het is nutuur
lijk de vraag of hier
spreekt dan een goede jourM
listieke aanleg.
VIA NAALD
EN PLAAT
bussy en Ravel introduceerde.
Men kon van Gieseking dan ook
beslist niet zeggen, dat hij een
eenzijdig Duits pianist was. Inte
gendeel, zijn repertoir
i het Pi
A- stukje als Arme Mijnwerker,
Mozart, dat werd ders dan vanuit een jong hart, dat
het Philharmonia uit zijn liefde begrip voor het
lgemeen menselijke put?
1925
werd Isaac Israëls benoemd jaar
Allereerst is e
Piet Kee, nog n
naar als organi
ridder in de Orde van Oranji
Nassau, fen gevolge van een aan
rijding overleed hij op 8 oktober
de Nederlander
ar 31 jaar oud.
reeds ver bui-
bekend. Door drie
Haarlem achter elkaar
De hemel is'hoog en wijd.
Maar het kind speelt in het zand.
Niet weglopen, broekeman.
Want buiten brommen de auto's
Kurjürstendamm.
Blijf in je groene tuin.
Blijf op je hemelstrand.
Vul je emmertje maar tot de rand,
Dan komt uit de binnenkant
een taart, of misschien wel een toren.
Voor hoelang
Voor hoelang
Berlin.
Kinder spielplatz.
Bitte die Hunde fernzuhalten.
Bitte.
Bitte.
MUUS JACOBSE
(uit „Ontmoeting", jan. '59)
de wisselprijs van het internati
naai improvisatieconcours te win
nen. werd hij eigenaar van dc
zilveren tulp. Thans is Piet Kee
organist van de Grote Kerk te
Alkmaar en stadsorganist van
Haarlem.
-T-ELEFUNKEN heeft van hem
een plaat uitgebracht, waarop
hij het orgel in de Bavokerk te
Haarlem bespeelt. De volgende
werken voert hij uit: „Pastorel-
la" van J. G. Walther. „Fantasie
en Fuga" van Carl. Ph. Em
Bach. ..Ach Gott. erhör mein
seufzen" van J. L. Krebs. ..Lieb-
stei Jesu wir sind hier" van Joh
Seb. Bach (twee koraalbewerkin
gen). .Fuga in g. kl. t." van
Joh. Seb. Bach en ..Pastorale"
van Domenico Zipoli. (25 cm
langspeelplaat TW 30143'.
Deze opname is om meer dan
één reden interessant en zal zelfs
een historische waarde gaan krij
gen. Dit is namelijk de laatste
opname die gemaakt is voor de
grote restauratie van het Haar
lemse orgel. De firma Marcus-
sen uit Denemarken heeft het in
strument nu onderhanden en wil
trachten het weer in het oorspron
kelijke rococo-karakter terug te
brengen, zoals het in 1738 door Zodra het instrument door de fa.
de orgelbouwer Christian Müller Marcussen zal zijn gerestaureerd,
(leerling van Schnitger) werd af- moet Telefunken een ongeveer ge-
geleverd De tijdens de romantiek lijk programma door Piet Kee la-
aangcbrachte wijzigingen zullen ten uitvoeren. Dan kan men goed
vanzelfsprekend vervallen. Boven- het verschil horen,
dien zal de omvang der manualen De uitvoering der werken staat
worden uitgebreid van C'" tot G'" boven 3e kritiek. Piet Kee heeft
en van het pedaal van C' tot F', elk werk zo gaaf uitgeiegistrceid,
TWEEDE NAAM
deze
I Julius Katchen, die
Op 11-ja-
durdKV
uitgevoerd
Orkest o.l.v. Herbert von Karajan
(25 cm langspeelplaat 33 FC 1013)
Het is een van de 15 Pianocon
certen. die Mozart tussen 1782 en
1786 schreef, waarin men achter
een weelde van klank cn ritme
een sterke tragiek voelt. Geen
wonder dal tijdgenoten
iet (IS
DE prozaschrijver Perk slaagt
il bekende fguur is. Op U-ja- wonder dat tijdgenoten soms van het minst, waar hij geestig
ige leeftijd debuteerde hij met de „unheimlichen" Mozart spra- wil zijn. Dan vervalt hij in een
teerde hij in Parijs op het eer- De achtergrond van deze mu- li s stijl. Maar wanneer hij ge
ste Unesco-festival en vestigde ziek heeft Gieseking volmaakt ge- woon navertelt wat hij gezien en
en toont dan ook een J
ikaliteit. die verrast in onze beleefd heeft, komen er leven en
liid van harde virtuositeit. Ook beeldend vermogen in ziin proza
het orkestspel is op gelijk niveau.
Helaas, er is een vrij grote zwe- zoals m dat reeds genoemde
ving in de pianoklank en dat stukje over de arme mijnwerker
.kt het geheel niet aantrekke- he( van moeder
CORN. BASOSKI. en in het fragment Een razend
geheel peild
Haar Ier.
ngel
Telefun-
de aandacht
Europa op zich. Vooral dooi
enorme technische beheersing.
DECCA heeft nu een klein
plaatje van hem uitgebracht,
waarop hij met het Londens Sym
fonie-Orkest o.l.v. de 21-jarige di
rigent Pierino Gamba de Hon
gaarse Fantasie van Liszt uit
voert. een werk dat zijn thema
tisch materiaal ontleent aan de
bekende Hongaarse Rhapsodie no.
14 van Liszt (45-toerenplaat CEP
53).
Inderdaad vraagt een vertolking
van dit werk wel een grote tech
nische beheersing, meer eigen
lijk dan muzikaliteit. De muziek
is tamelijk pathetisch en juist
door het populaire thematische
materiaal is succes vrijwel altijd
verzekerd. Men behoeft zich dan
ook bij deze opname niet af te
vragen of Julius Katehen wel mu
zikaliteit genoeg heeft (hij heeft
dat wel. getuige zijn vele recitals
chen ook. door zijn virtuositeit en heeft geschoten, inzonderheid
zijn grote toon Een voortreffelijk Hans Sleutelaar",
plaatje dan ook in dit genre, ef
fectvol gespeeld en goed opgeno- De oorzaak van
Een zeer ernstig
de wat badinerend)
den Besten boren in het laatste
nummer van het letterkundig
ord. ondanks ven bloemlezing „Dichters van
oon, laat Ad morgen". Het pamflet is ges~hre-
door Simon Vinkenoog, Corn.
Vaandrager, C. Buddingh'
ndblad Hans Andreus, Gust Gils, René
den Besten op de reden
Duitse meesterpianist Walter
Gieseking (geb. 18951. die m
Duitsland de pu
daan door acht
positief
richte poëzie, die door de aanval-
deze open brief Iers niet gekend kan worden, om-
kranter.opmaak dat ze uit een andere sfeer voorl-
-Nederlandse komen. Vei der bevat het nummer
verzen van Muus Jacobse, Frank
Daen en Jan H. de Groot en vele
terk tegen kritieken. De illustraties zijn van
de door Ad den Besten uitgege- Hans de Boer.
De onverbiddelijke dood h
in 1881 een eind gemaakt aan
veelbelovende, jonge leven,
vijfdelige cyclus, die nu voltooi
is, geeft een vrijwel volledip
Jacques Perk, zoals hij heeft ge
leefd en gewerkt in het vrijzinnig-
godsdienstig milieu van de be
tere standen uit zijn dagen. Hi
is belangrijk veel over het leve
van een dichter te
ontwikkelingsgang t.i
eaan; niet om de pietluttige de
tails, maar wel om
achter de dichter te kunnen b
grijpen en zich we
nieuw te verbazen
heim van het kunstenaars
dat zich losmaakt uit het geërfd
aangeleerde en nagebootste, 1
het zich, zoals bij Perk vrij plo
seling, min of meer zuiver
toont. Met hem begint de i
were poëzie en zo staat de thai
gereedgekomen vijfdelige Perk a
een soort monument aan de i
gang van de moderne Nederland
se dichtkunst.
C. RIJNSDORf
Goden, priesters
en koningen
Uit de Oosterse literatuur hfl
Wim J. Simons een bloemled
samengesteld onder de titel
den, priesters en koningen"
Daamen-Bakker, Den Haag, Ook
vaarreeks no. 77, 167 blz). Dei
mensteller heeft zich daarbij t
tuurlijk een grote beperking ffli
ten opleggen, gezien de enorl
veelheid van goede produkten
de Oosterse literaturen. Men v
nu in deze bloemlezing gedicht
en prozastukjes van Confucij
Izumi Shikibu, Yoshida Keu
Schi-king. Tagore, Omar Khay^
Ibn Chaldoen en tal van and
me verzen uit de Egyptische
zie en uit de lyriek der natut
volken. Daar het niet moge!]
was steeds goede specimina 1
vreemde literaturen in het Ned
lands vertaald te vinden, bevat i
bloemlezing ook teksten in
Frans, Duits en Engels. Een fl
devolle keuze heeft Simons f'
maakt, waarin men telkens 1
zal bladeren.