Me tijl FEUIT ie zuivere PIET KEE, JULIUS KATCHEN en Walter GIESEKING I Hoe dichter werd Kinder- spiel platz lil es£hf® K^ssssa. v%. dlt en ONTMOETING IN HAAGS GEMEENTEMUSEUM t I „Een fijnproever I aan 's levens dis j ZATERDAG 7 FEBRUARI 195!^ de óckiider van ket vlietend leven (Van kunstredacteur) FNE tragiek van Isaac Israels is steeds in de schaduw te hebben moeten staan. In de schaduw van hen die vóór hem leefden: van zijn vader Jozef Israëls en van de bekende impressionisten. Jozef Israëls was de grote schilder van de impressionistische romantiek, die in een soms weemoedige poëzie het schamel bestaan der armen uitzong. Zijn diepe menselijkheid maakte de verbeeldingen soms zo aangrijpend, waarbij hij echter niet altijd aan een bepaalde melodrama- tiek en aan een al te sterk sentiment ontkwam. Heel aardig is wat Busken Huët eens van Jozef Is raëls zei: „Altijd vissersmannen. Eerherstel merkzame boulevardier. 'hield van het leven zoals hij het rond zich Isaac za8; de koffiepiksters in haar bi trgeter Het Orgel en De Praestant Het maandblad „H e t O r g e 1" (orgaan van de Ned. Organisten Vereniging) is in een geheel nieuw gewaad verschenen. Het januarinummer ziet er daarom bijzonder aantrekkelijk uit, voor al ook door de vier prachtige orgelfoto's op kunstdrukpapier van Instrumenten te Vriezen- veen, Sion, Lunenburg TVTA ZIJN DOOD „„v - - Israëls wat gauw vergeten taliteit, de jonge balletdanseres- Men haalde hem niet meer uit °P J??' atelier de deernen in j- de schaduw vandaan. En sprak haar uitdagendheid in de cafe s. vrouwen. altijd vis- men over hem dan gingen de de charmante slanke dienstmeis- sermanskinderen. schouders van de nieuwlichters Je?.?P de straten, de paraderende Israëls schildert ze naar boven: „oppervlakkig [Tumnettes op de Place Vendome heel goed. daar werk niet boeiend ver- Parl)s' de druk-bewegende niet van. Maar hij ouderd Dat duurde tot 1955. mensen op de Amsterdamse geeft „des Guten toen Vlaardingen een poging deed 8.cacht. Terecht is hij eens „een zu viel", en wij hem naar voren te halen in 1956 ''Jnproever aan s levens dis ge- kunnen van Kat- gevolgd door het Groninger Mu- "oerrd- Overal zocht hij naar wijk of Schevenin- seum, in 1958 door het Sted. Mu- g^le en. verfijning naar kleur gen houden, zon- scum te Amsterdam en thans f" ,naar blijheid en een der er daarom le- door het Haagse Gemeentemu- UKKeilJe genot, venslang op ka- seum. Daar hangen nu niet min- M k t mers te willen wonen". Ja. Jozef der dan 60 schilderijen. 14 pas- *an net werK van lsaac Israëls heeft wel heel veel dezelfde tels, 25 aquarellen en 9 tekenin- Israels e onderwerpen geschilderd. Maar gen van Isaac Israëls. Het is een sualisme deden dat niet meerdere schilders eerherstel, een artistieke reha'oi- van de Haagse school, zo ook litatie. Bosboom. Mauve, Bilders. En wie dan zo n grote collectie ziet het zijn vooral de minder bekende werken die worden ten toongesteld. en daardoor mist men weieens enkele waardevolle hoogtepunten uit het gehele oeu vre gaat zich natuurlijk af- agen in hoeverre Isaac Israël: De afgelopen oorlog heeft in het werk van veel schrijvers eer. onmiddellijke en vaak rauwe wègr klank gevonden. Voor anderen echter waren de ervaringen te gruwelijk om a direct te kunnen uiten: slechts na jaren konden zij daartoe komt en dan bleek veelal dat dit werk, hoewel minder spectacul van een grotere intensiteit was. Om deze tendens te zien verge lijke men Bert Voetens bij ver schijnen sterk overschatte oor logsdagboek „Doortocht" (1946) met Alfred Kossmanns romande buut „De nederlaag" 1950")of, duidelijker voorbeeld nog, W. F. Hermans' even indrukwekkende als onevenwichtige „De tranen der Acacia's" (1949) met Marga Minco's serene en ontroerende „Het bittere kruid" (1957). Een grote, zij het gedwongen overeenkomst met de groep der langzaam reagerenden vertonen de schrijvers, die pas nu de leef tijd van publiceren bereikt heb ben en die derhalve in oorlogs tijd kinderen waren. Gezuiverd Ook hier is de neerslag gezui verd door de zeef van de tijd. Bovendien is de neerslag bij ont staan al anders geweest als bij de volwassenen: ogenschijnlijk Waldo dan. meer betrekking hebbend op br zaken, in wezen meer het ess tiële rakend. I-n „Wierook en tranen" 1) i de Vlaming Ward Ruyslinck (gei 1929) zien wij zo de eerste d; gen van de oorlog door kind» De negenjarige Waldo vlueh met zijn ouders vanuit Antwerpa in de richting van Frankrijk, w»; van de naderende Duitsers. B: een bombardement verliest hi zijn vader en moeder; met z iets oudere buurmeisje Vera tri hij verder. Als de Duitse troej sneller blijken te zijn dan vluchtelingen, keert het tweeti terug. Gebed Onderweg wordt Vera do Tl Duitse soldaten geweld aang» H daan; dientengevolge in een kenhuis opgenomen, sterft i daar. Vol onbegrip en twijfel b:c ng( Israels kw impressi schaduw m van de zijde der ten. Eigenlijk sloot Isaac Israëls de rij der Holland se impressionisten af. Het impres sionisme was eigenlijk al voorbij, had geen directe vat meer op dc zekere zin van liet ontzeggen. Maa is geen ongezond sensuali omdat Isaac Israëls nergens over dreef, nergens te nadrukkelijk H°E Perk dichter werd kan erkte. Zijn vloeiende, bewegen de lijnen behielden de noblesse van een gezonde geesl. De som berheid en geladenheid van zijn vaders kunst heeft bij Isaac Is raëls plaats gemaakt voor het beleven van vreugde aan schor schilders en op het publiek. In te kort is geschoten om vergeten voorhiiaaande dineen Die char- het werk v.n Isaac Israels voel. te, worden. De oppervlakkige be- zo bSend. dat men a' de tentoonstelling in het Haagse rschijnlijk bij al Gemeentemuseum die boven- schouwer zal dat omdat hij die werken gegr» wordt door nog de sfeer net. de sfeer ook van een oren- ner. Maar het is alles minder verrassend. minder diepgaand ook. En zo stond (en staat nog) door daar Isaac Israëls in grote slag- vlotte beweging, bovenal ook door T na de verschijning van zijn ..Proeven in dicht en ondicht" uitg. N.V. De Arbeiderspers. Amsterdam) stap voor stap nagaan. Dit werk vormt namelijk het sluitstuk van de vijfdelige reeks, waarin, na een deel levensbeschrijving, de verzamelde gedichten, brieven en dokumen- ten en thans ook de proeven in dicht en ondicht zijn bijeen gebracht. Biograaf en uitgever (in de zin van literair verzorger is professor Garmt Stuiveling, kenner van de nieuwere Neder landse literatuur als weinigen. Mei hem begint de nieuwe poëzie schaduwen. Hij wilde het niet. een heel fijnzinnig kleurgevoel, hij voelde zich even groot Dat dat eigenlijk Frans aandoet. was de noodzakelijke levenshou- ding voor hem. de verdediging geeft van brieven schetsen graag zal bezoeken. rt düürt de exposi- Dr. J. W. Doeve schrijft uitvoerig over het vermaarde orgel te Sion in het Rhónedal, een instrument uit 1400, genoemd het oudst be speelbare instrument ter wereld De verenigingsvoorzitter George Stam opent een nieuwe rubriek „Orgel Practicum", waarin aan dacht wordt besteed aan de pro blemen van de „eenvoudige" orga nist. In „De techniek van het orgelspel" wijst Lambert Erné er terecht op, dat een orgel geen gebreken moet vertonen. Een concertpianist zal die ge breken ook niet accepteren aan de bestaansrecht als schil der. En zo kwam hij dus tot een Sorö. bepaalde zelfverzekerdheid, van elk zelfportret als het is af te lezen. Hij zekerd zijn, anders gaan in een mindi complex. van Isaac Israëls de zelfvër- hij ondcr- irdigheids- Zijn leven Israels geboren als Jozef Israëls en Aleid Schaap, beiden van Joodse komst. Hel geboortehuis staat er nog op de Prinsengracht in Am sterdam. In 1871 de biografi sche notities zijn zeer nauwke uitgezocht door mejuffrouw A Wagner van het Haagse Gemeen wordt bepaald door h ken met anderen. Is vaardig? Zeker, hij m matische bewogenheid vader en van Breitnei de diepte van de Frai sionlsten. Maan had hjj niet het recht zichzelf te zijn? Hij was heel 'an ders. hij was en leefde oppervlakkiger, hij hield van de schone schijn en het vlietende leven. Meer wilde hij niet ge ven. Hij zocht niet naar Aleida Israëls- diepere psychologische htergronden. maar lar de visuele vluch- re werkelijkheid, die jstlegde. Stap voor stap is Pi keling tot dichter na t den we. Dat betekent niet. dat we hier te maken hebben met een ge leidelijke ontplooiing van zijn dich terlijk talent. Want de lezer var dit bock, die zich door de school opstellen en gelegenheidsverzen met hun volkomen traditionele antieke vorm en inhoud heeft heenge- hardheden (zoals in het steld. ziet de dichter in Perk zijn tante Betsy Perk: tamelijk plotseling dinaire hief hij op verhuisde de fami- iets schoons. z(|n nlter- de Koninginnegracht 6 te ging men twee huizen verder wonen, op no. 2. En daar ontmoet Isaac Israëls al de groten der Nederlandse kunstwereld. Lang blijft Isaac niet op school. Zijn ouders namen hem al vroeg mee naar het buitenland, o m. ieder jaar naar de Parijse salon, waar hij in 1882 uitkomt met het werk „Begrafenis van een jager" Inmiddels had Isaac Israëls twee jaar gewerkt op de Acadefnie voor Beeldende Kunsten te Den later zou hij nog één i_T„,,_u jaar studeren aan de Amsterdam- componist van orgelmuziek se academie In 1885 hac, hij het Rt- geluk dat zijn schilderij „Trans port kolonialen" op de Parijse salon werd bekroond gaat hij echt zwerven, •ordt een rasechte cosmopo- van het Nicolai-orgel te Utrecht. En tevens oefent hij kritiek op het orgelbouwbeleid van de Geref. Organistenvereniging. Over Ame rikaanse orgelmuziek schrijft Har ry Mayer. Dc Praestant. het driemaan delijkse orgeltijdschrift uit Meche- len (red. Flor Peeters en Titus Tim- wijdt een belangwek kend artikel aan de Duitse organist en componist van orgeln Vincent Lübeck (16561740 schreven door Raymond Schroyens port kolonialen en Willy Climan. Terecht wordt Lübeck hier gezien als een belang rijke schakel in de keten tussen nét in Amsterdam werkt hu Buxtehude en Bach. Opgenomen Zeeland zijn de disposities van de orgels JJaf*' die Lübeck bespeelde. De muziekbijlage is „In dulci jubilo" van Lübeck. Prof. dr. Floris lljke typerir tijd raak. naar een in nerlijke typering zocht hjj niet. Aristocraat In café. variété en cabaret schetste hij naar hartelust, net als Toulouse Lautrec. Maar nimmer kwam hij tot enig grof accent, altijd bleef hij aristocraat in zijn werk. Aristocraat ook in de kleurbehande- ling. die altijd helder en klaar was. Hij, de op- waarin hij zijn eigenlijke dichter lijke boodschap tot de wereld richtte. Want ook later, in 1879, ik- treden. Dat gebeurt omstreeks zijn Perks meer vrije gelegen- :ei- 1878 en het wordt voor het eerst heidsgedichten, voorzover ze niet we duidelijk merkbaar in een zekere conventioneel zijn, een tikje bi- oedwilligheid. die de gladde, tra- zar. In dat stadium (en een later tionele rijmen verbreekt, waar- stadium heeft Perk niet meer mo- j de jonge Perk dus. met de gen beleven) kon de jonge Jacques en geldende maatstaven geme- zich als dichter aan de sonnetvorm achteruit ging. Hij probeert optrekken en oprichten; het ge- schuwt geen strenge schema verving in zeker» i vertoont barok ke neigingen, zoals het gedicht op de kunstschilder Van der Voort In de Betouw: Waar de rijken samenvloeien smeltende in de omarreming die onzijdigheid doet groeien uit haar hartsverwarreming.. Waar de vree zijn zoetheid sprankelt de oorlogskrans voor eeuwig wankelt, waar geen twist ooit scheuring bracht; waar de bergwind streelend ivademt en een heerlijk dal omvademt, wademde ook de Vriendschap zacht. de eerst veel later bereikbare ik lach rijpheid, waarbij het hoogste al spelende wordt bereikt. het dode meisje: „Ik wist zo bitter weinig vi Hem af en daarom begreep i misschien ook niet om welke t» dec Hij me Vera ontnomen hac waarom Hij dit alles gedoogd» p8] deze oorlog, deze tranen, dit m teloos leed, dit voortdurend scheld nemen van wie men lie! lili hadIk schrok van mijn eig zondige en heiligschennende i dachten. Ik vouwde evenals zuster de handen samen en slot mijn blik naar het altaar op. Dj. geur van wierook gaf me zoal steeds een heerlijk gevoel van bi dwelming. Wierook was de adet van God. Zo ik diep genoeg ij ademde, zouden mijn boze zond ge gedachten vervluchtigen. dan was Gods adem in mijn ziel en verjoeg daar de duivel." s Ruyslinck toont zich in „Wierot»" kundig schrijver als in zijn vofce, rassende debuut „De ontaard jur slapers" (besproken in het CV van 3 augustus 1957)de negat:- lur ve inslag die zijn eersteling bezat schijnt hier tot de oorsprong t» ruggebracht te zijn zichzelf al positief. M. BEINEM Vijf sonnettten 't Kunstgevoel, dat heerlijk schittert waar 't geen prozaslijm verbittert blaakte vlammend op in mij 'k Zag „lieve brokjes" neérge- Brabant, in de Boi Parijs, in Hamburg, Spanje, in Noord-Afrika den. in Kopenhagen. Fribourg, -■■■■• Lon- innagen, in oeru, ju Indié (op 24 oktober /Vi Kerk- i der Mucren uit Leuven schrijft Van r de betekenis van de baroktjjd /ele kunstkringen Den Haag. Rot- In het eerste artikel gaat terdam. Leiden. In 1891 kreeg hij het het orgel van Sweelinck Bach. De zeventig koraalvoor- jaren dure het spelen van Flor Peeters noemt dr L. Goffinet in een goed gedocumen teerd artikel „een monumentaal orgelwerk". Verder staan er in het blad orgelberichten, boekbespre kingen en concertberichten. nog enkele hij daarvan ge- bruik maakte. In datzelfde jaar begint de pe riode waarin hij zo ongeveer drie jaren lang veel tekent en aquarelleert in café's «m danshui zen in de Nes en op de Zeedijk te Amsterdam. Met zijn „Amster damse dienstmeisjes" uit 1894 be gint eigenlijk zijn periode van op- straat-schilderen Zijn grootste reizen maakte hij na de dood van zijn vader op 12 augustus 1911. In orgel én piano had er ook bove~ deze rubiek kunne* staan. Maar name, zeggen dikwijls zo kwaliteit. Het is oj gebied: het publiek gaat in bioscoopadvertentie heel groot. En niet v een bekend musicus m ook deze rubriek heeft al uariëren de leeftijd» zo sterk. I, al waarborgen ze dan nog niet altijd ziekgebied eigenlijk net zo als op film- ïaar zijn sterren. Niet voor niets prijken e namen van de bekende filmsterren niets zetten impresario's de naam van ette letters op een aanplakbiljet. Welnu, drie namen die begrippen zijn geworden, mn de dragers dier namen dan ook nog hier echt van model-uitvoeringen veelzijdig en zijn vertolkingen kan spreken. Gelukkig heeft Piet JÏJïtViSüï'f wal"en uitnem* Kee hier geen enkele concessie COLUMBIA maakte gedaan aan de smaak, zoals die jÏÜj weieens op orgelgebied wordt ge toond. Het is alles stijlvol en sprankelend. Bovendien is er op- nametechnisch buitengewoon mooi werk gedaan. vankelijk ook voor de Mathilde- krans geschreven waren, doch daarin niet zijn opgenomen. Drie ervan zijn door Perk zelf als be neden de maat verworpen. Ma-ac wanneer wij de inzet lezen van zelfs zo'n verworpen sonnet: „En gij?" „Somtijds noem ik de Liefde God En wat ik aarde en hemel zie doordringen gelijk het leven u en mij; soms ook het Lot dat leidt (als ons de u>il) de stervelingen. dan voelt men onmiddellijk dat, moge dit sonnet dan al niet ge slaagd zijn, het naar geest en flikkerd sfeer onmiddellijk grenst aan en mijn jonge ziel, verkikkerd ^erk,s bes^e .werk. Natuurlijk zou on hei schoon? schreide erbii het dwaasheid zijn te beweren dat op net scnoone, scmeiae eroij. de sonnetvorm Perk tot dichter heeft gemaakt. De aanleiding tot En zo voort. Lezen we een ge- dit openbreken van Perks meest dicht als dit en ook dat op Marie eigen dichtwijze is uiteraard de Heek bij voorbeeld, dan verstaan figuur van Mathilde Thomas ge- we beter, waarom Perk de stren- weest. Overigens is ook hiermee niet het laatste woord gesproken. Het is de zojuist gerijpte en door de liefde bij het algemeen-mense lijke leven ingeschakelde Jacques Perk geweest, die betrekkelijk plotseling als dichter zijn beste werk begon te schrijven. Een jon ge liefde bewerkt meer dan alleen maar wederkerige genegenheid: zij maakt de jonge mens van so list tot orkestlid, als mij deze aan het muziekleven ontleende beeld spraak toegestaan is. Liefde is levens-ervaring: het algemene le ven gaat open: de minnenden we ten zich geplaatst als schakels in de grote levensketen Hoe duide lijk komt dit uit in Goethes Die leiden des jungen Werthers, waar in autobiografisch materiaal is verwerkt. En waar vandaan komt Giese- de wijsgerige en epische inslag de Mathilde, en in een proza- JACQUES PERK galant avontuur. Het is nutuur lijk de vraag of hier spreekt dan een goede jourM listieke aanleg. VIA NAALD EN PLAAT bussy en Ravel introduceerde. Men kon van Gieseking dan ook beslist niet zeggen, dat hij een eenzijdig Duits pianist was. Inte gendeel, zijn repertoir i het Pi A- stukje als Arme Mijnwerker, Mozart, dat werd ders dan vanuit een jong hart, dat het Philharmonia uit zijn liefde begrip voor het lgemeen menselijke put? 1925 werd Isaac Israëls benoemd jaar Allereerst is e Piet Kee, nog n naar als organi ridder in de Orde van Oranji Nassau, fen gevolge van een aan rijding overleed hij op 8 oktober de Nederlander ar 31 jaar oud. reeds ver bui- bekend. Door drie Haarlem achter elkaar De hemel is'hoog en wijd. Maar het kind speelt in het zand. Niet weglopen, broekeman. Want buiten brommen de auto's Kurjürstendamm. Blijf in je groene tuin. Blijf op je hemelstrand. Vul je emmertje maar tot de rand, Dan komt uit de binnenkant een taart, of misschien wel een toren. Voor hoelang Voor hoelang Berlin. Kinder spielplatz. Bitte die Hunde fernzuhalten. Bitte. Bitte. MUUS JACOBSE (uit „Ontmoeting", jan. '59) de wisselprijs van het internati naai improvisatieconcours te win nen. werd hij eigenaar van dc zilveren tulp. Thans is Piet Kee organist van de Grote Kerk te Alkmaar en stadsorganist van Haarlem. -T-ELEFUNKEN heeft van hem een plaat uitgebracht, waarop hij het orgel in de Bavokerk te Haarlem bespeelt. De volgende werken voert hij uit: „Pastorel- la" van J. G. Walther. „Fantasie en Fuga" van Carl. Ph. Em Bach. ..Ach Gott. erhör mein seufzen" van J. L. Krebs. ..Lieb- stei Jesu wir sind hier" van Joh Seb. Bach (twee koraalbewerkin gen). .Fuga in g. kl. t." van Joh. Seb. Bach en ..Pastorale" van Domenico Zipoli. (25 cm langspeelplaat TW 30143'. Deze opname is om meer dan één reden interessant en zal zelfs een historische waarde gaan krij gen. Dit is namelijk de laatste opname die gemaakt is voor de grote restauratie van het Haar lemse orgel. De firma Marcus- sen uit Denemarken heeft het in strument nu onderhanden en wil trachten het weer in het oorspron kelijke rococo-karakter terug te brengen, zoals het in 1738 door Zodra het instrument door de fa. de orgelbouwer Christian Müller Marcussen zal zijn gerestaureerd, (leerling van Schnitger) werd af- moet Telefunken een ongeveer ge- geleverd De tijdens de romantiek lijk programma door Piet Kee la- aangcbrachte wijzigingen zullen ten uitvoeren. Dan kan men goed vanzelfsprekend vervallen. Boven- het verschil horen, dien zal de omvang der manualen De uitvoering der werken staat worden uitgebreid van C'" tot G'" boven 3e kritiek. Piet Kee heeft en van het pedaal van C' tot F', elk werk zo gaaf uitgeiegistrceid, TWEEDE NAAM deze I Julius Katchen, die Op 11-ja- durdKV uitgevoerd Orkest o.l.v. Herbert von Karajan (25 cm langspeelplaat 33 FC 1013) Het is een van de 15 Pianocon certen. die Mozart tussen 1782 en 1786 schreef, waarin men achter een weelde van klank cn ritme een sterke tragiek voelt. Geen wonder dal tijdgenoten iet (IS DE prozaschrijver Perk slaagt il bekende fguur is. Op U-ja- wonder dat tijdgenoten soms van het minst, waar hij geestig ige leeftijd debuteerde hij met de „unheimlichen" Mozart spra- wil zijn. Dan vervalt hij in een teerde hij in Parijs op het eer- De achtergrond van deze mu- li s stijl. Maar wanneer hij ge ste Unesco-festival en vestigde ziek heeft Gieseking volmaakt ge- woon navertelt wat hij gezien en en toont dan ook een J ikaliteit. die verrast in onze beleefd heeft, komen er leven en liid van harde virtuositeit. Ook beeldend vermogen in ziin proza het orkestspel is op gelijk niveau. Helaas, er is een vrij grote zwe- zoals m dat reeds genoemde ving in de pianoklank en dat stukje over de arme mijnwerker .kt het geheel niet aantrekke- he( van moeder CORN. BASOSKI. en in het fragment Een razend geheel peild Haar Ier. ngel Telefun- de aandacht Europa op zich. Vooral dooi enorme technische beheersing. DECCA heeft nu een klein plaatje van hem uitgebracht, waarop hij met het Londens Sym fonie-Orkest o.l.v. de 21-jarige di rigent Pierino Gamba de Hon gaarse Fantasie van Liszt uit voert. een werk dat zijn thema tisch materiaal ontleent aan de bekende Hongaarse Rhapsodie no. 14 van Liszt (45-toerenplaat CEP 53). Inderdaad vraagt een vertolking van dit werk wel een grote tech nische beheersing, meer eigen lijk dan muzikaliteit. De muziek is tamelijk pathetisch en juist door het populaire thematische materiaal is succes vrijwel altijd verzekerd. Men behoeft zich dan ook bij deze opname niet af te vragen of Julius Katehen wel mu zikaliteit genoeg heeft (hij heeft dat wel. getuige zijn vele recitals chen ook. door zijn virtuositeit en heeft geschoten, inzonderheid zijn grote toon Een voortreffelijk Hans Sleutelaar", plaatje dan ook in dit genre, ef fectvol gespeeld en goed opgeno- De oorzaak van Een zeer ernstig de wat badinerend) den Besten boren in het laatste nummer van het letterkundig ord. ondanks ven bloemlezing „Dichters van oon, laat Ad morgen". Het pamflet is ges~hre- door Simon Vinkenoog, Corn. Vaandrager, C. Buddingh' ndblad Hans Andreus, Gust Gils, René den Besten op de reden Duitse meesterpianist Walter Gieseking (geb. 18951. die m Duitsland de pu daan door acht positief richte poëzie, die door de aanval- deze open brief Iers niet gekend kan worden, om- kranter.opmaak dat ze uit een andere sfeer voorl- -Nederlandse komen. Vei der bevat het nummer verzen van Muus Jacobse, Frank Daen en Jan H. de Groot en vele terk tegen kritieken. De illustraties zijn van de door Ad den Besten uitgege- Hans de Boer. De onverbiddelijke dood h in 1881 een eind gemaakt aan veelbelovende, jonge leven, vijfdelige cyclus, die nu voltooi is, geeft een vrijwel volledip Jacques Perk, zoals hij heeft ge leefd en gewerkt in het vrijzinnig- godsdienstig milieu van de be tere standen uit zijn dagen. Hi is belangrijk veel over het leve van een dichter te ontwikkelingsgang t.i eaan; niet om de pietluttige de tails, maar wel om achter de dichter te kunnen b grijpen en zich we nieuw te verbazen heim van het kunstenaars dat zich losmaakt uit het geërfd aangeleerde en nagebootste, 1 het zich, zoals bij Perk vrij plo seling, min of meer zuiver toont. Met hem begint de i were poëzie en zo staat de thai gereedgekomen vijfdelige Perk a een soort monument aan de i gang van de moderne Nederland se dichtkunst. C. RIJNSDORf Goden, priesters en koningen Uit de Oosterse literatuur hfl Wim J. Simons een bloemled samengesteld onder de titel den, priesters en koningen" Daamen-Bakker, Den Haag, Ook vaarreeks no. 77, 167 blz). Dei mensteller heeft zich daarbij t tuurlijk een grote beperking ffli ten opleggen, gezien de enorl veelheid van goede produkten de Oosterse literaturen. Men v nu in deze bloemlezing gedicht en prozastukjes van Confucij Izumi Shikibu, Yoshida Keu Schi-king. Tagore, Omar Khay^ Ibn Chaldoen en tal van and me verzen uit de Egyptische zie en uit de lyriek der natut volken. Daar het niet moge!] was steeds goede specimina 1 vreemde literaturen in het Ned lands vertaald te vinden, bevat i bloemlezing ook teksten in Frans, Duits en Engels. Een fl devolle keuze heeft Simons f' maakt, waarin men telkens 1 zal bladeren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1959 | | pagina 18