in Londen KERAMIEK KLEINE PLAATJES DANK Vroeger stalletjes met ijs en sigaren ZONDAGSBLAD ZATERDAG 24 JANUARI 1959 Centraal museum ARDE en water waren de eerste elementen voor een kunst, die duizen den jaren vóór Christus al- -- Orkest en dirigent onder de serpentines HET •n te ver doorge- niet te controle ren bewering zijn, dat na de eerste ■•tap van de Normandiërs op Engelse bodem in 1066, na de slag bij Hastings, de Engelse cultuur bij deze aanraking met het vasteland van Europa met sprongen vooruit zou zijn ge gaan Niettemin is het een niet te miskennen feit dat Engeland nadien niet alleen op politiek doch ook op cultureel terrein nauw verbonden was met het vasteland. Nu is het hier niet de juiste plaats in te gaan op de gevolgen en voordelen van deze verbintenis, noch te komen tot een beschrijving van Engelands geschiedenis na de vorming van een nationale staat m 1265 of het weergeven van de betekenis van de vestiging van het Ver enigd Koninkrijk in 1707. De ge schiedenis van Engeland is een boeiende geschiedenis, zowel op politiek, economisch als op cul tureel terrein. Gaat men zich hierin verdiepen, dan zal men onmiskenbaar stuiten op het spreekwoordelijk traditie-gevoel van de Engelsman. Niet alleen echter bij een der gelijke studie zal men min of meer onder de indruk komen van dit onverzettelijk vasthouden aan alles wat de naam traditie heeft, doch bij een bezoek aan dit land zal het u treffen zodra u. even als destijds de Normandiërs. een voet aan wal heeft gezet. Met d' ze uitzondering dat zulk een landing in 1959 minder vechtlus tig toegaat en er in 1066 geen douane aan te pas kwam. Nu hebben we geenszins de bedoe ling om met de propaganda u toe te roepen: Come to Britain! Mocht u echter de bedoeling heb ben deze zomer Engeland te be zoeken, brengt u dan in elk ge val één avond door bij de Pro menade-concerten te Londen en u maakt kennis met een onverge lijkbaar voorbeeld van Engelse traditie. (Van onze kunstredacteur) leen maar een gewoon hand werk was. Al spoedig kwam er het vuur als derde element bij, het vuur dat de hardheid en dus de duurzaamheid verleende. Maar dat onverglaasde aardewerk bleek poreus te zijn en zo kwam er als vierde element het glazuur. In Egypte verglaasde men het aarde werk al 3000 v. Chr. met kiezelzuur en vervaardigde men wandbekledingen en vaatwerk in blauw-groene kleur. van Nederlandse kunstenaars den). Met de groei verdween ook deze „attractie"; het accent kwam geheel op de concerten zelf te liggen. Binnen tien jaar ontstond reeds een eerste tra ditie: twee programma-nummers kon men sedertdien ieder jaar weer beluisteren n.l. Elgars Pomp and Circumstance Mars dering die 11901) en Woods Fantasie on halb-starken British Sea Songs (1905). Hier bij de Proms wordt het ntwoord gegeven op de bandeloze Neen. dit verwilderde rages die lieden dit verwildering die hand dreigt toe te nemen, i teen-agers Unieke traditie Iedere Londenaar is trots op ..zijn" Proms en iedere buitenlan der is jaloers op deze Proms. Een unieke traditie op het terrein van de muziek zijn deze concer ten waar men, de naam zegt het reeds, in vroeger dagen tijdens de uitvoering kon ..promeneren". Uit een simpel begin gegroeid bereikte men vorig jaar het 64e seizoen, waar men van 26 juli tot 20 september iedere avond (met uitzondering van de zondagen) concerten gaf. In totaal 40 con certen met 106 solisten, waar- bi i werden uitgevoerd 47 symfo nieën. 52 Concerten voor piano e.d., 46 Ouvertures en 30 koor- en andere vocale werken. Een indrukwekkende samenvatting van de „Proms", een klein woordje waaruit blijkt hoe groot de macht van traditie zijn kan. Sir Henry Wood Toen Sir Henry Wood op 10 augustus 1895 het podium van de Queens Hall betrad om het eer ste Promenade-concert te dirige ren zal hij weinig vermoed heb ben welk een grote Engelse tra ditie hij hiermee begon. Zoals gezegd een waarlijk unieke tra ditie. want nergens in de wereld is iets dat met deze Proms te vergelijken valt. Het idee van promeneren. waar men dus kon staan of heen en weer wandelen tijdens een concert in een arena, kwam van Parijs, een soort van deze concerten werden in Londen in 1838 voor het eerst gegeven Henry Wood was in 1895 een jonge 25-jarige musicus, nl. orga nist, pianist, zangleraar en diri gent. Hij had zijn opleiding geno ten aan de Kon. Academie voor Muziek en uit die tijd stamde zijn vriendschap met Robert New man. Deze laatste was reeds zes jaar berocpszangër toen hij de idee kreeg zijn landgenoten meer liefde voor de muziek bij te bren gen. Newman zette de organisa tie van een concerten-reeks op touw. Wood dirigeerde en dr. Ge orge Cathcart verschafte het be nodigde kapitaal- Dit was het grote begin! Aan vankelijk kon men langs de rand stalletjes aantreffen waar men ijs, sigaren en bloemen kon ko pen en als attractie was er in de korte pauzes vertoning uan filmpjes (z.g. bewegende beel- Een wel zeer bijzondere type ring van de figuur van Ht Wood is. dat hij. als na afloop het concert het publiek aanhou dend bleef applaudisseren, met jas aan en hoed op, het podium betrad om duidelijk te~maken dat het nu wel tijd was om naar huis te gaan. No more Proms? Bij het overlijden van Newman in 1926 stond de vraag ..no more Proms?" op de voorpagina's van alle Londense couranten, want iedereen geloofde dat nu het einde van de Proms gekomen was. Doch de B B C bracht in 1927 redding en sindsdien is de toekomst van de Pioms verzekerd. Moeilijkheden deden zich niette* groten getale schept binnen concertzaal volkomen te vernie len. de vleugel binnen enkele mi- Heriry nuten te slopen en de politie met stenen te bekogelen. hand langstelling te hebben, ook verwil- muziekmanifestatie voor de jeugd muziek, of beeft recht op die belangstelling. ÉfHSHMHgHHMHHHheden niet het morgen' Met dat glazuren verder gegaan. Er zijn menstellingen gevonden, er steeds meer ervaren wat het kan doen. Tin-, lood- en metaal- glansglazuren werden niet alleen steeds meer inhaerent aan het aardewerk, maar werden in ze kere zin ook autonoom. De pot tenbakker kan naar een bepaald resultaat in de kleurgeving stre ven. het door het vuur geharde produkt is telkens weer een ver rassing voor hem. Daarnaast kwam er dan nog de eeuwige versieringslust van de mensen, die het aardewerk be dekten met streepjes, tekeningen of beschilderingen. Gewone orna menten of gestyleerde dieren treft men aan op het heel oude aardewerk en zo werden de va ten en de urnen, die oorspronke lijk een sacraal doel hadden, op getooid. verlevendigd ook wel. Het feit dat het oude aarde werk. naast de gewone spullen voor het dagelijks gebruik, een sacraal doel had. wordt wel eens vergeten. En dat geldt niet al leen ten aanzien van de keramiek, dat geldt ten aanzien van alle kunsten. De kunst die ontstaan is uit het geloof, is hoe langer hoe meer van het geloof vervreemd. Zij is bijna religieus dakloos ge worden. Ook de kunst van het aardewerk, de kunst om dingen uit klei te maken. Toen potten bakker Meindert Zaalberg vorige week in het Centraal Museum (Maliebaan 42) te Utrecht de ten toonstelling „Nederlandse kera miek" opende, merkte hij heel te recht op. dat de produkten van de akkers in deze tijd be- ardigheden in de musea zijn geworden. Het is ook de tra giek van de schilderkunst Waardevol Houding In Engeland bij de Prom Q^est- gebied De Engelse Promenade con- ocerten kunnen ons veel leren, wal ook een" publiek" daï~ grotendeels betreft de houding van het pu- bestaat uit teen-agers, doch zij bliek, doch ook wat betreft de beseffen dat worden in de gelegenheid Testeld houding, "jg| §g werkelijke muziek te beluisteren. "3 Hier wordt het bewijs geleverd dat de jeugd niet, zi dikwijls wil beweren, heeft van klassieke muziek. Dc staan heeft Engelse jeugd is beslist geen uit- der orkest zondering, ook in andere landen, ven van de ook in Nederland jeugd. Maar dan i afvragen: schieten in ons hedendaags muziekbestel' WIE deze prachtige tentoonstel ling, die reeds in Eindhoven en Breda is geweest en binnen kort naar Schiedam en Leiden zal komen, beziet, zal niet zonder re den trots kunnen zijn op onze Ne derlandse pottenbakkers. Hij zal land op dit dirigent leden. Hier leeft het besef dat den* gemaakt werken ~"n elkaar nodig heeft. Want het beid in kleur len te 13 t°ch immers zo dat een orkest afkeer zonder publiek geen reden van be- en een publiek zon- verstoken zou blij- ïuziek die zij horen En Geven wij de jeugd in Neder- ter met een applaus te begroeten, bakkerskunst land de gelegenheid in voldoende Deze hoffelijkheid tegenove: orkest vernietiging op 10 mei 1941. Gelukkig daarna een tehuis die mate zoals ...HWI doch Engeland de Proms heeft, de reeds lang dienen it- luiuy wds de klassieke werken te beluisteren. De concertmeester ^.,9üfens U' Komen wij tegemoet aan die be vond hoefte die er bewust of onbewust bij de jeugd leeft? Het is niet vol- ingewijd is, zal ook op merken dat veel der geëxposeer de schalen, vazen, potten en kan nen urenlange arbeid en heel veel liefde hebben gevraagd, t- urenlange gespannen afwachting n Engeland ook ook va« wat'hel vuur als eind. resultaat wilde opleveren. Na de inzinking van de potten de vorige eeuw in als Bert Nien- ïand ook buis, Chris Lannooy en J. H. An- Royal Albert Hall, doch helaas doende onze hoofden te schudden mocht Sir Henry Wood hier niet lang meer dirigeren. Deze ,.gro- öó'het te" mens. die zulk een groot aan- hebben deel had in de toenemende bloei ujkhcid de vertegen woordiger van het orkest. zou men het orkest dan niet begroe ten in deze persoon? Ook di drée, die tot de wederopleving van deze prachtige handwerks kunst grote dingen hebben ge daan. Bij deze drie pottenbak kers begint dan ook de tentoon- de stelling, die werd samengesteld Engelse concertleven overleed op 19 augustus 1944. Na de 2e Wereldoorlog vond men waardige opvolgers voor Wood en zo zal ook het 65e sei zoen in de Royal Albert Hall wor den gehouden, een oud gebouw dat in .aanwezigheid van tienduizenden in 1871 door H.M. Koningin Vic toria werd geopend. Dirigenten van de laatste jaren waren Basil Cameron. Sir Adrian Boult en Sir Malcolm Sargent. Deze laatste (bijzonder populair bij zijn pu bliek) is sedert 1950 conductor-in- chief of the B.B.C. -Symphony Or chestra. Zijn eervolle bijnaam is ..Brits Ambassadeur voor mu ziek"! de hedendaagse jeugd, ook Proms leren, de Proms gegroeid door de Kon. Academie de muziek uit traditie en enthousiasme. Tra- Kunst en Vormgeving. En bij die verantwoorde- ditie waarmede vaak de spot ge dreven wordt. doch Inderdaad, ook i jeugdconcerten, schoolcon- Proms. toch wel i gezien de ervaringen bij de de vakman, die zich in bijzondi bied kan hebben. A. HAGER. metaal-oxyden verheugde zonder aan een werkelijk artis tiek totaal-produkt te denken Kunst uit aarde, water en vuur (zijn werk is soms wat esthetise rend. zonder grote vormbeheer sing); Nienhuis de kunstenaar, die meer naar een eigen schep ping zocht en vorm en kleur als het ware in elkaar liet opgaan; Andrée de inventieve figuur, die aanvankelijk zonder glans werkte en tot een heel bijzondere materi aalverwerking kwam, vrij van elk oppervlakkig effect ook, en later naar het kleine tere glansprodukt kwam. dat juist door het kleine formaat zulk een heerlijke speels heid en gaafheid vertoont. Grote hoogte TV7"AREN zij de eerste bewerkers W van een renaissance op aarde- werkgebied in ons land, na hen kwamen velen die op de ingesla gen weg verder gingen en de pot tenbakkerskunst tot grote hoogte brachten. Kamerlingh Onnes met zijn speelse versieringskunst, Stauthamer met een heel sterke, geheel van de materie uit ontsta ne aardewerkkunst, zonder het aanbrengen van enige glans en Just van Deventer in een vrijere hantering der vormen. Wat de glazuren betreft heeft Meindert Zaalberg (en ook diens zoon Herman) soms zeldzaam mooie dingen bereikt, zonder tot tekenkunstige of schilderkunstige versiering te moeten overgaan. Ten aanzien van de vormgeving is hij iets minder inventief, al zijn er op deze tentoonstelling ongetwij feld sublieme stukken van zijn hand. Zaalberg wil gelukkig nooit epateren door onwaarachtige re toriek, maar zoekt in eenvoud van vorm en kleur zijn kracht. Dat is van Theo Dobbelman niet altijd te zeggen. Zijn wand- tableaus zijn artistiek weinig waardevol en de onder zijn lei ding staande experimentele af deling van De Porceleyne Fles verlaagt het aardewerk tot een soort potsierlijke plastiek. Dat is ook te zien op deze expositie, waar b.v. een grote kruik naast de hals tal van gaten heeft ge kregen en zo de organische sa menhang verloren is gegaan. Met aardewerk heeft het alles eigen lijk niet zo veel meer te maken. Maar daarover later eens in een afzonderlijk artikel. Luigi de Lerma heeft vroeger beter werk afgeleverd dan hier is geëxposeerd en tamelijk modieus aandoet. Dat modieuze effect heeft ook Dirk Hubers' pptterie, die bovendien tamelijk statisch is. Jan Oosterman zoekt het haast imeer in de grafiek dan in de ke ramiek, in tegenstelling tot Frans Slot, die het materiaal zelf laat spreken en tot heel fijngevoelige werken is gekomen. Een afzon derlijke vitrine heeft Judith La- queur-Révèsz, die langs de weg der reductie soms heel wonderlij ke en diepe glazuurtinten ver kreeg en ook een sterk inventief vormbeleven toont. Henny Radijs toont wat de fijn heid der tinten betreft invloed te hebben ondergaan van haar leer meester Andrée. Haar werk is sierlijk en gevoelig en het versie ringselement heeft bij haar hier geëxposeerde werken een dienen de functie, is niet opgelegd of overheersend dus. Van de twee jongeren noemen we ten slotte 01- ga Oderkerk met zeer sierlijk werk niet alleen, maar vooral met zeer geïnspireerd werk, en Jan van der Vaart, die we juist door de eenvoud en eerlijkheid van zijn werk, dat geheel van de materie zelf uitgaat zonder enig versierend of opsierend element tot de be gaafdste jonge keramisten reke- Het i i het centraal Museum te Utrecht een tentoonstelling ge worden die bijzonder interessant is, waarbij dan tevens de vele zeer geslaagde voorbeelden van de gebruikskeramiek zijn te noemen, zoals o.a. Bellefroid, Pierre Daems, Hans Knaap en Wim de Vries die vervaardigden. Het geheel is gedecoreerd met grafiek van mo derne meesters (Zadkine, Kees van Dongen, Masereel. Pam Rue- ter, Alfred Löb en Rudi Bier man) uit de nieuwe aanwinsten van het Centraal Museum. Iedere woensdag- en zaterdagmiddag wordt er van half drie tot half vijf gedemonstreerd met de draai- Het beroemde toneelstuk, dat Georg Büchner ('toen 23 jaar oud) in 1834 schreef over de Franse revolutie „Dantons Dood" is thans in een uitne mende vertaling van Hugo Claus verschenen als lite raire pocket bij De Bezige Bij te Amsterdam. In vier bedrijven tekent hier de begaafde jonge Duitse schrijver heel het wezen van de Franse revolutie, die hij gerepresenteerd ziet in dé figuren Danton (de vrij heid en het leven) en Robespier re (de orde en het beginsel). Het is beklemmend te ervaren, hoe een jeugdige idealist, (die Büchner, <D van groie waarde Sargent zegt van de Proms: ..de Promenader wordt benijd door hen die nimmer muziek-honger kenden of door hen die teveel muziek kregen DE waarde uan de kleine 45-toerenplaat voor de lichte muziek is heel duidelijk. De langspeelplaten met amusementsmuziek bevatten veelal te weinig afwisseling. kunnen ververken. Hij is het ge- 0m 40 minuten achter elkaar Errol Garner, Rita Reys, noegen van de muziek en >*- *•»"- De Promenaders vormen publiek dat muziek ontvangt inspiratie teruggeeft springs hoor) Knowledge*', uit liefde groeit ken- n rus. Beroemd zon van Sargent Dan wxl ..last night speeches", zijn humor volle toespraken op het laatste Mieke Telkamp of Johnny Jordaan te horen is meestal net iets te veel. En zelfs Winnifred Atwell, de neger pianiste wier rags en boog>ie-u?oogi€S ik bijzonder graag niet een grote langspeelplaat vol afspelen. n even iets anders. de Het publiek in de vJn% dc dirigent nes. men zingt in de p: deliederen zoals ,.Hc is good fellow" c.d. Horton- heeft er de plechtige en e gezichten, die men ais bij geschreven wet opzet, laten Hier Is dc muziek een v muziek ligt de zaak iets anders. Een symfonie van Beethoven, een Pianoconcert van Mozart of een Vioolconcert van Brahms moet men in zijn geheel horen. En dat kan dan echt niet op een klein plaatje. Want meestal duurt*zo'n ÜI""^ werk al gauw 30 minuten. En het icrpenti- merkwaardige is dat het niet ver- vreug- veeit oofc. Men kan zich moeilijk J! voorstellen na het 1ste deel van Mozarts Pianoconcert in Bes bijv. üteit en ongedwon- men bij dc Engels- li bekend staat om eerdheid. niet zou 0.^^ ehtcn. Men tooit dc orkest- ^crk al gauw 30 De Engelse derd klai mbel. istige EEN ander voorbeeld is de be- nisch en melodisch prachtig en faamde „Danse macabre'' van ritmisch heel interessant. Hier ligt Saint Saëns, een werk dat beslist zeldzaam materiaal voor onze afwisseling de helledans veel erammofoonplatenbezitters zangkoren. De Norddeutsche Sing- willen hebben, maar het dan al- kreis Hamburg zingt de liederen tijd moesten kopen met andere absoluut zuiver en zeer muzikaal werken, die ze niet wilden. CO- in de expressie. Mozarts werk LUMBIA heeft deze muzikale do- dendans thans alleen maar behoe- IVH het toch over liederen gaat: ven te combineren met de ver- 111 het kunstlied voor solostem en rukkelijke Bacchanale uit Saint pianobegeleiding heeft nog steeds Saens Samson Koning Kastsjeï uit Strawins- rcn. ky's ballet ,,De vuurvogel" te '*®e draaien en daarna dan het 2de deel op te zetten. Toch is de 45-toerenplaat, die dus aan één kant ongeveer 5 mi nuten duurt, ook voor de serieuze muziek bijzonder waardevol. Klei nere werken of liederen zijn haast geéigmrt voor een 45-toerenplaat Men voorkomt dan een koppeling speeld door het aan andere werken, die voor de Philharmonia Or- gemteresseerde van minder be- chestr?,.°,j °e" lang zijn. maar die hij nolens vo- orge Weldon en lens er toch bij moet kopen. Bo- opnametechnisch vendien zijn die kleine plaatjes subliem "',rM heel wat minder kostbare ge- seera schenken dan de grote platen. i Dalila". beide VIA NAALD £N PLAAT ..Klinker (SED 5543. de Klassieken"' Hoe veel leden van zangkoren nM maar direct met een heel zullen niet gesteld zijn op koorop- eoncreet voorbeeld te begin- namen. De grote oratoria kunnen het Capriccio voor orkest natuurlijk niet op een klein plaat- - je. maar wel de kleinere koor werkjes. Zo heeft de DEUTSCHE BM GRAMMOPHON GESELL- GESELLSCHAFT heeft het werk SCHAFT uit het M« >n heel de Duitse componist je. Gottfried von Einem (geb. 1918) De DEUTSCHE GRAMMOPHON uitgebracht op een 45-toerenplaat (32 041 NL) en daarmee heel veel Ier liefhebbers van goede moderne muziek aan zich verplicht. Dit zeer geniale werkje, sprankelend en melodieus, is een gaaf voor beeld van hedendaagse toonkunst tige koorwerkji en wordt door het RIAS-Symfonie* Orkest uit Berlijn o.l.v, Fricsay geniaal vertolkt ?rg veel liefheb bers. Een grote langspeelplaat met liederen kan veel zijn en zo heeft de DEUT SCHE GRAM MOPHON GE- SELLSCHAFT een 45-toerenplaatje uitgebracht met zes heel mooie liederen van Brahms, nl. „Die Trauemde", „Volkslied", „Feins- liebchen", „Schwesterlein", „In stiller Nacht" en „Vergebliches Standchen". gezongen door de Duits-Oostenrijkse sopraan Irm- gard Seefned, aan de vleugel ike-Chorlied- begeleid door dr. Erik Werba. (30 Hugo Dist- 332 EPL). Een hoogtepunt van acht liederen liedvertolking. waarbij geheel van gemaakt op kopf nog wcleens pleegt te doen. Eduard Mörike, Wat Seefried hier doet is een gaaf Ferenc zijn voorbeelden van verantwoor- voorbeeld van gesublimeerde lied- de oapella koormuziek, harmo- kunst KN tot slot de orgelliefhebbers, die over het algemeen erg gesteld zijn op een zeer veelzijdig samengestelde orgeldiscotheek en in de 45-toerenplaatjes dus een niet te kostbaar middel vinden om hun wensen in vérvulling te doen gaan. HIS MASTER'S VOI CE heeft de befaamde Engelse organist-clavecinist Thurston Dart (geb. 1921) het 17de-eeuwse orgel van de St.-John's Church uit Wol verhampton en het 18de-eeuwse orgel van de All Saints Church uit Rotherham laten bespelen. (7 EP 7051). Heerlijk speels en klaar klinken op het eerste orgel Entree. Menuet. Gavotte. Air lén- tement en Allegro van Handel (af geschreven uit de bibliotheek van het British Museum te Lon den) en op het 2de orgel geeft Thurston Dart de rust van 2 Vo luntary's en een Verse van Pur- cell. Uitzonderlijk mooi orgelspel, door en door muzikaal en stijlvol, in de groeven van het plaatje heel mooi verwerkelijkt. De kwaliteit van al deze plaatjes is zonder uitzondering heel goed te noemen. Vergeet u echter niet de afspeelappara tuur op 45-toeren te stellen. En denkt u er wel om. dat uw saf fier niet levenslang duurt: zestig a zeventig uren spelen en dan maar met pensioen. CORN. BASOSKI. Overheid en film De Nederlandse film (en filmin dustrie) mag ziph de laatste ja ren in een toenemende belang stelling van de overheid verheu gen, Er worden filmopdrachten verstrekt. en thans zijn ook twee regeringspublicaties ver schenen, die betrekking hebben op de Nederlandse film. In de van het departement voor o., k. en w. uitgaande reeks „Dutch art today" is van de hand van Charles Boost een kort historisch overzicht ver schenen onder de titel „Film". Het boekje, dat 37 foto's bevat, geeft .een uitnemend beeld van wat wij op filmgebied hebben gepresteerd. Van „Mullens tot Haanstra" zou men het werkje tot ondertitel kunnen geven. Evenals het reeds eerder in de ze reeks verschenen boekje over het toneel, is ook dit werkje onmisbaar voor een ieder, die zich in het kort wil oriënteren omtrent de Nederlandse film en filmers. De rijksvoorlichtingsdienst heeft tegelijkertijd een uitgave het licht laten zien, die de titels geeft van 1000 Nederlandse films in de jaren 19441956 uitgeko men. Het boekje is in het En gels verschenen onder de titel „Films from the Netherlands." zelf een revolutionair, was) een diep inzicht heeft" gekregen in de bittere waarheid: de revolutie eet haar kinderen op. De dialoog is voor een groot déél gebaseerd op de authentieke verklaringen uit de protocollen zelf (zoals Thiers die in zijn His- toire de la Révolution Frangaise, wereldkundig )iad gemaakt). Het toneelstuk is eerst in 1902 voor de eerste maal opgevoerd. Thans heeft de Nederlandse Co- medie het op haar repertoire ge nomen. Als men het leest is dit te begrijpen: in zijn volstrekte verbitterdheid (en onverbloemd heid) is het een modern stuk. Een uitermate beklemmend Ev. G. Muziekleven De vorig jaar overleden mu ziekcriticus en musicoloog Nor- bert Loeser is door uitgeverij Gottmer te Haarlem posthuum geëerd met de uitgave van een bundel artikelen en recensies, die Loeser in het Alg. Handels blad heeft geschreven. De bun del, die als titel kreeg Muziek leven", bevat beschouwingen over Bach, de 12-toon-muziek, Bartók, Casals, Vivaldi, Pijper, Paganini, Schönberg, musique concrete, Amerikanisme en ook over vertolkers als Lois Mars hall, Kubelik, Elisabeth Schwarz kopf, Nan Merriman, de Ned. Handelvereniging en The Gol den Age Singers. Als collega hebben we Loeser steeds erg hoog geacht. Hij was een wijs en een integer mens, begaafd en universeel. Een lichtend voor beeld voor de muziekcritici was hij, een mens voor de uitvoeren de musici. Elk dezer artikelen getuigt van zijn diep inzicht in de materie en het verrijkt de geest dit boekje te lezen en te herlezen. Het is alsof er met dit boekje een vriend is weerge keerd. B. ^ierWalxncj Dit is een avond, waarin ik alleen wil zijn dit is een avond, waarvan velen dromen en waarin mensen tot elkander koanen maar, waarin ik, alleen wil zijn. Dit is een avond, vol van zoete pijn dat is een avond onvervuld verlangen zónder kleine, zónder grote belangen. Een avond, om alleen te zijn. MIES VREUGDENHIL

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1959 | | pagina 18