Het ROOKTAFELTJE
CHAMPIGNON
EZE2S3H3
r
Amsterdammer Michels bracht de
Rotterdamse haven in beeld
GRIEP
P.T.T.
Nog eens: P.T.T.
Floriade
ZATERDAG 24 JANUARI 1955
In het Rotter
damse stadhuis UCT I CV/PM
hebben we de Am- nt 1 tl'
sterdamse heer F.
W. Michels ont-
WfhowM
j"
MIJNHEER GULDEMOND keek met gefronste wenkbrauwen naar zijn
zoon Chris, die in een gespannen houding tegenover hem zat.
„Ik begrijp niet, wat je bezielt om zo'n beroep te kiezen," bromde
de vader geërgerd. „Dat is in onze familie nog nooit voorgekomen. Heb
ik je daarvoor de Mulo laten doorlopen? En hoe stel je je het eigenlijk
voor? Je bent zeventien jaar, het wordt hoog tijd dat je ook eens iets in"
brengt. Je hebt nu je diploma, je puntenlijst mag gezien worden. Jongens
als jij, intelligent en van goede wille kunnen ze oj? elk kantoor gebruiken.
Je kunt desnoods avondlessen volgen: Franse en Engelse handelscorres
pondentie en over vijf jaar ben je correspondent en verdien je een behoor
lijk salaris. Of je studeert voor het staatsexamen boekhouden, dat is nog
beter. Je leert gemakkelijk genoeg. Het is mij een raadsel, waarom je
dergelijke goede vooruitzichten overboord wilt werpen om bakker te
worden. Koekebakker!"
..Banketbakker," verbeterde de jongen,
met een ondertoon van wanhoop in zijn
stem. ..En ik kan meteen beginnen, als
leerling bij Keesing."
..Zal Keesing je dan volledig opleiden?"
..Natuurlijk moet ik ook cursussen vol
gen." zei de jongen. ..Maar dat wil ik
graag doen. Ik kan ze betalen van mijn
loon als leerling-banketbakker."
..Op kantoor zul je meer verdienen."
..Ja, de eerste jaren. Op den duur is het
beroep van banketbakker lucratiever." Er
klonk nu weer hoop in zijn stem, misschien
zou zijn vader voor dèt argument gevoelig
zijn. Neen.. de opmerking trof geen
doel.
..Reken er maar niet op, het gaat niet
door," besliste de vader. „Jij wordt kan
toorbediende. dat is in overeenstemming
met je opleiding en jeje afkomst. Mor
gen schrijf je een sollicitatiebrief naar het
veem op de Hamkade En je geeft je met
een op bij het arbeidsbureau. Een vlugge,
schrandere jongste bediende kan iedereen
gebruiken. Stel je voor: Koekebakker!"
„Wat is er dan voor minderwaardigs aan
een banketbakkerij?" vroeg de Jongen, half
huilend.
„Ik zei niet: minderwaardig Maar zoiets
is niets voor ons soort mensen."
Wat zijn wij dan voor soort mensen?"
Manheer Guide-
mond proefde reeds
de wilde opstan
digheid in de jon
gensstem Dat vcr-
driette hem Hij
ging conflicten lle-
..Wij zijn hoofd
werkers." sprak hij
waardig. ..Ambte
naren. kantoor
mensen. héren Denk Je. dat ik mijn en;ge
zoon in een grijsgeruit broekje wil zien.
met een wit schort voor? Ik zou me dood
schamen!"
„Doodschamen voor een eerlijk beroep?"
prevelde de jongen. Hij stond op en ver
liet plotseling het vertrek, zich schamend
THEA BECKMAN
zijn 1
OP ZIJN KAMERTJE bleef Chris staan en
staarde mistroostig uit het raam naar
de straat, de nétte straat, waarin hij zijn
jeugd had gesleten Hij dacht aan Suzan
ne 'Keesmg. het „kleintje" uit de derde
klas van de Mulo Ze was pas zestien,
maar haar ranke figuurtje, haar pittige ge
zichtje hielden een schone belofte in voor
de toekomst. En haar vader had. na eni-
!;e aarzeling, er in toegestemd Chris als
eerling aan te nemen, op voorwaarde „dat
zc er thuis geen bezwaar tegen hadden."
Vele uren had Chris reeds in de ruime
banketbakkerij van Keesing doorgebracht:
na schooltijd, als hij Suzanne had thuisge
bracht. haar tas voor haar had godragen.
Op vrije middagen ook. wanneer hij van
de goedmoedig glimlachende patroon mocht
komen „helpen". Met kloppend hart had
hij de spuitzak gehanteerd, met eindeloos
geduld het feuilletéedeeg uitgerold, bakvor
men bekleed, penségebakjes geabricoteerd.
Och. dat alles was nog maar kinderspel
geweest. Het moeilijke werk: landschappen
van couverture, de fondantbereiding, het
koken van sausen en vullingen, het model
leren van marsepein daarbij had hij
slechts mogen toekijken, hunkerend om ook
daarop zijn krachten en fantasie te beproe
ven. De vaardige handen van de bakker
en zijn knoch's vervulden hem met diepe
bewondering. Stom van eerbied had hij de
kunstzinnige bouwsels zien verrijzen: van
marsepein, suiker, couverture of slagroom.
Hij had paté zien maken, met inachtne
ming van tientallen hygiënische maatrege
len. alsof hij zich in een laboratorium be
vond. En heel de bakkerij had iets van
een toverketcl: klef, onooglijk deeg ver
dween in de oven en kwam er na een
kwartier, twintig minuten uit: geurig,
goudbruin, knisperend. Was d&t een min
derwaardig beroep?
HIJ GING solliciteren, maar zonder succes
Elke oproep vervulde zijn vader met
hoop, maar nooit werd Chris aangenomen.
„De Jongen is koppig." mompelde mijn
heer Guldemnnd op een avond ..Uit louter
onwil verknoeit hij elke sollicitatie."
„Niet zo somber." troostte moeder
„Chris is eigenlijk nog een kind. hij weet
niet. wat hij wil. Die bevlieging voor de
bakkerij zal wel vanzelf voorbijgaan. En
anders spreek Je er maar eens met Gert
over. Je broer heeft invloed op onze
Chris."
„Denk Je?" vroeg vader twijfelend
Oom Gert. jongere broer van mijnheer.
Guldemnnd was een autoriteit in de fami
lie Acht-en-dertig jaar oud had hij het
reeds ver gebracht op de maatschappelijke
ladder Hij was eerste corresprndent op
ren grote beschuitfabriek en telde drie ty
pistes en een jongste bediende als onder
geschikten Weliswaar had hij nu het top
punt van zijn carrière bereikt, maar de ge
hele familie was trots op hem. Gert was
een man. die iets gemèèkt had van zijn le
ven. Zou hii ook iets van CTirts' leven kun-
VIIJNHEER Guldemond was een wel-
-»1 menende vader. Hij was er vast van
o.'ertulgd. dat zijn zoon alleen op een kan
toor gelukkig kon worden. Zijn grootvader,
zijn vader, al zijn ooms waren héren,
met een actentas (voor het twaalfuurtje)
een buskaart en een vast plaatsje in de
schrijflustige maatschappij. Chris hoorde
daar bij.
Dus nam hij op een milde lenteavond
Chris mee naar oom Gert. Zonder omwe
gen legde hij zijn broer het conflict voor.
„Chris heeft het plotseling in zijn hoofd
gehaald géén kantoorbediende te willen
worden! Hij minacht ons beroep, het is
hem te saai, zegt hij, te geregeld, te on
romantisch. Hij wilje raadt het nooit,
Gert. hij wil koekebakker worden! Omdat
hij zo houdt van gevulde koeken, veronder
stel ik."
Chris, op het puntje van zijn stoel, luis
terde toe met saamgeknepen lippen. Zijn
hart was vol bitterheid: twee volwassen
mannen tegen één jongen. Was dat fair?
Oom Gert zei niets. Hij keek naar Chris,
die ongelukkig op zijn stoel heen en weer
schoof.
„Ik heb hem natuurlijk gezegd, dat hij
die onzin uit zijn hoofd moest zetten," ging
vader voort. „Maar hij is koppig, ezelach
tig koppig, zou ik bijna zegger.. Hij ver
knoeit al zijn sollicitaties, laat duidelijk
merken aan de chefs, dat het baantje,
waarvoor hij komt hem in het geheel niet
interesseert En zo komt hij natuurlijk nccit
aan de gang. Nu
kan hij knechtje
worden bij een
koekebakker bij
ons in de buurt,
bij Keesing Mag
hij op de fiets do
zen gebak rond
brengen en zijn
hand ophouden
voor een dubbel
tje.
JK opende
„Geen koekebakker. banketbakker'",
stootte hij uit.
Oom Gert zei nog altijd niets, hij scheen
na te denken.
„Waarom?" Dat was tante Milly, die tot
nu toe ontzet had toegeluisterd. Mijnheer
Guldemond haalde de schouders op.
„Dèt weet de jongen natuurlijk zelf niet.
Hij is in de groei, heeft altijd honger
zoiets zal het wel zijn."
Chris zw;eg weer en keek naar de pun
ten van 7jn schoenen. Het had niet de
minste zin déze mensen deelgenoot te ma
ken van zijn dromen en hoopvolle ver
wachtingen. Het zou wel daarop uitdraaien,
dat hij bij oom Gert op kantoor werd ge
schoven, om de rest van zijn leven te ver
stoffen op een kantoorkruk, gevangen in
sleur en versuffing.
Oom Gert wendde zich eensklaps tot zijn
„Milly, haal jij dat rooktafeltje even uit
de achterkamer-' Arend heeft het nog niet
gezien." En terwijl Milly opstond wendde
hij zich tot de oudere broer. „Dat tafeltje
heb ik speciaal laten maken, door die meu
belmaker uit de Calvijnstraat. Het is een
prachtstuk".
„O." zei mijnheer Guldemond verstrooid
Waarom begon Gert plotseling over iets
anders te praten, liet hij hem en zijn zor
gen zonder meer zitten"
Milly kwam binnen, het lichte rooktafel
tje voor zich uitdragend. Het was zo op
"het oog een tamelijk alledaags werkstuk,
met gladde poten, een blad van plastic
plaat. omgeven door een verchroomd kope
ren rand. Chris keek ook op en zijn ogen
bleven hangen aan het nieuwe meubel
stuk. dat nu midden in de salon prijkte.
„Mooi hè?" zei oom Gert.
hele bundel in het archief. We vullen ein
deloze kolommen in dikke schrijfboeken en
als de boeken zijn afgesloten gaan ze in
het archief. We sorteren kaarten op num
mer of alphabet, zijn er uren mee bezig
en zetten dan de bakken in de kast. En
nog later. in het archief. Na tien, vijf
tien jaar wordt zo'n archief uitgedund,
moet er ruimte worden gemaakt voor nóg
meer kasboeken en zakenbrieven en kaar
tenbakken. Vort, daar gaat ons werk van
NU JA dat rooktafeltje zal ook het
eeuwige leven niet hebben," meende
mijnheer Guldemond.
„Neen, maar zolang het hier staat en
dienst doet, tien, vijftien jaar lang, is het
een vreugde voor de bezitter. Zo'n meu
belmaker.die heeft iets gemaèkt, er is
iets tastbaars uit zijn handen gekomen. Hij
kan zeggen: „Kijk. dat heb ik vorm gege
ven. uit ruwe grondstoffen geschapen, met
mijn handen en hersens." Maar wij?
Als wij een grootboek of een correspon
dentiemap opnemen, zeggen anderen dan:
„Wat mooi. wat aardig, zoiets zou ik óók
willen bezitten?"
„Kantoorbedienden moeten er toch ook
zijn." prevelde mijnheer Guldemond ver
baasd. „De wereld drijft op zakendoen."
„Ongetwijfeld. Wij zijn even onrrlisbaar
als meubelmakers, chauffeurs en landbou
wers. Zonder correspondenten en boekhou
ders zou het economische leven in een
chaos ontaarden, terwijl wij ons zonder
banketbakker zeker wel zouden kunnen red
den. Maar tochwij hebben één nadeel.
Arend, wij scheppen niet, wij' mèken niets.
Er komt niets tastbaars uit onze handen,
niets om trots op te zijn. om er me>t vol
doening je ogen op te laten rusten. Wat
wij produceren zijn eendagsvliegen, archief
stukken."
„Schaam jij je dan voor je beroep?"
riep mijnheer Guldemond uit. Zijn wereld
wankelde, dreigde ineen te storten. Hij zag
zijn zoon Chris, die zich gespannen voor
overboog.
NEEN, ik schaam mij niet. Waarvoor zou
ik? Wat ik doe, op kantoor, doe ik
goed. En het is werk. dat nu eenmaal
door iemand moet worden gedaan. Maar ik
ben er niet zo trots meer opsedert ik
die meubelmaker aan hert werk heb gezien.
Vroeger leken handenairbeiders mij men
sen toe uit een andere wereld, een minde
re wereld. Ze kregen vuile handen, aten
onbehoorlijk veel. lieten hun kinderen op
leiden door een „baas". Maar gaandeweg
ben ik er anders over gaan denken. Het
moet een mens grote voldoening geven iets
te maken, het brengt hem dichter bij God,
Die óók schiep met Zijn handen, zonder
schrijvers en boekhouders. Daarom begrijp
ik die jongen van jou wel, Arend. Banket
bakker is een mooi beroep; het is bijna
een kunstzinnig beroep. En het is één van
die weinige bedrijfstakken, waarin het nog
altijd aankomt op de handvaardigheid! Ik
weet wel, in een grote bakkerij staan ook
machines, deegkneders. pelmachines en
dergelijke apparaten. En een geperfectio
neerde elektrische oveni met thermostaat
en moderne snufjes. Maar niet ólles is er
gemechaniseerd. Waar het op aankomt, op
de vormgevingdaarin is de banketbak
ker nog altijd zijn eigen baas, moet hij op
zijn handen, zijn ogen. zijn fantasie kun
nen vertrouwen. Hij mèèkt iets. Hij legt er
zijn ziel in en bereidt er anderen vreugde
„Je bent dus van mening, dat ik Chris
zijn gang moet laten gaan?"
„Als hij mijn zoon was. zou ik zeggen:
jongen, accepteer dat baantje bij Keesing
en doe je best. Werk hard, gebruik je ogen
en je handen. Banketbakker worden, uitste
kend. maar dan moet je ook een goede
banketbakker worden, waarin de mensen
vertrouwen stellen, die zijn ambacht lief
heeft en er trots op is."
„Ja oom," zei Chris dankbaar. Zijn ogen
schitterden en even gleden zijn blikken
liefkozend over het mooie tafeltje met het
blauwe blad. Hij besloot oom Gert bij de
eerstvolgende gelegenheid een asbak in de
vorm van een gestyleerde zwaan cadeau te
Mijnheer Guldemond zuchtte. Hij voelde,
dat hij verslagen was, tegen Gert kon
hij niet op. die was intelligenter en maat
schappelijk beter geslaagd dan wie ook in
de familie. Op Gert kon je bouwen. Maar
het zou nog heel lang duren eer hij, de
vader, over zijn huivering voor een koeke
bakker in de familie heen was.
het
tafeltje mooi. Het was van een even
wichtige constructie, zonder tierlantijntjes,
eenvoudig van lijn. maar zuiver uitgebalan
ceerd. foutloos in elkaar gezet. Het blad
had de vorm van een gestyleerde vijver.
De berkenhouten poten glansden als satijn,
waren slechts dun overtrokken met een
laagje vernis, zodat de nerf van het hout
op zijn voordeligst uitkwam. Het glanzen
de. helderblauwe blad kleurde er prachtig
bij.
„Je weet dat wc in de achterkamer een
moderne eethoek hebben ingericht Als we
geen visite hebben wonen we daar ook. Ik
had een tafeltje nodig voor bij de luie stoel
naast de oliehaard en dus heb ik dit laten
maken. Zelfs in deze kamer, met clubfau
teuils, misstaat het niet."
„Inderdaad," bromde mijnheer Gulde-
„Ik ben verscheidene malen bij die meu
belmaker in zijn werkplaats geweest" ver
telde oom Gert langzaam. „Ik heb dat ta
feltje zien groeien onder zijn handen. Zo'n
man moet toch voldoening van zijn werk
hebben, dacht ik. Als je eerst die onoog
lijke stukken hout ziet. die board- en tri-
plexplaten en als je din ziet welk een
prachtige dingen ervan worden gemaakt,
dan moet je zelfs in deze tijd respect heb
ben voor de mensen, die met hun h&nder
kunnen werken."
„Ja." zei Chris' vader, „natuurlijk
Maar
„Zie je." ging oom Gert voort, „ik moest
het beroep van die meubelmaker opeens
vergelijken met het onze. Wat doen wij
eigenlijk? We schrijven brieven aan ande
re kantoorbedienden en als ze die brieven
hebben gelezen en beantwoord, gaat de
Rotterdamse havengebied en
we waren uitgenodigd zijn werk te bezichtigen. De heer Michels
heeft een arbeidzaam leven achter de rug. waarvan hy zo tussen
tekst en uitleg by zün tekening, vertelde. En u moet van dat leven
iets weten om te begrijpen hoe hy er toe is gekomen de draad op
te nemen, die in de zeventiende eeuw of daaromtrent plotseling
werd afgebroken. Twaalf jaren voer hy als stuurman op de grote
vaart. Toen kreeg hy genoeg van het almaar zwalken en hy kwam
naar de wal. Hy werd erkend boekhandelaar en begon in zijn vrye
uren wat te tekenen, feiteiyk zyn tekengave verder te ontwikkelen,
want ln zyn jeugd had hy al veel getekend. Hy stuurde zicheelf in
de richting van de cartografie en kwam toen haast vanzelf op het
maken van panorama-schetsen.
Engeland heeft
geopend of hij
Hoe het preciei
V_-
- SNELWEG
ïze rijksroelsjbaan niet de enige in de wereld.
>ok een. Die eerste snelweg daar was nauwelijks
est alweer voor het verkeer worden afgesloten,
elkaar zit, zal nog wel worden uitgezocht. Maar
•t. Macimllan had nauwelijks zyn hoge hoed, die hjj
1 van de plechtige opening had opgezet, opgeborgen,
de weg gedaan. Veertig miljoen gulden heeft de weg
is hij niet te berijden. Overal zijn grote blazen ver-
gedaan, zeggen de automobilisten.
De Zeevaartschool in Den Hel
der telt zestig leerlingen en de
helft van hen is ziek. Griep, zei
de dokter. En hij beval, dat de
school voorlopig moet worden ge
sloten. En daar gingen dan de
toekomstige koopvaardij-officie-
ren. De zieken werden met een
taxi naar huis gebracht en de
gezonden moesten de trein ne
men. Prettig zullen ze het wel
niet vinden. Met een examen
voor de derde rang in het zicht
kun je beslist zo'n vakantie niet
gebruiken. We hopen, dat ze
spoedig beter zijn.
„Een paar eeuwen geleden liet
elk stadsbestuur, dat zichzelf
respecteerde, een panorama-
tekening van de stad maken. Dat
was heel gewoon. Balth. Floresz'
bijv. heeft nog eens Rotterdam
in kaart gebracht. Maar deze
traditie werd onderbroken, toen
de abstracte plattegronden, de
stratenplannen-in-lijnen, bur
gerrecht kregen. Ik had al veel
van die oude kaarten gezien en
de techniek bestudeerd en ik
dacht: dat kan ik ook. Maar zo
makkelijk als het zich voordeed
was het nou beslist niet. U kent
toch het verhaal van de man, die
op zich had genomen Parijs in
panorama te tekenen? Hij heeft
er twintig jaren overgedaan, en
toen hij moe en mat zijn pen
neerlegde, was zijn werk niet
meer up-to-date.
den tegenwoordig zo snel van aan
zien veranderen. Die oude teke
naars hadden het op dat punt
makkelijker. In de zeventiende
eeuw was er practisch geen stads
uitbreiding, en die stadsuitbrei
ding, die snelle groei heeft ook
mij parten gespeeld".
Ontdekkingen
„In mei '57 ben ik met het op
de oude manier in kaart bren
gen van het Rotterdamse haven
gebied begonnen. En toen ik klaar
was, waren we twaalf maanden
verder. Mijn uitgangspunt was
een gewone plattegrond en die
ben ik hoekje voor hoekje gaan
invullen, invullen met huisjes,
fabriekjes, gebouwtjes. Om een
juist overzicht te krijgen en te
weten hoe de verhoudingen wa
ren, ging ik af en toe op een
hoog punt staan. In totaal heb ik
van het gehele gebied een 2000
schetsjes gemaakt en die heb ik
later overgebracht op de kaart".
Omdat, het om een havengebied
ging moest de heer Michels ook
scheepjes tekenen, en hij deed
dit met bijzonder veel genoegen.
Een 350 scheepjes heeft hij op
zijn tekening een plaats gegeven.
„Daartoe behoren de Nieuw-Am-
sterdam, de Statendam, de Wil
lem Ruys, de Karei Doorman en
ook de Groene Draeck. En op
mijn verkenningstocht door de ha
ven ontdekte ik de Rijnkerk van
de V.N.S., waarop een vriend van
me als gezagvoerder vaart, en de
Rijnkerk ziet u dus ook liggen.
Maar ook de Melampus, het schip
waarop ik in 1924 mijn eerste zee
reis als stuurmansleerling maak
te, en die ik eveneens in de Rot
terdamse haven ontdekte".
Maas
„Het moeilijkste onderdeel van
de hele tekening was nog de
Maas", zei de heer Michels,
„want de rivier moest in water
verf worden opgezet en de verf
mocht niet kringen, of strepen
achterlaten. Op een avond heb ik
de kaart op tafel gelegd, mijn fa
milie weggestuurd en toen ben ik
als een acrobaat die Maas gaan
schilderen".
Om zijn werk goed te kunnen
uitvoeren beschikte de heer Mi
chels over een auto, die als werk
kamer was ingericht. „Ter plaat
se kon ik dus werken, en dit wr.s
gewenst, want deze stad veran-
dert bijna met het uur. Sommi
ge gedeelten kon ik niet eens
schetsen omdat de bebouwing nog
niet helemaal gereed wfas. Die ge
deelten heb ik daarom aan de
hand van bestaande tekeningen in-
geschetst, met name de Haven
vakschool en hef Botlekgebied
Toen de heer Michels in '57
een stuk oud-Vlaardingen in teke
ning had gebracht, ging hij naar
de Stichting „Havenbelangen"
Rotterdam met de vraag of de
stichting belangstelling had voor
een panorama-tekening van het
havengebied. Dat had zij, in ver
band met haar 25-jarig bestaan,
dat deze week is gevierd. Het ori
gineel is aangeboden aan het ge
meentebestuur van Rotterdam en
heeft in het stadhuis een plaats
gekregen.
Vervolg van voorpagina.
de cellen zomer en winter
op circa 15 gr C. te houden, men
heeft de juiste vochtigheidstoe
stand volkomen in de hand, men
heeft een goede verplaatsbare ver
lichting. men heeft volop ruimte
om te werken en de boel schoon
te houden, kortom, alle factoren
zijn even gunstig, met het gevolg,
dat hier de produktie soms haast
het dubbele bedraagt van die der
kleine kwekers. En die kant moet
het dus eigenlijk overal uit. Want
terwijl op .,'t Heertje" soms wel
8 a 9 kilo champignons per
vierkante meter worden geoogst,
komt men op kleinere bedrijven
maar amper tot de helft. Het is
dan ook geen zeldzaamheid dat
men op 't Heertje" uit één cel
gedurende 12 weken 2000 kilo
champignons haalt. Dat is op het
ogenblik een geweldige prestatie,
al gebeurt het af en toe ook wel
eens. dat men wat minder fortuin
lijk is met een cel. Maar na 12
weken gaat alle mest eruit, wordt
de zaak ontsmet, komt er nieuwe
mest in en begint het proces van
ontevreden zijn. Al het werk
kan door slechts enkele mensen
worden gedaan, onder wie een
vijftal meisjes, die 't hele jaar
door elke morgen om 7 uur pre
sent zijn, om de rijke champig
nons te plukken. Of liever: te
trekken, want de worteltjes gaan
mee. Tijdens het plukken vindt
tevens het sorteren plaats in eer
ste, tweede en derde kwaliteit.
Daarna worden buiten de cel de
wortels afgesneden en verpakt
men de champignons in kistjes
van 1 kilogram. Vervolgens wor
den ze geveild, hetzij in Tiel, het
zij in Zaltbommel, Venlo. of op
welke andere groenten- en fruit
veiling dan ook. Doch het hoofd
kwartier van de champignonhan-
del bevindt zich op de veiling te
Nijmegen, waar een speciale co-
operatie voor dit doel is geves
tigd en men zich altijd van te vo
ren op de hoogte stelt van de om
vang der totale produktie, die op
een bepaalde dag kan worden
verwacht. Groothandelaren kopen
dan ook veelal via Nijmegen in.
Een k\jkje in een der langgerekte
cellen, die in het midden een
hreed pad hebben, aan weerszij
den waarvan betonnen stellages
werden opgericht, welke met hun
Deze vloeren, die ongeveer een
halve meter boven elkaar liggen,
dragen allemaal een laag paarde-
mest van plm. 15 centimeter.
Door het aanbrengen van op
slaande planken aan de randen
ontstaan bakken, waarin het
champignonzaad zich tot volwaar
dige champignons ontwikkelt.
Gemopper
Helaas zijn tal van kwekers
over de organisatie van die han
del niet erg best te spreken. Want
ofschoon er vaak op contract ge
leverd wordt tegen een redelijke
prijs 3.30 per kilo) wordt het
geen méér wordt aangevoerd dan
men heeft gecontracteerd gewoon
over de klok verkocht. Deze prij
zen zijn doorgaans aan de lage
kant. En daar de kwekers slechts
een gemiddelde prijs ontvangen,
wordt er nogal eens gemopperd!
Die ontevredenheid nam enige tijd
terug nog groter vormen aan, toen
de prijzen te veel daalden en men
in Nijmegen besloot de champig
nons te gaan inblikken. Men wist
daar wel iemand voor, zo werd de
kwekers meegedeeld, doch het re
sultaat was. dat de blikken door
het buitenland geweigerd werden
en weer terugkwamen naar Nij
megen. Die staan er nu nog al
tijd, doch hadden met elkaar bij
na een miljoen gulden moeten op
brengen. Hoe dit nu verder zal
gaan weten de kwekers nog steeds
niet. Er zijn er, die duizenden
gifldens te vorderen hebben
één is er zelfs, die 20.000 te
goed heeft maar waarmee ze
hun geld zullen krijgen is nog een
open vraag. Het is dus niet alle
maal rozegeur en maneschijn in
de champignoncultuur. Doch aan
genomen kan wel worden, dat
men hier te doen heeft met kin
derziekten. die alle bedrijven in
opkomst moeten doormaken.
Gelijk we terloops al opmerk
ten bevindt zich bij Maastricht
(en ook nog op enkele andere
plaatsen in Zuid-Limburg) een
centrum, waar de champignons in
grotten worden geteeld. Deze teelt
is uiteraard eenvoudiger van op
zet, kost dus ook minder, maar
is tevens minder gemakkelijk te
leiden dan in de moderne cham
pignonhuizen. Men kweekt er de
champignons nl. gewoon op bed
den, die op de grottenvloeren zijn
aangelegd.
Een derde manier is voorts het
telen in losse kisten, die daartoe
trapsgewijs op elkaar worden ge
stapeld, opdat de zwammetjes niet
kunnen verstikken.
Zien we het goed, dan gaat de
champignonteelt een soortgelijke
ontwikkeling tegemoet als de to
maat heeft doorgemaakt. Ook de
ze teelt was enkele tientallen
jaren geleden nog zo goed als ge
heel op de export aangewezen.
De Nederlander beliefde nu een
maal geen tomaten. Dat is te
genwoordig wel even anders. Al
dient er aan toegevoegd, dat de
champignons, die op het ogenblik
nog altijd 0.50 0.60 per 100
gram in de winkel kosten, wel
nimmer zo goedkoop zullen kun
nen worden aangeboden als gedu
rende een bepaalde tjd van het
jaar met de tomaten het geval
pleegt te zijn.
We zouden niet graag directeur-generaal zijn van de Engelse
P.T.T.want het is een ambt, dat op bopaalde (hoogtij)dagen
aan veel kritiek onderhevig is. Aanleiding tot de moeilijkheden
was de herdenking van de geboortedag van de Schotse dich-1
ter Robert Burns. De'Engelse posterijen hadden zich beperkt
tot het geven van een bijzonder poststempel op de dag zelf. en
een van de leden van het Lagerhuis nam dat niet.
De wnd. direpteur-generaal moest op het matje komen en zich
verantwoorden. „De P.T.T. heeft zich bijzonder slecht gedragen",
werd hem woedend toegeroepen. „Waarom een poststempel en geen
postzegel? Als u het niet nodig vindt een speciale zegel uit te ge
ven, laat ons dan tenminste Russische postzegels gebruiken, want in
de Sowjet-Unie wordt wel een speciale Burns-zegel uitgegeven, en
ook in Amerika wordt aan de dichter meer aandacht besteed dan
bij ons."
Daar kon de wnd. directeur-generaal het dus mee doen. Nu is hij
een man. die niet op zijn mondje is gevallen. Toen de afgevaardig
de was uitgesproken antwoordde hij: ,,U denkt toch niet, dat u me
kunt intimideren? En bovendien ben ik blij, dat ik niet verantwoor
delijk ben voor alles wat er in Rusland en in Amerika door de pos
terijen wordt gedaan."
Onze Zuiderburen hebben een
aardigheidje bedacht, dat zeker
bekendheid verdient. Bij de Zui
derstatie te Brussel hebben ze
een brievenbus neergezet die de
brieven frankeert. U doet ge
woon wat geld in een gleuf, laat
de brief vallen en met de juiste
waarde gefrankeerd vindt de
postbode hem als hij de bus
komt lichten. Zou het hoofdbe
stuur van de P.T.T. in Den Haag
dat al weten?
„Met de voorbereidingen van
de „Floriade" gaat het best",
vertelde de heer Jac. Kleiboer,
toen we hem vroegen naar de
stand van zaken. „Onze Zuider
buren bijv. hebben reeds toege
zegd met een grote inzending te
komen. Een zestigduizend stuks
van de allerbeste begonia's zul
len zij op speciaal daarvoor aan
gelegde plateaus uitplanten.
Deze plateaus liggen vlak by
het standbeeld van Tollens, als
u dat weet te staan. Maar dat
is nog niet alles. Ook aan de ex
posities in de A'hoy'-hal en in
de Energie-hul nemen de Belgen
deel. Nee het gaat best", zei de
heer Kleiboer. „Het zal een lieve
lust zijn die bloemenweelde te
aanschouwen. U weet toch, dat
de Belgische begonia's in de
hele wereld bekend zijn?".