Het ROOKTAFELTJE CHAMPIGNON EZE2S3H3 r Amsterdammer Michels bracht de Rotterdamse haven in beeld GRIEP P.T.T. Nog eens: P.T.T. Floriade ZATERDAG 24 JANUARI 1955 In het Rotter damse stadhuis UCT I CV/PM hebben we de Am- nt 1 tl' sterdamse heer F. W. Michels ont- WfhowM j" MIJNHEER GULDEMOND keek met gefronste wenkbrauwen naar zijn zoon Chris, die in een gespannen houding tegenover hem zat. „Ik begrijp niet, wat je bezielt om zo'n beroep te kiezen," bromde de vader geërgerd. „Dat is in onze familie nog nooit voorgekomen. Heb ik je daarvoor de Mulo laten doorlopen? En hoe stel je je het eigenlijk voor? Je bent zeventien jaar, het wordt hoog tijd dat je ook eens iets in" brengt. Je hebt nu je diploma, je puntenlijst mag gezien worden. Jongens als jij, intelligent en van goede wille kunnen ze oj? elk kantoor gebruiken. Je kunt desnoods avondlessen volgen: Franse en Engelse handelscorres pondentie en over vijf jaar ben je correspondent en verdien je een behoor lijk salaris. Of je studeert voor het staatsexamen boekhouden, dat is nog beter. Je leert gemakkelijk genoeg. Het is mij een raadsel, waarom je dergelijke goede vooruitzichten overboord wilt werpen om bakker te worden. Koekebakker!" ..Banketbakker," verbeterde de jongen, met een ondertoon van wanhoop in zijn stem. ..En ik kan meteen beginnen, als leerling bij Keesing." ..Zal Keesing je dan volledig opleiden?" ..Natuurlijk moet ik ook cursussen vol gen." zei de jongen. ..Maar dat wil ik graag doen. Ik kan ze betalen van mijn loon als leerling-banketbakker." ..Op kantoor zul je meer verdienen." ..Ja, de eerste jaren. Op den duur is het beroep van banketbakker lucratiever." Er klonk nu weer hoop in zijn stem, misschien zou zijn vader voor dèt argument gevoelig zijn. Neen.. de opmerking trof geen doel. ..Reken er maar niet op, het gaat niet door," besliste de vader. „Jij wordt kan toorbediende. dat is in overeenstemming met je opleiding en jeje afkomst. Mor gen schrijf je een sollicitatiebrief naar het veem op de Hamkade En je geeft je met een op bij het arbeidsbureau. Een vlugge, schrandere jongste bediende kan iedereen gebruiken. Stel je voor: Koekebakker!" „Wat is er dan voor minderwaardigs aan een banketbakkerij?" vroeg de Jongen, half huilend. „Ik zei niet: minderwaardig Maar zoiets is niets voor ons soort mensen." Wat zijn wij dan voor soort mensen?" Manheer Guide- mond proefde reeds de wilde opstan digheid in de jon gensstem Dat vcr- driette hem Hij ging conflicten lle- ..Wij zijn hoofd werkers." sprak hij waardig. ..Ambte naren. kantoor mensen. héren Denk Je. dat ik mijn en;ge zoon in een grijsgeruit broekje wil zien. met een wit schort voor? Ik zou me dood schamen!" „Doodschamen voor een eerlijk beroep?" prevelde de jongen. Hij stond op en ver liet plotseling het vertrek, zich schamend THEA BECKMAN zijn 1 OP ZIJN KAMERTJE bleef Chris staan en staarde mistroostig uit het raam naar de straat, de nétte straat, waarin hij zijn jeugd had gesleten Hij dacht aan Suzan ne 'Keesmg. het „kleintje" uit de derde klas van de Mulo Ze was pas zestien, maar haar ranke figuurtje, haar pittige ge zichtje hielden een schone belofte in voor de toekomst. En haar vader had. na eni- !;e aarzeling, er in toegestemd Chris als eerling aan te nemen, op voorwaarde „dat zc er thuis geen bezwaar tegen hadden." Vele uren had Chris reeds in de ruime banketbakkerij van Keesing doorgebracht: na schooltijd, als hij Suzanne had thuisge bracht. haar tas voor haar had godragen. Op vrije middagen ook. wanneer hij van de goedmoedig glimlachende patroon mocht komen „helpen". Met kloppend hart had hij de spuitzak gehanteerd, met eindeloos geduld het feuilletéedeeg uitgerold, bakvor men bekleed, penségebakjes geabricoteerd. Och. dat alles was nog maar kinderspel geweest. Het moeilijke werk: landschappen van couverture, de fondantbereiding, het koken van sausen en vullingen, het model leren van marsepein daarbij had hij slechts mogen toekijken, hunkerend om ook daarop zijn krachten en fantasie te beproe ven. De vaardige handen van de bakker en zijn knoch's vervulden hem met diepe bewondering. Stom van eerbied had hij de kunstzinnige bouwsels zien verrijzen: van marsepein, suiker, couverture of slagroom. Hij had paté zien maken, met inachtne ming van tientallen hygiënische maatrege len. alsof hij zich in een laboratorium be vond. En heel de bakkerij had iets van een toverketcl: klef, onooglijk deeg ver dween in de oven en kwam er na een kwartier, twintig minuten uit: geurig, goudbruin, knisperend. Was d&t een min derwaardig beroep? HIJ GING solliciteren, maar zonder succes Elke oproep vervulde zijn vader met hoop, maar nooit werd Chris aangenomen. „De Jongen is koppig." mompelde mijn heer Guldemnnd op een avond ..Uit louter onwil verknoeit hij elke sollicitatie." „Niet zo somber." troostte moeder „Chris is eigenlijk nog een kind. hij weet niet. wat hij wil. Die bevlieging voor de bakkerij zal wel vanzelf voorbijgaan. En anders spreek Je er maar eens met Gert over. Je broer heeft invloed op onze Chris." „Denk Je?" vroeg vader twijfelend Oom Gert. jongere broer van mijnheer. Guldemnnd was een autoriteit in de fami lie Acht-en-dertig jaar oud had hij het reeds ver gebracht op de maatschappelijke ladder Hij was eerste corresprndent op ren grote beschuitfabriek en telde drie ty pistes en een jongste bediende als onder geschikten Weliswaar had hij nu het top punt van zijn carrière bereikt, maar de ge hele familie was trots op hem. Gert was een man. die iets gemèèkt had van zijn le ven. Zou hii ook iets van CTirts' leven kun- VIIJNHEER Guldemond was een wel- -»1 menende vader. Hij was er vast van o.'ertulgd. dat zijn zoon alleen op een kan toor gelukkig kon worden. Zijn grootvader, zijn vader, al zijn ooms waren héren, met een actentas (voor het twaalfuurtje) een buskaart en een vast plaatsje in de schrijflustige maatschappij. Chris hoorde daar bij. Dus nam hij op een milde lenteavond Chris mee naar oom Gert. Zonder omwe gen legde hij zijn broer het conflict voor. „Chris heeft het plotseling in zijn hoofd gehaald géén kantoorbediende te willen worden! Hij minacht ons beroep, het is hem te saai, zegt hij, te geregeld, te on romantisch. Hij wilje raadt het nooit, Gert. hij wil koekebakker worden! Omdat hij zo houdt van gevulde koeken, veronder stel ik." Chris, op het puntje van zijn stoel, luis terde toe met saamgeknepen lippen. Zijn hart was vol bitterheid: twee volwassen mannen tegen één jongen. Was dat fair? Oom Gert zei niets. Hij keek naar Chris, die ongelukkig op zijn stoel heen en weer schoof. „Ik heb hem natuurlijk gezegd, dat hij die onzin uit zijn hoofd moest zetten," ging vader voort. „Maar hij is koppig, ezelach tig koppig, zou ik bijna zegger.. Hij ver knoeit al zijn sollicitaties, laat duidelijk merken aan de chefs, dat het baantje, waarvoor hij komt hem in het geheel niet interesseert En zo komt hij natuurlijk nccit aan de gang. Nu kan hij knechtje worden bij een koekebakker bij ons in de buurt, bij Keesing Mag hij op de fiets do zen gebak rond brengen en zijn hand ophouden voor een dubbel tje. JK opende „Geen koekebakker. banketbakker'", stootte hij uit. Oom Gert zei nog altijd niets, hij scheen na te denken. „Waarom?" Dat was tante Milly, die tot nu toe ontzet had toegeluisterd. Mijnheer Guldemond haalde de schouders op. „Dèt weet de jongen natuurlijk zelf niet. Hij is in de groei, heeft altijd honger zoiets zal het wel zijn." Chris zw;eg weer en keek naar de pun ten van 7jn schoenen. Het had niet de minste zin déze mensen deelgenoot te ma ken van zijn dromen en hoopvolle ver wachtingen. Het zou wel daarop uitdraaien, dat hij bij oom Gert op kantoor werd ge schoven, om de rest van zijn leven te ver stoffen op een kantoorkruk, gevangen in sleur en versuffing. Oom Gert wendde zich eensklaps tot zijn „Milly, haal jij dat rooktafeltje even uit de achterkamer-' Arend heeft het nog niet gezien." En terwijl Milly opstond wendde hij zich tot de oudere broer. „Dat tafeltje heb ik speciaal laten maken, door die meu belmaker uit de Calvijnstraat. Het is een prachtstuk". „O." zei mijnheer Guldemond verstrooid Waarom begon Gert plotseling over iets anders te praten, liet hij hem en zijn zor gen zonder meer zitten" Milly kwam binnen, het lichte rooktafel tje voor zich uitdragend. Het was zo op "het oog een tamelijk alledaags werkstuk, met gladde poten, een blad van plastic plaat. omgeven door een verchroomd kope ren rand. Chris keek ook op en zijn ogen bleven hangen aan het nieuwe meubel stuk. dat nu midden in de salon prijkte. „Mooi hè?" zei oom Gert. hele bundel in het archief. We vullen ein deloze kolommen in dikke schrijfboeken en als de boeken zijn afgesloten gaan ze in het archief. We sorteren kaarten op num mer of alphabet, zijn er uren mee bezig en zetten dan de bakken in de kast. En nog later. in het archief. Na tien, vijf tien jaar wordt zo'n archief uitgedund, moet er ruimte worden gemaakt voor nóg meer kasboeken en zakenbrieven en kaar tenbakken. Vort, daar gaat ons werk van NU JA dat rooktafeltje zal ook het eeuwige leven niet hebben," meende mijnheer Guldemond. „Neen, maar zolang het hier staat en dienst doet, tien, vijftien jaar lang, is het een vreugde voor de bezitter. Zo'n meu belmaker.die heeft iets gemaèkt, er is iets tastbaars uit zijn handen gekomen. Hij kan zeggen: „Kijk. dat heb ik vorm gege ven. uit ruwe grondstoffen geschapen, met mijn handen en hersens." Maar wij? Als wij een grootboek of een correspon dentiemap opnemen, zeggen anderen dan: „Wat mooi. wat aardig, zoiets zou ik óók willen bezitten?" „Kantoorbedienden moeten er toch ook zijn." prevelde mijnheer Guldemond ver baasd. „De wereld drijft op zakendoen." „Ongetwijfeld. Wij zijn even onrrlisbaar als meubelmakers, chauffeurs en landbou wers. Zonder correspondenten en boekhou ders zou het economische leven in een chaos ontaarden, terwijl wij ons zonder banketbakker zeker wel zouden kunnen red den. Maar tochwij hebben één nadeel. Arend, wij scheppen niet, wij' mèken niets. Er komt niets tastbaars uit onze handen, niets om trots op te zijn. om er me>t vol doening je ogen op te laten rusten. Wat wij produceren zijn eendagsvliegen, archief stukken." „Schaam jij je dan voor je beroep?" riep mijnheer Guldemond uit. Zijn wereld wankelde, dreigde ineen te storten. Hij zag zijn zoon Chris, die zich gespannen voor overboog. NEEN, ik schaam mij niet. Waarvoor zou ik? Wat ik doe, op kantoor, doe ik goed. En het is werk. dat nu eenmaal door iemand moet worden gedaan. Maar ik ben er niet zo trots meer opsedert ik die meubelmaker aan hert werk heb gezien. Vroeger leken handenairbeiders mij men sen toe uit een andere wereld, een minde re wereld. Ze kregen vuile handen, aten onbehoorlijk veel. lieten hun kinderen op leiden door een „baas". Maar gaandeweg ben ik er anders over gaan denken. Het moet een mens grote voldoening geven iets te maken, het brengt hem dichter bij God, Die óók schiep met Zijn handen, zonder schrijvers en boekhouders. Daarom begrijp ik die jongen van jou wel, Arend. Banket bakker is een mooi beroep; het is bijna een kunstzinnig beroep. En het is één van die weinige bedrijfstakken, waarin het nog altijd aankomt op de handvaardigheid! Ik weet wel, in een grote bakkerij staan ook machines, deegkneders. pelmachines en dergelijke apparaten. En een geperfectio neerde elektrische oveni met thermostaat en moderne snufjes. Maar niet ólles is er gemechaniseerd. Waar het op aankomt, op de vormgevingdaarin is de banketbak ker nog altijd zijn eigen baas, moet hij op zijn handen, zijn ogen. zijn fantasie kun nen vertrouwen. Hij mèèkt iets. Hij legt er zijn ziel in en bereidt er anderen vreugde „Je bent dus van mening, dat ik Chris zijn gang moet laten gaan?" „Als hij mijn zoon was. zou ik zeggen: jongen, accepteer dat baantje bij Keesing en doe je best. Werk hard, gebruik je ogen en je handen. Banketbakker worden, uitste kend. maar dan moet je ook een goede banketbakker worden, waarin de mensen vertrouwen stellen, die zijn ambacht lief heeft en er trots op is." „Ja oom," zei Chris dankbaar. Zijn ogen schitterden en even gleden zijn blikken liefkozend over het mooie tafeltje met het blauwe blad. Hij besloot oom Gert bij de eerstvolgende gelegenheid een asbak in de vorm van een gestyleerde zwaan cadeau te Mijnheer Guldemond zuchtte. Hij voelde, dat hij verslagen was, tegen Gert kon hij niet op. die was intelligenter en maat schappelijk beter geslaagd dan wie ook in de familie. Op Gert kon je bouwen. Maar het zou nog heel lang duren eer hij, de vader, over zijn huivering voor een koeke bakker in de familie heen was. het tafeltje mooi. Het was van een even wichtige constructie, zonder tierlantijntjes, eenvoudig van lijn. maar zuiver uitgebalan ceerd. foutloos in elkaar gezet. Het blad had de vorm van een gestyleerde vijver. De berkenhouten poten glansden als satijn, waren slechts dun overtrokken met een laagje vernis, zodat de nerf van het hout op zijn voordeligst uitkwam. Het glanzen de. helderblauwe blad kleurde er prachtig bij. „Je weet dat wc in de achterkamer een moderne eethoek hebben ingericht Als we geen visite hebben wonen we daar ook. Ik had een tafeltje nodig voor bij de luie stoel naast de oliehaard en dus heb ik dit laten maken. Zelfs in deze kamer, met clubfau teuils, misstaat het niet." „Inderdaad," bromde mijnheer Gulde- „Ik ben verscheidene malen bij die meu belmaker in zijn werkplaats geweest" ver telde oom Gert langzaam. „Ik heb dat ta feltje zien groeien onder zijn handen. Zo'n man moet toch voldoening van zijn werk hebben, dacht ik. Als je eerst die onoog lijke stukken hout ziet. die board- en tri- plexplaten en als je din ziet welk een prachtige dingen ervan worden gemaakt, dan moet je zelfs in deze tijd respect heb ben voor de mensen, die met hun h&nder kunnen werken." „Ja." zei Chris' vader, „natuurlijk Maar „Zie je." ging oom Gert voort, „ik moest het beroep van die meubelmaker opeens vergelijken met het onze. Wat doen wij eigenlijk? We schrijven brieven aan ande re kantoorbedienden en als ze die brieven hebben gelezen en beantwoord, gaat de Rotterdamse havengebied en we waren uitgenodigd zijn werk te bezichtigen. De heer Michels heeft een arbeidzaam leven achter de rug. waarvan hy zo tussen tekst en uitleg by zün tekening, vertelde. En u moet van dat leven iets weten om te begrijpen hoe hy er toe is gekomen de draad op te nemen, die in de zeventiende eeuw of daaromtrent plotseling werd afgebroken. Twaalf jaren voer hy als stuurman op de grote vaart. Toen kreeg hy genoeg van het almaar zwalken en hy kwam naar de wal. Hy werd erkend boekhandelaar en begon in zijn vrye uren wat te tekenen, feiteiyk zyn tekengave verder te ontwikkelen, want ln zyn jeugd had hy al veel getekend. Hy stuurde zicheelf in de richting van de cartografie en kwam toen haast vanzelf op het maken van panorama-schetsen. Engeland heeft geopend of hij Hoe het preciei V_- - SNELWEG ïze rijksroelsjbaan niet de enige in de wereld. >ok een. Die eerste snelweg daar was nauwelijks est alweer voor het verkeer worden afgesloten, elkaar zit, zal nog wel worden uitgezocht. Maar •t. Macimllan had nauwelijks zyn hoge hoed, die hjj 1 van de plechtige opening had opgezet, opgeborgen, de weg gedaan. Veertig miljoen gulden heeft de weg is hij niet te berijden. Overal zijn grote blazen ver- gedaan, zeggen de automobilisten. De Zeevaartschool in Den Hel der telt zestig leerlingen en de helft van hen is ziek. Griep, zei de dokter. En hij beval, dat de school voorlopig moet worden ge sloten. En daar gingen dan de toekomstige koopvaardij-officie- ren. De zieken werden met een taxi naar huis gebracht en de gezonden moesten de trein ne men. Prettig zullen ze het wel niet vinden. Met een examen voor de derde rang in het zicht kun je beslist zo'n vakantie niet gebruiken. We hopen, dat ze spoedig beter zijn. „Een paar eeuwen geleden liet elk stadsbestuur, dat zichzelf respecteerde, een panorama- tekening van de stad maken. Dat was heel gewoon. Balth. Floresz' bijv. heeft nog eens Rotterdam in kaart gebracht. Maar deze traditie werd onderbroken, toen de abstracte plattegronden, de stratenplannen-in-lijnen, bur gerrecht kregen. Ik had al veel van die oude kaarten gezien en de techniek bestudeerd en ik dacht: dat kan ik ook. Maar zo makkelijk als het zich voordeed was het nou beslist niet. U kent toch het verhaal van de man, die op zich had genomen Parijs in panorama te tekenen? Hij heeft er twintig jaren overgedaan, en toen hij moe en mat zijn pen neerlegde, was zijn werk niet meer up-to-date. den tegenwoordig zo snel van aan zien veranderen. Die oude teke naars hadden het op dat punt makkelijker. In de zeventiende eeuw was er practisch geen stads uitbreiding, en die stadsuitbrei ding, die snelle groei heeft ook mij parten gespeeld". Ontdekkingen „In mei '57 ben ik met het op de oude manier in kaart bren gen van het Rotterdamse haven gebied begonnen. En toen ik klaar was, waren we twaalf maanden verder. Mijn uitgangspunt was een gewone plattegrond en die ben ik hoekje voor hoekje gaan invullen, invullen met huisjes, fabriekjes, gebouwtjes. Om een juist overzicht te krijgen en te weten hoe de verhoudingen wa ren, ging ik af en toe op een hoog punt staan. In totaal heb ik van het gehele gebied een 2000 schetsjes gemaakt en die heb ik later overgebracht op de kaart". Omdat, het om een havengebied ging moest de heer Michels ook scheepjes tekenen, en hij deed dit met bijzonder veel genoegen. Een 350 scheepjes heeft hij op zijn tekening een plaats gegeven. „Daartoe behoren de Nieuw-Am- sterdam, de Statendam, de Wil lem Ruys, de Karei Doorman en ook de Groene Draeck. En op mijn verkenningstocht door de ha ven ontdekte ik de Rijnkerk van de V.N.S., waarop een vriend van me als gezagvoerder vaart, en de Rijnkerk ziet u dus ook liggen. Maar ook de Melampus, het schip waarop ik in 1924 mijn eerste zee reis als stuurmansleerling maak te, en die ik eveneens in de Rot terdamse haven ontdekte". Maas „Het moeilijkste onderdeel van de hele tekening was nog de Maas", zei de heer Michels, „want de rivier moest in water verf worden opgezet en de verf mocht niet kringen, of strepen achterlaten. Op een avond heb ik de kaart op tafel gelegd, mijn fa milie weggestuurd en toen ben ik als een acrobaat die Maas gaan schilderen". Om zijn werk goed te kunnen uitvoeren beschikte de heer Mi chels over een auto, die als werk kamer was ingericht. „Ter plaat se kon ik dus werken, en dit wr.s gewenst, want deze stad veran- dert bijna met het uur. Sommi ge gedeelten kon ik niet eens schetsen omdat de bebouwing nog niet helemaal gereed wfas. Die ge deelten heb ik daarom aan de hand van bestaande tekeningen in- geschetst, met name de Haven vakschool en hef Botlekgebied Toen de heer Michels in '57 een stuk oud-Vlaardingen in teke ning had gebracht, ging hij naar de Stichting „Havenbelangen" Rotterdam met de vraag of de stichting belangstelling had voor een panorama-tekening van het havengebied. Dat had zij, in ver band met haar 25-jarig bestaan, dat deze week is gevierd. Het ori gineel is aangeboden aan het ge meentebestuur van Rotterdam en heeft in het stadhuis een plaats gekregen. Vervolg van voorpagina. de cellen zomer en winter op circa 15 gr C. te houden, men heeft de juiste vochtigheidstoe stand volkomen in de hand, men heeft een goede verplaatsbare ver lichting. men heeft volop ruimte om te werken en de boel schoon te houden, kortom, alle factoren zijn even gunstig, met het gevolg, dat hier de produktie soms haast het dubbele bedraagt van die der kleine kwekers. En die kant moet het dus eigenlijk overal uit. Want terwijl op .,'t Heertje" soms wel 8 a 9 kilo champignons per vierkante meter worden geoogst, komt men op kleinere bedrijven maar amper tot de helft. Het is dan ook geen zeldzaamheid dat men op 't Heertje" uit één cel gedurende 12 weken 2000 kilo champignons haalt. Dat is op het ogenblik een geweldige prestatie, al gebeurt het af en toe ook wel eens. dat men wat minder fortuin lijk is met een cel. Maar na 12 weken gaat alle mest eruit, wordt de zaak ontsmet, komt er nieuwe mest in en begint het proces van ontevreden zijn. Al het werk kan door slechts enkele mensen worden gedaan, onder wie een vijftal meisjes, die 't hele jaar door elke morgen om 7 uur pre sent zijn, om de rijke champig nons te plukken. Of liever: te trekken, want de worteltjes gaan mee. Tijdens het plukken vindt tevens het sorteren plaats in eer ste, tweede en derde kwaliteit. Daarna worden buiten de cel de wortels afgesneden en verpakt men de champignons in kistjes van 1 kilogram. Vervolgens wor den ze geveild, hetzij in Tiel, het zij in Zaltbommel, Venlo. of op welke andere groenten- en fruit veiling dan ook. Doch het hoofd kwartier van de champignonhan- del bevindt zich op de veiling te Nijmegen, waar een speciale co- operatie voor dit doel is geves tigd en men zich altijd van te vo ren op de hoogte stelt van de om vang der totale produktie, die op een bepaalde dag kan worden verwacht. Groothandelaren kopen dan ook veelal via Nijmegen in. Een k\jkje in een der langgerekte cellen, die in het midden een hreed pad hebben, aan weerszij den waarvan betonnen stellages werden opgericht, welke met hun Deze vloeren, die ongeveer een halve meter boven elkaar liggen, dragen allemaal een laag paarde- mest van plm. 15 centimeter. Door het aanbrengen van op slaande planken aan de randen ontstaan bakken, waarin het champignonzaad zich tot volwaar dige champignons ontwikkelt. Gemopper Helaas zijn tal van kwekers over de organisatie van die han del niet erg best te spreken. Want ofschoon er vaak op contract ge leverd wordt tegen een redelijke prijs 3.30 per kilo) wordt het geen méér wordt aangevoerd dan men heeft gecontracteerd gewoon over de klok verkocht. Deze prij zen zijn doorgaans aan de lage kant. En daar de kwekers slechts een gemiddelde prijs ontvangen, wordt er nogal eens gemopperd! Die ontevredenheid nam enige tijd terug nog groter vormen aan, toen de prijzen te veel daalden en men in Nijmegen besloot de champig nons te gaan inblikken. Men wist daar wel iemand voor, zo werd de kwekers meegedeeld, doch het re sultaat was. dat de blikken door het buitenland geweigerd werden en weer terugkwamen naar Nij megen. Die staan er nu nog al tijd, doch hadden met elkaar bij na een miljoen gulden moeten op brengen. Hoe dit nu verder zal gaan weten de kwekers nog steeds niet. Er zijn er, die duizenden gifldens te vorderen hebben één is er zelfs, die 20.000 te goed heeft maar waarmee ze hun geld zullen krijgen is nog een open vraag. Het is dus niet alle maal rozegeur en maneschijn in de champignoncultuur. Doch aan genomen kan wel worden, dat men hier te doen heeft met kin derziekten. die alle bedrijven in opkomst moeten doormaken. Gelijk we terloops al opmerk ten bevindt zich bij Maastricht (en ook nog op enkele andere plaatsen in Zuid-Limburg) een centrum, waar de champignons in grotten worden geteeld. Deze teelt is uiteraard eenvoudiger van op zet, kost dus ook minder, maar is tevens minder gemakkelijk te leiden dan in de moderne cham pignonhuizen. Men kweekt er de champignons nl. gewoon op bed den, die op de grottenvloeren zijn aangelegd. Een derde manier is voorts het telen in losse kisten, die daartoe trapsgewijs op elkaar worden ge stapeld, opdat de zwammetjes niet kunnen verstikken. Zien we het goed, dan gaat de champignonteelt een soortgelijke ontwikkeling tegemoet als de to maat heeft doorgemaakt. Ook de ze teelt was enkele tientallen jaren geleden nog zo goed als ge heel op de export aangewezen. De Nederlander beliefde nu een maal geen tomaten. Dat is te genwoordig wel even anders. Al dient er aan toegevoegd, dat de champignons, die op het ogenblik nog altijd 0.50 0.60 per 100 gram in de winkel kosten, wel nimmer zo goedkoop zullen kun nen worden aangeboden als gedu rende een bepaalde tjd van het jaar met de tomaten het geval pleegt te zijn. We zouden niet graag directeur-generaal zijn van de Engelse P.T.T.want het is een ambt, dat op bopaalde (hoogtij)dagen aan veel kritiek onderhevig is. Aanleiding tot de moeilijkheden was de herdenking van de geboortedag van de Schotse dich-1 ter Robert Burns. De'Engelse posterijen hadden zich beperkt tot het geven van een bijzonder poststempel op de dag zelf. en een van de leden van het Lagerhuis nam dat niet. De wnd. direpteur-generaal moest op het matje komen en zich verantwoorden. „De P.T.T. heeft zich bijzonder slecht gedragen", werd hem woedend toegeroepen. „Waarom een poststempel en geen postzegel? Als u het niet nodig vindt een speciale zegel uit te ge ven, laat ons dan tenminste Russische postzegels gebruiken, want in de Sowjet-Unie wordt wel een speciale Burns-zegel uitgegeven, en ook in Amerika wordt aan de dichter meer aandacht besteed dan bij ons." Daar kon de wnd. directeur-generaal het dus mee doen. Nu is hij een man. die niet op zijn mondje is gevallen. Toen de afgevaardig de was uitgesproken antwoordde hij: ,,U denkt toch niet, dat u me kunt intimideren? En bovendien ben ik blij, dat ik niet verantwoor delijk ben voor alles wat er in Rusland en in Amerika door de pos terijen wordt gedaan." Onze Zuiderburen hebben een aardigheidje bedacht, dat zeker bekendheid verdient. Bij de Zui derstatie te Brussel hebben ze een brievenbus neergezet die de brieven frankeert. U doet ge woon wat geld in een gleuf, laat de brief vallen en met de juiste waarde gefrankeerd vindt de postbode hem als hij de bus komt lichten. Zou het hoofdbe stuur van de P.T.T. in Den Haag dat al weten? „Met de voorbereidingen van de „Floriade" gaat het best", vertelde de heer Jac. Kleiboer, toen we hem vroegen naar de stand van zaken. „Onze Zuider buren bijv. hebben reeds toege zegd met een grote inzending te komen. Een zestigduizend stuks van de allerbeste begonia's zul len zij op speciaal daarvoor aan gelegde plateaus uitplanten. Deze plateaus liggen vlak by het standbeeld van Tollens, als u dat weet te staan. Maar dat is nog niet alles. Ook aan de ex posities in de A'hoy'-hal en in de Energie-hul nemen de Belgen deel. Nee het gaat best", zei de heer Kleiboer. „Het zal een lieve lust zijn die bloemenweelde te aanschouwen. U weet toch, dat de Belgische begonia's in de hele wereld bekend zijn?".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1959 | | pagina 14